Romme denkt in de Tweede Kamer zo merkwaardig Animo veel groter dan werd verwacht LICHAAM GEEST EN Het „vraagstuk" der bejaarden De moderne democratie moet politiek bij de mensen brengen P.v.d. A. vertoont de neiging zich leiding over regeringszaken toe te eigenen Vraagt uw slijter een glaasje gratis De volgende maand vertrekt de eerste afdeling SCHERMER Prof. Oud: P.v.d. voor eisen heeft geen begrip r democratie K.V.P.-voorzitter mr. Van Doorn: Geest van samenwerking laat hier en SPOTSPIEGEL daar te wensen over Prof. Romme op Partijraad: EVERT VERMEER voor de radio VRIJWILLIGERS VOOR NIEUW-GUINEA o „Kans om wat meer van de wereld te zien" in Noord-Holland Provinciale subsidie voor kerkenbouw Notaris Van Dijk f Telescoop in Simferopol Plaats inruimen voor belangrijke minderheid Psychiater gepromo veerd ZATERDAG 13 DECEMBER 1958 PAGINA 5 Goucfkroontfe Spaanse Lichaamsbeweging en sportbeoefening zijn uitermate heilzaam voor de ontspanning van lichaam en geest In de loop van de volgende maand zal de eerste afdeling vrijwilligers van de Koninklijke Landmacht voor Nieuw-Guinea per vliegtuig naar de basis Biak vertrekken, om vandaar uit naar de verdere bestemming te worden overgebracht. De manschappen staan onder commando van majoor C. A. A. Kanters. Zij zijn thans in de legerplaats Oirschot tezamengebracht, waar de laatste voorbereidingen voor hun uitzending worden getroffen. Alvorens te vertrekken zullen zij nog een korte verlofperiode krijgen om de komende feestdagen thuis door te kunnen brengen. Een en ander werd medegedeeld tijdens een gisteren te Oirschot gehou den persconferentie onder leiding van de lt.-kol. A. W. van de Logt van de inspectie artillerie te Den Haag bij wie de leiding berust van de uitzending der vrijwilligers voor Nieuw-Guinea. Er is een bezoldigingsregeling getrof fen, volgens welke de soldaat per maand f 124 ontvangt, de soldaat eerste klas f 138, de korporaal f 185 en de sergeant f 256. Daarnaast wordt per dag een toeslag gegeven van f 1 voor de sol daat en van f 1.25 voor de korporaal en de sergeant. Kleding, voedsel en lege ring worden vanwege het rijk verstrekt. De vrijwilligers zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van hun kleding, zodat reparatiekosten voor hun rekening komen. Verder is de mogelijkheid ge schapen na afloop van de dienstolicht- tijd een verbintenis aan te gaan voor minimaal één en ten hoogste drie laar, in verband waarmee een salarisregeling is opgesteld volgens welke de soldaat f 195 tot f 225 verdient, de ongehuwde sergeant f 345 tot f 385 en de gehuwde sergeant f 495 tot f 550. Bij het beëindi gen van de verbintenis zal de militair een premie van f 600 per jaar ontvan gen. De animo om zich als vrijwilliger voor Nieuw-Guinea op te geven bleek boven verwachting groot te zijn. Het aantal aanmeldingen heeft de behoefte zelfs enige malen overtroffen. De uitzendtijd varieert van zes tot twaalf maanden al naar gelang de dienstplichtige in Neder land in speciale opleiding is geweest. Bij uitzending moet vaststaan, dat de vrij williger nog minstens zes maanden in Nieuw-Guinea dienstplichtig is. De wel- zijnsverzorging valt onder de konink lijke marine. De vrijwilligers krijgen een tropenuitrusting. Uit gesprekken, welke wij in de legerplaats Oirschot met tal van vrij willigers hadden, bleek echter van enige interesse om straks een verbintenis voor Nieuw-Guinea aan te gaan zo goed als geen sprake te zijn. De meesten ver klaarden aan het einde van hun dienst De katholieke fractie in de Provin ciale Staten van Noord-Holland heeft bij het afdelingsonderzoek inzake de begroting 1959 aan het college van Gedeputeerde Staten de volgende schrif telijke vraag gesteld: „Zijn Gedeputeerde Staten niet van oordeel, dat zolang en voorzover een rijksregeling ter subsidiëring ^van de kerkenbouw niet bestaat, terwijl reeds verschillende gemeenten ook in Noord- Holland de laatste onder goedkeuring van uw college een regeling ten&ake h zitten, de provincie geldelijke steun dient te verlenen aan de kerkenbouw, zulks op grondslag van objectieve nor men en met behoud van de zelf standigheid der kerken?" plichttijd be»list naar Nederland te zul len terugkeren. Slechts enkelen waren minder positief. Zij zouden ginds de kat eerst eens uit de boom kijken en dan naar bevind van zaken beslissen of zij zullen terugkeren dan wel een verbinte nis zullen aangaan hetzij bij de land macht hetzij in de particuliere sector. Maar bij allen is hoofdmotief voor het vertrek: de kans benutten om wat meer van de wereld te zien, zonder dat het hun een cent kost. (Van een verslaggever) De bekende notaris H. C. A. van Dijk is gisteren in Amsterdam overleden. Hü is 63 jaar geworden. Onlangs vier de hij zijn zilveren jubileum als nota ris. De heer Van Dijk, die een zeer ge ziene figuur was en immer groot ge zag genoot, heeft een lange reeks func ties bekleed. Hij is bestuurslid en voor zitter geweest van de Ring Amsterdam van de Broederschap van notarissen. Hij heeft herhaalde malen zitting ge had in ministeriële commissies. Hij was lid van de r.-k. beroepscommissie voor het middelbaar onderwijs in Den Haag. In de hoofdstad was hij tot zijn dood secretaris van de Vereniging tot Weldadigheid van de Allerheiligste Ver losser, voorzitter van het regentencol lege van het Gesticht van Liefde St.- Bernardus, regent van de Stichting Be gijnhof en St.-Andrieshof, kerkmeester van de kerk op het Begijnhof, bestuurs lid van het kerkenbouwfonds in het bis dom Haarlem en in zijn parochie de „Obrecht" had hij zitting in het bestuur van het jeugdwerk. De heer H. C. A. van Dijk was Ridder in de Orde van de H. Gregorius. Advertentie In het Stedelijk Museum te Am sterdam wordt tot 20 januari een ten toonstelling van werken van Isaac Israëls gehouden. In vier zalen zijn ruim 100 schilderijen, pastels, aqua rellen en tekeningen geëxposeerd. De werken dateren uit de jaren 1875 tot 1924 en zijn afkomstig uit verscheidene musea in ons land. Wijnkopers- Ao 1782 ten goede komt. Sportiviteit is hier van een uiting. Deze terecht zo geroemde karakter eigenschap is een belangrijk facet van de menselijke persoonlijkheid. Een klein kin is van nature niet sportief, het moet in de loop van zijn ontwik keling leren tegenslagen te verdra gen, een nederlaag te durven erken nen, tegen zijn verlies te kunnen. De evenzeer voor veel handarbeiders, vooral voor hen die de gehele dag binnenshuis vertoeven (atelier, fa briek) en-of lange tijd achtereen in een zelfde houding zitten of staan. Maar is fietsen dan geen geschikte lichaamsbeweging? Natuurlijk is het uit hygiënische (gezondheids-) over wegingen tc verkiezen boven autorij den of hangen in tram, bus of trein, maar de lichaamsbeweging is eenzij diger dan lopen, terwijl men intensie ver aan het verkeer deelneemt, waar door een gedeelte van de ontspanning verloren gaat. Bovendien is de fietser weer meer geneigd tot vlug opschie- Radio-Moskou heeft plannen bekend gemaakt voor een „reusachtige" re flecterende telescoop, die in het obser vatorium van Simferopol opgesteld zal borden. De spiegel ervan zal 2.60 me ter groot zijn, half zo groot als die van Mount Palomar. De lengte van de te lescoop zal 10 m bedragen; het ge vaarte zal ondergebracht worden in ".een toren zo hoog als een huis van «en verdiepingen". Hoewel de voorzitter van de K.V.P., mr. H. W. van Doorn, zich kon voor stellen, dat de leden van de Partij raad, gezien de binnenlandse politieke situatie, liever geen andere zaken be handeld wilden zien dan de kabinets crisis, meende hij toch op de Partij raadsvergadering, die gisteravond te Utrecht werd geopend en vandaag op de vergadering van de bestuursraad zal aansluiten, de agenda gewoon te moeten afwerken. Hij liet de kabinets crisis dan ook over aan prof. Romme, die er zijn gehele politieke verantwoor ding aan wijdde, en bepaalde zich tot enige algemene opmerkingen, o.a. over het verheugende verschijnsel, dat in de K.V.P. de echte politiek gemaakt is tot de kern van de partijpolitieke ac tiviteit, waarbij men zich meer ver diept in de wezenlijke inhoud van de politiek dan in organisatorische vereni gingszaken. Als men er in Nederland terecht over bezorgd is, dat de politiek voor de ge wone burger een vreemde zaak dreigt te worden, mag men er zich over ver heugen, dat er in ons land politieke partijen zijn, die zich ten koste van vele offers en overigens met vele on volkomenheden wijden aan nog iets meer dan aan het opstellen en indie nen van kandidatenlijsten en het plak ken van affiches. Mr. van Doorn gaf toe, dat aan deze ontwikkeling ook nadelen zijn verbon den. Een politieke partij, die zich ook buiten de verkiezingstijd mondig weet, is wel eens lastig. Maar de moderne democratie dreigt te verworden als wij er niet in slagen, de politiek bij de mensen te brengen, aldus de voorzit ter, die daarbij overigens het gevaar signaleerde, dat een politieke partij zich zou zetten op de zetels van de minis ters, de volksvertegenwoordiging of de gemeentebestuurders. Als een partij instantie een fractie van haar partij ter rechtstreekse verantwoording zou roe pen terzake van het beleid, is dat een te ver gaande bedrijvigheid; iets an ders is het, wanneer partij-instanties zich een oordeel aanmatigen over het beleid. Intussen slaagt ook de K.V.P. er nog niet glansrijk in, de staatkundige ar beid zo dicht by de burgers te bren gen als wel wenselijk zou zijn. Mr. van Doorn vond het echter niet billijk, hier voor alleen de partijen en politici ver antwoordelijk te stellen; hun taak wordt met de dag zwaarder. Sprekend over de democratie met een kleine d vroeg mr. van Doorn zich af, of bij bepaalde wethouders verkiezingen niet gezondigd is tegen de beginselen van de democratie door in bepaalde colleges geen socia listen op te nemen. Hij stelde voorop, dat de partijleiding de lokale strub belingen betreurt, omdat zij in enkele gevallen bewijzen, dat de geest van constructieve samenwerking' in de eigen katholieke kring op lokaal ni veau hier en daar nog te wensen overlaat en men soms de strijd voor of tegen bepaalde personen belang wekkender vindt dan het afwegen van het noodzakelijke voor en tegen. De partijvoorzitter vond het overigens onjuist, by de bekritisering van deze gevallen te schermen met een verwijt van ondemocratisch handelen. „Waar haalt men het vandaan, dat het ondemocratisch, in strijd met een juiste toepassing der democratische be ginselen' zou zijn, als een homogene meerderheid in een gemeenteraad de verkiezing van een homogeen dagelijks bestuur of de niet-verkiezing van een lid van een bepaalde minderheids fractie in het belang van de gemeente gewenst acht? Een geheel andere zaak is het, dat wij het veelal als een bewijs beschouwen van wysheid en tact en bevorderlijk voor de kansen van een goede samenwerking tussen de ver schillende partyen in het belang van de gemeente, als men voor een belangrij ke minderheid een plaats inruimt in het college van B. en W. Maar dan moet er sprake zijn van een belang rijke minderheid en als de minderheid is stellig niet te beschouwen het in ver schillende gemeenten in ons vaderland aanwezig samenstel van alle met-ka tholieke groeperingen, die immers dik wijls onderling een geheel verschillend beleid voorstaan en geheel verschillen de politiek-maatschappelijke begir elen aanhangen. En wil men tot het toe kennen aan een belangryke minderheid van een of meer wethouderszetels kun nen besluiten, als zy'nde in het belang van de gemeente, dan zal strikte voor waarde moeten zijn, dat de door die minderheid voor verkiezing naar voren geschoven kandidaat als persoon vol doende bekwaam is en aldus voor de portefeuille, naar welke hy dingt, het vertrouwen waard"; aldus mr. van Doorn. PROP. OUD Reeds spoedig nadat op de K.V.P.- Partijraad te Utrecht prof. Romme het zijne had gezegd over de oorzaken van en de aanleiding tot de huidige kabinets crisis zette de voorzitter van de Partij van de Arbeid, Evert Vermeer zich ach ter de microfoon om via de radio in een commentaar op de rede van de voor zitter van de Tweede Kamerfractie der K.V.P. het standpunt van de P.v.d.A. uit de doeken te doen. „Wij zijn tot samenwerking bereid", aldus de heer Vermeer, „maar alleen dan, wanneer een vooruitstrevend program ons de kans biedt de welvaart, produkt van gemeenschappelijke arbeid, rechtvaar dig te verdelen. Ook de V.V.D.- voorzitter professor mr. P. J. Oud liet zich gisteravond via de aether -o- ren om nog eens als zijn mening uit te spreken, dat de P.v.d.A. de kabinets crisis heeft geforceerd. Onder de druk van de P.v.d.A.-fractie hebben de so cialistische ministers zich met hand en tand verzet tegen het verlangen van de Kamermeerderheid. Uit het optreden van de Partij van de Arbeid blijkt dat zij voor de eisen van een werkelijke democratie geen begrip kan opbrengen, aldus prof. Oud. De heer Vermeer herinnerde er aan, dat prof. Romme even tevoren had ge zegd, dat de niet-socialistische ministers hun ontslag hadden ingediend nadat de socialistische hadden bedankt. Fet is een juiste houding, zoals de heer Rom me zei, de baas, dr. Drees, te volgen. „Dat konden naar mijn overtuiging deze ministers des te gemakkelijker doen," aldus de heer Vermeer, „omdat zij het zakelijk met die baas, dr. Drees, eens waren. Het heeft er veel van, alsof ze de baas zakelijk wel wilden volgen, maar tenslotte nog een poging deden om hem vooral ook politiek te iso leren." De heer Vermeer noemde de motie vau prof. Romme „een staal van de merkwaardige wijze, waarop de voorzit ter van de K.V.P.-fractie in de Tweede Kamer denkt." Prof. Romme zag im mers zijn motie als een tegemoetko ming, dat men in juli 1959 bereid is te praten over de financiële situa tie in i960 en hij ziet het niet als re delijk, dat men eind 1958, dus nu, zegt: In 1960 kunt ge op dit en dat rekenen, maar hij eiste, dat men dan, in 1960, niet meer eist dan nodig is. Dat is nu juist wat de Partij van de Arbeid wil de. Is dat onredelijk? zo vroeg de heer Vermeer. EVERT VERMEER T.a.v. de stelling van prof. Romme dat met name de omzetbelasting drukt op goederen, die van belang zijn voor alle lagen der bevolking, be toogde de her Vermeer: „Het geheugen van de heer Romme is wel kort. Toen deze verhoging van de omzetbelasting bp de voorstellen tot beperking der bestedingen werd ingevoerd, stelde de regering, niet alleen minister Hofstra, maar ook de K.V.P.-, de C.H.- en de A.R.-minis- ters: de massa der verbruikers wordt reeds zwaar getroffen door prijsver hogingen van melk en suiker, van de tarieven van de overheidsbedrijven, en daarom kiezen we voor verhoging van de omzetbelasting geen goederen die eerste levensbehoeften raken, doch artikelen waardoor de massa der minder draagkraehtigen niet wordt getroffen, zoals benzine, auto's, tele visietoestellen en dergelpke." „Tien procent van de Nederlandse gezinnen bezit een auto", aldus Ver meer. „Tién procent een televisie toestel. Maar voor de heer Romme gaat het hierbij niettemin om de las ten die voor alle lagen der bevolking gelijk liggen". De heer Vermeer ging voorts in op de opmerking van prof. Romme, dat het ontslag van dr. Drees zijn grondslag vindt in de houding van de fractie van de Party van de Arbeid.' „Wat kent men dr. Drees en de zijnen toch slecht," aldus Vermeer. „Hy en de andere so cialistische ministers zijn geen vol gers, maar leiders. Er is bp ons in de Partij van de Arbeid, wat men ook mo ge stellen, een volstrekte eenheid tus sen Kamerfracties en de vpf ministers, die thans zijn afgetreden. Tussen de fractie en die vijf socialistische minis ters is geen millimeter ruimte." De heer Vermeer besloot: „Op het spel staat de politiek van een recht vaardige verdeling van de welvaart. Zal die verdeling in de toekomst rechtvaardig zpn? Neen, als de heren Lucas en Weiter hun zin krijgen. Wij passen er voor aan de politiek van deze herep mee te doen." De heer J. Venema uit Amsterdam wetenschappelpk assistent aan de Vale- riuskliniek te Amsterdam, is vrijdag middag gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde aan de Vrije Universiteit op een proefschrift getiteld „Aspecten der koolzuurinhalatietherapie", een Ame rikaanse therapie voor neurotische pa tiënten, die indertpd grote opgang heeft gemaakt. Promotor van de heer Venema, die in Groningen psychiatrie heeft gestudeerd, was prof. dr. L. van der Horst, hoogleraar in de psychiatrie en psycho-pathologie en geneesheer directeur van de Valeriuskliniek. CV.'n onze medische medewerker) Vorig maal hebt u in deze kroniek gelezen hoe alco hol de prestaties van de geest via het lichaam in het algemeen negatief beïnvloedt. Vandaag nogmaals over de in vloed van het lichaam op de geest, maar nu een voorbeeld in positie ve zin. De oude Grieken en Romeinen waren er al van overtuigd dat het geestelijk welzijn wordt bevor derd door het onderhouden van een zo goed mogelijke gesteldheid van het lichaam. Uit die tpd stamt de spreuk „mens sana in corpore sano": een gezonde geest in een gezond lichaam. Het woord gymnasium is van de oude Atheners afkomstig. Oorspron kelijk was dat een soort sportschool (gymnastiek!), waarbij geleidelijk ook de geestelijke ontwikkeling een steeds belangrijker plaats kreeg. De Olympische spelen vormden een 4- jaarlijks hoogtepunt van het Griekse sportleven. Ons huidige gymnasium is nauweiyks meer te vergelijken met zijn oude Griekse voorganger. De gymnastiek, respectievelijk de sport, vormt slechts een zeer ondergeschikt punt van het programma, terwijl de wüsbegeerte, het hoofdvak waarin de Atheense jongelingschap werd onder wezen, geheel op het programma ont breekt. Hieruit moet u niet concluderen, dat het in die goede oude tpd alle maal zo rooskleurig was. Een derge- lyke opvoeding was alleen bereikbaar voor de zoons van welgestelde ouders; meisjes kregen in het geheel geen onderwijs. In het duidehjker ge legen Sparta werd de jeugd zelfs zeer eenzijdig opgevoed. Van kinds af werd het mannelijk deel van de stad staat militair gedrild om er uitgelezen soldaten van te maken. Deze zogenaamde Spartaanse op voeding had tot resultaat, dat Sparta kon bogen op een uitstekend leger van keiharde kerels, dfe echter kon den lezen noch schrijven en ook ver der in ontwikkeling verre de mindere waren van de Atheense Grieken. De Atheense jongelingen verkeerden dus in de gelukkige omstandigheid een opvoeding te krijgen waarin lichame lijke en geestelijke ontwikkeling gely- ke tred hielden, hetgeen de vorming van een harmonische persoonlijkheid sportbeoefening kan hierbij een be- langrpk hulpmiddel zyn. Professionalisme heeft hier weinig meer mee van doen; daarby gaat het minder om het spel dan om de knik kers. Het is overigens niet myn be doeling een discussie hierover uit te lokken. Het staat een ieder vrij, zich te laten betalen voor het opvoeren van een of andere wedstrijd. Het karakter van een dergelijke „sportbeoefening komt dan evenwel meer op het ter rein van het amusementsbedrijf te lig gen. Behalve deze invloed op lan ger termijn kennen wy ook het sneller optredend effect van lichaamsbeweging, respectievelijk sportbeoefening, als ontspanning van lichaam en geest. Iemand die vermoeid is van de wor steling met moeiiyke problemen (za- kelyk, huiselpk) kan door een wande ling geheel verfrist de moeilijkheden weer onder het oog zien. Dit hebt u misschien wel eens ervaren. De li chaamsbeweging voert de aandacht in een andere richting, waardoor de spanning van de geest, die lange tijd op een onderwerp was gericht wordt verminderd: ontspannen. Ontspannen en inspannen kunnen blijkbaar heel goed samengaan. Waar- schynlijk speelt ook de versnelling van de bloedsomloop als gevolg van de inspanning hierbij een rol. Daar om is het zo jammer, dat het voor de meeste hoofdarbeiders niet goed mo gelijk is om na de volbrachte dagtaak bp wijze van hoognodige ontspanning te voet naar huis te gaan. Dit geldt ten, waardoor er in plaats van ont spanning nog een extra spanningsele ment bp komt. Enkele jaren geleden heb ik in een kroniek over de betekenis van ont spanning voor lichaam en geest de op merking gemaakt om niet altijd de kortste weg naar huis te nemen. Niet alleen omdat de kortste weg ook vaak de drukste is, maar vooral omdat be wust wordt gebroken met de sleur van het dagelpkse jachten. Een scherpzin nig jurist heeft mij er toen op gewe zen, dat ik bp het geven van dergelp ke adviezen rekening moet houden met de wetgever, die bepaalt dat men bij een ongeval slechts recht heeft op uitkering indien de werknemer iets overkomt op de (kortste!) weg naar zpn werk of huis. Vanzelfsprekend is deze bepaling gemaakt om misbruik te voorkomen, maar de medicus (leek op juridisch gfebied) moet blpkbaar op zijn tellen passen bp het geven van dergelpke goed bedoelde adviezen. Nu zal de rechter in twijfelgevallen heus niet kleinzielig oordelen, maar het probleem is er niet minder interes sant om. Er is onlangs in de Tweede Kamer gesproken over verhoging van de sub sidie voor de sport. Zonder hier tegen te zpn geloof ik, dat dergelijke sub sidies slechts lapmiddeltjes zijn. Het ware te wensen dat het gehele sys teem van sportbeoefening eens fris werd aangepakt. De overheid zou hier in om te beginnen een stimulerend voorbeeld kunnen geven door de „li- chamelpke opvoeding" op de scholen niet als een der minder belangrijke leervakken te behandelen. St. (Vervolg van pagina 1) De redenen, waarom wij zo van harte kunnen instemmen met de nieuwere aanduiding van deze groep uit onze be volking, zijn op een interessante wijze samengevat in een „interim-rapport inzake de arbeid van bejaarden, uitge bracht door een departementale werk groep". De gegevens, welke wij hier onder verwerken, zijn aan genoemd rapport ontleend. De opdracht, die de bedoelde werk groep van staatssecretaris dr. A. A. v. Rhijn ontving, was van beperkte aard. Zij moest n.l. „een eerste onderzoek instellen naar de vraagstukken rondom de arbeid van bejaarden en de samen hang daarvan met de sociale voorzienin gen en met andere maatschappelijke verschijnselen". Het feit dat de staatssecretaris het te verrichten werk kenmerkte als een eerste terreinverkenning, duidt er al op, dat er tot op heden nog niet al te veel aandacht werd geschonken aan de ge volgen van het feit, dat ons volk sterk begint te vergrijzen. De gemiddelde levensduur van de Nederlandse bevol king is in 80 jaar bijna verdubbeld. Tussen 1870 en 1879 werden de manne lijke Nederlanders gemiddeld 38,4 jaar oud; eind 1955 was dit al gestegen tot 71 jaar. Bij de vrouwen zelfs tot 73,9 jaar. En nog altijd ontwikkelt zich de medi sche wetenschap; we zwemmen en doen aan allerlei sporten tot op hoge leef tijd; ons voedsel wordt wetenschappelijk samengesteld; kortom, we verbeteren nog steeds de voorwaarden, waarop een langer leven mogelijk wordt. De gevol gen spreken uiteraard niet alleen in een hogere gemiddelde leeftijd, maar ook in het percentage bejaarden, dat zich tussen ons beweegt. Zo kende ons land in 1870 ruim 5 pet. mannen ouder dan 65 jaar, ofwel ruim 87.000. Thans is dit percentage gestegen tot 8 ofwel tot rond 448.000. Nu wordt vrij algemeen de opvatting aanvaard, dat zij. die tot arbeiden in staat zijn dit tevens moeten doen voor hen, die dat nog niet of ten gevolge van welke oorzaak niet meer kunnen. In de normale gezinsverhoudingen spreekt dit nog zeer duidelijk in de ouderverplichtingen ten opzichte van de kinderen. Omgekeerd was en is dit be grip veel vager envervaagt het steeds meer. Er ligt naar onze menmg een wisselwerking ten grondslag aan deze vervaging, tussen enerzijds de oudedag-verzekerende maatregelen (A.O. W„ pensioenfondsen, renten van ver zekeringen enz.) en anderzijds de min der' gevoelde persoonlijke verantwoor delijkheid ten opzichte van de mede mens. M.a.w. de gemeenschap moet in de meeste gevallen die verantwoorde lijkheid overnemen. De totale „last", welke de veroude ring van de bevolking op de Neder landse gemeenschap' legt, vorderde in 1957 een bedrag van f 1.389.000.000. Zou er geen prijsstijging of welvaartsstijging komen, dan zal die last, enkel door het toenemen van het aantal bejaarden, in 1981 zijn gestegen tot bijna f 2.500.000.000 per jaar. Met het geven van deze cijfers heeft het rapport een economische kant be naderd van een vraagstuk, dat vooral in psychologisch en sociologisch opzicht veel belangrijke zijden heeft, maar daarop komen we aan het eind van deze beschouwing nog terug. Zou men, zegt het rapport zo ongeveer, de last niet veel willen verzwaren, b.v. omdat het niet kan. dan hadden we eigenlijk in 1955 (1950 100) moeten beginnen met de pensioengerechtigde leeftijd te ver hogen met 0,7 jaar. We gaan dan de verhouding tussen de productieven en niet meer productieven bevriezen op een bepaald punt. We kunnen dat, ge zien de toenemende veroudering, doen door de pensioengerechtigde leeftijd langzaam op te schuiven. Een gelijk blijvende last zou de volgende opschui ving noodzakelijk maken: 1950 pensioengerechtigd op 65-jar. leeftijd 1955 65,7 1960 66.3,, 1965 66,8 1970 66,9 1975 67,4,, 1980 67,8 In de conclusie, welke de werkgroep op deze gegevens heeft gebouwd, stelt zij zich op het standpunt, dat een vast gelegde pensioengerechtigde leeftijd aan beveling verdient boven een pensionne ring, welke verband houdt met de leef tijd in jaren, of de geestelijke en lichamelijke validiteit van werknemers. In dezelfde alinea evenwel oppert de commissie de mogelijkheid dat, tenge volge van stijgende arbeidsproductivi teit de pensioengerechtigde leeftijd op het huidige niveau gehandhaafd zal kunnen blijven. Natuurlijk moet men bij het trekken van conclusies altijd voorzichtig zijn. Maar als men die voorzich tigheid zo ver voert, dat het in de con clusie zelf kan regenen of droog blijven, al naargelang men er maar uit lezen wil, dan gaat het ons te ver. We be seffen goed, dat we hier met 'n interim- rapport, met een eerste terreinverken ning te doen hebben. Dat blijkt ook heel duidelijk uit de rest van de conclusies, waarin tot zeven maal gezegd wordt, dat „nadere" studie, „nadere" over weging of „nader" onderzoek gewenst is. Voor vandaag beperken we ons tot het omschreven deel van het rapport. In een volgende beschouwing willen we dan ingaan op het werken van bejaar den en de samenhang daarvan met de sociale voorzieningen en andere maat schappelijke verschijnselen. Resten ons nog enkele algemene opmerkingen. Het feit, dat we te doen hebben met een interimrapport, rechtvaardigt de veronderstelling, dat er ook een meer uitgewerkt rapport moet en zal komen. Wij voor ons willen wel verklaren, dat daaraan, zeker na het nu verschenen verhaal, behoefte bestaat. In wezen komt het rapport immers niet veel ver der dan met te constateren, dat nog minstens zeven punten nader in studie moeten worden genomen, alvorens een definitief advies kan worden geformu leerd. Een definitief rapport zal even wel niet van een departementale werk groep kunnen en mogen komen. Met name lijkt het ons van veel belang, dat de bejaarden zelf bij de samenstelling worden ingeschakeld. Het completeren van cijfers en andere exacte gegevens is daarbij slechts een bijkomstigheid. De psychologische, de religieuze, de alge meen menselijke zijden van dit inge wikkelde vraagstuk dienen voorop te staan. We bedoelen heus niet, dat het hele bejaardenvraagstuk in één rapport uitputtend moet worden behandeld; wel, dat men de sociaal-economische kanten van het probleem niet straffeloos uit het geheel kan losmaken. Zweden Zweedse legeropleidmgs- scholen nemen proeven met kruisbogen, het oude oorlogswapen uit de Middel eeuwen. In het byzonder overweegt men parachutisten met dergelijke stille wa pens uit te rusten voor aanvallen op vijandelyke wachtposten, aldus heeft het Zweedse ochtendblad Svenska Dag- bladet gemeld. (NADRUK VERBODEN) (Vervolg van pagina i Y°°5..kl»rina^rvAe aanvaarden. Voorts j6* a enniafistf i' ministerpresident, dat de socialistische leden van het ka- binet hun a™btSenoot Hofstra zouden volgen en hun ontslag nemen. Het ar gument van de minister van financiën, dat hij nu reeds voor 1960 een bedrag van 130 miljoen gulden nodig heeft, heeft de meerderheid van de Kamer niet kunnen overtuigen. De motie van de K.V.P. strekte ertoe on, de minis ter allereerst voor 1959 geheel zijn zin te geven en dan de beslissing over het tweede jaar later te nemen. De argumenten die de P.v.d.A. naar voren heeft gebracht berusten volgens prof. Romme op misverstanden. Men dacht dat de K.V.P. door deze beperkte goedkeuring de meest draagkraehtigen zou willen bevoordelen. Maar de belas tingverhogingen zouden voor 1960 op het gehele volk hebben gedrukt. Men den- ke slechts aan de 'asten die blijvend op het vervoer zouden worden gelegd en aan de verhoogde omzetbelasting. De „oplossing", die mr. Burger te twaalfder ure te voorschijn had geto verd: namelijk de mogelijkheid y°or de minister, om bij Algemene Maat regel van Bestuur te zijner tijd op de volmacht van de Kamer terug te ko men, was volgens prof. Romme op merkwaardige wijze in tegenspraak met een principiële uitspraak van mi nister Hofstra, achtenveertig uren te voren gedaan, dat op het gebied van de belastingen iedere delegatie van bevoegdheden onoirbaar is. Een applaus van de leden van de Partijraad volgde op de conclusie van de fractieleider, dat hy altijd voor een brede basis is geweest, maar niet tot iedere prijs. Niet tegen de prijs, dat een- socialistische Kamerfractie ieder gezond overleg kapot gaat maken. De positie en betekenis van onze partij zou den daardoor worden uitgehold. Prof. Romme wilde direct aannemen, dat de vergelijking met MacDonald (die in de dertiger jaren, hoewel zyn party hem geen vertrouwen meer had gegeven, toch als premier was aange bleven) van dr. Drees opging, maar het blijft dan nog een feit, dat het ont slag van Drees zijn grondslag vond in de mening, dat de socialistische party en niet hijzelf het amendement onaan vaardbaar achtte. „Het is het goed recht geweest van Drees en zijn socialistische ambtgeno ten om voor hun party te bukken. Ons goed recht was het, om niet uit de weg te gaan voor de onredelijke eisen van de P.v.d.A., die uit interne span ningen zijn ontstaan." Prof. Romme zei, dat hy zich wel ernstig geschokt voelde, maar niet zo als de P.v.d.A., als martelaar in de trant van „we zijn weggejaagd en uit gestoten Hy liet het oordeel over de ontwikkeling geheel aan de kiezers over. „Wij staan voor geweldige beslissin gen, maar wy blij- en ons richten op het voeren van een christelijk sociale poli tiek. Ook vandaag sluiten wij geen en kele democratische groepering uit, die zich evenals wij bewust is, dat zij een minderheid vormt".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 5