DE RAAMWET-CALS I
Mogelijkheid tot herstel van de
breuk tussen ouders en school
Tijdperk van eenvormigheid is voorbij
Mogelijkheden binnen Europa
worden bij emigratiebeleid
over het hoofd gezien
Aantal vliegtuigpassagiers is in
1958 met 4 procent gestegen
N of M
Coty ontmoet belagers
Aantal werklozen
in december
gestegen
Brandstichting in
boerenschuur
Olie naar de Ruhr
Aanwas aanmerkelijk minder dan de
voorgaande jaren
DINSDAG 6 JANUARI 1959
PAGINA 7
Evenals in 1957
Met zijn bestelauto
een voetganger
aangereden en
gedood
Een maand geëist tegen
bestuurder
Dader tot 15 maanden
veroordeeld
Dr. Meier op herdenkingsbijeenkomst
Commodore Bouman
weer naar zijn schip
Onwettige opruimingen?
N.K.M. zendt telegram
aan dr. Veldkamp
door
AGATHA CHRISTIE
Directeur Theodorus
Niemeijer neemt
afscheid
Eenvoud bij woning-
wetbouw
Op 29 oktober 11. heeft minister Cals het „Ontwerp
tot regeling van het voortgezet onderwijs'' bij de
Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend.
Daarmee heeft de minister een zeer belangrijke daad ge
steld. In dit wetsontwerp is immers kennelijk een zeer
serieuze poging gedaan om de grote bezwaren, die het
Voortgezette onderwijs daarmee bedoelt de wet volgens
art. 2 „het onderwijs, dat wordt gegeven na het basis
onderwijs (d.w.z. het lagere onderwijs), met uitzondering
van het wetenschappelijke onderwijs" in de loop der
jaren zijn gaan aankleven, te neutraliseren en om tevens
oen hecht fundament te leggen voor een wettelijke rege-
hng, die een vlotte aanpassing aan gewijzigde en zich
wijzigende omstandigheden mogelijk maakt.
Reeds meer dan vijftig jaar is het voortgezette onder-
Wijs voortdurend aanleiding geweest tot velerlei klach
ten, die zich hoofdzakelijk concentreerden op deze twee
feitelijkheden: dat op de eerste plaats de huidige wet
geving het onderwijs onvoldoende mogelijkheden bood
°m zich aan de zich radikaal wijzigende maatschappij
naar behoren aan te passen en dat op de tweede plaats
door de huidige wetgeving de individuele leerling in het
onderwijs niet voldoende tot zijn recht kon komen.
Dit wetsontwerp is daarom ook niet alleen van be
lang voor het onderwijs en zijn dienaren, maar zeker
In onze dynamische tijd is de toe
stand van de statische schooi onhoud
baar geworden. Steeds meer is de
Agrarische maatschappij op de achter
grond geraakt en de industriële naar
W>ren getreden en nog steeds schrijdt
°e ontwikkeling voort naar de maat-
"aPPij van diensten. Als gevolg hier
in stijgt de behoefte aan intellectu-
®e* gevormden voortdurend. Het is dan
°°k niet langer verantwoord kwistig
boet het aanwezige talent om te sprin
gen. En op de staat, die immers het
tijdelijk algemeen welzijn van de^ bur
gers te verzorgen heeft, rust bij ge-
Volg de taak ervoor te zorgen, dat
geen talent langer braak blijft liggen
of geen kans zou krijgen zich te ont
wikkelen. Wanneer ons land de vaart
der volken wil kunnen bijhouden, zal
het onderwijs grondige wijzigingen
moeten ondergaan.
Er is hiernaast echter nog een ander
Verschiinsel waaraan v* ij aandacht
moeten schenken, willen wij het wets-
ontwerp-Cals naar waarde kunnen toet
sen n 1. dat in de huidige maatschap
pij 'duidelijk aan het licht is getreden,
dat intellectuele vorming en kennis niet
voldoende zijn om de leerling op zijn
latere plaats in het maatschappelijk
leven voor te bereiden. Karaktereigen
schappen bleken van steeds hoger
waarde daarvoor en het ligt voor de
hand. dat de mede-ontwikkeling daar
van ook als eis aan het onderwijs ge
steld werd. In wezen is immers de
school een soort opvoedingsinstituut.
En dat dit in de vorige eeuw niet
duidelijker tot uitdrukking gekomen is,
was alleen maar het gevolg van het
feit, dat het onderwijs in de hiërar
chische standenmaatschappij van toen
enkel tot taak had de leerling in te
leiden tot de cultuur van de groep
Waartoe hij krachtens geboorte behoor
de; de feitelijke karaktervorming vond
toen en kon toen nog plaats vinden in
het eigen milieu.
De sociale mobiliteit van thans, die
zich in de school demonstreert in de
steeds grotere toeloop van leerlingen,
heeft de taak van de school geheel
gewijzigd. Doch tot heden belette voor
het grootste deel de wetgeving de
school deze nieuwe taak volledig op
zich te nemen. De huidige middelbare
school vooral is daardoor in een wel
haast tragische positie komen te ver
keren. Zij heeft enerzijds de taak mede
te werken aan de algehele volwassen-
making van de leerlingen; zij is ander
zijds verworden tot een instituut, dat
ook in de ogen der meeste ouders
slechts dient om diploma's uit te rei
ken, die hun kinderen de gelegenheid
moeten geven een stap op de maat
schappelijke ladder te stijgen. De mid
delbare school is daardoor een macht
geworden, die zo vaak als vreemd en
zelfs vijandig wordt ervaren; een mo-
hopoiische macht, die zo vele ouder
lijke plannen tot mislukking doemt:
ongeveer 50 pet immers van de eerste
Wassers behaalt nooit een eindexamen!
Wie de kritiek, die alom op het on
derwijs geuit wordt, verstaat, proeft er
Zo vaak die ondergrond van machte
loosheid en teleurstelling in.
in niet mindere mate óók voor de ouders en de leer- bestuur, schoolleiding en docenten
lingen.
Het huidige voortgezette onderwijs is nagenoeg ge
heel aan banden gelegd door de wettelijke bepalingen.
Van toelatings- tot en met eindexamen, van leerjaar
tot leerjaar is vastgelegd, wat onderwezen en gekend
moet worden. Tegenover de „vrijheid van onderwijs",
die sinds 1848 door de Grondwet wordt gewaarborgd,
steekt een dergelijke gebondenheid wel heel schril af.
De vrijheid bij het onderwijzen, welke Thorbecke in
1863 in zijn Middelbaar-Onderwijswet wilde realiseren,
werd sindsdien steeds maar weer opnieuw beperkt door
lessentabellen, leerplannen en exameneisen.
Door een dergelijke beknotting van de aanvankelijke
en grondwettelijke vrijheid is het voortgezet onderwijs
en heel in het bijzonder het huidige v.h.m.o. tot
een log en statisch geheel geworden, dat geen andere
begaafdheden wenst dan de z.g. school-intelligentie;
dat geen andere talenten binnen zijn schoolmuren wil
herbergen dan die noodzakelijk zijn om aan zijn bij
voorbaat gestelde eisen te voldoen; dat geen andere
kennis belangrijk vindt dan die van haar leerplans.
Dat bij een dusdanige eenzijdigheid velen gedoemd
waren te mislukken, spreekt voor zich; dat bovendien
velen in hun ontplooiing tekort gedaan werden, even
zeer. Er zijn immers heel wat meer talenten dan die
het v.h.m.o. behoeft. Het intellectualisme, dat voor het
v.h.m.o. van zeer groot belang is en moet blijven, kan
daarom nog geen aanspraak maken op het alleenrecht,
zoals feitelijk thans gebeurt.
werp moet de mate van vrijheid zijn,
die aan de ouders en het onderwijs elk
op eigen terrein wordt toegekend. Blijft
de ouderlijke macht praktisch beperkt
tot het recht zelf scholen te stichten,
zoals thans, of worden aan de ouders
bij de wet meer mogelijkheden ge
boden?
Het is verheugend, dat de wetgever
blijkens zijn Memorie van Toelichting
ervan uitgaat, dat het onderwijs een
geïntegreerd deel van de opvoeding en
op grond daarvan in eerste instantie
een recht en een plicht van de ouders
is. Dat de taak van de overheid daar
bij aan beperkingen onderhevig is,
wordt eveneens volmondig erkend met
de woorden „dat de taak van de over
heid zich moet beperken tot het schep
pen van de mogelijkheden voor de bur
gers om hun persoonlijke taak te vol
brengen"!
Dit nieuwe geluid in de wetgeving
van het onderwijs is ook tot het wets
ontwerp zelf doorgedrongen. De onder
wijswet wil niet meer zijn en zal
o.i. ook nooit meer mogen ziju dan
een RAAMwet, d.w.z. een wettelijke
omlijsting, waarbinnen de contouren
van het voortgezette onderwijs getrok
ken zullen moeten worden door diege
nen, wie het onderwijs in eerste in
stantie aangaat, m.n. school en ouders.
Elke gedetailleerde wetgeving immers
legt de vrijheid geheel aan banden en
dat is in zaken die de opvoeding be
treffen absoluut ongewenst.
Aan de ouders wordt als consequen
tie van deze wettelijke grondslagen in
de art. 40 en 44 het recht toegekend om
oudercommissies te vormen. Bovendien
wordt voor dergelijke commissies als
het ware reeds bij voorbaat in art. 3
de mogelijkheid vastgelegd om de mi
nister van advies te dienen. Herhaalde
lijk ook pleit de minister in zijn Me
morie van Toelichting voor de totstand
koming van dergelijke „maatschappe
lijke organen", die voor een geslaagde
vormgeving van het komende onderwijs
van zo groot belang zullen zijn.
Wat ons echter het meest waardevol
le hiervan lijkt, is het feit, dat daardoor
een probaat middel gevonden kan zijn
om de breuk tussen ouders en school
te herstellen. Wettelijk wordt aan de
ouders de mogelijkheid geboden zich
daadwerkelijk op hun terrein dat der
opvoeding met de school te be
moeien; hun wordt de kans geboden
om aan de school de signatuur van
eigen overtuiging en streek te geven;
zij kunnen aldus in belangrijke mate er
toe bijdragen, dat aan hun kinderen het
onderwijs in die vorm gegeven gaat
worden, waarin zij dat wensen. Zelfs
wat de inrichting van het onderwijs be
treft, zouden zij in overleg met school-
daadwerkelijk aan de opbouw van het
onderwijs kunnen meewerken.
Met dit laatste zijn wij echter tevens
gekomen bij de vrijheid die aan het on
derwijs zelf wordt toegekend. Blijkens
het wetsontwerp en de Memorie van
Toelichting is het tijdperk van de een
vormigheid van onderwijs gelukkig
voorbij. Uitdrukkelijk wordt herhaalde
lijk verklaard, dat voortaan geen les
sentabellen, uitgewerkte leerplannen en
exameneisen zullen worden voorge
schreven, waardoor iedere grondwette
lijke vrijheid van onderwijs tot een far
ce werd. Voortaan zullen slechts richt
lijnen gegeven worden, die in ruime
mate een eigen uitwerking mogelijk
maken. Wat de verschillende typen van
onderwijs betreft, zijn dan ook slechts
de vakken, waarin les moet worden ge
geven in de art. 7 t.m. 10 opgenomen.
In ruime mate wordt dus aan de school
zelf de vormgeving overgelaten; de
school krijgt niet alleen in schijn, maar
ook in werkelijkheid een zekere vrij
heid.
Het is na het bovenstaande duidelijk,
dat het wetsontwerp-Cals inderdaad
althans wat de grote lijnen betreft
een redelijke basis biedt voor de in
richting van het onderwijs, dat aan zijn
feitelijke taak; het hulp bieden aan de
jeugd bij haar verstandelijke en maat
schappelijke volwassenwording, volledig
kan beantwoorden.
Wat de grondslagen betreft, zou men
dus niet anders dan kunnen wensen,
dat het wetsontwerp zo spoedig mogelijk
tot wet bevorderd werd.
DRS. G. VERHAAK
Advertentie
Van Nelle bestellen!
Wel beschouwd is het voortgezette
onderwijs klem komen zitten tussen
het gezin en de maatschappij. Het ge
zin eist diploma's, de voorwaarden
foor maatschappelijke stijging; de
hiaatschappij eist volwassenen, die
in elk opzicht op de komende taak
en plaats zijn voorbereid.
Wanneer echter het onderwijs zijn
Jaak in de huidige maatschappij naar
behoren wil kunnen volbrengen, zal het
hoodzakeljjk zijn, dat de band tussen
ouders en school wordt hersteld en ver
stevigd en dat aan het onderwqs zelf
de nodige daadwerkelijke vrijheid ge
geven wordt om aan elke leerling te
geven, wat hem toekomt.
Opvoeding is immers in rechtstreekse
Zln de taak van de ouders, zodat de
school slechts in afgeleide zin opvoeder
^nzijn. De uiteindelijke verantwoor
delijkheid voor gegeven opvoeding blqft
derhalve ook steeds up de ouders
vofw' "Als de katholieken, van welk
do t Wereld ook, aan hun kinderen
pp- tholieke school trachten te bezor-
Politiiun is dat geen werk van partij-
dien'tL m.?ar dan is dat een gods-
Eeëkt g?' .door hun geweten volstrekt
°ncvcfi ïaa,c"> zoals paus Pius XI in de
schreef °V6r de katholieke opvoeding
Tegen deze brede achtergrond
™°et het wetsontwerp-Cals getoetst
worden. Het algemene beeld is im
kers in eerste instantie belangrijker
dan het detail Bovendien is het
noodzakelijk en dit was mede daar-
}nee onze bedoeling dat de ouder-
,vke belangstelling voor het onder
wijs volledig wordt gewekt. En dit
"'et alleen om de eigenaardige sala-
''spojitiek, waarover de laatste tijd
'°gal wat te doen geweest is, doch
d^°ral omdat de medewerking van
e ouders onontbeerlijk zal zijn voor
e eventuele bevredigende realisering
71 1 inister Cals heeft kortgeleden
/I// in de Tweede Kamer een
■L wensdroom geuit. Hij ont
wikkelde inzake de behandeling van
zijn wetsontwerp tot regeling van het
voortgezet onderwijs een tijdschema,
waarvan het sluitstuk was, dat dit
ontwerp in september 1959 by de
Kamer in openbare behandeling zou
JcOTTl&Tl.
Bij het bespreken van dit tijd
schema heeft de bewindsman een
reserve gemaakt: „Mochten de poli
tieke verhoudingen in ons land intus
sen niet te zeer gewijzigd zijnDe
politieke verhoudingen zijn inmid
dels veranderd, doch daarmee is dit
wetsontwerp niet van de tafel ver
dwenen. Hoe het met de raamwet
zal gaan valt op dit moment niet te
voorspellen, maar het ontwerp be
houdt onverschillig of het vroeg,
laat of niet in behandeling komt
zijn betekenis voor het voortgezet
onderwijs.
In onderwijskringen wordt thans
druk gediscussieerd over dit veelom
vattende Kamerstuk. Wij menen goed
te doen, los van alle speculaties over
de verdere gang van zaken, een mede
werker aan het woord te laten om
in een drietal artikelen de raamwet-
Cals te beoordelen. Hiernaast treft
men het eerste aan. De schrijver er
van, drs. G. Verhaak, is docent aan
het Carolus Borromeus College te
Helmond en redacteur van het Week
blad der katholieke lerarenvereniging
„St. Bonaventura".
Advertentie
Van Nelle bestellen!
De werkloosheid is in december toe
genomen. Aan het einde van die maand
stonden 116.371 mannen geboekt in de
geregistreerde arbeidsreserve. Eind no
vember was dit aantal 81.103. Van de
116.371 geregistreerden waren er 18.017
werkzaam op aanvullende werken. Dit
aantal was eind november 12.673. Het
aantal werkloze vrouwen was eind de
cember C941 tegen 6894 eind november.
Het aantal aanvragen van personeel is in
december gedaald. Eind november was
dit aantal 16.446 en eind december 14.234
voor mannen en respectievelijk 21.234
en 20.470 voor vrouwen.
In 1957 nam het aantal werkloze man
nen van november op december toe van
52.722 tot 89.744. Dé geregistreerde ar
beidsreserve steeg toen van 61.387 tot
103.951.
Beschuldigd van het veroorzaken van
een dodelijke aanrijding op de Oekel-
sestraat te Rijsbergen op 8 november
j.l., stond gisteren een inwoner van
Rijsbergen voor de rechtbank te Breda
terecht. Verdachte had met zijn bestel
auto een voetganger, die rechts van de
weg liep, aangereden. De voetganger
overleed.
Verdachte verklaarde de voetganger,
die in donkere stof gekleed was, niet
te hebben gezien. Hij had bij het pas
seren van enige wielrijders zijn lichten
gedimd en was met gedimde lichten
doorgereden met een snelheid van on
geveer 70 km. per uur. Dit kon echter
niet met zekerheid worden aangetoond.
De officier van justitie achtte schuld
bewezen, omdat er te hard en met ge
dimde lichten gereden was. Hq eiste
een maand onvoorwaardelijke gevange
nisstraf.
De verdediger bepleitte vrijspraak,
omdat de omstandigheden zodanig zou
den zijn geweest, dat van schuld niet
gesproken kon worden. Subsidiair
vroeg pleiter een geldboete en een
voorwaardelijke straf. Verdachte is nog
niet eerder veroordeeld.
Wegens brandstichting op 5 decem
ber 1957 in een boerenschuur in Hil-
varenbeek, heeft de rechtbank te Breda
gisteren een Tilburger veroordeeld tot
vijftien maanden gevangenisstraf en
terbeschikkingstelling van de regering.
Verdachte heeft, toen hij veertien da
gen geleden terecht stond het ten laste
gelegde ontkend. Hij was alleen langs
de boerderij gekomen, zo verklaarde
hij. Bij het blussingswerk was hij wel
aanwezig geweest. Hij had toen uitge
roepen dat hij de brand had gesticht.
De eis luidde twee jaar gevangenis
straf en terbeschikkingstelling van de
regering.
T tt-'j -
naar het Rijn-Ruhrgebied gepompt. Met een snelheid van 7 km/u stroomt nu de
olie door de 380 km lange buis die een doorsnede van 70 cm heeft. Hier ziet men
de hoofdbuis bij een fabriek bij Gladbeck.
Het gehele Nederlandse emigratiebe
leid is nog te star gericht op landen als
Canada, Australië en Nieuw-Zeeland.
De mogelijkheden in Europa worden te
veel over het hoofd gezien. Europese
geest en Europees denken zijn ons
vreemd. Toch zou het van grote waar
de kunnen zijn, mede in verband met de
Euromarkt, wanneer onze beste
krachten niet naar andere wereldde
len trokken, maar althans in Europa
bleven. In het kader van een nauwer
samenwerkend Europa zou niet alleen
het immigrerend land daarvan profijt
trekken, maar indirect ook Nederland.
Deze lans voor emigratie van Neder
landers binnen Europa werd gisteren in
Nijmegen gebroken door dr. E. W. Mei-
Advertentie
Van Nelle bestellen!
De scheldende president van Frankrijk. Renè Coty. heeft een ontvangst gehouden
voor zijn belagers uit die jaren dat hij aan het hoofd van Frankrijk stond: de
persfotografen. Bovendien heeft hij hun verzocht die foto's voor hem mee te nemen
die zij nooit gepubliceerd hebben omdat ze te pijnlijk zouden zijn. Men ziet hem
hier met zulk een plaatje. De oud-premier beleefde er kennelijk zijn plezier aan.
Commodore G. Bouman is geheel
hersteld van de verwondingen die hij
tijdens slecht weer op de Noord-Atian-
tische oceaan aan boord van de „Nieuw
Amsterdam" opliep. Hij is zaterdag
per vliegtuig naar New York vertrok
ken, om daar het commando van zijn
schip weer op zich te nemen.
Morgen, woensdag zal de „Nieuw Am
sterdam" voor een zevendaagse cruise
naar west-Indië vertrekken.
Advertentie
Van Nelle bestellen!
De Nederlandse Katholieke Midden
standsbond heeft aan de staatssecretaris
van economische zaken, dr. Veldkamp,
het volgende telegram gezonden:
„De Nederlandse Katholieke Midden
standsbond heeft kennis genomen van
de recente advertenties, die zonder het
woord „opruiming" te gebruiken, het
houden van zodanige verkopen aankon
digen. De Nederlandse Katholieke Mid-
denstondsbond is van mening, dat deze
aankondigingen een aanfluiting zjjn van
de uitverkoopwet en verzoekt uwe ex
cellentie maatregelen te nemen".
De I.C.A.O., de internationale orga
nisatie voor het burgerluchtverkeer,
waarbij 73 landen zjjn aangesloten,
heeft gedetailleerde cijfers bekend ge
maakt over 1958, waaruit duidelijk
blijkt, dat de luchtvaart in de wereld
(gegevens van communistisch China en
Rusland waren niet beschikbaar) in
veel mindere mate is gegroeid dan in
de laatste tien jaar het geval is ge
weest. In de publikatie van de I.C.A.O
worden hieromtrent geen oorzaken
aangegeven. Men heeft zich beperkt tot
het verstrekken van de cijfers. In 1958
werden 89 miljoen passagiers vervoerd
tegen 86 miljoen in 1957, een stijging
van slechts vier procent. Na de twee
de wereldoorlog is het passagiersver
voer elk jaar met meer dan tien pro
cent toegenomen, variërend van tien
tot 35 procent.
Niettemin is het getal van 89 mil
joen passagiers nog indrukwekkend,
indien men bedenkt, dat in 1948, tien
jaar geleden, nog maar 24 miljoen
luchtreizigers werden geteld. De lucht-
dit wetsontwerp.
Van
Het
onze «i 3ammer genoeg, dat het in
te u n°g noodzakelijk is met klem
aa jVuzen op de ouderlijke plicht tot
Ter\pudende zorg voor het onderwijs.
n°g geen halve eeuw geleden
(n d? ouders met felheid en
vvérn ''naneiële) opoffering gestreden
en dYf°?r integratie van godsdienst
de Sitt ln onderwijs, is sinds
der t gelijkstelling van bijzon-
kroel °Penbaar onderwijs haar beslag
de school en h i belai?gstelling voor
blinderd tw onderJWUs steeds ver
deze tate*™?!» m|t de gelijkstelling
vl_mief^atle reeds ware bereikt.
Van fundamenteeT bereikt. dat moet u niet doen
houding ten onzichte I f v0°r onze En wild snikkend zeeg j
mg ten opzichte van Het wetsont- Ze kwamen allemaal oi
35
„Ze is nog zo jong," 'zei Tuppence, „ze is nog niet
oud genoeg om verlegen te zijn."
En zwakjes riep Mrs. Sprot uit: ,,'t Zou wel eens
zo'n verschrikkelijke Duitse vrouw kunnen zijn. Ze
zal m'n Betty vermoorden."
„Onzin," zei Tuppence beslist, „alles komt terecht.
Ik denk, dat 't de een of andere halve gek is."
Maar z geloofde zelf niet wat ze zei
Ze geloofde geen ogenblik, dat die kalme blonde
vrouw een ontoerekenbare krankzinnige was.
Carl! Zou Carl het weten? Had Carl hier iets mee
te maken?
Enkele ogenblikken later was ze geneigd dit te be
twijfelen. Carl von Deinim scheen, evenals de rest,
ontsteld, ongelovig en volkomen verrast.
Zodra de feiter vast stonden, nam Majoor Bletch-
ley de leiding. „Luister eens, m'n beste mevrouw,"
zei hij tegen Mrs. Sprot, „ga nu eens even hier zit
tenneem een slokje van deze cognac't Zal
u heus geen kwaad doenik ga linea recta naar
het politie-bureau."
Mrs. Sprot mompelde: „Een ogenblikjeer zou
wel eens iets
snelde naa boven, de gang over naar haar ka
mer en die van Betty.
Een paar minuten later hoorden ze haar wild over
het portaal rennen. Ze vloog als een waanzinnige de
trap af en greep Majoor Bletchley's hand van de te
lefoonhoorn, die hij op het punt stond op te nemen.
,Nee>\ neen," hijgde ze, „dat moet u niet doen
ogenblikken later was ze weer tot zichzelf gekomen.
Met Mrs. Cayley's arm om haar heengeslagen,
ging ze overeind zitten en hield de anderen iets te
lezen voor.
„Dit heb ik gevondenop de vloer van m'n ka
mer. Was om een steen gewikkeld en door het raam
gegooid. Kijkkijk eens wat er op staat."
Tommy nam het van haar aan en vouwde het
open.
Het was een briefje, in een eigenaardig, hoekig en
vreemd handschrift, met grote en forse letters ge
schreven:
We hebben uw kind in veilige bewaring genomen.
To zijner tijd zal u worden medegedeeld wat u hebt
te doen. Als u naar de politie gaat, wordt uw kind
gedood. Zeg niets, wacht op instructies. Als u het niet
doet
Mrs. Sprot kreunde zachtjes: „BettyBetty."
Ze praatten allemaal door elkaar.
Mrs. O'Rourke zei: „Zulke smerige moordenaars!"
„Beesten!" merkte Sheila Perenna op.
Mr. Cayley sprak: „Fantastisch, fantastischik
geloof er geen woord vaneen kinderachtige, flau
we grap."
„Ach, die lieve, kleine dreumes," zei Miss Min-
ton, en Carl von Deinim leverde zjjn bijdrage met:
„Ik begrijp er niets van. 't Is ongelofelijk." Doch
boven alles uit klonk de krachtige stem van Majoor
Bletchley: „Vervloekte onzin. Intimidatie. We moe
ten onmiddellijk de politie waarschuwen. Die zal dit
zaakje gauw onderzocht hebben."
Hjj liep andermaal naar de telefoon. Ditmaal werd
hij weerhouden door een gil van Mrs. Sprot, een gil,
„Neen!"
Blethcley's ogen keken de kring rond om bondge
noten te zoeken.
„Meadowes, ben je het niet met me eens?"
Tommy knikte langzaam.
„Cayley? Nu, ziet U, Mrs. Sprot, zowel Meadowes
als Cayley zijn het met me eens."
Met plotselinge heftigheid zei Mrs. Sprot: „Man
nen! Zo zijn jullie allemaal! Vraag het aan de vrou
wen!"
Tommy's ogen zochten die van Tuppence. Zacht
en bewogen zei ze: „Ik ben het met Mrs. Sprot
eens."
Ze dacht: Deborah! Derek! Als zij het waren, zou
ik voelen zoals zij. Tommy en de anderen hebben
zonde, twijfel gelijk, maar niettemin, ik zou het niet
kunnen duen. Ik zou het niet durven riskeren.
Mrs. O'Rourke sprak: „Er is geen moeder ter we
reld, die het zou durven riskeren, zo is het!"
Mrs. Cayley mompelde: „Ziet U, ik geloof, dat
nu jaHaar woorden werden onverstaanbaar.
Miss Minton zei beverig: „En zulke verschrikke
lijke dingen gebeuren er nu maar. We zouden het
onszelf nooit vergeven als onze lieve, kleine Betty
iets overkwam."
Op scherpe toon viel Tuppence in: „U hebt nog
niets gezegd, Mr. Von Deinim!"
Carls blauwe ogen lichtten ineens op. Zijn gelaat
bleef een masker. Langzaam en stijfjes zei hij: „Ik
ben buitenlander. Ik ken de Engelse politie niet. Ik
weet niet hoe bekwaam zij is, enhoe snel ze
werkt."
-t----, Er was iemand de vestibule ingekomen, t Was
z'oals^eên^tot het uiterste" gedreven moeder die kan tMrs. Perenna. Ze had een kleur van inspanning. Ze
knnpfirr /4a noinral nnrrolnnan
ze in een stoel neer.
om haar heen staan. Enige
slaken.
Hij riep: „Maar m'n beste mevrouw, het moét!
't Is alleen maar een onbeschaamde list om te
voorkomen, dat U die schoften op het spoor komt."
„Ze zullen haar vermoorden!"
„Onzin. Dat zouden ze niet durven."
„Ik wil het niet hebben, zeg ik U. Ik ben haar
moeder. Hierin heb ik te beslissen."
„Ja, ja, dat weet ik wel. Daar rekenen ze op
Ze speculere/ op dergelijke gevoelens. Die zjjn heel
natuurlijk. Maar neem van mij, een soldaat en een
man van de wereld, aan, dat we de politie nodig
hebben."
was blijkbaar haastig de heuvel opgelopen
„Wat betekent dit allemaal?"
Haar stem klonk krachtig, bevelend; ze was niet
meer de inschikkelijke pensionhoudster, maar een
vrouw, die haar wi! deed gelden.
Ze vertelden het haar; een verward verhaal, ver
teld door te veel mensen, maar ze begreep de toe
dracht snel.
En met haar begrypen scheen het wel of in een
bepaald opzicht alles aan haar oordeel werd voorge
legd. Zij was het hoogste gerechtshof.
(Wordt vervolgd)
vloten zjjn in 1958 gezamenlijk negen
miljoen uur in de lucht geweest, tegen
8,6 miljoen in 1957, een stijging van
vijf procent, hetgeen ook minder is dan
in de voorafgaande jaren. Afgelegd
werden 2.970 miljoen km (in 1957 2.820
miljoen km), een toeneming van vijf
procent. In de drie voorafgaande jaren
is de aanwas steeds meer dan tien pro
cent geweest.
Gelijke tred met deze langzame
groei in vergelijking met 1957, houdt
het aantal passagiers-kilometers, dat
86.000 miljoen heeft bedragen, hetgeen
een gemiddelde van 965 km per lucht
reiziger "betekent, slechts één procent
meer dan in 1957. In de laatste jaren
vertoonde de bezettingsgraad per vlieg
tuig een lichte stijging, maar voor de
eerste maal na de oorlog is dit getal
ongewijzigd gebleven: 29 in 1957 en
eenzelfde aantal in het afgelopen jaar.
In ton-kms uitgedrukt bedroeg de
vracht 1.670 miljoen, slechts tien mil
joen ton-kms meer dan in 1957, een
stijging van slechts één procent. In de
laatste drie jaar was de groei resp. 18
procent (1955), 14 (1956) en negen pro
cent (1957). In vergelijking evenwel
met tien jaar geleden (1948) is het
vrachtvervoer, in ton-kms uitgedrukt,
met vierhonderd procent toegenomen.
De stijging van het postvervoer (zeven
procent) heeft zich gehandhaafd en is
met dertig miljoen ton-kms toegeno
men tot 470 miljoen.
Advertentie
Van Nelle bestellen!
Tijdens de jaarlijkse personele bij
eenkomst heeft de heer Th. Niemeijer
afscheid genomen als directeur van
Theodorus Niemeijer. De heer Niemeijer
heeft vanaf de omzetting van firma in
een N.V. in 1905 de directeursfunctie
bekleed.
In de loop der jaren werd onder zijn
leiding achtereenvolgens de fabricatie
van koffie, thee en sigaretten ter hand
genomen.
De heer Th. Niemeijer is voorts voor
zitter van de Vereniging Nederlandse
Kerftabakindustrie en voorzitter van de
Stichting Tabakverwerkende Indus
trieën, het overkoepelend orgaan van
sigaren, sigaretten en kerftabak fabri
kanten.
De heer Th. Niemeijer zal in de toe
komst als gedelegeerd commissaris zijn
werkkracht ten dienste van het bedrijf
blijven aanwenden.
er op een herdenkingsbijeenkomst ter
gelegenheid van het feit, dat vijftig
jaar geleden in Nijmegen een begin
werd gemaakt met arbeidsbemiddeling.
De bijeenkomst was belegd door het
Nijmeegs bedrijfsleven, dat daarmee
zijn erkentelijkheid voor het Geweste
lijk Arbeidsbureau tot uitdrukking
bracht.
In zjjn rede besteedde dr. Meier
permanent vertegenwoordiger van de
vier Nederlandse werkgeversorganisa
ties aandacht aan de arbeidsbemidde
ling bij het vrije verkeer van personeo
in Europa. Deze materie maakt reeds
lang onderwerp van gesprek uit zowel
in de Benelux als op het vlak van Euro
pese organisaties als O.E.E.S. en K.S.G.
Het grensverkeer buiten beschouwing
gelaten is er nog slechts in incidentele
gevallen sprake van, dat werknemers
zich in een ander land vestigen, hoe
wel de mogelijkheid in beginsel reeds
aanwezig is. Psychologische weerstan
den om het eigen land te verlaten (zelfs
om van Drenthe naar Limburg te ver
huizen!) spelen daarbij een rol, terwijl
de arbeidsbemiddeling in de meeste ge
vallen uitsluitend nationaal georiënteerd
is.
Toch streeft de Euromarkt naar
een vrij verkeer van goederen, dien
sten, kapitaal en personen binnen
een termijn van 12 jaar tot 15 jaar.
Wat het vrije verkeer van personen
betreft is men pas aan het voorsta
dium van studie en onderzoek toe,
waarbij zich echter wel enkele indi
cates aftekenen welke richting men
uit wil. Zo zal er internationale samen
werking tussen de arbeidsbureaux
moeten komen voor het opheffen van
overbodige administratieve belemme
ringen en voor het uitwisselen van
informaties over vraag en aanbod.
Voorts zal de mogelijkheid moeten
worden geschapen, dat de werkne
mers hun sociale zekerheden behou
den, die zij in het land van herkomst
hebben opgebouwd. Tenslotte zal men
de beroepsopleiding en herscholing
ln de verschillende landen op elkaar
moeten afstemmen.
Belangrijk achtte dr. Meier in dit op
zicht ook het afstemmen van de econo
mische en sociale politiek van de ver
schillende landen. Anders loopt men
het (voorlopig theoretisch) gevaar, dat
het ene land alle geschoolde arbeiders
aantrekt en het andere land de onge
schoolde krachten aanzuigt. Overi
gens toonde dr. Meier zich geen groot
voorstander van massale verplaatsingen
bij grote werkloosheid in een bepaald
gebied. Veel doeltreffender en ook meer
in het belang van de Europese gemeen
schap kwam het hem voor om in een
dergelijk door werkloosheid getroffen
gebied een vooruitstrevende ontwikke
lingspolitiek te voeren.
Naar wij vernemen, heeft minister
Witte aan de onder zjjn departement
ressorterende bureaus en diensten enke
le beleidslijnen medegedeeld, welke
zullen worden gevolgd bij de woning-
wetbouw in 1959.
Het verlenen van rifksvoorschotten
voor de bouw van woningwetwoningen
zal afhankelijk worden gesteld van de
aanvaardbaarheid der projecten uit een
oogpunt van eenvoud, prijs, construc
tiemethode en kwaliteit. De situatie op
de bouwmarkt zal ook ln het oog wor
den gehouden.
De opvoering van het peil der na
oorlogse woningwetwoningen heeft ten
gevolge gehad dat de huren steeds ho
ger worden. De nieuwe woningen zijn
daardoor voor personen met een mid
delmatig arbeidersinkomen niet te be
talen. En de woningwetwoningen zijn
eigenlijk juist voor die categorie be
stemd.
De minister zal er daarom naar
streven, dat een aanzienlijk deel van
de 40.000, in 1959 in uitvoering te ne
men, woningwetwoningen van eenvou
dige aard is en op sobere wijze wordt
tot stand gebracht. Hierdoor zal
het mogelijk zijn de huur van deze wo
ningen op een redelijk peil te brengen.
Verder zal er op worden gelet, dat
de nodige differentiatie in de bouwplan
nen wordt aangebracht, opdat ook een
redelijk aantal woningen voor kleine
gezinnen wordt gebouwd.
Advertentie
Van Nelle bestellen!