DE RAAMWET-CALS I Mogelijkheid tot herstel van de breuk tussen ouders en school Tijdperk van eenvormigheid is voorbij Mogelijkheden binnen Europa worden bij emigratiebeleid over het hoofd gezien Aantal vliegtuigpassagiers is in 1958 met 4 procent gestegen N of M Coty ontmoet belagers Aantal werklozen in december gestegen Brandstichting in boerenschuur Olie naar de Ruhr Aanwas aanmerkelijk minder dan de voorgaande jaren DINSDAG 6 JANUARI 1959 PAGINA 7 Evenals in 1957 Met zijn bestelauto een voetganger aangereden en gedood Een maand geëist tegen bestuurder Dader tot 15 maanden veroordeeld Dr. Meier op herdenkingsbijeenkomst Commodore Bouman weer naar zijn schip Onwettige opruimingen? N.K.M. zendt telegram aan dr. Veldkamp door AGATHA CHRISTIE Directeur Theodorus Niemeijer neemt afscheid Eenvoud bij woning- wetbouw Op 29 oktober 11. heeft minister Cals het „Ontwerp tot regeling van het voortgezet onderwijs'' bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend. Daarmee heeft de minister een zeer belangrijke daad ge steld. In dit wetsontwerp is immers kennelijk een zeer serieuze poging gedaan om de grote bezwaren, die het Voortgezette onderwijs daarmee bedoelt de wet volgens art. 2 „het onderwijs, dat wordt gegeven na het basis onderwijs (d.w.z. het lagere onderwijs), met uitzondering van het wetenschappelijke onderwijs" in de loop der jaren zijn gaan aankleven, te neutraliseren en om tevens oen hecht fundament te leggen voor een wettelijke rege- hng, die een vlotte aanpassing aan gewijzigde en zich wijzigende omstandigheden mogelijk maakt. Reeds meer dan vijftig jaar is het voortgezette onder- Wijs voortdurend aanleiding geweest tot velerlei klach ten, die zich hoofdzakelijk concentreerden op deze twee feitelijkheden: dat op de eerste plaats de huidige wet geving het onderwijs onvoldoende mogelijkheden bood °m zich aan de zich radikaal wijzigende maatschappij naar behoren aan te passen en dat op de tweede plaats door de huidige wetgeving de individuele leerling in het onderwijs niet voldoende tot zijn recht kon komen. Dit wetsontwerp is daarom ook niet alleen van be lang voor het onderwijs en zijn dienaren, maar zeker In onze dynamische tijd is de toe stand van de statische schooi onhoud baar geworden. Steeds meer is de Agrarische maatschappij op de achter grond geraakt en de industriële naar W>ren getreden en nog steeds schrijdt °e ontwikkeling voort naar de maat- "aPPij van diensten. Als gevolg hier in stijgt de behoefte aan intellectu- ®e* gevormden voortdurend. Het is dan °°k niet langer verantwoord kwistig boet het aanwezige talent om te sprin gen. En op de staat, die immers het tijdelijk algemeen welzijn van de^ bur gers te verzorgen heeft, rust bij ge- Volg de taak ervoor te zorgen, dat geen talent langer braak blijft liggen of geen kans zou krijgen zich te ont wikkelen. Wanneer ons land de vaart der volken wil kunnen bijhouden, zal het onderwijs grondige wijzigingen moeten ondergaan. Er is hiernaast echter nog een ander Verschiinsel waaraan v* ij aandacht moeten schenken, willen wij het wets- ontwerp-Cals naar waarde kunnen toet sen n 1. dat in de huidige maatschap pij 'duidelijk aan het licht is getreden, dat intellectuele vorming en kennis niet voldoende zijn om de leerling op zijn latere plaats in het maatschappelijk leven voor te bereiden. Karaktereigen schappen bleken van steeds hoger waarde daarvoor en het ligt voor de hand. dat de mede-ontwikkeling daar van ook als eis aan het onderwijs ge steld werd. In wezen is immers de school een soort opvoedingsinstituut. En dat dit in de vorige eeuw niet duidelijker tot uitdrukking gekomen is, was alleen maar het gevolg van het feit, dat het onderwijs in de hiërar chische standenmaatschappij van toen enkel tot taak had de leerling in te leiden tot de cultuur van de groep Waartoe hij krachtens geboorte behoor de; de feitelijke karaktervorming vond toen en kon toen nog plaats vinden in het eigen milieu. De sociale mobiliteit van thans, die zich in de school demonstreert in de steeds grotere toeloop van leerlingen, heeft de taak van de school geheel gewijzigd. Doch tot heden belette voor het grootste deel de wetgeving de school deze nieuwe taak volledig op zich te nemen. De huidige middelbare school vooral is daardoor in een wel haast tragische positie komen te ver keren. Zij heeft enerzijds de taak mede te werken aan de algehele volwassen- making van de leerlingen; zij is ander zijds verworden tot een instituut, dat ook in de ogen der meeste ouders slechts dient om diploma's uit te rei ken, die hun kinderen de gelegenheid moeten geven een stap op de maat schappelijke ladder te stijgen. De mid delbare school is daardoor een macht geworden, die zo vaak als vreemd en zelfs vijandig wordt ervaren; een mo- hopoiische macht, die zo vele ouder lijke plannen tot mislukking doemt: ongeveer 50 pet immers van de eerste Wassers behaalt nooit een eindexamen! Wie de kritiek, die alom op het on derwijs geuit wordt, verstaat, proeft er Zo vaak die ondergrond van machte loosheid en teleurstelling in. in niet mindere mate óók voor de ouders en de leer- bestuur, schoolleiding en docenten lingen. Het huidige voortgezette onderwijs is nagenoeg ge heel aan banden gelegd door de wettelijke bepalingen. Van toelatings- tot en met eindexamen, van leerjaar tot leerjaar is vastgelegd, wat onderwezen en gekend moet worden. Tegenover de „vrijheid van onderwijs", die sinds 1848 door de Grondwet wordt gewaarborgd, steekt een dergelijke gebondenheid wel heel schril af. De vrijheid bij het onderwijzen, welke Thorbecke in 1863 in zijn Middelbaar-Onderwijswet wilde realiseren, werd sindsdien steeds maar weer opnieuw beperkt door lessentabellen, leerplannen en exameneisen. Door een dergelijke beknotting van de aanvankelijke en grondwettelijke vrijheid is het voortgezet onderwijs en heel in het bijzonder het huidige v.h.m.o. tot een log en statisch geheel geworden, dat geen andere begaafdheden wenst dan de z.g. school-intelligentie; dat geen andere talenten binnen zijn schoolmuren wil herbergen dan die noodzakelijk zijn om aan zijn bij voorbaat gestelde eisen te voldoen; dat geen andere kennis belangrijk vindt dan die van haar leerplans. Dat bij een dusdanige eenzijdigheid velen gedoemd waren te mislukken, spreekt voor zich; dat bovendien velen in hun ontplooiing tekort gedaan werden, even zeer. Er zijn immers heel wat meer talenten dan die het v.h.m.o. behoeft. Het intellectualisme, dat voor het v.h.m.o. van zeer groot belang is en moet blijven, kan daarom nog geen aanspraak maken op het alleenrecht, zoals feitelijk thans gebeurt. werp moet de mate van vrijheid zijn, die aan de ouders en het onderwijs elk op eigen terrein wordt toegekend. Blijft de ouderlijke macht praktisch beperkt tot het recht zelf scholen te stichten, zoals thans, of worden aan de ouders bij de wet meer mogelijkheden ge boden? Het is verheugend, dat de wetgever blijkens zijn Memorie van Toelichting ervan uitgaat, dat het onderwijs een geïntegreerd deel van de opvoeding en op grond daarvan in eerste instantie een recht en een plicht van de ouders is. Dat de taak van de overheid daar bij aan beperkingen onderhevig is, wordt eveneens volmondig erkend met de woorden „dat de taak van de over heid zich moet beperken tot het schep pen van de mogelijkheden voor de bur gers om hun persoonlijke taak te vol brengen"! Dit nieuwe geluid in de wetgeving van het onderwijs is ook tot het wets ontwerp zelf doorgedrongen. De onder wijswet wil niet meer zijn en zal o.i. ook nooit meer mogen ziju dan een RAAMwet, d.w.z. een wettelijke omlijsting, waarbinnen de contouren van het voortgezette onderwijs getrok ken zullen moeten worden door diege nen, wie het onderwijs in eerste in stantie aangaat, m.n. school en ouders. Elke gedetailleerde wetgeving immers legt de vrijheid geheel aan banden en dat is in zaken die de opvoeding be treffen absoluut ongewenst. Aan de ouders wordt als consequen tie van deze wettelijke grondslagen in de art. 40 en 44 het recht toegekend om oudercommissies te vormen. Bovendien wordt voor dergelijke commissies als het ware reeds bij voorbaat in art. 3 de mogelijkheid vastgelegd om de mi nister van advies te dienen. Herhaalde lijk ook pleit de minister in zijn Me morie van Toelichting voor de totstand koming van dergelijke „maatschappe lijke organen", die voor een geslaagde vormgeving van het komende onderwijs van zo groot belang zullen zijn. Wat ons echter het meest waardevol le hiervan lijkt, is het feit, dat daardoor een probaat middel gevonden kan zijn om de breuk tussen ouders en school te herstellen. Wettelijk wordt aan de ouders de mogelijkheid geboden zich daadwerkelijk op hun terrein dat der opvoeding met de school te be moeien; hun wordt de kans geboden om aan de school de signatuur van eigen overtuiging en streek te geven; zij kunnen aldus in belangrijke mate er toe bijdragen, dat aan hun kinderen het onderwijs in die vorm gegeven gaat worden, waarin zij dat wensen. Zelfs wat de inrichting van het onderwijs be treft, zouden zij in overleg met school- daadwerkelijk aan de opbouw van het onderwijs kunnen meewerken. Met dit laatste zijn wij echter tevens gekomen bij de vrijheid die aan het on derwijs zelf wordt toegekend. Blijkens het wetsontwerp en de Memorie van Toelichting is het tijdperk van de een vormigheid van onderwijs gelukkig voorbij. Uitdrukkelijk wordt herhaalde lijk verklaard, dat voortaan geen les sentabellen, uitgewerkte leerplannen en exameneisen zullen worden voorge schreven, waardoor iedere grondwette lijke vrijheid van onderwijs tot een far ce werd. Voortaan zullen slechts richt lijnen gegeven worden, die in ruime mate een eigen uitwerking mogelijk maken. Wat de verschillende typen van onderwijs betreft, zijn dan ook slechts de vakken, waarin les moet worden ge geven in de art. 7 t.m. 10 opgenomen. In ruime mate wordt dus aan de school zelf de vormgeving overgelaten; de school krijgt niet alleen in schijn, maar ook in werkelijkheid een zekere vrij heid. Het is na het bovenstaande duidelijk, dat het wetsontwerp-Cals inderdaad althans wat de grote lijnen betreft een redelijke basis biedt voor de in richting van het onderwijs, dat aan zijn feitelijke taak; het hulp bieden aan de jeugd bij haar verstandelijke en maat schappelijke volwassenwording, volledig kan beantwoorden. Wat de grondslagen betreft, zou men dus niet anders dan kunnen wensen, dat het wetsontwerp zo spoedig mogelijk tot wet bevorderd werd. DRS. G. VERHAAK Advertentie Van Nelle bestellen! Wel beschouwd is het voortgezette onderwijs klem komen zitten tussen het gezin en de maatschappij. Het ge zin eist diploma's, de voorwaarden foor maatschappelijke stijging; de hiaatschappij eist volwassenen, die in elk opzicht op de komende taak en plaats zijn voorbereid. Wanneer echter het onderwijs zijn Jaak in de huidige maatschappij naar behoren wil kunnen volbrengen, zal het hoodzakeljjk zijn, dat de band tussen ouders en school wordt hersteld en ver stevigd en dat aan het onderwqs zelf de nodige daadwerkelijke vrijheid ge geven wordt om aan elke leerling te geven, wat hem toekomt. Opvoeding is immers in rechtstreekse Zln de taak van de ouders, zodat de school slechts in afgeleide zin opvoeder ^nzijn. De uiteindelijke verantwoor delijkheid voor gegeven opvoeding blqft derhalve ook steeds up de ouders vofw' "Als de katholieken, van welk do t Wereld ook, aan hun kinderen pp- tholieke school trachten te bezor- Politiiun is dat geen werk van partij- dien'tL m.?ar dan is dat een gods- Eeëkt g?' .door hun geweten volstrekt °ncvcfi ïaa,c"> zoals paus Pius XI in de schreef °V6r de katholieke opvoeding Tegen deze brede achtergrond ™°et het wetsontwerp-Cals getoetst worden. Het algemene beeld is im kers in eerste instantie belangrijker dan het detail Bovendien is het noodzakelijk en dit was mede daar- }nee onze bedoeling dat de ouder- ,vke belangstelling voor het onder wijs volledig wordt gewekt. En dit "'et alleen om de eigenaardige sala- ''spojitiek, waarover de laatste tijd '°gal wat te doen geweest is, doch d^°ral omdat de medewerking van e ouders onontbeerlijk zal zijn voor e eventuele bevredigende realisering 71 1 inister Cals heeft kortgeleden /I// in de Tweede Kamer een ■L wensdroom geuit. Hij ont wikkelde inzake de behandeling van zijn wetsontwerp tot regeling van het voortgezet onderwijs een tijdschema, waarvan het sluitstuk was, dat dit ontwerp in september 1959 by de Kamer in openbare behandeling zou JcOTTl&Tl. Bij het bespreken van dit tijd schema heeft de bewindsman een reserve gemaakt: „Mochten de poli tieke verhoudingen in ons land intus sen niet te zeer gewijzigd zijnDe politieke verhoudingen zijn inmid dels veranderd, doch daarmee is dit wetsontwerp niet van de tafel ver dwenen. Hoe het met de raamwet zal gaan valt op dit moment niet te voorspellen, maar het ontwerp be houdt onverschillig of het vroeg, laat of niet in behandeling komt zijn betekenis voor het voortgezet onderwijs. In onderwijskringen wordt thans druk gediscussieerd over dit veelom vattende Kamerstuk. Wij menen goed te doen, los van alle speculaties over de verdere gang van zaken, een mede werker aan het woord te laten om in een drietal artikelen de raamwet- Cals te beoordelen. Hiernaast treft men het eerste aan. De schrijver er van, drs. G. Verhaak, is docent aan het Carolus Borromeus College te Helmond en redacteur van het Week blad der katholieke lerarenvereniging „St. Bonaventura". Advertentie Van Nelle bestellen! De werkloosheid is in december toe genomen. Aan het einde van die maand stonden 116.371 mannen geboekt in de geregistreerde arbeidsreserve. Eind no vember was dit aantal 81.103. Van de 116.371 geregistreerden waren er 18.017 werkzaam op aanvullende werken. Dit aantal was eind november 12.673. Het aantal werkloze vrouwen was eind de cember C941 tegen 6894 eind november. Het aantal aanvragen van personeel is in december gedaald. Eind november was dit aantal 16.446 en eind december 14.234 voor mannen en respectievelijk 21.234 en 20.470 voor vrouwen. In 1957 nam het aantal werkloze man nen van november op december toe van 52.722 tot 89.744. Dé geregistreerde ar beidsreserve steeg toen van 61.387 tot 103.951. Beschuldigd van het veroorzaken van een dodelijke aanrijding op de Oekel- sestraat te Rijsbergen op 8 november j.l., stond gisteren een inwoner van Rijsbergen voor de rechtbank te Breda terecht. Verdachte had met zijn bestel auto een voetganger, die rechts van de weg liep, aangereden. De voetganger overleed. Verdachte verklaarde de voetganger, die in donkere stof gekleed was, niet te hebben gezien. Hij had bij het pas seren van enige wielrijders zijn lichten gedimd en was met gedimde lichten doorgereden met een snelheid van on geveer 70 km. per uur. Dit kon echter niet met zekerheid worden aangetoond. De officier van justitie achtte schuld bewezen, omdat er te hard en met ge dimde lichten gereden was. Hq eiste een maand onvoorwaardelijke gevange nisstraf. De verdediger bepleitte vrijspraak, omdat de omstandigheden zodanig zou den zijn geweest, dat van schuld niet gesproken kon worden. Subsidiair vroeg pleiter een geldboete en een voorwaardelijke straf. Verdachte is nog niet eerder veroordeeld. Wegens brandstichting op 5 decem ber 1957 in een boerenschuur in Hil- varenbeek, heeft de rechtbank te Breda gisteren een Tilburger veroordeeld tot vijftien maanden gevangenisstraf en terbeschikkingstelling van de regering. Verdachte heeft, toen hij veertien da gen geleden terecht stond het ten laste gelegde ontkend. Hij was alleen langs de boerderij gekomen, zo verklaarde hij. Bij het blussingswerk was hij wel aanwezig geweest. Hij had toen uitge roepen dat hij de brand had gesticht. De eis luidde twee jaar gevangenis straf en terbeschikkingstelling van de regering. T tt-'j - naar het Rijn-Ruhrgebied gepompt. Met een snelheid van 7 km/u stroomt nu de olie door de 380 km lange buis die een doorsnede van 70 cm heeft. Hier ziet men de hoofdbuis bij een fabriek bij Gladbeck. Het gehele Nederlandse emigratiebe leid is nog te star gericht op landen als Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. De mogelijkheden in Europa worden te veel over het hoofd gezien. Europese geest en Europees denken zijn ons vreemd. Toch zou het van grote waar de kunnen zijn, mede in verband met de Euromarkt, wanneer onze beste krachten niet naar andere wereldde len trokken, maar althans in Europa bleven. In het kader van een nauwer samenwerkend Europa zou niet alleen het immigrerend land daarvan profijt trekken, maar indirect ook Nederland. Deze lans voor emigratie van Neder landers binnen Europa werd gisteren in Nijmegen gebroken door dr. E. W. Mei- Advertentie Van Nelle bestellen! De scheldende president van Frankrijk. Renè Coty. heeft een ontvangst gehouden voor zijn belagers uit die jaren dat hij aan het hoofd van Frankrijk stond: de persfotografen. Bovendien heeft hij hun verzocht die foto's voor hem mee te nemen die zij nooit gepubliceerd hebben omdat ze te pijnlijk zouden zijn. Men ziet hem hier met zulk een plaatje. De oud-premier beleefde er kennelijk zijn plezier aan. Commodore G. Bouman is geheel hersteld van de verwondingen die hij tijdens slecht weer op de Noord-Atian- tische oceaan aan boord van de „Nieuw Amsterdam" opliep. Hij is zaterdag per vliegtuig naar New York vertrok ken, om daar het commando van zijn schip weer op zich te nemen. Morgen, woensdag zal de „Nieuw Am sterdam" voor een zevendaagse cruise naar west-Indië vertrekken. Advertentie Van Nelle bestellen! De Nederlandse Katholieke Midden standsbond heeft aan de staatssecretaris van economische zaken, dr. Veldkamp, het volgende telegram gezonden: „De Nederlandse Katholieke Midden standsbond heeft kennis genomen van de recente advertenties, die zonder het woord „opruiming" te gebruiken, het houden van zodanige verkopen aankon digen. De Nederlandse Katholieke Mid- denstondsbond is van mening, dat deze aankondigingen een aanfluiting zjjn van de uitverkoopwet en verzoekt uwe ex cellentie maatregelen te nemen". De I.C.A.O., de internationale orga nisatie voor het burgerluchtverkeer, waarbij 73 landen zjjn aangesloten, heeft gedetailleerde cijfers bekend ge maakt over 1958, waaruit duidelijk blijkt, dat de luchtvaart in de wereld (gegevens van communistisch China en Rusland waren niet beschikbaar) in veel mindere mate is gegroeid dan in de laatste tien jaar het geval is ge weest. In de publikatie van de I.C.A.O worden hieromtrent geen oorzaken aangegeven. Men heeft zich beperkt tot het verstrekken van de cijfers. In 1958 werden 89 miljoen passagiers vervoerd tegen 86 miljoen in 1957, een stijging van slechts vier procent. Na de twee de wereldoorlog is het passagiersver voer elk jaar met meer dan tien pro cent toegenomen, variërend van tien tot 35 procent. Niettemin is het getal van 89 mil joen passagiers nog indrukwekkend, indien men bedenkt, dat in 1948, tien jaar geleden, nog maar 24 miljoen luchtreizigers werden geteld. De lucht- dit wetsontwerp. Van Het onze «i 3ammer genoeg, dat het in te u n°g noodzakelijk is met klem aa jVuzen op de ouderlijke plicht tot Ter\pudende zorg voor het onderwijs. n°g geen halve eeuw geleden (n d? ouders met felheid en vvérn ''naneiële) opoffering gestreden en dYf°?r integratie van godsdienst de Sitt ln onderwijs, is sinds der t gelijkstelling van bijzon- kroel °Penbaar onderwijs haar beslag de school en h i belai?gstelling voor blinderd tw onderJWUs steeds ver deze tate*™?!» m|t de gelijkstelling vl_mief^atle reeds ware bereikt. Van fundamenteeT bereikt. dat moet u niet doen houding ten onzichte I f v0°r onze En wild snikkend zeeg j mg ten opzichte van Het wetsont- Ze kwamen allemaal oi 35 „Ze is nog zo jong," 'zei Tuppence, „ze is nog niet oud genoeg om verlegen te zijn." En zwakjes riep Mrs. Sprot uit: ,,'t Zou wel eens zo'n verschrikkelijke Duitse vrouw kunnen zijn. Ze zal m'n Betty vermoorden." „Onzin," zei Tuppence beslist, „alles komt terecht. Ik denk, dat 't de een of andere halve gek is." Maar z geloofde zelf niet wat ze zei Ze geloofde geen ogenblik, dat die kalme blonde vrouw een ontoerekenbare krankzinnige was. Carl! Zou Carl het weten? Had Carl hier iets mee te maken? Enkele ogenblikken later was ze geneigd dit te be twijfelen. Carl von Deinim scheen, evenals de rest, ontsteld, ongelovig en volkomen verrast. Zodra de feiter vast stonden, nam Majoor Bletch- ley de leiding. „Luister eens, m'n beste mevrouw," zei hij tegen Mrs. Sprot, „ga nu eens even hier zit tenneem een slokje van deze cognac't Zal u heus geen kwaad doenik ga linea recta naar het politie-bureau." Mrs. Sprot mompelde: „Een ogenblikjeer zou wel eens iets snelde naa boven, de gang over naar haar ka mer en die van Betty. Een paar minuten later hoorden ze haar wild over het portaal rennen. Ze vloog als een waanzinnige de trap af en greep Majoor Bletchley's hand van de te lefoonhoorn, die hij op het punt stond op te nemen. ,Nee>\ neen," hijgde ze, „dat moet u niet doen ogenblikken later was ze weer tot zichzelf gekomen. Met Mrs. Cayley's arm om haar heengeslagen, ging ze overeind zitten en hield de anderen iets te lezen voor. „Dit heb ik gevondenop de vloer van m'n ka mer. Was om een steen gewikkeld en door het raam gegooid. Kijkkijk eens wat er op staat." Tommy nam het van haar aan en vouwde het open. Het was een briefje, in een eigenaardig, hoekig en vreemd handschrift, met grote en forse letters ge schreven: We hebben uw kind in veilige bewaring genomen. To zijner tijd zal u worden medegedeeld wat u hebt te doen. Als u naar de politie gaat, wordt uw kind gedood. Zeg niets, wacht op instructies. Als u het niet doet Mrs. Sprot kreunde zachtjes: „BettyBetty." Ze praatten allemaal door elkaar. Mrs. O'Rourke zei: „Zulke smerige moordenaars!" „Beesten!" merkte Sheila Perenna op. Mr. Cayley sprak: „Fantastisch, fantastischik geloof er geen woord vaneen kinderachtige, flau we grap." „Ach, die lieve, kleine dreumes," zei Miss Min- ton, en Carl von Deinim leverde zjjn bijdrage met: „Ik begrijp er niets van. 't Is ongelofelijk." Doch boven alles uit klonk de krachtige stem van Majoor Bletchley: „Vervloekte onzin. Intimidatie. We moe ten onmiddellijk de politie waarschuwen. Die zal dit zaakje gauw onderzocht hebben." Hjj liep andermaal naar de telefoon. Ditmaal werd hij weerhouden door een gil van Mrs. Sprot, een gil, „Neen!" Blethcley's ogen keken de kring rond om bondge noten te zoeken. „Meadowes, ben je het niet met me eens?" Tommy knikte langzaam. „Cayley? Nu, ziet U, Mrs. Sprot, zowel Meadowes als Cayley zijn het met me eens." Met plotselinge heftigheid zei Mrs. Sprot: „Man nen! Zo zijn jullie allemaal! Vraag het aan de vrou wen!" Tommy's ogen zochten die van Tuppence. Zacht en bewogen zei ze: „Ik ben het met Mrs. Sprot eens." Ze dacht: Deborah! Derek! Als zij het waren, zou ik voelen zoals zij. Tommy en de anderen hebben zonde, twijfel gelijk, maar niettemin, ik zou het niet kunnen duen. Ik zou het niet durven riskeren. Mrs. O'Rourke sprak: „Er is geen moeder ter we reld, die het zou durven riskeren, zo is het!" Mrs. Cayley mompelde: „Ziet U, ik geloof, dat nu jaHaar woorden werden onverstaanbaar. Miss Minton zei beverig: „En zulke verschrikke lijke dingen gebeuren er nu maar. We zouden het onszelf nooit vergeven als onze lieve, kleine Betty iets overkwam." Op scherpe toon viel Tuppence in: „U hebt nog niets gezegd, Mr. Von Deinim!" Carls blauwe ogen lichtten ineens op. Zijn gelaat bleef een masker. Langzaam en stijfjes zei hij: „Ik ben buitenlander. Ik ken de Engelse politie niet. Ik weet niet hoe bekwaam zij is, enhoe snel ze werkt." -t----, Er was iemand de vestibule ingekomen, t Was z'oals^eên^tot het uiterste" gedreven moeder die kan tMrs. Perenna. Ze had een kleur van inspanning. Ze knnpfirr /4a noinral nnrrolnnan ze in een stoel neer. om haar heen staan. Enige slaken. Hij riep: „Maar m'n beste mevrouw, het moét! 't Is alleen maar een onbeschaamde list om te voorkomen, dat U die schoften op het spoor komt." „Ze zullen haar vermoorden!" „Onzin. Dat zouden ze niet durven." „Ik wil het niet hebben, zeg ik U. Ik ben haar moeder. Hierin heb ik te beslissen." „Ja, ja, dat weet ik wel. Daar rekenen ze op Ze speculere/ op dergelijke gevoelens. Die zjjn heel natuurlijk. Maar neem van mij, een soldaat en een man van de wereld, aan, dat we de politie nodig hebben." was blijkbaar haastig de heuvel opgelopen „Wat betekent dit allemaal?" Haar stem klonk krachtig, bevelend; ze was niet meer de inschikkelijke pensionhoudster, maar een vrouw, die haar wi! deed gelden. Ze vertelden het haar; een verward verhaal, ver teld door te veel mensen, maar ze begreep de toe dracht snel. En met haar begrypen scheen het wel of in een bepaald opzicht alles aan haar oordeel werd voorge legd. Zij was het hoogste gerechtshof. (Wordt vervolgd) vloten zjjn in 1958 gezamenlijk negen miljoen uur in de lucht geweest, tegen 8,6 miljoen in 1957, een stijging van vijf procent, hetgeen ook minder is dan in de voorafgaande jaren. Afgelegd werden 2.970 miljoen km (in 1957 2.820 miljoen km), een toeneming van vijf procent. In de drie voorafgaande jaren is de aanwas steeds meer dan tien pro cent geweest. Gelijke tred met deze langzame groei in vergelijking met 1957, houdt het aantal passagiers-kilometers, dat 86.000 miljoen heeft bedragen, hetgeen een gemiddelde van 965 km per lucht reiziger "betekent, slechts één procent meer dan in 1957. In de laatste jaren vertoonde de bezettingsgraad per vlieg tuig een lichte stijging, maar voor de eerste maal na de oorlog is dit getal ongewijzigd gebleven: 29 in 1957 en eenzelfde aantal in het afgelopen jaar. In ton-kms uitgedrukt bedroeg de vracht 1.670 miljoen, slechts tien mil joen ton-kms meer dan in 1957, een stijging van slechts één procent. In de laatste drie jaar was de groei resp. 18 procent (1955), 14 (1956) en negen pro cent (1957). In vergelijking evenwel met tien jaar geleden (1948) is het vrachtvervoer, in ton-kms uitgedrukt, met vierhonderd procent toegenomen. De stijging van het postvervoer (zeven procent) heeft zich gehandhaafd en is met dertig miljoen ton-kms toegeno men tot 470 miljoen. Advertentie Van Nelle bestellen! Tijdens de jaarlijkse personele bij eenkomst heeft de heer Th. Niemeijer afscheid genomen als directeur van Theodorus Niemeijer. De heer Niemeijer heeft vanaf de omzetting van firma in een N.V. in 1905 de directeursfunctie bekleed. In de loop der jaren werd onder zijn leiding achtereenvolgens de fabricatie van koffie, thee en sigaretten ter hand genomen. De heer Th. Niemeijer is voorts voor zitter van de Vereniging Nederlandse Kerftabakindustrie en voorzitter van de Stichting Tabakverwerkende Indus trieën, het overkoepelend orgaan van sigaren, sigaretten en kerftabak fabri kanten. De heer Th. Niemeijer zal in de toe komst als gedelegeerd commissaris zijn werkkracht ten dienste van het bedrijf blijven aanwenden. er op een herdenkingsbijeenkomst ter gelegenheid van het feit, dat vijftig jaar geleden in Nijmegen een begin werd gemaakt met arbeidsbemiddeling. De bijeenkomst was belegd door het Nijmeegs bedrijfsleven, dat daarmee zijn erkentelijkheid voor het Geweste lijk Arbeidsbureau tot uitdrukking bracht. In zjjn rede besteedde dr. Meier permanent vertegenwoordiger van de vier Nederlandse werkgeversorganisa ties aandacht aan de arbeidsbemidde ling bij het vrije verkeer van personeo in Europa. Deze materie maakt reeds lang onderwerp van gesprek uit zowel in de Benelux als op het vlak van Euro pese organisaties als O.E.E.S. en K.S.G. Het grensverkeer buiten beschouwing gelaten is er nog slechts in incidentele gevallen sprake van, dat werknemers zich in een ander land vestigen, hoe wel de mogelijkheid in beginsel reeds aanwezig is. Psychologische weerstan den om het eigen land te verlaten (zelfs om van Drenthe naar Limburg te ver huizen!) spelen daarbij een rol, terwijl de arbeidsbemiddeling in de meeste ge vallen uitsluitend nationaal georiënteerd is. Toch streeft de Euromarkt naar een vrij verkeer van goederen, dien sten, kapitaal en personen binnen een termijn van 12 jaar tot 15 jaar. Wat het vrije verkeer van personen betreft is men pas aan het voorsta dium van studie en onderzoek toe, waarbij zich echter wel enkele indi cates aftekenen welke richting men uit wil. Zo zal er internationale samen werking tussen de arbeidsbureaux moeten komen voor het opheffen van overbodige administratieve belemme ringen en voor het uitwisselen van informaties over vraag en aanbod. Voorts zal de mogelijkheid moeten worden geschapen, dat de werkne mers hun sociale zekerheden behou den, die zij in het land van herkomst hebben opgebouwd. Tenslotte zal men de beroepsopleiding en herscholing ln de verschillende landen op elkaar moeten afstemmen. Belangrijk achtte dr. Meier in dit op zicht ook het afstemmen van de econo mische en sociale politiek van de ver schillende landen. Anders loopt men het (voorlopig theoretisch) gevaar, dat het ene land alle geschoolde arbeiders aantrekt en het andere land de onge schoolde krachten aanzuigt. Overi gens toonde dr. Meier zich geen groot voorstander van massale verplaatsingen bij grote werkloosheid in een bepaald gebied. Veel doeltreffender en ook meer in het belang van de Europese gemeen schap kwam het hem voor om in een dergelijk door werkloosheid getroffen gebied een vooruitstrevende ontwikke lingspolitiek te voeren. Naar wij vernemen, heeft minister Witte aan de onder zjjn departement ressorterende bureaus en diensten enke le beleidslijnen medegedeeld, welke zullen worden gevolgd bij de woning- wetbouw in 1959. Het verlenen van rifksvoorschotten voor de bouw van woningwetwoningen zal afhankelijk worden gesteld van de aanvaardbaarheid der projecten uit een oogpunt van eenvoud, prijs, construc tiemethode en kwaliteit. De situatie op de bouwmarkt zal ook ln het oog wor den gehouden. De opvoering van het peil der na oorlogse woningwetwoningen heeft ten gevolge gehad dat de huren steeds ho ger worden. De nieuwe woningen zijn daardoor voor personen met een mid delmatig arbeidersinkomen niet te be talen. En de woningwetwoningen zijn eigenlijk juist voor die categorie be stemd. De minister zal er daarom naar streven, dat een aanzienlijk deel van de 40.000, in 1959 in uitvoering te ne men, woningwetwoningen van eenvou dige aard is en op sobere wijze wordt tot stand gebracht. Hierdoor zal het mogelijk zijn de huur van deze wo ningen op een redelijk peil te brengen. Verder zal er op worden gelet, dat de nodige differentiatie in de bouwplan nen wordt aangebracht, opdat ook een redelijk aantal woningen voor kleine gezinnen wordt gebouwd. Advertentie Van Nelle bestellen!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 7