MARIE KOENEN schreef voor waarlijk meer dan één generatie Van boeken en schrijvers I T.V.-zender in Markelo in gebruik N of M Paus Pius XII als liturgie hervormer Een leven vruchtbaar voor de katholieke litteratuur Radio en TV Jean Bazaine De leek in de eredienst betrokken en onderwijzersexamen J RESA-HILVERSUM MHI ZATERDAG 24 JANUARI 1959 PAGINA 11 EXAMENS Vanavond Expositie thans in Amsterdam „Dit is Uw leven Journalistiek Afscheid Else Mauhs De Sociëteit van het Goddelijk Woord 415 jaar Canisius- college door AGATHA CHRISTIE Liturgische weekkalender Toen Marie Koenen zeventig werd l heeft het haar niet ontbroken blijken van warmgestemde er kentelijkheid voor wat zij voor de ka tholieke literatuur in ons land heeft gedaan en daarmee voor de katho lieke cultuur heeft betekend. De ka tholieke universiteit van Nijmegen gaf haar de onderscheiding van het eredoctoraat. De bladen wijdden in kun letterkundige kronieken uitvoe- rige beschouwingen aan haar oeuvre. grote uitgeverij Het Spectrum had "et besluit genomen tot een heruit gave van haar gezamenlijk werk, dat al eerder met de Brand-Van Gentprijs van de katholieke uitgevers en boek handelaren was bekroond, toen deze v°or het eerst werd toegekend. Het ^aandblad Roeping, in de twintiger jaren het tijdschrift van de katholie ke jongeren, wijdde een geheel num ber aan haar met bijdragen van vele barer schrijvende gewestgertoten, van van Duinkerken, Maria Viola en Ber nard Verhoeven, die haar de Vestaal se onzer letteren noemde. De stad Maastricht huldigde haar, die haar burgeres geweest was, in een acade mische zitting, waarin professor dr. "os Gielen, de oud-minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen, de feestrede hield en dr. Endepols, de Voortzetter van het verklarende handwoordenboek der Nederlandse laai van wijlen haar vader, haar de gelukwensen bracht van de Leidse Maatschappij van Nederlandse letter kunde. Buiten het literaire klimaat van jongerenbeweging en van de na- oorlogstijd gekomen stond haar werk bidden in een dankbare en feestelijke aandacht. Nu, nu zij het achtste kruisje heeft bereikt, is er stilte ge- Vallen over de levensavond van de grijze schrijfster. Maar velen zullen kaar herdenken, met dat gevoel van dankbaarheid, dat haar boeken in zo veel harten opriep. Want haar werk js in zoverre nog niet bijgezet, dat het immer nog wordt gelezen door hen, die boeken halen uit de leeszaal- en uitleenbibliotheek en die gevoelig zijn voor de aandoenlijkheid van een Zuiver geschreven mooi verhaal. Zij schreef waarlijk voor meer dan een generatie. Die wetenschap zal haar een voldoening zijn, als de bloemen ener stille huldiging in de verstilling *elf van haar gezegende ouderdom, die een leven besluit zo vruchtbaar Voor de katholieke literatuur, waar aan het evenwichtig was gewijd. In het Roepingnummer bij haar ze ventigste verjaardag schrift Ma- Me Koenen zelf het verhaal van haar Verhalen, een frisse, aantrekkelijke bijdrage waaruit men heel het weefsel afleidt van het patroon van haar letter kundig leven. Zij herinnert aan de vroe ge dagen van haar kinderjeugd, die al tijd beslissend is door de indrukken, wel ke zjj zo krachtig meegeeft. Van moe ders zjjde had zjj een grootvader, die schilder was met vóór alles een ge- Voel voor atmosfeer. Door hater va der was het ouderhuis vol van Ne derlandse taal, waarvan al de rijkdom- Uien, zegt zij, tot haar kwamen. Dan Zegent zij de omstandigheid, door haar geboorte van het zuiden te zijn, Den Bosch, en erin te zijn terecht geble ven, de Servaasstad Maastricht. En een tweede gezegende omstandigheid noemt *ij het, geboren te zijn nog juist op de Jelfkant van de goede, ouderwetse tijd, toen de vrede nog onverstoorbaar leek, Vóór de opkomst van het zuiden, waartoe bet behouden verleden zijn kracht zou bilzetten. Het beeld, dat zij oproept van Maastricht, is dat der grijze stad, de torens, de Sint Servaas en de Sint Jan. Onder de Bogen, de oude omwalling, en Verderop de natuurlijke beveiliging van een heuvelrug en het Limburgse ver- Jchiet. Het romantische van de atmos feer zou de toevoeging van het beeld Van het andere Maastricht met zijn on voorstelbaar verkrotte volksbuurten en bun sociale problematiek niet hebben Verdragen. Zij gewaagt er niet van. Zij spreekt van haar wantrouwig opkijken baar de roetwalm uit de fabrieks schoorstenen, gelukkig op afstand Van het hart van de stad. Onberoerd «oor de onrust van de opkomende in dustrialisering van het Zuidlimburgse biijngebied, bekent zij in haar voor keur voor de zelfkant van de goede, bude tijd evenwel de behoudskracht van de waardevolle tradities eruit voor de i°ekomst, die stond geboren te worden, b-b het is hiervan, dat haar boeken al- Hl d opnieuw zullen blijven getuigen. Planken vol boeken In het verhaal van haar verhalen vertelt zij, hoe zij als schoolmeisje een opstel oven het schoolbord schreef, een opgegeven' onderwerp. Haar op stel viel als een sprookje uit. In angst en vrees wachtte zij het oordeel af van de onderwijzeres, die het als laat ste achter hield. Maar het onverwach te: als je dit zelf geschreven hebt, bul je nog eens een goed schrijfster voorden, was haar opeens de Blijde Boodschap. Het is de overweldigende herkenning van de nog onbestemde "troom. Een sprookje over een school bord, daaruit blijkt wel haar verhou hing tot de werkelijkheid. Deze ver houding tot de werkelijkheid heeft zf) alHjd gehad, zij heeft er mooie verha en van gemaakt. De voorzegging van he onderwijzeres gaf haar de onrust h?r verwachting: planken volgesta- h^'d met boeken, waarvan zij de ti- bedacht. taa,e rijkdommen van de Nederlandse 1 vond zij vooralsnog in de Camera cura, Staring, Da Costa, Potgieter Advertentie r® kortjt» an voordeligste opleiding (Bekende Schriftelijke Cursus en de gedegen deftigheid van de Noord nederlandse litteratuur. Maar in de bibliotheek van haar vader vond zij de middeleeuwse geestelijke liederen, gedichten van Prudens en Florimont van Duyse, van Ledeganck en van Van Beers, verhalen van Rosalie en Virgi- nie Loveling en Conscience. Ook met het tachtiger geluid van de Noordneder landse litteratuur kwam zij in aanra king, en natuurlijk de vervoering van Gorters Mei: een wereld ging open. Maar in het verhaal van haar verha len gaat zij er gauw aan voorbij. Zij vindt er geen verbinding mee: in het middelnederlands en in het Vlaams, dat zij las, vindt zij de natuurlijke klank van de menselijke stem. En dan ver telt zij van het Jekerdal, het kasteel van Neder-Canne, het witte dorp met zijn ridderhofsteden en men is al aan de stoffering toe van haar eerste ver halen De Witte Burcht, De Toren van Neekum. Zij heeft een bescheiden aan vang, novellen in Van Onzen Tijd, aan raking met Gerard Brom, eindelijk haar grote verhalen in de Beiaard; en wat die tijd voor haar geweest is ligt uit gedrukt in haar geestdrift over het tijdschrift, dat zij klokken luidde voor een nieuw reveil van katholieke weten schap, kunst en litteratuur. De dagen stonden in bloei: zij zou meedoen. En de stapels boeken zijn gekomen, waar voor zij de titels bedacht: Het Hofke, en De Moeder-, en De Andere, en De Korrel in de Voor, Wassend Graan en Parcival en De Redder en De Wilde Jager, en de prachtige legenden. De verhalen vonden een lezerskring, iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimniiiiiiiiiiii) lllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllljlllllllllllllllllllliguilll en een grote, Paul Haimon schrijft in het aan haar gewijde Roepingnum mer over de uitgebreide middenlaag van onze bevolking, die haar las, en wat dat betreft bracht zü het ver. Zij bereikte het katholieke volksdeel. Maar in haar bijdrage in Roeping verhult zij haar voldoening niet over een „door braak" naar een neutraal uitgever, de Wereldbibliotheek, die de in Beiaard gepubliceerde roman De Andere uitgaf, en de letterkundige feuilletons van Johan de Meester in De Nieuwe Rotterdam se Courant en van Querido in „Het Algemeen Handelsblad, critici, die zelf romanschrijver waren en die de zuive re verhaalkunst van de Limburgse schrijfster scherp onderscheidden als een zuidelijke en katholieke bijdrage aan de Nederlandse litteratuur. Geen „grote litteratuur" lllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIIIUllllllUlllllllllliUI Deze week is de schrijfster Marie Koenen, zoals wij reeds hebben gemeld, 80 jaar geworden. Wij publiceren hierbij een uitvoerige beschouwing van Antoon Coolen over het nog immer veelgelezen en gewaardeerde werk van de be jaarde schrijfster. Haimons bijdrage in het Roepingnum mer was die van een jongere. Zich be wust van het verschijnsel, waarvoor bij jubilea gewaarschuwd is, de hulde met voorbedachten rade, schrijft hij een kleine confrontatie. Tot de grote littera tuur rekent hij dit werk niet. De jongere geslachten hadden de duistere bekoring gekend van Marsman's vers: Slaap met het donker, vrouw, slaap met de nacht. De stemming van dreigende on heilspelling vond men bij Streuvels nog en bij Van Schendel, wier boeken even wel voor die van de jongere schrijvers werden gesloten. Door Marie Koenen's boeken kon men ontroerd worden, tot tranen zelfs, maar niet worden wegge rukt en geslingerd tussen hemel, hel en aarde, zodat we met ons naakte mens zijn in onze handen staan. Hoe waar achtig dit pathos is, dat aan het boek de eis stelt dat het ons tussen de escha tologische uitersten heen en weer slingert, gelukkig kent de verbeeldings litteratuur nog het geliefde boek, dat de weldadigheid geeft van de rust van een harmonisch evenwicht. De jeugd verkent het leven in andere lectuur dan die van Marie Koenen. Van haar boeken is de lof verkondigd, dat zij iedereen in handen kunnen worden gegeven, jong en oud, die eis van onschuldige lectuur, die aan het katholieke boek werd gesteld. Men kan er de vraag te genoverstellen, aan welke litteratuur de voorkeur is te geven, aan die, welke on- schuldigen niet tot schade is, of aan die, welke schuldigen tot voordeel dient; aan die litteratuur, waarin de levenswer kelijkheid niet wordt onderkend of aan die, waarin de lezer eraan wordt ge confronteerd. Bij haar zestigste ver jaardag is van Marie Koenen geschre ven, dat zij het volksverhaal tot kunst heeft veredeld. Wat in de Kempische volksverhalen van Conscience, en, er ger nog, in die van de beide Sniedersen schema was, eenzijdig slechte mensen, wier kwaad niet geschilderd werd, en goede, wier deugd uitvoerig werd uitge meten, de strijd, tussen goed en kwaad die zonder meer de strijd was tussen imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiniiiiiiiiiminmii de gelovige en de hem belagende onge lovige, dat was overwonnen vanaf de eerste verhalen van Marie Koenen. Zij schreef, tegen een achtergrond van een veel dichterlijker verbeelding, een ein deloos veel zuiverder psychologie, voor al van de vrouwelijke, waarvoor zij een fijne intuïtie had. Zij - onderkende de spanningen tussen goed en kwaad in de éne menselijke ziel, en zij schreef een eindeloos rijker geschakeerd proza dan het volksverhaal had gekend. Hai mon treft in zijn artikel heel zuiver de sfeer van Marie Koenen's werk als de ingetogen stilte van een zondagmiddag, wanneer het Limburgse dorp het om floerste gelaat heeft van een jonge vrouw met éen rouwsluier ervoor en hij zich afvraagt, of hij Fina ziet of Vir- ginie uit de roman De Andere. En ook heeft hij litterair heugenis aan haar le genden. De jeugdvervoering bij de lec tuur van De Toren van Neekum was gelijk aan die welke Een berg vol dro men van Van Schendel gaf in een ge- voelsverbinding met de natuurverbeel ding van Streuvels, waarvan de droom der eerste onbestendige verliefdheid de voorsmaak heeft geproefd. „Lectuur gebleven" Litterair staat het werk van Marie Koenen buiten het klimaat der huidige waardebepalingen. In de ontwikkeling van de katholieke litteratuur, tot het mondig worden waarvan het' bijdroeg tussen De Beiaard en Roeping in, heeft het zijn onmiskenbare betekenis. Dat het zich als lectuur handhaaft is mis schien de tegenweer van de lezer tegen de hedendaagse litteratuur, die con fronteert aan een nauwelijks genoeg te ontluisteren werkelijkheid van onbeha gen. Hoe de maatstaven wisselen en de gezichtskanten der verbeelde werkelijk heid telkens anders zullen zijn, er zijn maatstaven, die niet straffeloos kunnen worden uitgewist. De dichter Nijhoff, tijdgenoot van een andere generatie dan die van Marie Koenen, legt zo'n maat staf aan: de figuur uit de roman, die wij lezen, is op dat ogenblik onze naas te; wij vragen onophoudelijk, ons men sen te geven, van wit we kunnen ou den. Dat heeft Marie Koenen buiten el ke twijfel, en even onophoudelijk als het hier gevraagd wordt, gedaan. Zij is ge worden wat haar onderwijzeres voor zegd heeft, een goed schrijfster, en zij heeft, na die blijde boodschap, gedaan wat zij zich voornam: zij heeft een sta pel boeken geschreven, waarvoor zij al die namen bedacht, en zij vond duizen den, die ze lazen. Het is nu stil rond haar geworden. Boeken hebben het ver mogen ons tot alleen zijn te brengen, zegt Nijhoff. In zulk alleen zijn, waarvan de stilte verwant is aan de hare, zullen ve len haar nóg lezen. Dit zal, met een te rugblik op haar omvangrijke arbeid, haar beste voldoening zijn, nu haar ge zegende levensavond met het achtste kruisje getekend is. ANTOON COOLEN AMSTERDAM, 22 januari (G. U.) Kand. psychologie: W. L. Ietswaart (Diemen). AMSTERDAM' 22 januari Doet. rechten: mej. J. R. Koksma, Amster dam (cum laude); mej. A. A. v. d. Bend, Heemstede en J. J. van Oostendorp, Rotterdam. Doet. geneeskunde: G. H. Brillenburg Wurth, Kampen; mej. M. J. van Nes, Sassenheim en O. P. v. d. Werff, Zwartsluis. Doet. klassieke let teren: D. M. Schenkeveld, Alkmaar cum laude). Kand. klassieke letteren: A. J. P. Chardon, Driebergen en I. J. Bette, Dordrecht. AMSTERDAM, 23 jan. Doet. schei kunde (met lof): W. Nagel en J. C. Duinker (Amsterdam).1 DELFT, 23 jan. Propaed. civiel- ingenieur: H. H. van der Maas, Laren (N.H.). Prop. werktuigkundig ingenieur: C. W. Harbrecht, Aalsmeer. Prop. schei kundig ingenieur: H. E. Heijn, Delft; A. B. M. Majoor, Boekelo. Prop. vlieg tuigbouwkundig ingenieur: J. A. van Hamel, Amsterdam; R. J. Zwaan, Enk huizen. Kand. werktuigkundig ing.: P. W. ten Bouwhuys, Delft; R. H. van Enk, 's-Gravenhage. Ing.ex. werktuigkunde: R. L. Timmerrflan, Delft. Ing.ex. mijning.: L. N. ten Hoope, Delft. Ing.ex. scheeps bouwk. ing.: J. Kools, Zaandam. Ing.ex. vliegtuigbouwkundig ing.: H. J. van Grol (met lof), Amsterdam; T. van der Velde, Voorthuizen. Kand. scheik. ing.; J. Boon, Monster; M. J. van den Bos, Brouwershaven; P. M. A. Broers, Budel; C. F. Cornet, Haarlem; J. Damme, Rot terdam; J. C. F. Rijnja, Rotterdam; P. van Duursen, R. M. M. Jessurun, Kim Jong Choi, N. W. F. Kossen (met lof), J. J. D. Lamers, allen te Delft; A. J. de Graaf, Arnhem; L. T. Groet, J. de Jonge, R. G. de Lange, D. Medema, B. J. van Sorge, P. A. Staring, mej. Yap May Hua en A. J. van der Zeeuw, allen te 's-Gra venhage; J. H. de Groot, Heemstede; A. P. H. Groot Antink, Vught; A. N. Huisman, Wezep; J. M. H. Jacobs, Heer len; H. K. Kroeze, M. Mellema en H. W. L. Wulff, allen te Voorburg; A. van der Leij, Joure; E. B. Mandemakers, Waalwijk; A. A. Massier, Amsterdam; A. A. F. van der Meeren, Scheveningen; mej. P. C. van der Vloodt, Hilversum; R. M. Voncken, Valkenburg (L.)J. G. W. van den Waterbeemd, Helmond. Ing.ex. scheik. ing.: J. J. van Aartsen, Middelburg; H. P. G. Baljet, Tilburg; A. J. Bogers, E. H. P. Cordfunke, M. C. M. Kwaaitaal, G. van Messel en A. J. R. van de Ven, allen te Rotterdam; J. van Elk en H. Swart, beiden Delft; F. C. Eversteijn, H. Frentz, J. J. van Heuve len, J. M. Schoneveld, F. E. van Wely en E. Zondag, allen te 's-Gravenhage; P. A. Gautier. Amersfoort; mevr. A. H. Hartman-Koehler, Diemen; L. A. A. M. Klinckhamers, Hoensbroek; F. G. ter Mors, Enschede; G. A. van Os, Uden; J. W. Passchier, Hilversum; G. H. van der Poel (met lof), Haarlem; T. Vlot, Gouda; F. Vreugdenhil, 's-Gravenzande; W. J. van de Weerdt, Elden; F. van Westen, Wapenveld; H. J. van Zutphen, Nieuw-Vennep; J. L. F. M. Zwinkels, Honselersdijk. LEIDEN, 22 januari Doet. Ned. recht: J. G. Troost te Oegstgeest. ROTTERDAM, 22 januari Kand. eco nomie: F. Barendregt te Rhoon. Doet. economie: F. A. A. Stapels te Rotter dam. UTRECHT, 23 jan. Cand. rechts geleerdheid: A. Dronkert, Dordrecht; K. J. M. Bruins, Arnhem; mej. S. J. M. van Aarnhem, Driebergen. Doet. geneeskunde: P. W. L. van Baarle, Rotterdam; L. J. van Bruggen, j Dordrecht; G. Grootendorst, Leusden; mej. J. E. v. d. Held, Bilthoven; W. J. van Melle, Goes; mej. J. Wensink. Scherpenzeel. Kerkelijk examen: J. van Dijk, Papen- drecht; H. Binnekamp, Utrecht; R. E. Kuus, Zeist; L. A. Nagtegaal, Utrecht; W. J. J. van den Waal, Soest; A. M. A. Hellendoorn, Enschede; M. A. Wester beek van Eerten, Doorn; J. Mansvelt, Rotterdam. Doet. rechtsgeleerdheid: mej. E. D. ten w.,.v Gisteren is in Markelo de nieuwe T.V.-zender officieel in gebruik gesteld. Zij deed overigens al niet-officieel dienst sinds begin december van het vorig jaar. Zeer ten faveure van de kijkers in Oost-Nederland, die nu ook, zoals w;j van sommigen van hen vernamen, Bussum uitstekend kunnen ontvangen. Na Goes en Roermond dus nu Marke lo, waar men er gisteren een klein feestje van had gemaakt. Dat wil zeg gen op de 21e verdieping van de 111 m hoge toren had men een illuster gezel schap verzameld, dat o.m. werd toege sproken door prof. mr. L. W. G. Schol ten, voorzitter van de raad van beheer van de Nozema. Ir. J. B. G. Ridder de van der Schueren, commissaris van de koningin in Overijssel, verrichtte de officiële in gebruik stelling door op een knop te drukken. Meteen daarna zag men een speciaal uitzendinkje van de N.T.S., waarin Tanja Koen de kijkers in het oosten welkom heette. En waar in een kort filmpje over ,,T.V. in Hol land" werd vertoond. Helemaal goed wordt de zender pas ingewijd op dins dag a.s. wanneer via Markelo een op voering van ,,La Tosca" door „Fo rum" uit Enschede door de N.T.S. wordt uitgezonden. U moet verder dan nog weten, dunkt ons, dat de toren 8 miljoen kilo weegt, dat zij een stalen buisantenne van 32 m lengte torst en dat daarop weer een „vakwerkmast" van 14 m staat. De gehele toren steekt dus 157 meter boven het landschap uit. In totaal zijn 2700 kubieke meter beton en 290 m ton staal in het bouwwerk verwerkt. Marie Koenen, die tachtig jaar is, aan haar schrijftafel. AMSTERDAM, 23 jan. (V.U.) Semi- artsexamen: A. v. Dijk. Amsterdam, en B. P. Hazenberg, Apeldoorn. LEIDEN, 23 jan. Gepromoveerd tot doctor in de wis- en natuurkunde op proefschrift getiteld „The attenuation of sound in some dilute 3he-4he mix tures", de heer A. M. R. van Iersel, ge boren te Bandoeng en thans wonende te Leiden. Doet. Nederlands recht: P. J. A. Ver beek te Rotterdam. Propaed. godgeleerdheid: C. Mondt te 's-Gravenzande. EINDHOVEN, 23 jan. Prop. elektro techniek: Th. J. Bannenberg, Waalre; W. van den Berg, Ulvenhout; F. A. P. Blom, Boxtel; J. Dijk, Groningen; H. W. van Hecke, Hengelo; Th. J. van dei- Hurk, Eindhoven; P. G. van Genuch- ten, Tilburg; J. A. de Keuninck, Cad- zand; H. C. A. Lembeck. Eindhoven; G. P. Schuller, Beek bij Nijmegen, en J. A. A. van der Wulp, Riethoven. EINDHOVEN, 23 jan. Werktuigbouw kunde prop, ex.: W. H. Th. Adriaens, Weert; M. H. Cuypers, Eindhoven; G. M. M. van de Eisen en F. Roos, Eind hoven; E. M. Schmidt, Beek en Donk; J. Verhagen, Sittard. In het Stedelijk Museum te Amster dam is vrijdagmiddag een tentoonstel ling van werken van de 54-jarige Fran se schilder Jean Bazaine in diens te genwoordigheid geopend. De tot 26 fe bruari a.s. durende expositie (voordien en meer werken omvattend in het Van Abbe Museum te Eindhoven gehouden) omvat schilderijen, aquarellen, gouaches en tekeningen. Bazaine verbleef tijdens de zomer maanden van 1956 en 1957 in Zeeland (Veere) en in Noord-Holland (Bergen). Uit dit verblijf resulteerde een reeks werken op het thema „Holland"; een aantal daarvan wordt geëxposeerd. Vanavond de K.R.O. voor de T.V. Om 20.20 „Blijf er niet voor thuis", cabaret van Jan dc Cler en Emile Lo pez. Daarna om 21.20 het eerste van een serie T.V.-filmpjes van Hitchcock, die door de K.R.O. zijn aangekocht. Dit heet „Het geheim van meneer Blanchard." Om 21.50 een „American All Star Show", die van de Singer- concertzaal uit wordt uitgezonden. Men ziet o.m. The Everly Brothers. Andy Williams en een orkest o.l.v. Archie Bleyer. Ook zondag is er iets te doen. Des middags van 4 tot 5 kunt u kijken naar internationale zwemwedstrijden in Bremen. En des avonds wordt weer „Sieben auf einen Strech", de quiz van de Duitse t.v. met Hans Joachim Kuh- lenkamf gerelayeerd. En\ge dames in Markelose klederdracht staan boven op de „Reus van Markelo", de nieuwe televisietoren, om vandaar uit het magnifieke uitzicht over hun woonplaats te bewonderen. De toren is vrijdag door de Commissaris der Ko ningin in de provincie Overijssel in gebruik gesteld. 11 De eerstvolgende radiouitzending „Dit is uw leven" zal men kunnen beluis teren op woensdagavond 28 januari. In deze uitzending van de V.A.R.A. con fronteert Bert Garthoff dan een Neder lander met figuren uit zijn leven. Joop Koopman stelde het programma samen. De Ned. Journalisten-Kring viert wel dra zijn 75-jarig bestaan. De dagblad journalist Eduard Messer en de radio journalist Gabri de Wagt schreven ter gelegenheid daarvan samen een klank beeld over de krant en de mensen die haar maken. De V.A.R.A. zal dat klank beeld op vrijdagavond 30 januari uit zenden, onder de titel „Er staat weer niks in Het défilé langs de baar met het stof felijk overschot van mevrouw Else Mauhs, op 26 januari in de Stads schouwburg te Amsterdam, is thans vastgesteld van 11 tot 12 uur. Te on geveer 12.10 zal de stoet vanaf de schouwburg vertrekken. Blijkens de statistiek van januari 1958 telt de sociëteit van het Goddelijk Woord, waarvan de stichter pater Arnoldus Janssen thans precies vijftig jaar geleden stierf, 4554 geprofeste leden, waaronder 28 bisschoppen, 2451 priesters, 822 fraters en 1253 broeders. Het aantal novicen bedraagt resp. 399 fraters en 198 broeders, terwijl 4332 studenten bezig zijn met de voorbe reidende priesterstudies. Tot de stich ting van pater Arnoldus Janssen be horen voorts nog de missiezusters „Dienaressen van de Heilige Geest" met 4206 leden, waaronder 227 novicen en 106 postulanten en de slotzusters „Die naressen van de H. Geest" van de Altijddurende Aanbidding met 273 ge profeste zusters, 19 novicen en 11 pos tulanten. In ons bericht over de herdenking van de vijftigste sterfdag van pater Arnoldus Janssen werden enkele cijfers in het geheel niet en andere onjuist vermeld. Vandaag viert het Canisius-college in Nijmegen zijn 415-jarig bestaan met een plechtigheid in de hal van het gebouw. De burgemeester van Nijmegen, mr. Ch. Hustinx, onthult een beeldhouwwerk en leerlingen van de school bieden een klok aan. De school dateert van 1544. 51 „We weten, dat De Dag is vastgesteld. We weten, of denken te weten, waar de aanval zal komen. (Maar op dit punt kunnen we ons vergissen.) We hebben ons er zo goed mogelijk op geprepareerd. Maar het is de oude geschiedenis van het beleg van Troje: de bel gerden waren zoals bekend volledig op de hoogte van de troepen, die buiten de muren stonden. En wij willen alles weten over de strijdmacht, die zich binnen de muren bevindt. De mannen in het houten paard! Want die zijn het, die de sleutels van het fort kunnen uitleveren! Een tiental hooggeplaat ste personen, die sleutelposities bekleden, kunnen, door het uitgeven van tegenstrijdige bevelen, het land in een toestand van verwarring brengen, die de Duit sers juist nodig hebben om hun plannen ten uitvoer te brengen. We moeten de vereiste interne inlichtingen tijdig hebben." Op wanhopige toon zei Tuppence: „Ik heb 't ge voel, dat ik zo nutteloos benzo onervaren." „O, maar daar hoeft U zie' niet om te bekom meren. We hebben mensen aan het werk, die er varing hebben, we hebben zo veel mogelijk ervaren en talentvolle mensen tot onze beschikkingmaar wanneer er verraad van binnen uit gepleegd wordt, zijn we niet in staat te zeggen, wie te vertrouwen is. TJ en Beresford behoren tot de ongeregelde troe pen. Niemand weet iets van U af. Juist daarom hebt U kans van slagen, daarom bént U tot op zekere hoogte ook geslaagd." „Kunt U niet een paar van Uw mensen achter Mrs. Perenna zetten? Er móeten toch enkelen on der hen zijn, die U volkomen vertrouwen kunt!" „O, maar dat hebben we gedaan. We zijn uitge gaan van zoals dat heet, „ontvangen inlichtingen, dat Mrs. Perenna lid is van de Ierse Vrijheids Be weging er. dat ze anti-Britse sympathieën heeft." Dat is maar al te waar, tussen twee haakjes, maar er kan niets méér bewezen worden. Althans niet van de feiten, waar 't om gaat en die we nodig hebben. Laat de zaak daarom niet los, Mrs. Beresford. Ga voort en doe Uw uiterste best!" „De vierde," zei Tuppence, „dan hebben we ter nauwernood nog een week voor ons." ,,'t Is een week op de kop af." Tuppence kneep haarhanden samen. Wjj moeten iets aan de weet zien te komenIk zeg wij, omdat ik geloof, dat Tommy achter iets aan zit en dat dat de reden is, waarom hij niet teruggekomen is. Hij volgt een spoor. Kon ik nu ook maar iets te pakken krijgen! Ik vraag me afals ik Ze fronste haar voorhoofd en begon een nieuw aanvalsplan uit te werken. „Je zie' wel, Albert, dat 't mogelijk is." „Ik begrijp, wat U bedoelt, mevrouw, natuurlijk. Maar, om de waarheid te zeggen, voel ik er niet veel voor." „Ik geloof, dat het kans van slagen heeft." „Ja, mevrouw, maar het houdt in, dat U zich aan een aanval blootsteltdaarom voel ik er niet veel vooren ik ben er zeker van, dat de baas er ook niets voor zou voelen." „We hebben alle gewone manieren geprobeerd. Dat wil zeggen, we hebben gedaan, wat we konden, ter wijl we zorgden buiten schot te blijven. Het schijnt me toe, dat er nu alleen nog maar een kans van slagen is als we ons blootgeven." „Hebt U er wel aan gedacht, mevrouw, dat U zodoende een voordeel opoffert?" ,,Te taal doet me vanmiddag verschrikkelijk sterk aan de B.B.C. denken, Albert," zei Tuppence, iet wat geërgerd. Albert keek wat uit het veld geslagen en keerde weer tot de meer natuurlijke spreektaal terug. „Ik heb gisteravond geluisterd naar een interes sant praatje over wat er zo al in een vijver leeft," verklaarde hij. „We hebben nu geen tijd om over dat leven te denken," zei Tuppence. „Waar is Kapitein Beresford dat zou ik graag willen weten." „En ik," zei Tuppence en voelde een steek in haar hart. ,,'t Lijkt zo onnatuurlijk, dat zonder één woord verdwijnen. Hij had U nu toch een seintje horen te geven. En daarom „Ja, Albert?" „Wat ik zeggen wilals hij zich nu bloot heeft gegeven, moest het maar liever niet doen." Hij hield even op om zijn gedachten te ordenen en ging toen voort: „Ik bedoel, ze hebben hèm ver raden, maar het is mogelijk, dat ze van u nog niets weten en het ligt dus helemaal aan U, nog buiten schot te blijven." „Ik wou, dat ik een besluit kon nemen," zuchtte Tuppence. „Hoe had U zich de gang van zaken gedacht, me vrouw?" Tuppence mompelde bedachtzaam: „Ik had zo ge dacht, dat ik een brief, die ik geschreven had, zou kunnen verliezen...... en dan zou ik er veel drukte over kunen maken en erg overstuur doen. De brief zou daarna in de vestibule gevonden worden en Bea trice zou 'm waarschijnlijk op de hall-tafel leggen. En dan zou de persoon, die we zoeken, de brief lezen." „Wat zou er dan in moeten staan?" „O, in grote trekken, dat ik er in geslaagd ben de identiteit te ontdekken van de persoon in kwestie en dat ik er morgen persoonlijk een volledig rapport over moet opstellen. Zie je, Albert, en dan zou N of M zich moeten blootgeven en proberen me on schadelijk te maken." „Ja, en dat zou ze wel eens kunnen lukken ook." „Niet als ik op mijn hoede ben. Ze zouden me, ge loof ik, ergens heen moeten lokkennaar de een of andere eenzame plek. En daar kom jij op de prop penomdat ze van jou niets afweten." „Ik zou ze volgen en ze, om zo te zeggen, op he terdaad betrappen?" Tuppence knikte. „Dat is het 'm! Ik moet het nauw keurig uitdenkentot morgen." (Wordt vervolgd) Wie zich in de toekomst ooit met de geschiedenis der liturgie bezig houdt zal daarbij vooral aandacht moeten schenken aan de ingrijpende wij zigingen, die paus Pius XII z.g. daarin heeft aangebracht. Er is geen Paus aan te wijzen, die de zaken zó grondig heeft aangepakt. In het orgaan van de St.- Adelbert-vereniging geeft p. dr. Brink- hoff van deze pauselijke bemoeienissen een duidelijke samenvatting. Het begon met de nieuwe latijnse vertaling der psalmen, die in 1945 of ficieel werd goedgekeurd en gebruikt mocht worden bij het breviergebed. Geleerden hebben weliswaar terecht en kele bezwaren tegen deze vertaling ge uit, omdat zij, naar hun mening, de charme en het eigen karakter van het oud-christelijk latijn had opgeofferd aan een voorkeur voor het klassieke latijn, het blijft intussen een feit, dat deze nieuwe vertaling een aanmerkelijk f grotere verstaan baarheid bevatte en juist daardoor de waardering en de liefde voor de psalmen zeer ver grootte. Uiteraard eerst onder de priesters en kloos terlingen, maar al heel spoedig von den de leken de weg naar deze authen tieke gebedsvorm van de Kerk. Op het ogenblik mag men naar waarheid en met vreugde constateren, dat de psalmen hoe langer hoe meer belangstelling krij gen als een wezenlijk onderdeel van de lekenspiritualiteit. Deze eerste maatregel van paus Pius XII is derhalve inderdaad een groot en algemeen succes geworden. Vervolgens ging Z.H. ertoe over door allerlei maatregelen de liturgie een meer moderne vorm te geven. Zijn be doelingen in deze openbaarde de Paus in 1947 door middel van zijn beroemde encycliek „Mediator Dei". Van dit moment af ontwikkelde heel de liturgi sche beweging zich welbewust met als grote doel: een zo groot mogelijke toe spitsing op de zielzorg. Paus Pius XII liet het echter niet bij theoretische beschouwingen. Zijn maatregelen waren zeer praktisch en concreet. Hij gaf zijn toestemming aan een verzoek van Franse bisschop pen om bij de toediening van verschil lende Sacramenten, althans gedeelte lijk, de volkstaal te gebruiken, om zo doende de gelovigen in staat te stellen de zin van deze heilige handelingen be ter te begrijpen. Spoedig werd deze toe stemming ook tot andere landen uitge strekt. Denken wij maar eens aan de wijze, waarop tegenwoordig in ons land de huwelijksplechtigheid geschiedt. In 1949 kregen de Chinese missiona rissen zelfs verlof een groot deel van de H. Mis in het Chinees op te dragen. Door de afschuwelijke Kerkvervol ging hebben zij er echter weinig gebruik van kunnen maken. Wat intussen niet wegneemt, dat deze pauselijke goedkeu ring als beginsel van de grootste bete kenis is met het oog op de toekomst. Ieder herinnert zich ongetwijfeld het besluit van paus Pius XII, genomen in 1951, de Paasnachtviering weer in te voeren. Eerst bij wijze van proef. Het succes daarvan was echter zo groot, dat enige jaren later de hele Goede-Week- liturgie werd gewijzigd en voor de hele Kerk voorgeschreven. Maar ook daarmee was de Paus nog niet tevreden. Zijn voornemen de ge lovigen zoveel mogelijk in aanraking te brengen met de echte, christelijke vroomheidsbronnen deed hem verlof ge ven tot het opdragen van avondmissen. Om daarbij de gelegenheid tot commu niceren te scheppen, vergemakkelijkte hij de bepalingen van het nuchter-zijn. Daarnaast gaf hij opdracht een ingrij pende verandering van het brevierge bed voor te bereiden en wel met spoed. Enkele kleine wijzigingen zijn nu al in gevoerd. Toen kwam de kerkmuziek aan de beurt, waaraan in 1955 zelfs een he le encycliek werd gewijd. Zo heeft Pius XII alles in het werk ge steld om de zielzorg vruchtbaar te ma ken. Dat was zijn grote doel. Het gevolg van een en ander was, dat, tengevolge van een sterke opleving van de liturgi sche beweging, in vele landen de bis schoppen voor hun diocees bepaalde veranderingen invoerden, uiteraard eveneens met de bevordering der ziel zorg tot doel. Dit gaf echter op de duur kans tot ai te grote verscheidenheid. Toen besloot de Paus, steunend op be doelde wijzigingen, enkele algemene richtlijnen te geven, waarbinnen deze veranderingen zich vrij konden ontwik kelen. Kort voor zijn overlijden heeft op zijn bevel de Ritencongregatie een stuk uitgegeven, dat van zeer grote invloed voor de toekomst van de liturgie zal blij ken te zijn. In september van verleden jaar ver scheen dit document over de Kerkmu ziek en de Liturgie. Het voornaamste kenmerk hiervan is de deelneming van de leek aan de eredienst zo groot moge- Hik te maken. Op deze laatste bepaling van paus Pius XII komen wij nog na der terug. ZONDAo 25 januari: Septuagesima; eigen mis; 2 geb. H Paulus; 3 geb. H. Petrus; credo; pref. van de H. Drieëenheid; paars. MAANDAG: H. Polycarpus, bisschop-marte laar; eigen mis; rood. DINSDAG: H. Joan nes Chrysostomus, bisschop-belijder-kerkle raar; eigen mis; credo; wit. WOENSDAG: H. Petrus Nolascus, belijder; mis Justus; 2 geb. H. Agnes; wit. DONDERDAG: H. Franciscus van Sales, bisschop-belijder kerkleraar; mis In medio; credo: wit. VRIJDAG: H. Martina, maagd-martelares; mis Loquebar; rood. ZATERDAG: H. Joan nes Bosco, belijder; eigen mis; wit. ZON DAG 1 februari: Sexagesima; eigen mis; 2 geb. H. Ignatius; credo; pref. van de H. Drieëenheid; paars.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 11