MARIE KOENEN schreef voor
waarlijk meer dan één generatie
Van boeken
en schrijvers
I
T.V.-zender in Markelo
in gebruik
N of M
Paus Pius XII als liturgie
hervormer
Een leven vruchtbaar voor
de katholieke litteratuur
Radio en TV
Jean Bazaine
De leek in de eredienst betrokken
en
onderwijzersexamen
J
RESA-HILVERSUM
MHI
ZATERDAG 24 JANUARI 1959
PAGINA 11
EXAMENS
Vanavond
Expositie thans in
Amsterdam
„Dit is Uw leven
Journalistiek
Afscheid Else Mauhs
De Sociëteit van het
Goddelijk Woord
415 jaar Canisius-
college
door
AGATHA CHRISTIE
Liturgische weekkalender
Toen Marie Koenen zeventig werd
l heeft het haar niet ontbroken
blijken van warmgestemde er
kentelijkheid voor wat zij voor de ka
tholieke literatuur in ons land heeft
gedaan en daarmee voor de katho
lieke cultuur heeft betekend. De ka
tholieke universiteit van Nijmegen
gaf haar de onderscheiding van het
eredoctoraat. De bladen wijdden in
kun letterkundige kronieken uitvoe-
rige beschouwingen aan haar oeuvre.
grote uitgeverij Het Spectrum had
"et besluit genomen tot een heruit
gave van haar gezamenlijk werk, dat
al eerder met de Brand-Van Gentprijs
van de katholieke uitgevers en boek
handelaren was bekroond, toen deze
v°or het eerst werd toegekend. Het
^aandblad Roeping, in de twintiger
jaren het tijdschrift van de katholie
ke jongeren, wijdde een geheel num
ber aan haar met bijdragen van vele
barer schrijvende gewestgertoten, van
van Duinkerken, Maria Viola en Ber
nard Verhoeven, die haar de Vestaal
se onzer letteren noemde. De stad
Maastricht huldigde haar, die haar
burgeres geweest was, in een acade
mische zitting, waarin professor dr.
"os Gielen, de oud-minister van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen,
de feestrede hield en dr. Endepols, de
Voortzetter van het verklarende
handwoordenboek der Nederlandse
laai van wijlen haar vader, haar de
gelukwensen bracht van de Leidse
Maatschappij van Nederlandse letter
kunde. Buiten het literaire klimaat
van jongerenbeweging en van de na-
oorlogstijd gekomen stond haar werk
bidden in een dankbare en feestelijke
aandacht. Nu, nu zij het achtste
kruisje heeft bereikt, is er stilte ge-
Vallen over de levensavond van de
grijze schrijfster. Maar velen zullen
kaar herdenken, met dat gevoel van
dankbaarheid, dat haar boeken in zo
veel harten opriep. Want haar werk
js in zoverre nog niet bijgezet, dat
het immer nog wordt gelezen door
hen, die boeken halen uit de leeszaal-
en uitleenbibliotheek en die gevoelig
zijn voor de aandoenlijkheid van een
Zuiver geschreven mooi verhaal. Zij
schreef waarlijk voor meer dan een
generatie. Die wetenschap zal haar
een voldoening zijn, als de bloemen
ener stille huldiging in de verstilling
*elf van haar gezegende ouderdom,
die een leven besluit zo vruchtbaar
Voor de katholieke literatuur, waar
aan het evenwichtig was gewijd.
In het Roepingnummer bij haar ze
ventigste verjaardag schrift Ma-
Me Koenen zelf het verhaal van haar
Verhalen, een frisse, aantrekkelijke
bijdrage waaruit men heel het weefsel
afleidt van het patroon van haar letter
kundig leven. Zij herinnert aan de vroe
ge dagen van haar kinderjeugd, die al
tijd beslissend is door de indrukken, wel
ke zjj zo krachtig meegeeft. Van moe
ders zjjde had zjj een grootvader, die
schilder was met vóór alles een ge-
Voel voor atmosfeer. Door hater va
der was het ouderhuis vol van Ne
derlandse taal, waarvan al de rijkdom-
Uien, zegt zij, tot haar kwamen. Dan
Zegent zij de omstandigheid, door haar
geboorte van het zuiden te zijn, Den
Bosch, en erin te zijn terecht geble
ven, de Servaasstad Maastricht. En een
tweede gezegende omstandigheid noemt
*ij het, geboren te zijn nog juist op de
Jelfkant van de goede, ouderwetse tijd,
toen de vrede nog onverstoorbaar leek,
Vóór de opkomst van het zuiden, waartoe
bet behouden verleden zijn kracht zou
bilzetten. Het beeld, dat zij oproept van
Maastricht, is dat der grijze stad, de
torens, de Sint Servaas en de Sint Jan.
Onder de Bogen, de oude omwalling, en
Verderop de natuurlijke beveiliging van
een heuvelrug en het Limburgse ver-
Jchiet. Het romantische van de atmos
feer zou de toevoeging van het beeld
Van het andere Maastricht met zijn on
voorstelbaar verkrotte volksbuurten en
bun sociale problematiek niet hebben
Verdragen. Zij gewaagt er niet van. Zij
spreekt van haar wantrouwig opkijken
baar de roetwalm uit de fabrieks
schoorstenen, gelukkig op afstand
Van het hart van de stad. Onberoerd
«oor de onrust van de opkomende in
dustrialisering van het Zuidlimburgse
biijngebied, bekent zij in haar voor
keur voor de zelfkant van de goede,
bude tijd evenwel de behoudskracht van
de waardevolle tradities eruit voor de
i°ekomst, die stond geboren te worden,
b-b het is hiervan, dat haar boeken al-
Hl d opnieuw zullen blijven getuigen.
Planken vol boeken
In het verhaal van haar verhalen
vertelt zij, hoe zij als schoolmeisje een
opstel oven het schoolbord schreef,
een opgegeven' onderwerp. Haar op
stel viel als een sprookje uit. In angst
en vrees wachtte zij het oordeel af
van de onderwijzeres, die het als laat
ste achter hield. Maar het onverwach
te: als je dit zelf geschreven hebt,
bul je nog eens een goed schrijfster
voorden, was haar opeens de Blijde
Boodschap. Het is de overweldigende
herkenning van de nog onbestemde
"troom. Een sprookje over een school
bord, daaruit blijkt wel haar verhou
hing tot de werkelijkheid. Deze ver
houding tot de werkelijkheid heeft zf)
alHjd gehad, zij heeft er mooie verha
en van gemaakt. De voorzegging van
he onderwijzeres gaf haar de onrust
h?r verwachting: planken volgesta-
h^'d met boeken, waarvan zij de ti-
bedacht.
taa,e rijkdommen van de Nederlandse
1 vond zij vooralsnog in de Camera
cura, Staring, Da Costa, Potgieter
Advertentie
r® kortjt» an voordeligste opleiding
(Bekende Schriftelijke Cursus
en de gedegen deftigheid van de Noord
nederlandse litteratuur. Maar in de
bibliotheek van haar vader vond zij
de middeleeuwse geestelijke liederen,
gedichten van Prudens en Florimont
van Duyse, van Ledeganck en van Van
Beers, verhalen van Rosalie en Virgi-
nie Loveling en Conscience. Ook met
het tachtiger geluid van de Noordneder
landse litteratuur kwam zij in aanra
king, en natuurlijk de vervoering van
Gorters Mei: een wereld ging open.
Maar in het verhaal van haar verha
len gaat zij er gauw aan voorbij. Zij
vindt er geen verbinding mee: in het
middelnederlands en in het Vlaams,
dat zij las, vindt zij de natuurlijke klank
van de menselijke stem. En dan ver
telt zij van het Jekerdal, het kasteel
van Neder-Canne, het witte dorp met
zijn ridderhofsteden en men is al aan
de stoffering toe van haar eerste ver
halen De Witte Burcht, De Toren van
Neekum. Zij heeft een bescheiden aan
vang, novellen in Van Onzen Tijd, aan
raking met Gerard Brom, eindelijk haar
grote verhalen in de Beiaard; en wat
die tijd voor haar geweest is ligt uit
gedrukt in haar geestdrift over het
tijdschrift, dat zij klokken luidde voor
een nieuw reveil van katholieke weten
schap, kunst en litteratuur. De dagen
stonden in bloei: zij zou meedoen. En
de stapels boeken zijn gekomen, waar
voor zij de titels bedacht: Het Hofke,
en De Moeder-, en De Andere, en De
Korrel in de Voor, Wassend Graan
en Parcival en De Redder en De Wilde
Jager, en de prachtige legenden.
De verhalen vonden een lezerskring,
iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimniiiiiiiiiiii)
lllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllljlllllllllllllllllllliguilll
en een grote, Paul Haimon schrijft in
het aan haar gewijde Roepingnum
mer over de uitgebreide middenlaag
van onze bevolking, die haar las, en
wat dat betreft bracht zü het ver. Zij
bereikte het katholieke volksdeel. Maar
in haar bijdrage in Roeping verhult
zij haar voldoening niet over een „door
braak" naar een neutraal uitgever, de
Wereldbibliotheek, die de in Beiaard
gepubliceerde roman De Andere uitgaf,
en de letterkundige feuilletons van Johan
de Meester in De Nieuwe Rotterdam
se Courant en van Querido in „Het
Algemeen Handelsblad, critici, die zelf
romanschrijver waren en die de zuive
re verhaalkunst van de Limburgse
schrijfster scherp onderscheidden als
een zuidelijke en katholieke bijdrage
aan de Nederlandse litteratuur.
Geen „grote litteratuur"
lllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIIIUllllllUlllllllllliUI
Deze week is de schrijfster Marie
Koenen, zoals wij reeds hebben
gemeld, 80 jaar geworden. Wij
publiceren hierbij een uitvoerige
beschouwing van Antoon Coolen
over het nog immer veelgelezen en
gewaardeerde werk van de be
jaarde schrijfster.
Haimons bijdrage in het Roepingnum
mer was die van een jongere. Zich be
wust van het verschijnsel, waarvoor bij
jubilea gewaarschuwd is, de hulde met
voorbedachten rade, schrijft hij een
kleine confrontatie. Tot de grote littera
tuur rekent hij dit werk niet. De jongere
geslachten hadden de duistere bekoring
gekend van Marsman's vers: Slaap
met het donker, vrouw, slaap met de
nacht. De stemming van dreigende on
heilspelling vond men bij Streuvels nog
en bij Van Schendel, wier boeken even
wel voor die van de jongere schrijvers
werden gesloten. Door Marie Koenen's
boeken kon men ontroerd worden, tot
tranen zelfs, maar niet worden wegge
rukt en geslingerd tussen hemel, hel en
aarde, zodat we met ons naakte mens
zijn in onze handen staan. Hoe waar
achtig dit pathos is, dat aan het boek
de eis stelt dat het ons tussen de escha
tologische uitersten heen en weer
slingert, gelukkig kent de verbeeldings
litteratuur nog het geliefde boek, dat
de weldadigheid geeft van de rust van
een harmonisch evenwicht. De jeugd
verkent het leven in andere lectuur dan
die van Marie Koenen. Van haar boeken
is de lof verkondigd, dat zij iedereen
in handen kunnen worden gegeven,
jong en oud, die eis van onschuldige
lectuur, die aan het katholieke boek
werd gesteld. Men kan er de vraag te
genoverstellen, aan welke litteratuur de
voorkeur is te geven, aan die, welke on-
schuldigen niet tot schade is, of aan die,
welke schuldigen tot voordeel dient; aan
die litteratuur, waarin de levenswer
kelijkheid niet wordt onderkend of aan
die, waarin de lezer eraan wordt ge
confronteerd. Bij haar zestigste ver
jaardag is van Marie Koenen geschre
ven, dat zij het volksverhaal tot kunst
heeft veredeld. Wat in de Kempische
volksverhalen van Conscience, en, er
ger nog, in die van de beide Sniedersen
schema was, eenzijdig slechte mensen,
wier kwaad niet geschilderd werd, en
goede, wier deugd uitvoerig werd uitge
meten, de strijd, tussen goed en kwaad
die zonder meer de strijd was tussen
imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiniiiiiiiiiminmii
de gelovige en de hem belagende onge
lovige, dat was overwonnen vanaf de
eerste verhalen van Marie Koenen. Zij
schreef, tegen een achtergrond van een
veel dichterlijker verbeelding, een ein
deloos veel zuiverder psychologie, voor
al van de vrouwelijke, waarvoor zij een
fijne intuïtie had. Zij - onderkende de
spanningen tussen goed en kwaad in
de éne menselijke ziel, en zij schreef
een eindeloos rijker geschakeerd proza
dan het volksverhaal had gekend. Hai
mon treft in zijn artikel heel zuiver de
sfeer van Marie Koenen's werk als de
ingetogen stilte van een zondagmiddag,
wanneer het Limburgse dorp het om
floerste gelaat heeft van een jonge
vrouw met éen rouwsluier ervoor en hij
zich afvraagt, of hij Fina ziet of Vir-
ginie uit de roman De Andere. En ook
heeft hij litterair heugenis aan haar le
genden. De jeugdvervoering bij de lec
tuur van De Toren van Neekum was
gelijk aan die welke Een berg vol dro
men van Van Schendel gaf in een ge-
voelsverbinding met de natuurverbeel
ding van Streuvels, waarvan de droom
der eerste onbestendige verliefdheid de
voorsmaak heeft geproefd.
„Lectuur gebleven"
Litterair staat het werk van Marie
Koenen buiten het klimaat der huidige
waardebepalingen. In de ontwikkeling
van de katholieke litteratuur, tot het
mondig worden waarvan het' bijdroeg
tussen De Beiaard en Roeping in, heeft
het zijn onmiskenbare betekenis. Dat
het zich als lectuur handhaaft is mis
schien de tegenweer van de lezer tegen
de hedendaagse litteratuur, die con
fronteert aan een nauwelijks genoeg te
ontluisteren werkelijkheid van onbeha
gen. Hoe de maatstaven wisselen en de
gezichtskanten der verbeelde werkelijk
heid telkens anders zullen zijn, er zijn
maatstaven, die niet straffeloos kunnen
worden uitgewist. De dichter Nijhoff,
tijdgenoot van een andere generatie dan
die van Marie Koenen, legt zo'n maat
staf aan: de figuur uit de roman, die
wij lezen, is op dat ogenblik onze naas
te; wij vragen onophoudelijk, ons men
sen te geven, van wit we kunnen ou
den. Dat heeft Marie Koenen buiten el
ke twijfel, en even onophoudelijk als het
hier gevraagd wordt, gedaan. Zij is ge
worden wat haar onderwijzeres voor
zegd heeft, een goed schrijfster, en zij
heeft, na die blijde boodschap, gedaan
wat zij zich voornam: zij heeft een sta
pel boeken geschreven, waarvoor zij al
die namen bedacht, en zij vond duizen
den, die ze lazen. Het is nu stil rond
haar geworden. Boeken hebben het ver
mogen ons tot alleen zijn te brengen, zegt
Nijhoff. In zulk alleen zijn, waarvan de
stilte verwant is aan de hare, zullen ve
len haar nóg lezen. Dit zal, met een te
rugblik op haar omvangrijke arbeid,
haar beste voldoening zijn, nu haar ge
zegende levensavond met het achtste
kruisje getekend is.
ANTOON COOLEN
AMSTERDAM, 22 januari (G. U.)
Kand. psychologie: W. L. Ietswaart
(Diemen).
AMSTERDAM' 22 januari Doet.
rechten: mej. J. R. Koksma, Amster
dam (cum laude); mej. A. A. v. d. Bend,
Heemstede en J. J. van Oostendorp,
Rotterdam. Doet. geneeskunde: G. H.
Brillenburg Wurth, Kampen; mej. M.
J. van Nes, Sassenheim en O. P. v. d.
Werff, Zwartsluis. Doet. klassieke let
teren: D. M. Schenkeveld, Alkmaar cum
laude). Kand. klassieke letteren: A. J.
P. Chardon, Driebergen en I. J. Bette,
Dordrecht.
AMSTERDAM, 23 jan. Doet. schei
kunde (met lof): W. Nagel en J. C.
Duinker (Amsterdam).1
DELFT, 23 jan. Propaed. civiel-
ingenieur: H. H. van der Maas, Laren
(N.H.). Prop. werktuigkundig ingenieur:
C. W. Harbrecht, Aalsmeer. Prop. schei
kundig ingenieur: H. E. Heijn, Delft;
A. B. M. Majoor, Boekelo. Prop. vlieg
tuigbouwkundig ingenieur: J. A. van
Hamel, Amsterdam; R. J. Zwaan, Enk
huizen. Kand. werktuigkundig ing.: P.
W. ten Bouwhuys, Delft; R. H. van Enk,
's-Gravenhage. Ing.ex. werktuigkunde:
R. L. Timmerrflan, Delft. Ing.ex. mijning.:
L. N. ten Hoope, Delft. Ing.ex. scheeps
bouwk. ing.: J. Kools, Zaandam. Ing.ex.
vliegtuigbouwkundig ing.: H. J. van
Grol (met lof), Amsterdam; T. van der
Velde, Voorthuizen. Kand. scheik. ing.;
J. Boon, Monster; M. J. van den Bos,
Brouwershaven; P. M. A. Broers, Budel;
C. F. Cornet, Haarlem; J. Damme, Rot
terdam; J. C. F. Rijnja, Rotterdam; P.
van Duursen, R. M. M. Jessurun, Kim
Jong Choi, N. W. F. Kossen (met lof),
J. J. D. Lamers, allen te Delft; A. J. de
Graaf, Arnhem; L. T. Groet, J. de Jonge,
R. G. de Lange, D. Medema, B. J. van
Sorge, P. A. Staring, mej. Yap May Hua
en A. J. van der Zeeuw, allen te 's-Gra
venhage; J. H. de Groot, Heemstede;
A. P. H. Groot Antink, Vught; A. N.
Huisman, Wezep; J. M. H. Jacobs, Heer
len; H. K. Kroeze, M. Mellema en H.
W. L. Wulff, allen te Voorburg; A. van
der Leij, Joure; E. B. Mandemakers,
Waalwijk; A. A. Massier, Amsterdam;
A. A. F. van der Meeren, Scheveningen;
mej. P. C. van der Vloodt, Hilversum;
R. M. Voncken, Valkenburg (L.)J. G.
W. van den Waterbeemd, Helmond.
Ing.ex. scheik. ing.: J. J. van Aartsen,
Middelburg; H. P. G. Baljet, Tilburg;
A. J. Bogers, E. H. P. Cordfunke, M. C. M.
Kwaaitaal, G. van Messel en A. J. R.
van de Ven, allen te Rotterdam; J. van
Elk en H. Swart, beiden Delft; F. C.
Eversteijn, H. Frentz, J. J. van Heuve
len, J. M. Schoneveld, F. E. van Wely
en E. Zondag, allen te 's-Gravenhage;
P. A. Gautier. Amersfoort; mevr. A. H.
Hartman-Koehler, Diemen; L. A. A. M.
Klinckhamers, Hoensbroek; F. G. ter
Mors, Enschede; G. A. van Os, Uden;
J. W. Passchier, Hilversum; G. H. van
der Poel (met lof), Haarlem; T. Vlot,
Gouda; F. Vreugdenhil, 's-Gravenzande;
W. J. van de Weerdt, Elden; F. van
Westen, Wapenveld; H. J. van Zutphen,
Nieuw-Vennep; J. L. F. M. Zwinkels,
Honselersdijk.
LEIDEN, 22 januari Doet. Ned.
recht: J. G. Troost te Oegstgeest.
ROTTERDAM, 22 januari Kand. eco
nomie: F. Barendregt te Rhoon. Doet.
economie: F. A. A. Stapels te Rotter
dam.
UTRECHT, 23 jan. Cand. rechts
geleerdheid: A. Dronkert, Dordrecht;
K. J. M. Bruins, Arnhem; mej. S. J. M.
van Aarnhem, Driebergen.
Doet. geneeskunde: P. W. L. van
Baarle, Rotterdam; L. J. van Bruggen, j
Dordrecht; G. Grootendorst, Leusden;
mej. J. E. v. d. Held, Bilthoven; W. J.
van Melle, Goes; mej. J. Wensink.
Scherpenzeel.
Kerkelijk examen: J. van Dijk, Papen-
drecht; H. Binnekamp, Utrecht; R. E.
Kuus, Zeist; L. A. Nagtegaal, Utrecht;
W. J. J. van den Waal, Soest; A. M. A.
Hellendoorn, Enschede; M. A. Wester
beek van Eerten, Doorn; J. Mansvelt,
Rotterdam.
Doet. rechtsgeleerdheid: mej. E. D. ten
w.,.v
Gisteren is in Markelo de nieuwe
T.V.-zender officieel in gebruik gesteld.
Zij deed overigens al niet-officieel dienst
sinds begin december van het vorig
jaar. Zeer ten faveure van de kijkers
in Oost-Nederland, die nu ook, zoals
w;j van sommigen van hen vernamen,
Bussum uitstekend kunnen ontvangen.
Na Goes en Roermond dus nu Marke
lo, waar men er gisteren een klein
feestje van had gemaakt. Dat wil zeg
gen op de 21e verdieping van de 111 m
hoge toren had men een illuster gezel
schap verzameld, dat o.m. werd toege
sproken door prof. mr. L. W. G. Schol
ten, voorzitter van de raad van beheer
van de Nozema. Ir. J. B. G. Ridder de
van der Schueren, commissaris van de
koningin in Overijssel, verrichtte de
officiële in gebruik stelling door op een
knop te drukken. Meteen daarna zag
men een speciaal uitzendinkje van de
N.T.S., waarin Tanja Koen de kijkers
in het oosten welkom heette. En waar
in een kort filmpje over ,,T.V. in Hol
land" werd vertoond. Helemaal goed
wordt de zender pas ingewijd op dins
dag a.s. wanneer via Markelo een op
voering van ,,La Tosca" door „Fo
rum" uit Enschede door de N.T.S.
wordt uitgezonden.
U moet verder dan nog weten, dunkt
ons, dat de toren 8 miljoen kilo weegt,
dat zij een stalen buisantenne van 32
m lengte torst en dat daarop weer
een „vakwerkmast" van 14 m staat.
De gehele toren steekt dus 157 meter
boven het landschap uit. In totaal zijn
2700 kubieke meter beton en 290 m
ton staal in het bouwwerk verwerkt.
Marie Koenen, die
tachtig jaar is, aan haar schrijftafel.
AMSTERDAM, 23 jan. (V.U.) Semi-
artsexamen: A. v. Dijk. Amsterdam, en
B. P. Hazenberg, Apeldoorn.
LEIDEN, 23 jan. Gepromoveerd tot
doctor in de wis- en natuurkunde op
proefschrift getiteld „The attenuation
of sound in some dilute 3he-4he mix
tures", de heer A. M. R. van Iersel, ge
boren te Bandoeng en thans wonende
te Leiden.
Doet. Nederlands recht: P. J. A. Ver
beek te Rotterdam.
Propaed. godgeleerdheid: C. Mondt
te 's-Gravenzande.
EINDHOVEN, 23 jan. Prop. elektro
techniek: Th. J. Bannenberg, Waalre;
W. van den Berg, Ulvenhout; F. A. P.
Blom, Boxtel; J. Dijk, Groningen; H.
W. van Hecke, Hengelo; Th. J. van dei-
Hurk, Eindhoven; P. G. van Genuch-
ten, Tilburg; J. A. de Keuninck, Cad-
zand; H. C. A. Lembeck. Eindhoven;
G. P. Schuller, Beek bij Nijmegen, en
J. A. A. van der Wulp, Riethoven.
EINDHOVEN, 23 jan. Werktuigbouw
kunde prop, ex.: W. H. Th. Adriaens,
Weert; M. H. Cuypers, Eindhoven; G.
M. M. van de Eisen en F. Roos, Eind
hoven; E. M. Schmidt, Beek en Donk;
J. Verhagen, Sittard.
In het Stedelijk Museum te Amster
dam is vrijdagmiddag een tentoonstel
ling van werken van de 54-jarige Fran
se schilder Jean Bazaine in diens te
genwoordigheid geopend. De tot 26 fe
bruari a.s. durende expositie (voordien
en meer werken omvattend in het Van
Abbe Museum te Eindhoven gehouden)
omvat schilderijen, aquarellen, gouaches
en tekeningen.
Bazaine verbleef tijdens de zomer
maanden van 1956 en 1957 in Zeeland
(Veere) en in Noord-Holland (Bergen).
Uit dit verblijf resulteerde een reeks
werken op het thema „Holland"; een
aantal daarvan wordt geëxposeerd.
Vanavond de K.R.O. voor de T.V.
Om 20.20 „Blijf er niet voor thuis",
cabaret van Jan dc Cler en Emile Lo
pez. Daarna om 21.20 het eerste van
een serie T.V.-filmpjes van Hitchcock,
die door de K.R.O. zijn aangekocht.
Dit heet „Het geheim van meneer
Blanchard." Om 21.50 een „American
All Star Show", die van de Singer-
concertzaal uit wordt uitgezonden. Men
ziet o.m. The Everly Brothers. Andy
Williams en een orkest o.l.v. Archie
Bleyer.
Ook zondag is er iets te doen. Des
middags van 4 tot 5 kunt u kijken
naar internationale zwemwedstrijden in
Bremen. En des avonds wordt weer
„Sieben auf einen Strech", de quiz van
de Duitse t.v. met Hans Joachim Kuh-
lenkamf gerelayeerd.
En\ge dames in Markelose klederdracht
staan boven op de „Reus van Markelo",
de nieuwe televisietoren, om vandaar
uit het magnifieke uitzicht over hun
woonplaats te bewonderen. De toren is
vrijdag door de Commissaris der Ko
ningin in de provincie Overijssel in
gebruik gesteld.
11
De eerstvolgende radiouitzending „Dit
is uw leven" zal men kunnen beluis
teren op woensdagavond 28 januari. In
deze uitzending van de V.A.R.A. con
fronteert Bert Garthoff dan een Neder
lander met figuren uit zijn leven. Joop
Koopman stelde het programma samen.
De Ned. Journalisten-Kring viert wel
dra zijn 75-jarig bestaan. De dagblad
journalist Eduard Messer en de radio
journalist Gabri de Wagt schreven ter
gelegenheid daarvan samen een klank
beeld over de krant en de mensen die
haar maken. De V.A.R.A. zal dat klank
beeld op vrijdagavond 30 januari uit
zenden, onder de titel „Er staat weer
niks in
Het défilé langs de baar met het stof
felijk overschot van mevrouw Else
Mauhs, op 26 januari in de Stads
schouwburg te Amsterdam, is thans
vastgesteld van 11 tot 12 uur. Te on
geveer 12.10 zal de stoet vanaf de
schouwburg vertrekken.
Blijkens de statistiek van januari
1958 telt de sociëteit van het Goddelijk
Woord, waarvan de stichter pater
Arnoldus Janssen thans precies vijftig
jaar geleden stierf, 4554 geprofeste
leden, waaronder 28 bisschoppen, 2451
priesters, 822 fraters en 1253 broeders.
Het aantal novicen bedraagt resp. 399
fraters en 198 broeders, terwijl 4332
studenten bezig zijn met de voorbe
reidende priesterstudies. Tot de stich
ting van pater Arnoldus Janssen be
horen voorts nog de missiezusters
„Dienaressen van de Heilige Geest" met
4206 leden, waaronder 227 novicen en
106 postulanten en de slotzusters „Die
naressen van de H. Geest" van de
Altijddurende Aanbidding met 273 ge
profeste zusters, 19 novicen en 11 pos
tulanten.
In ons bericht over de herdenking
van de vijftigste sterfdag van pater
Arnoldus Janssen werden enkele cijfers
in het geheel niet en andere onjuist
vermeld.
Vandaag viert het Canisius-college in
Nijmegen zijn 415-jarig bestaan met een
plechtigheid in de hal van het gebouw.
De burgemeester van Nijmegen, mr. Ch.
Hustinx, onthult een beeldhouwwerk en
leerlingen van de school bieden een
klok aan.
De school dateert van 1544.
51
„We weten, dat De Dag is vastgesteld. We weten,
of denken te weten, waar de aanval zal komen. (Maar
op dit punt kunnen we ons vergissen.) We hebben
ons er zo goed mogelijk op geprepareerd. Maar het
is de oude geschiedenis van het beleg van Troje: de
bel gerden waren zoals bekend volledig op de
hoogte van de troepen, die buiten de muren stonden.
En wij willen alles weten over de strijdmacht, die
zich binnen de muren bevindt. De mannen in het
houten paard! Want die zijn het, die de sleutels van
het fort kunnen uitleveren! Een tiental hooggeplaat
ste personen, die sleutelposities bekleden, kunnen,
door het uitgeven van tegenstrijdige bevelen, het land
in een toestand van verwarring brengen, die de Duit
sers juist nodig hebben om hun plannen ten uitvoer
te brengen.
We moeten de vereiste interne inlichtingen tijdig
hebben."
Op wanhopige toon zei Tuppence: „Ik heb 't ge
voel, dat ik zo nutteloos benzo onervaren."
„O, maar daar hoeft U zie' niet om te bekom
meren. We hebben mensen aan het werk, die er
varing hebben, we hebben zo veel mogelijk ervaren
en talentvolle mensen tot onze beschikkingmaar
wanneer er verraad van binnen uit gepleegd wordt,
zijn we niet in staat te zeggen, wie te vertrouwen
is. TJ en Beresford behoren tot de ongeregelde troe
pen. Niemand weet iets van U af. Juist daarom hebt
U kans van slagen, daarom bént U tot op zekere
hoogte ook geslaagd."
„Kunt U niet een paar van Uw mensen achter
Mrs. Perenna zetten? Er móeten toch enkelen on
der hen zijn, die U volkomen vertrouwen kunt!"
„O, maar dat hebben we gedaan. We zijn uitge
gaan van zoals dat heet, „ontvangen inlichtingen,
dat Mrs. Perenna lid is van de Ierse Vrijheids Be
weging er. dat ze anti-Britse sympathieën heeft." Dat
is maar al te waar, tussen twee haakjes, maar er
kan niets méér bewezen worden. Althans niet van
de feiten, waar 't om gaat en die we nodig hebben.
Laat de zaak daarom niet los, Mrs. Beresford. Ga
voort en doe Uw uiterste best!"
„De vierde," zei Tuppence, „dan hebben we ter
nauwernood nog een week voor ons."
,,'t Is een week op de kop af."
Tuppence kneep haarhanden samen.
Wjj moeten iets aan de weet zien te komenIk
zeg wij, omdat ik geloof, dat Tommy achter iets
aan zit en dat dat de reden is, waarom hij niet
teruggekomen is. Hij volgt een spoor. Kon ik nu ook
maar iets te pakken krijgen! Ik vraag me afals
ik
Ze fronste haar voorhoofd en begon een nieuw
aanvalsplan uit te werken.
„Je zie' wel, Albert, dat 't mogelijk is."
„Ik begrijp, wat U bedoelt, mevrouw, natuurlijk.
Maar, om de waarheid te zeggen, voel ik er niet veel
voor."
„Ik geloof, dat het kans van slagen heeft."
„Ja, mevrouw, maar het houdt in, dat U zich
aan een aanval blootsteltdaarom voel ik er niet
veel vooren ik ben er zeker van, dat de baas
er ook niets voor zou voelen."
„We hebben alle gewone manieren geprobeerd. Dat
wil zeggen, we hebben gedaan, wat we konden, ter
wijl we zorgden buiten schot te blijven. Het schijnt
me toe, dat er nu alleen nog maar een kans van
slagen is als we ons blootgeven."
„Hebt U er wel aan gedacht, mevrouw, dat U
zodoende een voordeel opoffert?"
,,Te taal doet me vanmiddag verschrikkelijk sterk
aan de B.B.C. denken, Albert," zei Tuppence, iet
wat geërgerd.
Albert keek wat uit het veld geslagen en keerde
weer tot de meer natuurlijke spreektaal terug.
„Ik heb gisteravond geluisterd naar een interes
sant praatje over wat er zo al in een vijver leeft,"
verklaarde hij.
„We hebben nu geen tijd om over dat leven te
denken," zei Tuppence.
„Waar is Kapitein Beresford dat zou ik graag
willen weten."
„En ik," zei Tuppence en voelde een steek in
haar hart.
,,'t Lijkt zo onnatuurlijk, dat zonder één woord
verdwijnen. Hij had U nu toch een seintje horen te
geven. En daarom
„Ja, Albert?"
„Wat ik zeggen wilals hij zich nu bloot heeft
gegeven, moest het maar liever niet doen."
Hij hield even op om zijn gedachten te ordenen
en ging toen voort: „Ik bedoel, ze hebben hèm ver
raden, maar het is mogelijk, dat ze van u nog niets
weten en het ligt dus helemaal aan U, nog buiten
schot te blijven."
„Ik wou, dat ik een besluit kon nemen," zuchtte
Tuppence.
„Hoe had U zich de gang van zaken gedacht, me
vrouw?"
Tuppence mompelde bedachtzaam: „Ik had zo ge
dacht, dat ik een brief, die ik geschreven had, zou
kunnen verliezen...... en dan zou ik er veel drukte
over kunen maken en erg overstuur doen. De brief
zou daarna in de vestibule gevonden worden en Bea
trice zou 'm waarschijnlijk op de hall-tafel leggen.
En dan zou de persoon, die we zoeken, de brief lezen."
„Wat zou er dan in moeten staan?"
„O, in grote trekken, dat ik er in geslaagd ben de
identiteit te ontdekken van de persoon in kwestie
en dat ik er morgen persoonlijk een volledig rapport
over moet opstellen. Zie je, Albert, en dan zou N
of M zich moeten blootgeven en proberen me on
schadelijk te maken."
„Ja, en dat zou ze wel eens kunnen lukken ook."
„Niet als ik op mijn hoede ben. Ze zouden me, ge
loof ik, ergens heen moeten lokkennaar de een
of andere eenzame plek. En daar kom jij op de prop
penomdat ze van jou niets afweten."
„Ik zou ze volgen en ze, om zo te zeggen, op he
terdaad betrappen?"
Tuppence knikte. „Dat is het 'm! Ik moet het nauw
keurig uitdenkentot morgen."
(Wordt vervolgd)
Wie zich in de toekomst ooit met
de geschiedenis der liturgie bezig
houdt zal daarbij vooral aandacht
moeten schenken aan de ingrijpende wij
zigingen, die paus Pius XII z.g. daarin
heeft aangebracht. Er is geen Paus aan
te wijzen, die de zaken zó grondig heeft
aangepakt. In het orgaan van de St.-
Adelbert-vereniging geeft p. dr. Brink-
hoff van deze pauselijke bemoeienissen
een duidelijke samenvatting.
Het begon met de nieuwe latijnse
vertaling der psalmen, die in 1945 of
ficieel werd goedgekeurd en gebruikt
mocht worden bij het breviergebed.
Geleerden hebben weliswaar terecht en
kele bezwaren tegen deze vertaling ge
uit, omdat zij, naar hun mening, de
charme en het eigen karakter van het
oud-christelijk latijn had opgeofferd aan
een voorkeur voor het klassieke latijn,
het blijft intussen een feit, dat deze
nieuwe vertaling
een aanmerkelijk f
grotere verstaan
baarheid bevatte
en juist daardoor
de waardering en
de liefde voor de
psalmen zeer ver
grootte. Uiteraard
eerst onder de
priesters en kloos
terlingen, maar al
heel spoedig von
den de leken de weg naar deze authen
tieke gebedsvorm van de Kerk. Op het
ogenblik mag men naar waarheid en met
vreugde constateren, dat de psalmen
hoe langer hoe meer belangstelling krij
gen als een wezenlijk onderdeel van de
lekenspiritualiteit.
Deze eerste maatregel van paus
Pius XII is derhalve inderdaad een
groot en algemeen succes geworden.
Vervolgens ging Z.H. ertoe over door
allerlei maatregelen de liturgie een
meer moderne vorm te geven. Zijn be
doelingen in deze openbaarde de Paus
in 1947 door middel van zijn beroemde
encycliek „Mediator Dei". Van dit
moment af ontwikkelde heel de liturgi
sche beweging zich welbewust met als
grote doel: een zo groot mogelijke toe
spitsing op de zielzorg.
Paus Pius XII liet het echter niet bij
theoretische beschouwingen. Zijn
maatregelen waren zeer praktisch
en concreet. Hij gaf zijn toestemming
aan een verzoek van Franse bisschop
pen om bij de toediening van verschil
lende Sacramenten, althans gedeelte
lijk, de volkstaal te gebruiken, om zo
doende de gelovigen in staat te stellen
de zin van deze heilige handelingen be
ter te begrijpen. Spoedig werd deze toe
stemming ook tot andere landen uitge
strekt. Denken wij maar eens aan de
wijze, waarop tegenwoordig in ons land
de huwelijksplechtigheid geschiedt.
In 1949 kregen de Chinese missiona
rissen zelfs verlof een groot deel van
de H. Mis in het Chinees op te dragen.
Door de afschuwelijke Kerkvervol
ging hebben zij er echter weinig gebruik
van kunnen maken. Wat intussen niet
wegneemt, dat deze pauselijke goedkeu
ring als beginsel van de grootste bete
kenis is met het oog op de toekomst.
Ieder herinnert zich ongetwijfeld het
besluit van paus Pius XII, genomen in
1951, de Paasnachtviering weer in te
voeren. Eerst bij wijze van proef. Het
succes daarvan was echter zo groot, dat
enige jaren later de hele Goede-Week-
liturgie werd gewijzigd en voor de hele
Kerk voorgeschreven.
Maar ook daarmee was de Paus nog
niet tevreden. Zijn voornemen de ge
lovigen zoveel mogelijk in aanraking
te brengen met de echte, christelijke
vroomheidsbronnen deed hem verlof ge
ven tot het opdragen van avondmissen.
Om daarbij de gelegenheid tot commu
niceren te scheppen, vergemakkelijkte
hij de bepalingen van het nuchter-zijn.
Daarnaast gaf hij opdracht een ingrij
pende verandering van het brevierge
bed voor te bereiden en wel met spoed.
Enkele kleine wijzigingen zijn nu al in
gevoerd. Toen kwam de kerkmuziek aan
de beurt, waaraan in 1955 zelfs een he
le encycliek werd gewijd.
Zo heeft Pius XII alles in het werk ge
steld om de zielzorg vruchtbaar te ma
ken. Dat was zijn grote doel. Het gevolg
van een en ander was, dat, tengevolge
van een sterke opleving van de liturgi
sche beweging, in vele landen de bis
schoppen voor hun diocees bepaalde
veranderingen invoerden, uiteraard
eveneens met de bevordering der ziel
zorg tot doel. Dit gaf echter op de duur
kans tot ai te grote verscheidenheid.
Toen besloot de Paus, steunend op be
doelde wijzigingen, enkele algemene
richtlijnen te geven, waarbinnen deze
veranderingen zich vrij konden ontwik
kelen. Kort voor zijn overlijden heeft op
zijn bevel de Ritencongregatie een stuk
uitgegeven, dat van zeer grote invloed
voor de toekomst van de liturgie zal blij
ken te zijn.
In september van verleden jaar ver
scheen dit document over de Kerkmu
ziek en de Liturgie. Het voornaamste
kenmerk hiervan is de deelneming van
de leek aan de eredienst zo groot moge-
Hik te maken. Op deze laatste bepaling
van paus Pius XII komen wij nog na
der terug.
ZONDAo 25 januari: Septuagesima; eigen
mis; 2 geb. H Paulus; 3 geb. H. Petrus;
credo; pref. van de H. Drieëenheid; paars.
MAANDAG: H. Polycarpus, bisschop-marte
laar; eigen mis; rood. DINSDAG: H. Joan
nes Chrysostomus, bisschop-belijder-kerkle
raar; eigen mis; credo; wit. WOENSDAG:
H. Petrus Nolascus, belijder; mis Justus;
2 geb. H. Agnes; wit. DONDERDAG: H.
Franciscus van Sales, bisschop-belijder
kerkleraar; mis In medio; credo: wit.
VRIJDAG: H. Martina, maagd-martelares;
mis Loquebar; rood. ZATERDAG: H. Joan
nes Bosco, belijder; eigen mis; wit. ZON
DAG 1 februari: Sexagesima; eigen mis;
2 geb. H. Ignatius; credo; pref. van de
H. Drieëenheid; paars.