Haringvissers profiteren
van onze zeer grote
goodwill in Ierland
Vier Nederlanders
A rarat-mysterie
Vissers van andere landen in
conflict aan Ierse zuidkust
De wetenschap haalt
er de neus voor op
Weer 5 Chinezen onwettig
tot bisschop gewijd
Ierse haring vult
tekort aan
Goede nachtrust
Nieuw Pauselijk
jaarboek
Twee bisschoppen voor de rechter
Langdradig probleem
Italië voldaan over
toerisme in 1958
ZATERDAG 24 JANUARI 1959
PAGINA 7
door Zenuwrust
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Nieuwe speurtocht
naar Noë's ark
(Van onze verslaggever)
Waar het aas is, vergaren de
arenden," zegt de Schrift. Als
dit ergens van toepassing is,
dan wel bij de visserij. De; arenden
misgunnen elkander de buit, vooral
wanneer het eigen, afgepaald jacht
gebied wordt bedreigd of geschon
den. Wij hebben dit bij IJsland ge
zien, het fel toegespitst conflict met
de Engelse vissers, en thans zijn er
moeilijkheden aan de zuidkust van
Ierland, waar een overvloed van ha
ring een groot aantal continentale
vissers, die zich anders nooit hier
vertonen, heeft aangelokt. Zij slepen
pal onder de Ierse kust de buit weg
en nemen het niet altijd even nauw
met de territoriale grens. Reeds zijn
korvetten van de Ierse Marine in ac
tie gekom;n, enkele vissers werden
opgebracht en beboet, terwijl hun
vangst in beslag is genomen. Ook de
Ieren wensen nu, ter bescherming
van de visstand, hun territoriale
grens tot zes mijl verlegd.
Inderdaad bestaat de mogelijkheid,
dat door overbevissing van dit gebied
de haringstand, toch al de laatste jaren
zo ongewis, wordt bedreigd. Het water
voor de Ierse zuidkust is voor de ha
ring een belangrijke paaiplaats, zoals
eenmaal de Zuiderzee. Omstreeks de
jaarwisseling verzamelt zich hier de vis
in grote hoeveelheden: zij komt als
z.g. kuitzieke haring, als zodanig een
waardevol product, om na het kuit-
schieten als ijle haring, beduidend min
der van kwaliteit, weer haars weegs te
gaan. Het verschijnsel is niet nieuw,
men weet reeds lang, dat er om deze
tijd van het jaar zeer veel haring is
voor de zuidkust van Ierland. Het
waren echter uitsluitend Ieren en En
gelsen, die hiervan profiteerden; voor
de continentale schepen was de afstand
te groot en waren de weersomstandig
heden in dit gebied als regel weinig
verlokkelijk.
Dit is echter veranderd sinds de
haringvangst in de Noordzee de laat
ste jaren opmerkelijk is teruggelopen.
Mede door toenemende bevissing
komt men niet meer aan zijn trek.
Om nu toch nog een redelijke jaar
opbrengst te bereiken, proberen
steeds meer continentale trawlers,
ook Poolse en Oostduitse, voor de
Ierse kust hun slag te slaan. 'Eigen
lijk zijn de Nederlanders hiermee be
ginnen, om precies te zijn een Ne
derlandse viskoper, die enkele jaren
geleden om deze tijd, terwijl hij het
tegenover de concurrentie liet voor
komen of hij naar de wintersport
ging, heimelijk naar Zuid-Ierland reis
de en daar de haring kocht om, on
danks een verminderde aanvoer in
eigen land, zijn contractuele leveran
ties te kunnen uitvoeren. Dit initiatief
heeft de Nederlanders in Ierland een
voorsprong gegeven, waar zij thans
nog profijt van hebben, de vissers,
die volgen zouden, èn de handel.
Want naarmate de resultaten op de
Noordzee teruglopen, groeit de animo
onder de continentale vissers om eind
december-januari onder de Ierse kust
hun geluk te beproeven. Vooral in 1958
werd daar zeer veel haring gevangen.
Dit jaar is het iets minder, in hoofd
zaak als gevolg van de temperatuur-
verdeling van het zeewater, welke de
meest gunstige situatie 'oor de paaien
de vis grotendeels binnen de Ierse drie-
mijlszone heeft verlegd. Terwijl men
buiten de territoriale zeegrens matig
vangt, grimmelt .iet daarbinnen van
paaiende, kuitschietende haring. Van
daar de grote verleiding voor de con
tinentale vissers om in de Ierse terri
toriale wateren een trek te wagen, in
dit geval dus te stropen. Dat de Ieren
dit met lede ogen aanzien, hun belan
gen bedreigd zien en tegenmaatregelen
treffen, is vanzelfsprekend. Alleen de
Nederlanders worden daarbij ontzien
en ook dat laat zich verklaren. Voor de
andere continentale vloten gaat het in
hoofdzaak om verse haring, die in de
thuishavens wordt gelost. De Ne
derlanders zouten en verzorgen de ha
ring, zij lossen in de meest nabije Ier
se havens en Nederlandse viskopers ter
plaatse kopen bovendien een groot deel
van de eigen vangst der Ieren op, die
eveneens zo snel mogelijk van Ierland
naar Nederland gaat.
De gunstige situatie ten zuiden van
Ierland loopt eind januari ten einde.
Dan zullen de trawlers der verschil
lende landen die hier thans opereren,
zich weer bij de rest van de vloot
voegen, die om deze tijd van het jaar
in het noordelijk deel van de Noord
zee haar geluk beproeft. Trawlers zijn
het ganse jaar door achter de haring
aan; men kent hier geen teelt zoals
voor de drijfnetvisserij, van mei tot
eind december.
Dat wij Nederlanders op het ogenblik
in Ierland zo bijzonder recu zijn, heeft
nog andere redenen. Er zijn de laatste
jaren tal van lucratieve contacten ge
groeid. Zo ontplooit het grote zoetwa
tervisserijbedrijf van Wijnbelr te Wou-
drichem grote activiteit op de Ierse bin
nenwateren, Verolme heeft in Ierland
een scheepswerf gevestigd en ook de
Nederlandse Mij voor Havenwerken is
er thuis. Mede dank zij deze goodwill
verkeren onze haringvissers ten opzich
te van hun continentale collega's in een
gunstige uitzonderingspositie. En de
Ierse haring vuJt zo goed mogelijk aan
wat men in de eigen Noordzee te kort
is gekomen, ten profjjte van het bedrijf,
de handel en de export.
Advertentie
(Van onze Romeinse correspondent)
Het ..Annuario Pontificio", dat anders
traditioneel op het feest van St.-Pe-
trus' Stoel te Rome 18 januari aan
de H. Vader wordt aangeboden, zal dit
jaar nog een maand op zich doen wach
ten. De redactiecommissie heeft het
door de vele veranderingen en bijvoe
gingen, welke zich de laatste maand
voordeden, niet op tijd klaar kunnen
krijgen. Intussen is bekend, dat het een
zestigtal pagina's dikker zal zijn. dan
dat van 1958, tengevolge van de uitbrei
ding der diocesen, van de weer her
vatte en aangevulde functies in de
Curie en door de vergroting van het
kardinaalscollege. Het jaarboek wordt
geopend met een foto van Joannes
XXIII. Het zal evenals in 1958 de na
men der diocesen en van de bisschop
pen in de originele talen geven. Even
als in de jaren '57 en '58 gaan aan de
voornaamste hoofdstukken illustratieve
noten vooraf in het Italiaans, Frans,
Engels, Duits, Spaans en Portugees.
Waarschijnlijk zal het eerste exem
plaar de H. Vader aangeboden worden
op een ander feest van Sint Pieter, nl.
dat van zijn Stoel te Antiochië, dat ll
22 februari.
Naar wij vernemen zal de Internatio
nale Pen Club van 19-26 juli haar der
tigste bijeenkomst houden in Duitsland,
namelijk in Frankfort a. d. Main,
Darmstadt en Heidelberg.
LJ ichard Güttlich komt er maar meteen voor uit:
J_\ „De wetenschap hecht geen enkele waarde aan
wat wij nu gaan doen. Zij haalt er slechts de
heus voor op. Maar aangezien wij ook niet de pre
tentie hebben mannen van de wetenschap te zijn,
taat dit ons vrij onverschilligDan maar zonder haar
zegen". Richard Güttlich is een dertigjarige publicist
tn Rijswijk, die niet lang achtereen op één plaats kan
kijven en nu het volgens velen zinloze plan heeft
°pgevat om naar de Ark van Noë te zoeken. Inderdaad,
alweer een expeditie naar het Araratgebergte, ditmaal
bestaande uit vier Nederlandse avonturiers, mensen
die er niet tegen opzien om een paar nachten in
sneeuw en ijs te moeten bivakkeren, echt van het
kaliber dat voor een dergelijk karwei vereist is. Zij
billen zich niet laten afschrikken door de talloze
fiasco's van vorige expedities en hebben anderzijds
bun verwachtingen niet al te hoog gespannen.
Gewone menselijke nieuwsgierigheid trekt hen naar
Turkije, naar de eventuele restanten van een Bijbelse
gebeurtenis, en het is niet de zwaarwichtige weten
schap die zij zoeken te dienen. Daarom is deze be
scheiden campagne ons wel sympathiek, al zal men
zich van het resultaat geen grote voorstelling moeten
hiaken.
Nog maar enkele jaren geleden kwam de „Arke
Doachs" plotseling in het brandpunt van de belang
stelling te staan, speciaal ook in Nederland, waar de
Daagse gymnasiast Hans Roozen van zich deed
spreken door zijn enthousiasme om aan een
Amerikaanse expeditie naar de Ararat deel te nemen.
De expeditie ging weliswaar door, maar het succes
ivas nihil, en Hans Roozen moest het bericht thuis in
de krant lezen, want de Turkse regering had hem een
visum geweigerd. De heer Güttlich laat zich over dit
Amerikaanse aandeel in de strijd tegen de ongenaak
bare Ararat heel laatdunkend uit. De expeditie zou
veel te groots zijn opgezet, daardoor de achterdocht
van Rusland hebben opgewekt het Araratgebergte
ligt op het grensgebied van Turkije en tenslotte
gebrek hebben gehad aan geharde lieden. De Turkse
regering geïntimideerd door een hetze in de Russische
radio en pers, trok daarop haar toestemming in, en
de Amerikanen moesten onverrichterzake de aftocht
blazen. Een plan voor een tweede expeditie bleef
slechts een plan.
Enkele jaren nadien, in 1952, was het de Fransman
Fernard Navarra, die het bericht verspreidde, dat hij
naar alle waarschijnlijkheid het schip uit het Genesis
verhaal had teruggevonden. De ark zelf was niet te
zien, maar Navarra beweerde een merkwaardige
schaduw te hebben waargenomen in een bevroren
bergmeer. Die schaduw kon naarzijn zeggen nergens
anders van afkomstig zijn dan van een groot schip,
zelfs zo groot, dat op zijn eerste expeditie het mee
gevoerde materiaal te kort schoot om de vondst nader
te onderzoeken. Ook op de volgende tocht moest hij
zich beperken tot een foto van het vreemde tafereel,
die bovendien de werkelijkheid maar gebrekkig zou
weergeven. Navarra schatte het schip dat zich onder
de ijsvlakte bevond, op twintigduizend ton, een getal
dat ons in deze tijd wel vertrouwd is, maar voor de
Ark van Noë ongeloofwaardig lijkt. Toch zou deze
maat overeenstemmen met de afmetingen, die God aan
Noë heeft opgegeven toen Hij hem bevel gaf de boot
te bouwen. De ark moest namelijk driehonderd ellen
lang, vijftig breed en dertig hoog zijn. In onze maten
omgerekend zou dit neerkomen op een lengte van 175
meter, en dan moet inderdaad worden aangenomen,
dat de ark een inhoud had van twintigduizend ton.
Richard Güttlich en de zijnen hebben
Overigens niet de illusie, dat zij een der
gelijk groot schip zullen aantreffen op
het onherbergzame Araratgebergte.
Twintigduizend ton, nee, daar geloof ik
biet aan, zei de heer Güttlich, dat was
'n die tijd een onmogelijkheid. Hij ver
onderstelt, dat de Bijbelse cijfers niet
zo erg nauw genomen moeten worden.
Zo acht hij het eveneens onwaarschijn
lijk, dat veertig dagen en nachten regen
de vloed dermate hebben doen stijgen,
dat Noë's ark kon stranden op de top
van een ruim 5100 meter hoge berg. Nu
ls hij de eerste niet die zich dit afvraagt.
Er zijn geleerden, die menen, dat men
onder Ararat" niet het tegenwoordige
gebergte moet verstaan, doch in het al
gemeen een aarden wal of dijk, of ook
wel een geheel landschap dat met deze
baam werd aangeduid. Anderen weige-
zich vast te leggen aan de in het
*Ohdvloedverhaal juist zo exact weerge
geven omschrijvingen en cijfers, maar
lichten er bepaalde gegevens uit, die
hl hun kraam te pas komen. Zo heeft
iemand eens met grote overtuiging be-
Weerd. dat het water in die veertig da
gen en nachten niet meer dan 15 el
steeg en dus nooit de bergtoppen be
reikt kan hebben. Maar hij had de Bjj-
bel welbewust verkeerd gelezen. In Ge
nesis wordt weliswaar het getal 15 ge
noemd, doch dit heeft betrekking op de
hoogte van het water boven de bergen.
Evenals zich in de loop der eeuwen de
valse interpretaties van dit Bijbelse ver
haal hebben opgestapeld, zo heeft de
mensheid zich ook altijd geïntrigeerd
gevoeld door de vraag, wat er van de
ark van Noë, dat wonderlijke vaartuig
Van pijn- of goferhout met drie dekken
en aan de binnen- en buitenkant met
hars besmeerd, geworden is. Een der
oudste getuigenissen van deze algehele
nieuwsgierigheid vinden we bjj de Baby
lonische schrijver Berossos, die 2000
Óaar geleden al gewaagde van lieden
die op zoek waren naar overblijfselen
Van de ark. Nadien duiken dergelijke
berichten telkens op, terwijl het aantal
Variaties onder welke omstandigheden
men inderdaad het vaartuig aangetrof
fen zou hebben, nagenoeg eindeloos is.
Twee schrijvers uit de antieke oudheid,
die van Noë's ark berichtten, zijn nog
Nicolaas Damascenus (30 voor Chris
tus) en de jood Flavius Josephus (100 na
Christus). Dan duurt het tot 1681 voordat
de Nederlandse avonturier Jan Janszoon
Struys uit Wormerveer in zjjn boekje
..Reizen door Moscovië, Tartarjje en In-
dië" een betrouwbaar lijkend verslag
doet van een tocht naar de Ararat, waar
hij een kluizenaar genas van een been
breuk en als blijk van erkentelijkheid
Van deze monnik een crucifix ten ge
schenke kreeg, dat vervaardigd zou zpn
Van hout uit de ark. Domingo Alexan
der, zoals de heremiet heette, vertelde
de Hollandse varensgezel, dat het zach
te klimaat het schip zo goed had gecon
serveerd. Zoals men ziet: hét weer op de
Ararat is wel veranderd, als men ten
minste geloof wil hechten aan de ver
klaringen van Navarra. Opnieuw zinkt
het Bijbelse vaartuig dan voor lange tijd
terug in de vergetelheid, totdat een
Turkse expeditie in 1883 de wereld in
spanning brengt met het bericht, dat
men gestuit was op de wrakstukken van
een enorme boot, vastgeklemd aan de
Voet van een gletscher. De inwoners van
een naburig dorp, Bayazid, bleken reeds
fang op de hoogte van het bestaan van
dit schip, maar durfden het nimmer te
haderen, want er zou een geheimzinnig
Vuur in branden en ook waren er wel
eens stemmen vernomen. Het waas
tvaarmee Wahrheit en Dichtung de ark
hadden overtrokken, scheen in 1916 ver
broken te zijn door een Russische vlieger,
die bij een tocht over het ,,dak van de
Gereld" duidelijk de omtrekken van een
groot schip had waargenomen ergens in
het Araratmassief. De Tsaar vaardig
de een expeditie af naar dit gebied,
maar de resultaten daarvan zijn door de
oktoberrevolutie vernietigd. Opnieuw
breidde zich mn nevel uit over de hele
geschiedenis die meer dan ooit mysterie
Werd.
De mislukte Amerikaanse expeditie en
die van Navarra met haar vage aan
wijzingen en gegevens maakten de ge
heimzinnigheid nog intenser. Zou het de
mensheid dan nimmer gegeven zijn om
*ieh de tastbare zekerheid te ver
ghaffen, dat de verzen van het Gene
sisverhaal over Noë niet op fantasie be
visten? Het geloof kan natuurlijk zon
der, maar zo'n stutje in de rug kan nooit
kwaad. En de archeologie zal tot het
einde der tijden niet te verzadigen zijn.
fkij zjjn dus, alles bij elkaar, nog maar
Weinig verder gekomen. De voornaam-
,te reactie op het stoutmoedige plan
Van de Rijswijkse journalist is dan ook
■mmen te vatten als: „verbeeld je je
De heer Richard Güttlich, initiatiefnemer van de eerste Nederlandse Ararat
expeditie (links) en zijn broer Pim, die het auto-technische gedeelte verzorgt.
Volgens berichten in het communis
tische blad Sin Hunan Pao zijn weder
om vijf priesters onrechtmatig tot
bisschop gewijd in de kathedraal van
Changsha, aldus meldt het K.N.P.
wijdingen zouden geschied zijn tijdens
een protestbijeenkomst van de Patriot
tische Vereniging van Katholieken te
gen de encycliek over China van Pius
XII Ad Apostolorum Principis. Als da
ta voor deze protestbijeenkomst noemt
De witte piek aan ae Ararat temidden
reusachtige üergmassief van de Kaukasus.
nu werkelijk iets te bereiken waar al
die vorige goed-uitgeruste expedities
hebben gefaald?" In zijn antwoord
noemt Güttlich dan de namen van Stan
ley en Livingstone, die toch ook maar
met primitieve hulpmiddelen grote ge
bieden ontsloten hebben voor de wester
se wereld. Overigens legt deze kleine
Nederlandse expeditie, die 10 februari
voornemens is te vertrekken, zich een
wijze zelfbeperking op. Het is, zo zegt
de heer Güttlich, beslist niet de bedoe
ling in de Ararat te gaan wroeten
en graven. Wij raken zo weinig mogelijk
aan, laten alles op zijn plaats en gaan
alleen te werk met fototoestellen, een
filmcamera met 1200 meter film en
meettoestellen. Het is ons voornaamste
doel om vast te stellen, of de Ararat in
derdaad zoiets als de arke Noachs be
vat. Anderen moeten dan maar zien,
hoe ze onze waarnemingen willen toe
passen.
Volgens Güttlich, die wij aantroffen
terwijl hij druk met de voorbereidingen
bezig was', zal de expeditie uit twee
auto's en een scooter bestaan, die vol
geladen worden met ongeveer 700 attri
buten, nodig voor een doeltreffende ex
ploratie van het Turkse gebergte. Hij
neemt zijn 25-jarige broer Pim mee als
mede de heer A. Doleman, een banket
bakker uit Leiden, die als Koreavrijwil-
liger gehard is tegen ontberingen. De
vierde man, die zijn naam niet genoemd
wil zien, heeft speciaal archeologische
belangstelling. Richard Güttlich is in het
midden- en nabije oosten geen onbeken
de. Vanaf 1951 vertoeft hij er regelma
tig en zijn verhalen zjjn in vele tijd
schriften verschenen. De tocht naar de
Ararat beschouwt hij als de climax van
zjjn omzwervingen. De geschiedenis van
de ark obsedeerde hem al van jongsaf,
maar het uitrusten van een op haar
taak berekende expeditie kost handen
vol geld. Tenslotte slaagde hij er in
van verschillende Nederlandse bedrijven
steun te verkrijgen, hetzij in natura het
zij in geld. In totaal is met de tocht
ruim een halve ton gemoeid. Richard
Güttlich vertelt van zijn spectaculaire
onderneming met groot zelfvertrouwen.
Hij praat niet druk, wel vlug en zijn on
gedurig karakter is hem duidelijk aan
te zien. Hij maakt de indruk alle aspec
ten van zjjn tocht goed overwogen te
hebben. Geen détail is vergeten. De
wetenschap haalt voor zijn avontuur de
neus op. Richard Güttlich hoopt, dat
het avontuur de wetenschap op haar
neus zal doen kijken.
HANS STEVENS
het blad 22 tot 26 oktober van het
vorige jaar.
Sin Hunan Pao geeft een uitvoerige
beschrijving zowel van de protestbij
eenkomst als van de onwettige bis
schopsconsecraties. Het noemt niet de
naam van de consecrator doch be
paalt zich er toe te vermelden, dat de
aartsbisschop van Moekden mgr. P'i
Shu-shih, Abt Pang Chow-hung, bis
schop Li Tao-nan van Puchi en bis
schop Tung Kwang-tsing van Hankow
aanwezig waren. De namen van de
priesters, die de bisschopswijding heb
ben ontvangen luiden: Hiong Teh-Lien,
Yang Kao-chien, Kuo Tse-chien, Ly
Chen-lin en Ly Shu-jen, respectievelijk
bestemd voor het aartsbisdom Chang-
sha, de bisdommen Changteh en Hen-
I gyang en de apostolische prefecturen
Lihsien (Lichow) en Yoyang (Heng-
chow).
Van de genoemde bisschoppen heeft
mgr. P'i Shu-shih. aartsbisschop van
Moekden, reeds op 1 juni 1958 vier
priesters op onwettige wijze tot bis
schop gewijd. Bisschop Li Tao-nan van
Puchi opende de serie van onwettige
bisschopsconsecraties vorig jaar 13
april met 2 priesters. De derde ge
noemde bisschop Tung Fwang-tsing
was een van deze twee priesters.
Van de gebieden, waarover de vijf
priesters thans hun onwettige juris
dictie zullen uitoefenen, zijn er vier
van hun bisschop beroofd door uit
wijzing. Van het bisdom Hengyang
(Hengchow) echter is de Chinese
mgr. Wan Tsu-chang de bisschop.
Het Pauselijk Jaarboek 1958 ver
meldt hem nog als residerend bis
schop. Volgens latere berichten, die
nog niet bevestigd konden worden, is
hij of gevangen of ziek.
Een communistisch dagblad uit Bin-
nen-Mongolië meldt, dat tien katholie
ken en drie protestanten uit dit gebied
gearresteerd en veroordeeld zijn we
gens samenzwering tegen de communis
tische regering van China. Het blad
noemt als leiders van deze samenzwe
ring Li Tsung-che en Wang Hsi-hsien.
Beiden zouden de top-figuren zijn in
een revolutionaire groep van katholie
ken. Ofschoon geen absolute zekerheid
mogelijk is, menen deskundigen op het
terrein van de Chinese binnenlandse ge
beurtenissen, dat het twee Chinese bis
schoppen betreft. Wegens de grote ver
schillen in de Chinese schrijfwijze me
nen zij met grote stelligheid, dat Li
Tsung-che dezelfde is als de 54-jarige
mgr. P. Ly Hsuan-te, bisschop van
Yenan in Binnen-Mongolië, en dat Wang
Hsi-hsien niemand anders is dan de 48-
jarige mgr. F. Wang, aartsbisschop
van Suiyuan eveneens in noord-west
Centraal China. Beiden zjjn veroordeeld
tot respectievelijk 20 en 15 jaar ge
vangenisstraf. Het blad noemt verder
geen namen dan die van deze 2 ver
oordeelden. Het proces zou 18 oktober
van het vorige jaar zjjn gevoerd. De
straffen van de andere veroordeelden
worden evenmin vermeld.
(Van onze Romeinse correspondent)
Niettegenstaande de algemene reces
sie en de drastische valuta-beperkingen
van Frankrijk stond het toerisme in Ita
lië gedurende 1958 er uitstekend voor.
De toeristische déviezenopbrengst, die
de uitkomst is van wat buitenlandse
i toeristen in het land brengen en Itali-
j aanse eruit, bedraagt óver de eerste ne-
gen maanden van 1958 de lieve som van
i 329 miljoen dollar. Daarbij komt nog
een bepaald percentage van inkomsten,
die niet direct statistisch geregistreerd
kunnen worden. Het tekort op de Ita
liaanse handelsbalans bedraagt 351 mil
joen dollar. Het is niet te bout gezegd
door de regeringscommissaris voor het
toerisme, Romani, dat het toerisme voor
een belangrjjk deel gezorgd heeft voor
de actieve betalingsbalans van 380 mil
joen dollar. Hier schuilt een der voor
naamste oorzaken, dat Italië zonder
meer de lire convertibel kon maken.
Voor bjjna 75 pet gedekt behoort deze
valuta tot de harde Europese. De voor
delen van het toerisme zullen volgens
Italiaanse prognoses, slechts vergroot
worden door de in werking getreden
Europese Economische Gemeenschap.
Want hoe vrjjer het verkeer van perso
nen wordt, des te meer rekent Italië,
niet ten onrechte, op een grotere toe
vloed van personen, die voor hun ge
noegen en vakantie dit land komen be
zoeken.
In Stockholm is een tentoonstel
ling geopend, waarop „Kunstschatten
uit de Gouden Eeuw" te zien zijn. Zilver,
kristal, meubels en andere sier- en ge
bruiksvoorwerpen zijn er geëxposeerd.
De directeur van het Rijksmuseum, jhr.
dr. D. C. Röell, woonde de opening bij.
Toen de filmkomiek Danny Kaye met het vliegtuig uit Tel Aviv op het vliegveld
Ciampino bij Rome aankwam, had hij daar al gauw een plaatsje gevonden in
een hoekje van het restaurant, om een onvervalst portie spaghetti te verorberen.
Het lukte hem kennelijk niet helemaal om de lange slierten vlot naar binnen
te krijgen.