Haringvissers profiteren van onze zeer grote goodwill in Ierland Vier Nederlanders A rarat-mysterie Vissers van andere landen in conflict aan Ierse zuidkust De wetenschap haalt er de neus voor op Weer 5 Chinezen onwettig tot bisschop gewijd Ierse haring vult tekort aan Goede nachtrust Nieuw Pauselijk jaarboek Twee bisschoppen voor de rechter Langdradig probleem Italië voldaan over toerisme in 1958 ZATERDAG 24 JANUARI 1959 PAGINA 7 door Zenuwrust Mijnhardt's Zenuwtabletten Nieuwe speurtocht naar Noë's ark (Van onze verslaggever) Waar het aas is, vergaren de arenden," zegt de Schrift. Als dit ergens van toepassing is, dan wel bij de visserij. De; arenden misgunnen elkander de buit, vooral wanneer het eigen, afgepaald jacht gebied wordt bedreigd of geschon den. Wij hebben dit bij IJsland ge zien, het fel toegespitst conflict met de Engelse vissers, en thans zijn er moeilijkheden aan de zuidkust van Ierland, waar een overvloed van ha ring een groot aantal continentale vissers, die zich anders nooit hier vertonen, heeft aangelokt. Zij slepen pal onder de Ierse kust de buit weg en nemen het niet altijd even nauw met de territoriale grens. Reeds zijn korvetten van de Ierse Marine in ac tie gekom;n, enkele vissers werden opgebracht en beboet, terwijl hun vangst in beslag is genomen. Ook de Ieren wensen nu, ter bescherming van de visstand, hun territoriale grens tot zes mijl verlegd. Inderdaad bestaat de mogelijkheid, dat door overbevissing van dit gebied de haringstand, toch al de laatste jaren zo ongewis, wordt bedreigd. Het water voor de Ierse zuidkust is voor de ha ring een belangrijke paaiplaats, zoals eenmaal de Zuiderzee. Omstreeks de jaarwisseling verzamelt zich hier de vis in grote hoeveelheden: zij komt als z.g. kuitzieke haring, als zodanig een waardevol product, om na het kuit- schieten als ijle haring, beduidend min der van kwaliteit, weer haars weegs te gaan. Het verschijnsel is niet nieuw, men weet reeds lang, dat er om deze tijd van het jaar zeer veel haring is voor de zuidkust van Ierland. Het waren echter uitsluitend Ieren en En gelsen, die hiervan profiteerden; voor de continentale schepen was de afstand te groot en waren de weersomstandig heden in dit gebied als regel weinig verlokkelijk. Dit is echter veranderd sinds de haringvangst in de Noordzee de laat ste jaren opmerkelijk is teruggelopen. Mede door toenemende bevissing komt men niet meer aan zijn trek. Om nu toch nog een redelijke jaar opbrengst te bereiken, proberen steeds meer continentale trawlers, ook Poolse en Oostduitse, voor de Ierse kust hun slag te slaan. 'Eigen lijk zijn de Nederlanders hiermee be ginnen, om precies te zijn een Ne derlandse viskoper, die enkele jaren geleden om deze tijd, terwijl hij het tegenover de concurrentie liet voor komen of hij naar de wintersport ging, heimelijk naar Zuid-Ierland reis de en daar de haring kocht om, on danks een verminderde aanvoer in eigen land, zijn contractuele leveran ties te kunnen uitvoeren. Dit initiatief heeft de Nederlanders in Ierland een voorsprong gegeven, waar zij thans nog profijt van hebben, de vissers, die volgen zouden, èn de handel. Want naarmate de resultaten op de Noordzee teruglopen, groeit de animo onder de continentale vissers om eind december-januari onder de Ierse kust hun geluk te beproeven. Vooral in 1958 werd daar zeer veel haring gevangen. Dit jaar is het iets minder, in hoofd zaak als gevolg van de temperatuur- verdeling van het zeewater, welke de meest gunstige situatie 'oor de paaien de vis grotendeels binnen de Ierse drie- mijlszone heeft verlegd. Terwijl men buiten de territoriale zeegrens matig vangt, grimmelt .iet daarbinnen van paaiende, kuitschietende haring. Van daar de grote verleiding voor de con tinentale vissers om in de Ierse terri toriale wateren een trek te wagen, in dit geval dus te stropen. Dat de Ieren dit met lede ogen aanzien, hun belan gen bedreigd zien en tegenmaatregelen treffen, is vanzelfsprekend. Alleen de Nederlanders worden daarbij ontzien en ook dat laat zich verklaren. Voor de andere continentale vloten gaat het in hoofdzaak om verse haring, die in de thuishavens wordt gelost. De Ne derlanders zouten en verzorgen de ha ring, zij lossen in de meest nabije Ier se havens en Nederlandse viskopers ter plaatse kopen bovendien een groot deel van de eigen vangst der Ieren op, die eveneens zo snel mogelijk van Ierland naar Nederland gaat. De gunstige situatie ten zuiden van Ierland loopt eind januari ten einde. Dan zullen de trawlers der verschil lende landen die hier thans opereren, zich weer bij de rest van de vloot voegen, die om deze tijd van het jaar in het noordelijk deel van de Noord zee haar geluk beproeft. Trawlers zijn het ganse jaar door achter de haring aan; men kent hier geen teelt zoals voor de drijfnetvisserij, van mei tot eind december. Dat wij Nederlanders op het ogenblik in Ierland zo bijzonder recu zijn, heeft nog andere redenen. Er zijn de laatste jaren tal van lucratieve contacten ge groeid. Zo ontplooit het grote zoetwa tervisserijbedrijf van Wijnbelr te Wou- drichem grote activiteit op de Ierse bin nenwateren, Verolme heeft in Ierland een scheepswerf gevestigd en ook de Nederlandse Mij voor Havenwerken is er thuis. Mede dank zij deze goodwill verkeren onze haringvissers ten opzich te van hun continentale collega's in een gunstige uitzonderingspositie. En de Ierse haring vuJt zo goed mogelijk aan wat men in de eigen Noordzee te kort is gekomen, ten profjjte van het bedrijf, de handel en de export. Advertentie (Van onze Romeinse correspondent) Het ..Annuario Pontificio", dat anders traditioneel op het feest van St.-Pe- trus' Stoel te Rome 18 januari aan de H. Vader wordt aangeboden, zal dit jaar nog een maand op zich doen wach ten. De redactiecommissie heeft het door de vele veranderingen en bijvoe gingen, welke zich de laatste maand voordeden, niet op tijd klaar kunnen krijgen. Intussen is bekend, dat het een zestigtal pagina's dikker zal zijn. dan dat van 1958, tengevolge van de uitbrei ding der diocesen, van de weer her vatte en aangevulde functies in de Curie en door de vergroting van het kardinaalscollege. Het jaarboek wordt geopend met een foto van Joannes XXIII. Het zal evenals in 1958 de na men der diocesen en van de bisschop pen in de originele talen geven. Even als in de jaren '57 en '58 gaan aan de voornaamste hoofdstukken illustratieve noten vooraf in het Italiaans, Frans, Engels, Duits, Spaans en Portugees. Waarschijnlijk zal het eerste exem plaar de H. Vader aangeboden worden op een ander feest van Sint Pieter, nl. dat van zijn Stoel te Antiochië, dat ll 22 februari. Naar wij vernemen zal de Internatio nale Pen Club van 19-26 juli haar der tigste bijeenkomst houden in Duitsland, namelijk in Frankfort a. d. Main, Darmstadt en Heidelberg. LJ ichard Güttlich komt er maar meteen voor uit: J_\ „De wetenschap hecht geen enkele waarde aan wat wij nu gaan doen. Zij haalt er slechts de heus voor op. Maar aangezien wij ook niet de pre tentie hebben mannen van de wetenschap te zijn, taat dit ons vrij onverschilligDan maar zonder haar zegen". Richard Güttlich is een dertigjarige publicist tn Rijswijk, die niet lang achtereen op één plaats kan kijven en nu het volgens velen zinloze plan heeft °pgevat om naar de Ark van Noë te zoeken. Inderdaad, alweer een expeditie naar het Araratgebergte, ditmaal bestaande uit vier Nederlandse avonturiers, mensen die er niet tegen opzien om een paar nachten in sneeuw en ijs te moeten bivakkeren, echt van het kaliber dat voor een dergelijk karwei vereist is. Zij billen zich niet laten afschrikken door de talloze fiasco's van vorige expedities en hebben anderzijds bun verwachtingen niet al te hoog gespannen. Gewone menselijke nieuwsgierigheid trekt hen naar Turkije, naar de eventuele restanten van een Bijbelse gebeurtenis, en het is niet de zwaarwichtige weten schap die zij zoeken te dienen. Daarom is deze be scheiden campagne ons wel sympathiek, al zal men zich van het resultaat geen grote voorstelling moeten hiaken. Nog maar enkele jaren geleden kwam de „Arke Doachs" plotseling in het brandpunt van de belang stelling te staan, speciaal ook in Nederland, waar de Daagse gymnasiast Hans Roozen van zich deed spreken door zijn enthousiasme om aan een Amerikaanse expeditie naar de Ararat deel te nemen. De expeditie ging weliswaar door, maar het succes ivas nihil, en Hans Roozen moest het bericht thuis in de krant lezen, want de Turkse regering had hem een visum geweigerd. De heer Güttlich laat zich over dit Amerikaanse aandeel in de strijd tegen de ongenaak bare Ararat heel laatdunkend uit. De expeditie zou veel te groots zijn opgezet, daardoor de achterdocht van Rusland hebben opgewekt het Araratgebergte ligt op het grensgebied van Turkije en tenslotte gebrek hebben gehad aan geharde lieden. De Turkse regering geïntimideerd door een hetze in de Russische radio en pers, trok daarop haar toestemming in, en de Amerikanen moesten onverrichterzake de aftocht blazen. Een plan voor een tweede expeditie bleef slechts een plan. Enkele jaren nadien, in 1952, was het de Fransman Fernard Navarra, die het bericht verspreidde, dat hij naar alle waarschijnlijkheid het schip uit het Genesis verhaal had teruggevonden. De ark zelf was niet te zien, maar Navarra beweerde een merkwaardige schaduw te hebben waargenomen in een bevroren bergmeer. Die schaduw kon naarzijn zeggen nergens anders van afkomstig zijn dan van een groot schip, zelfs zo groot, dat op zijn eerste expeditie het mee gevoerde materiaal te kort schoot om de vondst nader te onderzoeken. Ook op de volgende tocht moest hij zich beperken tot een foto van het vreemde tafereel, die bovendien de werkelijkheid maar gebrekkig zou weergeven. Navarra schatte het schip dat zich onder de ijsvlakte bevond, op twintigduizend ton, een getal dat ons in deze tijd wel vertrouwd is, maar voor de Ark van Noë ongeloofwaardig lijkt. Toch zou deze maat overeenstemmen met de afmetingen, die God aan Noë heeft opgegeven toen Hij hem bevel gaf de boot te bouwen. De ark moest namelijk driehonderd ellen lang, vijftig breed en dertig hoog zijn. In onze maten omgerekend zou dit neerkomen op een lengte van 175 meter, en dan moet inderdaad worden aangenomen, dat de ark een inhoud had van twintigduizend ton. Richard Güttlich en de zijnen hebben Overigens niet de illusie, dat zij een der gelijk groot schip zullen aantreffen op het onherbergzame Araratgebergte. Twintigduizend ton, nee, daar geloof ik biet aan, zei de heer Güttlich, dat was 'n die tijd een onmogelijkheid. Hij ver onderstelt, dat de Bijbelse cijfers niet zo erg nauw genomen moeten worden. Zo acht hij het eveneens onwaarschijn lijk, dat veertig dagen en nachten regen de vloed dermate hebben doen stijgen, dat Noë's ark kon stranden op de top van een ruim 5100 meter hoge berg. Nu ls hij de eerste niet die zich dit afvraagt. Er zijn geleerden, die menen, dat men onder Ararat" niet het tegenwoordige gebergte moet verstaan, doch in het al gemeen een aarden wal of dijk, of ook wel een geheel landschap dat met deze baam werd aangeduid. Anderen weige- zich vast te leggen aan de in het *Ohdvloedverhaal juist zo exact weerge geven omschrijvingen en cijfers, maar lichten er bepaalde gegevens uit, die hl hun kraam te pas komen. Zo heeft iemand eens met grote overtuiging be- Weerd. dat het water in die veertig da gen en nachten niet meer dan 15 el steeg en dus nooit de bergtoppen be reikt kan hebben. Maar hij had de Bjj- bel welbewust verkeerd gelezen. In Ge nesis wordt weliswaar het getal 15 ge noemd, doch dit heeft betrekking op de hoogte van het water boven de bergen. Evenals zich in de loop der eeuwen de valse interpretaties van dit Bijbelse ver haal hebben opgestapeld, zo heeft de mensheid zich ook altijd geïntrigeerd gevoeld door de vraag, wat er van de ark van Noë, dat wonderlijke vaartuig Van pijn- of goferhout met drie dekken en aan de binnen- en buitenkant met hars besmeerd, geworden is. Een der oudste getuigenissen van deze algehele nieuwsgierigheid vinden we bjj de Baby lonische schrijver Berossos, die 2000 Óaar geleden al gewaagde van lieden die op zoek waren naar overblijfselen Van de ark. Nadien duiken dergelijke berichten telkens op, terwijl het aantal Variaties onder welke omstandigheden men inderdaad het vaartuig aangetrof fen zou hebben, nagenoeg eindeloos is. Twee schrijvers uit de antieke oudheid, die van Noë's ark berichtten, zijn nog Nicolaas Damascenus (30 voor Chris tus) en de jood Flavius Josephus (100 na Christus). Dan duurt het tot 1681 voordat de Nederlandse avonturier Jan Janszoon Struys uit Wormerveer in zjjn boekje ..Reizen door Moscovië, Tartarjje en In- dië" een betrouwbaar lijkend verslag doet van een tocht naar de Ararat, waar hij een kluizenaar genas van een been breuk en als blijk van erkentelijkheid Van deze monnik een crucifix ten ge schenke kreeg, dat vervaardigd zou zpn Van hout uit de ark. Domingo Alexan der, zoals de heremiet heette, vertelde de Hollandse varensgezel, dat het zach te klimaat het schip zo goed had gecon serveerd. Zoals men ziet: hét weer op de Ararat is wel veranderd, als men ten minste geloof wil hechten aan de ver klaringen van Navarra. Opnieuw zinkt het Bijbelse vaartuig dan voor lange tijd terug in de vergetelheid, totdat een Turkse expeditie in 1883 de wereld in spanning brengt met het bericht, dat men gestuit was op de wrakstukken van een enorme boot, vastgeklemd aan de Voet van een gletscher. De inwoners van een naburig dorp, Bayazid, bleken reeds fang op de hoogte van het bestaan van dit schip, maar durfden het nimmer te haderen, want er zou een geheimzinnig Vuur in branden en ook waren er wel eens stemmen vernomen. Het waas tvaarmee Wahrheit en Dichtung de ark hadden overtrokken, scheen in 1916 ver broken te zijn door een Russische vlieger, die bij een tocht over het ,,dak van de Gereld" duidelijk de omtrekken van een groot schip had waargenomen ergens in het Araratmassief. De Tsaar vaardig de een expeditie af naar dit gebied, maar de resultaten daarvan zijn door de oktoberrevolutie vernietigd. Opnieuw breidde zich mn nevel uit over de hele geschiedenis die meer dan ooit mysterie Werd. De mislukte Amerikaanse expeditie en die van Navarra met haar vage aan wijzingen en gegevens maakten de ge heimzinnigheid nog intenser. Zou het de mensheid dan nimmer gegeven zijn om *ieh de tastbare zekerheid te ver ghaffen, dat de verzen van het Gene sisverhaal over Noë niet op fantasie be visten? Het geloof kan natuurlijk zon der, maar zo'n stutje in de rug kan nooit kwaad. En de archeologie zal tot het einde der tijden niet te verzadigen zijn. fkij zjjn dus, alles bij elkaar, nog maar Weinig verder gekomen. De voornaam- ,te reactie op het stoutmoedige plan Van de Rijswijkse journalist is dan ook ■mmen te vatten als: „verbeeld je je De heer Richard Güttlich, initiatiefnemer van de eerste Nederlandse Ararat expeditie (links) en zijn broer Pim, die het auto-technische gedeelte verzorgt. Volgens berichten in het communis tische blad Sin Hunan Pao zijn weder om vijf priesters onrechtmatig tot bisschop gewijd in de kathedraal van Changsha, aldus meldt het K.N.P. wijdingen zouden geschied zijn tijdens een protestbijeenkomst van de Patriot tische Vereniging van Katholieken te gen de encycliek over China van Pius XII Ad Apostolorum Principis. Als da ta voor deze protestbijeenkomst noemt De witte piek aan ae Ararat temidden reusachtige üergmassief van de Kaukasus. nu werkelijk iets te bereiken waar al die vorige goed-uitgeruste expedities hebben gefaald?" In zijn antwoord noemt Güttlich dan de namen van Stan ley en Livingstone, die toch ook maar met primitieve hulpmiddelen grote ge bieden ontsloten hebben voor de wester se wereld. Overigens legt deze kleine Nederlandse expeditie, die 10 februari voornemens is te vertrekken, zich een wijze zelfbeperking op. Het is, zo zegt de heer Güttlich, beslist niet de bedoe ling in de Ararat te gaan wroeten en graven. Wij raken zo weinig mogelijk aan, laten alles op zijn plaats en gaan alleen te werk met fototoestellen, een filmcamera met 1200 meter film en meettoestellen. Het is ons voornaamste doel om vast te stellen, of de Ararat in derdaad zoiets als de arke Noachs be vat. Anderen moeten dan maar zien, hoe ze onze waarnemingen willen toe passen. Volgens Güttlich, die wij aantroffen terwijl hij druk met de voorbereidingen bezig was', zal de expeditie uit twee auto's en een scooter bestaan, die vol geladen worden met ongeveer 700 attri buten, nodig voor een doeltreffende ex ploratie van het Turkse gebergte. Hij neemt zijn 25-jarige broer Pim mee als mede de heer A. Doleman, een banket bakker uit Leiden, die als Koreavrijwil- liger gehard is tegen ontberingen. De vierde man, die zijn naam niet genoemd wil zien, heeft speciaal archeologische belangstelling. Richard Güttlich is in het midden- en nabije oosten geen onbeken de. Vanaf 1951 vertoeft hij er regelma tig en zijn verhalen zjjn in vele tijd schriften verschenen. De tocht naar de Ararat beschouwt hij als de climax van zjjn omzwervingen. De geschiedenis van de ark obsedeerde hem al van jongsaf, maar het uitrusten van een op haar taak berekende expeditie kost handen vol geld. Tenslotte slaagde hij er in van verschillende Nederlandse bedrijven steun te verkrijgen, hetzij in natura het zij in geld. In totaal is met de tocht ruim een halve ton gemoeid. Richard Güttlich vertelt van zijn spectaculaire onderneming met groot zelfvertrouwen. Hij praat niet druk, wel vlug en zijn on gedurig karakter is hem duidelijk aan te zien. Hij maakt de indruk alle aspec ten van zjjn tocht goed overwogen te hebben. Geen détail is vergeten. De wetenschap haalt voor zijn avontuur de neus op. Richard Güttlich hoopt, dat het avontuur de wetenschap op haar neus zal doen kijken. HANS STEVENS het blad 22 tot 26 oktober van het vorige jaar. Sin Hunan Pao geeft een uitvoerige beschrijving zowel van de protestbij eenkomst als van de onwettige bis schopsconsecraties. Het noemt niet de naam van de consecrator doch be paalt zich er toe te vermelden, dat de aartsbisschop van Moekden mgr. P'i Shu-shih, Abt Pang Chow-hung, bis schop Li Tao-nan van Puchi en bis schop Tung Kwang-tsing van Hankow aanwezig waren. De namen van de priesters, die de bisschopswijding heb ben ontvangen luiden: Hiong Teh-Lien, Yang Kao-chien, Kuo Tse-chien, Ly Chen-lin en Ly Shu-jen, respectievelijk bestemd voor het aartsbisdom Chang- sha, de bisdommen Changteh en Hen- I gyang en de apostolische prefecturen Lihsien (Lichow) en Yoyang (Heng- chow). Van de genoemde bisschoppen heeft mgr. P'i Shu-shih. aartsbisschop van Moekden, reeds op 1 juni 1958 vier priesters op onwettige wijze tot bis schop gewijd. Bisschop Li Tao-nan van Puchi opende de serie van onwettige bisschopsconsecraties vorig jaar 13 april met 2 priesters. De derde ge noemde bisschop Tung Fwang-tsing was een van deze twee priesters. Van de gebieden, waarover de vijf priesters thans hun onwettige juris dictie zullen uitoefenen, zijn er vier van hun bisschop beroofd door uit wijzing. Van het bisdom Hengyang (Hengchow) echter is de Chinese mgr. Wan Tsu-chang de bisschop. Het Pauselijk Jaarboek 1958 ver meldt hem nog als residerend bis schop. Volgens latere berichten, die nog niet bevestigd konden worden, is hij of gevangen of ziek. Een communistisch dagblad uit Bin- nen-Mongolië meldt, dat tien katholie ken en drie protestanten uit dit gebied gearresteerd en veroordeeld zijn we gens samenzwering tegen de communis tische regering van China. Het blad noemt als leiders van deze samenzwe ring Li Tsung-che en Wang Hsi-hsien. Beiden zouden de top-figuren zijn in een revolutionaire groep van katholie ken. Ofschoon geen absolute zekerheid mogelijk is, menen deskundigen op het terrein van de Chinese binnenlandse ge beurtenissen, dat het twee Chinese bis schoppen betreft. Wegens de grote ver schillen in de Chinese schrijfwijze me nen zij met grote stelligheid, dat Li Tsung-che dezelfde is als de 54-jarige mgr. P. Ly Hsuan-te, bisschop van Yenan in Binnen-Mongolië, en dat Wang Hsi-hsien niemand anders is dan de 48- jarige mgr. F. Wang, aartsbisschop van Suiyuan eveneens in noord-west Centraal China. Beiden zjjn veroordeeld tot respectievelijk 20 en 15 jaar ge vangenisstraf. Het blad noemt verder geen namen dan die van deze 2 ver oordeelden. Het proces zou 18 oktober van het vorige jaar zjjn gevoerd. De straffen van de andere veroordeelden worden evenmin vermeld. (Van onze Romeinse correspondent) Niettegenstaande de algemene reces sie en de drastische valuta-beperkingen van Frankrijk stond het toerisme in Ita lië gedurende 1958 er uitstekend voor. De toeristische déviezenopbrengst, die de uitkomst is van wat buitenlandse i toeristen in het land brengen en Itali- j aanse eruit, bedraagt óver de eerste ne- gen maanden van 1958 de lieve som van i 329 miljoen dollar. Daarbij komt nog een bepaald percentage van inkomsten, die niet direct statistisch geregistreerd kunnen worden. Het tekort op de Ita liaanse handelsbalans bedraagt 351 mil joen dollar. Het is niet te bout gezegd door de regeringscommissaris voor het toerisme, Romani, dat het toerisme voor een belangrjjk deel gezorgd heeft voor de actieve betalingsbalans van 380 mil joen dollar. Hier schuilt een der voor naamste oorzaken, dat Italië zonder meer de lire convertibel kon maken. Voor bjjna 75 pet gedekt behoort deze valuta tot de harde Europese. De voor delen van het toerisme zullen volgens Italiaanse prognoses, slechts vergroot worden door de in werking getreden Europese Economische Gemeenschap. Want hoe vrjjer het verkeer van perso nen wordt, des te meer rekent Italië, niet ten onrechte, op een grotere toe vloed van personen, die voor hun ge noegen en vakantie dit land komen be zoeken. In Stockholm is een tentoonstel ling geopend, waarop „Kunstschatten uit de Gouden Eeuw" te zien zijn. Zilver, kristal, meubels en andere sier- en ge bruiksvoorwerpen zijn er geëxposeerd. De directeur van het Rijksmuseum, jhr. dr. D. C. Röell, woonde de opening bij. Toen de filmkomiek Danny Kaye met het vliegtuig uit Tel Aviv op het vliegveld Ciampino bij Rome aankwam, had hij daar al gauw een plaatsje gevonden in een hoekje van het restaurant, om een onvervalst portie spaghetti te verorberen. Het lukte hem kennelijk niet helemaal om de lange slierten vlot naar binnen te krijgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 7