Griekenland, het enige orthodoxe land met vrijheid van godsdienst Waar de glorierijke traditie van Byzantium voortgezet wordt Wetgeving voor de ruimte Sprookjesvertellers in de verdrukking DE KLEUTER EN ZIJN DISCOTHEEK E w Religie en nationaal sentiment bij de Grieken nauw verweven Rapport van Amerikaanse Senaats commissie geeft suggesties Veiligheidsraad bijeen PAUS JOANNES IJVERT VOOR HERENIGING DER KERKEN w, WMêm Israël vraagt om speciale zitting DINSDAG 27 JANUARI 195v MGINA 4 ;3jjfe*v - ,A.A- :c/.' J- -ret was te verwachten, dat na de l—l afgelopen oorlog, toen de omzet van I X de grammofoonplaten-industrie met sprongen omhoog ging, de kinderplaatjes niet achter zouden blijven. Ze hebben intussen een succesvolle rentree gemaakt, en gaan, geloven ivij, een gouden toekomst tegemoet. Vooral nu het aantal onderwerpen, dank zij radio en televisie, die bij deze opbloei ten nauwste betrokken zijn zozeer is uit gebreid. Van vele radio-jeugdprogramma's, zoals de kinderkoortjes en kleuteruitzen dingen, zijn de platen in de handel. Een zeer succesvol televisie-hoorspel is eveneens op de plaat opgenomen. Oom Otto vertelt voor wie dat wil, zijn sprookjes nu op elk uur van de dag, terwijl de kleine laat- opblijvers hun uiteraard onverdiende „vijf minuutjes voor het slapengaan" toch kunnen beluisteren, al is het om elf uur 's avonds. Al die nieuwe mogelijkheden brengen weer consequenties met zich mee, waarmee we, als met zoveel andere dingen, zullen moeten leren leven. Kinderen van een jaar of vijf met een eigen grammofoon en discotheekje, zullen binnen afzienbare tijd niet meer tot de uitzonderingen behoren. Ze zullen keurend luisteren, twee verschillende uitvoeringen tegen elkaar afwegen misschien, ze zullen er hun voorkeuren op na gaan houden, en hun afkeer niet onder stoelen of banken steken. Examens (Van een bijzondere medewerker) -r f et tragische probleem van de scheiding van de I Oosterse en Westerse kerken dat nooit opge houden heeft de geesten aan beide zijden bezig te houden, is in het nog korte Pontificaat van Paus Joannes XX/// reeds enige malen met nadruk vermeld. Zowel in zijn allereerste allocutie tot het Kardinaals college als in zijn Kerstrede wees de huidige paus op de noodzaak tot hereniging te komen. Dat is geen toeval, als men bedenkt, dat hij door zijn lang verblijf als apostolisch delegaat in orthodoxe landen (Griekenland en Bulgarije, evenals in Konstantinopel, waar de Griekse Patriarch zetelt) de verscheurdheid der Chris tenheid van nabij heeft leren kennen. Daar bij de Katholieken in het Westen nog veelal onwetendheid over de werkelijke verhoudingen op dit gebied heerst, kan het zijn nut hebben, een ogenblik bij de huidige situatie van het Christendom in het enige land, dal vrijwel geheel orthodox en niet door het communisme overheerst is, stil te staan: wij bedoelen het huidige Griekenland. i Een Grieks-Orthodoxe processie op het eiland Kérkira in het noord-westen van Griekenland. Griekenland speelt een belangrijke rol in de kerkelijke wereld van het Oosten. Niet alleen omdat, gelijk gezegd, het momenteel het enige orthodoxe land is, waar de godsdienst vrijelijk kan worden beleden (de Orthodoxe Kerk is er zelfs staatsgodsdienst), meer nog omdat het land de drager is van de glorierijke traditie van Byzantium, de hoofdstad van de Oosterse Kerk, het „tweede Rome". Vanuit het Griekse Byzantium werd een groot deel van de Slavische wereld gechristianiseerd; naar Byzan tium of Konstantinopel blikten talloze Christenen uit de landen van het huidige Midden-Oosten op. De daar zetelende oecumenische patriarch (de huidige titeldrager Athonagoras is door een persoonlijke vriendschap met paus Jo annes XXIII verbonden) was eeuwen lang de voornaamste tegenspeler en na het schisma van 1054 de grootste oppo nent tegen het Pausdom van Rome. Door de politieke omstandigheden (verovering van Konstantinopel door de Turken in 1453, de oprichting van een patriarchaat in Moskou, dat daarmede het „derde Rome" werd, enz.) is zijn jurisdictie thans tot veel kleiner gebie den V perkt, maar zijn geestelijk gezag blijft groot. v Na de bevrijding van Griekenland van de Turken in 1832 was het voor de Orthodoxe Kerk, die gedurende de vier eeuwen van bezetting het toevluchts oord van het Griekse nationalisme was geweest (hetzelfde is thans nog in Cy prus het geval) en wier bisschoppen een belangrijke rol bij de opstand ge speeld hadden, onmogelijk, nog langer afhankelijk te zijn van de patriarch, die immers op Turks gebied zetelde. In 1850 werd de „autocephah" (zelfstan dige) Griekse Kerk opgericht, welke nog wel de geestelijke suprematie van het patriarchaat erkende, maar zich zelf bestuurde. Het is tot deze Kerk, dat 96 pet der thans levende Grieken behoort (daarnaast zijn er ca. 1.000.000 Grieks-orthodoxe Amerikanen en enige tienduizenden gelovigen in Turkije, de Verenigde Arabische Republiek, Liba non enz.). De katholiek, die met deze Kerk in contact komt, wordt op het eerste gezicht getroffen door het vele ge meenschappelijke met de eigen Kerk, veel meer dan met de protestanten. Bij een bezoek aan de talloze kerken en kapellen ziet hij de ikonen, die God, de H. Maagd en de heiligen af beelden, de godslamp, de talrijke kaarsen, de zich bekruisende gelovi gen. De liturgie is weliswaar ver schillend van de latijnse, maar heeft toch duidelijk dezelfde grondtrekken. Overal in publieke lokalen, ambtsge bouwen, autobussen ziet h}j religieuze medaillons of platen, helaas dikwijls van een verfoeilijke smakeloosheid. Hij bemerkt, hoe vele gelovigen bij het voorbijgaan der kerken eerbiedig groeten. Hjj ontmoet een lijkstoet op straat en wordt herinnerd aan wat in Limburg zich bij dezelfde gelegen heid afspeelt. Hij treft priesters aan, schilderachtig in hun zwierige ge waad en volle baard; hij ziet de bis schop in de kerk of gemoedelijk op zjjn eentje op straat wandelend (er zijn veel meer bisschoppen procentu eel dan bij ons: over de 60 op 8 miljoen gelovigen). Op zijn tochten door het land speurt zijn oog de vele veldmonumenten, waar vrome vrou wen verse bloemen leggen en 's avonds kaarsen ontsteken; hij leest de dorpsnamen, waarvan zovele naar een heilige genoemd zijn. Hij bezoekt sommige kloosters (waarvan vele he laas niet meer bewoond zijn) en wordt iets van de geest der eerbied waardige Oosterse monastieke tradi tie gewaar. Kortom, Griekenland is met christelijke traditie doordrenkt, minstens evenzeer als overwegend ka tholieke landen. Bij elke pas, die de bezoeker maakt, bekruipt hem meer en meer het schrij nende gevoel: waarom zijn wij niet al len leden van één Kerk? Wat belet ons én hen te behoren tot één schaapstal en onder één herder? Zou hij deze vraag stellen aan de eerste de beste Griek, die hij ergens ontmoet en die datgene weergeeft, wat zijn doorsnee-landgenoot over dit vraag stuk denkt, dan is de kans groot, dat het antwoord luidt, dat zijn geloof het ware is, dat de Paus een vreemde macht is, die in zijn land niets te zoe ken heeft en dat de andere christelijke belijdenissen goed mogen zijn voor bui tenlanders, maar niet voor hem als Griek. Dat een Griek per definitionem orthodox moet zijn, schijnt hem de na tuurlijkste zaak ter wereld; zich een niet-orthodoxe Griek voor te stellen valt hem even moeilijk, als een Italiaan of Spanjaard een protestantse landgenoot. Van verschil in geloofswaarheden of in voorschriften voor christelijk-zedelijk gedrag met de Katholieke Kerk heeft hij weinig of geen weet. Dat zijn Kerk de pauselijke suprematie en het leer stuk der pauselijke onfeilbaarheid niet aanvaardt, is hem nog wel bekend. Voor de gemiddelde Griek, zo dunkt ons, ligt de scheidingslijn met de latijnse chris tenheid eenvoudig daarin, dat traditie en nationaal gevoel hem bijgebracht hebben, dat hij zijn eigen geloof heeft, onderscheiden van dat van het Westen. Elke Griek voelt zich in de eerste plaats Griek, die zijn eigen volksaard en daarom ook zijn eigen Kerk met haar eigen bestuur, liturgie en ge loofsleer heeft. Het zijn dus veeleer historische, psychologische en politieke factoren die de scheiding continueren dan verschillen in geloofsinhoud. Dat daarbij de Kerk van het Westen zon der schuld staat, kan wel niemand vol houden; denken we alleen maar aan het (geenszins vergeten) optreden van sommige kruisvaarders en later van de Venetianen. Het beroemde Grieks-Orthodoxe kloos ter op de berg Athos. In die nauwe ineenstrengeling van religie en nationaal gevoel ligt de kracht maar tegelijkertijd de angst wekkende zwakte van de Orthodoxe Kerk. Uiterlijk is haar positie sterk; zij is de staatsgodsdienst, beleden door de verpletterende meerderheid der inwo ners, door de staat moreel en finan cieel gesteund. Maar uit aloude Byzan tijnse traditie is zij niet gewend haar woord te spreken tot de wereldse machthebbers of zich uit te spreken aangaande de grote sociale opvattingen, die het huidige tijdperk bewegen. Zij maakt geen deel uit van een de wereld omspannende universele Kerk, zij mis sioneert ternauwernood, doch sluit zich integendeel bewust of onbewust af tegen impulsen en vernieuwingsge dachten van buiten; haar lidmaatschap van de Wereldraad van Kerken kan geen voldoende remedie tegen deze iso lering bieden en er is een stroming, die ook van dat contact weinig moet heb ben. Trots bepaalde recente pogingen tot aanpassing aan de moderne tijd en tot beter verstaan van de noden van de hedendaagse mens, is de Orthodoxe Kerk verstard, gevangen in haar sterke en schone traditie, met geringe origi nele theologische en philosophische denkkracht, weinig over de landsgren zen uitblikkende. Daarnaast is er een stijgend priestergebrek en een benau wend laag vormingspeil van het me rendeel harer c'ergé, om niet te spre ken van dat van velen harer volgelingen. KerkeHjk-sociologisch onderzoek is in Griekenland onbekend en daarom ont breken betrouwbare gegevens over de intensiteit der geloofsbeleving bij de ge lovigen. Onkerkelijkheid is in dit land officieel onbekend; bijna alle Grieken zijn derhalve lid van de Orthodoxe Kerk, worden gedoopt, huwen in de kerk (huwelijk voor de burgerlijke stand is onbekend; de Kerk zegent hu welijken in tot na twee scheidingen) en ontvangen een kerkelijke begrafenis. Maar tussen deze belangrijkste stations van het leven ligt vaak weinig daad werkelijk geloofsleven, vooral in de stedelijke centra, alle uiterlijk vertoon van de grote kerkelijke feesten (vooral Pasen) ten spijt. De zwakte van deze Kerk, die toch nog zoveel van de oorspronkelijke ge loofsschat bewaard heeft, kan de ka tholiek allerminst tot genoegdoening strekken. Immers, een werkelijke drang naar eenheid met de thans gescheiden broeders kan alleen verwacht worden, indien de geloofswaarheden door vele aanhangers der orthodoxie gekend en met overtuiging beleden worden; waar indifferentisme heerst, is geen behoefte aan een oecumenisch contact voorhan den. En juist in het bewustzijn der eigen zwakte en gedreven door de angst dat andere christelijke Kerken met suc ces „proselytisme" zullen bedrijven, maken de leiders der Orthodoxe Kerk de indruk meer te zoeken naar hetgeen hen scheidt van „Rome" dan naar het geen een weg zou kunnen worden naar het uiteindelijk herstel der eenheid. Daarbij komt, dat, politiek gesproken, de geringe kennis van de geloofsleer de immuniteit van vele Grieken tegen het communisme (dat hier, evenals overal, op de loer ligt en bjj de ver kiezingen van mei 1958 belangrijke suc cessen kon boeken) ernstig aan tast. De uitgesproken anti-communisti sche koers der huidige regering is daarvoor geen bevred'gende Ersatz. Naast de heersende Orthodoxe Kerk zijn er kleine groepen andersdenken de christenen: ongeveer 15.000 protes tanten en 30.000 tot 40.000 katholieken. De laatsten behoren in grote meer derheid tot de latijnse ritus, maar sinds ca. 30 jaren is er ook een ge ünieerde groep, die de Byzantijnse ritus volgt, omvattende enkele dui- zende gelovigen, en een paar honderd Armeense katholieken. De grondwet waarborgt de godsdienstvrijheid en het katholicisme wordt derhalve vrij beleden. De katholieken zijn veelal afstammelingen der Venetianen en men vindt derhalve enkele conglome raties op eilanden die lange tijd door dezen bezet waren, met name Syros en Tinos. In Athene bevinden zich zo wel het centrum van de latijnse als van de geünieerde katholieken. Voor al de activiteiten van de laatsten worden door de Orthodoxe Kerk on gaarne gezien. Een latijnse katholiek is een „Fremd- körper", zo gelooft zij, on-Grieks en daarom géén direct gevaar. Maar de - wolf in schaapskleren is de katholieke priester, die de Byzantijnse ritus volgt en Grieks in de liturgie gebruikt. Poten tieel, zo menen de orthodoxe leiders, liggen daar kansen voor een openbre ken van de orthodoxe eenheid. Vandaar dat, toen in november 1957 de Exarch der Geünieerde Kerk, de hoogvereerde mgr. Calavasey (ook in Nederland be kend) stierf, de (orth.) theologische fa culteit van de universiteit van Athene in een open brief Paus Pius XII vroeg, geen opvolger te benoemen. De Paus ging daar natuurlijk niet op in, maar er was aanzienlijke ontstemming in Athene. Indrukwekkend zijn de sociale en educatieve werken der kleine katholie ke groep, die ver boven hun getalsterk te uitgaan. Door deze activiteit van christelijke caritas en beschavingsar beid komen talrijke orthodoxen in aan raking met de levende werkelijkheid der Katholieke Kerk, zij het in haar latijnse, zij het in haar oosterse vorm. Waf zijn in deze situatie de vooruit zichten op een hereniging? Menselijk bezien is er geen reden tot optimisme. Overgang tot het katholicisme is be trekkelijk zeldzaam; er is een stijgend religieus indifferentisme en wie belij dend orthodox is, weet zich christen bij uitstek en heeft geen behoefte aan „bekering". Wat gedaan kan en moet worden is een geduldige, nooit versa gende informatie-arbeid, is het daad werkelijk beoefenen der christelijke naastenliefde, is de voortdurende be reidheid tot het gesprek en de toenade ring waar mogelijk. De kleine katho lieke kudde vervult die taak zo goed als zij kan, door voortreffelijke bis schoppen, priesters en religieuzen ge leid. De katholieken in het Westen heb ben de plicht, hun Griekse geloofsge noten, die op een zo moeilijke voorpost gesteld zijn op de grens tussen Europa en het Midden-Oosten, te steunen met gebed, sympathie en materiële midde len. De Griekse katholieken behoeven die morele en materiële steun in grote mate. De Friese tweeling 'Willem., Meindert, Dirkje en Ytje Lautenbach is sinds enkel dagen verenigd in de nieuwe woning van hun ouderste Deinum. De commissie uit de Amerikaanse Senaat, die zich heeft laten belasten met de taak alvast suggesties te doen voor een wettelijke regeling van alle zaken die de wereldruimte betreffen, heeft zijn eerste rapport gepubliceerd: 575 bladzijden vol binnen- en buiten landse suggesties. U.P.I. geeft daar het volgende uittreksel van. De rechtsgeleerden van Engeland, Amerika en de Sovjet-Unie zijn het eigenlijk wel eens over de voornaamste onderdelen van een toekomstige wetge ving op alles wat in de wereldruimte ge beurt of gebeuren kan. Leest men het rapport van de senaatscommissie voor de ruimte-wetgeving door, dan moet men concluderen dat, precies zoals op zee, er alleen meningsverschil bestaat over de vraag waar de ruimte en ook: de territoriale ruimte begint en eindigt. Grenzen Waar ook de ruimte begint, de wet ten die er gelden moeten ongeveer de zelfde zijn als die welke op zee, buiten de territoriale grenzen en erbinnen, thans gelden. Buiten de territoriale ge bieden kan geen enkel land zijn sou- vereiniteit laten gelden en mag iedereen houden wat hij ontdekt. En dat is dan beslist wat anders dan de feestelijke zondagmiddag van vroeger, of de ver jaarspartij, wanneer bij uitzondering de zéven kikkertjes en het groene knollenland door de kamer schalden, krassend en wel, af zakkend op de vreemdste momenten, en door een oom die er verstand van had, door een snelle draai aan de slin ger weer in het gareel gebracht. De inspannende handelingen van tevoren, de eerste krassende' geluiden die de plaat produceerde, het was allemaal ontzettend spannend, en wie de ma chine bedienen mocht, was in onze ogen een bevoorrecht mens. Dat is nu wel een beetje anders. Wie een radio koopt, neemt er in alle gevallen een met pick-up-aansluiting. Die grammo foon, voor zover hij al niet ingebouwd is, komt dan ook nog wel. Eén kin derverjaardag, één plaat van Dik kerdje Dap, en de basis voor een ver zameling sprookjes, liedjes, vervolg verhalen en wat niet al, is gelegd. De grote warenhuizen hebben in hun platen-afdeling een stukje afge schoten voor het kinderrepertoire; het zijn daar meestal de vaders en moe ders, die een keuze komen maken. Zoals gezegd, heel veel van wat op de radio en de t.v. gebeurt, is op de grammofoonplaat te koop. Verder zjjn er echte sprookjesseries, ver teld door bekende acteurs en actri ces, met op de achtergrond bijpas sende muziek. Voor de groten zijn er hoorspelen, en instructieve platen, die kennis van de muziekinstrumenten trachten bij te brengen. De ontdek kingsreis van Piccolo en Saxo bij voorbeeld, waarin beschreven wordt, hoe de instrumenten elkaar ontde' t hebben, is een best-seller op dit ge bied. Het Kinderkoor Jacob Hamel, De Karekieten, de Leidse Sleutel tjes, ze zingen allemaal, behalve voor de radio, nu ook voor de gram mofoonplaat. Donald Duck beleeft zijn avonturen op de plaat, zijn neef jes halen per zwarte schijf hun stou tigheden uit. Schrijfsters vertellen verhaaltjes voor het slapen gaan, en misschien straks ook wel weer bij het opstaan, wie weet. Barend Bluf wordt via de grammofoonplaat luid- ruchtig opgevoed, het olifantje Babar dat met zijn lange snuit het zaakje uit wil blazen, tot de orde geroepen. Ruimtevaarders suizen door het heel al, bedreigd door dodelijke stralen, en begeleid door ploing-ploing-gelui- den. Misschien krijgen we binnen kort sensationele thrillers voor de jeugd, of een avondgebed-per-gram- mofoonplaat. Vermoedelijk komen ze beide; we kunnen tenslotte nog alle kanten uit. In de buurtwinkels schijnt, in tegen stelling tot de warenhuizen, het initia tief vaak van de jeugd zelf uit te gaan. Daar komen soms driejarigen een plaatje kiezen, oren wijd open in de geluidscel of aan de koptelefoon, verzonken in Roodkapje en de Wolf. Eenmaal thuis beginnen kind en plaat een eigen leven; want die grammofoon is zo vreselijk geduldig. Die wil wel tien keer op een avond vertellen van Goudhaartje, of van het Meisje met de Zwavelstokken, en dat is meer dan menig volwassene op kan brengen. Bo vendien weet je dan van te voren fijn wat er komt, want het is altijd weer hetzelfde, en dat spaart jou je inter rupties, en je vader of moeder een hoop verlegenheid. Zo zou het best eens kunnen, dat de volwassenen als sprookjesvertellers worden uitgerangeerd. Dat zou dan één van de afschuwelijkste nederlagen uit de geschiedenis van de mensheid zjjn. En daarom zouden wij volwasse nen een duik in de sprookjes moeten nemen, eer het te laat is. Haal Moe der de Gans, de gebroeders Grimm en Andersen van de plank, en ga er voor zitten en verdiep u in hun be denksels. Of maak ze zelf, en geen grammofoonplaat zal u voorbijstreven. Hoe het gaat, gaat het, wie er weer in gelóóft, wint altijd. En dan hebben we toch ook wel wat voor op die me neer of mevrouw van de plaat; want wij kénnen het jongetje, dat zo graag een sprookje wil horen, wij weten dat hij vandaag verkouden is en een beet je ontzien moet worden, we kunnen hem onder het vertellen een knipoog je geven (zoals hij dat óns pleegt te doen), we kunnen hem op schoot ne men en samen alle verschrikkingen doorstaan, de boze troll inbegrepen. Per slot van rekening heeft nog nooit iemand bij een grammofoon op schoot gezeten. En die voorsprong zullen we ons dan ook beslist niet laten ontne men! Waar de ruimte wettelijk zal ophou den is een andere vraag. De antwoorden variëren van 35 km boven de aarde het hoogste punt dat een vliegtuig ooit zal kunnen bereiken tot 96.000 km. boven de aarde daar waar op de vierkante kilometer ruimte nog zo'n en kele molecule aardatmosfeer voorkomt. Ruimferoverij Alle ruimtevaartuigen zullen voorzien moeten zijn van vergunningen en papie ren, en de vlag voeren van het land van herkomst, c.q. inschrijving. Internatio nale geschillen zouden moeten worden voorgelegd aan het Internationale Hof in Den Haag, en er zou ook zoiets bestaan als ruimteroverij, de pendant van zeero verij. Maar weer duikt de vraag op: waar moet de ruimte eindigen? Op het punt waar de allerbeste raket het allerbeste ruimteschip kan vernietigen? Op het punt waar de dampkring ophoudt? Waar de aantrekkingskracht van de aarde niet meer merkbaar is? Of, zoals een Russische geleerde gezegd heeft, aan een grens, die zover is dat daar geen schending van de souvereiniteit op aar de kan worden gevreesd? Maan-annexatie Tot dusver is men eigenlijk nog niet ver gegaan. Want de maan en alle an dere hemellichamen vallen ver buiten de voorgestelde grenzen. Zodat de maan zou zjjn als een onbekend eiland in de Stille Oceaan: wie er zijn vlag plant mag het annexeren. Ook wil men bij de wet vastleggen hoe vreemde staten of thans nog onbe kende bewoners van hemellichamen bejegend moeten worden. Het sluiten van overeenkomsten met de bevolking van andere hemellichamen mag per sé niet uitgesloten worden. Israël heeft gisteren gevraagd om een speciale bijeenkomst van de Veiligheids raad ter bespreking „van hernieuwde agressie van strijdkrachten van de Ver enigde Arabische Republiek aan d> - raëlisch-Syrische grens", aldus bericht Reuter. Het verzoek is gedaan in een brief van de Israëlische permanente vertegenwoordiger bij de Verenigde Nas ties, Eban, aan de huidige voorzitter van de Veiligheidsraad, de Tunesiër Mongi Slim. AMSTERDAM, 26 jan. (V.U.) Kand. geneeskunde 1: O. G. Sap, Delft. Kand. econoomie: I. Tj. Ang, Djakarta; D. Kuijper, Hilversum; H. Demper, Den Haag; H. Doorn, Amsterdam; M. de Kool, Amsterdam; J. W. v. d. Molen, Nieuw Weerdinge. Kand. sociologie: J. de Jonge, Made en Drimmelen; mej. T. C. Korvinus, Hilversum. Kand. po liticologie: mej. S. C. Leguyt, Amster dam. Kand. Nederlands: K. J. Kraan, Vlaardingen. AMSTERDAM, 26 januari (G.U.) Doctoraal geneeskunde: mej. N. Wit- schey, Hilversum. J. H. C. Morsch, Bus- sum, J. M. Boon, Driehuis-Velsen, mej. H. A. van Peperzeel, J Schulte, J. Rid- derikhoff, mevr. R. den Dooren de Jong- Hupkes, Sihv Ing Khoen, P. E. Baaij, G. Krull, P. D. "V. Lamping, mej. P, Rossewey, J. G. ,T. Veltman, J. G. N. Snijder, J. Veldhuis, P. de Ronde, A. Keyzer, J. Allema, L. J. M. Pierrot, L. G. van Rijn, R. G. Oud, W. J. G. Rijnders, A. M. Rozijn, H. G. Roohe, mej. H. J. Th. Schlüter, rcej. H. Jaars- ma, J. G. M. ordans, A. Hage, A. F. Hermens, mej. J. H. M. de Haan, mej. E. Wijnberg, mej. E. M. Mulder, R. Ie Coultre, M. Rosen, mej. Tan Ien Nio, mevr. M. Q. H. Oe-Bree, allen te Am sterdam. Doctoraal sociale geografie P- Bukman (Delft) en D. J. C. van Baten burg urmerend)., kand. physische geografie mej. M. F. Hamburger (Am sterdam) P. A. Riezebos (Amsterdam) kand. sociale geografie mej. S. C. v. Veen (Rotterdam). LEIDEN, 27 jan. Kand. gen. 2: W. M. Mulder, Bergen op Zoom. Doet. gen. 2: W. T. C. D. Cornet, Alphen a.d. Rjjn; P. J. Gelier (U.S.A.); J. C. M. N v. d Meulen te Eindhoven; J. D. K Munting, Rijswijk; J. de Waard te Schiedam. Semi-artsexamen: F. H. J, Merkus, Leiden; R. Nijhoff, Den Haag; O. K. L. Peiger, Den Haag. Arts examen: P. G. Bekkering. Leiden: Ho Tjong Djien, Oegstgeest; L. A. S. de Koning, Den Haag; N. Kosten, Oegst geest; R. E. Spijker, Leiden. hop

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 4