Het komende Algemeen Concilie
Hoe zullen de
een invitatie van
Orthodoxe
Rome
Orthodoxen hebben in 1439 het
kerkvergadering deelgenomen
Kerken op
reageren
laatst
aan een
D
D
Lichte muziek op
zwarte schijven
Moeder
Paus Joannes XXIII
BESLISSING DOOR COLLEGE
VAN VEERTIEN KERK-
HOOFDEN
Zuid-Flevoland
Voorrang voor
een levensverhaal
Prof. ir. J. P. Thijsse
Journalist mag naar
Ned. Antillen
ZATERDAG 14 MAART 1959
PAGINA 13
Examens
Julie London
Voor het tere
Baby-huidje
BABYDERM-POEDER
door mgr. ALBERTO CIOVANNETT!
(vertaling van Hugo van der Heijden pr.)
Mannenzang
Popolaire klanken
(Van een bijzondere correspondent)
1~ T et is algemeen bekend, dat bij de verkiezing
J~3 van kardinaal Roncalli tot opvolger op Sint
Petrus' Stoel, enkele kortzichtige geesten teleur
gesteld fluisterden: „Het is slechts een overgangs-
Vaus". Hun oneerbiedige kritiek is de nieuwe paus ter
°re gekomen, en met zijn bekende gulheid zou hij
beantwoord hebben: „Een overgangspaus, goed, doch
een overgangspaus kan toch nog dienen".
En de daad bij het woord voegend heeft hij zijn
kritikasters hiervan het beste bewijs geleverd door
de aankondiging van een Algemene Kerkvergadering.
Zoals men weet, is een Kerkvergadering de bijeenkomst
"art alle kardinalen en bisschoppen van de wereld om
tezamen met de paus doctrinaire, morele en discipli
naire vraagstukken te bespreken. Een dergelijke bijeen
komst doet geen afbreuk aan de onfeilbaarheid van
het pauselijk gezag, doch zij vormt de beste inlichtin
genbron waarover de paus kan beschikken. Een van
de thema's nu, zo niet het hoofdthema van het te
houden Concilie is volgens de verklaring van de paus
de Eenheid van de Kerk.
Het probleem van de verdeeldheid in Christus'
Kerk heeft na de oorlog talrijke geesten beziggehouden
en is nog steeds het kernpunt van alle interkerkelijke
betrekkingen en conferenties. Sinds de oprichting van
de Wereldraad van Kerken in 1948 te Amsterdam (een
bijeenkomst waaraan de grootste der Orthodoxe
Kerken, de Russische, weigerde deel te nemen) is er
veel water naar de zee gespoeld. Het patriarchaat van
Moskou heeft de afwijzende houding herzien en op de
laatste bijeenkomst van de Wereldraad te Evanston
ivas het vertegenwoordigd. Het oecumenisch werk van
de laatste tien jaren heeft niet alleen het probleem
Van de verdeeldheid scherper naar voren gebracht,
doch het heeft ook een oprecht verlangen naar de
Eenheid wakker geschud. Meer en meer zijn de deel
nemers van de Wereldraad de overtuiging toegedaan,
dat hun werk moeilijk levensvatbaar is zonder de
Kerk van Rome. Rome heeft zich echter tot nu toe,
Vrij zouden willen zeggen, in een voorzichtige neutra
liteit teruggetrokken. Het volgde welwillend het werk
van de Wereldraad en de uiterlijke symptomen van het
verlangen naar Eenheid, doch het moest zich om
doctrinaire redenen afzijdig houden. Het concept
Thans oordeelt Paus Joannes XXIII
«at het oecumenisch werk, het inzicht
in de verdeeldheid, en het verlangen
naar de Eenheid, in een stadium zijn
gekomen, dat men enig succes van een
gesprek met Rome mag verwachten.
Hij nodigt alle Christelijke Kerken uit
S 'ezamen met Rome, naar de mid-
u11 t® zoeken om de Eenheid te her
stellen. Sinds de Kerkvergadering van
Florence (1439) onder paus Eugenius
XV, heeft een dergelijke poging niet
ftteer plaats gehad. Paus Leo XIII had
'h 1869 wel een uitnodiging gericht aan
Wie patriarchen van het Oosten voor
{Jet concilie van het Vaticaan, doch het
herenigingsprobleem is er door de wei-
Sering van de Orthodoxe hiërarchie
Wet aan de orde gesteld. Wel was er
s,nds 1869 een decreet in voorbereiding
v°or het behoud van de oosterse ritus,
Syer de noodzakelijkheid van de codi-
"catie van het oosters kerkelijk recht
over de problemen die door de te
rugkeer van de afgescheidenen tot Ro-
worden geschapen.
Paus Joannes reikt derhalve aan
hlle Christenen de hand, om hen
haar het Vaderhuis terug te brengen.
2ijn kennis van het Orthodoxe Oos
ten maakt hem hiertoe beter ge
schikt dan zijn roemrijke voorganger
Paus Pius XII. Als Apostolisch Visi
tator heeft hij ruim negen jaar in Bul
garije vertoefd (25 april 1925i januari
1935). Het waren vruchtbare jaren
daarin er menig contact met de
Orthodoxe geestelijkheid van het
land werd gelegd. Dit contact werd
Vergemakkelijkt, doordat mgr. Ron
calli zich vanaf het eerste ogenblik
yan zijn verblijf in het iand de moei
te getroostte de Bulgaarse taal te le
ren.
.In zijn afscheidsrede op Kerstmis
mocht hij dan ook zeggen: „Het
respect dat ik altijd voor iedereen, zo-
j ®1 in het openbaar als in het bijzon-
heb getoond, mijn onschendbare
-P vruchtbare stilzwijgendheid, zowel
r's het feit Jat ik nooit de steen heb
{•geraapt die de een of ander op
?traat naar mü heeft geworpen, schen-
mij de zekerheid u bewezen te
C®oben, dat ik u allen in Christus be-
JP'o met de liefdevolle, diepe en op
lachte naastenliefde die het Evangelie
*»s leert.Denkt aan mij, Broeders,
b's aan een oprechte vriend van de
j "'garen. Volgens een oude Ierse over-
De patriarch van de Russische Orthodoxe Kerk, Alexius.
„Kerk", zoals de Wereldraad het de verdeelde christen
heid voorhoudt, is door Rome niet te aanvaarden.
huis voor hen een plaats is aan tafel
en een hoek bij het vuur. Waar ik ook
zal zijn, al is het aan het einde van
de wereld, wanneer een Bulgaar langs
mijn huis zal voorbijgaan, dan zal hij
voor mijn venster de uitnodigende
kaars vinden. Of hij nu Orthodox is of
Katholiek hij mag op mijn deur klop
pen, die voor hem zal opengaan. Als
Bulgaar mag hij mijn huis betreden
om er een warme gastvrijheid te ge
nieten."
Het vertrek van mgr. Roncalli uit
Bulgarije, op 4 januari 1935, verliep
dan ook niet onopgemerkt. Stil en zon
der vertoon was hij in het land geko
men bij zijn vertrek was bijna het vol
ledige diplomatieke korps te Sofia,
twee afgevaardigden van koning Boris
en een vertegenwoordiger van de Bul
gaarse Orthodoxe Kerk op het station
aanwezig.
Paus Pius XI zond hem naar Con-
stantinopel, de stad en het land met
zijn duizendjarige antipathie tegen i
me. Ook hier wist hij door zijn een
voudigheid, zijn minzaamheid en zijn
gulle lach de harten te winnen en veie
vooroordelen tegen Rome weg te ne
men. Tot verbazing van de Orthodoxen
bezocht hij hun kerken en kloosters,
bewonderde er de rijke schatten van
een oude christelijke cultuur en ver
eerde er de eeuwenoude ikonen van de
Moeder Gods. Zijn verblijf in het Oos
ten heeft Paus Jcrnnet XXIII wel bij
zonder voorbereid op een effectief her-
enigingswerk en zijn beslissing tot het
bijeenroepen van een algemeen conci
lie plaatst hem onder de grote Pausen.
j-'ering zetten de katholieken van het
jphd in de Kerstnacht een brandende
Jrjjrs voor het venster. Het is een uit-
jjuiging voor Jozef en Maria, op zoek
aar een nachtverblijf, dat er in het
Patriarch Athenagoras van Constantinopel.
e vraag is echter: Hoe zullen de
overige Christelijke Kerken op
een rechtstreekse uitnodiging
reageren. AI zijn sommige Or
thodoxe Kerken Paus Joannes XXIII
persoonlijk niet ongenegen, dan kunnen
zij nog zijn initiatief als een ongelukki
ge poging beschouwen om het gezag
over alle Christelijke Kerken uit te
oefenen. In deze geest zijn er in het
kamp der Ortho
doxe Kerken reeds
enkele stemmen op
gegaan, die wü hier
willen bespreken.
Er dient echter
eerst opgemerkt te
worden, dat Rome
nog geen officiële
uitnodigingen aan
de Orthodoxe Ker
ken heeft laten toe
komen, zodat de
reactie die de aan
kondiging van het
concilie heeft op
geroepen niet als
een definitief ant
woord van de Ker
ken in kwestie mag
worden beschouwd.
Wel tonen de geda
ne verklaringen
reeds aan hoe bui
tengewoon moeilijk
het zal zijn de
kwestie van de
Eenheid tot oplos
sing te brengen
De bijeenroeping
van een oecume
nisch concilie is
voor de Orthodoxe
Kerken een netelig
vraagstuk. Na de
tweede wereldoor- I
log heeft het reeds
veel onderling ge
twist veroorzaakt.
De Orthodoxe
Kerk van Rusland,
die vanaf 1942 een
grotere vrijheid ge
niet, voelde na het
beëindigen van de
oorlog behoefte om
baar innerlijk le
zen en haar uiter
lijke organisatie te herzien. Patriarch
Alexius droomde van een -> [gemeen
Orthodox Concilie. Zijn plan leed
schipbreuk ten eerste op het verzet van
Constantinopel, dat meende het alleen
recht te bezitten om een Orthodox Con
cilie bijeen te roepen, en ten tweede
meenden de andere Orthodoxe Kerken
dat de atmosfeer van Moskou niet ge
zond was voor een vrij gesprek.
In september 1952 stelde patriarch
Athenagoras van Constantinopel voor
een voorbereidende synode te houden,
ook dit voorstel vond geen doorgang
wegens het verzet van de andere Ker
ken. Men was het nog steeds niet eens
wie het recht heeft een concilie bijeen
te roepen en voor te zitten. Moskou
was het verzet van de oecumenische
patriarch in 1945 nog niet vergeten en
beweerde bij monde van zijn beste ca
nonist, prof. Troitsky, dat na de schei
ding van Kerk en Staat dit recht alleen
aan het college van de verzamelde bis
schoppen toekomt. Dit wil zeggen iede
re patriarch of metropoliet van een
onafhankelijke Orthodoxe Kerk moet
eerst het oordeel van zijn bisschoppen
inwinnen. Vervolgens zouden de kerk-
hoofden bijeen moeten komen om het
antwoord van hun Kerk uit te spreken.
De grote moeilijkheid van deze me
thode is niet te onderschatten wanneer
men weet, dat de Orthodoxe Kerk op
het ogenblik veertien onafhankelijke
Kerken telt.
Constantinopel: patriarch Athenago
ras - 700.000 gelovigen. Alexandrië: pa
triarch Christofoor - 150.000 gelovigen,
Antiochië: patriarch Theodosius VI -
400 000 gelovigen, Jerusalem: patriarch
Benedictus I - 50.000 gelovigen, Mos
kou: patriarch Alexius - 50.000.000 ge
lovigen, Georgië: Catholicos Melchise-
dech III - 2.000.000 gelovigen, Servië:
metropoliet Germanos 7.500.000 gelo
vigen, Roemenië: patriarch Justinianus -
12.000.000 gelovigen, Bulgarije: patriarch
Cyrillus - 6.000.000 gelovigen, Grieken
land: patriarch Theoclitos - 7.00.000 ge
lovigen; Cyprus: aartsbisschop Makarios
- 350.000 gelovigen, Albanië: metropoliet
Païssios - 200.000 gelovigen, Polen: me
tropoliet Makarios - 350.000 gelovigen,
Tsjechoslowakjje: metropoliet Joannes
200.000 gelovigen.
Slechts het college van deze veertien
kerkhoofden zou met meerderheid van
stemmen de noodzakelijkheid en de
voorwaarden van een eventuele deel
neming aan een Concilie kunnen uit
spreken. Doch dan blijft nog altijd de
vraag open: wie heeft het recht het
concilie voor te zitten. Zullen de pa
triarchen en de metropolieten van het
Oosten dit recht aan Rome toekennen?
Wij kunnen hier nog voor verras
singen komen te staan. De patriarch
van Antiochië wijkt reeds van het
algemeen aanvaarde standpunt van
de Orthodoxe Kerken af. In een ver
klaring aan A.F.P. zou hfl gezegd
hebben, dat hij gaarne het recht van
bijeenroeping en het voorzitterschap
Aan de drooglegging van Zuid-Flevo
land zal voorrang gegeven moeten
worden boven de drooglegging van de
Markerwaard, beide in het IJsselmeer.
Tot deze conclusie kwam de oud-advi
seur van de rijksdienst voor het natio
nale plan, prof. ir. J. P. Thijsse, toen
hij vrijdag te Utrecht een inleiding hield
voor de Nederlandse vereniging voor
(andaan winning.
Prof. Thijsse baseerde zijn conclusie
op drie overwegingen. Uit landbouw
kundige overwegingen behoeft eerst in
1976 een der polders droog te zijn; we
gens de geringere investering verkeert
Zuid-Flevoland hierbij in het voordeel.
Wegens de volkshuisvesting is zo spoe
dig mogelijke drooglegging van Zuid-
Flevoland dringend vereist, evenals uit
verkeersoverwegingen, omdat op de dij
ken verkeerswegen kunnen worden aan
gelegd, die o.a. de Zuiderzeestraatweg
zullen ontlasten.
Met dit alles wilde prof. Thijsse niet
betogen, dat drooglegging van de Mar
kerwaard nog lange tijd achterwege kan
worden gelaten. Beide polders zijn nood
zakelijk voor een goede ruimtelijke ont
wikkeling van ons land.
Met betrekking tot de volkshuisves
ting ziet prof. Thijsse in Zuid-Flevoland
mogelijkheden om een deel van de groei
ende bevolking van Amsterdam en het
Gooi onder te brengen. Thans zou reeds
een begin gemaakt moeten worden met
de bouw van de stad Overhuizen om te
voorkomen, dat het Gooi zich gaat
uitbreiden over de Eemvallei of zijn re
creatieterreinen gaat urbaniseren.
Op schriftelijk gestelde vragen van
het Tweede Kamerlid Van Rijckevor-
sel (K.V.P.) in verband met de toe
lating tot de Nederlandse Antillen van
een Nederlands journalist heeft de heer
Beel, minister-president, minister van
algemene zaken, geantwoord dat de re
gering van de Nederlandse Antillen hem
heeft doen mededelen, dat de beper-
van het conci'le aan Paus Joannes kende voorwaarden ten aanzien van de
XXIII geeft, omdat hij de eerste on- i toelating van de bedoelde journalist zijn
der zijn gelijken is. Doch, voegde hp opgeheven.
eraan toe, een concilie zou alleen bij
eengeroepen kunnen worden, wan
neer Rome als vertrekpunt van de
besprekingen het Geloof der Kerk
vóór 1054 zou willen nemen. Zijn
standpunt wordt ondersteund door de
verklaring van zijn plaatsvervanger
in Amerika, metropoliet Antoine
Bashir. Deze verklaarde aan een cor
respondent van Associated Press:
„De volkeren van het Oosten zijn al
tijd bereid een ernstig voorstel in
overweging te nemen. Doch de enige
kans voor het welslagen van een der
gelijk voorstel bestaat alleen in de
terugkeer tot het geloof van de Kerk
in 1054." Volgens de metropoliet zou
den alle dogma's die door de Katho
lieke Kerk na 1054 zijn uitgeroepen
aan een nieuw gezamenlijk onder
zoek moeten worden onderworpen.
De grootste moeilijkheid die h\j dan
signaleert is de onfeilbaarheid van de
Paus. „Wanneer èèn partij de andere
zou willen overheersen, zegt hij hier
omtrent, dan ben ik er zeker van dat
de Orthodoxe Kerken niet zullen mee
gaan."
e oecumenische patriarch van
Constantinopel heeft zijn stand
punt nog niet bekend gemaakt.
Zijn Kerstboodschap begroet het initia
tief van de Paus als iets goeds en nood
zakelijks. Wanneer de Kerken werke
lijk de vrede en de eenheid onder de
volkeren willen bevorderen, dan moe
ten zij zelf het voorbeeld geven. „Wan
neer dit de bedoeling is van Paus Jo
annes XXIII, zegt hij, dan kunnen wij
zijn beslissing alleen maar toejuichen".
Hij spreekt echter met geen woord
over de kernproblemen die de Kerken
verdelen. Doch een secretaris van het
patriarchaat had enkele dagen tevoren
verklaard: „Indien het voorstel van de
Paus alleen tot doel heeft de Orthodoxe
Kerken aan zijn macht te onderwerpen,
dan moeten wij het afwijzen."
Voor zover wij weten, heeft het pa
triarchaat van Moskou zich nog niet
uitgesproken. Een correspondent van
de „Frankfurter Allgemeine Zeitung"
te Rome meent echter te weten, dat
een vertegenwoordiger van Moskou te
Genève verklaard zou hebben: dat zijn
Kerk bereid is met Rome over
godsdienstige vraagstukken, met uit
sluiting van de Eenheid, te onderhan
delen.
De Koptische Kerk van Alexandrië
neemt een nog moeilijker te benaderen
standpunt in. Een van de secretaris
sen van het patriarchaat, Abd El Mes-
sih, zou verklaard hebben: „het voor
stel van Paus Joannes XXIII is prach
tig, maar ik twijfel aan het succes,
gezien de vele onderlinge verschillen.
Doch indien er iets in de Kerken ver
anderd moet worden, dan moeten de
veranderingen doorgevoerd worden in
de afgescheiden Kerken en niet in de
voornaamste Kerk." Hij herinnert er
vervolgens aan, dat de Kerk van
Alexandrië in het jaar 67 door de H.
Marcus is gesticht en dat alle Kerken
zich van haar hebben afgescheiden.
Uit deze enkele Orthodoxe stemmen, die
tot nu toe zijn opgegaan, blijkt, dat het
vraagstuk van de Eenheid der Kerk
AMSTERDAM, 13 maart Doet.
scheikunde: N. R. Hoogenberk, A. W.
de Ruyter (Amsterdam) en P. C. De
bets (Alkmaar). Wis- en natuurkunde:
mej. J. C. van Heuven, G. J. Smit,
C. Kliffen, J. Bus (Amsterdam) en A.
Groeneveld (Haarlem).
De heer A. S. Kalwij uit Amsterdam
is gepromoveerd tot doctor in de ge
neeskunde aan de gemeentelijke uni
versiteit van Amsterdam op een proef
schrift getiteld „De epidemiologie van
de poliomyelitis in Nederland Pro
motor was prof. dr. A. Charlotte Ruys,
hoogleraar in de bacteriologie, immu-
niteitsleer en epidemiologie. Een deel
van het in dit proefschrift beschreven
onderzoek is verricht met steun van
het Prinses Beatrix Poliofonds. Het on
derzoek geschiedde in opdracht van de
gezondheidsorganisatie T.N.O., in
dienst waarvan de heer Kalwjj enige
jaren heeft gewerkt.
GRONINGEN, 13 maart Kand.
tandheelkunde: H. P. Vrolijk te Heem
stede. Kand. econ. wet.: W. Mesters,
Leeuwarden. Doet. geneeskunde: F. R.
van der Spek, Groningen, mevr. R. F.
Grommers-Jacobson, Hoogeveen. Be
vorderd tot arts: O. H. van Persijn van
Meerten, 's-Gravenhage, H. H. G. Hof
stee, Groningen, Tj. van Dijk Tzn.,
Groningen. Notarieel examen eerste
ged.: D. H. J. Boswijk, Stadskanaal,
M. P. H. Jonker, Eringe. De heer J.
Abels promoveerde cum laude aan de
faculteit der geneeskunde.
ROTTERDAM, 13 maart. Semi-arts-
examen: (Stichting Klinisch Hoger On
derwijs) mej. E. W. Kroll, Rotterdam,
A. Breman, Haarlem, C. D. de Bruin,
Utrecht, J. J. Segaar, Amersfoort en J.
C. C. Stut, Haarlem.
Aan de Rock en Roll in zijn „pure"
brutale vorm, zoals deze op vrij
primitieve instincten parasiterende
lawaaimuziek voor Elvis de Pelvis werd
geïntroduceerd, dan wel in zijn naar
toonkleur of ritme wat bijgepolijste in
terpretaties, schijnt toch wel een flink
legde boterham te verdienen te zijn.
Het wemelt tegenwoordig van aller
hande ensembles, vokale en instumen-
tale, die om het best meestal om het
hardst de rock and roll „beoefenen".
Het ene orkest is nog maar nauwelijks
met name bekend of een volgend en
semble kondigt zich alweer aan, dat van
„The Champs" bijvoorbeeld,
een sextet van jongelieden,
waarvan wij nog niet eerder
hoorden maar dat in de
V.S. en Canada via radio en
televisie blijkbaar nogal
furore maakt. Via het 45
toerenplaatje London nr.
RE 1576 met o.m. de „Chariot
Rock" en het werkje „Mid-
nighter", kan men belui
steren, dat dit zestal de commerciële
eieren, die de Rock and Roll legt, niet
versmaad, doch er zich toch niet met
wat wild geblaas en getokkel en ge
trommel vanaf wenst te maken. Integen
deel, de jongelui weten een geraffineerde
techniek bij hun instrumentvoering te
paren aan muzikale spiritualiteit, aan
zin voor levende klank en verscheiden
heid van toontinten. Hun „special
effects" berusten daarbij meer op een
uitstekend teamwork dan op technische
foefjes. De vinnigheid van hun speel
stijl wordt nergens burgerlijk of banaal.
in zijn geheel niet gemakkelijk een op
lossing zal vinden. Gods wegen zijn
echter wonderbaar en ondoorgronde
lijk. Het zou reeds een grote stap voor
uit betekenen, wanneer de Orthodoxe
Kerken de uitnodiging, die de Paus
hen zeker zal laten geworden, wilden
aannemen. Ook aan de vooravond van
het Concilie van Florence in 1439, het
laatste Algemeen Concilie waaraan de
Orthodoxe Kerk heeft deelgenomen,
was de houding der Oosterse Kerken
verdeeld en bestond er een felle tegen
stand. En toch zijn er blijvende resul
taten bereikt. De Paus geeft zich van
de moeilijkheden, die zijn voorstel in
het Oosten zal ontmoeten, volledig re
kenschap. In zijn toespraak tot de. Ro
meinse geestelijkheid op de 29e januari
verklaarde hij daarom: „Wij zijn niet
van plan een historisch proces te be
ginnen om te weten wie gelijk of on
gelijk heeft."
Wanneer wij echter alleen rekening
zouden houden met de voorbeelden uit
het verleden en de houding die de Or
thodoxe Kerken thans tegenover Rome
innemen, dan zien wij menselijk ge
sproken nog geen oplossing. Doch nog
maals: Gods wegen zijn wonderbaar
en de wind van Zijn genade waait
waar Hij wil.
„Een stem, waarin beloften fluisteren,
waarin het heimwee droomt en waarin
men de whiskey ruikt, dat schreef
eens een Amerikaanse „disc-jockey"
over de vocale zijde van de nu 31-jarige
Amerikaanse zangeres Julie London,
die het van een in Californië geboren
dochter van een revuezanger met veel
kunst en vliegwerk, mitsgaders met
trouwen en scheiden, heeft gebracht tot
een „ster", althans van die „grootte",
dat er radio- en televisieprogramma's
en langspeelplaten aan worden gewijd.
De disc-jokey voornoemd zou eigenlijk
wel hetzelfde gezegd kunnen hebben
van welke moderne zanger of zangeres
van onze tijd dan ook. Ze hebben alle
maal wel iets fluisterends over zich,
liefst een.tikkeltje hees en doorgerookt
van timbre; ze willen stuk voor stuk
onze harde dagen wel met
een vleugje romantiek door
desemen en als het erom
gaat te bepalen waar de
stem naar ruikt (of riekt)
dan ligt de nuancering tus
sen zoetige vruchtenlimo
nade en een verdraaid pittig
drankje. Het gaat tegen
woordig meer om stern-
expressie dan om stem
klank om maar niet te
spreken van een mooie stemklank. Zo
wil de grote massa het nu eenmaal en
Julie speelt wel mee. Zij speelt zelfs
dubbel mee, want het oog wil ook wat
zeggen de platenhoezenmakers. De eerste
langspeler, die van Julie op de markt
kwam was tenminste gehuld in een
kaft, waarop de „Calender-Girl" Julie
London twaalf maal gefotografeerd
stond, voor elke maand een plaatje,
een soort snoepje van de maand, waarbij
de kledij van Julie, voor zover men van
kledij kon spreken, deed veronderstel
len, dat het alle maanden hartje-zomer
was.
Er is nu een nieuwe langspeler van
haar uitgekomen, onder het label
London en met het bestelnummer HA-
U 2091. En de titel luidt „About the
Blues", weshalve men de plaat geneigd
is te rangschikken onder de jazzpubli-
katies. Slechts in be
scheiden mate komt
deze LP daar echter
voor in aanmerking.
Weliswaar bevat het
repertoire op deze
plaat hoofdzakelijk
bekent"- Blues, aan
gevuld met enkele
hedendaagse composi
ties, weliswaar weet
het orkest van Russ
Garcia een Bluesstem
ming te verklanken,
zowel wat de eigenlijke klankkleur als
wat de intonatie betreft en weliswaar
probeert Julie, om wie het tenslotte gaat
„blue" te wezen maar een typische
Blues-publikatie is deze plaat toch niet.
Wij hebben althans niet de Bluessfeer
ervaren, zoals deze in verband gebracht
kan worden met de Jazz, sterker nog:
er een essentieel deel van uitmaakt, al
was het slechts bij wijze van „historische
ondertoon". De Blues verschillen niet
van andere volksliederen in dien zin,
dat zij een sterk spontaan karakter
hebben en getuigen van een natuurlijke,
eerlijke bewogenheid. Welnu, Julie en
Advertentie
I DAR1
26
Permanent vertegenwoordiger bij de
U.N.E.S.C.O.
deren, tracht men een werkpro
gramma op te stellen waaraan de
T inr-, u 1 TJ etnpi ,Uf> al meest uiteenlopende geestelijke
ui ^sloot waarne- stromingen hun medewerking kun-
nen verlenen. Zo is het duidelijk,
dat in de Unesco vaak -tendenzen
door het zenden van een waarne
mer had deelgenomen aan de alge-
cJfte BdfoeterpIrhsVen Florence^ werkzaam zijn, die onverenigbaar
CO 10 Joeiroec, irarljb - ynn mpt hpt IrntVmlipicma
zich blijvend te laten vertegenwoor
digen bij het secretariaat van deze
organisatie.
De U.N.E.S.C.O. is de organisatie
van de Verenigde Naties voor onder
wijs, wetenschap en cultuur. Zij is
dus een van de gespecialiseerde or-
zijn met het katholicisme. Niette
min is er in de organisatie een
breed terrein van praktische acti
viteiten, waar katholieken vrucht
baar met andersdenkenden kunnen
samenwerken. De constitutie van
de Unesco zelf biedt tal van mo-
ganisaties van'de UNO, die zich »-«&
ten doel stelt door activiteit op het
gebied van onderwijs wetenschap
en cultuur de vrede en veiligheid on
der de volken te bevorderen. Zij
werd in 1945 te Londen opgericht.
Als gespecialiseerd orgaan van de
V.N. neemt de Unesco een neutrale
houding aan ten overstaan van al
le godsdiensten, dus daarmee ten
overstaan van de geestelijke stro
mingen, die de voedingsbron zijn
van de cultuur der mensheid. In
de preambule tot de constitutie
wordt de naam van God zelfs niet
genoemd en laat men de afhanke
lijkheid van de mens van God vol
komen buiten beschouwing. Ten
einde een zo breed mogelijke inter
nationale samenwerking te bevor-
ve katholieke invloed kan worden
uitgeoefend. Hier zij gewezen op
het toenemend aantal internationa
le kath. organisaties, die tot de zo
genaamde „consultative arrange
ments" worden toegelaten en op de
invloed, die door de katholieken via
de nationale commissies of anders
zins op de officiële regeringsdele
gaties kan worden uitgeoefend.
Ook de oprichting in Parijs van
het „Centre Catholique Internatio
nal de coordination auprès de
L'Unesco" is van zeer groot be
lang gebleken. Dit Centre maakt
een speciale studie van die activi
teiten van de Unesco, die vanuit
internationale katholieke organisa
ties voortdurend over de Unesco in
te lichten. Het bewijst tevens grote
diensten als ontmoetingsplaats,
waar katholieke afgevaardigden
overleg kunnen plegen. De katho
lieke invloed zal slechts tot gelding
kunnen komen, wanneer in elk op
zicht competente katholieke krach
ten beschikbaar zijn, die op tact
volle wijze, op de eerste plaats door
het tonen van een daadwerkelijke,
onbevooroordeelde belangstelling,
hun diensten aan de organisatie
aanbieden. Door deze „politique de
présence" zullen a- en anti-katho
lieke tendenzen in aanzienlijke ma
te kunnen worden geneutraliseerd.
De aanvaarding door de H. Stoel
van de uitnodiging om een officiële
en permanente waarnemer bij de
Unesco te benoemen, moge als be
vestiging van deze mening gezien
worden.
Het is na deze uiteenzetting zon
der meer duidelijk, wat de taak
zal zijn van deze Vaticaanse waar
nemer.
Voor deze delicate post koos Pius
XII de apostolische nuntius Roncal
li, die zo de eerste permanente
waarnemer van de H. Stoel werd.
Op het zesde congres van de
Unesco, dat in 1951 te Parijs plaats
vond, behandelde monseigneur
Roncalli in een magistrale rede de
betekenis van de katholieke deel
name aan de activiteiten van de or
ganisatie. Hij zei o.a.:
„Het is heel natuurlijk dat de
vertegenwoordiger van de oudste
en grootste cultuur-organisatie in
de wereld de organisatie die ge
sticht werd met de opdracht: „gaat
en onderwijst alle volken", en die
katholiek standpunt belangrijk zijn. deze opdracht na tweeduizend jaar
Daardoor is het Centre in staat de nog altijd vervult in alle landen
waar vrijheid geen ijdel woord is
het is heel natuurlijk dat deze ver
tegenwoordiger herinnert aan het
grote beginsel en het grote funda
ment: God, de „Heer der weten
schappen", waarop dit machtige
systeem is gebouwd en waaraan
het zijn kracht ontleent....
De UNESCO is er nu voortaan,
niet zoals men bij het eerste
moment kon vrezen als een
groot museum voor het genoegen
van de intellectuelen of voor de op
voeding van een nieuwsgierige
massa, maar als een groot laaiend
vuur waarvan de vonken overal
brandende energie zullen opwekken
en een brede samenwerking ten ba
te van de rechtvaardigheid, de vrij
heid en de vrede voor alle volken
van de aarde, zonder onderscheid
van ras, taal of godsdienst.
Ja, zonder onderscheid van ras,
taal of godsdienst. Als ik dit begin
sel van de UNESCO op deze wijze
accentueer, doe ik dat niet omdat
de waarden van ras, taal of gods
dienst van elk volk thans door de
UNESCO ontkend of verwaarloosd
zouden worden; doch integendeel
opdat met deze waarden altijd ten
volle rekening gehouden zal wor
denZe zijn het bewijs van de
goede wil van de UNESCO, de bron
waaruit het vertrouwen en de me
dewerking stellig zullen voortko
men
Van de werkzaamheden waar
voor deze vergadering geplaatst is,
wil ik er twee bijzonder belangrijke
noemen: allereerst de technische
hulp aan landen die onvoldoende
ontwikkeld zijn; op de tweede
plaats het oprichten in heel de we
reld van regionale centra die moe
ten zorgen voor een basis-educatie.
(Wordt vervolgd)
het orkest van Garcia brengen dit
karakter en die bewogenheid niet op.
Het klinkt allemaal te uitgekiend, te
geraffineerd opzettelijk en vooral ook
wat eenzijdig, zeker wanneer men stem
geluid en expressie van
Julie eens nader beluistert.
Het lijkt er op alsof men
\vy\ heeft geredeneerd: We moe-
"~^s A ten Julie eens laten horen
in het stemgeluid, dat haar
yf het beste ligt, dat drome-
rige en ietwat zinnelijke,
J gevoileerd-hese geluid, en
er toen de Blues maar heeft
bijgesleept, alsof de werkelijke Blues
alleen maar in het min of meer ero
tische vlak zouden liggen. Maar al te
vaak trouwens wordt, ook in de Jazz,
bij de presentatie van Blues, op slecht»
een bepaald facet van de Blues gespe
culeerd, dat facet namelijk, dat het in
tweederangsnachtkroegen wel doet.
Intussen zij eerlijkheidshalve gezegd,
dat Julie bepaald wel iets van zingen
afweet en ook waarachtig wel zingen
kan en in verscheidene fragmenten van
het repertoire op deze LP ook beslist
wel weet te ontroeren.
Een plaat, die men niet van begin
tot eind uit moet draaien maar waar
men zo nu en dan een song want het
zijn dus meer „songs" dan Blues uit
zou kunnen lichten.
„Land of my fathers" luidt de titel
van een groot model langspeler van
Decca (bestelnummer LK 4263), die
terecht het hart zal winnen van eenieder,
die van mannenzang houdt. Het betreft
een uitvoering van typische Engelse en
Welshe „songs and hymns" mitsgaders
van enige algemene koorwerken zoal»
b.v. Verdi's slavenkoor doch ook b.v.
het meerstemmig gezongen wiegenlied
van Brahms door het befaamde, men
mag bijna zeggen; historische „Morris-
ton Orpheus"-koor uit Zuid-Wales. dat
onder leiding staat van Ivor E. Sims.
Verscheidene liederen worden a capella
gezongen: andere bij een bescheiden
orgelbegeleiding. Een prachtige zang
plaat. Het koor is weelderig gaaf van
toon en boeiend
genuanceerd in
stemregisters.
Fraai is ook de
voordracht, welke
een sfeervol even
wicht houdt tus
sen het technisch
zingen en de zeg
gingskracht daar
van. Een plaat,
welke vooral
ook dankzij de
gevarieerdheid in
het repertoire
van begin tot eind oor en hart van de
ware liefhebber zal bekoren.
Het gemengde „Hollywood Sound-
stage Chorus" is minder klassiek van
allure, ligt meer in de populaire sfeer.
Nochtans worden via het 45 toeren
Londonplaatje FI 1821 de oude pioniers-
en kampvuurliederen „Red river valley"
en „Home on the range" met zorg ge
zongen en is het resultaat zeker niet
onbevredigend.
Een derde publikatie in het min of
meer serieuze genre is het 45 toeren-
schijfje van Decca, nr. FM 235122 met
een, met name in de violenpartij, fijn-
uitgewerkte uitvoering van de Pas de
deux uit „Giselle" van de Franse ballet-
muziek-componist Adam en een zwie
rige en tegelijkertijd charmante ver
tolking van de wals uit „Faust" van
Gounod door het orkest van Mantovani.
Men mag dan wel eens bezwaar maken
tegen de vaak wel eens wat zoetige
arrangementen van Mantovani, ander
zijds zal men moeten beamen dat wat
Mantovani en zijn mannen ook spelen
steeds tot in details verzorgd is en een
sfeer ademen die menig hart bekoren en
boeien zal.
Over dan nu naar de populair#
muziek, waarbij in de instumen-
tale afdeling vooreerst twee mars
plaatjes mogen worden aanbevolen, te
weten het 45 toeren Deccaplaatje
264220 met de „National Emblem March"
en de mars „Imperial echoes" in een
parmantige, strakke en even luchtig
klinkende uitvoering door de Johan
Willem Friso Kapel o.l.v. kapitein di
recteur J. P. Laro - en vervolgens het
45 toeren Deccaplaatje nr. DFE 6499
met een tweetal marsen van een meer
imposante allure en een wat
„zwaarder" niveau; ze worden
dan ook, naar een arrangement
voor-concert, gespeeld door de
befaamde band van de Grena
dier Guards onder directie van
majoor Harris. Het zijn de
marswerken „The first guards"
en „Royal Windsor", wellui
dende composities in een waar
dig Britse vertolking.
Vervolgens: een paar instrumentale
dansplaatjes. Brunswich 45 toeren 10161
EPB presenteert de swingende glamour-
band van Tommy Dorsey met als trom-
petist Warren Covington in een selectie
van Latijns-Amerikaans opgezet num
mers, een viertal, waaronder de in
tussen al wel populair geworden cha-cha-
versie van „Tea for two" en de fleurig
verklankte „Cha cha cha for Gia". De
„sound" van deze opnamen wordt met
name door een straf maar melodieus
trompetgeluid bepaald. Veel huiselijker
van genre is de inhoud van het 45 toeren
Heliodorplaatje 450308 waarin een hand
vol melodieën van de Duitse componist
van film-, operette-
en showmuziek,
Franz Grothe, is
gegroefd in een
soepele en fantasie-
rijke pianistische
vertaling van Paul
iSwgi Reinhard. Een
4» stemmig luister en
dansplaatje, zonder
erg veel pretenties
maar daarom niet minder bekoorlijk.
Dromerig van karakter zijn de klan
ken die uit de speaker komen wanneer
men het 45 toeren Artoneplaatje 5809
aan de saffier toevertrouwd. De titels
van de nummers zeggen al wel vol
doende: Dream, More than you know,
Heart to heart - en - If you are but
a dream. Duidelijk is, dat er bij de
uitvoering door het orkest van Elliot
Lawrence gestopte trompetten, flui
sterende klaviertonen en romantische
gitaarklanken aan te pas komen.
Bijzonder afwisselend van klank
kleuren laat zich het orkest van Ray
Conniff horen via de Philips 33 toeren-
publikatie 840003 BY in een dozijn „ever
greens" van het betere soort. Wij noe
men uit het repertoire: Lullaby of
Birdland, Smoke gets in youreys,
Paradise, April in Paris, All the things
you -^re en Lovely to look at. Het is
een plaat die naar het Hi-Fi-
Stereo-procede is opgenomen en,
wanneer men althans over een
stereo-akkommodatie beschikt,
alle klanken genuanceerd laat
horen. De moeite des te meer
waard waar de arrangementen
'SA v00r deze opnamen getuigen van
Ijm een goede zin voor muzikale
teer en variatie. De instrumen
tatie is niet zelden met smaak
gekozen en het ritme is frank en
fris, slow en quick, zonder overdrijvin
gen. De koorstemmen, die „scat" met
verscheidene instrumenten meezingen
klinken echter vaak overbodig, soms
zelfs nogal burgerlijk.
FRÉDÉRIC