Het komende Algemeen Concilie Hoe zullen de een invitatie van Orthodoxe Rome Orthodoxen hebben in 1439 het kerkvergadering deelgenomen Kerken op reageren laatst aan een D D Lichte muziek op zwarte schijven Moeder Paus Joannes XXIII BESLISSING DOOR COLLEGE VAN VEERTIEN KERK- HOOFDEN Zuid-Flevoland Voorrang voor een levensverhaal Prof. ir. J. P. Thijsse Journalist mag naar Ned. Antillen ZATERDAG 14 MAART 1959 PAGINA 13 Examens Julie London Voor het tere Baby-huidje BABYDERM-POEDER door mgr. ALBERTO CIOVANNETT! (vertaling van Hugo van der Heijden pr.) Mannenzang Popolaire klanken (Van een bijzondere correspondent) 1~ T et is algemeen bekend, dat bij de verkiezing J~3 van kardinaal Roncalli tot opvolger op Sint Petrus' Stoel, enkele kortzichtige geesten teleur gesteld fluisterden: „Het is slechts een overgangs- Vaus". Hun oneerbiedige kritiek is de nieuwe paus ter °re gekomen, en met zijn bekende gulheid zou hij beantwoord hebben: „Een overgangspaus, goed, doch een overgangspaus kan toch nog dienen". En de daad bij het woord voegend heeft hij zijn kritikasters hiervan het beste bewijs geleverd door de aankondiging van een Algemene Kerkvergadering. Zoals men weet, is een Kerkvergadering de bijeenkomst "art alle kardinalen en bisschoppen van de wereld om tezamen met de paus doctrinaire, morele en discipli naire vraagstukken te bespreken. Een dergelijke bijeen komst doet geen afbreuk aan de onfeilbaarheid van het pauselijk gezag, doch zij vormt de beste inlichtin genbron waarover de paus kan beschikken. Een van de thema's nu, zo niet het hoofdthema van het te houden Concilie is volgens de verklaring van de paus de Eenheid van de Kerk. Het probleem van de verdeeldheid in Christus' Kerk heeft na de oorlog talrijke geesten beziggehouden en is nog steeds het kernpunt van alle interkerkelijke betrekkingen en conferenties. Sinds de oprichting van de Wereldraad van Kerken in 1948 te Amsterdam (een bijeenkomst waaraan de grootste der Orthodoxe Kerken, de Russische, weigerde deel te nemen) is er veel water naar de zee gespoeld. Het patriarchaat van Moskou heeft de afwijzende houding herzien en op de laatste bijeenkomst van de Wereldraad te Evanston ivas het vertegenwoordigd. Het oecumenisch werk van de laatste tien jaren heeft niet alleen het probleem Van de verdeeldheid scherper naar voren gebracht, doch het heeft ook een oprecht verlangen naar de Eenheid wakker geschud. Meer en meer zijn de deel nemers van de Wereldraad de overtuiging toegedaan, dat hun werk moeilijk levensvatbaar is zonder de Kerk van Rome. Rome heeft zich echter tot nu toe, Vrij zouden willen zeggen, in een voorzichtige neutra liteit teruggetrokken. Het volgde welwillend het werk van de Wereldraad en de uiterlijke symptomen van het verlangen naar Eenheid, doch het moest zich om doctrinaire redenen afzijdig houden. Het concept Thans oordeelt Paus Joannes XXIII «at het oecumenisch werk, het inzicht in de verdeeldheid, en het verlangen naar de Eenheid, in een stadium zijn gekomen, dat men enig succes van een gesprek met Rome mag verwachten. Hij nodigt alle Christelijke Kerken uit S 'ezamen met Rome, naar de mid- u11 t® zoeken om de Eenheid te her stellen. Sinds de Kerkvergadering van Florence (1439) onder paus Eugenius XV, heeft een dergelijke poging niet ftteer plaats gehad. Paus Leo XIII had 'h 1869 wel een uitnodiging gericht aan Wie patriarchen van het Oosten voor {Jet concilie van het Vaticaan, doch het herenigingsprobleem is er door de wei- Sering van de Orthodoxe hiërarchie Wet aan de orde gesteld. Wel was er s,nds 1869 een decreet in voorbereiding v°or het behoud van de oosterse ritus, Syer de noodzakelijkheid van de codi- "catie van het oosters kerkelijk recht over de problemen die door de te rugkeer van de afgescheidenen tot Ro- worden geschapen. Paus Joannes reikt derhalve aan hlle Christenen de hand, om hen haar het Vaderhuis terug te brengen. 2ijn kennis van het Orthodoxe Oos ten maakt hem hiertoe beter ge schikt dan zijn roemrijke voorganger Paus Pius XII. Als Apostolisch Visi tator heeft hij ruim negen jaar in Bul garije vertoefd (25 april 1925i januari 1935). Het waren vruchtbare jaren daarin er menig contact met de Orthodoxe geestelijkheid van het land werd gelegd. Dit contact werd Vergemakkelijkt, doordat mgr. Ron calli zich vanaf het eerste ogenblik yan zijn verblijf in het iand de moei te getroostte de Bulgaarse taal te le ren. .In zijn afscheidsrede op Kerstmis mocht hij dan ook zeggen: „Het respect dat ik altijd voor iedereen, zo- j ®1 in het openbaar als in het bijzon- heb getoond, mijn onschendbare -P vruchtbare stilzwijgendheid, zowel r's het feit Jat ik nooit de steen heb {•geraapt die de een of ander op ?traat naar mü heeft geworpen, schen- mij de zekerheid u bewezen te C®oben, dat ik u allen in Christus be- JP'o met de liefdevolle, diepe en op lachte naastenliefde die het Evangelie *»s leert.Denkt aan mij, Broeders, b's aan een oprechte vriend van de j "'garen. Volgens een oude Ierse over- De patriarch van de Russische Orthodoxe Kerk, Alexius. „Kerk", zoals de Wereldraad het de verdeelde christen heid voorhoudt, is door Rome niet te aanvaarden. huis voor hen een plaats is aan tafel en een hoek bij het vuur. Waar ik ook zal zijn, al is het aan het einde van de wereld, wanneer een Bulgaar langs mijn huis zal voorbijgaan, dan zal hij voor mijn venster de uitnodigende kaars vinden. Of hij nu Orthodox is of Katholiek hij mag op mijn deur klop pen, die voor hem zal opengaan. Als Bulgaar mag hij mijn huis betreden om er een warme gastvrijheid te ge nieten." Het vertrek van mgr. Roncalli uit Bulgarije, op 4 januari 1935, verliep dan ook niet onopgemerkt. Stil en zon der vertoon was hij in het land geko men bij zijn vertrek was bijna het vol ledige diplomatieke korps te Sofia, twee afgevaardigden van koning Boris en een vertegenwoordiger van de Bul gaarse Orthodoxe Kerk op het station aanwezig. Paus Pius XI zond hem naar Con- stantinopel, de stad en het land met zijn duizendjarige antipathie tegen i me. Ook hier wist hij door zijn een voudigheid, zijn minzaamheid en zijn gulle lach de harten te winnen en veie vooroordelen tegen Rome weg te ne men. Tot verbazing van de Orthodoxen bezocht hij hun kerken en kloosters, bewonderde er de rijke schatten van een oude christelijke cultuur en ver eerde er de eeuwenoude ikonen van de Moeder Gods. Zijn verblijf in het Oos ten heeft Paus Jcrnnet XXIII wel bij zonder voorbereid op een effectief her- enigingswerk en zijn beslissing tot het bijeenroepen van een algemeen conci lie plaatst hem onder de grote Pausen. j-'ering zetten de katholieken van het jphd in de Kerstnacht een brandende Jrjjrs voor het venster. Het is een uit- jjuiging voor Jozef en Maria, op zoek aar een nachtverblijf, dat er in het Patriarch Athenagoras van Constantinopel. e vraag is echter: Hoe zullen de overige Christelijke Kerken op een rechtstreekse uitnodiging reageren. AI zijn sommige Or thodoxe Kerken Paus Joannes XXIII persoonlijk niet ongenegen, dan kunnen zij nog zijn initiatief als een ongelukki ge poging beschouwen om het gezag over alle Christelijke Kerken uit te oefenen. In deze geest zijn er in het kamp der Ortho doxe Kerken reeds enkele stemmen op gegaan, die wü hier willen bespreken. Er dient echter eerst opgemerkt te worden, dat Rome nog geen officiële uitnodigingen aan de Orthodoxe Ker ken heeft laten toe komen, zodat de reactie die de aan kondiging van het concilie heeft op geroepen niet als een definitief ant woord van de Ker ken in kwestie mag worden beschouwd. Wel tonen de geda ne verklaringen reeds aan hoe bui tengewoon moeilijk het zal zijn de kwestie van de Eenheid tot oplos sing te brengen De bijeenroeping van een oecume nisch concilie is voor de Orthodoxe Kerken een netelig vraagstuk. Na de tweede wereldoor- I log heeft het reeds veel onderling ge twist veroorzaakt. De Orthodoxe Kerk van Rusland, die vanaf 1942 een grotere vrijheid ge niet, voelde na het beëindigen van de oorlog behoefte om baar innerlijk le zen en haar uiter lijke organisatie te herzien. Patriarch Alexius droomde van een -> [gemeen Orthodox Concilie. Zijn plan leed schipbreuk ten eerste op het verzet van Constantinopel, dat meende het alleen recht te bezitten om een Orthodox Con cilie bijeen te roepen, en ten tweede meenden de andere Orthodoxe Kerken dat de atmosfeer van Moskou niet ge zond was voor een vrij gesprek. In september 1952 stelde patriarch Athenagoras van Constantinopel voor een voorbereidende synode te houden, ook dit voorstel vond geen doorgang wegens het verzet van de andere Ker ken. Men was het nog steeds niet eens wie het recht heeft een concilie bijeen te roepen en voor te zitten. Moskou was het verzet van de oecumenische patriarch in 1945 nog niet vergeten en beweerde bij monde van zijn beste ca nonist, prof. Troitsky, dat na de schei ding van Kerk en Staat dit recht alleen aan het college van de verzamelde bis schoppen toekomt. Dit wil zeggen iede re patriarch of metropoliet van een onafhankelijke Orthodoxe Kerk moet eerst het oordeel van zijn bisschoppen inwinnen. Vervolgens zouden de kerk- hoofden bijeen moeten komen om het antwoord van hun Kerk uit te spreken. De grote moeilijkheid van deze me thode is niet te onderschatten wanneer men weet, dat de Orthodoxe Kerk op het ogenblik veertien onafhankelijke Kerken telt. Constantinopel: patriarch Athenago ras - 700.000 gelovigen. Alexandrië: pa triarch Christofoor - 150.000 gelovigen, Antiochië: patriarch Theodosius VI - 400 000 gelovigen, Jerusalem: patriarch Benedictus I - 50.000 gelovigen, Mos kou: patriarch Alexius - 50.000.000 ge lovigen, Georgië: Catholicos Melchise- dech III - 2.000.000 gelovigen, Servië: metropoliet Germanos 7.500.000 gelo vigen, Roemenië: patriarch Justinianus - 12.000.000 gelovigen, Bulgarije: patriarch Cyrillus - 6.000.000 gelovigen, Grieken land: patriarch Theoclitos - 7.00.000 ge lovigen; Cyprus: aartsbisschop Makarios - 350.000 gelovigen, Albanië: metropoliet Païssios - 200.000 gelovigen, Polen: me tropoliet Makarios - 350.000 gelovigen, Tsjechoslowakjje: metropoliet Joannes 200.000 gelovigen. Slechts het college van deze veertien kerkhoofden zou met meerderheid van stemmen de noodzakelijkheid en de voorwaarden van een eventuele deel neming aan een Concilie kunnen uit spreken. Doch dan blijft nog altijd de vraag open: wie heeft het recht het concilie voor te zitten. Zullen de pa triarchen en de metropolieten van het Oosten dit recht aan Rome toekennen? Wij kunnen hier nog voor verras singen komen te staan. De patriarch van Antiochië wijkt reeds van het algemeen aanvaarde standpunt van de Orthodoxe Kerken af. In een ver klaring aan A.F.P. zou hfl gezegd hebben, dat hij gaarne het recht van bijeenroeping en het voorzitterschap Aan de drooglegging van Zuid-Flevo land zal voorrang gegeven moeten worden boven de drooglegging van de Markerwaard, beide in het IJsselmeer. Tot deze conclusie kwam de oud-advi seur van de rijksdienst voor het natio nale plan, prof. ir. J. P. Thijsse, toen hij vrijdag te Utrecht een inleiding hield voor de Nederlandse vereniging voor (andaan winning. Prof. Thijsse baseerde zijn conclusie op drie overwegingen. Uit landbouw kundige overwegingen behoeft eerst in 1976 een der polders droog te zijn; we gens de geringere investering verkeert Zuid-Flevoland hierbij in het voordeel. Wegens de volkshuisvesting is zo spoe dig mogelijke drooglegging van Zuid- Flevoland dringend vereist, evenals uit verkeersoverwegingen, omdat op de dij ken verkeerswegen kunnen worden aan gelegd, die o.a. de Zuiderzeestraatweg zullen ontlasten. Met dit alles wilde prof. Thijsse niet betogen, dat drooglegging van de Mar kerwaard nog lange tijd achterwege kan worden gelaten. Beide polders zijn nood zakelijk voor een goede ruimtelijke ont wikkeling van ons land. Met betrekking tot de volkshuisves ting ziet prof. Thijsse in Zuid-Flevoland mogelijkheden om een deel van de groei ende bevolking van Amsterdam en het Gooi onder te brengen. Thans zou reeds een begin gemaakt moeten worden met de bouw van de stad Overhuizen om te voorkomen, dat het Gooi zich gaat uitbreiden over de Eemvallei of zijn re creatieterreinen gaat urbaniseren. Op schriftelijk gestelde vragen van het Tweede Kamerlid Van Rijckevor- sel (K.V.P.) in verband met de toe lating tot de Nederlandse Antillen van een Nederlands journalist heeft de heer Beel, minister-president, minister van algemene zaken, geantwoord dat de re gering van de Nederlandse Antillen hem heeft doen mededelen, dat de beper- van het conci'le aan Paus Joannes kende voorwaarden ten aanzien van de XXIII geeft, omdat hij de eerste on- i toelating van de bedoelde journalist zijn der zijn gelijken is. Doch, voegde hp opgeheven. eraan toe, een concilie zou alleen bij eengeroepen kunnen worden, wan neer Rome als vertrekpunt van de besprekingen het Geloof der Kerk vóór 1054 zou willen nemen. Zijn standpunt wordt ondersteund door de verklaring van zijn plaatsvervanger in Amerika, metropoliet Antoine Bashir. Deze verklaarde aan een cor respondent van Associated Press: „De volkeren van het Oosten zijn al tijd bereid een ernstig voorstel in overweging te nemen. Doch de enige kans voor het welslagen van een der gelijk voorstel bestaat alleen in de terugkeer tot het geloof van de Kerk in 1054." Volgens de metropoliet zou den alle dogma's die door de Katho lieke Kerk na 1054 zijn uitgeroepen aan een nieuw gezamenlijk onder zoek moeten worden onderworpen. De grootste moeilijkheid die h\j dan signaleert is de onfeilbaarheid van de Paus. „Wanneer èèn partij de andere zou willen overheersen, zegt hij hier omtrent, dan ben ik er zeker van dat de Orthodoxe Kerken niet zullen mee gaan." e oecumenische patriarch van Constantinopel heeft zijn stand punt nog niet bekend gemaakt. Zijn Kerstboodschap begroet het initia tief van de Paus als iets goeds en nood zakelijks. Wanneer de Kerken werke lijk de vrede en de eenheid onder de volkeren willen bevorderen, dan moe ten zij zelf het voorbeeld geven. „Wan neer dit de bedoeling is van Paus Jo annes XXIII, zegt hij, dan kunnen wij zijn beslissing alleen maar toejuichen". Hij spreekt echter met geen woord over de kernproblemen die de Kerken verdelen. Doch een secretaris van het patriarchaat had enkele dagen tevoren verklaard: „Indien het voorstel van de Paus alleen tot doel heeft de Orthodoxe Kerken aan zijn macht te onderwerpen, dan moeten wij het afwijzen." Voor zover wij weten, heeft het pa triarchaat van Moskou zich nog niet uitgesproken. Een correspondent van de „Frankfurter Allgemeine Zeitung" te Rome meent echter te weten, dat een vertegenwoordiger van Moskou te Genève verklaard zou hebben: dat zijn Kerk bereid is met Rome over godsdienstige vraagstukken, met uit sluiting van de Eenheid, te onderhan delen. De Koptische Kerk van Alexandrië neemt een nog moeilijker te benaderen standpunt in. Een van de secretaris sen van het patriarchaat, Abd El Mes- sih, zou verklaard hebben: „het voor stel van Paus Joannes XXIII is prach tig, maar ik twijfel aan het succes, gezien de vele onderlinge verschillen. Doch indien er iets in de Kerken ver anderd moet worden, dan moeten de veranderingen doorgevoerd worden in de afgescheiden Kerken en niet in de voornaamste Kerk." Hij herinnert er vervolgens aan, dat de Kerk van Alexandrië in het jaar 67 door de H. Marcus is gesticht en dat alle Kerken zich van haar hebben afgescheiden. Uit deze enkele Orthodoxe stemmen, die tot nu toe zijn opgegaan, blijkt, dat het vraagstuk van de Eenheid der Kerk AMSTERDAM, 13 maart Doet. scheikunde: N. R. Hoogenberk, A. W. de Ruyter (Amsterdam) en P. C. De bets (Alkmaar). Wis- en natuurkunde: mej. J. C. van Heuven, G. J. Smit, C. Kliffen, J. Bus (Amsterdam) en A. Groeneveld (Haarlem). De heer A. S. Kalwij uit Amsterdam is gepromoveerd tot doctor in de ge neeskunde aan de gemeentelijke uni versiteit van Amsterdam op een proef schrift getiteld „De epidemiologie van de poliomyelitis in Nederland Pro motor was prof. dr. A. Charlotte Ruys, hoogleraar in de bacteriologie, immu- niteitsleer en epidemiologie. Een deel van het in dit proefschrift beschreven onderzoek is verricht met steun van het Prinses Beatrix Poliofonds. Het on derzoek geschiedde in opdracht van de gezondheidsorganisatie T.N.O., in dienst waarvan de heer Kalwjj enige jaren heeft gewerkt. GRONINGEN, 13 maart Kand. tandheelkunde: H. P. Vrolijk te Heem stede. Kand. econ. wet.: W. Mesters, Leeuwarden. Doet. geneeskunde: F. R. van der Spek, Groningen, mevr. R. F. Grommers-Jacobson, Hoogeveen. Be vorderd tot arts: O. H. van Persijn van Meerten, 's-Gravenhage, H. H. G. Hof stee, Groningen, Tj. van Dijk Tzn., Groningen. Notarieel examen eerste ged.: D. H. J. Boswijk, Stadskanaal, M. P. H. Jonker, Eringe. De heer J. Abels promoveerde cum laude aan de faculteit der geneeskunde. ROTTERDAM, 13 maart. Semi-arts- examen: (Stichting Klinisch Hoger On derwijs) mej. E. W. Kroll, Rotterdam, A. Breman, Haarlem, C. D. de Bruin, Utrecht, J. J. Segaar, Amersfoort en J. C. C. Stut, Haarlem. Aan de Rock en Roll in zijn „pure" brutale vorm, zoals deze op vrij primitieve instincten parasiterende lawaaimuziek voor Elvis de Pelvis werd geïntroduceerd, dan wel in zijn naar toonkleur of ritme wat bijgepolijste in terpretaties, schijnt toch wel een flink legde boterham te verdienen te zijn. Het wemelt tegenwoordig van aller hande ensembles, vokale en instumen- tale, die om het best meestal om het hardst de rock and roll „beoefenen". Het ene orkest is nog maar nauwelijks met name bekend of een volgend en semble kondigt zich alweer aan, dat van „The Champs" bijvoorbeeld, een sextet van jongelieden, waarvan wij nog niet eerder hoorden maar dat in de V.S. en Canada via radio en televisie blijkbaar nogal furore maakt. Via het 45 toerenplaatje London nr. RE 1576 met o.m. de „Chariot Rock" en het werkje „Mid- nighter", kan men belui steren, dat dit zestal de commerciële eieren, die de Rock and Roll legt, niet versmaad, doch er zich toch niet met wat wild geblaas en getokkel en ge trommel vanaf wenst te maken. Integen deel, de jongelui weten een geraffineerde techniek bij hun instrumentvoering te paren aan muzikale spiritualiteit, aan zin voor levende klank en verscheiden heid van toontinten. Hun „special effects" berusten daarbij meer op een uitstekend teamwork dan op technische foefjes. De vinnigheid van hun speel stijl wordt nergens burgerlijk of banaal. in zijn geheel niet gemakkelijk een op lossing zal vinden. Gods wegen zijn echter wonderbaar en ondoorgronde lijk. Het zou reeds een grote stap voor uit betekenen, wanneer de Orthodoxe Kerken de uitnodiging, die de Paus hen zeker zal laten geworden, wilden aannemen. Ook aan de vooravond van het Concilie van Florence in 1439, het laatste Algemeen Concilie waaraan de Orthodoxe Kerk heeft deelgenomen, was de houding der Oosterse Kerken verdeeld en bestond er een felle tegen stand. En toch zijn er blijvende resul taten bereikt. De Paus geeft zich van de moeilijkheden, die zijn voorstel in het Oosten zal ontmoeten, volledig re kenschap. In zijn toespraak tot de. Ro meinse geestelijkheid op de 29e januari verklaarde hij daarom: „Wij zijn niet van plan een historisch proces te be ginnen om te weten wie gelijk of on gelijk heeft." Wanneer wij echter alleen rekening zouden houden met de voorbeelden uit het verleden en de houding die de Or thodoxe Kerken thans tegenover Rome innemen, dan zien wij menselijk ge sproken nog geen oplossing. Doch nog maals: Gods wegen zijn wonderbaar en de wind van Zijn genade waait waar Hij wil. „Een stem, waarin beloften fluisteren, waarin het heimwee droomt en waarin men de whiskey ruikt, dat schreef eens een Amerikaanse „disc-jockey" over de vocale zijde van de nu 31-jarige Amerikaanse zangeres Julie London, die het van een in Californië geboren dochter van een revuezanger met veel kunst en vliegwerk, mitsgaders met trouwen en scheiden, heeft gebracht tot een „ster", althans van die „grootte", dat er radio- en televisieprogramma's en langspeelplaten aan worden gewijd. De disc-jokey voornoemd zou eigenlijk wel hetzelfde gezegd kunnen hebben van welke moderne zanger of zangeres van onze tijd dan ook. Ze hebben alle maal wel iets fluisterends over zich, liefst een.tikkeltje hees en doorgerookt van timbre; ze willen stuk voor stuk onze harde dagen wel met een vleugje romantiek door desemen en als het erom gaat te bepalen waar de stem naar ruikt (of riekt) dan ligt de nuancering tus sen zoetige vruchtenlimo nade en een verdraaid pittig drankje. Het gaat tegen woordig meer om stern- expressie dan om stem klank om maar niet te spreken van een mooie stemklank. Zo wil de grote massa het nu eenmaal en Julie speelt wel mee. Zij speelt zelfs dubbel mee, want het oog wil ook wat zeggen de platenhoezenmakers. De eerste langspeler, die van Julie op de markt kwam was tenminste gehuld in een kaft, waarop de „Calender-Girl" Julie London twaalf maal gefotografeerd stond, voor elke maand een plaatje, een soort snoepje van de maand, waarbij de kledij van Julie, voor zover men van kledij kon spreken, deed veronderstel len, dat het alle maanden hartje-zomer was. Er is nu een nieuwe langspeler van haar uitgekomen, onder het label London en met het bestelnummer HA- U 2091. En de titel luidt „About the Blues", weshalve men de plaat geneigd is te rangschikken onder de jazzpubli- katies. Slechts in be scheiden mate komt deze LP daar echter voor in aanmerking. Weliswaar bevat het repertoire op deze plaat hoofdzakelijk bekent"- Blues, aan gevuld met enkele hedendaagse composi ties, weliswaar weet het orkest van Russ Garcia een Bluesstem ming te verklanken, zowel wat de eigenlijke klankkleur als wat de intonatie betreft en weliswaar probeert Julie, om wie het tenslotte gaat „blue" te wezen maar een typische Blues-publikatie is deze plaat toch niet. Wij hebben althans niet de Bluessfeer ervaren, zoals deze in verband gebracht kan worden met de Jazz, sterker nog: er een essentieel deel van uitmaakt, al was het slechts bij wijze van „historische ondertoon". De Blues verschillen niet van andere volksliederen in dien zin, dat zij een sterk spontaan karakter hebben en getuigen van een natuurlijke, eerlijke bewogenheid. Welnu, Julie en Advertentie I DAR1 26 Permanent vertegenwoordiger bij de U.N.E.S.C.O. deren, tracht men een werkpro gramma op te stellen waaraan de T inr-, u 1 TJ etnpi ,Uf> al meest uiteenlopende geestelijke ui ^sloot waarne- stromingen hun medewerking kun- nen verlenen. Zo is het duidelijk, dat in de Unesco vaak -tendenzen door het zenden van een waarne mer had deelgenomen aan de alge- cJfte BdfoeterpIrhsVen Florence^ werkzaam zijn, die onverenigbaar CO 10 Joeiroec, irarljb - ynn mpt hpt IrntVmlipicma zich blijvend te laten vertegenwoor digen bij het secretariaat van deze organisatie. De U.N.E.S.C.O. is de organisatie van de Verenigde Naties voor onder wijs, wetenschap en cultuur. Zij is dus een van de gespecialiseerde or- zijn met het katholicisme. Niette min is er in de organisatie een breed terrein van praktische acti viteiten, waar katholieken vrucht baar met andersdenkenden kunnen samenwerken. De constitutie van de Unesco zelf biedt tal van mo- ganisaties van'de UNO, die zich »-«& ten doel stelt door activiteit op het gebied van onderwijs wetenschap en cultuur de vrede en veiligheid on der de volken te bevorderen. Zij werd in 1945 te Londen opgericht. Als gespecialiseerd orgaan van de V.N. neemt de Unesco een neutrale houding aan ten overstaan van al le godsdiensten, dus daarmee ten overstaan van de geestelijke stro mingen, die de voedingsbron zijn van de cultuur der mensheid. In de preambule tot de constitutie wordt de naam van God zelfs niet genoemd en laat men de afhanke lijkheid van de mens van God vol komen buiten beschouwing. Ten einde een zo breed mogelijke inter nationale samenwerking te bevor- ve katholieke invloed kan worden uitgeoefend. Hier zij gewezen op het toenemend aantal internationa le kath. organisaties, die tot de zo genaamde „consultative arrange ments" worden toegelaten en op de invloed, die door de katholieken via de nationale commissies of anders zins op de officiële regeringsdele gaties kan worden uitgeoefend. Ook de oprichting in Parijs van het „Centre Catholique Internatio nal de coordination auprès de L'Unesco" is van zeer groot be lang gebleken. Dit Centre maakt een speciale studie van die activi teiten van de Unesco, die vanuit internationale katholieke organisa ties voortdurend over de Unesco in te lichten. Het bewijst tevens grote diensten als ontmoetingsplaats, waar katholieke afgevaardigden overleg kunnen plegen. De katho lieke invloed zal slechts tot gelding kunnen komen, wanneer in elk op zicht competente katholieke krach ten beschikbaar zijn, die op tact volle wijze, op de eerste plaats door het tonen van een daadwerkelijke, onbevooroordeelde belangstelling, hun diensten aan de organisatie aanbieden. Door deze „politique de présence" zullen a- en anti-katho lieke tendenzen in aanzienlijke ma te kunnen worden geneutraliseerd. De aanvaarding door de H. Stoel van de uitnodiging om een officiële en permanente waarnemer bij de Unesco te benoemen, moge als be vestiging van deze mening gezien worden. Het is na deze uiteenzetting zon der meer duidelijk, wat de taak zal zijn van deze Vaticaanse waar nemer. Voor deze delicate post koos Pius XII de apostolische nuntius Roncal li, die zo de eerste permanente waarnemer van de H. Stoel werd. Op het zesde congres van de Unesco, dat in 1951 te Parijs plaats vond, behandelde monseigneur Roncalli in een magistrale rede de betekenis van de katholieke deel name aan de activiteiten van de or ganisatie. Hij zei o.a.: „Het is heel natuurlijk dat de vertegenwoordiger van de oudste en grootste cultuur-organisatie in de wereld de organisatie die ge sticht werd met de opdracht: „gaat en onderwijst alle volken", en die katholiek standpunt belangrijk zijn. deze opdracht na tweeduizend jaar Daardoor is het Centre in staat de nog altijd vervult in alle landen waar vrijheid geen ijdel woord is het is heel natuurlijk dat deze ver tegenwoordiger herinnert aan het grote beginsel en het grote funda ment: God, de „Heer der weten schappen", waarop dit machtige systeem is gebouwd en waaraan het zijn kracht ontleent.... De UNESCO is er nu voortaan, niet zoals men bij het eerste moment kon vrezen als een groot museum voor het genoegen van de intellectuelen of voor de op voeding van een nieuwsgierige massa, maar als een groot laaiend vuur waarvan de vonken overal brandende energie zullen opwekken en een brede samenwerking ten ba te van de rechtvaardigheid, de vrij heid en de vrede voor alle volken van de aarde, zonder onderscheid van ras, taal of godsdienst. Ja, zonder onderscheid van ras, taal of godsdienst. Als ik dit begin sel van de UNESCO op deze wijze accentueer, doe ik dat niet omdat de waarden van ras, taal of gods dienst van elk volk thans door de UNESCO ontkend of verwaarloosd zouden worden; doch integendeel opdat met deze waarden altijd ten volle rekening gehouden zal wor denZe zijn het bewijs van de goede wil van de UNESCO, de bron waaruit het vertrouwen en de me dewerking stellig zullen voortko men Van de werkzaamheden waar voor deze vergadering geplaatst is, wil ik er twee bijzonder belangrijke noemen: allereerst de technische hulp aan landen die onvoldoende ontwikkeld zijn; op de tweede plaats het oprichten in heel de we reld van regionale centra die moe ten zorgen voor een basis-educatie. (Wordt vervolgd) het orkest van Garcia brengen dit karakter en die bewogenheid niet op. Het klinkt allemaal te uitgekiend, te geraffineerd opzettelijk en vooral ook wat eenzijdig, zeker wanneer men stem geluid en expressie van Julie eens nader beluistert. Het lijkt er op alsof men \vy\ heeft geredeneerd: We moe- "~^s A ten Julie eens laten horen in het stemgeluid, dat haar yf het beste ligt, dat drome- rige en ietwat zinnelijke, J gevoileerd-hese geluid, en er toen de Blues maar heeft bijgesleept, alsof de werkelijke Blues alleen maar in het min of meer ero tische vlak zouden liggen. Maar al te vaak trouwens wordt, ook in de Jazz, bij de presentatie van Blues, op slecht» een bepaald facet van de Blues gespe culeerd, dat facet namelijk, dat het in tweederangsnachtkroegen wel doet. Intussen zij eerlijkheidshalve gezegd, dat Julie bepaald wel iets van zingen afweet en ook waarachtig wel zingen kan en in verscheidene fragmenten van het repertoire op deze LP ook beslist wel weet te ontroeren. Een plaat, die men niet van begin tot eind uit moet draaien maar waar men zo nu en dan een song want het zijn dus meer „songs" dan Blues uit zou kunnen lichten. „Land of my fathers" luidt de titel van een groot model langspeler van Decca (bestelnummer LK 4263), die terecht het hart zal winnen van eenieder, die van mannenzang houdt. Het betreft een uitvoering van typische Engelse en Welshe „songs and hymns" mitsgaders van enige algemene koorwerken zoal» b.v. Verdi's slavenkoor doch ook b.v. het meerstemmig gezongen wiegenlied van Brahms door het befaamde, men mag bijna zeggen; historische „Morris- ton Orpheus"-koor uit Zuid-Wales. dat onder leiding staat van Ivor E. Sims. Verscheidene liederen worden a capella gezongen: andere bij een bescheiden orgelbegeleiding. Een prachtige zang plaat. Het koor is weelderig gaaf van toon en boeiend genuanceerd in stemregisters. Fraai is ook de voordracht, welke een sfeervol even wicht houdt tus sen het technisch zingen en de zeg gingskracht daar van. Een plaat, welke vooral ook dankzij de gevarieerdheid in het repertoire van begin tot eind oor en hart van de ware liefhebber zal bekoren. Het gemengde „Hollywood Sound- stage Chorus" is minder klassiek van allure, ligt meer in de populaire sfeer. Nochtans worden via het 45 toeren Londonplaatje FI 1821 de oude pioniers- en kampvuurliederen „Red river valley" en „Home on the range" met zorg ge zongen en is het resultaat zeker niet onbevredigend. Een derde publikatie in het min of meer serieuze genre is het 45 toeren- schijfje van Decca, nr. FM 235122 met een, met name in de violenpartij, fijn- uitgewerkte uitvoering van de Pas de deux uit „Giselle" van de Franse ballet- muziek-componist Adam en een zwie rige en tegelijkertijd charmante ver tolking van de wals uit „Faust" van Gounod door het orkest van Mantovani. Men mag dan wel eens bezwaar maken tegen de vaak wel eens wat zoetige arrangementen van Mantovani, ander zijds zal men moeten beamen dat wat Mantovani en zijn mannen ook spelen steeds tot in details verzorgd is en een sfeer ademen die menig hart bekoren en boeien zal. Over dan nu naar de populair# muziek, waarbij in de instumen- tale afdeling vooreerst twee mars plaatjes mogen worden aanbevolen, te weten het 45 toeren Deccaplaatje 264220 met de „National Emblem March" en de mars „Imperial echoes" in een parmantige, strakke en even luchtig klinkende uitvoering door de Johan Willem Friso Kapel o.l.v. kapitein di recteur J. P. Laro - en vervolgens het 45 toeren Deccaplaatje nr. DFE 6499 met een tweetal marsen van een meer imposante allure en een wat „zwaarder" niveau; ze worden dan ook, naar een arrangement voor-concert, gespeeld door de befaamde band van de Grena dier Guards onder directie van majoor Harris. Het zijn de marswerken „The first guards" en „Royal Windsor", wellui dende composities in een waar dig Britse vertolking. Vervolgens: een paar instrumentale dansplaatjes. Brunswich 45 toeren 10161 EPB presenteert de swingende glamour- band van Tommy Dorsey met als trom- petist Warren Covington in een selectie van Latijns-Amerikaans opgezet num mers, een viertal, waaronder de in tussen al wel populair geworden cha-cha- versie van „Tea for two" en de fleurig verklankte „Cha cha cha for Gia". De „sound" van deze opnamen wordt met name door een straf maar melodieus trompetgeluid bepaald. Veel huiselijker van genre is de inhoud van het 45 toeren Heliodorplaatje 450308 waarin een hand vol melodieën van de Duitse componist van film-, operette- en showmuziek, Franz Grothe, is gegroefd in een soepele en fantasie- rijke pianistische vertaling van Paul iSwgi Reinhard. Een 4» stemmig luister en dansplaatje, zonder erg veel pretenties maar daarom niet minder bekoorlijk. Dromerig van karakter zijn de klan ken die uit de speaker komen wanneer men het 45 toeren Artoneplaatje 5809 aan de saffier toevertrouwd. De titels van de nummers zeggen al wel vol doende: Dream, More than you know, Heart to heart - en - If you are but a dream. Duidelijk is, dat er bij de uitvoering door het orkest van Elliot Lawrence gestopte trompetten, flui sterende klaviertonen en romantische gitaarklanken aan te pas komen. Bijzonder afwisselend van klank kleuren laat zich het orkest van Ray Conniff horen via de Philips 33 toeren- publikatie 840003 BY in een dozijn „ever greens" van het betere soort. Wij noe men uit het repertoire: Lullaby of Birdland, Smoke gets in youreys, Paradise, April in Paris, All the things you -^re en Lovely to look at. Het is een plaat die naar het Hi-Fi- Stereo-procede is opgenomen en, wanneer men althans over een stereo-akkommodatie beschikt, alle klanken genuanceerd laat horen. De moeite des te meer waard waar de arrangementen 'SA v00r deze opnamen getuigen van Ijm een goede zin voor muzikale teer en variatie. De instrumen tatie is niet zelden met smaak gekozen en het ritme is frank en fris, slow en quick, zonder overdrijvin gen. De koorstemmen, die „scat" met verscheidene instrumenten meezingen klinken echter vaak overbodig, soms zelfs nogal burgerlijk. FRÉDÉRIC

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 13