Slechts fractie van heelal
voor de mens bereikbaar
Voorlopig niet verder dan de maan
Tibetanen in Lhasa slaags met
Chinese rode troepen
Colovinyl
Klassieke muziek
op zwarte schijven
Cape cc hi
les in opera buff a
Opera-fragmenten door Callas
en Simionato
Paus Joannes XXIII
UTRECHTS RECTOR MAGNIFICUS
Maan op dinsdag 24 maart
gedeeltelijk verduisterd
Kunsfvliegers naar Amerika
Toestand drie dagen geleden kritiek
Reeks stakingen
in Frankrijk
Medische problemen
Postzegels van de
Pauskroning
Kunstdiefstallen in
Zürich
Sovjet-ambassadeur
verlaat Teheran
Leidse raad klaagt
bij minister
Jan Bakker jubileert
EEN LEVENSVERHAAL
TANDPASTA
IVOROL
ZATERDAG 21 MAART 1959
PAGINA 7
„Doorman" op Curasao
Te weinig woningen
SOEPELE PLASTIC TEGELS VOOR PRAKTISCHE VLOEREN
In de komende decennia zullen voor
mensen, die alle inconveniënten en
risico's willen aanvaarden, kleine
Uitstapjes in de ruimte, b.v. naar de
maan, mogelijk zijn. Als er later
middelen beraamd zullen zijn om. hoe
dan ook. in het ruimteschip lang
durig in de levensbehoeften van de
mens te voorzien, zou misschien ons
planetenstelsel verkend kunnen
Worden. In het voorlopig uitzichtloze
geval, dat de mens als actief denkend
wezen met bijna lichtsnelheid zou
kunnen reizen, zou hij nog niet
verder in de ruimte kunnen door
dringen dan een klein eindje in ons
eigen Melkwegstelsel. Dit betoogde
de rector-magnificus van de Rijks
universiteit te Utrecht, prof. dr. J.
Jongbloed, toen hij vrijdagmiddag in
de Domkerk de diesrede uitsprak, ter
gelegenheid van de 523ste dies
natalis van de universiteit, onder de
titel ..Ruimte-vragen Men kan wel
ongebreideld fantaseren over de mo
gelijkheden van de ruimtevaart, aldus
de
hoogleraar in de physiologie, die
zich reeds dertig jaar met de lucht-
vaartgeneeskunde beziggehouden
heeft. maar daarnaast kan een
nuchtere beschouwing op haar plaats
zijn. Voor de ruimtevaart is slechts
een zeer klein deel van de wereld
ruimte voor de mens bereikbaar. Bij
alle vooruitgang tekent zich ook hier
de kleinheid van de mens ten op
zichte van de schepping af.
In een ruimteschip zou op de eerste
plaats gezorgd moeten worden voor de
primaire levensbehoeften van de mens:
zuurstof, drank en voedsel. Voor een
retourtje naar Mars twee a drie
jaar zouden per man enige tonnen
zuurstof, drank en voedsel nodig zijn.
Volgens de huidige gegevens is slechts
een bevoorrading voor vier a acht da
gen mogelijk, hetgeen betekent, dat een
uitstapje naar de maan voorlopig het
maximaal bereikbare is. Het ligt
daarom voor de hand, naar een andere
wyze van proviandering te zoeken, n.l.
produktie jn het ruimteschip zelf, dus
gesloten ecologisch systeem, waar-
teni ^00r- de mens afgegeven stoffen
wn>-Teetransformeerd zouden moeten
u„l? tot de oorspronkelijke of gelijk-
,V„i- Ige stoffen. Momenteel is dit
rijwe] geheel nog theorie.
Wanneer de ruimtevaart ooit wer
kelijk wordt, za] men bjj voorkeur
kleine mensen (minder zuurstof e.d.
nodig) uitkiezen, die rustig van aard
zijn. Bij proeven is gebleken, dat vrou
wen in het algemeen de opsluiting in
een kleine ruimte beter en langer
verdragen dan mannen. Men heeft
reeds voorgesteld, de ruimtereiziger
door afkoeling in een half bewustelo
ze toestand te brengen om het ge
bruik van zuurstof e.d. te beperken.
Bepaald plezierig wordt de tocht
hierdoor niet.
Het zal, volgens prof. Jongbloed, trou
wens toch geen prettige reis zijn. Men
'al om te beginnen een drukpak moe
ten dragen om althans enige levens
kans te behouden. Men zal bovendien
beschermd moeten zijn tegen kosmische
stralen. Tijdens de start zal de ruimte
vaarder in een halfliggende houding,
met de benen omhoog, moeten verke
ren om de druk op de bloedvaten te
beperken. Wanneer het voortstuwings
mechanisme zijn werk eenmaal gedaan
heeft, verandert de toestand van het
schip acuut. Alles wordt gewichtloos.
Wat dit op de duur voor de mens be
tekent, weet men nog niet. al is er geen
reden om aan te nemen dat de ge
wichtloze toestand direct levensgevaar
oplevert. Men zweeft in het schip en
kan b.v. zijn gereedschap in de lucht
naast zich neerleggen. Er is geen on
der of boven meer. Men zal slechts
kunnen zien niet meer voelen
hoe zijn voeten staan. In het begin zal
elke beweging zeer uitbundig zijn. Als
men enige maanden of jaren in gewicht
loze toestand verblijft, zullen de spieren
atrofië en (,rust roest"). Drinken zal
men slechts zuigend door een rietje kun
nen doen; brokjes vast voedsel zijn ge
vaarlijk omdat zjj in de mond blijven
zweven en in de longen gezogen kun
nen worden.
De gewichtloze toestand zou voorko
men kunnen worden door in het ruim
teschip een kunstmatige zwaartekracht
te wekken, maar deze zal anders
zijn onaangenamer dan op aarde.
Alle inwerkingen op de somatische
mens zullen ongetwijfeld zijn psychi
sche toestand ongunstig beïnvloeden. De
ruimtevaarder is zich doorlopend be
wust van het gevaar en weet, dat zijn
kans op redding bij pech vrijwel ni
hil is. Ook het gevoel van losgeslagen
te zijn van de aarde zal de psysche van
de ruimtevaarder ernstig beinvloeden.
Wanneer hij b.v. vier lichtjaren van de
aarde verwijderd is, zal hij bij even
tueel radio-telefonisch contact acht jaar
op antwoord moeten wachten. En hoe zal
de ruimtevaarder reageren op onafge
broken gezelschap van zijn medereizi
gers? Volgens prof. Jongbloed is dit
wellicht het grootste probleem van de
ruimtevaart.
De Loenik heeft in zijn baan om de
zon een snelheid van 30 km per se
conde, maar voor de ruimtevaart heeft
men veel grotere snelheden nodig. Zelfs
met een snelheid van 3000 km. per se
conde heeft een ruimteschip vier eeu
wen nodig om de dichtstbijzijnde ster
te bereiken. Men moet dus de lichtsnel
heid benaderen, d.w.z. 300.000 km. per
seconde bereiken. Maar dan leert de
relativiteitstheorie, dat bij bijna licht
snelheid de klok zeer langzaam loopt.
Geldt de vertraging van de physische
klok ook voor de biologische klok, m.
a.w. zal de ruimtevaarder na vijftig
jaar van de aarde geweest te zijn, ook
vijftig jaar ouder geworden zijn of b.v.
slechts één jaar? Volgens sommige au
teurs gaat bij extreme snelheid niet
alleen de klok langzaam lopen, maar
komt de mens in een toestand van
schijndood te verkeren.
Wat het reizen met bijna lichtsnel
heid betreft, ziet prof. Jongbloed
twee mogelijkheden. Als de energie
wisseling --an de ruimtevaarder inge
volge de wetten van de relativiteit
vrijwel tot nul wordt gereduceerd, zou
hij vele aardse eeuwen kunnen rei
zen, maar met een vrijwel dood li
chaam. Maar zelfs dan zou hij nog
slechts een klein eindje in het heel
al doorgedrongen zijn, b.v. tot aan de
De Vaticaanse posterijen zullen op 2
april een serie postzegels uitgeven ter
herinnering aan de kroning van paus
Joannes XXIII. De serie bestaat uit 4
waarden 25 lire, 35, 60 en 100. Op 2
ervan wordt de voorstelling gevormd
door het pauselijke wapen in kleuren,
de andere twee tonen de Paus in staan
de houding en bekleed met de pontifi
cale gewaden en de tiara. Het formaat
is 30 bij 40 mm, de uitvoering geschiedt
op papier, waarin als watermerk de ge
kruiste sleutels zijn aangebracht. Na de
uit twee. zegels bestaande serie „Sede
Vacante" wordt deze uitgave de eerste
nieuwe na de dood van paus Pius XII.
In Zürich hebben deze week twee
kunstdiefstallen plaats gehad. Eerst ver
dween uit de collectie grafische kunst
van het instituut voor technologie een
ets van Emil Nolde, die 1.500 frank
waard is.
Donderdag is uit het Kunsthaus een
schilderij op hout uit de school van
Rimini ontvreemd. De waarde van
dit zes eeuwen oude schilderij, dat de
kruisiging van Christus tot onderwerp
heeft, wordt op 100.000 frank geschat.
S,eUis ,in door Iet Kunsthaus voor
30.000 frank verworven. De afmetingen
zijn 44.5 bij 31 centimeter. Van de dader
of daders van deze diefstallen ontbreekt
elk spoor.
Nikolai Pegov, de Russische ambas
sadeur in Perzië, heeft gisteren Te
heran per vliegtuig verlaten om naar
zijn land terug te keren. De „verzoe-
nings-missie" waarmede Pegov, na
van het centrale comité van de Russi
sche communistische partij, na het be
zoek destijds van de Sjah aan Moskou
was belast, heeft haar zin verloren
door het sluiten van het Perzisch-Ame-
rikaans akkoord.
In tegenstelling tot de geruchten,
waarvan de Perzische pers gewag
maakt en volgens welke Pegov niet
meer naar Perzië terug zou keren, lie
ten de Russische diplomaten, die bij het
vertrek van Pegov aanwezig waren,
doorschemeren dat hjj na zekere tijd
naar Teheran terug zou komen. Dit
meldt A.F.P.
Hr. ms. vliegkampschip de „Karei
Doorman" is in Willemstad op Curasao
aangekomen.
Op de avond van de 24e maart
•chuift de aarde tussen de zon en de
maan. Haar schaduw zal dan voor een
deel het vollemaansgezicht bedekken.
Met andere woorden: op die avond zal
er een gedeeltelijke maansverduiste
ring te zien zijn.
Wat er die avond van de 24ste ge
beurt, beelden wij schetsmatig uit op
bijgaand kaartje.
Ieder, die het bekijkt, zal ontdekken
dat de verhoudingen er op zoek zjjn:
de zon is, in verhouding tot de aarde,
te klein getekend, en de maan te groot.
Men ziet nu echter duidelijk, dat die
avondzon, aarde en maan bijna op één
Ipn staan: de maan hangt een weinig
onder die lijn. De zon beschijnt de aar
de aan de kant, waar Amerika en de
stille Oceaan liggen. Bij ons is het
avond. De aarde zal dus een lange
schaduwkegel in de ruimte werpen. Er
worden nog meer interessante zaken
duidelijk: ten eerste blijkt de aardse
atmosfeer als een groot prisma te wer
ken, dat de zonnestralen iets uit hun
baan buigt. Vandaar dat die schaduw
Seen massieve, donkere kegel is, maar
een duistere kern heeft met een lich
tere omgeving. Deze omstandigheid is
de oorzaak, dat er op de maan geen
zwart vlak zal verschijnen, maar een
friJs schaduwbeeld. Als het de 24ste
helder weer is zal men het verduister
de deel ook nog enigszins kunnen zien.
if'-// D°oc de dampkring
1 vertekende aord-
schaduw
MAAN
iW Maanschaduw
kern van ons eigen Melkwegstelsel.
Als het anderzijds mogelijk zou zijn,
de ruimtevaarder in normale toestand
te laten blijven, zal hij onder de gun
stigste omstandigheden nooit meer
dan een zeer kleine fractie van het
heelal kunnen bereizen.
Hoe het ook zal zijn en wat de mens
verder in technisch opzicht ook zal we
ten te bereiken, op een klein gedeelte
rond de aarde na blijft het heelal, de
werkelijke wereldruimte, voor directe
waarneming voor hem gesloten, aldus
prof. Jongbloed.
(Van onze correspondent)
De Leidse raad is teleurgesteld over
de gang van zaken in het bouwdistrict
en van oordeel, dat Leiden voor 1959
tenminste vijfhonderd woningwetwonin
gen nodig heeft. Deze conclusie is vast
gelegd in een motie bij de behandeling
van de begroting. Zij zal aan de minis
ter van Volkshuisvesting en aan Ged.
Staten ter kennis worden gebracht.
Met 213 woningen voor dit jaar blijft
de sleutelstad onder het landelijk en
provinciaal gemiddelde. Wethouder Jon-
geleen voerde aan dat Leiden als
universiteitsstad, streekcentrum en in
dustrialiserende gemeente recht heeft op
een aanzienlijk grotere toewijzing. Daar
om heeft men het bouwdistrict, waarin
twaalf gemeenten zitting hebben, ver
laten. De gehele raad stemde gister
avond, op de vflfde en laatste dag van
de behandeling der begroting, met dit
besluit in. Te Leiden staan 4300 wo
ningzoekenden ingeschreven. Boven
dien moeten in de oude binrienstad hon
derden krotwoningen worden opgeruimd.
De heer Jan Bakker, directeur van
het bureau van de diocesane Haarlem
se bond van de katholieke middenstand
voert alszodanig woensdag 1 april zijn
zilveren jubileum.
Behalve in talrijke andere commis
sies heeft de heer Bakker namens de
kath. middenstand zitting ir, de diocesane
raad van overleg en is hij als voorzit
ter daarvan de man die veel heeft bij
gedragen tot een beter begrip over en
weer van eikaars noden en belangen,
tot een vruchtdragende samenwerking
op alle gebieden waar maar mogelijk.
1 april zal in de kerk van O. L. Vrouw
van Goeden Raad (Bezuidenhout)
Den Haag een plechtige H. Mis van
dankbaarheid worden opgedragen. In de
middag, van 2 tot 5 uur, is er in café
restaurant Den Hout, Bezuidenhoutse-
weg 11, gelegenheid de zilveren jubila
ris te complimenteren.
Deze vier „Thunderstreak"-piloten van de Koninklijke Nederlandse Luchtmacht
zullen op 23 maart a.s. via Parijs naar Amerika gaan, om in april in Las Vegas
deel te nemen aan de internationale kunstvliegwedstrijden. Het zijn v.l.n.r.:
kapitein H. N. Themmen, kapitein P. van der Meulen Kunee, le luitenant R. M.
Veenhuysen en le luitenant I. G. Groothojf.
Volgens welingelichte kringen in
Nieuw Delhi is er in de afgelopen drie
dagen in en rondom Lhasa, de hoofd
stad van Tibet, gevochten aldus meldt
Reuter. De „Press trust of India", het
nationale persbureau, heeft verklaard
dat er geen officieel nieuws over de
omvang van de ongeregeldheden rond
om Lhasa is ontvangen, maar het
haalt onofficiële kringen aan volgens
welke de toestand daar enige dagen
geleden „bijna kritiek" was. Er zouden
op grote schaal demonstraties tegen het
communistische regime zijn geweest
welke aanvankelijk een vreedzaam ka
rakter hadden maar later in ongeregeld
heden zouden zijn overgegaan.
Naar te Nieuw Delhi verluidt be
gonnen de gevechten in de Tibetaanse
hoofdstad, toen duizenden bewoners
van de stad zich om het paleis van de
Dalai Lama verzamelden om te
voorkomen dat de Chinezen deze zou
den aanhouden. Vrijwel de gehele be
volking van de stad nam aan de strijd
deel, toen de Chinezen een einde poog
den te maken aan de demonstraties.
De Tibetanen trokken naar het con
sulaat-generaal van India om hulp te
vragen bij het beschermen van de
Dalai Lama. Waar deze zich nu be
vindt is niet bekend.
Er zijn berichten dat de Chinezen
willen dat de Tibetaanse leider naar
Peking komt, maar volgens de Tibe
taanse traditie moet hij een rondreis
langs de kloosters in het land maken.
De Chinezen zouden echter vrezen, dat
door deze rondreis het verzet in reli
gieuze kringen tegen hun bewind zal
toenemen. De Dalai Lama zou bang
zijn dat hij, als hij in Peking zou zijn,
niet meer naar zijn land kan terug
keren.
Krachtens een Chinees-Tibetaanse
overeenkomst van 1951 is China ver
antwoordelijk voor de defensie en bui
tenlandse betrekkingen an Tibet. In
1952 werd in Tibet een Chinees militair
hoofdkwartier ingericht en in Lhasa
zetelt een Chinese vertegenwoordiger.
De Tibetaanse regering van vjjf leden
wordt geleid door de Dalai Lama. Het
ontoegankelijke Tibet dat ten Oosten
van Kasjmir en ten westen van China
tussen de Himalaja en het Koenloen-
gebergte ligt, heeft een bevolking van
naar schatting zes miljoen mensen.
Advertentie
EEN KLEURRIJK PRODUKT VAN LINOLEUM KROMMENIE
Bel canto-platen kunnen nog heel
andere attracties hebben dan de
mooie stem, die zij laten horen
in een aantal wel erg plezierige maar
ook erg afgezongen succesnummers.
Een goed voorbeeld van een opname,
waarin nuttig, aangenaam en belang
wekkend verstrengeld zijn, levert een
plaat uit Philips „Favonrite"-serie (S
06 200 R), onder de titel „De geschie
denis van de Opera-Buffa". Het is een
opera-recital door Renato Capecchi. Op
deze plaat is het programma dus ge
kozen uit buffo-opera's en ongetwijfeld
met goed historisch inzicht, zodat men
een leerzaam beeld krijgt.
De in meer dan enkel zang geïnte
resseerde liefhebber vindt hier een lei
draad om de geschiedenis van de ope
ra buffa te studeren vanaf Pergolese,
die een van haar vaders was („Lo
frate 'nnamorato"). Hij is licht, heel
simpel, uiterst melodieus en populair.
Hij is nog niet ver ontwikkeld in de
muzikale karakteristiek en typologie,
die juist een der grote bijdragen van
de opera buffa aan de muziekdrama-
tiek zou worden. Hij vergenoegt zich
nog goeddeels met de algemene situa
tie, waar hij een muziek van eenvou
dige vorm en gesloten factuur tegen
aan schrijft. Wat hij later in zijn
eigen werk nog had kunnen bereiken
weten wij niet; hij stierf op zijn zes
entwintigste jaar. Domenico Cimarosa
nam de erfenis op („II matrimonio
segreto"). Hij bracht de opera buffa
van Napels door Italië heen tot in Ve
netië toe, en hjj komt al tot een uit
werking, die hem een enorme stilisti
sche invloed bezorgd heeft. Als men
„II matrimonio segreto" hoort. dan
weet men plotseling hoe sterk zijn af
finiteit met Mozart is.
Het orkest is in thema's
MARIA MENEGHINI CALLAS
door mgr. ALBERTO CIOVANNETTI
(vertaling van Hugo van der Heijden pr.)
32
De patriarch wenste ook, dat de
poorten van de San Marco ge
opend zouden worden voor de mo
derne gewijde muziek. In septem
ber 1956 klonken in de kathedraal
van Venetië de hoogst moderne
klanken van een werk van Igor
Strawinsky, ter ere van Sint Mar
cus, dat volgens de verklaring van
de componist zelf geschreven was
„in volle nederigheid jegens de Ka
tholieke Kerk".
In september 1958 was de pa
triarch tegenwoordig bij de genera
le repetitie van de „Klaagliederen"
eveneens van Strawinsky, die naar
Venetië gekomen was om de uit
voering van zijn laatste werk: „La-
mentationes Jeremiae prophetae"
bij te wonen. Personen uit de omge
ving van de kardinaal verklaarden,
hoe hij bij die gelegenheid diep ge
troffen werd door de pessimisti
sche sfeer mede veroorzaakt
door de gekozen teksten uit Job en
Prediker die sprak uit dat laat
ste werk van Strawinsky.
De patriarch bezocht in 19o8, een
lange traditie verbrekend, de Biën
nale, de tweejaarlijkse tentoon
stelling 'van beeldende kunst, waar
hij grote belangstelling aan de dag
legde voor de tentoongestelde wer
ken. Hij zei: „De kunst is noch
heidens, noch christelijk, maar
ontleent haar betekenisvaan de
idee, die haar inspireert."
HABEMUS PAPAM.
Afscheid van Venetië.
Op 9 oktober 1958 beëindigde
Pius XII zijn aardse leven na een
pontificaat van bijna twintig jaar.
Gehoorgevend aan de constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis begaven
vanuit de verschillende werelddelen
de 54 kardinalen met uitzondering
van kardinaal Mindszenty, aarts
bisschop van Strigonië, die gedwon
gen door omstandigheden de gast
was van de legatie der Verenigde
Staten te Boedapest, en van kardi
naal Stepinac, aartsbisschop van
Zagreb, die door de regering van
Joegoslavië naar zijn geboortedorp
Krasdië was verbannen zich
naar de Eeuwige Stad, om de be
grafenisplechtigheden van de over
leden paus bij te wonen en om deel
te nemen aan het conclaaf voor de
verkiezing van diens opvolger.
Op 12 oktober vertrok ook pa
triarch kardinaal Roncalli 's mor
gens uit Venetië, nadat de bevol
king hem in een bewogen ovatie
haar aanhankelijkheid had be
tuigd. Voordat de patriarch plaats
nam in de motorboot die hem naar
het station moest brengen, was hij
eerst nog de Sint Marcus-Basiliek
binnengegaan om er voor het al
taar van de evangelist het itinera-
rium clericorum te bidden, het li
turgisch gebed van de geestelijken,
wanneer zij een verre reis onderne
men. Hij had daarna ook nog gebe
den bij het Sacramentsaltaar en bij
het miraculeuze beeld van de Nico-
peja.
Gedurende heel de tocht tot aan
het station, vanaf de steiger bij de
San Marco en langs het Canal
Grande, had de menigte hem haar
sympathie betuigd. Nieuwe bewij
zen van aanhankelijkheid op de
trappen van het station, levendig
gejuich, en uitroepen van „tot
ziens" en „evviva".
Te Rome, in afwachting van het
conclaaf.
Te Rome nam hij zijn intrek in
het Domus Mariae van de vrouwe
lijke katholieke actie; met opzet
had hij dit verblijf gekozen omdat
het ver buiten het centrum van
Rome lag, en daarom ook ver van
de „stemmen" die er in die dagen
opgingen. Ook de stemmen die hem
als waarschijnlijke opvolger van
Pius XII aanduidden, moesten wel
tot hem doordringen, maar hij zette
ze van zich af door het oude gezeg
de aan te halen: „Wie als Paus het
conclaaf binnengaat, komt er als
kardinaal uit." Toen iemand nog
op de vooravond van het conclaaf
de wens uitsprak dat hij zou wor
den gekozen, wees hij op het kruis
beeld dat in zijn bescheiden ver
trekje aan de muur hing en sprak:
„Het pontificaat is een gang naar
de Calvarieberg om er met Chris
tus te worden gekruisigd."
Tijdens de dagen die aan het con
claaf vooraf gingen, leefde hij zo
teruggetrokken mogelijk; hij wilde
geen bezoek ontvangen, liet zich bij
zijn oude vrienden verontschuldi
gen, fotografen en vooral journalis
ten werden op zijn bevel beleefd
maar beslist aan de deur gezet.
Vanuit het Domus Mariae
schreef hij, het was ondertussen
17 oktober geworden, nog twee
brieven waarin hij met betrekking
tot het conclaaf enkele beschou
wingen ten beste gaf die de gestel
tenis weergeven waarmee hij zich
op de pauskeuze had voorbereid en
die een getuigenis blijven van zijn
spiritualiteit. In de eerste brief,
gericht aan de bisschop van Ber
gamo, mgr. Piazzi, schreef hij:
„Hoogwaardige en dierbare Ex
cellentie, even een woordje, nu ik
op het punt sta het conclaaf bin
nen te gaan. Het is als het ware
een beroep dat ik door middel van
de stem van de bisschop doe op
alles wat mij als goede Bergamask
het naast aan het hart ligt. Den
kend aan de zoveel vereerde en
mij dierbare beeltenissen van Ma
ria die over heel het bisdom ver
spreid zijn, met de herinnering ook
aan onze heilige patronen, bisschop
pen, en heilige, verlichte priesters,
aanmannelijke en vrouwelijke
kloosterlingen van uitgeleden
deugd, wordt mijn gemoed getroost
in het vertrouwen op het nieuwe
Pinksteren dat bij de vernieuwing
van het Hoofd en bij de reconstruc
tie van het kerkelijk organisme
nieuwe kracht aan de Heilige Kerk
kan geven tot zegepraal van de
waarheid, het goede en de vrede. Of
de nieuwe Paus al dan niet een
Bergamask is, is van weinig belang.
De gemeenschappelijke gebeden
moeten bewerken, dat het iemand
is van wijs en mild beleid, iemand
die een heilige is en anderen heilig
maakt. Excellentie, u begrijpt mij.
Een groet en een omhelzing. Voor
al uw kinderen nog een zegen".
In de tweede, gericht aan de rec
tor van het seminarie van Venetië,
stonden onder meer de volgende ge
dachten:
„Wat de overleden en in heerlijk
heid opgenomen paus betreft, kun
nen wij niet anders doen dan blij
ven roepen: „Leve de paus!" En
bidden, dat zijn opvolger, wie dat
ook zij, geen oplossing vertegen
woordigt van continuïteit, maar van
vooruitgang door mee te gaan met
de eeuwige jeugd van de Heilige
Kerk, wier zending er steeds in
bestaat, de zielen op te voeren naar
de Goddelijke toppen van de verwe
zenlijking van het Evangelie, en
van de heiliging van het menselijk
leven met het oog op het eeuwige
leven. Het is wel waar, dat de stof
felijke wereld met zijn ontdekkingen
vooruitgaat en dat het leven daar
door veel gerieflijker wordt, maar
die vooruitgang is volstrekt waarde
loos, juist als een strohalm waar
voor een vonkje voldoende is om het
te verteren en te veranderen in wat
lichte as.
Het conclaaf
De dag van de opening van het
conclaaf, zaterdag 25 oktober, zette
in met de Votiefmis van de Heilige
Geest, die door de deken Tisserant
werd opgedragen aan het Cathe-
dra-altaar in de Sint Pieter. In
processie trokken de kardinalen,
geëscorteerd door de edelgarde en
de Zwitserse wacht, vanuit de sa
cristie de basiliek binnen. Na de
aanbidding van het H. Sacrament
begaven zij zich vóór de H. Mis
naar de absis. Na de mis hield de
secretaris van de Brevi ad Prin
cipes, mgr. Antonio Bacci, in het
Latijn de rede De eligendo Summo
Pontifice. In de zo verheven toe
spraak die een heel program in
hield voor het apostolaat en die
op zich een meditatie vormde, werd
onder meer gezegd:
„Toen Pius XII de troon van Pe
trus besteeg, stond een afschuwe
lijke, verwoestende oorlog klaar om
zich op heel de mensheid te wer
pen. Welnu, we moeten wel inzien
dat ook het ogenblik dat wij nu be
leven niet minder onzeker is en vol
gevaren. Aan de oorlog kwam een
eind, maar de oorzaken ervan zijn
nog niet uit de weg geruimd. Dat
spreekt van zelf: mensen kunnen
wel een oorlog voorbereiden, maar
de ware vrede kunnen zij zichzelf
niet geven indien zij geen inspira
tie zoeken in het Evangelie, dat ons
leert dat de mens geen „wolf is
voor zijn medemens", zoals Plau-
tus zegt, „maar een broeder".
De nieuwe pontifex moet daar
om de nodige gaven bezitten om
de zielen en alle sociale standen te
doen doordringen van Christus'
licht en goedheid, opdat er nooit
een nieuwe Kaïn opstaat die het
waagt de aarde te bevlekken met
het bloed van een broedermoord.
Bovendien wordt in veel landen
die door geschiedenis en vooruit
gang op cultureel en wetenschappe
lijk gebied beroemd zijn, de gods
dienst die voor elke wet en elke
menselijke samenleving de enige
zekere, onwankelbare basis vormt,
vergeten of opzijgezet, of, erger
nog, op de meest arglistige en on
menselijke wijze vervolgd. Pries
ters, bisschoppen en zelfs leden van
het Heilig College zitten in de ge
vangenis of zijn verbannen, verhin
derd om hun heilig ambt uit te
oefenen.
Om al die redenen hebben wij een
pontifex nodig die begiftigd is met
een grote zielesterkte en een bran
dende liefde, een pontifex die de
waarheid weet te zeggen ook aan
hen die ze niet willen horen; die
de rechten weet te verdedigen van
de christelijke en menselijke maat
schappij, terwijl hij toch zijn armen
opent om aan allen vergiffenis te
schenken, ook aan degenen die zijn
hart, het hart van de Vader van
allen, doen bloeden, en die trachten
de opgang van deze zich ontwik
kelende maatschappij te stuiten
door hun eigen duisternis, doordat
ze n.l. de oorspronkelijke rechter
der menselijke vrijheid ontkennen.
(Wordt vervolgd)
uitgebouwd, het heeft geen loutere be-
geleidingspartij meer, maar het is al
een zelfstandige grootheid geworden,
een personage, dat zich tegenover de
zanger plaatst en hem van commen
taar voorziet. Er is een muzikale plas
tiek, die de gebeurtenissen in klank uit
beeldt en het gesloten klankvlak van
Pergolese openbreekt in perspectivi
sche ruimten, die gelegenheid laten
voor scenisch spel en psychische ont
wikkeling.
Twee Figaro's
Ongeveer gelijktijdig met Cimarosa
werkte de Napolitaan Giovanni Pal-
siello, voortbordurend aan het pa
troon der traditie. Rossini's Figaro-ca-
vatina is het pendant van Paisiello's
Figaro-aria uit het gelijknamige stuk.
De stilistische overeenkomst is even
treffend als het enorme verschil in
niveau, dat er een is tussen een groot
talent en een genie. De motiefbouw
zou ook van Rossini kunnen zijn, de
echte buffoneske pret hebben de beide
componisten gemeen. Cimarosa is ver
re hun meerdere in de kunst der muzi
kale karakteristiek. Het verschil be
merkt men als men ziet, hoe Paisiello
in kleine fragmentjes, in afzonderlijke
muzikale „gags" voortgaat, die te
vaak herhaald worden, terwijl Rossini
de hele scène samenvat in de helle
lach van een daverend schaterende mu
ziek, die toch wendig en soepel ge
noeg is om voor allerlei grappige de
tails ruimte te laten.
In plaats van het tweede Rossini-
stuk („La pietra del Paragone") had
men beter gedaan de „Apprite"-aria
van Figaro uit Mozarts „Nozze" te kie
zen. Dat zou deze vrolijke muziekge
schiedenis in voorbeelden volmaakt heb
ben doen worden. Donizetti („II campa-
nello") is weer een goed voorbeeld
van de negentiende-eeuwse buffostijl,
Rossini's nadagen enerzijds en de an
ticipatie op het verisme anderzijds,
maar dan komt eerst nog Verdi, met
zijn svmphonische cantabiliteit een hele
ontwikkeling van anderhalve eeuw sa
menvattend en afsluitend („Falstaff").
Mascagni vertegenwoordigt dan (met
„Le maschere") het volle verismo, dat
geen waarlyke muzikale stijl meer is,
doch eigenlijk een geluidsdecor wordt,
een zingsprekende stem, op een on
dersteunend orkest, dat het geheel in-
terpoleert met werkelijkheden naboot
sende motiefjes. Puccini heft het veris
mo in zijn beste werk, „Gianni Schic-
chi" nog eenmaal boven zichzelf uit:
een ariose vorm met een gesloten door
gevoerde orkestrale partij, die een
psychische werkelijkheid verklankt.
Het is het beste, waartoe het verisme
in staat is.
Men ziet, wat er van deze plaat te
leren valt. Capecchi is stralend van
klank en tintelend leven. Molinari-Pra-
delli begeleidt hem met enorme span
kracht en een hel klinkend orkest (van
het Teatro San Carlo te Napels). Alle
voorwaarden voor een groot genot zijn
vervuld.
Vier heldinnen van Callas
Ook van Maria Menighini Callas is
er een om soortgelijke redenen belang
wekkende opname: op Columbia CX
1540 een reeks aria's uit opera's, die
inzonderheid door haar creaties weer
zijn herleefd. Het zijn stukken uit
„Medea" van Cherubini, drie grote
fragmenten uit Spontini's „La Vestale"
en op de keerzijde twee fragmenten uit
de waanzinscène van „I Puritani" en
twee fragmenten uit de eerste acte van
„La somnambula", beide opera's van
Bellini, de zoet gevooisde, de al te
zoet gevooisde, die nochtans een mees
ter was in het vinden van cantabele
melodie en daarin weer Cherubini en
Spontini overtrof. Maar deze beide
laatsten zijn grotere muziekdramatur-
gen, aan wie Glucks dramatische her
vormingen dankbaar besteed zijn ge
weest. Ze zijn ook geen Italianen in
de beperkte zin. Ze zijn het wel naar
hun afkomst, die zich niet verloochent
in hun vasthouden aan de formele
macht van het uiterst virtuoze belcan
to, maar zij werkten geheel in het kli
maat van het vroeg negentiende-eeuw
se Europa, waarin de nationale cul
tuurinvloeden over en weer zeer diep
doorwerkten. Om rollen als „Vestale"
en „Medea" te kunnen maken, moet
men inderdaad wel beschikken over de
evenzeer ongehoorde dramatische als
vocale kracht van Callas. In de „Pu-
ritani"-fragmenten hoort men tevens
Nicola Rossi-Lemeni, en Rolando Pane-
rai. In de „Somnambula" het Scala-
koor. Dit laatste stuk staat onder di
rectie van Antonino Votto. de andere
stukken onder Tullio Serafin.
L. H.
Advertentie
DE BÉSTE en niet duur.Tube 95-70-45 et
In Frankrijk hebben zich gisteren een
reeks stakingen voorgedaan, waardoor
er o.a. in de hoofdstad geen taxi's re
den en de radio en televisie alleen
nieuwsberichten gaven en grammo
foonplaten draaiden, aldus melden Reu
ter en A.F.P. In de provincie deden zich
stakingen voor te Brest, waar 5.000 ar
beiders een protestmars hielden, te St.-
Etiènne, waar de trambestuurders het
werk neerlegden, en te Roanne, waar
500 metaalbewerkers staakten.
Een derde van de arbeiders in de
Peugeot-fabrieken te Parijs verscheen
ook niet op het werk, terwijl in ver
scheidene mijnen de mijnwerkers met
opzet te laat kwamen. De Parijse taxi
chauffeurs protesteerden tegen de in
voering van nieuwe bepalingen welke
hun o.a. verbieden een Want te weige
ren als zjj op weg naar huis worden
aangeroepen. De overige stakingen had
den ten doel looneisen kracht bij te zet
ten.