Slechts fractie van heelal voor de mens bereikbaar Voorlopig niet verder dan de maan Tibetanen in Lhasa slaags met Chinese rode troepen Colovinyl Klassieke muziek op zwarte schijven Cape cc hi les in opera buff a Opera-fragmenten door Callas en Simionato Paus Joannes XXIII UTRECHTS RECTOR MAGNIFICUS Maan op dinsdag 24 maart gedeeltelijk verduisterd Kunsfvliegers naar Amerika Toestand drie dagen geleden kritiek Reeks stakingen in Frankrijk Medische problemen Postzegels van de Pauskroning Kunstdiefstallen in Zürich Sovjet-ambassadeur verlaat Teheran Leidse raad klaagt bij minister Jan Bakker jubileert EEN LEVENSVERHAAL TANDPASTA IVOROL ZATERDAG 21 MAART 1959 PAGINA 7 „Doorman" op Curasao Te weinig woningen SOEPELE PLASTIC TEGELS VOOR PRAKTISCHE VLOEREN In de komende decennia zullen voor mensen, die alle inconveniënten en risico's willen aanvaarden, kleine Uitstapjes in de ruimte, b.v. naar de maan, mogelijk zijn. Als er later middelen beraamd zullen zijn om. hoe dan ook. in het ruimteschip lang durig in de levensbehoeften van de mens te voorzien, zou misschien ons planetenstelsel verkend kunnen Worden. In het voorlopig uitzichtloze geval, dat de mens als actief denkend wezen met bijna lichtsnelheid zou kunnen reizen, zou hij nog niet verder in de ruimte kunnen door dringen dan een klein eindje in ons eigen Melkwegstelsel. Dit betoogde de rector-magnificus van de Rijks universiteit te Utrecht, prof. dr. J. Jongbloed, toen hij vrijdagmiddag in de Domkerk de diesrede uitsprak, ter gelegenheid van de 523ste dies natalis van de universiteit, onder de titel ..Ruimte-vragen Men kan wel ongebreideld fantaseren over de mo gelijkheden van de ruimtevaart, aldus de hoogleraar in de physiologie, die zich reeds dertig jaar met de lucht- vaartgeneeskunde beziggehouden heeft. maar daarnaast kan een nuchtere beschouwing op haar plaats zijn. Voor de ruimtevaart is slechts een zeer klein deel van de wereld ruimte voor de mens bereikbaar. Bij alle vooruitgang tekent zich ook hier de kleinheid van de mens ten op zichte van de schepping af. In een ruimteschip zou op de eerste plaats gezorgd moeten worden voor de primaire levensbehoeften van de mens: zuurstof, drank en voedsel. Voor een retourtje naar Mars twee a drie jaar zouden per man enige tonnen zuurstof, drank en voedsel nodig zijn. Volgens de huidige gegevens is slechts een bevoorrading voor vier a acht da gen mogelijk, hetgeen betekent, dat een uitstapje naar de maan voorlopig het maximaal bereikbare is. Het ligt daarom voor de hand, naar een andere wyze van proviandering te zoeken, n.l. produktie jn het ruimteschip zelf, dus gesloten ecologisch systeem, waar- teni ^00r- de mens afgegeven stoffen wn>-Teetransformeerd zouden moeten u„l? tot de oorspronkelijke of gelijk- ,V„i- Ige stoffen. Momenteel is dit rijwe] geheel nog theorie. Wanneer de ruimtevaart ooit wer kelijk wordt, za] men bjj voorkeur kleine mensen (minder zuurstof e.d. nodig) uitkiezen, die rustig van aard zijn. Bij proeven is gebleken, dat vrou wen in het algemeen de opsluiting in een kleine ruimte beter en langer verdragen dan mannen. Men heeft reeds voorgesteld, de ruimtereiziger door afkoeling in een half bewustelo ze toestand te brengen om het ge bruik van zuurstof e.d. te beperken. Bepaald plezierig wordt de tocht hierdoor niet. Het zal, volgens prof. Jongbloed, trou wens toch geen prettige reis zijn. Men 'al om te beginnen een drukpak moe ten dragen om althans enige levens kans te behouden. Men zal bovendien beschermd moeten zijn tegen kosmische stralen. Tijdens de start zal de ruimte vaarder in een halfliggende houding, met de benen omhoog, moeten verke ren om de druk op de bloedvaten te beperken. Wanneer het voortstuwings mechanisme zijn werk eenmaal gedaan heeft, verandert de toestand van het schip acuut. Alles wordt gewichtloos. Wat dit op de duur voor de mens be tekent, weet men nog niet. al is er geen reden om aan te nemen dat de ge wichtloze toestand direct levensgevaar oplevert. Men zweeft in het schip en kan b.v. zijn gereedschap in de lucht naast zich neerleggen. Er is geen on der of boven meer. Men zal slechts kunnen zien niet meer voelen hoe zijn voeten staan. In het begin zal elke beweging zeer uitbundig zijn. Als men enige maanden of jaren in gewicht loze toestand verblijft, zullen de spieren atrofië en (,rust roest"). Drinken zal men slechts zuigend door een rietje kun nen doen; brokjes vast voedsel zijn ge vaarlijk omdat zjj in de mond blijven zweven en in de longen gezogen kun nen worden. De gewichtloze toestand zou voorko men kunnen worden door in het ruim teschip een kunstmatige zwaartekracht te wekken, maar deze zal anders zijn onaangenamer dan op aarde. Alle inwerkingen op de somatische mens zullen ongetwijfeld zijn psychi sche toestand ongunstig beïnvloeden. De ruimtevaarder is zich doorlopend be wust van het gevaar en weet, dat zijn kans op redding bij pech vrijwel ni hil is. Ook het gevoel van losgeslagen te zijn van de aarde zal de psysche van de ruimtevaarder ernstig beinvloeden. Wanneer hij b.v. vier lichtjaren van de aarde verwijderd is, zal hij bij even tueel radio-telefonisch contact acht jaar op antwoord moeten wachten. En hoe zal de ruimtevaarder reageren op onafge broken gezelschap van zijn medereizi gers? Volgens prof. Jongbloed is dit wellicht het grootste probleem van de ruimtevaart. De Loenik heeft in zijn baan om de zon een snelheid van 30 km per se conde, maar voor de ruimtevaart heeft men veel grotere snelheden nodig. Zelfs met een snelheid van 3000 km. per se conde heeft een ruimteschip vier eeu wen nodig om de dichtstbijzijnde ster te bereiken. Men moet dus de lichtsnel heid benaderen, d.w.z. 300.000 km. per seconde bereiken. Maar dan leert de relativiteitstheorie, dat bij bijna licht snelheid de klok zeer langzaam loopt. Geldt de vertraging van de physische klok ook voor de biologische klok, m. a.w. zal de ruimtevaarder na vijftig jaar van de aarde geweest te zijn, ook vijftig jaar ouder geworden zijn of b.v. slechts één jaar? Volgens sommige au teurs gaat bij extreme snelheid niet alleen de klok langzaam lopen, maar komt de mens in een toestand van schijndood te verkeren. Wat het reizen met bijna lichtsnel heid betreft, ziet prof. Jongbloed twee mogelijkheden. Als de energie wisseling --an de ruimtevaarder inge volge de wetten van de relativiteit vrijwel tot nul wordt gereduceerd, zou hij vele aardse eeuwen kunnen rei zen, maar met een vrijwel dood li chaam. Maar zelfs dan zou hij nog slechts een klein eindje in het heel al doorgedrongen zijn, b.v. tot aan de De Vaticaanse posterijen zullen op 2 april een serie postzegels uitgeven ter herinnering aan de kroning van paus Joannes XXIII. De serie bestaat uit 4 waarden 25 lire, 35, 60 en 100. Op 2 ervan wordt de voorstelling gevormd door het pauselijke wapen in kleuren, de andere twee tonen de Paus in staan de houding en bekleed met de pontifi cale gewaden en de tiara. Het formaat is 30 bij 40 mm, de uitvoering geschiedt op papier, waarin als watermerk de ge kruiste sleutels zijn aangebracht. Na de uit twee. zegels bestaande serie „Sede Vacante" wordt deze uitgave de eerste nieuwe na de dood van paus Pius XII. In Zürich hebben deze week twee kunstdiefstallen plaats gehad. Eerst ver dween uit de collectie grafische kunst van het instituut voor technologie een ets van Emil Nolde, die 1.500 frank waard is. Donderdag is uit het Kunsthaus een schilderij op hout uit de school van Rimini ontvreemd. De waarde van dit zes eeuwen oude schilderij, dat de kruisiging van Christus tot onderwerp heeft, wordt op 100.000 frank geschat. S,eUis ,in door Iet Kunsthaus voor 30.000 frank verworven. De afmetingen zijn 44.5 bij 31 centimeter. Van de dader of daders van deze diefstallen ontbreekt elk spoor. Nikolai Pegov, de Russische ambas sadeur in Perzië, heeft gisteren Te heran per vliegtuig verlaten om naar zijn land terug te keren. De „verzoe- nings-missie" waarmede Pegov, na van het centrale comité van de Russi sche communistische partij, na het be zoek destijds van de Sjah aan Moskou was belast, heeft haar zin verloren door het sluiten van het Perzisch-Ame- rikaans akkoord. In tegenstelling tot de geruchten, waarvan de Perzische pers gewag maakt en volgens welke Pegov niet meer naar Perzië terug zou keren, lie ten de Russische diplomaten, die bij het vertrek van Pegov aanwezig waren, doorschemeren dat hjj na zekere tijd naar Teheran terug zou komen. Dit meldt A.F.P. Hr. ms. vliegkampschip de „Karei Doorman" is in Willemstad op Curasao aangekomen. Op de avond van de 24e maart •chuift de aarde tussen de zon en de maan. Haar schaduw zal dan voor een deel het vollemaansgezicht bedekken. Met andere woorden: op die avond zal er een gedeeltelijke maansverduiste ring te zien zijn. Wat er die avond van de 24ste ge beurt, beelden wij schetsmatig uit op bijgaand kaartje. Ieder, die het bekijkt, zal ontdekken dat de verhoudingen er op zoek zjjn: de zon is, in verhouding tot de aarde, te klein getekend, en de maan te groot. Men ziet nu echter duidelijk, dat die avondzon, aarde en maan bijna op één Ipn staan: de maan hangt een weinig onder die lijn. De zon beschijnt de aar de aan de kant, waar Amerika en de stille Oceaan liggen. Bij ons is het avond. De aarde zal dus een lange schaduwkegel in de ruimte werpen. Er worden nog meer interessante zaken duidelijk: ten eerste blijkt de aardse atmosfeer als een groot prisma te wer ken, dat de zonnestralen iets uit hun baan buigt. Vandaar dat die schaduw Seen massieve, donkere kegel is, maar een duistere kern heeft met een lich tere omgeving. Deze omstandigheid is de oorzaak, dat er op de maan geen zwart vlak zal verschijnen, maar een friJs schaduwbeeld. Als het de 24ste helder weer is zal men het verduister de deel ook nog enigszins kunnen zien. if'-// D°oc de dampkring 1 vertekende aord- schaduw MAAN iW Maanschaduw kern van ons eigen Melkwegstelsel. Als het anderzijds mogelijk zou zijn, de ruimtevaarder in normale toestand te laten blijven, zal hij onder de gun stigste omstandigheden nooit meer dan een zeer kleine fractie van het heelal kunnen bereizen. Hoe het ook zal zijn en wat de mens verder in technisch opzicht ook zal we ten te bereiken, op een klein gedeelte rond de aarde na blijft het heelal, de werkelijke wereldruimte, voor directe waarneming voor hem gesloten, aldus prof. Jongbloed. (Van onze correspondent) De Leidse raad is teleurgesteld over de gang van zaken in het bouwdistrict en van oordeel, dat Leiden voor 1959 tenminste vijfhonderd woningwetwonin gen nodig heeft. Deze conclusie is vast gelegd in een motie bij de behandeling van de begroting. Zij zal aan de minis ter van Volkshuisvesting en aan Ged. Staten ter kennis worden gebracht. Met 213 woningen voor dit jaar blijft de sleutelstad onder het landelijk en provinciaal gemiddelde. Wethouder Jon- geleen voerde aan dat Leiden als universiteitsstad, streekcentrum en in dustrialiserende gemeente recht heeft op een aanzienlijk grotere toewijzing. Daar om heeft men het bouwdistrict, waarin twaalf gemeenten zitting hebben, ver laten. De gehele raad stemde gister avond, op de vflfde en laatste dag van de behandeling der begroting, met dit besluit in. Te Leiden staan 4300 wo ningzoekenden ingeschreven. Boven dien moeten in de oude binrienstad hon derden krotwoningen worden opgeruimd. De heer Jan Bakker, directeur van het bureau van de diocesane Haarlem se bond van de katholieke middenstand voert alszodanig woensdag 1 april zijn zilveren jubileum. Behalve in talrijke andere commis sies heeft de heer Bakker namens de kath. middenstand zitting ir, de diocesane raad van overleg en is hij als voorzit ter daarvan de man die veel heeft bij gedragen tot een beter begrip over en weer van eikaars noden en belangen, tot een vruchtdragende samenwerking op alle gebieden waar maar mogelijk. 1 april zal in de kerk van O. L. Vrouw van Goeden Raad (Bezuidenhout) Den Haag een plechtige H. Mis van dankbaarheid worden opgedragen. In de middag, van 2 tot 5 uur, is er in café restaurant Den Hout, Bezuidenhoutse- weg 11, gelegenheid de zilveren jubila ris te complimenteren. Deze vier „Thunderstreak"-piloten van de Koninklijke Nederlandse Luchtmacht zullen op 23 maart a.s. via Parijs naar Amerika gaan, om in april in Las Vegas deel te nemen aan de internationale kunstvliegwedstrijden. Het zijn v.l.n.r.: kapitein H. N. Themmen, kapitein P. van der Meulen Kunee, le luitenant R. M. Veenhuysen en le luitenant I. G. Groothojf. Volgens welingelichte kringen in Nieuw Delhi is er in de afgelopen drie dagen in en rondom Lhasa, de hoofd stad van Tibet, gevochten aldus meldt Reuter. De „Press trust of India", het nationale persbureau, heeft verklaard dat er geen officieel nieuws over de omvang van de ongeregeldheden rond om Lhasa is ontvangen, maar het haalt onofficiële kringen aan volgens welke de toestand daar enige dagen geleden „bijna kritiek" was. Er zouden op grote schaal demonstraties tegen het communistische regime zijn geweest welke aanvankelijk een vreedzaam ka rakter hadden maar later in ongeregeld heden zouden zijn overgegaan. Naar te Nieuw Delhi verluidt be gonnen de gevechten in de Tibetaanse hoofdstad, toen duizenden bewoners van de stad zich om het paleis van de Dalai Lama verzamelden om te voorkomen dat de Chinezen deze zou den aanhouden. Vrijwel de gehele be volking van de stad nam aan de strijd deel, toen de Chinezen een einde poog den te maken aan de demonstraties. De Tibetanen trokken naar het con sulaat-generaal van India om hulp te vragen bij het beschermen van de Dalai Lama. Waar deze zich nu be vindt is niet bekend. Er zijn berichten dat de Chinezen willen dat de Tibetaanse leider naar Peking komt, maar volgens de Tibe taanse traditie moet hij een rondreis langs de kloosters in het land maken. De Chinezen zouden echter vrezen, dat door deze rondreis het verzet in reli gieuze kringen tegen hun bewind zal toenemen. De Dalai Lama zou bang zijn dat hij, als hij in Peking zou zijn, niet meer naar zijn land kan terug keren. Krachtens een Chinees-Tibetaanse overeenkomst van 1951 is China ver antwoordelijk voor de defensie en bui tenlandse betrekkingen an Tibet. In 1952 werd in Tibet een Chinees militair hoofdkwartier ingericht en in Lhasa zetelt een Chinese vertegenwoordiger. De Tibetaanse regering van vjjf leden wordt geleid door de Dalai Lama. Het ontoegankelijke Tibet dat ten Oosten van Kasjmir en ten westen van China tussen de Himalaja en het Koenloen- gebergte ligt, heeft een bevolking van naar schatting zes miljoen mensen. Advertentie EEN KLEURRIJK PRODUKT VAN LINOLEUM KROMMENIE Bel canto-platen kunnen nog heel andere attracties hebben dan de mooie stem, die zij laten horen in een aantal wel erg plezierige maar ook erg afgezongen succesnummers. Een goed voorbeeld van een opname, waarin nuttig, aangenaam en belang wekkend verstrengeld zijn, levert een plaat uit Philips „Favonrite"-serie (S 06 200 R), onder de titel „De geschie denis van de Opera-Buffa". Het is een opera-recital door Renato Capecchi. Op deze plaat is het programma dus ge kozen uit buffo-opera's en ongetwijfeld met goed historisch inzicht, zodat men een leerzaam beeld krijgt. De in meer dan enkel zang geïnte resseerde liefhebber vindt hier een lei draad om de geschiedenis van de ope ra buffa te studeren vanaf Pergolese, die een van haar vaders was („Lo frate 'nnamorato"). Hij is licht, heel simpel, uiterst melodieus en populair. Hij is nog niet ver ontwikkeld in de muzikale karakteristiek en typologie, die juist een der grote bijdragen van de opera buffa aan de muziekdrama- tiek zou worden. Hij vergenoegt zich nog goeddeels met de algemene situa tie, waar hij een muziek van eenvou dige vorm en gesloten factuur tegen aan schrijft. Wat hij later in zijn eigen werk nog had kunnen bereiken weten wij niet; hij stierf op zijn zes entwintigste jaar. Domenico Cimarosa nam de erfenis op („II matrimonio segreto"). Hij bracht de opera buffa van Napels door Italië heen tot in Ve netië toe, en hjj komt al tot een uit werking, die hem een enorme stilisti sche invloed bezorgd heeft. Als men „II matrimonio segreto" hoort. dan weet men plotseling hoe sterk zijn af finiteit met Mozart is. Het orkest is in thema's MARIA MENEGHINI CALLAS door mgr. ALBERTO CIOVANNETTI (vertaling van Hugo van der Heijden pr.) 32 De patriarch wenste ook, dat de poorten van de San Marco ge opend zouden worden voor de mo derne gewijde muziek. In septem ber 1956 klonken in de kathedraal van Venetië de hoogst moderne klanken van een werk van Igor Strawinsky, ter ere van Sint Mar cus, dat volgens de verklaring van de componist zelf geschreven was „in volle nederigheid jegens de Ka tholieke Kerk". In september 1958 was de pa triarch tegenwoordig bij de genera le repetitie van de „Klaagliederen" eveneens van Strawinsky, die naar Venetië gekomen was om de uit voering van zijn laatste werk: „La- mentationes Jeremiae prophetae" bij te wonen. Personen uit de omge ving van de kardinaal verklaarden, hoe hij bij die gelegenheid diep ge troffen werd door de pessimisti sche sfeer mede veroorzaakt door de gekozen teksten uit Job en Prediker die sprak uit dat laat ste werk van Strawinsky. De patriarch bezocht in 19o8, een lange traditie verbrekend, de Biën nale, de tweejaarlijkse tentoon stelling 'van beeldende kunst, waar hij grote belangstelling aan de dag legde voor de tentoongestelde wer ken. Hij zei: „De kunst is noch heidens, noch christelijk, maar ontleent haar betekenisvaan de idee, die haar inspireert." HABEMUS PAPAM. Afscheid van Venetië. Op 9 oktober 1958 beëindigde Pius XII zijn aardse leven na een pontificaat van bijna twintig jaar. Gehoorgevend aan de constitutie Vacantis Apostolicae Sedis begaven vanuit de verschillende werelddelen de 54 kardinalen met uitzondering van kardinaal Mindszenty, aarts bisschop van Strigonië, die gedwon gen door omstandigheden de gast was van de legatie der Verenigde Staten te Boedapest, en van kardi naal Stepinac, aartsbisschop van Zagreb, die door de regering van Joegoslavië naar zijn geboortedorp Krasdië was verbannen zich naar de Eeuwige Stad, om de be grafenisplechtigheden van de over leden paus bij te wonen en om deel te nemen aan het conclaaf voor de verkiezing van diens opvolger. Op 12 oktober vertrok ook pa triarch kardinaal Roncalli 's mor gens uit Venetië, nadat de bevol king hem in een bewogen ovatie haar aanhankelijkheid had be tuigd. Voordat de patriarch plaats nam in de motorboot die hem naar het station moest brengen, was hij eerst nog de Sint Marcus-Basiliek binnengegaan om er voor het al taar van de evangelist het itinera- rium clericorum te bidden, het li turgisch gebed van de geestelijken, wanneer zij een verre reis onderne men. Hij had daarna ook nog gebe den bij het Sacramentsaltaar en bij het miraculeuze beeld van de Nico- peja. Gedurende heel de tocht tot aan het station, vanaf de steiger bij de San Marco en langs het Canal Grande, had de menigte hem haar sympathie betuigd. Nieuwe bewij zen van aanhankelijkheid op de trappen van het station, levendig gejuich, en uitroepen van „tot ziens" en „evviva". Te Rome, in afwachting van het conclaaf. Te Rome nam hij zijn intrek in het Domus Mariae van de vrouwe lijke katholieke actie; met opzet had hij dit verblijf gekozen omdat het ver buiten het centrum van Rome lag, en daarom ook ver van de „stemmen" die er in die dagen opgingen. Ook de stemmen die hem als waarschijnlijke opvolger van Pius XII aanduidden, moesten wel tot hem doordringen, maar hij zette ze van zich af door het oude gezeg de aan te halen: „Wie als Paus het conclaaf binnengaat, komt er als kardinaal uit." Toen iemand nog op de vooravond van het conclaaf de wens uitsprak dat hij zou wor den gekozen, wees hij op het kruis beeld dat in zijn bescheiden ver trekje aan de muur hing en sprak: „Het pontificaat is een gang naar de Calvarieberg om er met Chris tus te worden gekruisigd." Tijdens de dagen die aan het con claaf vooraf gingen, leefde hij zo teruggetrokken mogelijk; hij wilde geen bezoek ontvangen, liet zich bij zijn oude vrienden verontschuldi gen, fotografen en vooral journalis ten werden op zijn bevel beleefd maar beslist aan de deur gezet. Vanuit het Domus Mariae schreef hij, het was ondertussen 17 oktober geworden, nog twee brieven waarin hij met betrekking tot het conclaaf enkele beschou wingen ten beste gaf die de gestel tenis weergeven waarmee hij zich op de pauskeuze had voorbereid en die een getuigenis blijven van zijn spiritualiteit. In de eerste brief, gericht aan de bisschop van Ber gamo, mgr. Piazzi, schreef hij: „Hoogwaardige en dierbare Ex cellentie, even een woordje, nu ik op het punt sta het conclaaf bin nen te gaan. Het is als het ware een beroep dat ik door middel van de stem van de bisschop doe op alles wat mij als goede Bergamask het naast aan het hart ligt. Den kend aan de zoveel vereerde en mij dierbare beeltenissen van Ma ria die over heel het bisdom ver spreid zijn, met de herinnering ook aan onze heilige patronen, bisschop pen, en heilige, verlichte priesters, aanmannelijke en vrouwelijke kloosterlingen van uitgeleden deugd, wordt mijn gemoed getroost in het vertrouwen op het nieuwe Pinksteren dat bij de vernieuwing van het Hoofd en bij de reconstruc tie van het kerkelijk organisme nieuwe kracht aan de Heilige Kerk kan geven tot zegepraal van de waarheid, het goede en de vrede. Of de nieuwe Paus al dan niet een Bergamask is, is van weinig belang. De gemeenschappelijke gebeden moeten bewerken, dat het iemand is van wijs en mild beleid, iemand die een heilige is en anderen heilig maakt. Excellentie, u begrijpt mij. Een groet en een omhelzing. Voor al uw kinderen nog een zegen". In de tweede, gericht aan de rec tor van het seminarie van Venetië, stonden onder meer de volgende ge dachten: „Wat de overleden en in heerlijk heid opgenomen paus betreft, kun nen wij niet anders doen dan blij ven roepen: „Leve de paus!" En bidden, dat zijn opvolger, wie dat ook zij, geen oplossing vertegen woordigt van continuïteit, maar van vooruitgang door mee te gaan met de eeuwige jeugd van de Heilige Kerk, wier zending er steeds in bestaat, de zielen op te voeren naar de Goddelijke toppen van de verwe zenlijking van het Evangelie, en van de heiliging van het menselijk leven met het oog op het eeuwige leven. Het is wel waar, dat de stof felijke wereld met zijn ontdekkingen vooruitgaat en dat het leven daar door veel gerieflijker wordt, maar die vooruitgang is volstrekt waarde loos, juist als een strohalm waar voor een vonkje voldoende is om het te verteren en te veranderen in wat lichte as. Het conclaaf De dag van de opening van het conclaaf, zaterdag 25 oktober, zette in met de Votiefmis van de Heilige Geest, die door de deken Tisserant werd opgedragen aan het Cathe- dra-altaar in de Sint Pieter. In processie trokken de kardinalen, geëscorteerd door de edelgarde en de Zwitserse wacht, vanuit de sa cristie de basiliek binnen. Na de aanbidding van het H. Sacrament begaven zij zich vóór de H. Mis naar de absis. Na de mis hield de secretaris van de Brevi ad Prin cipes, mgr. Antonio Bacci, in het Latijn de rede De eligendo Summo Pontifice. In de zo verheven toe spraak die een heel program in hield voor het apostolaat en die op zich een meditatie vormde, werd onder meer gezegd: „Toen Pius XII de troon van Pe trus besteeg, stond een afschuwe lijke, verwoestende oorlog klaar om zich op heel de mensheid te wer pen. Welnu, we moeten wel inzien dat ook het ogenblik dat wij nu be leven niet minder onzeker is en vol gevaren. Aan de oorlog kwam een eind, maar de oorzaken ervan zijn nog niet uit de weg geruimd. Dat spreekt van zelf: mensen kunnen wel een oorlog voorbereiden, maar de ware vrede kunnen zij zichzelf niet geven indien zij geen inspira tie zoeken in het Evangelie, dat ons leert dat de mens geen „wolf is voor zijn medemens", zoals Plau- tus zegt, „maar een broeder". De nieuwe pontifex moet daar om de nodige gaven bezitten om de zielen en alle sociale standen te doen doordringen van Christus' licht en goedheid, opdat er nooit een nieuwe Kaïn opstaat die het waagt de aarde te bevlekken met het bloed van een broedermoord. Bovendien wordt in veel landen die door geschiedenis en vooruit gang op cultureel en wetenschappe lijk gebied beroemd zijn, de gods dienst die voor elke wet en elke menselijke samenleving de enige zekere, onwankelbare basis vormt, vergeten of opzijgezet, of, erger nog, op de meest arglistige en on menselijke wijze vervolgd. Pries ters, bisschoppen en zelfs leden van het Heilig College zitten in de ge vangenis of zijn verbannen, verhin derd om hun heilig ambt uit te oefenen. Om al die redenen hebben wij een pontifex nodig die begiftigd is met een grote zielesterkte en een bran dende liefde, een pontifex die de waarheid weet te zeggen ook aan hen die ze niet willen horen; die de rechten weet te verdedigen van de christelijke en menselijke maat schappij, terwijl hij toch zijn armen opent om aan allen vergiffenis te schenken, ook aan degenen die zijn hart, het hart van de Vader van allen, doen bloeden, en die trachten de opgang van deze zich ontwik kelende maatschappij te stuiten door hun eigen duisternis, doordat ze n.l. de oorspronkelijke rechter der menselijke vrijheid ontkennen. (Wordt vervolgd) uitgebouwd, het heeft geen loutere be- geleidingspartij meer, maar het is al een zelfstandige grootheid geworden, een personage, dat zich tegenover de zanger plaatst en hem van commen taar voorziet. Er is een muzikale plas tiek, die de gebeurtenissen in klank uit beeldt en het gesloten klankvlak van Pergolese openbreekt in perspectivi sche ruimten, die gelegenheid laten voor scenisch spel en psychische ont wikkeling. Twee Figaro's Ongeveer gelijktijdig met Cimarosa werkte de Napolitaan Giovanni Pal- siello, voortbordurend aan het pa troon der traditie. Rossini's Figaro-ca- vatina is het pendant van Paisiello's Figaro-aria uit het gelijknamige stuk. De stilistische overeenkomst is even treffend als het enorme verschil in niveau, dat er een is tussen een groot talent en een genie. De motiefbouw zou ook van Rossini kunnen zijn, de echte buffoneske pret hebben de beide componisten gemeen. Cimarosa is ver re hun meerdere in de kunst der muzi kale karakteristiek. Het verschil be merkt men als men ziet, hoe Paisiello in kleine fragmentjes, in afzonderlijke muzikale „gags" voortgaat, die te vaak herhaald worden, terwijl Rossini de hele scène samenvat in de helle lach van een daverend schaterende mu ziek, die toch wendig en soepel ge noeg is om voor allerlei grappige de tails ruimte te laten. In plaats van het tweede Rossini- stuk („La pietra del Paragone") had men beter gedaan de „Apprite"-aria van Figaro uit Mozarts „Nozze" te kie zen. Dat zou deze vrolijke muziekge schiedenis in voorbeelden volmaakt heb ben doen worden. Donizetti („II campa- nello") is weer een goed voorbeeld van de negentiende-eeuwse buffostijl, Rossini's nadagen enerzijds en de an ticipatie op het verisme anderzijds, maar dan komt eerst nog Verdi, met zijn svmphonische cantabiliteit een hele ontwikkeling van anderhalve eeuw sa menvattend en afsluitend („Falstaff"). Mascagni vertegenwoordigt dan (met „Le maschere") het volle verismo, dat geen waarlyke muzikale stijl meer is, doch eigenlijk een geluidsdecor wordt, een zingsprekende stem, op een on dersteunend orkest, dat het geheel in- terpoleert met werkelijkheden naboot sende motiefjes. Puccini heft het veris mo in zijn beste werk, „Gianni Schic- chi" nog eenmaal boven zichzelf uit: een ariose vorm met een gesloten door gevoerde orkestrale partij, die een psychische werkelijkheid verklankt. Het is het beste, waartoe het verisme in staat is. Men ziet, wat er van deze plaat te leren valt. Capecchi is stralend van klank en tintelend leven. Molinari-Pra- delli begeleidt hem met enorme span kracht en een hel klinkend orkest (van het Teatro San Carlo te Napels). Alle voorwaarden voor een groot genot zijn vervuld. Vier heldinnen van Callas Ook van Maria Menighini Callas is er een om soortgelijke redenen belang wekkende opname: op Columbia CX 1540 een reeks aria's uit opera's, die inzonderheid door haar creaties weer zijn herleefd. Het zijn stukken uit „Medea" van Cherubini, drie grote fragmenten uit Spontini's „La Vestale" en op de keerzijde twee fragmenten uit de waanzinscène van „I Puritani" en twee fragmenten uit de eerste acte van „La somnambula", beide opera's van Bellini, de zoet gevooisde, de al te zoet gevooisde, die nochtans een mees ter was in het vinden van cantabele melodie en daarin weer Cherubini en Spontini overtrof. Maar deze beide laatsten zijn grotere muziekdramatur- gen, aan wie Glucks dramatische her vormingen dankbaar besteed zijn ge weest. Ze zijn ook geen Italianen in de beperkte zin. Ze zijn het wel naar hun afkomst, die zich niet verloochent in hun vasthouden aan de formele macht van het uiterst virtuoze belcan to, maar zij werkten geheel in het kli maat van het vroeg negentiende-eeuw se Europa, waarin de nationale cul tuurinvloeden over en weer zeer diep doorwerkten. Om rollen als „Vestale" en „Medea" te kunnen maken, moet men inderdaad wel beschikken over de evenzeer ongehoorde dramatische als vocale kracht van Callas. In de „Pu- ritani"-fragmenten hoort men tevens Nicola Rossi-Lemeni, en Rolando Pane- rai. In de „Somnambula" het Scala- koor. Dit laatste stuk staat onder di rectie van Antonino Votto. de andere stukken onder Tullio Serafin. L. H. Advertentie DE BÉSTE en niet duur.Tube 95-70-45 et In Frankrijk hebben zich gisteren een reeks stakingen voorgedaan, waardoor er o.a. in de hoofdstad geen taxi's re den en de radio en televisie alleen nieuwsberichten gaven en grammo foonplaten draaiden, aldus melden Reu ter en A.F.P. In de provincie deden zich stakingen voor te Brest, waar 5.000 ar beiders een protestmars hielden, te St.- Etiènne, waar de trambestuurders het werk neerlegden, en te Roanne, waar 500 metaalbewerkers staakten. Een derde van de arbeiders in de Peugeot-fabrieken te Parijs verscheen ook niet op het werk, terwijl in ver scheidene mijnen de mijnwerkers met opzet te laat kwamen. De Parijse taxi chauffeurs protesteerden tegen de in voering van nieuwe bepalingen welke hun o.a. verbieden een Want te weige ren als zjj op weg naar huis worden aangeroepen. De overige stakingen had den ten doel looneisen kracht bij te zet ten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 7