II EEN EEUW GELEDEN WERD DE'i859-i959 OUDE GRACHT GEDEMPT Ter verbetering van de inwendige gesteltenis der stad Papierlawine van voor- en tegenstanders 'uxaflex Opzichter A. Verrijt legt functie neer In ruim dertig jaar ongeveer 15.000 begrafenissen verricht DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL Haarlemse Kegel- Bond 60 jaar - VAN ST. BARBARAKERKHOF - éns/* i I K m SLEUTEL WEG? Groot nationaal concours van 5 tot en met 16 april MR. PIETER ELIAS NIET VERNOEMD REKNO" De ideale zonwering Concert van vier mannenkoren ZATERDAG 28 MAART 1959 PAGINA 3 „DE SLEUTELSPECIALIST" REIN n REINIGT Fa. 1. P. SENFT ZN. De heer A. Verrijt is een bedachtzaam man. Rustig en onopvallend doet hij zijn werk, en toch zullen er weinig Haarlemmers zijn, die hem niet kennen of die hem nog nooit gezien hebben. Hun relatie met hem moge dan, zakelijk gezien, ontstaan zjjn in bepaald droevige omstandigheden, persoonlijk moet de kennismaking immer van aangename aard geweest zijn. De heer Verrijt is namelijk opzichter van het Sint Barbara-kerkhof aan het Soendaplein. Meer dan dertig jaar is hij reeds als zodanig werk zaam en woont hij met zijn gezin in de huiselijke woning nabij het kerk hof. Per 1 april legt hij zijn functie neer en wordt hij opgevolgd door de heer Th. Bijlsma uit Elspeet. Dat afscheid zal niet geruisloos gaan. In de kerk van Sint Joseph aan de Jansstraat wordt tot zijn intentie zondag 5 april 's morgens om kwart over negen de hoogmis opgedragen, waarna de scheidende opzichter in de dekenale pastorie een ontbijt wordt aan geboden. Opnieuw een cursus handenarbeid WASSERIJ DUYN Veel veranderd CONTACTAVOND R.-K. LAGERE TECHNISCHE SCHOOL Avonturen Standvastig Talloos zijn de degenen, die in hun verdriet om een gestorven familie lid bij haar kwamen. Zij was dan steeds de „troostende engel", waar van sommigen beweren, dat er meer in steen op een kerkhof vertoeven dan er in levende lijve rondlopen. Het afscheid geldt dus evenzeer haar. Het gezin Verrijt trekt over enkele maanden in een flatje in het uiter ste noorden van Haarlem. Daarheen zal het dankbare herinneringen mee nemen aan de veeljarige Barbara - tijd. Het dempen of willen dempen van grachten is geen typisch Hollandse hebbelijkheid van de laatste tijd. Voor Alkmaar, Leiden, Utrecht, ja zelfs voor Amster dam bestaan of hestonden venijnige dempingsplannen. In het goede Haarlem ligt al tientallen jaren een schil derachtige Bakenessergracht in stilte braak voor demp- Iustigen. V eel nieuws is er echter niet aan het gedemp van grachten. Honderd jaar geleden was er al even veel zo niet nog meer sprake van als nu. Het mo tief alleen was anders: toen dempte men grachten om de steden te „verfraaien en te verlossen van de kwa lijke geuren, die blijkbaar uit het water op moesten stijgen. Thans wil men dempen ter wille van het ver keer, een motief, waar een eeuw geleden nog geen sprake van was. De volgende maand is het honderd jaar geleden, dat de Haarlemse gemeenteraad besloot de Oude Gracht te dempen. Dat geschiedde allesbehalve overhaast, want 4 oktober 1855, drie en een half jaar tevoren dus, had het raadslid mr. P. Elias een desbetreffend voor stel ingediend, B. en W. namen er dus wel de tijd voor met het maken van een prae-advies. De raad nam het dempingsbesluit 8 april 1859, met zeventien tegen drie stemmen aan. De Kraaienhorstergracht (het gedeelte, dat thans Nassaulaan en Nassauplein heet) en de Oude Gracht werden per 1 juli van dat jaar voor alle vaar tuigen gesloten. De dempingskarwei werd voor 72.000 gegund en op 25 juli 1859 begon het. Rouwig waren er maar weinig Haarlemmers om, omdat men meende, dat de vieze gracht „de verbetering van de inwendige gesteltenis der stad belemmerdeZo verdween een pittoresk-bedrijvig stukje Haarlem, reeds verdronken in de gunst der Spaarnestedelingen, om plaats te maken voor wat sindsdien met in de loop der jaren voort durend veranderde aspecten Gedempte Oude Gracht heet. Advertentie LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. LI 103 Het diamanten feest van de Haar lemse Kegelbond belooft een „goed- rollend" evenement te worden. Het wordt gevierd met een twaalf dagen durend concours, waaraan meer dan duizend kegelaars en kegelaarsters uit het gehele land zullen deelnemen en dat zondagmorgen 5 april om elf uur In het eigen huis van de Haarlemse Kegel Bond aan de Tempeliersstraat door de waarnemend burgemeester van de Spaarnestad, de heer D. J. a. Geluk zal worden geopend. In de mid dag van dezelfde dag recipieert het bestuur, terwijl zondag 10 mei tijdens een feestelijke bijeenkomst de prijzen Worden uitgereikt. De Haarlemse Kegel Bond zag het levenslicht in een toen al vermaard restaurant aan de Haarlemse Groote Markt, waar op 26 april 1899 negen man met algemene stemmen besloten tot de oprichting van de bond. Aan leiding was de uitnodiging, die zij had den ontvangen om mee te doen aan ke gelwedstrijden in Schiedam, die op 14 jnei daar werden gehouden. De Haar lemmers maakten een bijzonder goede beurt, want zjj gingen met de eerste prijs strijken. In oktober van hetzelf de jaar telde de bond zevenenveertig leden. In 1922 werd tijdens een alge mene jaarvergadering een obligatiele ning onder de leden uitgeschreven ter financiering van de bouw van een eigen kegelhuis. Het gebouw aan de ïempeliersstraat is spoedig daarna gebouwd en werd op 19 oktober 1923 met een nationaal concours officieel geopend. Op het ogenblik telt de Haarlemse Kegel Bond driehonderdvijftig leden, die in zevenentwintig clubs iedere week naar hartelust op de negen banen van de bond kegelen. De oudste club is ,,De Volharding", die zelfs ouder is dan de Kegel Bond. Zjj bestaat in juni vieren zestig jaar. De tachtigjarige heer H. Frantzen is de nestor van de bond en lid van de club „Haarlems Vrienden kring", die over twee jaar een halve eeuw bestaat. Jarenlang is de nog vi tale heer Frantzen teamgooier ge weest. Direct na de opening van het feest op zondag 5 april heeft er een invi- tatie-bondenwedstrjjd plaats, waaraan Alkmaar, Amsterdam, Utrecht en Haarlem deelnemen. Vanaf die dag zul. len twaalf dagen lang dus tot en met 16 april korpswedstrjjden wor den gehouden, waarvoor al meer dan tweehonderd clubs ons land telt er zevenhonderd zich hebben opgege ven. Elke dag rollen de ballen van 's middags vier tot 's avonds twaalf uur over de planken. Op zondag 12 april begint men om elf uur al. De belangstelling voor de diamanten Jubilaris blijkt dus groot. Het bestuur is daarover nogal in zjjn nopjes, even als het dat is over het vererende ver zoek, dat het onlangs heeft ontvangen van de Nederlandse Kegelbond om als gastheer op te treden tijdens het gou den jubileum van de vaderlandse or ganisatie op 20 en 21 juni a.s. Dat de oudste gracht van Haarlem, getransformeerd tot brede verkeers- baan, thans een onmisbaar deel uit maakt van de „binnenverkeersring" van Haarlems „city", konden onze voorouders uiteraard niet of nauwe lijks bevroeden. Misschien gelukkig maar, want wanneer de Oude Gracht toen niet gedempt ware, zou Haarlem thans ongetwijfeld ook nog met een urgente dempingskwestie te kampen hebben. Wat men zich een eeuw geleden van de demping van de Oude Gracht voor stelde? De stad zou er niet alleen wel- riekender door worden, maar boven dien verrijkt met een prachtige boule vard, een „wandelplaats", zoals die terzelfdertijd ook gecreëerd werden door burgemeester Haussmann in Pa rijs, die weliswaar geen grachten te dempen had, maar hele stadswijken kon laten slopen. Dat was niet gering, maar in Haarlem kon men ook wel wat. De Oude Gracht-boulevard zou „eene zeer groote verfraaiing geven en veel bijdragen om Haarlem, niet alleen wegens zijne bevallige omstre ken, maar ook wegens zijn aangenaam innerlijk tot woon- en verblijfplaats aantrekkelijk te maken." De stad moest eens gemoderniseerd worden en daarom begon men ook met het af breken van prachtige stadspoorten, die de toegankelijkheid van het „innerlijk" maar bemoeilijkten. Dat daarmede oud stadsschoon te loor ging was minder belangrijk. Een enkeling', die er zich )?aar, druk om maakte. De Oude Gracht was de eerste in Haarlem, die gedempt werd. In 1861 werden de j6U Voldersgrachten gedempt, L e £aaks, in 1870 de „Tweede- of Achter Nieuwe Gracht", waarvoor de Parklaan in de plaats kwam, tien jaar later het gedeelte van de stads singel, waar thans de Wilhelminastraat is. De Burgwal en de Bakenesser gracht werden by al die demperij ver geten. Alles ter wille van de „net heid" en met helemaal ten onrechte, want er braken in die tijd wel eens cholera-epidemieën uit, die aan de sme rige grachten te wijten waren, maar ook aan ander gebrek aan hygiëne. Een argument, waarmee de voorstan ders van het dempen van grachten toen ook veel schermden was, dat ze, eenmaal droog, „een hoogst welkom toevluchtsoord voor de arbeidende klasse" zouden worden. Een onver wachte mate van sociale bewogenheid bij 19e-eeuwse Haarlemmers, waarvoor welhaast een ere-saluut past. Geharrewar Tegenstanders van het dempen van grachten waren er honderd jaar gele den ook al. Maar de dempings-suppor- ters spraken en niet ten onrechte van „persoonlijk eigenbelang" van sommige omwonenden, dat de stads verbetering niet in de weg mocht staan. In de drie en een half jaar, dat het dempingsplan van de Oude Gracht in Haarlem gisten moest, zagen, zoals destijds te doen gebruikelijk, talrijke pamfletten, brochures en requesten aan het gemeentebestuur het licht, van voor. en tegenstanders. De handeldrijvenden aan de Oude Gracht voerden aan, dat ze het water nodig hadden voor het vervoer hunner waren en dat ze bij demping „aller- aanmerkelijkst in de uitoefening hun ner bedrijven en handel belemmerd of ten enenmale gestremd (sic) zouden worden." Huiseigenaars vreesden voor waardevermindering, omdat er „affai res" waren, die noodwendig aan het water gelegen moesten zijn en „handel en nijverheid de hechtste steunsels van de maatschappij mogen genoemd wor den." Dat stond te lezen in de reques ten, die „eerbiediglijk het zeer voor treffelijk gemeentebestuur" ontving, dat „ongetwijfeld het voor en tegen goed zal overwegen voor tot een dem ping te^ besluiten." 11II11II11! 11II11! 1111 MI I [111IIIIIIII11! 11IIIIII III 11! 11IIIII11IIIIIIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii Toen de Oude Gracht eenmaal goed en wel gedempt was, begon een ander geharrewar. Hoe moest de boulevard heten? De voorstanders van de demping gaven blijk van een uitgebreide scherpzinnigheid bij hun behoefte de initiatiefnemer in de ge meenteraad, mr. Pieter Elias, te eren. Het gedeelte tussen Spaarne en Kleine Houtstraat (de voorma lige Smalle Oude Gracht) moest „Meesterstraat" heten, het volgende stuk, tot de Groote Houtstraat „Pie terstraat en de rest „Eliasstraat". Voor de Kraaienhorstergracht had den ze ook een treffende naam be dacht: Laurens Costerstraat." Dat alles was de meerderheid van de raadsleden blijkbaar te bizar. Na ampele discussies besloot men op 8 mei 1861 de bestaande grachtnamen te handhaven, maar er het woord „ge dempt" voor te voegen. De bewoners van de Gedempte Kraaienhorstergracht en vooral de upper ten aan het „Waai gat" bleven mokken, omdat ze die na men zo onwelluidend vonden. De he ren van de statige huizen aan het Waaigat kregen het eerst hun zin. In 1884 werd die naam veranderd in Nas sauplein. Vier jaar later veranderde de naam „Gedempte Kraaienhorster- gracht" in Nassaulaan. Oudste stadssingel De Oude Gracht en de Kraaienhor- stergracht vormden met de Nieuwe Gracht (die oorspronkelijk ter hoogte van de Ridderstraat liep) de oudste begrenzing van de Haarlemse binnen stad. Het gedeelte tussen de Bakenes sergracht en het Spaarne viel in de Middeleeuwen buiten de stedelijke ju risdictie als persoonlijke eigendom van de Graaf van Holland. In de 16e eeuw werd de oudste kern van Haarlem uit gebreid met het gebied tussen de ge noemde singelgrachten en de Kinder huis-, Gasthuis- en Lange Heerensin gels, waarbij een eeuw later ongeveer nog kwam het gebied tussen de Nieu we Gracht en de Bolwerken. Sindsdien was de Oude Gracht dus geen deel meer van het stedelijke verdedigings systeem, maar een bedrijvig binnen- grachtje, ongeveer zoals thans de Ba kenessergracht is. Met de Gedempte Oude Gracht wist men, toen er nog geen sprake was van verkeersproblemen, lange tijd niet goed raad. Een winkelstraat werd het niet, een pantoffel-parade (huiselijker voor „wandelplaats") evenmin. De be drijvigheid verhuisde grotendeels naar het Spaarne en andere, gunstiger ge legen plaatsen en de Gedempte Oude Gracht werd een nogal voorname woonbuurt. Eigenaardig was, dat de oude indeling van de gedempte grach ten gehandhaafd bleef. In plaats van het gedeelte, waar vroeger water was kwam geen rijbaan, maar „niets", een soort trottoir, zoals dat er thans nog is op de Gedempte Raamgracht. Sinds mensenheugenis wordt op de Gedemp te Oude Gracht tussen Verwulft en Raaks de maandagmarkt gehouden. De Gedempte Oude Gracht tussen Spaarne en Groote Houtstraat diende langs tijd als kermisterrein, evenals la ter de rest en de Nassaulaan. De te genwoordige straatindeling afge stemd op de „ringbaan-functie" da teert, zoals men weet, eerst van de laatste jaren. Advertentie De Oude Gracht in Haarlem voor honderd jaar en zoals ze thans is. Beide afbeeldingen zijn vanaf het zelfde punt gemaakt: de hoek van de Oude Gracht met de Zuider straat in de richting van de Jaco- bijnestraat. Links ziet men de toe stand in 1859. Een pittoresk, nogal kleinsteeds aandoend grachtje. Huizen en bomen spiegelen zich in het stille water, dat volgens tijd genoten zo infernaal geriekt moet hebben. In het midden van de tekening ziet men de beide hoek huizen in de Jacobijnestraat (thans een slagerij en een boek handel), die hun 17e-eeuwse trap gevel ongeschonden bewaard heb ben. In plaats van de Postkantoor kolos op de redhtse foto ziet men huisjes. De afbeelding links is een reproduktie naar een gewassen pentekening, kort vóór de dem ping gemaakt door de Haarlemse dr. C. Ekama en berustend in de historisch-topografische atlas van het gemeente-archief. In een schrij nende tegenstelling daarmee staat de foto rechts: de Gedempte Oude Gracht, zoals ze thans is. Een auto-parkeerstraat, saai en door gaans te breed voor het (nog?) niet intensieve verkeer. Twee ver houdingsgewijs te grote gebouwen, het postkantoor en een warenhuis, domineren het gedeelte tussen Zijlstraat en Verwulft. Van het oude is op de Gedempte Oude Gracht nog vrij veel over. Er zijn nog verschillende trapgevels en statige 18e-eeuwse herenhuizen, maar thans in een volkomen an dere entourage, dan die welke de bouwers destijds beoogden. Advertentie Dagelijks schoonhouden van kantoren, scholen en werkplaatsen. Telefoon 16254 OCOEfONKRD HANDEISMCK (aluminium jaloezieën) Dekoratief, Duurzaam en Praktisch. Nassaulaan 76 - Tel. 10743 - Haarlem De Haarlemse raad voor de jeugd is in februari gestart met een cursus „werken met touw, raffia en pitriet" in samenwerking met de vereniging voor handenarbeid. Aan deze cursus wordt met groot enthousiasme deelgeno men door 37 leiders en leidsters uit verschillende kringen van jeugdwerk en onderwijs. De raad voor de jeugd organiseert nu een tweede cursus, waar speciale aan dacht zal worden besteed aan het wer ken met klei en papier, op de donder dagen 2, 9, 16 april, 14 en 21 mei 1959, in het gebouw „Het Baken", Bakenes sergracht 10. Aanvang 8 uur. De kosten bedragen 2,50 voor de gehele cursus. Aanmeldingen kunnen nog plaats vin den bij 't secretariaat van de raad voor de jeugd, Kleine Houtweg 47, Haarlem; telefoon 10101. Advertentie amsterda.«"seva\rt20 tel. 11051 Wanneer u toevallig eens op de B.B.C. afstemt, moet het u niet verbazen, dat u een rasecht Haarlems programma ge presenteerd krijgt. Niet zo heel lang geleden tenminste schreef een medewerkster van dit Engelse ra dio-instituut een brief naar „Haar lems Bloei" met het verzoek een verhaaltje te sturen over een ty pisch Haarlems onderwerp. Nu hoefden de toeristische experts van de Kruisstraat niet lang te zoeken. Was er een bewogener verhaal te schrijven dan over het Hildebrand- monument? Was er een typischer Haarlemse affaire dan de jaren lange geschiedenis rond de beel dengroep van Jan Bronner? U mag gerust weten, dat ik het verzoek om als onbezoldigd mede werker van Haarlems Bloei op te treden geaccepteerd heb en dat ik het verhaal met plezier geschreven heb, temeer omdat ik de B.B.C.- luisteraars kon verzekeren, dat het monument dit jaar zijn plaats in Haarlem zou krijgen. Had ik ge weten, met wat voor plannen Bron ner rond liep, dan had ik mijn ver haal niet zo een happy ending ge geven, doch eenvoudig volstaan met een „continued". Intussen heeft Bronner voor een paasei met verrassingen gezorgd door 15.000 méér honorarium te vragen. U hoeft er niet aan te twij felen: zoals de zaken nu staan, kómt dat geld er. De Haarlemse bestuur- deren willen niet voor achterlijk doorgaan en vooralsnog missen zij de moed om „neen" te zeggen en de beeldengroep, die door de ja ren heen meer een curieus dan een artistiek monument is geworden, voor Haarlem af te schrijven. Ik kan me indenken, dat degenen, die de oprichting van een Fokker- monument in Haarlem voorberei den, het ergste vrezen. Zij zien het jaar 2000 al opdoemen als jaar van onthulling. Zij hoeven echter niet bevreesd te zijn. Aan een Fokker monument is behoefte, want een man als Fokker ontmoet je niet meer in Haarlem. De beeldengroep rond Hildebrand zullen wij nooit missen: Haarlem is nog steeds een Camera Obscura en Hildebrands beelden ontmoeten wij dagelijks in levenden lijve. Hoe het weer met de paasda gen zal zijn, weet ik niet. Het weerbericht zegt me niet veel. Vorige week zondag zou het volgens de krant mooi weer zijn, maar de hele dag hebben we thuis achter de ruiten kunnen blijven kij ken naar een drenzende regen. Maar misschien is de zon ons goed gunstig gezind en kunnen we na de hoogmis koffie drinken in de tuin, en 's middags thee op een terras in Zandvoort. Enfin, laten wij geen bespiegelin gen maken. Weer of geen weer, Pasen houdt zijn eigen sfeer: de Camera ligt weer schoon en opge poetst. Er waait een frisse wind door. Of niet? Uiterlijk onbewogen vertelt hij van dat komende afscheid, maar aan zijn stem en niet minder aan de woorden van zijn vrouw is te merken, dat het hem niet gemakkelijk zal vallen. Het klinkt paradoxaal, maar zijn leven ligt op het kerkhof. Onder zijn toezicht zijn er op „Sint Barbara" ongeveer vijftienduizend begravingen ge schied, en steeds heeft hij natuurlijk met zijn getrouwe helpers, die hem nimmer in de steek lieten er voor gezorgd, dat alles voor een begrafe nis in orde was. Het is niet altijd gemakkelijk geweest. Vooral de laatste jaren, toen het kerkhof overvol was, had hij maar te zorgen, dat er plaats kwam. Het is hem aan het hart ge gaan, dat zulks niet kon gaan zonder ontluistering van het kerkhof zelf. Met name de fraaie kraag van bomen, die destijds het kerkhof omsloot, moest ver dwijnen om grond te winnen. Aan die graafproblemen is sinds vorig jaar een eind gekomen, toen „Sint Barbara" officieel buiten gebruik werd gesteld en de Sint Jozef-begraafplaats aan de Vergierdeweg ingezegend werd. Er is rust gekomen voor „Sint Barbara", er komt nu rust voor de heer Verrijt. Per 1 juli 1928 werd de heer Ver rijt, die 28 mei 1887 te Tilburg is ge boren, opzichter. Enkele dagen tevoren was hij getrouwd. Hij woonde toen reeds acht jaar in Haarlem, want in 1920 werd hij belast met de functie van weesvader in het Sint Jacobsgods- huis. Hij had het toezicht op drie en twintig weesjongens en hij moet een populaire „vader" geweest zijn, die bij voorbeeld de voetbalclub „Victrix" op richtte en met zijn pupillen ging zwem men. Tot op de dag van vandaag noe men zij hem nog vader. En toen het echtpaar Verrijt enkele jaren geleden zijn zilveren bruiloft vierde, waren de „jongens" met hun echtgenoten vrij wel allemaal present. Het feest kreeg daardoor niet minder dan tachtig gas ten extra, die van de bruiloft tevens een grandioze reünie maakten. Na zijn Godshuis-jaren werd de heer Verrijt koster-aanspreker aan de Kleverpark- kerk, en zijn aansprekende kwaliteiten zullen er niet vreemd aan geweest zijn, dat hij na ongeveer twee jaar naar het Soendaplein verhuisde. Hij werd de opvolger van de heer Spierings, de eer ste opzichter van het in 1892 gestich te Sint Barbara-kerkhof. In de loop der jaren is er veel ver anderd, zegt de heer Verrijt. Niet al leen zakelijk in 1928 was de helft van het kerkhof nog grasland maar ook in de persoonlijke sfeer. De do den bleven vroeger als het ware meer in de levende gemeenschap betrok ken. Iedere eerste donderdag van de maand werd, en wordt nog, de H. Mis opgedragen in de kerkhofkapel. Iedere keer waren er zeker driehon derd kerkgangers. Alle plaatsen waren bezet, zelfs de stoelen uit het huis van de familie Verrijt moesten wor den aangesleept. De mensen hadden er veel voor over. Zij kwamen van heinde en verre. Als er geen dub beltje was voor de tram, kwam men lopen. Nu is dat veel minder gewor den. Hooguit dertig mensen bezoeken nu die traditionele dodenmis. Vele andere herinneringen bewaart Woensdag 8 april geeft het Haarlems Christelijk Mannenkoor i i de Gem. Concertzaal een concert waaraan me dewerken het Katwijks Christelijk Mannenkoor „Jubilate" (dir. B. Ver boom), het Christelijk Mannenkoor Sassenheim (dir. J. C. de Vries) en het IJmuidens Christelijk Mannenkoor (dir. Stephen Jansen). Verder werken mede de sopraan Caroline van Dorp- ve-i Heyningen, de bariton David Pau wels en de organisten Albert de Klerk en Adriaan Verschoor. Een uitgebreid programma van man- nenkoorwerken, zowel a capelle als met orgel- en pianobegeleiding wordt uitge voerd: o.a. geeft het Haarlems Chris telijk Mannenkoor op veler verzoek een herhaling van het grote werk van B. Martinu, „Mount of three lights" met bariton soli van David Pauwels en orgelbegeleiding van Albert de Klerk. Het Haarlems Christelijk Mannenkoor en het Katwijks Christelijk Mannenkoor zullen onder directie van Bernard Ver boom met orgelbegeleiding van Albert de Klerk het prachtige Credo uit de Missa Maria Magdalenae van Philip Loots uitvoeren. Woensdag 8 april wordt in de kanti ne van de katholieke lagere technische school, Kamperstraat 37 te Haarlem, vanaf acht uur een contactavond ge houden voor ouders en leerkrachten van de school. Directeur J. B. L. Bajjens zal spreken over het technisch onder wijs, waarna er gelegenheid bestaat de school te bezichtigen. Ook zullen er ver klarende films vertoond worden, terwijl over een en ander van gedachten ge wisseld kan worden. Maandagavond 6 april om acht uur worden in hetzelfde gebouw de diplo ma's uitgereikt van de r.-k. Avondnij verheidsschool van de Sint Josephs- gezellenvereniging, alsmede aan de cursisten van de diverse lasopleidin- gen. A. VERRIJT Op 1 april komt er een einde aan de ruim dertig jarige werkkring van opzichter Verrijt. de opzichter aan zijn Barbara-tjjd. Des tijds werd op Sint Barbara het Sint Franciscus Liefdewerk voor Haarlem- Noord opgericht. De jongelui kwamen daar iedere zondag ter misse en ont beten daarna in de puddingfabriek van Goemans. Was er iets bijzonders, bij voorbeeld een communiefeest, dan was het ontbijt voor de communicanten en hun ouders bij de familie Verrijt thuis. De oorlog heeft vermoedelijk de mees te „avonturen" gebracht. In die jaren diende de kapel tot parochiekerk van pastoor Van Eeden en zijn parochia nen. Rond het feest van Sinterklaas in 1944 hielden de Duitsers een grote raz zia. Mannen en jongens werden ge grepen en naar Duitsland gevoerd. Tij dens de overval zagen ongeveer acht jongens geen andere kans om te ont komen dan door in de kapel te vluch ten. Daar was juist een gezongen H. Mis, maar de heer Verrijt wist meteen raad. Hij stuurde de jongens naar het koor, rustig doorspelend verplaatste de organist zijn harmonium, dat de deur naar de toren afsloot, en de jongens vonden een veilig heenkomen in de gewelven van de kapel. Direct daarop liep de heer Verrijt over het graf en zag hij tot zijn ver wondering een deksel van een pas ge dolven graf omhoog gaan. Hij nam eens poolshoogte en ontdekte in het graf nog een vluchteling. In de goot van de kapel had weer een ander zijn toe vlucht gezocht. De eerste dag werd het hele stel van eten voorzien door de fa milie Verrijt, daarna kwam de eigen familie met brood en andere etenswa ren. De vluchtelingen vertrokken ten slotte, maar onderduikers bleven het adres van de opzichter zoeken. Iedere avond werden er bedden op het koor uitgespreid, maar soms doken er toch ongedachte problemen op. Zo sliep eens een onderduiker in het gewelf van de kerk, terwijl beneden de H. Mis ge lezen werd. De onderduiker snurkte zo enorm, dat hij zich slapende had kun nen verraden. De heer Verrijt ontpopte zich toen als een vakkundig porder. Een andere affaire, die hem heel wat angst heeft bezorgd, moest de heer Verrijt volkomen zelfstandig oplossen. Dat was bij de begrafenis van een lid van de N.S.B. Een kerkelijke be grafenis was niet mogelijk en toen N.S.B.'ers zich bij hem vervoegden om assistentie, weigerde hij pertinent. Ook toen de Haarlemse N.S.B.-bur- gemeester en diens partijgenoot-wet houder zich bij hem vervoegden, bleef hij standvastig bij zijn weigering. De twee autoriteiten eisten daarop wij water en een beeld (vermoedelijk be doelden zij een kruis) om in de stoet mee te dragen. Je krijgt niks, zei Verrijt. Natuurlijk ging de begrafe nis door. De opzichter had de poort wel gesloten, maar niet afgesloten, omdat hij wist, dat de N.S.B.'ers in de begrafenisstoet een smid zouden meenemen om de toegang te force ren. Bij aankomst van de pompeuze stoet legde de burgemeester beslag op het kerkhof, waardoor Verrijt meteen van zijn verantwoordelijkheid af was. De opzichter vertelt daarvan met een volmaakte rust. Evenals van die keer, dat hij verzocht werd „clandestien" een joodse doctor, die in Haarlem was on dergedoken en daar gestorven, te be graven. Verrijt aarzelde niet en in het donker dolf hij een graf op ongewijde aarde, waar de doctor zijn laatste rust plaats vond. Natuurlijk kwamen daar praatjes van. De mensen hadden iets gemerkt, en het gerucht ging, dat Ver rijt kerksieraden verborgen had. Later zouden het geweren en munitie geweest zijn. Het is begrijpelijk, dat wie in de loop der jaren zoveel in zijn werkkring heeft meegemaakt, niet zo gemakkelijk af scheid neemt. En dat geldt hier niet alleen voor de opzichter zelf. Het ge zin werd zo betrokken in het werk, dat het daar geheel in meegroeide. Met name mevrouw Verrijt. Zij zag het werk van haar man niet louter zakelijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 3