II
EEN EEUW GELEDEN WERD DE'i859-i959
OUDE GRACHT GEDEMPT
Ter verbetering van de inwendige
gesteltenis der stad
Papierlawine van voor-
en tegenstanders
'uxaflex
Opzichter A. Verrijt
legt functie neer
In ruim dertig jaar ongeveer
15.000 begrafenissen verricht
DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL
Haarlemse Kegel-
Bond 60 jaar
- VAN ST. BARBARAKERKHOF -
éns/*
i
I
K
m
SLEUTEL WEG?
Groot nationaal
concours van 5 tot
en met 16 april
MR. PIETER ELIAS
NIET VERNOEMD
REKNO"
De ideale zonwering
Concert van vier
mannenkoren
ZATERDAG 28 MAART 1959
PAGINA 3
„DE SLEUTELSPECIALIST"
REIN
n
REINIGT
Fa. 1. P. SENFT ZN.
De heer A. Verrijt is een bedachtzaam man. Rustig en onopvallend doet
hij zijn werk, en toch zullen er weinig Haarlemmers zijn, die hem niet
kennen of die hem nog nooit gezien hebben. Hun relatie met hem moge
dan, zakelijk gezien, ontstaan zjjn in bepaald droevige omstandigheden,
persoonlijk moet de kennismaking immer van aangename aard geweest
zijn. De heer Verrijt is namelijk opzichter van het Sint Barbara-kerkhof
aan het Soendaplein. Meer dan dertig jaar is hij reeds als zodanig werk
zaam en woont hij met zijn gezin in de huiselijke woning nabij het kerk
hof. Per 1 april legt hij zijn functie neer en wordt hij opgevolgd door de
heer Th. Bijlsma uit Elspeet. Dat afscheid zal niet geruisloos gaan. In de
kerk van Sint Joseph aan de Jansstraat wordt tot zijn intentie zondag
5 april 's morgens om kwart over negen de hoogmis opgedragen, waarna
de scheidende opzichter in de dekenale pastorie een ontbijt wordt aan
geboden.
Opnieuw een cursus
handenarbeid
WASSERIJ DUYN
Veel veranderd
CONTACTAVOND
R.-K. LAGERE
TECHNISCHE SCHOOL
Avonturen
Standvastig
Talloos zijn de degenen, die in hun
verdriet om een gestorven familie
lid bij haar kwamen. Zij was dan
steeds de „troostende engel", waar
van sommigen beweren, dat er meer
in steen op een kerkhof vertoeven
dan er in levende lijve rondlopen.
Het afscheid geldt dus evenzeer haar.
Het gezin Verrijt trekt over enkele
maanden in een flatje in het uiter
ste noorden van Haarlem. Daarheen
zal het dankbare herinneringen mee
nemen aan de veeljarige Barbara -
tijd.
Het dempen of willen dempen van grachten is geen
typisch Hollandse hebbelijkheid van de laatste tijd.
Voor Alkmaar, Leiden, Utrecht, ja zelfs voor Amster
dam bestaan of hestonden venijnige dempingsplannen.
In het goede Haarlem ligt al tientallen jaren een schil
derachtige Bakenessergracht in stilte braak voor demp-
Iustigen. V eel nieuws is er echter niet aan het gedemp
van grachten. Honderd jaar geleden was er al even
veel zo niet nog meer sprake van als nu. Het mo
tief alleen was anders: toen dempte men grachten om
de steden te „verfraaien en te verlossen van de kwa
lijke geuren, die blijkbaar uit het water op moesten
stijgen. Thans wil men dempen ter wille van het ver
keer, een motief, waar een eeuw geleden nog geen
sprake van was.
De volgende maand is het honderd jaar geleden, dat
de Haarlemse gemeenteraad besloot de Oude Gracht
te dempen. Dat geschiedde allesbehalve overhaast,
want 4 oktober 1855, drie en een half jaar tevoren dus,
had het raadslid mr. P. Elias een desbetreffend voor
stel ingediend, B. en W. namen er dus wel de tijd voor
met het maken van een prae-advies. De raad nam het
dempingsbesluit 8 april 1859, met zeventien tegen drie
stemmen aan. De Kraaienhorstergracht (het gedeelte,
dat thans Nassaulaan en Nassauplein heet) en de Oude
Gracht werden per 1 juli van dat jaar voor alle vaar
tuigen gesloten. De dempingskarwei werd voor 72.000
gegund en op 25 juli 1859 begon het. Rouwig waren
er maar weinig Haarlemmers om, omdat men meende,
dat de vieze gracht „de verbetering van de inwendige
gesteltenis der stad belemmerdeZo verdween een
pittoresk-bedrijvig stukje Haarlem, reeds verdronken in
de gunst der Spaarnestedelingen, om plaats te maken
voor wat sindsdien met in de loop der jaren voort
durend veranderde aspecten Gedempte Oude Gracht
heet.
Advertentie
LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. LI 103
Het diamanten feest van de Haar
lemse Kegelbond belooft een „goed-
rollend" evenement te worden. Het
wordt gevierd met een twaalf dagen
durend concours, waaraan meer dan
duizend kegelaars en kegelaarsters uit
het gehele land zullen deelnemen en
dat zondagmorgen 5 april om elf uur
In het eigen huis van de Haarlemse
Kegel Bond aan de Tempeliersstraat
door de waarnemend burgemeester
van de Spaarnestad, de heer D. J. a.
Geluk zal worden geopend. In de mid
dag van dezelfde dag recipieert het
bestuur, terwijl zondag 10 mei tijdens
een feestelijke bijeenkomst de prijzen
Worden uitgereikt.
De Haarlemse Kegel Bond zag het
levenslicht in een toen al vermaard
restaurant aan de Haarlemse Groote
Markt, waar op 26 april 1899 negen
man met algemene stemmen besloten
tot de oprichting van de bond. Aan
leiding was de uitnodiging, die zij had
den ontvangen om mee te doen aan ke
gelwedstrijden in Schiedam, die op 14
jnei daar werden gehouden. De Haar
lemmers maakten een bijzonder goede
beurt, want zjj gingen met de eerste
prijs strijken. In oktober van hetzelf
de jaar telde de bond zevenenveertig
leden. In 1922 werd tijdens een alge
mene jaarvergadering een obligatiele
ning onder de leden uitgeschreven ter
financiering van de bouw van een
eigen kegelhuis. Het gebouw aan de
ïempeliersstraat is spoedig daarna
gebouwd en werd op 19 oktober 1923
met een nationaal concours officieel
geopend.
Op het ogenblik telt de Haarlemse
Kegel Bond driehonderdvijftig leden, die
in zevenentwintig clubs iedere week
naar hartelust op de negen banen van
de bond kegelen. De oudste club is ,,De
Volharding", die zelfs ouder is dan de
Kegel Bond. Zjj bestaat in juni vieren
zestig jaar. De tachtigjarige heer H.
Frantzen is de nestor van de bond en
lid van de club „Haarlems Vrienden
kring", die over twee jaar een halve
eeuw bestaat. Jarenlang is de nog vi
tale heer Frantzen teamgooier ge
weest.
Direct na de opening van het feest
op zondag 5 april heeft er een invi-
tatie-bondenwedstrjjd plaats, waaraan
Alkmaar, Amsterdam, Utrecht en
Haarlem deelnemen. Vanaf die dag zul.
len twaalf dagen lang dus tot en
met 16 april korpswedstrjjden wor
den gehouden, waarvoor al meer dan
tweehonderd clubs ons land telt er
zevenhonderd zich hebben opgege
ven. Elke dag rollen de ballen van
's middags vier tot 's avonds twaalf
uur over de planken. Op zondag 12
april begint men om elf uur al.
De belangstelling voor de diamanten
Jubilaris blijkt dus groot. Het bestuur
is daarover nogal in zjjn nopjes, even
als het dat is over het vererende ver
zoek, dat het onlangs heeft ontvangen
van de Nederlandse Kegelbond om als
gastheer op te treden tijdens het gou
den jubileum van de vaderlandse or
ganisatie op 20 en 21 juni a.s.
Dat de oudste gracht van Haarlem,
getransformeerd tot brede verkeers-
baan, thans een onmisbaar deel uit
maakt van de „binnenverkeersring"
van Haarlems „city", konden onze
voorouders uiteraard niet of nauwe
lijks bevroeden. Misschien gelukkig
maar, want wanneer de Oude Gracht
toen niet gedempt ware, zou Haarlem
thans ongetwijfeld ook nog met een
urgente dempingskwestie te kampen
hebben.
Wat men zich een eeuw geleden van
de demping van de Oude Gracht voor
stelde? De stad zou er niet alleen wel-
riekender door worden, maar boven
dien verrijkt met een prachtige boule
vard, een „wandelplaats", zoals die
terzelfdertijd ook gecreëerd werden
door burgemeester Haussmann in Pa
rijs, die weliswaar geen grachten te
dempen had, maar hele stadswijken
kon laten slopen. Dat was niet gering,
maar in Haarlem kon men ook wel
wat. De Oude Gracht-boulevard zou
„eene zeer groote verfraaiing geven
en veel bijdragen om Haarlem, niet
alleen wegens zijne bevallige omstre
ken, maar ook wegens zijn aangenaam
innerlijk tot woon- en verblijfplaats
aantrekkelijk te maken." De stad
moest eens gemoderniseerd worden en
daarom begon men ook met het af
breken van prachtige stadspoorten, die
de toegankelijkheid van het „innerlijk"
maar bemoeilijkten. Dat daarmede oud
stadsschoon te loor ging was minder
belangrijk. Een enkeling', die er zich
)?aar, druk om maakte. De Oude
Gracht was de eerste in Haarlem, die
gedempt werd. In 1861 werden de
j6U Voldersgrachten gedempt,
L e £aaks, in 1870 de „Tweede-
of Achter Nieuwe Gracht", waarvoor
de Parklaan in de plaats kwam, tien
jaar later het gedeelte van de stads
singel, waar thans de Wilhelminastraat
is. De Burgwal en de Bakenesser
gracht werden by al die demperij ver
geten. Alles ter wille van de „net
heid" en met helemaal ten onrechte,
want er braken in die tijd wel eens
cholera-epidemieën uit, die aan de sme
rige grachten te wijten waren, maar
ook aan ander gebrek aan hygiëne.
Een argument, waarmee de voorstan
ders van het dempen van grachten
toen ook veel schermden was, dat ze,
eenmaal droog, „een hoogst welkom
toevluchtsoord voor de arbeidende
klasse" zouden worden. Een onver
wachte mate van sociale bewogenheid
bij 19e-eeuwse Haarlemmers, waarvoor
welhaast een ere-saluut past.
Geharrewar
Tegenstanders van het dempen van
grachten waren er honderd jaar gele
den ook al. Maar de dempings-suppor-
ters spraken en niet ten onrechte
van „persoonlijk eigenbelang" van
sommige omwonenden, dat de stads
verbetering niet in de weg mocht
staan. In de drie en een half jaar, dat
het dempingsplan van de Oude Gracht
in Haarlem gisten moest, zagen, zoals
destijds te doen gebruikelijk, talrijke
pamfletten, brochures en requesten
aan het gemeentebestuur het licht, van
voor. en tegenstanders.
De handeldrijvenden aan de Oude
Gracht voerden aan, dat ze het water
nodig hadden voor het vervoer hunner
waren en dat ze bij demping „aller-
aanmerkelijkst in de uitoefening hun
ner bedrijven en handel belemmerd of
ten enenmale gestremd (sic) zouden
worden." Huiseigenaars vreesden voor
waardevermindering, omdat er „affai
res" waren, die noodwendig aan het
water gelegen moesten zijn en „handel
en nijverheid de hechtste steunsels van
de maatschappij mogen genoemd wor
den." Dat stond te lezen in de reques
ten, die „eerbiediglijk het zeer voor
treffelijk gemeentebestuur" ontving,
dat „ongetwijfeld het voor en tegen
goed zal overwegen voor tot een dem
ping te^ besluiten."
11II11II11! 11II11! 1111 MI I [111IIIIIIII11! 11IIIIII III 11! 11IIIII11IIIIIIIIIIII
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii
Toen de Oude Gracht eenmaal
goed en wel gedempt was, begon een
ander geharrewar. Hoe moest de
boulevard heten? De voorstanders
van de demping gaven blijk van een
uitgebreide scherpzinnigheid bij hun
behoefte de initiatiefnemer in de ge
meenteraad, mr. Pieter Elias, te
eren. Het gedeelte tussen Spaarne
en Kleine Houtstraat (de voorma
lige Smalle Oude Gracht) moest
„Meesterstraat" heten, het volgende
stuk, tot de Groote Houtstraat „Pie
terstraat en de rest „Eliasstraat".
Voor de Kraaienhorstergracht had
den ze ook een treffende naam be
dacht: Laurens Costerstraat."
Dat alles was de meerderheid van
de raadsleden blijkbaar te bizar. Na
ampele discussies besloot men op 8
mei 1861 de bestaande grachtnamen
te handhaven, maar er het woord „ge
dempt" voor te voegen. De bewoners
van de Gedempte Kraaienhorstergracht
en vooral de upper ten aan het „Waai
gat" bleven mokken, omdat ze die na
men zo onwelluidend vonden. De he
ren van de statige huizen aan het
Waaigat kregen het eerst hun zin. In
1884 werd die naam veranderd in Nas
sauplein. Vier jaar later veranderde
de naam „Gedempte Kraaienhorster-
gracht" in Nassaulaan.
Oudste stadssingel
De Oude Gracht en de Kraaienhor-
stergracht vormden met de Nieuwe
Gracht (die oorspronkelijk ter hoogte
van de Ridderstraat liep) de oudste
begrenzing van de Haarlemse binnen
stad. Het gedeelte tussen de Bakenes
sergracht en het Spaarne viel in de
Middeleeuwen buiten de stedelijke ju
risdictie als persoonlijke eigendom van
de Graaf van Holland. In de 16e eeuw
werd de oudste kern van Haarlem uit
gebreid met het gebied tussen de ge
noemde singelgrachten en de Kinder
huis-, Gasthuis- en Lange Heerensin
gels, waarbij een eeuw later ongeveer
nog kwam het gebied tussen de Nieu
we Gracht en de Bolwerken. Sindsdien
was de Oude Gracht dus geen deel
meer van het stedelijke verdedigings
systeem, maar een bedrijvig binnen-
grachtje, ongeveer zoals thans de Ba
kenessergracht is.
Met de Gedempte Oude Gracht wist
men, toen er nog geen sprake was van
verkeersproblemen, lange tijd niet
goed raad. Een winkelstraat werd het
niet, een pantoffel-parade (huiselijker
voor „wandelplaats") evenmin. De be
drijvigheid verhuisde grotendeels naar
het Spaarne en andere, gunstiger ge
legen plaatsen en de Gedempte Oude
Gracht werd een nogal voorname
woonbuurt. Eigenaardig was, dat de
oude indeling van de gedempte grach
ten gehandhaafd bleef. In plaats van
het gedeelte, waar vroeger water was
kwam geen rijbaan, maar „niets", een
soort trottoir, zoals dat er thans nog
is op de Gedempte Raamgracht. Sinds
mensenheugenis wordt op de Gedemp
te Oude Gracht tussen Verwulft en
Raaks de maandagmarkt gehouden.
De Gedempte Oude Gracht tussen
Spaarne en Groote Houtstraat diende
langs tijd als kermisterrein, evenals la
ter de rest en de Nassaulaan. De te
genwoordige straatindeling afge
stemd op de „ringbaan-functie" da
teert, zoals men weet, eerst van de
laatste jaren.
Advertentie
De Oude Gracht in Haarlem voor
honderd jaar en zoals ze thans is.
Beide afbeeldingen zijn vanaf het
zelfde punt gemaakt: de hoek van
de Oude Gracht met de Zuider
straat in de richting van de Jaco-
bijnestraat. Links ziet men de toe
stand in 1859. Een pittoresk, nogal
kleinsteeds aandoend grachtje.
Huizen en bomen spiegelen zich in
het stille water, dat volgens tijd
genoten zo infernaal geriekt moet
hebben. In het midden van de
tekening ziet men de beide hoek
huizen in de Jacobijnestraat
(thans een slagerij en een boek
handel), die hun 17e-eeuwse trap
gevel ongeschonden bewaard heb
ben. In plaats van de Postkantoor
kolos op de redhtse foto ziet men
huisjes. De afbeelding links is een
reproduktie naar een gewassen
pentekening, kort vóór de dem
ping gemaakt door de Haarlemse
dr. C. Ekama en berustend in de
historisch-topografische atlas van
het gemeente-archief. In een schrij
nende tegenstelling daarmee staat
de foto rechts: de Gedempte Oude
Gracht, zoals ze thans is. Een
auto-parkeerstraat, saai en door
gaans te breed voor het (nog?)
niet intensieve verkeer. Twee ver
houdingsgewijs te grote gebouwen,
het postkantoor en een warenhuis,
domineren het gedeelte tussen
Zijlstraat en Verwulft. Van het
oude is op de Gedempte Oude
Gracht nog vrij veel over. Er zijn
nog verschillende trapgevels en
statige 18e-eeuwse herenhuizen,
maar thans in een volkomen an
dere entourage, dan die welke de
bouwers destijds beoogden.
Advertentie
Dagelijks schoonhouden van
kantoren, scholen en werkplaatsen.
Telefoon 16254
OCOEfONKRD HANDEISMCK
(aluminium jaloezieën)
Dekoratief, Duurzaam en Praktisch.
Nassaulaan 76 - Tel. 10743 - Haarlem
De Haarlemse raad voor de jeugd is
in februari gestart met een cursus
„werken met touw, raffia en pitriet"
in samenwerking met de vereniging
voor handenarbeid. Aan deze cursus
wordt met groot enthousiasme deelgeno
men door 37 leiders en leidsters uit
verschillende kringen van jeugdwerk en
onderwijs.
De raad voor de jeugd organiseert nu
een tweede cursus, waar speciale aan
dacht zal worden besteed aan het wer
ken met klei en papier, op de donder
dagen 2, 9, 16 april, 14 en 21 mei 1959,
in het gebouw „Het Baken", Bakenes
sergracht 10. Aanvang 8 uur. De kosten
bedragen 2,50 voor de gehele cursus.
Aanmeldingen kunnen nog plaats vin
den bij 't secretariaat van de raad voor
de jeugd, Kleine Houtweg 47, Haarlem;
telefoon 10101.
Advertentie
amsterda.«"seva\rt20 tel. 11051
Wanneer u toevallig eens op
de B.B.C. afstemt, moet het
u niet verbazen, dat u een
rasecht Haarlems programma ge
presenteerd krijgt. Niet zo heel
lang geleden tenminste schreef een
medewerkster van dit Engelse ra
dio-instituut een brief naar „Haar
lems Bloei" met het verzoek een
verhaaltje te sturen over een ty
pisch Haarlems onderwerp. Nu
hoefden de toeristische experts van
de Kruisstraat niet lang te zoeken.
Was er een bewogener verhaal te
schrijven dan over het Hildebrand-
monument? Was er een typischer
Haarlemse affaire dan de jaren
lange geschiedenis rond de beel
dengroep van Jan Bronner?
U mag gerust weten, dat ik het
verzoek om als onbezoldigd mede
werker van Haarlems Bloei op te
treden geaccepteerd heb en dat ik
het verhaal met plezier geschreven
heb, temeer omdat ik de B.B.C.-
luisteraars kon verzekeren, dat het
monument dit jaar zijn plaats in
Haarlem zou krijgen. Had ik ge
weten, met wat voor plannen Bron
ner rond liep, dan had ik mijn ver
haal niet zo een happy ending ge
geven, doch eenvoudig volstaan met
een „continued".
Intussen heeft Bronner voor een
paasei met verrassingen gezorgd
door 15.000 méér honorarium te
vragen. U hoeft er niet aan te twij
felen: zoals de zaken nu staan, kómt
dat geld er. De Haarlemse bestuur-
deren willen niet voor achterlijk
doorgaan en vooralsnog missen zij
de moed om „neen" te zeggen en
de beeldengroep, die door de ja
ren heen meer een curieus dan een
artistiek monument is geworden,
voor Haarlem af te schrijven.
Ik kan me indenken, dat degenen,
die de oprichting van een Fokker-
monument in Haarlem voorberei
den, het ergste vrezen. Zij zien het
jaar 2000 al opdoemen als jaar van
onthulling. Zij hoeven echter niet
bevreesd te zijn. Aan een Fokker
monument is behoefte, want een
man als Fokker ontmoet je niet
meer in Haarlem. De beeldengroep
rond Hildebrand zullen wij nooit
missen: Haarlem is nog steeds een
Camera Obscura en Hildebrands
beelden ontmoeten wij dagelijks in
levenden lijve.
Hoe het weer met de paasda
gen zal zijn, weet ik niet. Het
weerbericht zegt me niet
veel. Vorige week zondag zou het
volgens de krant mooi weer zijn,
maar de hele dag hebben we thuis
achter de ruiten kunnen blijven kij
ken naar een drenzende regen.
Maar misschien is de zon ons goed
gunstig gezind en kunnen we na de
hoogmis koffie drinken in de tuin,
en 's middags thee op een terras
in Zandvoort.
Enfin, laten wij geen bespiegelin
gen maken. Weer of geen weer,
Pasen houdt zijn eigen sfeer: de
Camera ligt weer schoon en opge
poetst. Er waait een
frisse wind door. Of
niet?
Uiterlijk onbewogen vertelt hij van
dat komende afscheid, maar aan zijn
stem en niet minder aan de woorden
van zijn vrouw is te merken, dat het
hem niet gemakkelijk zal vallen. Het
klinkt paradoxaal, maar zijn leven ligt
op het kerkhof. Onder zijn toezicht zijn
er op „Sint Barbara" ongeveer
vijftienduizend begravingen ge
schied, en steeds heeft hij natuurlijk
met zijn getrouwe helpers, die hem
nimmer in de steek lieten er voor
gezorgd, dat alles voor een begrafe
nis in orde was. Het is niet altijd
gemakkelijk geweest. Vooral de laatste
jaren, toen het kerkhof overvol was,
had hij maar te zorgen, dat er plaats
kwam. Het is hem aan het hart ge
gaan, dat zulks niet kon gaan zonder
ontluistering van het kerkhof zelf. Met
name de fraaie kraag van bomen, die
destijds het kerkhof omsloot, moest ver
dwijnen om grond te winnen. Aan die
graafproblemen is sinds vorig jaar een
eind gekomen, toen „Sint Barbara"
officieel buiten gebruik werd gesteld
en de Sint Jozef-begraafplaats aan de
Vergierdeweg ingezegend werd. Er is rust
gekomen voor „Sint Barbara", er komt
nu rust voor de heer Verrijt.
Per 1 juli 1928 werd de heer Ver
rijt, die 28 mei 1887 te Tilburg is ge
boren, opzichter. Enkele dagen tevoren
was hij getrouwd. Hij woonde toen
reeds acht jaar in Haarlem, want in
1920 werd hij belast met de functie
van weesvader in het Sint Jacobsgods-
huis. Hij had het toezicht op drie en
twintig weesjongens en hij moet een
populaire „vader" geweest zijn, die bij
voorbeeld de voetbalclub „Victrix" op
richtte en met zijn pupillen ging zwem
men. Tot op de dag van vandaag noe
men zij hem nog vader. En toen het
echtpaar Verrijt enkele jaren geleden
zijn zilveren bruiloft vierde, waren de
„jongens" met hun echtgenoten vrij
wel allemaal present. Het feest kreeg
daardoor niet minder dan tachtig gas
ten extra, die van de bruiloft tevens
een grandioze reünie maakten. Na zijn
Godshuis-jaren werd de heer Verrijt
koster-aanspreker aan de Kleverpark-
kerk, en zijn aansprekende kwaliteiten
zullen er niet vreemd aan geweest zijn,
dat hij na ongeveer twee jaar naar
het Soendaplein verhuisde. Hij werd de
opvolger van de heer Spierings, de eer
ste opzichter van het in 1892 gestich
te Sint Barbara-kerkhof.
In de loop der jaren is er veel ver
anderd, zegt de heer Verrijt. Niet al
leen zakelijk in 1928 was de helft
van het kerkhof nog grasland maar
ook in de persoonlijke sfeer. De do
den bleven vroeger als het ware meer
in de levende gemeenschap betrok
ken. Iedere eerste donderdag van de
maand werd, en wordt nog, de H.
Mis opgedragen in de kerkhofkapel.
Iedere keer waren er zeker driehon
derd kerkgangers. Alle plaatsen waren
bezet, zelfs de stoelen uit het huis
van de familie Verrijt moesten wor
den aangesleept. De mensen hadden
er veel voor over. Zij kwamen van
heinde en verre. Als er geen dub
beltje was voor de tram, kwam men
lopen. Nu is dat veel minder gewor
den. Hooguit dertig mensen bezoeken
nu die traditionele dodenmis.
Vele andere herinneringen bewaart
Woensdag 8 april geeft het Haarlems
Christelijk Mannenkoor i i de Gem.
Concertzaal een concert waaraan me
dewerken het Katwijks Christelijk
Mannenkoor „Jubilate" (dir. B. Ver
boom), het Christelijk Mannenkoor
Sassenheim (dir. J. C. de Vries) en
het IJmuidens Christelijk Mannenkoor
(dir. Stephen Jansen). Verder werken
mede de sopraan Caroline van Dorp-
ve-i Heyningen, de bariton David Pau
wels en de organisten Albert de Klerk
en Adriaan Verschoor.
Een uitgebreid programma van man-
nenkoorwerken, zowel a capelle als met
orgel- en pianobegeleiding wordt uitge
voerd: o.a. geeft het Haarlems Chris
telijk Mannenkoor op veler verzoek
een herhaling van het grote werk van
B. Martinu, „Mount of three lights"
met bariton soli van David Pauwels en
orgelbegeleiding van Albert de Klerk.
Het Haarlems Christelijk Mannenkoor en
het Katwijks Christelijk Mannenkoor
zullen onder directie van Bernard Ver
boom met orgelbegeleiding van Albert
de Klerk het prachtige Credo uit de
Missa Maria Magdalenae van Philip
Loots uitvoeren.
Woensdag 8 april wordt in de kanti
ne van de katholieke lagere technische
school, Kamperstraat 37 te Haarlem,
vanaf acht uur een contactavond ge
houden voor ouders en leerkrachten van
de school. Directeur J. B. L. Bajjens
zal spreken over het technisch onder
wijs, waarna er gelegenheid bestaat de
school te bezichtigen. Ook zullen er ver
klarende films vertoond worden, terwijl
over een en ander van gedachten ge
wisseld kan worden.
Maandagavond 6 april om acht uur
worden in hetzelfde gebouw de diplo
ma's uitgereikt van de r.-k. Avondnij
verheidsschool van de Sint Josephs-
gezellenvereniging, alsmede aan de
cursisten van de diverse lasopleidin-
gen.
A. VERRIJT
Op 1 april komt er een einde aan de
ruim dertig jarige werkkring van
opzichter Verrijt.
de opzichter aan zijn Barbara-tjjd. Des
tijds werd op Sint Barbara het Sint
Franciscus Liefdewerk voor Haarlem-
Noord opgericht. De jongelui kwamen
daar iedere zondag ter misse en ont
beten daarna in de puddingfabriek van
Goemans. Was er iets bijzonders, bij
voorbeeld een communiefeest, dan was
het ontbijt voor de communicanten en
hun ouders bij de familie Verrijt thuis.
De oorlog heeft vermoedelijk de mees
te „avonturen" gebracht. In die jaren
diende de kapel tot parochiekerk van
pastoor Van Eeden en zijn parochia
nen. Rond het feest van Sinterklaas in
1944 hielden de Duitsers een grote raz
zia. Mannen en jongens werden ge
grepen en naar Duitsland gevoerd. Tij
dens de overval zagen ongeveer acht
jongens geen andere kans om te ont
komen dan door in de kapel te vluch
ten. Daar was juist een gezongen H.
Mis, maar de heer Verrijt wist meteen
raad. Hij stuurde de jongens naar het
koor, rustig doorspelend verplaatste de
organist zijn harmonium, dat de deur
naar de toren afsloot, en de jongens
vonden een veilig heenkomen in de
gewelven van de kapel.
Direct daarop liep de heer Verrijt
over het graf en zag hij tot zijn ver
wondering een deksel van een pas ge
dolven graf omhoog gaan. Hij nam eens
poolshoogte en ontdekte in het graf
nog een vluchteling. In de goot van
de kapel had weer een ander zijn toe
vlucht gezocht. De eerste dag werd het
hele stel van eten voorzien door de fa
milie Verrijt, daarna kwam de eigen
familie met brood en andere etenswa
ren. De vluchtelingen vertrokken ten
slotte, maar onderduikers bleven het
adres van de opzichter zoeken. Iedere
avond werden er bedden op het koor
uitgespreid, maar soms doken er toch
ongedachte problemen op. Zo sliep eens
een onderduiker in het gewelf van
de kerk, terwijl beneden de H. Mis ge
lezen werd. De onderduiker snurkte zo
enorm, dat hij zich slapende had kun
nen verraden. De heer Verrijt ontpopte
zich toen als een vakkundig porder.
Een andere affaire, die hem heel
wat angst heeft bezorgd, moest de heer
Verrijt volkomen zelfstandig oplossen.
Dat was bij de begrafenis van een
lid van de N.S.B. Een kerkelijke be
grafenis was niet mogelijk en toen
N.S.B.'ers zich bij hem vervoegden
om assistentie, weigerde hij pertinent.
Ook toen de Haarlemse N.S.B.-bur-
gemeester en diens partijgenoot-wet
houder zich bij hem vervoegden, bleef
hij standvastig bij zijn weigering. De
twee autoriteiten eisten daarop wij
water en een beeld (vermoedelijk be
doelden zij een kruis) om in de stoet
mee te dragen. Je krijgt niks, zei
Verrijt. Natuurlijk ging de begrafe
nis door. De opzichter had de poort
wel gesloten, maar niet afgesloten,
omdat hij wist, dat de N.S.B.'ers in
de begrafenisstoet een smid zouden
meenemen om de toegang te force
ren. Bij aankomst van de pompeuze
stoet legde de burgemeester beslag
op het kerkhof, waardoor Verrijt
meteen van zijn verantwoordelijkheid
af was.
De opzichter vertelt daarvan met een
volmaakte rust. Evenals van die keer,
dat hij verzocht werd „clandestien" een
joodse doctor, die in Haarlem was on
dergedoken en daar gestorven, te be
graven. Verrijt aarzelde niet en in het
donker dolf hij een graf op ongewijde
aarde, waar de doctor zijn laatste rust
plaats vond. Natuurlijk kwamen daar
praatjes van. De mensen hadden iets
gemerkt, en het gerucht ging, dat Ver
rijt kerksieraden verborgen had. Later
zouden het geweren en munitie geweest
zijn.
Het is begrijpelijk, dat wie in de loop
der jaren zoveel in zijn werkkring heeft
meegemaakt, niet zo gemakkelijk af
scheid neemt. En dat geldt hier niet
alleen voor de opzichter zelf. Het ge
zin werd zo betrokken in het werk,
dat het daar geheel in meegroeide. Met
name mevrouw Verrijt. Zij zag het
werk van haar man niet louter zakelijk.