I HET ZILVER VAN DE I HEKSENBERG HET COLLIER VAN DE STEDEMAAGD IS ONVERVALST ANTIEK - CHAUVINISME GEDIJT HET BESTE ONDER DENNENBOMEN Verkiezingen in Nedersaksen voor Nederland van belang EEN RAPSODIE VAN TWEE STEDEN Schatten uit het mioceen in de Heerlense bodem A X C Broederkrijg tussen twee partijen ZATERDAG 4 APRIL 1959 PAGINA 11 In Heerlerheide ligt het zilverzand en daar door ook het zilver voor het opscheppen. ï"""""lllllll||||||||||||||||||||||||||||lt||||||||||||||IIIIIIIIIIIIIIIIII 111 IIII !l IIIIIIIIII III 111 IIII i! IIII III III i IIIIII !11 111 111 IIII il IIII III II] III IIIIIIIIIIIII 111 IM III IIII III IIIIIIIIIIIII [I I 111 III IIII III III 111 I III 111 IIII ""'iiiiiii Miniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini J^e schat van de Heerlense Heksenberg", eertijds ba 6en puur sprookje, wordt met de dag meer tast- re werkelijkheid. Zeer duidelijk ervaren dit de be- j, ners van de rond deze heuvel gestichte stadswijk 0 r'erheide, die van dichtbij kunnen zien, hoe de j, e Heksenberg gedwongen wordt om zijn schatten: y. aar kiezelzuurhoudend kwartszand, prijs te geven, difl a"e 'n zuid-Limburg voorkomende delfstoffen sch. ®een en'ie' mineraal zo sterk denken aan een «at als juist dit zand, dat om zijn verblindend witte jj.a<ls terecht zilverzand wordt genoemd. Deze uiter- jjl Pracht van „de schat van de Heksenberg" ver- ^aart evenwel nog niet de gretigheid, waarmee de ''''opengesperde bekken der bulldozers dagelijks hele iJrSen van dit sneeuwwitte zand verslinden. Daaraan debet de sterk gestegen na-oorlogse vraag naar verzand vanwege zijn uitzonderlijk hoog kiezel- ,,rgehalte (99,75%) en zijn uiterst laag percentage jj ®roxyde (0.011%) een ideale grondstof voor de dr!ata'- en de witglasindustrie. Bovendien komt deze v *stof vrij zeldzaam op exploitabele diepte voor, in et*erland uitsluitend in en rond Heerlen. tenh2e 'aatste promotie van het Hek- een §Se zilverzand was min of meer den TV0'S van toevallige omstandighe- r't 'n or de aanleS van een tenge op- spbaar de rond 1914 gereedgekomen >ja°rvveg van Heerlen naar de Oranje 8rofaumtjn XII te Heerlerheide was een g e hoeveelheid grond nodig. hejjn handige zakenman uit Heerler- ^elde ^aardeloos" terrein lllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllli Ook de voor-oorlogse zilverzanddelvers wisten „het witte zilver" van de Heksenberg al naar waarde te schatten, zij het in geringere mate dan hun huidige collega's. De eerste Heerlerheidenaar, die geld zag in het aan de oppervlakte van de Schrievershei voorko mende zilverzand, was de nu al bijna legendarische heibewoner „der Klaus". Bond de eeuwwisseling trok hij, zo herinneren oude Heksenberg-bewoners zich nog zeer goed, enkele keren per week met een volgeladen hondenkar zilverzand naar Maastricht, om zijn vaste klanten regelmatig van glinsterend wit strooizand in die tijd de ideale vloerbedekking te voorzien. De handelswaarde van het zilverzand was toen evenwel nog erg gering. Voor een hele emmer moeizaam ver voerd zand beurde venter Klaus zes cent! Het zilver zand steeg aanzienlijk in prijs toen het allereerst pro moveerde van vloerbedekking tot stucadoorzand in 1913, het jaar, waarin de huizenbouw ten behoeve van de mijnwerkers in Limburg een grote vlucht nam en later tot de uitgelezen grondstof voor de glas industrie. landbouwer Matthias Beaujean, de grond van een in zijn ogen de Kroeselenberg, nen met zijn vijf de a 8r°ef hij deze heuvel af en lever- 20n beschikking. Samen met zijn vijf de ri Sr°ef bij deze heuvel af en lever- tw e grond aan de Oranje Nassaumij- tigui Onder de afgegraven grond ont- Matthias Rpanionn pnnrnio hnp- Matthias Beaujean enorme hoe- kfn den zilverzandEen ontdek- iykS. die deze nuchtere boer aanvanke- I*; beden zilverzand...... Een van weinig betekenis achtte •hei Plotselinge moeilijkheden, waar- e de Philipsfabrieken te Eindhoven evenwel te kampen kregen, t.w. stopzetting van de Duitse export n klazen ballons voor gloeilampen r Nederland en het vrijwel gelijk- in '8e Verbod om Belgisch kristalzand e °ns bind in te voeren, brachten een Up"«e verandering met zich mee. Phi- hpf b°uwde een eigen glasfabriek en boi'01* llet benodigde zand van land- y 'VVer Beaujean uit Heerlerheide. 'in bom en zijn zoons was er plotse- V(A bieuW werk aan de winkel. Van tgür 0tTen werden zij ineens transpor- s' Met paard en kar werd het zil- "abd naar de Oranje Nassaumijnen V°,erd om vandaaruit per spoor naar 'hdhovense glasfabrieken te wor Gretig verslinden de wijd opengesperde hekken van grijpkranen dagelijks hele bergen sneeuwwit zilverzand. tig Verzonden. De zilverzandexploita- 'ftkn ^bans een belangrijke bron van hipr"ls'en voor Heerlerheide was Ifto e een feit. De toevallig ontstane Sfl bereikte een dagproduktie van Een tweede veel grotere groe- dap, keëxploiteerd door een Rotter- e6ij Ss maatschappij, die in Engeland «^oot afzetgebied voor zilverzand 'o vinden kwam tot stand en tej., 'bvoudigde het eerste produktiecij- Jbf.'t 'hield dit tweede bedrijf evenwel jbg jbbd. De na de eerste wereldoor- 5M ,:?er terugkerende concurrentie 0nta;'v®p-and uit Frankrijk, het z.g. ?hanJ??blaauzand. kon deze maat- biet aan. Beter bracht de ex- hl- Oow _Xan Matthias Beaujean het er °eÜiiku bedrjjf kampte na 1918 met jjjbeden Philips ging weer wit- k;rst6U',:n ®0lgië betrekken maar de ihrbeido erzan^exPloitanten van Heer- c al be-?etten ondanks alles hun een- ®bcur ®sonnen werk voort. Tegen alle - ï'ohiai 'e van buitenlands zand in bd ..j. bobleauzand uit Frankrijk, wit- b J Nivpi (België) en Duits zand K Hohi de vilIe (b« Keulen) en bo's'anrii °cka (Russische zone van uit te -^isten ZP bun bedrijven tl Wh breiden en dank zij vergro- "et e exnort rendabel ta makpn. er evh, stond' bi» voortde in de laatste tien jaren „spoedige groei heeft doorge- tie °'tan,„ noëT doormaakt. Het aantal meest familieleden van tltT'tik tn Iatthias Beaujean, is aan dos h6u,®Senomen en tientallen arbei- *e hip,,,, een bestaan gevonden in 'eu*e bedrijfstak. *<--c woëD exPort rendabel te maken, dii er MTvan deze pioniers, die geen dp bste werktuig dan de schop ten heeft ertoe geleid, dat er.„11erh„;t"e van het zilverzand van W Vo0reIde in de «w*t ^spoedige groei heeft doorge- V&ai !'nlYer?andwinning is thans ge- aniseerd srbnn i«ï tr.^,vani>^v'ilaniseerd- De schop is door bulldozers en de boe- B«-?Ütai,t. or meer dan vijftig fi s'e»p„ s' terwijl de dagproduktie Sn 'ben ris tot nieer dan 2000 ton. 2ii,^aRono?ms twee Per dag van elk Ha 6ren uen schepen vervoeren de .'aar- Schat ,i„ tj„i.i ®ar ia-"1 aileT.""1van de Heksenberg &ProauWH®reiddelen. Van de totale Ua-bagt "e. die rond de 350.000 ton Ita^p- ■bu'itsla^H1 pct geëxporteerd haile eo„d, (113.000 ton), naar 2u?a 2Mtf„nJ?!and (elk 37.000 ton), ï)e Amerika en Oostenrijk, naar p „."ka. ja zelfs naar Egypte. groeven kunnen de- Vh-thare 7f,,.bog rijkelijk van het a"ber§S V6 kd Von-i."*e »n, van nei (ruiÜ.aden va„ jZan(? voorzien. De m 30 K„_. de diverse exnloitnties 30 hecta» e diverse exploitaties are groot) zijn nog lang niet uitgeput en mocht dit ooit wel het geval zijn dan bevat de Heksen berg nog reserves genoeg. De zilverzandexploitanten van Heer lerheide breken zich niet het hoofd over de vraag hoe het zilverzand ontstaan is en waarom deze delfstof nu juist in Heerlerheide op een geringe diepte voorkomt. Zij laten de beantwoording van deze vragen gaarne aan de men sen van de wetenschap over, voor wie het zilverzand een prachtig studie-ob ject, maar meteen ook een nog niet geheel opgelost probleem is. De zuiver heid van dit zand en met name het ontbreken van fossielen daarin, be zorgt de geologen heel wat moeilijkhe den bij het vaststellen van de leiten over de wording van dit glanzend witte mineraal. Wel weten zü, dat zilverzand samen met bruinkool (Deide delfstoffen worden vrijwel altijd in eikaars nabij heid aangetroffen in een formatie van 4 zand- en 3 bruinkoolzones) ontstaan is in het mioceen, een van de jongere wordingsperioden van de aarde, maar desondanks toch reeds naar schatting zestig miljoen jaar verleden tijd. Volgens de geologen W. J. Jongmans en F. H. van Rummelen is het witte kwartszand in het mioceen vermoede lijk door rivieren vanuit het Zuiden naar het toen nog vlakke Limburg ge voerd, waar noordwaarts stromende ri vieren zeebekkens hebben gevormd. Door verianding is in deze bekkens een rijke vegetatie ontstaan. Deze vegetatie is later verworden tot dikke veenla gen, die zich samen met het zand in de bodem hebben afgezet. Het voorko men van miocene gesteenten vlak aan de oppervlakte (zoals te Heerlerheide en in de buurt van Keulen het geval isi wordt toegeschreven aan opwaart se bewegingen van het Ardennengebied, waarbij de oorspronkelijk horizontaal gelegen steenformaties dwars zijn ko men te liggen. Storingen hebben hier bij bovendien nog een grote rol ge speeld. Hoe dit ook zij, zeker is, dat de zilver- zandzorgen van de geologen niet die van de zilverzandexploitanten zijn. Voor hen is alleen dit ene van belang: een zo hoog mogelijke verkoopprijs. Hoe hoog deze prijs is, daarover be waren de Heerlerheidse schatgravers een geheimzinnig stilzwijgen, al verklap te een van hen, de heer J. W. Mertens, ons wel, dat het zilverzand bij de ver koop zijn naam alle eer aandoet. COR BERTRAND Een Amsterdammer en een Rot terdammer zijn in gesprek ge raakt over de stad van hun hart. De geijkte lofprijzingen en hatelijkhe den gaan over en weer; men kan ze ongezien bijna punt voor punt opnoe men, want deze even opwindende als vruchteloze debatten zijn al sinds jaar en dag schering en inslag tussen de bewoners van onze twee grootste ste den. Volgens goed Hollands gebruik eindigen ze niet in handgemeen, maar in een milde verzoening. „Kom eens bij mij langs," zegt men bij het schei den en dan komt de aap uit de mouw: de Amsterdammer woont in Heemste de en de Rotterdammer in Wasse naar. Herman Besselaar, die het praatwerk verzorgde bij Aart Klein's plaatwerk „Amsterdam Rotterdam" heeft dit gesnvek met een venijnig genoegen gevlochten in een reeks van korte karakteristieken over de Amstel- stad en de Maasstad en hij raakt daarmee een teer punt. Amsterdam en Rotterdam mogen dan de vurige trekpaarden zijn voor het karretje van de vaderlandse welvaart in ge dachten ziet men een Haagse ambte naar onbezorgd op de bok zitten beide weten maar al te goed dat hun „captains" liever in het weekend hun tuintje wieden in het Gooi of de duin streek dan wandelingen maken langs de grachten of de Coolsingel. Dat was al zo in de gouden eeuw, toen de Am sterdamse patriciërs forensten naar hun buitens aan de Vecht en het is nooit veranderd. Juist in de stilte van de dennenlanen, mijlen ver van het havengewoel, wordt het stedelijk chau vinisme het vurigst beleden. De felste heemschutters vindt men het verst van de stad. „Rijkdom geeft het recht op stilte", zegt Duhamel; de grote stad kan dit levensrecht nauwelijks meer verschaffen. Het verkeer buldert dag en uur door straten, waar vroeger alleen kinderen speelden; de radio en de televisie maken het exclusieve cul tuurbezit van de grote stad toeganke lijk voor de gehele provincie. De grote steden zijn de grote verliezers, waar het gaat om het comfort van hun be woners. Als Amsterdammers en Rot terdammers debatteren worden alle argumenten van economie en cultuur in de strijd geworpen, maar beide la ten de woonbuurten maar liever buiten geding. De Amsterdammer staat op één punt sterker. Het verleden heeft de stad een kostbaar oud centrum uit de tijd, dat het nog goed wonen was binnen de stadswallen, vrijwel onbe schadigd nagelaten. Dat centrum mo ge zakelijk gezien een museumstuk zijn, als inspiratiebron is het onver vangbaar. Al de ontmoedigende ten- denzen van deze tijd, de koude beton nen monstergebouwen van het zaken leven en het grootwinkelbedrijf, opsta peling van cïichéwoningen in toren flats, de eenvormigheid en de eento nigheid, zijn er gereduceerd tot nau welijks opvallende verschijningen in een aandoenlijk menselijke schikking van eindeloze variëteit. De Amster dammer is van huis uit een grote stadsbewoner. Hij neemt het feit dat de stad groeit als een gegeven aan. Hij maakt zich nauwelijks druk over eerste palen, maar hij reageert in stinctief en furieus wanneer een po ging wordt ondernomen om een van zijn dierbare steunpunten aan te tas ten. Het oude kerkje, het proeflokaal in de steeg, het antiquairtje om de hoek, de poppenkast op de Dam of het grachtje met de sierlijke bruggen ge ven hem dagelijks het vertrouwen dat de mens niet leeft van beton en TL al leen. Als hij door het nieuwe Rotter dam loopt wordt hij stil. De uitstal ling van moderne bouwtechnieken, de overdaad aan hoogbouw, de feilloze verkeersgeleiding met tunnels over donderen hem. Hij stapt geïmponeerd in de trein terug en tracht zich on derweg voor te stellen hoe zijn binnen stad herrezen zou zijn als de Nazi's hun schurkenstreken daar hadden uit gehaald. De wolkenkrabbers zouden er nog hoger zijn geworden, de straten nog breder, de tunnels nog dieper. Maar zijn steunpunten in de levens zee zou hij kwijt zijn; het Begijnhof, het grachtje, het kroegje, de sierlijke torens Men moet afwachten hoe de gene ratie, die thans in de flatjes van de randstad Holland opgroeit, straks over deze zaken zal oordelen. Zal zij het behoud van de Amsterdamse bin- sierlijke collier van de Amsterdamse stedemaagd is beslist antiek. Het boek „Amsterdam Rotterdam", dat zonder pretenties en zonder enige poging tot volledigheid enkele indrukken van zwerftochten langs de Amstel en de Maas registreert, is daarom ook be langrijk als een „document humain". De moderne stedebouwers maakt het attent op het element „x". dat nog steeds in al hun goedbedoelde po gingen ontbreekt. Overigens kunnen de Amsterdammers en Rotterdammers weer onverdroten voortgaan met het debat. Chauvinisme, mits gekruid met enig gevoel voor humor en sportivi teit, is een inspirerende bedrijvigheid. De Rotterdammer zal op de duur er varen dat de Amsterdammer, onder het mom van nonchalante levensge nieting, een sluwe en energieke han delaar en een bikkelharde strijder voor het herstel en de uitbreiding van zijn geschokte bestaansbronnen is, en de Amsterdammer zal bemerken dat het nuchtere Rotterdam na de oorlog een aantal culture(e daden heeft ge steld men herinnere zich de aan koop van de collectie-van-Beuningen die de vraag doen rijzen of de Maasstad over enkele generaties cul tureel nog zo een „woestijn" zal zijn als men nu nog wel eens schamper beweert. B. Kr. „Amsterdam Rotterdam. Twee ste- --- V den rapsodie". Foto's van Aart Klein, tekst van Herman Besselaar. Uitge- Een pathetisch monument en een spelend kindje, een bijna klassieke tegenstelling. verjj In den Toren. Baam. nenstad een ergerlijk anachronisme of (gggjr t'. Jt een daad van grootse wijsheid vinden? *«8» g if *1 &?3k De toetsing aan het oude schijnt merk- IV -1 waardigerwijs de ontplooiing van het IB allermodernste te bevorderen. De rao- JËÉÉ|8j ^7 derne kunst ontstond niet in New York f perimentelen en abstraeten wonen bij -«g voorkeur binnen de oude singelgrach- |tg|> ten van de hoofdstad. Economisch gezien zijn Amsterdam en Rotterdam harde, volwaardige ste- MUI den, die weten hoe een gulden ver- diend moot worden, maar in andere f urn-Y opzichten heeft het lot een merkwaar- dig spel met ze gespeeld. Rotterdam heeft zijn verleden verloren en schijnt ggjHMjjgaK.? "'i(U.S/'li, .J' JïJTjJJ;*' steeds op weg om morgen te gaan leven. Amsterdam leeft op een ge- t |H compliceerde manier tussen verleden v K-r en toekomst in. JKi ji-i, Herman Besselaar heeft gepoogd zijn visie op beide steden zo onpar tijdig mogelijk te ontwikkelen, maar hij ontkomt niet aan een, voor Am sterdam vleiende slotconclusie. En de voortreffelijke fotograaf Aart Klein, die eerlijk geprobeerd heeft de karakteristieke verschillen van de beide steden zo goed mogelijk vast te leggen, kan men het ook niet kwalijk nemen dat hij in het sierlij ke leven van het oude Amsterdam meer inspiratie heeft gevonden, dan sMtÉ in de grote ljjnen van het nieuwe Rotterdam. Toch weerspiegelt de Rotterdamse binnenstad met haar overdaad aan commerciële gebouwen zonder het te- genritme van andere levensuitingen oud-Amsterdam ten voeten uit: grachten, gerookte paling en enige onversneden helaas zeer duidelijk deze tod. Het volksfiguren. Eén van de vele verblindend witte „zandwoestijnen" te Heerlerheide. (Van onze correspondent in Bonn) De scherpte van de hui dige Bonnse contro verse tussen de rege ringspartijen C.D.U. en C.S.U. enerzijds en de sociaal-demo craten anderzijds over de her- enigingspolitiek, is ongetwij feld voor een belangrijk deel te wijten aan de omstandig heid, dat medio april in twee Westduitse deelstaten, in Nedersaksen en in Rijnland- Pals, verkiezingen voor een nieuwe Landdag zijn uitge schreven. Landdag-verkie zingscampagnes plegen naar de ervaring heeft ge leerd in de deelstaten nimmer uitsluitend te wor den gevoerd met zuiver lan delijke argumenten. Zij ko men altijd weer terecht in de sfeer van de „grote poli tiek". Dat komt o.m., omdat de landelijke partij-organisa ties de politieke kopstukken uit Bonn laten aanrukken om op verkiezingsbijeen komsten te spreken. Van landelijke problemen weten die niets af en zij spreken dus over de buitenlandse politiek. 16 en 19 april moeten res pectievelijk de bevolkingen van Nedersaksen en Rijn- land-Pals naar de stembus. De belangrijkste van beide deelstaat-verkiezingen is die in Nedersaksen, na Beieren en Noordrijnland-Westfalen de derde deelstaat der West duitse federatie. Er regeert daar een zgn. „grote coalitie" van C.D.U.S.P.D. en „Deut sche Partei". De premier van deze regering is de voorzitter van de „Deutsche Partei", Heinrich Hellwege, vroeger minister voor Bondsraad zaken in Bonn en trouwe vazal van bondskanselier Adenauer. Nedersaksen is de bakermat van de rechtse, conservatieve „Deutsche Par tei", die eigenlijk alleen nog maar een landelijke beteke nis heeft en bij de algemene, federale verkiezingen in West-Duitsland in 1957 alleen maar met hulp van de chris ten-democraten die in enkele kieskringen afzagen van de opstelling van eigen kandidaten, ten gunste van D.P.-ers over de 5% sper- clausule kon springen en nogmaals in de Bondsdag terugkeren. De sociaal-demo craten, aangevoerd door Heinrich Kopf, de „vader Drees" van Nedersaksen, heb ben met 57 zetels de grootste saksen wensen en gezien de machtsverhoudingen in de deelstaat moet het wel uit gesloten worden geacht, dat hij weer minister-president zal worden. De toekomstige premier van Nedersaksen heet óf Werner Hof meister (C.D.U.) óf Heinrich Kopf (S.P.D., die lange tijd al pre mier is geweest). Hoe de coalities er uit zullen zien, waarmee zij gaan regeren, fractie in de Landdag, ge volgd door de christen-demo craten met 46 en de „Deut sche Partei" met 20 zetels. Bij een achterstand van 11 zetels op de socialisten voe ren de christen-democraten ditmaal geen strijd om de absolute meerderheid, die onbereikbaar is. Zij voeren echter wél strijd tegen Hellwege en daarmee is in een paar woorden gezegd, wat er in Nedersaksen aan de hand is: een broederkrijg tussen twee partijen, die op federaal niveau sinds 1949 nauw met elkaar hebben samengewerkt. (Ook in Bonn behoort de „Deutsche Par tei" nog tot de regerings coalitie). Heinrich Hellwege heeft het bij de christen democraten verbruid, zo erg zelfs dat laatstge noemden de C.D.U.-minister van justitie in de Hannoveri- aanse regering, dr. Hofmeis- ter, landelijk premier willen maken, wanneer de verkie zingsuitslag zodanig mocht uitvallen, dat de vorming van een regering aan de C.D.U. zou worden opgedra gen. De christen-democraten hebben daarmee dus duide lijk te verstaan gegeven, dat zij Heinrich Hellwege niet meer als premier van Neder- moet 16 april nog worden uit gemaakt. Waarschijnlijk zal de „Deutsche Partei" in haar stamland nog mogen mee- regeren. Als premier staat Heinrich Hellwege echter in de kou. Ook voor Nederland is het van belang, hoe de Landdag verkiezingen in Nedersaksen aflopen. De deelstaat is nauw betrokken bij de regeling van de Dollart-Eems-kwestie, een van de problemen bij de Nederlands-Duitse onder handelingen. Premier Hell wege en dat is een van de redenen van de C.D.U.- ontstemming heeft tot dus verre weinig bereidwillig heid getoond tot een com promis in de Dollart-Eems- kwestie en daarmee de offi ciële Bonnse politiek tegen gewerkt. Van een toekom stige Nedersaksische rege ring onder C.D.U.-leiding is misschien wat meer hulp te verwachten. Rijnland-Pals is een C.D.U.-land. De chris ten-democraten hebben in de Landdag van 100 man met 51 zetels op het ogenblik de absolute meerderheid. De premier is Peter Altmaier. De socialisten (met 37 zetels) hebben een door het week blad „Der Spiegel" onthulde „affaire" aangegrepen om premier Altmaier zwart te maken. Het blad publiceerde een verhaal, dat Altmaier zijn particuliere woning in Koblenz (de regering zetelt in Mainz) tegen een veel te lage prijs heeft gekocht. Er werd op gezinspeeld, dat deze koop „niet pluis" is, dat het huis op verzoek van Alt maier veel te laag is ge taxeerd. Altmaier verzocht zelf om een onderzoek. Een Landdagcommissie sprak hem een dezer dagen volkomen vrij. De socialistische voor zitter van deze commissie moest toegeven, dat premier Altmaier bij de huizenkoop volkomen cprrect heeft ge handeld. De huizen-affaire, waaraan de S.P.D. had ge hoopt premier Altmaier te kunnen „ophangen", is voor de partij een boemerang ge worden. De premier koestert zich in een nog warmere populariteit en het is nu helemaal niet meer zo on waarschijnlijk, dat de C.D.U. er in zal slagen 19 april de (overigens kleine) absolute meerderheid in de Landdag te behouden. In ieder geval blijft zij (met de kleine libe rale Vrije Democratische fractie) aan de regering. De S.P.D. heeft in Rijnland-Pals even weinig kans de C.D.U. te overvleugelen als de christen-democraten de S.P.D. in Nedersaksen. Belangrijk zijn beide ver kiezingen in verband met de presidents-verkiezingen in juli in Berlijn door een „Bun- desversammlung", die voor de helft zal bestaan uit ver tegenwoordigers der deelsta ten. Hoe beter de christen democraten er in de deel staten voor staan, des te gro ter is of wordt hun meer derheid in het presidentiële kiescollege, die thans 6 stem men bedraagt, nauwelijks voldoende om een populaire SPD-presidentscandidaat als profr Carlo Schmid met zekerheid te verslaan. Vooral de CDU kijkt dus gespan nen naar Hannover en naar Mainz. AMSTERDAM ROTTERDAM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 11