I HET ZILVER VAN DE I
HEKSENBERG
HET COLLIER VAN DE STEDEMAAGD IS
ONVERVALST ANTIEK - CHAUVINISME
GEDIJT HET BESTE ONDER DENNENBOMEN
Verkiezingen in Nedersaksen voor
Nederland van belang
EEN RAPSODIE VAN TWEE STEDEN
Schatten uit het mioceen
in de Heerlense bodem
A X C
Broederkrijg tussen twee partijen
ZATERDAG 4 APRIL 1959
PAGINA 11
In Heerlerheide ligt het zilverzand en daar door ook het zilver voor het opscheppen.
ï"""""lllllll||||||||||||||||||||||||||||lt||||||||||||||IIIIIIIIIIIIIIIIII 111 IIII !l IIIIIIIIII III 111 IIII i! IIII III III i IIIIII !11 111 111 IIII il IIII III II] III IIIIIIIIIIIII 111 IM III IIII III IIIIIIIIIIIII [I I 111 III IIII III III 111 I III 111 IIII
""'iiiiiii
Miniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini
J^e schat van de Heerlense Heksenberg", eertijds
ba 6en puur sprookje, wordt met de dag meer tast-
re werkelijkheid. Zeer duidelijk ervaren dit de be-
j, ners van de rond deze heuvel gestichte stadswijk
0 r'erheide, die van dichtbij kunnen zien, hoe de
j, e Heksenberg gedwongen wordt om zijn schatten:
y. aar kiezelzuurhoudend kwartszand, prijs te geven,
difl a"e 'n zuid-Limburg voorkomende delfstoffen
sch. ®een en'ie' mineraal zo sterk denken aan een
«at als juist dit zand, dat om zijn verblindend witte
jj.a<ls terecht zilverzand wordt genoemd. Deze uiter-
jjl Pracht van „de schat van de Heksenberg" ver-
^aart evenwel nog niet de gretigheid, waarmee de
''''opengesperde bekken der bulldozers dagelijks hele
iJrSen van dit sneeuwwitte zand verslinden. Daaraan
debet de sterk gestegen na-oorlogse vraag naar
verzand vanwege zijn uitzonderlijk hoog kiezel-
,,rgehalte (99,75%) en zijn uiterst laag percentage
jj ®roxyde (0.011%) een ideale grondstof voor de
dr!ata'- en de witglasindustrie. Bovendien komt deze
v *stof vrij zeldzaam op exploitabele diepte voor, in
et*erland uitsluitend in en rond Heerlen.
tenh2e 'aatste promotie van het Hek-
een §Se zilverzand was min of meer
den TV0'S van toevallige omstandighe-
r't 'n or de aanleS van een tenge op-
spbaar de rond 1914 gereedgekomen
>ja°rvveg van Heerlen naar de Oranje
8rofaumtjn XII te Heerlerheide was een
g e hoeveelheid grond nodig.
hejjn handige zakenman uit Heerler-
^elde
^aardeloos" terrein
lllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllli
Ook de voor-oorlogse zilverzanddelvers wisten „het
witte zilver" van de Heksenberg al naar waarde te
schatten, zij het in geringere mate dan hun huidige
collega's. De eerste Heerlerheidenaar, die geld zag in
het aan de oppervlakte van de Schrievershei voorko
mende zilverzand, was de nu al bijna legendarische
heibewoner „der Klaus". Bond de eeuwwisseling trok
hij, zo herinneren oude Heksenberg-bewoners zich nog
zeer goed, enkele keren per week met een volgeladen
hondenkar zilverzand naar Maastricht, om zijn vaste
klanten regelmatig van glinsterend wit strooizand
in die tijd de ideale vloerbedekking te voorzien. De
handelswaarde van het zilverzand was toen evenwel
nog erg gering. Voor een hele emmer moeizaam ver
voerd zand beurde venter Klaus zes cent! Het zilver
zand steeg aanzienlijk in prijs toen het allereerst pro
moveerde van vloerbedekking tot stucadoorzand in
1913, het jaar, waarin de huizenbouw ten behoeve
van de mijnwerkers in Limburg een grote vlucht nam
en later tot de uitgelezen grondstof voor de glas
industrie.
landbouwer Matthias Beaujean,
de grond van een in zijn ogen
de Kroeselenberg,
nen met zijn vijf
de a 8r°ef hij deze heuvel af en lever-
20n beschikking. Samen met zijn vijf
de ri Sr°ef bij deze heuvel af en lever-
tw e grond aan de Oranje Nassaumij-
tigui Onder de afgegraven grond ont-
Matthias Rpanionn pnnrnio hnp-
Matthias Beaujean enorme hoe-
kfn den zilverzandEen ontdek-
iykS. die deze nuchtere boer aanvanke-
I*; beden zilverzand...... Een
van weinig betekenis achtte
•hei
Plotselinge moeilijkheden, waar-
e de Philipsfabrieken te Eindhoven
evenwel te kampen kregen, t.w.
stopzetting van de Duitse export
n klazen ballons voor gloeilampen
r Nederland en het vrijwel gelijk-
in '8e Verbod om Belgisch kristalzand
e °ns bind in te voeren, brachten een
Up"«e verandering met zich mee. Phi-
hpf b°uwde een eigen glasfabriek en
boi'01* llet benodigde zand van land-
y 'VVer Beaujean uit Heerlerheide.
'in bom en zijn zoons was er plotse-
V(A bieuW werk aan de winkel. Van
tgür 0tTen werden zij ineens transpor-
s' Met paard en kar werd het zil-
"abd naar de Oranje Nassaumijnen
V°,erd om vandaaruit per spoor naar
'hdhovense glasfabrieken te wor
Gretig verslinden de wijd opengesperde hekken van grijpkranen dagelijks hele
bergen sneeuwwit zilverzand.
tig Verzonden. De zilverzandexploita-
'ftkn ^bans een belangrijke bron van
hipr"ls'en voor Heerlerheide was
Ifto e een feit. De toevallig ontstane
Sfl bereikte een dagproduktie van
Een tweede veel grotere groe-
dap, keëxploiteerd door een Rotter-
e6ij Ss maatschappij, die in Engeland
«^oot afzetgebied voor zilverzand
'o vinden kwam tot stand en
tej., 'bvoudigde het eerste produktiecij-
Jbf.'t 'hield dit tweede bedrijf evenwel
jbg jbbd. De na de eerste wereldoor-
5M ,:?er terugkerende concurrentie
0nta;'v®p-and uit Frankrijk, het z.g.
?hanJ??blaauzand. kon deze maat-
biet aan. Beter bracht de ex-
hl- Oow _Xan Matthias Beaujean het er
°eÜiiku bedrjjf kampte na 1918 met
jjjbeden Philips ging weer wit-
k;rst6U',:n ®0lgië betrekken maar de
ihrbeido erzan^exPloitanten van Heer-
c al be-?etten ondanks alles hun een-
®bcur ®sonnen werk voort. Tegen alle
- ï'ohiai 'e van buitenlands zand in
bd ..j. bobleauzand uit Frankrijk, wit-
b J Nivpi (België) en Duits zand
K Hohi de vilIe (b« Keulen) en
bo's'anrii °cka (Russische zone van
uit te -^isten ZP bun bedrijven
tl Wh breiden en dank zij vergro-
"et e exnort rendabel ta makpn.
er
evh, stond'
bi» voortde in de laatste tien jaren
„spoedige groei heeft doorge-
tie °'tan,„ noëT doormaakt. Het aantal
meest familieleden van
tltT'tik tn Iatthias Beaujean, is aan
dos h6u,®Senomen en tientallen arbei-
*e hip,,,, een bestaan gevonden in
'eu*e bedrijfstak.
*<--c woëD exPort rendabel te maken,
dii er MTvan deze pioniers, die geen
dp bste werktuig dan de schop ten
heeft ertoe geleid, dat
er.„11erh„;t"e van het zilverzand van
W Vo0reIde in de
«w*t ^spoedige groei heeft doorge-
V&ai !'nlYer?andwinning is thans ge-
aniseerd srbnn i«ï
tr.^,vani>^v'ilaniseerd- De schop is
door bulldozers en de boe-
B«-?Ütai,t. or meer dan vijftig
fi s'e»p„ s' terwijl de dagproduktie
Sn 'ben ris tot nieer dan 2000 ton.
2ii,^aRono?ms twee Per dag van elk
Ha 6ren uen schepen vervoeren de
.'aar- Schat ,i„ tj„i.i
®ar
ia-"1 aileT.""1van de Heksenberg
&ProauWH®reiddelen. Van de totale
Ua-bagt "e. die rond de 350.000 ton
Ita^p- ■bu'itsla^H1 pct geëxporteerd
haile eo„d, (113.000 ton), naar
2u?a 2Mtf„nJ?!and (elk 37.000 ton),
ï)e Amerika en Oostenrijk, naar
p „."ka. ja zelfs naar Egypte.
groeven kunnen de-
Vh-thare 7f,,.bog rijkelijk van het
a"ber§S
V6
kd
Von-i."*e »n, van nei
(ruiÜ.aden va„ jZan(? voorzien. De
m 30 K„_. de diverse exnloitnties
30 hecta» e diverse exploitaties
are groot) zijn nog lang
niet uitgeput en mocht dit ooit wel
het geval zijn dan bevat de Heksen
berg nog reserves genoeg.
De zilverzandexploitanten van Heer
lerheide breken zich niet het hoofd over
de vraag hoe het zilverzand ontstaan
is en waarom deze delfstof nu juist in
Heerlerheide op een geringe diepte
voorkomt. Zij laten de beantwoording
van deze vragen gaarne aan de men
sen van de wetenschap over, voor wie
het zilverzand een prachtig studie-ob
ject, maar meteen ook een nog niet
geheel opgelost probleem is. De zuiver
heid van dit zand en met name het
ontbreken van fossielen daarin, be
zorgt de geologen heel wat moeilijkhe
den bij het vaststellen van de leiten
over de wording van dit glanzend witte
mineraal. Wel weten zü, dat zilverzand
samen met bruinkool (Deide delfstoffen
worden vrijwel altijd in eikaars nabij
heid aangetroffen in een formatie van
4 zand- en 3 bruinkoolzones) ontstaan
is in het mioceen, een van de jongere
wordingsperioden van de aarde, maar
desondanks toch reeds naar schatting
zestig miljoen jaar verleden tijd.
Volgens de geologen W. J. Jongmans
en F. H. van Rummelen is het witte
kwartszand in het mioceen vermoede
lijk door rivieren vanuit het Zuiden
naar het toen nog vlakke Limburg ge
voerd, waar noordwaarts stromende ri
vieren zeebekkens hebben gevormd.
Door verianding is in deze bekkens een
rijke vegetatie ontstaan. Deze vegetatie
is later verworden tot dikke veenla
gen, die zich samen met het zand in
de bodem hebben afgezet. Het voorko
men van miocene gesteenten vlak aan
de oppervlakte (zoals te Heerlerheide
en in de buurt van Keulen het geval
isi wordt toegeschreven aan opwaart
se bewegingen van het Ardennengebied,
waarbij de oorspronkelijk horizontaal
gelegen steenformaties dwars zijn ko
men te liggen. Storingen hebben hier
bij bovendien nog een grote rol ge
speeld.
Hoe dit ook zij, zeker is, dat de zilver-
zandzorgen van de geologen niet die
van de zilverzandexploitanten zijn. Voor
hen is alleen dit ene van belang: een
zo hoog mogelijke verkoopprijs.
Hoe hoog deze prijs is, daarover be
waren de Heerlerheidse schatgravers
een geheimzinnig stilzwijgen, al verklap
te een van hen, de heer J. W. Mertens,
ons wel, dat het zilverzand bij de ver
koop zijn naam alle eer aandoet.
COR BERTRAND
Een Amsterdammer en een Rot
terdammer zijn in gesprek ge
raakt over de stad van hun hart.
De geijkte lofprijzingen en hatelijkhe
den gaan over en weer; men kan ze
ongezien bijna punt voor punt opnoe
men, want deze even opwindende als
vruchteloze debatten zijn al sinds jaar
en dag schering en inslag tussen de
bewoners van onze twee grootste ste
den. Volgens goed Hollands gebruik
eindigen ze niet in handgemeen, maar
in een milde verzoening. „Kom eens
bij mij langs," zegt men bij het schei
den en dan komt de aap uit de mouw:
de Amsterdammer woont in Heemste
de en de Rotterdammer in Wasse
naar. Herman Besselaar, die het
praatwerk verzorgde bij Aart Klein's
plaatwerk „Amsterdam Rotterdam"
heeft dit gesnvek met een venijnig
genoegen gevlochten in een reeks van
korte karakteristieken over de Amstel-
stad en de Maasstad en hij raakt
daarmee een teer punt. Amsterdam
en Rotterdam mogen dan de vurige
trekpaarden zijn voor het karretje van
de vaderlandse welvaart in ge
dachten ziet men een Haagse ambte
naar onbezorgd op de bok zitten
beide weten maar al te goed dat hun
„captains" liever in het weekend hun
tuintje wieden in het Gooi of de duin
streek dan wandelingen maken langs
de grachten of de Coolsingel. Dat was
al zo in de gouden eeuw, toen de Am
sterdamse patriciërs forensten naar
hun buitens aan de Vecht en het is
nooit veranderd. Juist in de stilte van
de dennenlanen, mijlen ver van het
havengewoel, wordt het stedelijk chau
vinisme het vurigst beleden. De felste
heemschutters vindt men het verst
van de stad. „Rijkdom geeft het recht
op stilte", zegt Duhamel; de grote
stad kan dit levensrecht nauwelijks
meer verschaffen. Het verkeer buldert
dag en uur door straten, waar vroeger
alleen kinderen speelden; de radio en
de televisie maken het exclusieve cul
tuurbezit van de grote stad toeganke
lijk voor de gehele provincie. De grote
steden zijn de grote verliezers, waar
het gaat om het comfort van hun be
woners. Als Amsterdammers en Rot
terdammers debatteren worden alle
argumenten van economie en cultuur
in de strijd geworpen, maar beide la
ten de woonbuurten maar liever buiten
geding. De Amsterdammer staat op
één punt sterker. Het verleden heeft
de stad een kostbaar oud centrum uit
de tijd, dat het nog goed wonen was
binnen de stadswallen, vrijwel onbe
schadigd nagelaten. Dat centrum mo
ge zakelijk gezien een museumstuk
zijn, als inspiratiebron is het onver
vangbaar. Al de ontmoedigende ten-
denzen van deze tijd, de koude beton
nen monstergebouwen van het zaken
leven en het grootwinkelbedrijf, opsta
peling van cïichéwoningen in toren
flats, de eenvormigheid en de eento
nigheid, zijn er gereduceerd tot nau
welijks opvallende verschijningen in
een aandoenlijk menselijke schikking
van eindeloze variëteit. De Amster
dammer is van huis uit een grote
stadsbewoner. Hij neemt het feit dat
de stad groeit als een gegeven aan.
Hij maakt zich nauwelijks druk over
eerste palen, maar hij reageert in
stinctief en furieus wanneer een po
ging wordt ondernomen om een van
zijn dierbare steunpunten aan te tas
ten. Het oude kerkje, het proeflokaal
in de steeg, het antiquairtje om de
hoek, de poppenkast op de Dam of het
grachtje met de sierlijke bruggen ge
ven hem dagelijks het vertrouwen dat
de mens niet leeft van beton en TL al
leen. Als hij door het nieuwe Rotter
dam loopt wordt hij stil. De uitstal
ling van moderne bouwtechnieken, de
overdaad aan hoogbouw, de feilloze
verkeersgeleiding met tunnels over
donderen hem. Hij stapt geïmponeerd
in de trein terug en tracht zich on
derweg voor te stellen hoe zijn binnen
stad herrezen zou zijn als de Nazi's
hun schurkenstreken daar hadden uit
gehaald. De wolkenkrabbers zouden er
nog hoger zijn geworden, de straten
nog breder, de tunnels nog dieper.
Maar zijn steunpunten in de levens
zee zou hij kwijt zijn; het Begijnhof,
het grachtje, het kroegje, de sierlijke
torens
Men moet afwachten hoe de gene
ratie, die thans in de flatjes van de
randstad Holland opgroeit, straks
over deze zaken zal oordelen. Zal zij
het behoud van de Amsterdamse bin-
sierlijke collier van de Amsterdamse
stedemaagd is beslist antiek. Het boek
„Amsterdam Rotterdam", dat zonder
pretenties en zonder enige poging tot
volledigheid enkele indrukken van
zwerftochten langs de Amstel en de
Maas registreert, is daarom ook be
langrijk als een „document humain".
De moderne stedebouwers maakt
het attent op het element „x". dat
nog steeds in al hun goedbedoelde po
gingen ontbreekt. Overigens kunnen de
Amsterdammers en Rotterdammers
weer onverdroten voortgaan met het
debat. Chauvinisme, mits gekruid met
enig gevoel voor humor en sportivi
teit, is een inspirerende bedrijvigheid.
De Rotterdammer zal op de duur er
varen dat de Amsterdammer, onder
het mom van nonchalante levensge
nieting, een sluwe en energieke han
delaar en een bikkelharde strijder
voor het herstel en de uitbreiding van
zijn geschokte bestaansbronnen is, en
de Amsterdammer zal bemerken dat
het nuchtere Rotterdam na de oorlog
een aantal culture(e daden heeft ge
steld men herinnere zich de aan
koop van de collectie-van-Beuningen
die de vraag doen rijzen of de
Maasstad over enkele generaties cul
tureel nog zo een „woestijn" zal zijn
als men nu nog wel eens schamper
beweert.
B. Kr.
„Amsterdam Rotterdam. Twee ste-
--- V den rapsodie". Foto's van Aart Klein,
tekst van Herman Besselaar. Uitge-
Een pathetisch monument en een spelend kindje, een bijna klassieke tegenstelling. verjj In den Toren. Baam.
nenstad een ergerlijk anachronisme of (gggjr t'. Jt
een daad van grootse wijsheid vinden? *«8» g if *1 &?3k
De toetsing aan het oude schijnt merk- IV -1
waardigerwijs de ontplooiing van het IB
allermodernste te bevorderen. De rao- JËÉÉ|8j ^7
derne kunst ontstond niet in New York f
perimentelen en abstraeten wonen bij -«g
voorkeur binnen de oude singelgrach- |tg|>
ten van de hoofdstad.
Economisch gezien zijn Amsterdam
en Rotterdam harde, volwaardige ste- MUI
den, die weten hoe een gulden ver-
diend moot worden, maar in andere f urn-Y
opzichten heeft het lot een merkwaar-
dig spel met ze gespeeld. Rotterdam
heeft zijn verleden verloren en schijnt ggjHMjjgaK.? "'i(U.S/'li, .J' JïJTjJJ;*'
steeds op weg om morgen te gaan
leven. Amsterdam leeft op een ge- t |H
compliceerde manier tussen verleden v K-r
en toekomst in. JKi ji-i,
Herman Besselaar heeft gepoogd
zijn visie op beide steden zo onpar
tijdig mogelijk te ontwikkelen, maar
hij ontkomt niet aan een, voor Am
sterdam vleiende slotconclusie. En
de voortreffelijke fotograaf Aart
Klein, die eerlijk geprobeerd heeft
de karakteristieke verschillen van
de beide steden zo goed mogelijk
vast te leggen, kan men het ook niet
kwalijk nemen dat hij in het sierlij
ke leven van het oude Amsterdam
meer inspiratie heeft gevonden, dan sMtÉ
in de grote ljjnen van het nieuwe
Rotterdam.
Toch weerspiegelt de Rotterdamse
binnenstad met haar overdaad aan
commerciële gebouwen zonder het te-
genritme van andere levensuitingen oud-Amsterdam ten voeten uit: grachten, gerookte paling en enige onversneden
helaas zeer duidelijk deze tod. Het volksfiguren.
Eén van de vele verblindend witte „zandwoestijnen" te Heerlerheide.
(Van onze correspondent
in Bonn)
De scherpte van de hui
dige Bonnse contro
verse tussen de rege
ringspartijen C.D.U. en C.S.U.
enerzijds en de sociaal-demo
craten anderzijds over de her-
enigingspolitiek, is ongetwij
feld voor een belangrijk deel
te wijten aan de omstandig
heid, dat medio april in twee
Westduitse deelstaten, in
Nedersaksen en in Rijnland-
Pals, verkiezingen voor een
nieuwe Landdag zijn uitge
schreven. Landdag-verkie
zingscampagnes plegen
naar de ervaring heeft ge
leerd in de deelstaten
nimmer uitsluitend te wor
den gevoerd met zuiver lan
delijke argumenten. Zij ko
men altijd weer terecht in
de sfeer van de „grote poli
tiek". Dat komt o.m., omdat
de landelijke partij-organisa
ties de politieke kopstukken
uit Bonn laten aanrukken
om op verkiezingsbijeen
komsten te spreken. Van
landelijke problemen weten
die niets af en zij spreken
dus over de buitenlandse
politiek.
16 en 19 april moeten res
pectievelijk de bevolkingen
van Nedersaksen en Rijn-
land-Pals naar de stembus.
De belangrijkste van beide
deelstaat-verkiezingen is die
in Nedersaksen, na Beieren
en Noordrijnland-Westfalen
de derde deelstaat der West
duitse federatie. Er regeert
daar een zgn. „grote coalitie"
van C.D.U.S.P.D. en „Deut
sche Partei". De premier van
deze regering is de voorzitter
van de „Deutsche Partei",
Heinrich Hellwege, vroeger
minister voor Bondsraad
zaken in Bonn en trouwe
vazal van bondskanselier
Adenauer. Nedersaksen is de
bakermat van de rechtse,
conservatieve „Deutsche Par
tei", die eigenlijk alleen nog
maar een landelijke beteke
nis heeft en bij de algemene,
federale verkiezingen in
West-Duitsland in 1957 alleen
maar met hulp van de chris
ten-democraten die in
enkele kieskringen afzagen
van de opstelling van eigen
kandidaten, ten gunste van
D.P.-ers over de 5% sper-
clausule kon springen en
nogmaals in de Bondsdag
terugkeren. De sociaal-demo
craten, aangevoerd door
Heinrich Kopf, de „vader
Drees" van Nedersaksen, heb
ben met 57 zetels de grootste
saksen wensen en gezien de
machtsverhoudingen in de
deelstaat moet het wel uit
gesloten worden geacht, dat
hij weer minister-president
zal worden. De toekomstige
premier van Nedersaksen
heet óf Werner Hof meister
(C.D.U.) óf Heinrich Kopf
(S.P.D., die lange tijd al pre
mier is geweest). Hoe de
coalities er uit zullen zien,
waarmee zij gaan regeren,
fractie in de Landdag, ge
volgd door de christen-demo
craten met 46 en de „Deut
sche Partei" met 20 zetels.
Bij een achterstand van 11
zetels op de socialisten voe
ren de christen-democraten
ditmaal geen strijd om de
absolute meerderheid, die
onbereikbaar is. Zij voeren
echter wél strijd tegen
Hellwege en daarmee is in
een paar woorden gezegd,
wat er in Nedersaksen aan
de hand is: een broederkrijg
tussen twee partijen, die op
federaal niveau sinds 1949
nauw met elkaar hebben
samengewerkt. (Ook in Bonn
behoort de „Deutsche Par
tei" nog tot de regerings
coalitie).
Heinrich Hellwege heeft
het bij de christen
democraten verbruid,
zo erg zelfs dat laatstge
noemden de C.D.U.-minister
van justitie in de Hannoveri-
aanse regering, dr. Hofmeis-
ter, landelijk premier willen
maken, wanneer de verkie
zingsuitslag zodanig mocht
uitvallen, dat de vorming
van een regering aan de
C.D.U. zou worden opgedra
gen. De christen-democraten
hebben daarmee dus duide
lijk te verstaan gegeven, dat
zij Heinrich Hellwege niet
meer als premier van Neder-
moet 16 april nog worden uit
gemaakt. Waarschijnlijk zal
de „Deutsche Partei" in haar
stamland nog mogen mee-
regeren. Als premier staat
Heinrich Hellwege echter in
de kou.
Ook voor Nederland is het
van belang, hoe de Landdag
verkiezingen in Nedersaksen
aflopen. De deelstaat is nauw
betrokken bij de regeling
van de Dollart-Eems-kwestie,
een van de problemen bij de
Nederlands-Duitse onder
handelingen. Premier Hell
wege en dat is een van
de redenen van de C.D.U.-
ontstemming heeft tot dus
verre weinig bereidwillig
heid getoond tot een com
promis in de Dollart-Eems-
kwestie en daarmee de offi
ciële Bonnse politiek tegen
gewerkt. Van een toekom
stige Nedersaksische rege
ring onder C.D.U.-leiding is
misschien wat meer hulp te
verwachten.
Rijnland-Pals is een
C.D.U.-land. De chris
ten-democraten hebben
in de Landdag van 100 man
met 51 zetels op het ogenblik
de absolute meerderheid. De
premier is Peter Altmaier.
De socialisten (met 37 zetels)
hebben een door het week
blad „Der Spiegel" onthulde
„affaire" aangegrepen om
premier Altmaier zwart te
maken. Het blad publiceerde
een verhaal, dat Altmaier
zijn particuliere woning in
Koblenz (de regering zetelt
in Mainz) tegen een veel te
lage prijs heeft gekocht. Er
werd op gezinspeeld, dat
deze koop „niet pluis" is, dat
het huis op verzoek van Alt
maier veel te laag is ge
taxeerd. Altmaier verzocht
zelf om een onderzoek. Een
Landdagcommissie sprak hem
een dezer dagen volkomen
vrij. De socialistische voor
zitter van deze commissie
moest toegeven, dat premier
Altmaier bij de huizenkoop
volkomen cprrect heeft ge
handeld. De huizen-affaire,
waaraan de S.P.D. had ge
hoopt premier Altmaier te
kunnen „ophangen", is voor
de partij een boemerang ge
worden. De premier koestert
zich in een nog warmere
populariteit en het is nu
helemaal niet meer zo on
waarschijnlijk, dat de C.D.U.
er in zal slagen 19 april de
(overigens kleine) absolute
meerderheid in de Landdag
te behouden. In ieder geval
blijft zij (met de kleine libe
rale Vrije Democratische
fractie) aan de regering. De
S.P.D. heeft in Rijnland-Pals
even weinig kans de C.D.U.
te overvleugelen als de
christen-democraten de S.P.D.
in Nedersaksen.
Belangrijk zijn beide ver
kiezingen in verband met de
presidents-verkiezingen in
juli in Berlijn door een „Bun-
desversammlung", die voor
de helft zal bestaan uit ver
tegenwoordigers der deelsta
ten. Hoe beter de christen
democraten er in de deel
staten voor staan, des te gro
ter is of wordt hun meer
derheid in het presidentiële
kiescollege, die thans 6 stem
men bedraagt, nauwelijks
voldoende om een populaire
SPD-presidentscandidaat als
profr Carlo Schmid met
zekerheid te verslaan. Vooral
de CDU kijkt dus gespan
nen naar Hannover en naar
Mainz.
AMSTERDAM ROTTERDAM