HET KLEURIGE EN HET SOMBERE SPANJE Toeristen overstromen een eiland J Vakantiegangers op Maliorca C.T.I. I m Is verkorting van arbeidstijd op zich begerenswaardig? D I Sociaal commentaar DE 1 CARNAVALSMOORD w Kathedraal en arena r# Naar een betere vorming1 Van de jonge arbeider m i Vanaf Schiphol 15 dagen NICE f 445.- VLIEGREIZEN door MARTIN MONS ZATERDAG 4 APRIL 1959 PAGINA 7 j\/1 oXlorca kenden de Hollanders vijfentwintig jaar 1 VJl geleden door schilderijen van Wim Schuhma- cher. Wereldoorlog en gevolgen hebben van 'n hier vergeten schilder gemaakt, tijdelijk wellicht var wie per KLM op't vliegveld van Palma neerstrijkt, he "Efitidad de Barcelona" de haven binnenloopt, Ui direct de kathedraal met de strenge verticale J.nen, het Almudaina-paleis en de slanke vissersbootjes. Icy *s thuis door een werk van beeldende kunst. Een hyTiier tdter zit men aan de Borne, eet ensalada de gosta. drinkt vino blanco en kijkt in het gewoel. is er zeer druk en zeer internationaal, alleen de yenten en de schoenpoetsers herinneren aan Spanje, s? taxi's aan de voortijd van god-motor, bijzonder '^-Vathiek omdat de zonderlinge vehikels niet meer niet 20 kilometer mogen rijden en vermoedelijk ook meer zullen halen. De gezelligheid ontstaat vlal drukke centrum van de stad liev de zee ligi' De kathedraal moet men aesthetisch rij,er niet vergelijken met de kathedralen van Frank- iiia' lriaar de ruimtewerking is toch heel mooi, de 0 SSa is machtig. De architecten van Jaime I de Ver- bina„ar: die op Oudejaarsdag van het jaar 1229 de stad in nentrokde Mooren uitmoordde en direct daarna kat r^igieuze en bouwkundige opdracht gaf, wisten de deden. Zij kozen de plek goed en vernieuwden 9es h kundig. In 1956 is door het verkeer de Borne tan honden, de fraaie laan heeft nog wel hoge pla- enmaar zij ademen te veel benzinedampen. Bekijkt men het silhouet op wat afstand, bij Corp °f Porto Pi, dan blijft datgene wat door de deleeuwers lijn en accent verkreeg echter nog altijd °i- Er wordt zeer veel gemoderniseerd, men bouwt soms haast zonder overleg en totaal zonder r' maar de torengebouwen zijn nog niet zeer hoog. 0r de ruime afstanden lossen de massa's a.h.w. op een geometrie met kleur, vrolijk wanneer de zon schijnt. Doch wanneer boven de blokkendoos het merk van torentjes en pinakels niet opsteeg, leven kant zoom van de lappendeken, zou er niet veel aan 'JJn- Echt urbanisme is er niet bijdient dat zich ooit aan< dan zal aan de kust iedere vierkante meter allan9 zijn uitgegeven, geen rots ondoorploegd zijn, Cn de smalle kustweg, waar nu* twee auto's elkaar reeds Vlgcilijk passeren, moet tienmaal zo breed worden door Ulzenden „moderne" gebouwen tegen de grond te g°oien. De oplossing zal wel zijn, dat men tegen de keilt ng van de bergen een nieuwe autoweg moet maken, en dat gaat schatten kosten. JAN ENGELMAN PelIand £>0i kiaar kin»Sn kan u't deze sceptische opmer- h0ll? een conclusie trekken over de ganp permis, die op Maliorca aan de breJL 's, zodra de sterke zon door at Ven die tot een heksenketel wordt fegeö'seizoen" heerst. De toerist de I.,v°°ral de toerist met dollars; tiers khotels met hun polyglotten-por de" "ars, dancings en „verantwoor de Meubeltjes, met kunstleer, plas- dighe(j a"e andere bijbehorende beroer- De kathedraal met haar strenge vertikale lijnen. Uit aucn- rijzen als paddestoelen H*. e?n Zweedse of Amerikaanse da- Op de minuscule strand je - - ligt men te zonnen en ver- >rrt» n in_minimum-textiel; af en toe hie ri- r i'ehn wat aj te lustig is in het vaitan- Vpr°'Jden, door sombreros de-tres-picos baat u z'ch te kleden en met spoed is "et vliegveld gebracht. Het land «a I'.hslotte van de Spanjaarden zelf h z°n- vee' steiler en somberder ue ansichtkaarten zouden doen ver- Door ovg®ö|n- Wen denkt in het Noorden tic, .„Spanje meestal als over een kleu- van snelle, joyeuze dansgroe- tag'ipet guitaren en opwindende cas- de ujtten, men denkt aan geraffineer- van Debussy en Ravel en aan k 8 wellicht aan Garcia Lorca, hiosev aigrijselijke drama onder ho- i„Ue'en waarvan hij het slachtof- ook er 'vu waarvan hij de bl, Seworden, te weinig ook aan G°ya =Proorl°e en c'e bestialiteit die aati j had afgebeeld, zeker te weinig dig lijdende, maar zeer hoogmoe- Chrutf de lijdensemblemen starende tere 'Us van Morales, of aan de duis- k6hdrib.c'lt V3n Sint Jan van 't Kruis. Sten de Vries en Johan Brouwer Schtevn dat, zij hebben erover ge- eh. maar worden zij gelezen? Piet s°mberheid en dat fatalisme zijn aantj h trek bij de drommen van va- vadki gers' die komen zonnen en et Jes-drinken in de luxe-hotels van {'vrije» ahd, dat geldt voor het meest van Spanje. Zij zien ook hnp ern°°d iets van de armoede d 8 v0^t onder het onvoorstelbaar ar- Q.Jt- Een enkele bedelares in vod- bi h hnhien. Onder de vodden van- -hfit -aait zij het naakte, korstige kind, n, iYiic,hitisch hoofd, dat zij opheft tu hn5"hjden te wekken. Het kind vjhg. ïSgeroedeem is haar broodwin- Jh°et iets van Spanje wil zien, l tt-to van kjpunjv. «vu, j t sptWuurlijk in het binnenland van i» Öa| ''eteiland zijn, niet daar of op ri ahdio ren langs de in trek gekomen e prii, waar in de laatste jaren ,.h de automatisch stijgende zijn 'et me ensen bederven. Het contrast e 1at Wb °verigens al wanneer men )h een hdelen of rijden, de bergen in, ca i« van zee vandaan is. Mal- welvarend. Er zijn bomen, er is landbouw en industrie, de amandel- oogst is zeven miljoen kilogram per jaar, groenten, vlees en vis zijn er te over te krijgen, maar de Angelsak sische civilisatie is toch spoedig ver dwenen als men de kust uit het oog ver liest. Wie naar Orient en Inca gaat, wie bij Pollensa de Romeinse brug be kijkt of het bergland van de Puig Mayor intrekt, heeft van de Westerse archi tectuur en levensgewoonten geen voor stelling meer. Hij begint iets te merken van de dorheid, de droogte, de wreed heid en het desolate van dit aparte, in veel opzichten zo on-Europese land aan de Oude Wereldzee. Onder de be volking valt het Moorse en Afrikaanse daar zoveel eerder op, de godsdiensti ge gebruiken worden dan dieper begre pen. Als de Goede Week komt. schijnt de zon al fel en overvloedig. Het is lang koud geweest, hevige stormen hebben gewoed, maar de vroege Pasen wordt feestelijk ingeleid. Op Palmzondag lo pen vrouwen en kinderen met enorme, lichtgele palmpasens, prachtig ver sierd met bloemen, slingers en plui men, soms wel vier meter hoog. Zij zijn gesneden uit hard en taai riet, wat de bespotte Christus in het recht huis van Pilatus symboliseert, de Chris tus op de koude steen en het Ecce Homo tussen de soldaten en beuls knechten. Ieder kent dat van duizenden schilderijen en prenten. Op Witte Donderdag is het in ste den en stadjes druk, het is al een groot herdenkingsfeest. Toch ziet men des avonds in Palma de boet processie met de flagellanten en de kruisdragers niet bepaald in de juis te, pieuze stemming. De stoet heeft ook iets te veel van folklore, van een opera, misschien dan door het ge woel er omheen, te weinig van het mysterie en het Corpus Christi. Om de waarheid te zeggen: ook niet alle processiegangers munten uit door de votie, te veel glinsterende donkere ogen in de puntkappen herkennen meer lachend dan ernstig de hunnen onder de talloze toeschouwers. Het blijft desondanks toch indrukwek kend, als de donkere stoet met wal mende kaarsen, fluitmuziek voorop, onder het machtig gewelf van de kathedraal trekt en door de uren wachtende, duizendkoppige menigte, van heinde en verre toegestroomd, langzaam voortschrijdt. De etsen van Goya komen voor de geest, men. be merkt hoe licht en kleurig Italië is als men het met Spanje vergelijkt, en men beseft hoe intens de volks kracht in de katholieke landen de godsdienstige gebruiken overal heeft gekleurd, hoe lang de symbolen en •Miererifleuechten horen bjj nationale feestelijkheid. voorstellingen doorwerken. Men kan het gewoel der Napolitanen, op de dag bijvoorbeeld dat het wonder van de heilige Januarius wordt gevierd, onmogelijk vergelijken met de boet processies op Witte Donderdag bij de bewoners van Iberië. Pasen wordt met grote plechtigheid gevierd, zowel de avondmis als de hoog mis trekken een volle kathedraal en de devotie is opmerkelijk. In de ceremo niën is alles van barokke overdaad, van het haast barbaarse orgel tot de paaskaars, die lengte en omvang van een boom nabij komt. Het koor is be volkt met een leger van priesters, die iiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiimiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiin een ganse processie vormen als zij het beeld van de triomfantelijke, vaanhef- fend verrezen Heiland doen omgaan, die heel plechtig wordt rondgedragen. Een kwartier later wordt de bisschop aan de ingang afgehaald met dezelfde waardigheid en pompe, aan de zee van kaarsvlammen wordt nog een golf van licht toegevoegd. Men verwacht eigen lijk a-capella-zang van Vittoria, of een andere grote polyphone meester, maar het komt niet. Ook hier is de liturgie strenger doorgevoerd, een mon seigneur dirigeert op de treden van het altaar de volkszang van de vaste misteksten, waarin vooral de vele knie lende kloosterzusters uitmunten. In de reusachtige ruimte van het schip is de celebrerende kerkvorst aan het hoofd altaar ondenkbaar ver weg; het leger van priesters vult het koor met wit en paars gewemel van gewaden; de dui zendkoppige menigte, gekleurd door het zonlicht, dat door het bont ge brandschilderde glas in bundels toe stroomt, schept samen met het koor een immens schouwspel, dat even le vendig is als indrukwekkend. De auto riteiten hebben een erebank, de bur gerlijke autoriteiten zijn in rok met commandeurslint, de marinechefs in groot-tenue van wit en goud. Kerk en staat zijn het eens en als het evangelie is gezongen, trekken zjj in stoet naar het koor om de bisschop op zijn troon hulde en eer te bewijzen. De predicatie en het lezen van de aflaatbrief worden in diepe stilte aangehoord. Een derge lijke paaspreek heeft men in het noor den nooit gehoord, ook niet in Frank rijk of Italië, waar toch nog een grote en levendige kanselstijl bestaat, een bezielde rhetoriek. Het monument van de preekstoel, een kathedraal op zich zelf, wordt beklommen door een kleine, magere Jezuïet, snel en levendig. Hij preekt twintig minuten met een won derlijk pathetisch acteursgebaar en met een zó verbijsterende welsprekend heid, een zó felle drift van dictie en feilloosheid van klankvorming, dat het haast niet menselijk schijnt. De woor den komen over zijn lippen als een cascade, de zinnen zijn gevormd als reeksen trompetstoten, de perioden vol gen elkander op met een clair-ob- scuur zonder werega. Geen enkele ha pering, geen adempauze, geen spoor van welke innerlijke aarzeling dan ook. De Fransen zouden het „vóciférer" noemen, maar dat is nog te zwak uit gedrukt. Het kan de vlam van een in nerlijke vuurzuil zijn en het kan een immense tucht van theatraliteit zijn, maar hoe dan ook: hij ontsteekt een paasgloed uit woorden en stemgeluiden en hij getuigt, van het heidendom der wereld, van het onzegbaar wonder, de triomf over de dood door de verrijzenis, van de noodzaak om alles in Christus te herstellen. Dit alles met hetzelfde ver bijsterende élan en eindigend in een apotheose als een lichtgevulde barok- koepel. Inderdaad, een predikant die een vat buskruit gelijkt, een tirailleur- Hjn, en opnieuw doet beseffen dat de Advertentie (vluchf ind. hofelverzorging) Vraagt onze speciale prospectus Haarlem Telefoon 12333 belijdenis van het Credo overal dezelf de is. de vorm van de uiting echter eindeloos onderscheiden. Bij de kathedraal behoort de arena. Marsman schreef erover, toen hij in zijn jeugd voor het eerst bij de Middel landse Zee kwam. De Montherlaat maakte van het thema, tot verontwaar diging van Dirk Coster, een hele cul tus in „Les Bestiaires", waarbij hij de stierengevechten herleidde tot een soort verlengde Mithrasdienst. Men kan er veel over divageren, maar een feit is, dat militant katholicisme en de vechtlust en speeldrift, waarmee men het opneemt tegen de Minotaurus, het duistere monster, een verre verwant schap vertonen. De stierengevechten behoren bij Spanje, bij de cultus en de nationale feestelijkheid. De enige con cessie, die men gedaan heeft aan het „humanisme" van onze eeuw, is het pantser van matrassen waarmee men het paardenlijf bekleedt. Zelden meer sneeft er een paard. Maar de prachtige stieren, indrukwekkend tot zij in stro men bloed worden weggesleept, zijn opgeschreven ten dode. Het enige wat er mee kan verzoenen is de ongelofe lijke schoonheid en klassieke discipli ne van het schouwspel en de fabel achtige kunde en behendigheid van de Toreros Famosos. Dit zal de Holland se dame die geregeld naar Spanje reist om in heilige ijver pamfletten tegen de wreedheid van het kijkspel, en voor de afschaffing ervan, ter plaat se uit te reiken, misschien tot ver ontwaardiging brengen. Maar het is merkwaardig dat men dierenvrienden, die geen vlieg kwaad kunnen doen, ge fascineerd en huiverend gespannen ziet kijken naar de vaak in een slachtpar tij ontaardende gevechten. Het is een roes, die schijnt voort te komen uit oeroude riten. Er worden kleur en beweging ondergaan, die fantastisch mooi zijn te noemen. De grote attractie van het stieren offer, dat op Paasmaandag in de reus achtige arena aan de rand van Palma plaats vond, was het optreden van de beroemde Angel Peralto, die zijn Ara bische hengsten had meegebracht, een schitterend elegante man, die een ho geschool-ruiter is van onvervangbare sierlijkheid en onbegrijpelijke kunde, en die als een subliem hidalgo te paard de fanatieke stier tergt met zijn kleuri ge banderillas, om na dat spel met zijn snelle degen feilloos de genadestoot te geven. De man wordt toegejuicht als een vorst, het meest misschien nog als hij de grote rode roos met de priem plant, symbool van de wreedheid die schoonheid eigen kan zijn. Ik heb het idool der menigte, de hartstochtelijk betreurde Manolete, nooit gezien, maar kan mij niet voorstellen dat hij in drukwekkender is geweest dan de vir tuoos, ruiter en vechter in volkomen heid, die dit hippisch moordspel bedreef. Na vier stieren te hebben zien sne ven, ben ik maar weggegaan. Het is bepaald een anti-climax als men na die volmaakte hogeschool een jonge, onbedreven torero de degen, in plaats van in de hartstreek, in de longen ziet planten en het arme beest moet onder gaan in een gutsende rivier van bloed. Het stierenvechten kan mooi zijn en fascinerend, het is toch ook wel afschu welijk. Het aantal Nederlanders, dat in de laatste jaren Maliorca bezoekt, is steeds groeiende. Op de Borne denkt men soms op het Rembrandtplein te zitten; op het kleine Bellver-pléintje van Te- reno komt men zjjn vrienden en ken nissen tegen zoals dat gaat in het hoekje met de broodjeswmkel naast de Amsterdamse stadsschouwburg. Men eet Hollandse taartjes en drinkt thee bij „Fiësta"; men amuseert zich bij Max Woiski, de aanstekelijke Suri naamse flageoletspeler van „La Cuba- na", die zich hier gevestigd heeft, en bij zijn virtuoze calypso-zanger, die met vingers waar geen trommelstok ken tegen op kunnen de bongo-trom men roffelend behandelt. Spanje is in de mode, Maliorca het meest. Men is dan ook binnen vijf uur van Schiphol naar Palma. Men vindt er god Helios in lente-geweld. Maar daalt hjj ter kimme, zegen dan het ogenblik waar op gi,j hebt besloten trui en wollen jas je niet te vergeten. Niet alle etablis sementen hebben centrale verwarming. Zelfs over de Middellandse Zee komt de lente met grillen. Als straks aan de kust iedere vierkante meter is uitgegeven (Van een medewerker) e kwestie van de arbeidstijdver korting hoort langzamerhand tot de veel besproken problemen, ongetwijfeld om de aanlokkelijke kant ervan. Alvorens daarop in te gaan, graag enige opmerkingen vooraf. n werkelijk belangrijke kwesties is het dikwijls zo, dat de grote mas sa wil en wenst wat de volkslei ders haar voorhouden. Dat behoeft op zich helemaal niet te verontrusten mits we maar kunnen rekenen op een grote mate van verantwoordelijkheids- besef en deskundigheid bij de betrokken leiders. En niet alleen dat. Zij zullen als bestuurder de grote waarde moeten kennen van het Franse spreekwoord: regeren is vooruitzien. Het gaat er daarbij niet om een bepaalde maatregel als geheel op zichzelfstaand te bezien, men moet deze altijd plaatsen in het licht van het algemeen welzijn en van de toekomstige ontwikkeling. Wij lopen al meerdere weken aan deze stelling te denken i.v.m. de zo actueel geworden kwestie van de arbeidstijdverkorting. In de groot-metaalnijverheid zijn de werkgevers en de werknemers het dan in principe eens geworden over de tot standbrenging van een 45-urige werk week in 5 dagen te bereiken binnen 3 y, jaar. Wij zijn er van overtuigd, dat heel de maatschappelijke ontwikkeling dui delijk wijst in de richting van algemene arbeidstijdverkorting. De technische ontwikkeling en de verhoging van het arbeidseffect noodzaken daar metter tijd toe. Wij zijn het er dus ook over eens, dat op een gegeven moment er gens zal moeten worden begonnen. Maar wij zouden juist op dit stuk de gedachten waarmee wij deze beschou wing openden eens willen toepassen. Een economische mogelijkheid is nog helemaal niet het zelfde als een sociale wenselijkheid. Wanneer wij zo door het land trekken, en wij zijn in Advertentie De pummel lacht béte. „Worde ge dan nooit wijzer?" vermaant doktei gemoedelijk. „Hoe hedde da nou weer opgelope, hé?" „Och, ziede," zegt de patiënt, „da ga om zo te zegge vanzelf. As een jong vaste verkering heet, mot een ander daar mee zijn handen afblijve. En toen Driekes ons Nelleke „Nou ja, alles goed en wel, maar da's nou toch nog geen reden om zo dalijkzegt Scheers weer en schiet dan plotseling in de lach. Hij is wel de rechte om die kinkel hier de les te lezen na die scène gisteravond in de „Korenschoof", toen hij nog in zijn veekoperscostuum gestoken was. Geen haal beter is hij geweest. Eigenlijk geen wonder, zijn va der had in zijn jonge jaren zelf nog in de blauwe kiel achter de koeien gelopen. Hier past hij wel op over zulke dingen te spreken, het stadje is een erg def tig stadje. Maar zijn jeugdherinneringen geven hem een gemak en een begrijpen bij het omgaan met zijn boerenpatiënten dat dokter Elinckx mist. Zijn plattelandspraktijk groeit nog steeds en die is ook financieel niet te versmaden. Nu, hij zal het verder bespreken van Fons maar liever aan heeroom over laten. Trouwens Driekus, met wie hij slaags is ge weest was nu ook juist geen lieverd. Een smoel dat je handen deed jeuken er eens flink op te tromme len. Je had meer van die lui, het was merkwaardig hoeveel plezanter de stemming in hun clubje gister avond opeens was geworden toen ze de kantonrech ter Van den Bronck kwijt waren geraakt. „Nou, houd oe, Fons." „Ge zjit bedankt, dokter, houd oe." Zie zo dat is klaar voor vanmorgen. Eens kijken wat hij voor die ochtend op zijn lijstje heeft: Bruil, Van DuinenEerst de dringende gevallen maar. Als hij niet klaar kwam kon de rest wachten tot mor gen. „Juffrouw Schaper!" Haastig komt ze aangesloft. Op haar gerimpelde koontjes brandt een blosje van opwinding. „Heeft dokter het al gehoord? Ze hebben de kan tonrechter dood gevonden, 't Is zonde, zo enen jon gen mens." „Mena, je bent niet fris!" „Het is toch waar, dokter. De bakker en de melk man hebben het mij beiden verteld. Ze hebben hem gevonden op de trappen van het kantongerecht. Wer kelijk, net is zo." Dokter Josef Scheers fluit langgerekt en schel Op de trappen van het kantongerecht. Ja, dat lag op zyn weg naar huis van de „Korenschoof". Arme blik sem, zekei een zwak hart. Het staat hem flauw voor dat een paar maal een zitting was uitgesteld wegens ziekte Zeker wist hij het niet. Hij was Van den Broncki dokter niet, Elinckx behandelde hem. Ja, als je hart niet prima was en je vierde drie dagen car naval zoals Van den Bronck dat had gedaan Oververmoeid, te veel alcohol, was natuurlijk beroerd geworden op weg naar huis. Arme bliksem, het speet nem nu toch waarachtig van die scène gisteravond. Als hii geweten hadJa, als een mens alles van te voren wist. Maar goed toch dat hij dat niet deed. Verduiveld, dat kon vandaag nog wel eens een lijk schouwing geven. Juist nu hij het zo druk had. Nu ja, hij kon zich niet beklagen dat zijn baantje als po- litiearts hem tot nu toe veel tijd of moeite had ge kost Waarschijnlijk zouden ze wel genoeg hebben aan een verklaring van Elinckx als behandelend ge neesheer, maar hij zou toch voor de zekerheid juf frouw Schaper maar opgeven waar hij van uur tot uur tp bereiken was tot het middagspreekuur. Zachtjes fluitend haalt hij zijn wagentje uit de ga rage. Het ziet er uit naar een regentje voor heel de dag. Als dat pad naar Kerssemakers nu maar berijd baar is, anders kan hij een kwartier met zijn zware instrumententas door de modder baggeren. Als dokter Scheers bij zijn terugkeer, nadat hij de bemodderde wagen in de garage heeft geborgen, zijn horloge raadpleegt, komt hij tot de ontdekking dat hij een kwartier over tijd is voor het middagspreek- uur Eerst maar eten, besluit hij, juffrouw Scnaper zal de rommel wel warm hebben gehouden. En dan maar zo vlot mogelijk afwerken, want hij moet van daag beslist nog naar Van Diggelen voor die goud injectie. Dat neemt een dik uur heen en terug. An ders een geval om van te smullen. Je ziet die opge zette gewrichten slinken. Elinckx wil van die behan deling niets weten. Typisch, die afkeer van de oude baas van elke medicijn die niet kan worden inge nomen. Bij zware reumagevallen't Wordt tijd nat Toon,e afstudeert. Als de ouwe heer nog een paar jaar zo ouderwets doormoddert, vindt zoonlief een verlopen praktijk. Bah, wat een hondenweer. Hij snakt naar een kop sterke koffie. „Erg vol, Schapertje?" „Nee, derder is geen mens, dokter." Haar oude handen friemelen zenuwachtig aan haar zwart satinet boezelaartje. „Geen mens? Wat vertel je me nou? Dat is me nog nooit gebeurd in al de drie jaar dat ik hier ben Zat il< dan warempel eens op mijn zeven ge makken kunnen afeten? Dat is me ook in geen tij den overkomen. Nog geen oproep van het politie bureau? Het lijkt er op of ze mij er niet bij nodig hebben. Viel ook te verwachten, een simpele haft verlamming. Als er nou niets tussen komt op het laatste ogenblik, Schapertje, ga ik vanavond met juffrouw Lowieske een bioscoopje pikken." De oude vrouw opent even haar mond als ging ze iets zeggen, maar zij schijnt zich te bedenken en klemt de dunne lippen vast opeen. „Wat een verschil zal het maken, dat vrolijke Lowieske met haar klaterende lacht om je heen in plaats van die oude zuurpruin," denkt dokter Scheers, ztjn bord wegschuivend. „Nou, juffrouw Schaper, als iemand me nodig heeft, ik ben naar Van Diggelen bij de Gaanderse weg. Het zal wel een anderhalf uur aanhouden eer ik terug ben." (Wordt vervolgd) gesprek met werknemers, merken wij maar zelden dat er een algemeen ver spreid sterk verlangen zou zijn naar ar beidstijdverkorting. Niet dat de mensen zo gek zijn op werken, maar men begint onmiddelltjk aan deze re denering: als er in onze arbeidsvoor waarden wat verbeterd kan worden, zijn er nog zoveel zaken belangrijker dan het bekorten van de arbeidstijd. En wij kennen dan het lijstje: verbetering van de lonen der laagstbetaalden, af schaffing van de gemeenteclassificatie, afbouw van de sociale-verzekeringswet- ten, etc. Daartegenover mag worden gesteld, dat het in die gevallen gaat om alge mene maatregelen, waarvoor dus na tionale economische ruimte aanwezig moet zjjn. Bij het streven van de me taalindustrie gaat het beslist niet om het consumeren van een nationale eco nomische ruimte. Ook de metaalbewerkers, zowel on dernemers als werknemers, zijn natuur lijk voorstander van een verbetering in algemene zin en zeker t.a.v. bovenge noemde punten. Zij stellen dan ook voor, dat wat zjj in hun bedrijfstak aan vankelijk per onderneming en na 1962 voor de gehele bedrijfstak willen berei ken beslist moet komen uit een stijging van de produktiviteit welke uitgaat bo ven de nationale stijging. Het gaat dus om extra ruimte welke mede door het invoeren van een arbeidstijdverkor ting, door verbetering van de arbeids- methodiek enz. zichzelf verdient. De ze redenering schijnt geheel te kloppen. En toch wagen wij net om hier een kanttekening te maken, welke naar on ze mening in het belang van de zaak, in het belang vooral van het algemeen welzijn, is. anneer wij nationaal een priori teiten-schema hebben, dan kan men zich afvragen of de ver werkelijking ervan uitsluitend een na tionale kwestie is ofwel, dat ook deze bedrijfstaksgewijze kan worden beke ken. En daarbij willen wij voorname lijk de nadruk leggen op één wens, wel ke niet is opgenomen in het bekende SER-advies over de arbeidstijdverkor ting, en welke wij tot nog toe maar zelden uit de mond van vakbondsleiders dan wel van werkgevers- of werkne merszijde hebben vernomen. Wij den ken niet aan een sociaal-economische wenselijkheid maar aan een sociaal- paedagogische. Wij kunnen ons zo le vendig voorstellen, dat bij een stre ven haar verbetering van de arbeids voorwaarden de gedachten worden be- Eaald door zaken als arbeidstijd, loon, estaanszekerheid, vakantie en oude- dagsverzorging. Maar het bedrijf, ook het bedrijf als werkgemeenschap, heeft onafwendbaar nog een andere taak Arbeid is voor de mens even natuur lijk als voor een vogel het vliegen. Door de arbeid moet dan ook zjjn persoon lijkheid tot sterker ontplooiing en ont wikkeling komen, moet hij m.a.w. meer en beter mens kunnen zijn. Nu weten wij, dat een te jeugdige entrée in het bedrijfsleven dikwijls een ern stig gevaar is juist voor die persoon lijkheidsontplooiing. Er is wel een groot verschil met de tijd waarin de jonge mens op 10 12-jarige leeftijd de fa- briekspoort binnenging en ook de mo gelijkheden om, wanneer hij eenmaal aan het werk is, nog door te studeren zijn stukken beter dan vroeger, maar de voorbereiding tot het mens zijn in de onderneming is nog altijd een tamelijk eenzijdige. Zij is n.l. tech nisch ingesteld op het feit, dat de mens door zijn vak zijn leven lang zijn bo terham zal moeten verdienen. Niemand wil en kan deze stelling be strijden. Maar wij streven er juist naar. dat hij iets méér is dan alleen maar de zijn brood verdienende mens. Het tech nisch onderwijs behoort daartoe ook meer sociaal-paedagogisch te zijn inge steld. Het „vak" menselijke verhoudin gen zou juist al tijdens dat inleidend on derwijs naar onze mening een geheel andere betekenis moeten krijgen dan het wetenschappelijke „human rela tions" dat ons vanuit Amerika heeft bereikt en dat zuiver tot doel heeft, de produktiviteit op te voeren. Hoe vaak hebben wij al niet een plei dooi gevoerd om te zorgen, dat jonge mensen beter voorbereid, en in ver band daarmee liefst op een wat hogeye leeftijd dan thans, net bedrijfsleven zouden binnenstappen. De moreel en maatschappelijk verongelukten zouden in aantal sterk afnemen, indien wij dat konden bereiken. Dient nu niet in het prioriteiten-schema van elke maat schappelijke organisatie deze zaak zeer hoog op de ranglijst te worden ge plaatst? En ook hier lijkt het ons mogelijk om een gedifferentieerde aanpak tè stellen. Misschien zelfs met behoud van wat de metaalindustrie zich nu voorstelt te bereiken. Wanneer er nl. een vrije za terdag komt, is het dan niet mogelijk deze voor een gedeelte te vullen voor de jonge mensen met verplicht maat schappij-onderwijs Het is ons heel wel mogelijk om de ze beschouwing met heel wat meer en wat krachtiger argumenten te beslui ten. Wi) zouden cijfers en feiten kunnen geven, maar dat lijkt ons meer de taak van de katholieke jeugdbeweging en meer met name van de K.AW. Deze houdt op 13 juni a.s. een sociaal-econo misch congres en wij zouden nu reeds een beroep op haar willen doen, om dan ook vooral aandacht te vragen voor deze zaak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 7