De Amsterdamse POPPENKAST
op de Dam „wankelt'
Over vier jaar satellietstad
met 80.000 inwoners?
„Vertrouwelijke
Vertellingen" van Roest Crollius
ZATERDAG 4 APRIL 1959
PAGINA 9
§inds de tijd dat de Nederlanders worden onder-
scheiden in Boven, en Beneden-Moerdijkers, schijnt
b„eiJ Vergeten te zijn, dat er nog een derde categorie
Dar c'er Moerdijkers, oen uitstervend ras van
WILHELMINA
MAA5
MOEOO'JK
NOORDZEE HOLLANDS DIEP
KANAAL
1.' WILLEMSVAART
ZÊELANP
VLAANDEREN
'WILLEMSTAD
WILLEMSTAD
5 TATI O N
LAGE ZWALUWE
t is Jan Klaassen met zijn historische voorliefde om veel en hard te slaan, in deze dagen
de reeds dikwijls gerestaureerde hoofden van Katrijn, zijn kijvende wederhelft, de
lange, boosaardige Snikhals, Sample, de louche Voddenman of doodgraver Hein wat
minder goed raakt dan gewoonlijk, is dat begrijpelijk. De geoefende vingers, die hem soms
wel twaalf maal per dag een bewonderenswaardige energie bezorgen, trillen nerveus.
Op twee vierkante meter van de Amsterdamse Dam, in de schaduw van de Nieuwe Kerk, be
leeft Dirk Kersberger een spannende tijd. De achtentwintigjarige telg uit het geslacht der
befaamde Cabalzis, wacht op het loon van zijn angst. De al twee jaar durende strijd tegen
de gemeentelijke instanties, met als inzet het hoogbejaarde poppenkastvermaak op de Dam,
nadert een climax. De muziekvergunning in verband met de inkomsten onmisbaar, móet
er komen. Zo niet, dan krijgt het nationale plein in september een lege plek en zullen de
ouders „Henkie" de balonnenkoopman hard nodig hebben om hun teleurgesteld kroost te
troosten. Dan draagt Dirk zijn stalen kast voor eens en voor altijd weg van de plaats,
waar Jan Klaassen en Katrijn sinds mensenheugenis triomfen vierden en waar voor nieuwe
figuren als „Dorus" met de hangsnor en het peukie sigaar, de operazangers en de can-can-
danseressen een beste toekomst scheen weg gelegd.
HOLLANDSE
STEDEN
LANG 5TPAAT - DEN BOSCH
Het keurige haventje van Moerdijk rechtstreeks verbonden met de zee.
MOERDIJK, het dorp der
drie blinde darmen
FRANKRUK
ZUID - NEDERLAND
DUITSCHLAND
BRABANTS
KANALENNET
5POOQVEGEN
AUTOWEGEN
WATERWEGEN
Nieuwe hoop
Van B. Roest Crollius verscheen vo
rig jaar de ronian „Mensen zijn geen
goden" Dit boek bewees, dat de
auteur kon vertellen, goed kon obser
veren en raak typeren en gevoel voor
hutnor bezat. Al die goede eigensc. p-
pen enden de roman evenwel niet
redden. Ken gewilde Kafkiuanse sym
boliek, een soms te precieuze stijl en
een hinderlijke aanstellerij in de naam
geving die ook al weer een symbo
lisch karakter bezat gaven de ro
man een allure die boven de capaci
teiten van de schrijver uitging. Roest
Crollius wilde te vee) en daardoor be
reikte hij te weinig.
Dezelfde hinderlijke elementen zijn
ook in zün verhalenbundel „Vertrou
welijke vertellingen" aan-vezig. Nu
overheersen ze echter Met de intimi
teit van de verhalen, zoals die door de
titel gesuggereerd wordt, valt het nog
al mee. De vertrouwelijkheid van
Roest Crollius gaat niet verder dan die
van andere schrijvers. Men zou de ti
tel tegen de bedoelingen ook zó
kunnen interpreteren: dat de auteur
zichze'' hier bloot geeft aan het pu
bliek. In die betekenis is de titel hele
maal gerechtvaardigd. Want de figu-
Bijna honderdvijfentwintig jaar nu
schalt over de Dam het verhaal dat
generaties overleefde: het huwelijks
drama van Jan Klaassen en Katrijn.
Een bewogen drama met een histori
sche achtergrond. Want op nog geen
vijftig meter van de plaats waar het
poppenspel wordt opgevoerd, is op 4
februari 1706 door de „Eerwaerde
Kerckraedt" het huwelijk ontbonden
van de tweeënveertigjarige poorter
Jan Claassen, prinselijk trompetter
van beroep en wonende in de Anjeliers
straat en zijn een jaar oudere vrouw
Catrijn Pieters uit de Tuynstraat. Van
af de Nieuwe Kerk scheidden de wegen
van twee mensen, die het elkaar bijzon
der lastig hebben gemaakt. Jan
Claassen zou volgens de overlevering
na de echtscheiding nog maar kort heb
ben geleefd. In zijn laatste levensjaren
verdiende hij de kost met trekweven
enpoppenkastvertoningen, waarbij
hij voor het Amsterdamse volk door
middel van aangeklede handpoppen zijn
eigen huwelijksperikelen ten tonele
bracht.
Sinds 1830 doen de Cabalzis op de Dam
niets anders dan de „afsonderlijck le
vende" Jan Claassen in zijn tijd. Hel
circus bracht hen naar de hoofdstad,
de donkere Italiaanse steltenlopers en
orgeldraaiers, die als grote hobby het
spel met de handpoppen kenden. Am
sterdam werd hun tweede vaderstad.
Met een poppenkast trokken zij langs
grachten en pleinen, om tenslotte op
ae Dam een vast domicilie te vinden.
Zij mengden zich onder het eigenaardi
ge volkje van de Duvelshoek, een buur
tje in de omgeving van de Vijzelstraat
en gingen wonen in de Land-van-Belof-
tensteeg. Bekende marionettenspelers
als Sampimon, Mullens en Verhoeven
waren hun buren. De Cabalzis sneden
hun „ronziebonzies" zoals de poppen
werden genoemd zelf. Zij gebruikten
daarvoor het stevigste hout, dat met
zo min mogelijk schade de „klappen-
orgiën" kon doorstaan. Een pop van
bijzonder kaliber was de Jan Klaassen
van Janus Cabalt, die in de twintiger
jaren optrad. Zijn „Jan" beschikte over
Over het lot van
de iepenhouten
Jan Klaassen en
Katrijn Pieters,
twee hoofdfigu
ren van het pop
penkastspel op
de Dam, moeten
gemeentelijke in
stanties beslis
sen.
een geweldig incasseringsvermogen. Al
liep zij dan ook een z.g. „boksersneus"
op en al veroorzaakten een record aan
tal klappen een holle wang, de pop
overleefde zijn meester en staat nu met
Janus' oude poppenkast in het museum
van Volkenkunde te Arnhem.
Genoot Janus Cabalt als poppenkast
speler grote bekendheid, kleinzoon Dirk
Kersberger is thans hard op weg zijn
grootvader in naam en faam te even
aren. Tegen moeilijkheden die zijn voor
gangers eenvoudig niet kenden, vecht
hij met bijzonder veel allure. Aanvan
kelijk verdiende Dirk zijn brood als
bloemist, maar toen „Apple" Roeber-
sen, schoonzoon van Janus Cabalt, kort
na de bevrijding tekenen van vermoeid
heid begon te vertonen, bleek Dirk da
delijk bereid de poppenkast over te ne
men. Als kind had hij bij zijn groot
vader al blijk gegeven aanleg te hebben.
Zoals nu zijn vierjarig dochtertje Thea
de gesproken tekst van het Jan Klaas-
senspel uit het hoofd kent. had hij het
libretto geleerd van zijn grootvader en
die op zijn beurt weer van een vroegere
generatie. Op papier was er nooit iets
gezet. Het oude repertoire ging steeds
van mond tot mond. Dirk begon met
frisse moed en kreeg al gauw de be
kendheid van zijn illustere voorgangers.
Ook hij kon de poppen wild laten klap
pen, ook hij wist Jan Klaassens voca
bulaire te kruiden met malse Jordaanse
krachttermen. Het „proefdraaien" bij
de politie, die wel eens wilde zien wat
hij presteerde voor zij de vergunning
uitschreef, werd een grandioos succes.
De agenten schudden van het lachen.
Populaire figuren
Maar Dirk had zijn tijd niet mee.
Het inkomen dat na ieder half uur aan-
een-stuk-door-praten bijeen werd ge-
manst, liep terug. De kosten van het
levensonderhoud stegen. Eerst zijn moe
der, een dochter van de laatste Cabalt,
die zo'n veertig jaar voor de recettes
zorgde en later zijn jonge vrouw Cobl,
zagen de inhoud van hun mansebakjes
steeds kleiner worden. Trok de poppen
kast niet meer, of betekenden de eeuwi
ge speldjescollectes en luidspreker-recla
mes voor alle mogelijke loterijen een
té grote concurrentie? Dirk besloot tot
een reorganisatie. Jaren lang had hij
geoefend op de techniek van het ma
rionettenspel. Dit moest zijn redding
worden. Hij werkte een plan uit om met
een nieuwe installatie en met muziek in
zijn poppenkast een marionettenspel op
te voeren. Hij zou dan gebruik maken
van allerlei populaire figuren zoals
„Dorus" met de hangsnor en het peukie
sigaar, een creatie van de artiest Tom
Manders, die Dirk schriftelijk toestem
ming verleende dit type te gebruiken.
Het lag in de bedoeling om op maan
dag, dinsdag en donderdag met de ma
rionetten te werken. De woensdag en
de zaterdag bleven gereserveerd voor
het Jan Klaassenspel, omdat dit nu
eenmaal favoriet was en bleef bij de
kinderen. Dirk Kersberger scharrelde
de kleine duizend gulden bij elkaar, die
voor zijn stunt nodig was. Bij het ge
meentebestuur vroeg hij de vereiste mu
ziek ver gunning aan. Ofschoon Dirk de
ze op 7 oktober j.l. nog niet in zijn
bezit had, waagde hij het erop. Tien
tallen verbaasde Amsterdammers kon
den toen hun ogen en oren niet ge
loven. Op de plaats waar zij anders
Jan Klaassen en Katrijn hoorden
schreeuwen, zagen zij nu het mannetje
„Dorus" grimassen maken en hoorden
zij operazangers zingen dat het een lie
ve lust was. Dirk was in de wolken.
Nog meer marionetten moesten er ko
men, nog meer muziek zou hij maken.
Maar Dirk struikelde in zijn enthousias
me over de wet en viel languit in de
misère.
„Het is nu eenmaal verboden, om op
de Dam mechanische muziek te ma
ken. Daarvoor is een vergunning no
dig. Wij kunnen u die niet geven, want
de buurt heeft geklaagd dat 'iw optre
den zo veel lawaai veroorzaakt," ver
klaarde men op het bureau van Alge
mene Zaken. „Ik moet die vergunning
hebben, anders ga ik maar een baas
zoeken en doe ik de poppenkast weg.
Van 150.- per maand aan dubbeltjes
en centen kan ik niet leven," zegt Dirk
Kersberger. De buren, voornamelijk za
ken en kantoren, hebben hem nieuwe
hoop gegeven. In een brief, die zij on
dertekenden, geven zjj te kennen nooit
over enig geluid van Dirk Kersberger
te hebben geklaagd. Wat hjj vanuit zijn
poppenkast over het Damplein roept,
gaat voor hen verloren in het verkeers
lawaai. Deze brief is thans in het bezit
van Algemene zaken en Dirk heeft de
toezegging gekregen dat zijn zaak op
nieuw bekeken zal worden.
Het kleine wereldje van Dirk Kersberger op zijn „rare plekkie" de Dam. Soms
wel twaalf maal per dag vertelt hij er het verhaal van Jan Klaassen en zijn
kijvende wederhelft Katrijn, een altijd weer boeiend verhaal gekruid met malse
Jordaanse krachttermen.
ren uit de verschillende verhalen lijken
te zeer op elkaar dan dat men geen
intimiteiten met de auteur vreest.
Hoofdfiguur van vele van Roest Crol
lius' verhalen is de eenzame, schuwe
vrijgezel, die wij in zijn zielige pogin
gen zjjn eenzaamheid te doorbreken,
betrappen. Nu moet het de auteur al
gauw duidelijk zijn geworden, drt hij
niet in staat was. sentimentaliteit te
vem.ijden. Aan verhalen als „Peeters-
ma en de glazen„Pianoles" „Valse
des fleurs" de eerste drie van de
bundel hangt een traan Daarom
stapt Roest Crollius over op het bui
tenissige. dat echtei nooit meer dan
het griezelige is. Zijn fantastische ver
tellingen zijn slechts fantasterijenzij
geven nergens een verrassend uitzicht
op de werkelijkheid, al trachten ze dat
ook te suggereren. Typerend is het
verhaal „De beschuldiging", een Kaf-
kiaanse vertelling op burgerlijk plan:
een ambtenaar wordt plotseling door
zijn collega's, kennissen, ja zelfs door
zijn goede moeder, geschuwd om een
misdaad, die hij zich niet bewust is
en waarover niemand in zijn omgeving
iets naders wil zeggen. Wanhopig zoekt
hij naar de aard van de beschuldiging.
Na lange tijd raakt de beschuldiging
op de achtergrond; het contact met
de collega's wordt weer normaler. En
hoe eindigt dan het verhaal? „Het
oude ongedwongen contact dat hij met
zijn mede-ambtenaren had is nooit
weergekeerd en misschien daardoor is
hij ook nooit te weten gekomen waar
van men hem indertijd beschuldigde."
Commentaar bij dit pernicieuze slot is
overbodig.
Van die doodlopende griezelverhalen
staan er vele in de bundel. Slaagt de
auteur erin, zijn vertelling een reëel
einde te geven, zoals in „De kater van
Haap". dan glimlacht de sentimentali
teit de lezer weer zoet toe. De „Vijf
verhalen van mijn vriend Sornero".
waarmee de bundel besluit, zijn van
entourage snobistisch en dat soms op
het lachwekkende af.
Roest Crollius schrijft zeer zorgvul
dig, soms op het precieuze en over-
verfijnde af, wat zicli vooral uit in
de overvloedig aanwezige vaak ge
zochte beeldspraak, die nooit spontaan
in de tekst springt, maar altijd met
zorg is aangebracht, waardoor ze haar
verrassend en verhelderend effect mist.
Over het geheel doen de verhalen uit
„Vertrouwelijke vertellingen" kunstma-
In de Borgerstraat, waar de Kersber
gers sinds kort een eigen woning heb
ben, vertelt Dirk over zijn financiële
zorgen. In de maand februari leverde
het poppenkastspel hem 136,65 op.
Daarvan gingen aan vaste lasten, zoals
belasting, AOW, stallinggeld voor de
kast, 42.- af. „Te gek om los te lopen.
Hij moet wel veranderen. Die mario
netten doen het goed bij de Amster
dammers en de vreemdelingen, ver
klaart zijn vrouw Cobi, als Dirk ons het
nieuwe accordeonduo toont: een boer
tje en boerinnetje. Uiterlijk onbewogen
vertellen zij over hun „rare plekkie": de
Dam, waar je nooit van op aan kunt,
waar één zonnige dag in januari soms
meer oplevert dan een week in augustus,
waar met windkracht zeven de poppen
kast niet kan staan en waar Dirk vaak
uren lang voor niets opschreeuwt tegen
de liefdadigheidsluidsprekers. Wat gaat
Amsterdam doen? In Antwerpen
schreeuwen en stoeien de „Voddeba-
len", de „Neus", de „Schele" en de
„Schavies' 'op kosten van de gemeente.
Brussel steunt de poesjenellen met sub
sidie. Zulke tegemoetkomingen kan men
van de hoofdstad misschien nog niet
verwachten. Maar die muziekvergun-
ning is toch echt niet iets, waarvoor
een stuk eerlijke traditie moet worden
opgeofferd.
HAYE THOMAS
tiger en bedachter aan dan „Mensen
zijn geen goden", dat rijk was aan le
vensechte en levenswijze details. Dok in
de vertellingen hindert weer de naam
geving men late Bordewijk daarvan
het monopolip - die nooit functioneel
is
„Vertrouwelijke vertellingen" ver
scheen bij A. A. M. Stols te 's-Graven-
hage.
K.F.
ügt op een strategisch punt
ktjQ z'Jn weerga niet heeft: aan het
°rdP|;,Unt van vier spoorlijnen, naar
ÊreSrecht-Rotterdam en verder; naar
haajTa"Tilburg-Eindhoven en verder
Zuid-Nederland en Duitsland;
Roosendaal, Zeeland en België-
La^'^ijk en naar Den Bosch via de
Som traat thans alleen een lijn voor
l? surenyervoer- T.a.v. de wegen is
bin toatie al even gunstig, en ze wordt
v'& i 'ort nog gunstiger als de rjjks-
naar Roosendaal klaarkomt,
i- meest opvallend is de gun-
th^hgging van Moerdijk t.a.v. de wa-
Hij jS®n: vlak tegenover de Dordtse
el rein tcgctiuvct utr t/uxuiac
vaarweg naar Dordrecht en Rot-
dieT eb de Rijn, en van de Amer,
e Maas, het Wilhelminakanaal en
en
Zuid-Willemsvaart bereikbaar
na vlak kij de Roode Vaart, die
slüiti„ Verbetering een goede aan-
5a'en„ geeft op het Westbrabantse ka-
at j!et en dicht bij het Volkerak,
vaarweg naar Zeeland en België
tooft Daar komt straks dat ge-
8 hp n vast het Moerdijkkanaal
^0pr 'J- waarover België binnenkort
tleh. -„„''^handelingen zou willen ope-
S®n ^slotte biedt het Hollandsch Diep
h0ordzn treekse uitgang naar de
<r°rcireph' de vroegere vaarweg van
i ke6r,. i' verwaarloosd sedert de
j.etWeg aai't van de stad via de Wa-
8aat, maar in de toekomst Stel
la0rdt a van betekenis. Weliswaar
k blokk Ze weg door het Deltaplan
'hgvhpf^fd, maar de sluis in de Ha-
s rdetv arn belooft groot genoeg te
i'-'hikt *°u ze oorspronkelijk al ge-
vigec^Qn voor de allergrootste zand-
jeb;,sis'hu Hellevoetsluis weer mari-
eh op 'J- zal ze zeker berekend wor-
0 grote oorlogsschepen.
|e sianks deze ongeëvenaard gunsti-
i a|Jer'ie is Moerdijk vergeten. Her-
?at e® is er sprake van geweest,
t adsch aan de oever van het Hol
den* Diep iets zou gebeuren, maar
teri vi„s,prong het af- "Het is of er
t?.h§h 5 °P rust", zegt ir. H. de
n h vin in de „torenkamer" van
ver h'la aan de havenkant uitkijkt
2?, keurige haventje en de wfl-
j kt, rv'akte die tot de Noordzee
va''8e ^j^Ohgh is geboren in het voor
ga,,, Zji-, r.iaar het grootste deel
Wh-'èn 'even heeft hij in Groningen
UiL ^Wit,Waar 'n dienst van het
gevlot ai van Vei'keer en Waterstaat
Vih ®6st nsPecteur van het verkeer is
Vep'es. M00r de drie noordelijke pro-
dWa.'-ijn aaI in„ het hoge noorden ble-
fliir eh n„f®h-achten telkens weer af-
"Top' bet wonderlijke punt Moer-
hjj h hu n nd van de gemiste kansen.
ïfiiL11 de ,.g, studeerde in Delft kreeg
Li*(Swater>uo an.tie een functie bij de
dp de |aa. at 'h Heusden. waar toen
th&aLVhe'dim> hand werd gelegd aan
IVaa^le hü ?n Maas en Waai. Zo
'hiee Hp 1904 de boottocht mee,
werken officieel door
nu toe is alles doodgelopen. Meer dan
10 keer zijn er gegadigden geweest
voor een scheepswerf. Niestern uit Gro
ningen wilde er komen, maar heeft
toen plotseling de oude marinewerf in
Hellevoetsluis gekocht. Verolme is be
zig geweest, maar het is niet doorge
gaan, waarom weet niemand. „Als ze
komen zijn ze enthousiast; dan gaan
ze naar het gemeentehuis in Hoge Zwa-
luwe en dan hoor je er niets meer
van."
Het comité heeft op haar rekest twee
keer een brief gekregen, waarin werd
meegedeeld, dat de zaak in studie was
en dat over het industrialisatiebeleid
overleg werd gevoerd met het provin
ciaal bestuur. Dat heeft nu enkele we
ken geleden het omvangrijke West-Bra
bantplan laten verschijnen, een plan
dat in heel de streek is toegejuicht,
behalve in Moerdijk. Het provin
ciale plan gaat ervan uit, dat eerst
Zevenbergen, waar al een aanzet is
van metaalindustrie, zal gaan uitgroei
en, met industrieën aan de Roode Vaart
en dit pas in een later stadium,
na 1980. Op de duur zal Zevenbergen
dan een plaats van 30.000 inwoners kun
nen worden. Pas na de ontwikkeling
van Zevenbergen wordt een uitgroei
van Moerdijk gepland, dat rond het
jaar 2000? eveneens 30.000 inwoners
kan gaan tellen. Tegen deze opzet is
het comité in het geweer gekomen,
door brieven te sturen aan de minister
raad en aan G.S. Het schrijven aan
G.S.* zegt o.a., dat Rijkswaterstaat
voornemens is, het Hollandsch Diep
noordwaarts te versmallen tot 975 m.
Dit betekent, dat aan de Brabantse
wal buitendijks een industrieterrein
kan worden opgespoten van 2 a 3 dui
zend ha, zonder dat daardoor dus cul
tuurgrond moet worden afgestaan. Dit
zou, straks via één sluis, met de zee
verbonden zijn en niet door sluizen
van Rotterdam gescheiden zijn, in tegen
stelling met het Kreekrakgebied en
Oranjestad bij Willemstad. Over het
Kreekrakplan zegt het comité voorts,
dat dit ligt aangeleund tegen het haven
gebied van Antwerpen, zodat Rotter
dam van de daar te vestigen industrie-
en niet veel voordeel zal hebben. Oran
jestad, aan de Zoomweg, wordt in
Moerdijk nog extra sceptisch bekeken,
omdat men die weg nog niet zo gauw
ziet komen. „Als dadelijk in 1961
de brug van Gorinchem klaar is, zou
wel eens kunnen blijken, dat de Moer-
dijkbrug zodanig ontlast wordt dat de
Zoomweg overbodig is," zegt ir. De
Iongh. VIC LANGENHOFF
la 'nSvissers, kwijnende middenstanders en pende-
jj'we arbeiders, die hun werk zoeken in Dordrecht en
.terdam. 1700 zielen wonen er in Moerdijk, het
'e,'le vlek dat een ruime steenworp terzijde van de
in I ■^oorc'"^uid-verbindingen vergeten en verloren
Seh P°'der l'gt. Een handvol huizen, als een kudde
napen bijeengegroept in het groenende, platte land.
't hun midden steekt één opvallend silhouet omhoog
ven slanke, witte toren. In de bescheiden Moerdijkse
fp.^fiudingen heeft hij de allure van een Euromast; in
Ite is het de klokketoren van de nieuwe katholieke
j rk- een modern en opvallend groot bouwwerk van
on P0*80!16 architect Van Halteren. „Het is berekend
P «00 zitplaatsen. Voorlopig hebben we aan 450 ruim
M'iioeg», 'zegt pastoor-deken Van Kessel. „Maar de
^..^hop van Den Bosch waaronder Moerdijk des-
^sorteerde vond het nodig, alvast op groei te
Mf>enen'" groe' 4S er n°g alt'jd niet, integendeel:
L°erdijk is de laatste jaren nog verder achteruit ge-
eran- „De parochie telt nu 950 hielen. In 1936 waren
n°S 1250", vertelt de pastoor. „De eerste klap is
v"erkeersbrug geweest. Vóór die tot stand kwam
]yjUg al het verkeer over de pont en door het dorp.
s- drukke dagen, zoals met Pasen en Pinksteren,
0,xien de auto's soms uren in de rij en werden er
di zaken gedaan." De tweede slag was de oorlog,
in 1940 en vooral ih 1944 enorme verwoestingen
3gPrichtte: 55% van het dorp werd totaal vernield,
Vp i° ^reeg zware schade. De katholieke kerk ging
hpl - en en ook het moederhuis van de Zusters van
H. Hart „van Moerdijk" heette het vroeger.
„.a de oorlog is het niet meer herbouwd, de zusters
jpngen naar Veldhoven. Ook tal van Moerdijkers zoch-
„n het elders: vele middenstanders, die er geen brood
Speer zagen, vestigden zich in Breda en andere plaat-
n- Tenslotte kwam in 1953 de watersnood, waarna
wederom diverse Moerdijkers een beter .woonoord op
zochten. Zo komt het, dat de kerk, die dank zij de uit
keringen wegens oorlogs- en watersnoodschade op
luisterrijke wijze kon worden herbouwd, ruim te groot
is. Dat het riante parochiecentrum, waarin de voor
malige noodkerk is herschapen, niet rendabel te ma
ken is. En dat de welstand, die van de vele pieuwe
huizen, de ruime straten en de frisse groenstroken
straalt, bedrieglijke schijn is.
koningin Wilhelmina werden geopend.
„Toen we bij Moerdijk onder de spoor
brug doorvoeren en het knooppunt van
vaarwegen passeerden, dacht ik plot
seling: wat een ideaal punt voor in
dustrievestiging", zegt de heer de Iongh.
Vier jaar later, toen hij werkzaam was
bij de Spoorwegen in Breda, richtte
hii met het Kamerlid Swane en bur
gemeester van Lanschot een consor
tium op, dat de regering concessie
vroeg om een Kademuur te mogen aan
leggen tussen de spoorbrug en de rijks
haven. Het plan werd gesteund door
de heer A. Stoop, die onmiddellijk de
notaris belde en opdracht gaf om de
gronden aan te kopen. „Via vrienden
hoorde ik, dat het plan met vlag en
wimpel de goedkeuring kreeg van Rijks
waterstaat. Maar een campagne van
Rotterdam heeft de zaak getorpedeerd.
Ik heb vele audiënties gehad bij minis
ters en andere autoriteiten, maar de
kwestie werd slepende gehouden. De
aanvrage is nooit afgewezen: ze ligt
nog altijd bij het departement. Maar
toen Stoop oud werd, wilde hij de zaak
afwerken. Hij gaf het consortium nog
één jaar; +oen heeft hij de 60 ha weer
verkocht."
Toen ir. de Iongh in Groningen ge
pensioneerd werd en na een drukke
werkkring plotseling tot nietsdoen
werd gedwongen, ging hij bouwen in
Moerdijk. Dit is het dorp van de drie
blinde darmen", zegt ir. De Iongh, die
in 1957 de stoot heeft gegeven tot de
oprichting van het „comité van actie
Moerdijk", dat de spreekbuis vormt
van heel de Moerdijkse gemeenschap.
Het comité heeft in 1957 een rekest
gericht aan de ministerraad.
Daarin werd gewezen op de unieke
ligging van Moerdijk voor de vestiging
van zware industrie, op de gespleten
heid van het dorp en op de mogelijk
heden om tussen de verkeersbrug en
de rijkshaven die dag en nacht voor
de grootste coasters bereikbaar is
buitendijks 40 ha industrieterrein op te
spuiten met zand uit 't Hollandsch Diep.
Gevraagd werd, Moerdijk en omgeving
tot ontwikkelingsgebied te bevorderen
en het dorp met de plaatsjes Roode-
vaart en Zevenbergse Hoek te combi
neren tot een nieuwe gemeente van
4.000 zielen. Het comité wees tenslotte
op de mogelijkheid, van dit Moerdijk
een satellietstad te maken van de volle
Randstad Holland. Ir. De Iongh gelooft
erin. „In 4 jaar tijds kan hier een
stad van 60.000 tot 80.000 mensen groei
en. Zie Pernis, zie Spükenisse. In Et-
ten en in Drente schieten de industrieën
uit de grond en hier, op dit unieke
punt, zou het niet kunnen?" Maar tot
De klokketoren van de nieuwe katholieke kerk in Moerdijk heeft de allure van
een Euromarkt.