Oudste parochiële jongensschool Haarlem bestaat 50 jaar 1in Sint Canisiusschool aan Linschotenstraat eens modernste school van de stad Gouden geschiedenis verteld door de heer A. Aukes J I tweede katholieke Zandvoort urgent Stichting kerk Drie Haarlemmers exposeren op „Contour" in Delft OG w DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL Besprekingen met gemeente gaande in 1959 Poppenkast op de Dam blijft WITTE KRUIS HELPT ECHT! WITTE KRUIS een sensatie ZATERDAG 18 APRIL 1959 PAGINA 3 De ideale zonwering Fa. 7. P. SENFT ZN. Schrale beurs Van alle tijden Neer- en opgang mm Kinderspecialist gepromoveerd Opvolgers Geheel gemoderniseerd front en een lagere prijs I H. ENGLEBERT N.V. Kersbergen krijgt muzi ek-ver gunnin g Europese Federalisten Vijftig jaar geleden gold de Sint Cani- siusschool aan de Linschotenstraat als de modernste school van Haarlem: grote, ruime lokalen met veel licht. In verge lijking met de thans gebouwde scholen is de Sint Canisiusschool een ouderwets maar niettemin statig en deftig gebouw. „We begonnen een beetje vreemd, die eerste mei 1909, met onze fonkel nieuwe Sint Canisiusschool. Juist de avond tevoren was er een prinsesje geboren, onze tegenwoordige koningin Juliana, en daarom begon de school met een vrije dag. Dat scheen wel een goed voorteken. Op de speelplaats werden de ondanks alles voltallig opgekomen leerlingen toegesproken door het hoofd der school en naar huis gestuurd." Zo begon de heer A. Aukes ons zijn verhaal te vertellen over de Sint Canisiusschool aan de Linscho tenstraat, de oudste parochiële jongensschool van Haarlem, die 1 mei vijftig jaar bestaat. Van den beginne af tot 1939 is de heer Aukes aan de school verbonden geweest, eerst als onderwijzer, vanaf 1925 als hoofd. Als geen ander is hij dus op de hoogte van het wel en wee van „zijn" school en hij kan er enthousiast over vertellen. De schoolstrijd, de vijftig jaar geleden ook al lage onderwijzers-salarissen, de uitbreiding van Haarlem, het eigen karakter van de Sint Canisiusschool en hetgeen er van zijn oud-leerlingen geworden is, van dat alles en nog veel meer gaf de heer Aukes, thans bijna 83 jaar, ons een boeiend relaas. De viering van het gouden school-jubileum is voorlopig tot september uitgesteld, omdat er op het ogenblik helaas weinig reden tot feestvreugde Is. Zowel het hoofd der school, de heer H. J. Bruns, als de heer W. Janse, een onderwijzer, die veertig jaar aan de school verbonden is, zijn thans ziek. ,,De geschiedenis van de katholieke t school aan de Linschotenstraat is er steeds een met ups en downs ge weest", vertelt de heer Aukes. „Toen we begonnen, was het beslist wel één van de mooiste en modernste scholen van de stad, en dat wilde wat zeggen ln een tijd, toen er nog geen gelijkstel ling was tussen openbaar en bijzonder onderwijs en de katholieken dus vrij wel zelf hun onderwijs moesten bekosti gen. Architect Robbers had de Sint Ca nisiusschool een destijds hyper-moder- ne behuizing gegeven met veel licht en zeven zeer ruime klaslokalen. Ik had eerst zeven jaar les gegeven op het „Gortje", de roomse school voor „minder vermogenden" in de Gorte straat. waar alles even somber en muf was. De prachtige lokalen van de nieu we Sint Canisiusschool waren op acht enveertig leerlingen berekend en we liepen meteen al aardig vol. Het eer ste hoofd was de heer Dielis Janse, afkomstig uit Zierikzee, die zoals toen heel gewoon was, „ambulant" moest wezen. Verder waren er vier onderwij zers en een onderwijzeres, juffrouw G. Smits, die twee jaar geleden gepensio neerd is en nu in het Wilhelminapark ln Haarlem woont. Zij gaf les in de eerste klas, iets wat voor onderwijs mensen altijd moeilijk is, en ze deed dat op een manier, die de school al da delijk een uitstekende naam bezorgde. Toen er later andere parochiële scholen in Haarlem kwamen thans zijn er zeker een veertig tot vijftig werden wij steeds als voorbeeld gesteld." Waarom juist de Spaarne-parochie de primeur had van een eigen school voor de parochie? Omdat Haarlem zich een halve eeuw geleden juist daar in de buurt uitbreidde. Er waren toen vier parochies: die van Sint Joseph aan de Jansstraat, ook toen al betrekke lijk niet groot en zonder uitbreidings perspectieven, de nieuwe kathedrale parochie aan de rand van de stad en aan drie kanten tussen de bollenvel den. Ook daar was voorlopig van groei van het aantal parochianen nog geen sprake, hetgeen ook gold voor de Pa terskerk-parochie. Het katholieke on derwijs was toen nog naar gelang de stand van de ouders gedifferentieerd. Voor de meisjes waren er de Maria- scholen in de Koningstraat (één lagere school voor de gegoede middenstands dochters, één voor de minder vermo genden en één voor wat daar tussen „lag"). In het school-complex aan de Gedempte Oude Gracht (waar thans de katholieke MULO is) waren een lage re „Burgerschool" en een „Tussen- school" voor katholieke jongens terwijl de rest naar het „Gortje" moest. Dan was er in het Kenaupark nog de school van de r.-k. Schoolvereniging, aanvan kelijk een internaat, maar rond de eeuwwisseling omgezet in een dag school. De vier kerkbesturen besloten geza menlijk een parochiële school te stich ten voor de snel groeiende Spaarnepa- rochie, die het risico alleen blijkbaar niet aandurfde. Enkele jaren later, in 1913, werd de Sint Canisiusschool pas overgedragen aan het kerkbestuur van Onze Lieve Vrouw Rozenkrans en Sint Dominicus. Advertentie ©UttPONKRD HANDELSMERK (aluminium jaloezieën) Dekoratie! Duurzaam en Praktisch. Nassau laan 76 - Tel. 10743 Haarlem „Alles ging toen uit een schrale beurs", vertelt de heer Aukes, die zijn Haarlemse onderwijsloopbaan in 1897 begon. „Ik verdiende op het „Gortje" een tientje per week, met het voor uitzicht, dat ik kon klimmen tot zes honderd gulden per jaar. Van subsidie aan het bijzonder onderwijs was toen nog geen sprake. Die kwam pas in 1906, onder het ministerie-Abraham Kuyper, mede dank zij het ijveren van onze grote voorman uit die tijd dr. Omstreeks 1915 werd bovenstaande foto gemaakt van de leerkrachten der Sint Canisiusschool. Het sta tige schoolhoofd, de heer Dielis Janse, overledenis in het midden gezeten, geflankeerd door mejuf frouw G. Smits (rechts, twee jaar geleden gepensioneerd) en de heer L. H. van Emmerik (links zittend, hij werd in 1939 hoofd en is een aantal jaren geleden overleden). Staande van links naar rechts de heren W. Janse (zoon van het schoolhoofd en destijds de jongste onderwijzer), A. Aukes (hoofd van 1925 tot 1939), Oremus en Kloos terman (beiden overleden). De heer A. Aukes vindt zichzelf op deze foto wat al te pontificaal geportretteerd met zijn beide on derscheidingen, het gouden ere kruis Pro Ecclesia et Pontifice en het ridderkruis in de orde van Oranje-Nassau, die hij verdiend heeft voor zijn vele verdiensten, niet alleen op onderwijsgebied maar ook bijvoorbeeld voor de katholieke kinderuitzending. Hij gaf zelf de voorkeur aan een an dere foto, waarop de onderschei dingen niet te zien zijn. Maar ere, wie de eer toekomt. De heer Aukes is van het begin af, 1 mei 1909, aan de Sint Canisiusschool aan de Linschotenstraat verbonden ge weest. Eerst als onderwijzer en van 1925 tot zijn vertrek in 1939 als hoofd. Hij is, zo vermelden we nog volledigheidshalve, 7 juli 1876 te Indijk in Friesland geboren en was een der oprichters van de Frysk Selskip „Gijsbert Japiks". De bekende historicus en biograaf van kardinaal de Jong, de heer H. W. F. Aukes, is één van zijn zoons. Schaepman. Aan volledige gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs durfde toen echter zelfs ons Christelijke ministerie nog niet denken. Maar ook na de subsidiëring bleef het onderwij zers-salaris op de bijzondere scholen een habbekrats. Daarbij kwam, dat onze salarissen gemiddeld vierhonderd gulden jaarlijks lager waren dan die bij het openbaar onderwijs, waar de arbeidsomstandig heden bovendien aanmerkelijk beter waren, omdat men er ruimer in de middelen zat. Een katholieke onderwij zer met hoofdacte verdiende vijftig jaar geleden 13,64 per week, hetgeen minder was dan hetgeen men meende, dat een grondwerker minstens nodig had. Het minimum-loon van een met selaar bedroeg toen ƒ16,80, een stuca- door verdiende vijftien tot vijfentwin tig gulden per week." De leerlingen merkten echter niet van al die materiële schoolmeesters-misère en een plus-punt van de Sint Canisius school was vijftig jaar geleden ook voor de leerkrachten de riante behuizing en het andere nieuwe. ,,Er heerste een bijzonder prettige sfeer," aldus de heer Aukes. ,De aard van de leerlingen van de Canisiusschool was uiteraard volkomen anders dan bijvoorbeeld die van de r.-k. Schoolver eniging, waar ik ook enkele jaren te voren les gegeven had. Ik kreeg in de Linschotenstraat de zesde en later de laatste klas en dat was bijzonder pret tig werken, omdat de school voor de meeste leerlingen eind-onderwijs gaf. M.U.L.O. was er toen nog niet en de jongens moesten dus echt op het leven worden voorbereid. Ze deden eind-exa men ten overstaan van twee gedele geerden van het gemeentebestuur en de uitblinkers kregen een prijs, die vooral rekening hield met hun toe komstplannen. Een jongen, die tuinier zou worden kreeg bijvoorbeeld een 'j hark en een schoffel, een aanstaande timmermansleerling zaag en schaaf enz. Dat alles maakte het afscheid van de school bijzonder genoeglijk en ik heb het altijd prettig gevonden, dat mijn oud-leerlingen hun onderwijzers nooit vergeten hebben." „Met leerlingen kun je je anders wel eens vergissen," aldus herinnert de heer Aukes zich. „Zo had ik eens een jongen, die niets kon leren en aan een stevig minderwaardigheidscomplex leed. Gelukkig heb ik hem er boven op kunnen helpen, zo zelfs, dat hij de beste van de klas werd. En bij het eind-examen deed hij het zó goed, dat de gecommitteerde er enthousiast van werd en de jongen spontaan behalve de gemeentelijke prijs, nog een extra beloning gaf: een zilveren horloge als persoonlijk geschenk". Van meet af aan was de Sint Canisiusschool „demo cratisch", een echte doorbraakschool in het toenmalige katholieke standenon- derwijs-systeem. „We hadden vogels van diverse pluimage. Kinderen van goed verdienende, maar ook van ar mere arbeiders eh ook middenstander tjes". „Die echte straatbengels zijn altijd mijn beste vrienden geweest," zegt de heer Aukes vol vuur. „Ik hield van die jongens. Brutaal, maar zo eerlijk als goud. En dat vond je bij die andere jongens minder." Kattekwaad en jeugdbaldadigheid zijn van alle tijden. De heer Aukes is heel perti nent wat dat betreft. In een tijd bij voorbeeld, toen er nog vrijwel geen auto's waren, deden zijn leerlingen al aan joy-riding. Ze zagen kans een wa gen op gang te brengen, zonder rijbe wijs of rijvaardigheid uiteraard. Het scheen van een leien dakje te gaan, maar de bengels wisten niet meer, hoe ze het vehikel moesten laten steppen. Het werd een toertje tot de benzine op was en de auto wel moest stil staan. Helemaal tot Spaarndam. Wat er van zijn oud-leerlingen later geworden is? „Verscheidenen gingen naar de missie", vertelt de heer Aukes. „Ik heb brieven van ze gekregen uit alie werelddelen. Verder ontmoet ik bijvoorbeeld achter loketten op het postkantoor en bij de spoorwegen nog al wat van mijn vroegere leerlingen. Er was ook een tijd, dat veel van mijn oud leerlingen politie-agent werd. Daar had ik wel eens een voordeeltje mee," glun dert de heer Aukes. „Wanneer ik zonder licht reed bijvoorbeeld. En ik kende ze natuurlijk door en door." Een unieke plaats onder die duizenden oud-leerlin gen neemt wel de heer W. Janse in, die eigenlijk ook van de oprichting af in de Linschotenstraat op school is. Als zoon van schoolhoofd D. Janse zat hij er in de banken, ging later naar de „kweek" en kwam veertig jaar gele den terug als onderwijzer, wat hij sinds dien gebleven is. De „downs" ln de schoolgeschiede nis begonnen in de twintiger jaren. De parochie ontvolkte meer en meer, al thans wat de grote gezinnen betreft, die bijvoorbeeld in Haarlem-noord en het Bavo-dorp, waar toen op grote schaal gebouwd werd, een aanmerke lijk hetere behuizing vonden. Tot dan toe had de Sint Canisiusschool gemid deld een tweehonderdvijftig tot twee honderdzestig leerlingen, maar dat aan tal was omstreeks 1930 gedaald tot on geveer honderdtachtig. Daar kwam nog de concurrentie van de Broederscholen bij, die veel leerlingen uit de parochie trokken. Dat alles gebeurde in de eer ste jaren, dat de heer Aukes hoofd was van de school. Het was bepaald on prettig, dat er een leerkracht ontslagen moest worden. Er moest iets aan ge daan worden om het leerlingental weer op het oude peil te brengen. En er gebeurde iets. Een half jaar lang bezocht schoolhoofd Aukes avond aan avond ouders van potenti ële leerlingen van de Canisiusschool. Pastoor de Vlieger van de Spaarne- parochie vermaande hen vanaf de preekstoel en het resultaat bleef niet uit. „We begonnen in september met maar liefst 274 leerlingen, meer dan ooit te voren. En er kon weer een leerkracht bij komen." Het karakter van de Sint Canisiusschool verander de ook enigszins door de grote aan- Het kerkbestuur van St.-Agatha te Zandvoort houdt zich al geruime tjjd bezig met de vraag, hoe moet worden voorzien in de behoefte aan een kerk gelegenheid in Zandvoort-noord. Hier onder verstaat men het gebied, gelegen ten noorden van de spoorlijn, met in begrip van de Noord-boulevard. Door de toenemende bebouwing is daar een vrij groot aantal katholieken komen wo nen, voor wie de afstand tot de enige parochiekerk van Zandvoort bezwaar lijk begint te worden. Een belangrijke factor komt daar nog bij: de ontwikke ling van Zandvoort als badplaats geeft in de zomermaanden een dergelijke toeloop van katholieke badgasten, dat men in de parochiekerk op zondag nau welijks meer behoorlijk kan mis-horen. In de jaren vóór 1940 kon men met één zogenaamde badgasten-mis op zon dag volstaan. Verleden jaar bleek het in augustus nodig drie badgasten-missen te doen opdragen; desondanks puilde het kerkgebouw soms uit van de kerk gangers, die geen behoorlijke plaats konden vinden. Men denkt er nu over om in augustus bovendien op zondag nog een avond-mis te doen opdragen. Deze toestand kan niet bestendigd Een der kinderspecialisten van het Binnengasthuis te Amsterdam, dokter A. A. Eggink, is aan de gemeentelijke universiteit gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde, op een proefschrift ge titeld „De betekenis van de arteriële en veneuze pulsatiecurven voor de dia gnostiek van aangeboren hartziekten". Promotor was de hoogleraar in de kin dergeneeskunde, prof. dr. S. van Cre- veld. Het proefschrift is opgedragen aan de beide kinderen van de promovendus, Marten en Gerben. Het doel van deze studie was na te gaan welke diagnosti sche waarde mag worden toegekend aan de niet bloedige registratie van de bewegingen van de wand van slag aders bij aangeboren hartgebreken. Dokter Eggink concludeert, dat deze indirecte registratie van pulsatiecurven inderdaad een belangrijke aanwinst is voor die diagnostiek. Aan de dissertatie zijn tien stellingen toegevoegd, waarvan de laatste luidt: „Het aanbieden van een sigaret door een arts aan een niet-medisch ge schoolde is laakbaar." blijven. De voorziening ten behoeve van de katholieke inwoners van „noord" zal gepaard moeten gaan met het schrap pen van een gelegenheid, waar de ka tholieke badgasten him zondagsplicht kunnen vervullen. De bisschoppelijke si- tueringscommissie en het kerkbestuur hebben zoals wethouder Tates enige tijd geleden in de gemeenteraad mede deelde besprekingen gevoerd met het gemeentebestuur. Het kerkbestuur had het oog laten vallen op een terrein, ge legen op de hoek van de Van Lennep- weg en de Vondellaan. In verband met de bebossing ter plaatse, bestonden hiertegen echter van de zijde der ge meente bezwaren. In overweging werd gegeven een keuze te doen uit twee aan gegeven mogelijkheden: een terrein na bij de Boulevard in de omgeving van de kabelloods van het P.E.N. of een ter rein, meer landinwaarts gelegen, in de omgeving van de Linnaeusstraat. Het eerste terrein is voor de badgas ten uitermate gunstig gelegen; het is echter een bezwaar, dat de kerkgan gers van de meer oostelijk gelegen straten bij slecht weer (en dit geldt vooral 's winters) tegen de zeewind op moeten tomen. De voorkeur gaat dus uit naar de tweede mogelijkheid. De stedebouwkundige situatie rondom de Linnaeusstraat is echter nog in voorbe reiding. Hieromtrent zal dus nog met de ge meentelijke instanties moeten worden gesproken. Het gaat dan niet alleen om een terrein voor de bouw van een kerk, maar ook voor een lagere school en een kleuterschool. Deze scholen zullen in de verdere toekomst pas nodig zijn, name lijk als plan-Noord nog meer is uitge breid. Maar het is noodzakelijk dat nu reeds de plaats wordt aangegeven waar deze scholen gebouwd kunnen worden. De stichting van een tweede katholieke kerk in Zandvoort is echter urgent. Binnen afzienbare tijd zal men daartoe moeten overgaan. Advertentie werd er ook méér van de school gevraagd. We moesten opleiden voor toelatingsexamens bijvoorbeeld. Ook daarmee oogstten we veel succes." De tijd staat niet stil. Ook niet in het Canisiusschoolverhaal van de heer Aukes, dat hij ons twee uur aan een stuk vertelde. Systematisch en chrono logisch. Na soms lange uitweidingen vat hij altijd zelf weer de draad op. Het is 1939 geworden. De heer Aukes neemt afscheid van de school, die hem lief geworden is. En van hetgeen er na dien gebeurt, weet hij ook alles, omdat de Sint Canisiusschool zijn belangstel ling blijft houden. De heer L. H. van Emmerik wordt zijn opvolger. „Hij heeft niet geboft," zegt de heer Aukes. Hij kreeg al direct te maken met de mobilisatie. Zijn school werd kazerne, eerst voor onze eigen soldaten, daarna voor de Duitsers. De leerlingen kregen her en der, over verschillende scholen verspreid, les. Na de bevrijding kon Van Emmerik eigenlijk van voren af aan beginnen. Het gebouw was volko men uitgewoond. Een paar jaar later werd hij gepensioneerd, maar daar heeft hn niet lang van mogen genieten helaas. De heer van Emmerik werd als hoofd opgevolgd door de heer Bruns, die van af de dertiger jaren al aan de school verbonden was. Hij was het, die er een nieuw vak introduceerde: Engels. „En wat voor Engels," vertelt de heer Aukes. „Dat had je mee moeten ma ken. Hij heeft ze Engels leren zingen of zingende Engels geleerd. Kostelijke liedjes, waarbij hij zelf op de gitaar begeleidde. Een denderend succes, want Engels toen nog zeldzaam als lager onderwijsvak leerde iedereen even graag. De heer Bruns is, zo ver telt de heer Aukes, een man van mo derne opvattingen. Hij heeft het onder wijs op de school vernieuwd, geheel volgens zijn eigen opvattingen. Het De tentoonstelling „Contour onzer beeldende kunsten" die telkenjare als een plaatselijk Delfts initiatief van na tionale betekenis wordt gehouden, telt dit jaar drie Haarlemmers onder de ge nodigden. Een drietal mijmerend geschilderde doeken van Jules Chapon, blijkens de titels verbeeldingen van gemoedstoe standen, zijn er te zien. Heel voorzich tig geformuleerd en stillig van gebaar en een niet onverdienstelijk onderdeel Advertentie Kiespijn... maar ook andere plagende pijnen stilt u het snelst met WITTE KRUIS. tabletten, poeders of cachets UI. UWl» v. O- "VW O - 1 •li l was. ,,We kregen kinderen van echte gaat uitstekend, al zou ik net hem niet middenstanders, van de blekers aan nadoen. Maar tenslotte ben ik al heel het Spaarne bijvoorbeeld. Daardoor wat jaartjes ouder. van het geheel. De figuur van Chapon is hier voor wie zijn recente werk kent echter zwak vertegenwoordigd. H\j heeft werk van groter allure, sterker van bouw en dwingender van conceptie klaarder van gedachte en directer van opzet. Een slechts bij insiders bekend Haarlemmer is Roger Chailloux, nog aan de Rijksacademie studerend bij prof. Clenin, maar reeds bekend om zijn décor- en costuumontwerpen voor het theater. De keuze voor zijn inzending is h iergevallen op zijn grafisch oeuvre Zijn kundigheden komen hierin wel zeer transparant tot uiting. De behan deling van de etsplaat is helder door dacht; uit de organisatie van de werk- gang blijkt zjjn monumentale inslag. De vrije vorm bloeit op uit het naar de natuur geobserveerde; onder het werk schijnt hij van de voorstelling weg te dromen naar het vrije spel met de ma terie. Tussen de grafici een opmerke lijke figuur. De ten onzent woonachtige Hongaar Imre Nagy die nog kortgeleden een tentoonstelling had bij de Galerie Es pace waar hij gouaches liet zien, ontstaan naar aanleiding van zijn reis naar Zuid-Frankrijk is hier verte genwoordigd met een zestal olieverf schilderijen. In structuur en kleurkeuze geeft hij bpeldloos gestalte aan zijn on derwerpen. Het wonderlijke is nu, dat hij méér geeft dan de voorstelling. Het doek dat de titel „Haarlem" 'draagt is een dichterlijke evocatie. De tentoonstelling Coutour, welke als bijzonderheid heeft dat aankopen aldaar met een belangrijke premie door O.K. en W. worden gesubsidieerd, duurt tot 11 mei. L.T. elgezind is het voorjaar, soms met een humeurig bui tje, ons deze week tegemoet gekomen. Het spel van zon en scha duw maakte de sfeer in stegen en straten zorgeloos, een spel ook van vrouwelijke zwierigheid en manne lijke nonchalance. Nog nimmer heb ik de mensen uit tropische lan den benijd om hun constant-warm klimaat, want zij missen de ver rukkelijke Hollandse ervaring, dat je de vriendschap van de zon als een weldaad ondergaat. Zodra het voorjaar zich blijvend in stad en streek nestelt, is de laatste griep- patiënt genezen, de mensen krijgen weer kleur en het leven schijnt op nieuw te beginnen. Daarom is de tegenstelling zo aangrijpend, wanneer dat jonge be gin voor anderen het einde moet zijn van hun sterveling-zijn. Ter wijl in Haarlem en verre omgeving de bloemen de velden kleurden, Is Tom van Waveren heengegaan, een man van formaat, die niet alleen commercie zag in de bloembollen, maar die ook nog durfde geloven in het sprookje van de bolbloemen. Enkele dagen later kregen de pril le klanken van het voorjaar een schrijnende dissonant, toen Eduard van Beinum zijn dienstbaarheid aan de Muze der muziek abrupt en zon der pardon moest beëindigen. De rouw om dit verlies kreeg ook in Haarlem een bijzonder accent, de stad, waar hij voor zijn vertrek naar Amsterdam glorieerde als dirigent van de Haarlemse Orkest Vereniging en als de bezielende lei der van de R.-K. Oratoriumvereni ging. Vandaag hebben wij Karei Traut wein ten grave gedragen, de gla zenier, die zo een heel eigen sfeer rond zich wist te scheppen in het oude Bakenes, en wie tijdens het gesprek de humor uit de ogen straalde. En intussen treuren wij nog om het heengaan van Fred Tho mas, de collega, wiens naam her- haaldelijk in onze courant figureer de. Als Amsterdammer in hart en nieren was hij een der weinigen in de hoofdstad, die de stille schoon heid van de stad aan het Spaarne wist te bewonderen. „Het is gek", schreef hij eens, „maar een Am sterdammer gaat eigenlijk zelden naar Haarlem, tenzij hij per se moet. Wel naar Zandvoort-Bad, de Blinkert, Kraantje Lek, Groenen- daal, maar al mint hij nog zo fer vent het oude stedeschoon, men zal hem nimmer zien in de buurt van de Bakenessertoren, het Haarlemse Begijnhof, overal waar deze stad nog zo innig intiem is, de hofjes, de Godshuizen, en zelfs niet meer in de Hout. Het is, of beide steden elkander uit de weg gaan, de Am sterdammers blijkbaar nog niet ver geten, hoe het Haarlem is geweest, dat in de ongeluksnacht van Gijs- brecht, Klaas van Kieten op hen heeft losgelaten, de Spaarnwouder Reus". Fred. Thomas had de houding van de Amsterdammer niet beter kun- len tekenen, maar hij was het niet- emin, die oprecht kon getuigen en ik ben hem er dankbaar om „Zo'n enkele maal dus, want op die dingen moet je zuinig zijn, rei- zen wij in het zomeravontuur naar Haarlem, met een heimelijk ver langen, begeerde haast, om onze droom de injectie te geven van het geluid der Damiaatjes, de klokjes te horen luiden, tussen negen en half tien, terwijl het duister begint te vallen. Avonden in een vreemde stad, zelfs in het nabije Haarlem, kunnen zo heimelijk vol belofte zijn, dat men aan de verwachting alleen reeds voldoende heeft, de droom thans op het ritme van aldoor maar: ping-ping". m Een grooi aantal verbeteringen, waarvan wii noemen: Spiraalvering vóór- Progressieve vering achter Fraai dashboard met luxe instrumenten Veiligheidsstuurwiel mei lux* daxonring Tandem-ruitenwissers Verbeterd remsysfeem Groter motorvermogen SKODA OCTAVIA (43 p. k.) 2 d. sedan f 5.695." OCTAVIA SUPER (47 p.tc.) id. f 6.095/- FELICIA (53 p.k.) sporfcabr. f 8.950/- (inel. verwarming en rolhoes) Theresiastr. 145 - Den Haag Tel. 01700-723904 DEALER Garage VERBEEK Bloemendaalseweg 5-7 Bloemendaal Tel. 52301 et Haarlem, zoals Fred Tho mas het onderging, is helaas alleen gereserveerd voor de avonden, wanneer je geneigd bent op je tenen door de straten te wandelen. Overdag scheurt het verkeer die grijze droom in flar den. Maar soms kunt ge het tref fen, dat er nog een verkeersloos hoekje is, waar het feestelijk ge rucht van spelende kinderen weer kaatst tegen de huizen. Toegege ven dient, dat dat „feestelijk" een relatief begrip is. Soms blijkt de hinkelbaan een verrassend meet kundig spel te zijn, soms bezorgt het muziekkorpsje-spelen de toe schouwer intens plezier, maar evenzeer kan hij getuige zijn van fikse ruzies, realistische imitaties, waar volwassenen zich maar niet mee moeten bemoei en. Een enkele keer moét je wel, zoals een dezer dagen toen de oud ste bij ons thuis, van nog geen vier jaar, met een verhit gezicht en een stok in de hand de kamer binnen rende. Uit haar emotionele medede lingen begrepen wij, dat zij met die stok een paar kinderen afgetuigd had. Op zo'n moment schijnt vader lijk ingrijpen onontbeerlijk, maar mijn scherpe reprimande werd me in de keel gesmoord, toen zij als tekst en uitleg gaf: „Maar die jon getjes daar hebben gezegd, dat ik een hardstikke lelijke griet ben." Toen heb ik het kind een stuk paasei gege ven. En ik was trots. r gl lel ucii. De vertrouwde poppenkast van Dirk Kersbergen op de Dam in Amsterdam zal niet door een ambtelijke maatregel tot verdwijnen gedwongen worden. Dirk Kersbergen mag in zijn poppenkast het muziekje gaan draaien, waarmee hij zijn repertoire van Jan Klaassen en Katrijn kan uitbreiden met een moderner genre. Zijns inziens krijgt zijn poppenkast, nu hij er ook marionetten in mag laten dansen, een rendabel bestaan. Zoals wij geschreven hebben, verdien de Dirk Kersbergen met zijn Jan Klaas sen en Katrijn nauwelijks bet zout in de pap, ook al stond hij op het plein der pleinen en was hij een afstammeling van de befaamde Kabalzies. Kersbergen wilde zijn voorstellingen met muziek en marionetten voor een groter publiek at tractief maken. Een vergunning om op de Dam luidsprekermuziek te laten ho ren, kreeg hij echter niet van de ge meente. De gemeente zei dat het perso neel in de kantoren op de Dam hinder zou ondervinden van de muziek. Hoe Kersbergen ook protesteerde en steun zocht bij de hem, uiteraard, goedgezinde kranten, de gemeente weigerde. Kers bergen zag het er van komen dat hij, terwille van zijn brood, dan maar weg moest, desnoods in een andere baan. Hij wilde nog één poging ondernemen. Hij ging de kantoren af en vroeg of het personeel last had van zijn muziek. Neen hoor, zei iedereen, en iedereen was be reid het zwart op wit te verklaren. Voor deze schriftelijke verklaringen ontviel de gemeente haar argument. Nu heeft de heer Kersbergen zijn vergunning ge kregen. De poppenkast blijft op de Dam. Gelukkig! De Europese Beweging in Nederland (Beweging van Europese Federalisten), houdt zaterdag 25 april om half drie in „Krasnapolsky" te Amsterdam een congres, dat geopend wordt door prof. dr. H. Brugmans, waarna de installatie tot ere-voorzitter van prins Bernhard door mr. H. R. Nord. algemeen voor zitter, volgt. De Prins houdt daarna een rede. Tenslotte komen in behandeling het (politiek) verslag van het Hoofd bestuur en het program der Beweging voor 1959-1960.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 3