Oudste parochiële jongensschool
Haarlem bestaat 50 jaar
1in
Sint Canisiusschool aan Linschotenstraat
eens modernste school van de stad
Gouden geschiedenis verteld
door de heer A. Aukes
J
I
tweede katholieke
Zandvoort urgent
Stichting
kerk
Drie Haarlemmers exposeren
op „Contour" in Delft
OG
w
DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL
Besprekingen met gemeente gaande
in
1959
Poppenkast op
de Dam blijft
WITTE
KRUIS
HELPT
ECHT!
WITTE KRUIS
een sensatie
ZATERDAG 18 APRIL 1959
PAGINA 3
De ideale zonwering
Fa. 7. P. SENFT ZN.
Schrale beurs
Van alle tijden
Neer- en opgang
mm
Kinderspecialist
gepromoveerd
Opvolgers
Geheel gemoderniseerd front
en
een lagere prijs I
H. ENGLEBERT N.V.
Kersbergen krijgt
muzi ek-ver gunnin g
Europese Federalisten
Vijftig jaar geleden gold de Sint Cani-
siusschool aan de Linschotenstraat als de
modernste school van Haarlem: grote,
ruime lokalen met veel licht. In verge
lijking met de thans gebouwde scholen
is de Sint Canisiusschool een ouderwets
maar niettemin statig en deftig gebouw.
„We begonnen een beetje vreemd, die eerste mei 1909, met onze fonkel
nieuwe Sint Canisiusschool. Juist de avond tevoren was er een prinsesje
geboren, onze tegenwoordige koningin Juliana, en daarom begon de school
met een vrije dag. Dat scheen wel een goed voorteken. Op de speelplaats
werden de ondanks alles voltallig opgekomen leerlingen toegesproken door
het hoofd der school en naar huis gestuurd." Zo begon de heer A. Aukes
ons zijn verhaal te vertellen over de Sint Canisiusschool aan de Linscho
tenstraat, de oudste parochiële jongensschool van Haarlem, die 1 mei vijftig
jaar bestaat. Van den beginne af tot 1939 is de heer Aukes aan de school
verbonden geweest, eerst als onderwijzer, vanaf 1925 als hoofd. Als geen
ander is hij dus op de hoogte van het wel en wee van „zijn" school en hij
kan er enthousiast over vertellen. De schoolstrijd, de vijftig jaar geleden
ook al lage onderwijzers-salarissen, de uitbreiding van Haarlem, het eigen
karakter van de Sint Canisiusschool en hetgeen er van zijn oud-leerlingen
geworden is, van dat alles en nog veel meer gaf de heer Aukes, thans bijna
83 jaar, ons een boeiend relaas.
De viering van het gouden school-jubileum is voorlopig tot september
uitgesteld, omdat er op het ogenblik helaas weinig reden tot feestvreugde
Is. Zowel het hoofd der school, de heer H. J. Bruns, als de heer W. Janse,
een onderwijzer, die veertig jaar aan de school verbonden is, zijn thans ziek.
,,De geschiedenis van de katholieke t
school aan de Linschotenstraat is er
steeds een met ups en downs ge
weest", vertelt de heer Aukes. „Toen
we begonnen, was het beslist wel één
van de mooiste en modernste scholen
van de stad, en dat wilde wat zeggen
ln een tijd, toen er nog geen gelijkstel
ling was tussen openbaar en bijzonder
onderwijs en de katholieken dus vrij
wel zelf hun onderwijs moesten bekosti
gen. Architect Robbers had de Sint Ca
nisiusschool een destijds hyper-moder-
ne behuizing gegeven met veel licht
en zeven zeer ruime klaslokalen. Ik
had eerst zeven jaar les gegeven op
het „Gortje", de roomse school voor
„minder vermogenden" in de Gorte
straat. waar alles even somber en muf
was. De prachtige lokalen van de nieu
we Sint Canisiusschool waren op acht
enveertig leerlingen berekend en we
liepen meteen al aardig vol. Het eer
ste hoofd was de heer Dielis Janse,
afkomstig uit Zierikzee, die zoals toen
heel gewoon was, „ambulant" moest
wezen. Verder waren er vier onderwij
zers en een onderwijzeres, juffrouw G.
Smits, die twee jaar geleden gepensio
neerd is en nu in het Wilhelminapark
ln Haarlem woont. Zij gaf les in de
eerste klas, iets wat voor onderwijs
mensen altijd moeilijk is, en ze deed
dat op een manier, die de school al da
delijk een uitstekende naam bezorgde.
Toen er later andere parochiële scholen
in Haarlem kwamen thans zijn er
zeker een veertig tot vijftig werden
wij steeds als voorbeeld gesteld."
Waarom juist de Spaarne-parochie de
primeur had van een eigen school voor
de parochie? Omdat Haarlem zich een
halve eeuw geleden juist daar in de
buurt uitbreidde. Er waren toen vier
parochies: die van Sint Joseph aan
de Jansstraat, ook toen al betrekke
lijk niet groot en zonder uitbreidings
perspectieven, de nieuwe kathedrale
parochie aan de rand van de stad en
aan drie kanten tussen de bollenvel
den. Ook daar was voorlopig van groei
van het aantal parochianen nog geen
sprake, hetgeen ook gold voor de Pa
terskerk-parochie. Het katholieke on
derwijs was toen nog naar gelang de
stand van de ouders gedifferentieerd.
Voor de meisjes waren er de Maria-
scholen in de Koningstraat (één lagere
school voor de gegoede middenstands
dochters, één voor de minder vermo
genden en één voor wat daar tussen
„lag"). In het school-complex aan de
Gedempte Oude Gracht (waar thans
de katholieke MULO is) waren een lage
re „Burgerschool" en een „Tussen-
school" voor katholieke jongens terwijl
de rest naar het „Gortje" moest. Dan
was er in het Kenaupark nog de school
van de r.-k. Schoolvereniging, aanvan
kelijk een internaat, maar rond de
eeuwwisseling omgezet in een dag
school.
De vier kerkbesturen besloten geza
menlijk een parochiële school te stich
ten voor de snel groeiende Spaarnepa-
rochie, die het risico alleen blijkbaar
niet aandurfde. Enkele jaren later, in
1913, werd de Sint Canisiusschool pas
overgedragen aan het kerkbestuur van
Onze Lieve Vrouw Rozenkrans en Sint
Dominicus.
Advertentie
©UttPONKRD HANDELSMERK
(aluminium jaloezieën)
Dekoratie! Duurzaam en Praktisch.
Nassau laan 76 - Tel. 10743 Haarlem
„Alles ging toen uit een schrale
beurs", vertelt de heer Aukes, die zijn
Haarlemse onderwijsloopbaan in 1897
begon. „Ik verdiende op het „Gortje"
een tientje per week, met het voor
uitzicht, dat ik kon klimmen tot zes
honderd gulden per jaar. Van subsidie
aan het bijzonder onderwijs was toen
nog geen sprake. Die kwam pas in
1906, onder het ministerie-Abraham
Kuyper, mede dank zij het ijveren van
onze grote voorman uit die tijd dr.
Omstreeks 1915 werd bovenstaande
foto gemaakt van de leerkrachten
der Sint Canisiusschool. Het sta
tige schoolhoofd, de heer Dielis
Janse, overledenis in het midden
gezeten, geflankeerd door mejuf
frouw G. Smits (rechts, twee jaar
geleden gepensioneerd) en de heer
L. H. van Emmerik (links zittend,
hij werd in 1939 hoofd en is een
aantal jaren geleden overleden).
Staande van links naar rechts de
heren W. Janse (zoon van het
schoolhoofd en destijds de jongste
onderwijzer), A. Aukes (hoofd van
1925 tot 1939), Oremus en Kloos
terman (beiden overleden).
De heer A. Aukes vindt zichzelf
op deze foto wat al te pontificaal
geportretteerd met zijn beide on
derscheidingen, het gouden ere
kruis Pro Ecclesia et Pontifice en
het ridderkruis in de orde van
Oranje-Nassau, die hij verdiend
heeft voor zijn vele verdiensten,
niet alleen op onderwijsgebied
maar ook bijvoorbeeld voor de
katholieke kinderuitzending. Hij
gaf zelf de voorkeur aan een an
dere foto, waarop de onderschei
dingen niet te zien zijn. Maar ere,
wie de eer toekomt. De heer Aukes
is van het begin af, 1 mei 1909,
aan de Sint Canisiusschool aan de
Linschotenstraat verbonden ge
weest. Eerst als onderwijzer en
van 1925 tot zijn vertrek in 1939
als hoofd. Hij is, zo vermelden we
nog volledigheidshalve, 7 juli 1876
te Indijk in Friesland geboren en
was een der oprichters van de
Frysk Selskip „Gijsbert Japiks".
De bekende historicus en biograaf
van kardinaal de Jong, de heer
H. W. F. Aukes, is één van zijn
zoons.
Schaepman. Aan volledige gelijkstelling
van openbaar en bijzonder onderwijs
durfde toen echter zelfs ons Christelijke
ministerie nog niet denken. Maar ook
na de subsidiëring bleef het onderwij
zers-salaris op de bijzondere scholen
een habbekrats.
Daarbij kwam, dat onze salarissen
gemiddeld vierhonderd gulden jaarlijks
lager waren dan die bij het openbaar
onderwijs, waar de arbeidsomstandig
heden bovendien aanmerkelijk beter
waren, omdat men er ruimer in de
middelen zat. Een katholieke onderwij
zer met hoofdacte verdiende vijftig
jaar geleden 13,64 per week, hetgeen
minder was dan hetgeen men meende,
dat een grondwerker minstens nodig
had. Het minimum-loon van een met
selaar bedroeg toen ƒ16,80, een stuca-
door verdiende vijftien tot vijfentwin
tig gulden per week."
De leerlingen merkten echter niet van
al die materiële schoolmeesters-misère
en een plus-punt van de Sint Canisius
school was vijftig jaar geleden ook voor
de leerkrachten de riante behuizing
en het andere nieuwe. ,,Er heerste een
bijzonder prettige sfeer," aldus de
heer Aukes. ,De aard van de
leerlingen van de Canisiusschool
was uiteraard volkomen anders dan
bijvoorbeeld die van de r.-k. Schoolver
eniging, waar ik ook enkele jaren te
voren les gegeven had. Ik kreeg in de
Linschotenstraat de zesde en later de
laatste klas en dat was bijzonder pret
tig werken, omdat de school voor de
meeste leerlingen eind-onderwijs gaf.
M.U.L.O. was er toen nog niet en de
jongens moesten dus echt op het leven
worden voorbereid. Ze deden eind-exa
men ten overstaan van twee gedele
geerden van het gemeentebestuur en
de uitblinkers kregen een prijs, die
vooral rekening hield met hun toe
komstplannen. Een jongen, die tuinier
zou worden kreeg bijvoorbeeld een
'j
hark en een schoffel, een aanstaande
timmermansleerling zaag en schaaf
enz. Dat alles maakte het afscheid van
de school bijzonder genoeglijk en ik
heb het altijd prettig gevonden, dat
mijn oud-leerlingen hun onderwijzers
nooit vergeten hebben."
„Met leerlingen kun je je anders wel
eens vergissen," aldus herinnert de
heer Aukes zich. „Zo had ik eens een
jongen, die niets kon leren en aan
een stevig minderwaardigheidscomplex
leed. Gelukkig heb ik hem er boven
op kunnen helpen, zo zelfs, dat hij de
beste van de klas werd. En bij het
eind-examen deed hij het zó goed, dat
de gecommitteerde er enthousiast van
werd en de jongen spontaan behalve
de gemeentelijke prijs, nog een extra
beloning gaf: een zilveren horloge als
persoonlijk geschenk". Van meet af
aan was de Sint Canisiusschool „demo
cratisch", een echte doorbraakschool in
het toenmalige katholieke standenon-
derwijs-systeem. „We hadden vogels
van diverse pluimage. Kinderen van
goed verdienende, maar ook van ar
mere arbeiders eh ook middenstander
tjes".
„Die echte straatbengels zijn altijd
mijn beste vrienden geweest," zegt
de heer Aukes vol vuur. „Ik hield van
die jongens. Brutaal, maar zo eerlijk
als goud. En dat vond je bij die
andere jongens minder." Kattekwaad
en jeugdbaldadigheid zijn van alle
tijden. De heer Aukes is heel perti
nent wat dat betreft. In een tijd bij
voorbeeld, toen er nog vrijwel geen
auto's waren, deden zijn leerlingen al
aan joy-riding. Ze zagen kans een wa
gen op gang te brengen, zonder rijbe
wijs of rijvaardigheid uiteraard. Het
scheen van een leien dakje te gaan,
maar de bengels wisten niet meer,
hoe ze het vehikel moesten laten
steppen. Het werd een toertje tot de
benzine op was en de auto wel moest
stil staan. Helemaal tot Spaarndam.
Wat er van zijn oud-leerlingen later
geworden is? „Verscheidenen gingen
naar de missie", vertelt de heer Aukes.
„Ik heb brieven van ze gekregen uit
alie werelddelen. Verder ontmoet ik
bijvoorbeeld achter loketten op het
postkantoor en bij de spoorwegen nog
al wat van mijn vroegere leerlingen. Er
was ook een tijd, dat veel van mijn oud
leerlingen politie-agent werd. Daar had
ik wel eens een voordeeltje mee," glun
dert de heer Aukes. „Wanneer ik zonder
licht reed bijvoorbeeld. En ik kende ze
natuurlijk door en door." Een unieke
plaats onder die duizenden oud-leerlin
gen neemt wel de heer W. Janse in,
die eigenlijk ook van de oprichting af
in de Linschotenstraat op school is. Als
zoon van schoolhoofd D. Janse zat hij
er in de banken, ging later naar de
„kweek" en kwam veertig jaar gele
den terug als onderwijzer, wat hij sinds
dien gebleven is.
De „downs" ln de schoolgeschiede
nis begonnen in de twintiger jaren. De
parochie ontvolkte meer en meer, al
thans wat de grote gezinnen betreft,
die bijvoorbeeld in Haarlem-noord en
het Bavo-dorp, waar toen op grote
schaal gebouwd werd, een aanmerke
lijk hetere behuizing vonden. Tot dan
toe had de Sint Canisiusschool gemid
deld een tweehonderdvijftig tot twee
honderdzestig leerlingen, maar dat aan
tal was omstreeks 1930 gedaald tot on
geveer honderdtachtig. Daar kwam nog
de concurrentie van de Broederscholen
bij, die veel leerlingen uit de parochie
trokken. Dat alles gebeurde in de eer
ste jaren, dat de heer Aukes hoofd was
van de school. Het was bepaald on
prettig, dat er een leerkracht ontslagen
moest worden. Er moest iets aan ge
daan worden om het leerlingental weer
op het oude peil te brengen.
En er gebeurde iets. Een half jaar
lang bezocht schoolhoofd Aukes
avond aan avond ouders van potenti
ële leerlingen van de Canisiusschool.
Pastoor de Vlieger van de Spaarne-
parochie vermaande hen vanaf de
preekstoel en het resultaat bleef niet
uit. „We begonnen in september met
maar liefst 274 leerlingen, meer dan
ooit te voren. En er kon weer een
leerkracht bij komen." Het karakter
van de Sint Canisiusschool verander
de ook enigszins door de grote aan-
Het kerkbestuur van St.-Agatha te
Zandvoort houdt zich al geruime tjjd
bezig met de vraag, hoe moet worden
voorzien in de behoefte aan een kerk
gelegenheid in Zandvoort-noord. Hier
onder verstaat men het gebied, gelegen
ten noorden van de spoorlijn, met in
begrip van de Noord-boulevard. Door
de toenemende bebouwing is daar een
vrij groot aantal katholieken komen wo
nen, voor wie de afstand tot de enige
parochiekerk van Zandvoort bezwaar
lijk begint te worden. Een belangrijke
factor komt daar nog bij: de ontwikke
ling van Zandvoort als badplaats geeft
in de zomermaanden een dergelijke
toeloop van katholieke badgasten, dat
men in de parochiekerk op zondag nau
welijks meer behoorlijk kan mis-horen.
In de jaren vóór 1940 kon men met
één zogenaamde badgasten-mis op zon
dag volstaan. Verleden jaar bleek het in
augustus nodig drie badgasten-missen
te doen opdragen; desondanks puilde
het kerkgebouw soms uit van de kerk
gangers, die geen behoorlijke plaats
konden vinden. Men denkt er nu over
om in augustus bovendien op zondag
nog een avond-mis te doen opdragen.
Deze toestand kan niet bestendigd
Een der kinderspecialisten van het
Binnengasthuis te Amsterdam, dokter
A. A. Eggink, is aan de gemeentelijke
universiteit gepromoveerd tot doctor in
de geneeskunde, op een proefschrift ge
titeld „De betekenis van de arteriële
en veneuze pulsatiecurven voor de dia
gnostiek van aangeboren hartziekten".
Promotor was de hoogleraar in de kin
dergeneeskunde, prof. dr. S. van Cre-
veld.
Het proefschrift is opgedragen aan
de beide kinderen van de promovendus,
Marten en Gerben. Het doel van deze
studie was na te gaan welke diagnosti
sche waarde mag worden toegekend
aan de niet bloedige registratie van de
bewegingen van de wand van slag
aders bij aangeboren hartgebreken.
Dokter Eggink concludeert, dat deze
indirecte registratie van pulsatiecurven
inderdaad een belangrijke aanwinst is
voor die diagnostiek.
Aan de dissertatie zijn tien stellingen
toegevoegd, waarvan de laatste luidt:
„Het aanbieden van een sigaret door
een arts aan een niet-medisch ge
schoolde is laakbaar."
blijven. De voorziening ten behoeve van
de katholieke inwoners van „noord" zal
gepaard moeten gaan met het schrap
pen van een gelegenheid, waar de ka
tholieke badgasten him zondagsplicht
kunnen vervullen. De bisschoppelijke si-
tueringscommissie en het kerkbestuur
hebben zoals wethouder Tates enige
tijd geleden in de gemeenteraad mede
deelde besprekingen gevoerd met het
gemeentebestuur. Het kerkbestuur had
het oog laten vallen op een terrein, ge
legen op de hoek van de Van Lennep-
weg en de Vondellaan. In verband met
de bebossing ter plaatse, bestonden
hiertegen echter van de zijde der ge
meente bezwaren. In overweging werd
gegeven een keuze te doen uit twee aan
gegeven mogelijkheden: een terrein na
bij de Boulevard in de omgeving van
de kabelloods van het P.E.N. of een ter
rein, meer landinwaarts gelegen, in de
omgeving van de Linnaeusstraat.
Het eerste terrein is voor de badgas
ten uitermate gunstig gelegen; het is
echter een bezwaar, dat de kerkgan
gers van de meer oostelijk gelegen
straten bij slecht weer (en dit geldt
vooral 's winters) tegen de zeewind op
moeten tomen. De voorkeur gaat dus
uit naar de tweede mogelijkheid. De
stedebouwkundige situatie rondom de
Linnaeusstraat is echter nog in voorbe
reiding.
Hieromtrent zal dus nog met de ge
meentelijke instanties moeten worden
gesproken. Het gaat dan niet alleen om
een terrein voor de bouw van een kerk,
maar ook voor een lagere school en een
kleuterschool. Deze scholen zullen in de
verdere toekomst pas nodig zijn, name
lijk als plan-Noord nog meer is uitge
breid. Maar het is noodzakelijk dat nu
reeds de plaats wordt aangegeven
waar deze scholen gebouwd kunnen
worden. De stichting van een tweede
katholieke kerk in Zandvoort is echter
urgent. Binnen afzienbare tijd zal men
daartoe moeten overgaan.
Advertentie
werd er ook méér van de school
gevraagd. We moesten opleiden voor
toelatingsexamens bijvoorbeeld. Ook
daarmee oogstten we veel succes."
De tijd staat niet stil. Ook niet in
het Canisiusschoolverhaal van de heer
Aukes, dat hij ons twee uur aan een
stuk vertelde. Systematisch en chrono
logisch. Na soms lange uitweidingen
vat hij altijd zelf weer de draad op.
Het is 1939 geworden. De heer Aukes
neemt afscheid van de school, die hem
lief geworden is. En van hetgeen er na
dien gebeurt, weet hij ook alles, omdat
de Sint Canisiusschool zijn belangstel
ling blijft houden. De heer L. H. van
Emmerik wordt zijn opvolger. „Hij
heeft niet geboft," zegt de heer Aukes.
Hij kreeg al direct te maken met de
mobilisatie. Zijn school werd kazerne,
eerst voor onze eigen soldaten, daarna
voor de Duitsers. De leerlingen kregen
her en der, over verschillende scholen
verspreid, les. Na de bevrijding kon
Van Emmerik eigenlijk van voren af
aan beginnen. Het gebouw was volko
men uitgewoond. Een paar jaar later
werd hij gepensioneerd, maar daar
heeft hn niet lang van mogen genieten
helaas.
De heer van Emmerik werd als hoofd
opgevolgd door de heer Bruns, die van
af de dertiger jaren al aan de school
verbonden was. Hij was het, die er
een nieuw vak introduceerde: Engels.
„En wat voor Engels," vertelt de heer
Aukes. „Dat had je mee moeten ma
ken. Hij heeft ze Engels leren zingen
of zingende Engels geleerd. Kostelijke
liedjes, waarbij hij zelf op de gitaar
begeleidde. Een denderend succes,
want Engels toen nog zeldzaam als
lager onderwijsvak leerde iedereen
even graag. De heer Bruns is, zo ver
telt de heer Aukes, een man van mo
derne opvattingen. Hij heeft het onder
wijs op de school vernieuwd, geheel
volgens zijn eigen opvattingen. Het
De tentoonstelling „Contour onzer
beeldende kunsten" die telkenjare als
een plaatselijk Delfts initiatief van na
tionale betekenis wordt gehouden, telt
dit jaar drie Haarlemmers onder de ge
nodigden.
Een drietal mijmerend geschilderde
doeken van Jules Chapon, blijkens
de titels verbeeldingen van gemoedstoe
standen, zijn er te zien. Heel voorzich
tig geformuleerd en stillig van gebaar
en een niet onverdienstelijk onderdeel
Advertentie
Kiespijn... maar ook andere
plagende pijnen stilt u het
snelst met WITTE KRUIS.
tabletten, poeders
of cachets
UI. UWl» v. O- "VW O - 1 •li l
was. ,,We kregen kinderen van echte gaat uitstekend, al zou ik net hem niet
middenstanders, van de blekers aan nadoen. Maar tenslotte ben ik al heel
het Spaarne bijvoorbeeld. Daardoor wat jaartjes ouder.
van het geheel. De figuur van Chapon
is hier voor wie zijn recente werk kent
echter zwak vertegenwoordigd. H\j heeft
werk van groter allure, sterker van
bouw en dwingender van conceptie
klaarder van gedachte en directer van
opzet. Een slechts bij insiders bekend
Haarlemmer is Roger Chailloux, nog
aan de Rijksacademie studerend bij
prof. Clenin, maar reeds bekend om zijn
décor- en costuumontwerpen voor het
theater. De keuze voor zijn inzending
is h iergevallen op zijn grafisch oeuvre
Zijn kundigheden komen hierin wel
zeer transparant tot uiting. De behan
deling van de etsplaat is helder door
dacht; uit de organisatie van de werk-
gang blijkt zjjn monumentale inslag.
De vrije vorm bloeit op uit het naar de
natuur geobserveerde; onder het werk
schijnt hij van de voorstelling weg te
dromen naar het vrije spel met de ma
terie. Tussen de grafici een opmerke
lijke figuur.
De ten onzent woonachtige Hongaar
Imre Nagy die nog kortgeleden een
tentoonstelling had bij de Galerie Es
pace waar hij gouaches liet zien,
ontstaan naar aanleiding van zijn reis
naar Zuid-Frankrijk is hier verte
genwoordigd met een zestal olieverf
schilderijen. In structuur en kleurkeuze
geeft hij bpeldloos gestalte aan zijn on
derwerpen. Het wonderlijke is nu,
dat hij méér geeft dan de voorstelling.
Het doek dat de titel „Haarlem"
'draagt is een dichterlijke evocatie.
De tentoonstelling Coutour, welke
als bijzonderheid heeft dat aankopen
aldaar met een belangrijke premie
door O.K. en W. worden gesubsidieerd,
duurt tot 11 mei.
L.T.
elgezind is het voorjaar,
soms met een humeurig bui
tje, ons deze week tegemoet
gekomen. Het spel van zon en scha
duw maakte de sfeer in stegen en
straten zorgeloos, een spel ook van
vrouwelijke zwierigheid en manne
lijke nonchalance. Nog nimmer
heb ik de mensen uit tropische lan
den benijd om hun constant-warm
klimaat, want zij missen de ver
rukkelijke Hollandse ervaring, dat
je de vriendschap van de zon als
een weldaad ondergaat. Zodra het
voorjaar zich blijvend in stad en
streek nestelt, is de laatste griep-
patiënt genezen, de mensen krijgen
weer kleur en het leven schijnt op
nieuw te beginnen.
Daarom is de tegenstelling zo
aangrijpend, wanneer dat jonge be
gin voor anderen het einde moet
zijn van hun sterveling-zijn. Ter
wijl in Haarlem en verre omgeving
de bloemen de velden kleurden, Is
Tom van Waveren heengegaan, een
man van formaat, die niet alleen
commercie zag in de bloembollen,
maar die ook nog durfde geloven
in het sprookje van de bolbloemen.
Enkele dagen later kregen de pril
le klanken van het voorjaar een
schrijnende dissonant, toen Eduard
van Beinum zijn dienstbaarheid aan
de Muze der muziek abrupt en zon
der pardon moest beëindigen. De
rouw om dit verlies kreeg ook in
Haarlem een bijzonder accent, de
stad, waar hij voor zijn vertrek
naar Amsterdam glorieerde als
dirigent van de Haarlemse Orkest
Vereniging en als de bezielende lei
der van de R.-K. Oratoriumvereni
ging.
Vandaag hebben wij Karei Traut
wein ten grave gedragen, de gla
zenier, die zo een heel eigen sfeer
rond zich wist te scheppen in het
oude Bakenes, en wie tijdens het
gesprek de humor uit de ogen
straalde. En intussen treuren wij
nog om het heengaan van Fred Tho
mas, de collega, wiens naam her-
haaldelijk in onze courant figureer
de.
Als Amsterdammer in hart en
nieren was hij een der weinigen in
de hoofdstad, die de stille schoon
heid van de stad aan het Spaarne
wist te bewonderen. „Het is gek",
schreef hij eens, „maar een Am
sterdammer gaat eigenlijk zelden
naar Haarlem, tenzij hij per se
moet. Wel naar Zandvoort-Bad, de
Blinkert, Kraantje Lek, Groenen-
daal, maar al mint hij nog zo fer
vent het oude stedeschoon, men zal
hem nimmer zien in de buurt van
de Bakenessertoren, het Haarlemse
Begijnhof, overal waar deze stad
nog zo innig intiem is, de hofjes,
de Godshuizen, en zelfs niet meer
in de Hout. Het is, of beide steden
elkander uit de weg gaan, de Am
sterdammers blijkbaar nog niet ver
geten, hoe het Haarlem is geweest,
dat in de ongeluksnacht van Gijs-
brecht, Klaas van Kieten op hen
heeft losgelaten, de Spaarnwouder
Reus".
Fred. Thomas had de houding van
de Amsterdammer niet beter kun-
len tekenen, maar hij was het niet-
emin, die oprecht kon getuigen
en ik ben hem er dankbaar om
„Zo'n enkele maal dus, want op
die dingen moet je zuinig zijn, rei-
zen wij in het zomeravontuur naar
Haarlem, met een heimelijk ver
langen, begeerde haast, om onze
droom de injectie te geven van het
geluid der Damiaatjes, de klokjes
te horen luiden, tussen negen en
half tien, terwijl het duister begint
te vallen. Avonden in een vreemde
stad, zelfs in het nabije Haarlem,
kunnen zo heimelijk vol belofte zijn,
dat men aan de verwachting alleen
reeds voldoende heeft, de droom
thans op het ritme van aldoor
maar: ping-ping".
m
Een grooi aantal verbeteringen,
waarvan wii noemen:
Spiraalvering vóór-
Progressieve vering achter
Fraai dashboard met luxe
instrumenten
Veiligheidsstuurwiel mei lux*
daxonring
Tandem-ruitenwissers
Verbeterd remsysfeem
Groter motorvermogen
SKODA OCTAVIA
(43 p. k.) 2 d. sedan f 5.695."
OCTAVIA SUPER
(47 p.tc.) id. f 6.095/-
FELICIA (53 p.k.) sporfcabr. f 8.950/-
(inel. verwarming en rolhoes)
Theresiastr. 145 - Den Haag
Tel. 01700-723904
DEALER
Garage VERBEEK
Bloemendaalseweg 5-7
Bloemendaal Tel. 52301
et Haarlem, zoals Fred Tho
mas het onderging, is helaas
alleen gereserveerd voor de
avonden, wanneer je geneigd
bent op je tenen door de straten
te wandelen. Overdag scheurt het
verkeer die grijze droom in flar
den. Maar soms kunt ge het tref
fen, dat er nog een verkeersloos
hoekje is, waar het feestelijk ge
rucht van spelende kinderen weer
kaatst tegen de huizen. Toegege
ven dient, dat dat „feestelijk" een
relatief begrip is. Soms blijkt de
hinkelbaan een verrassend meet
kundig spel te zijn, soms bezorgt
het muziekkorpsje-spelen de toe
schouwer intens plezier, maar
evenzeer kan hij getuige zijn
van fikse ruzies, realistische
imitaties, waar volwassenen zich
maar niet mee moeten bemoei
en. Een enkele keer moét je wel,
zoals een dezer dagen toen de oud
ste bij ons thuis, van nog geen vier
jaar, met een verhit gezicht en een
stok in de hand de kamer binnen
rende. Uit haar emotionele medede
lingen begrepen wij, dat zij met die
stok een paar kinderen afgetuigd
had. Op zo'n moment schijnt vader
lijk ingrijpen onontbeerlijk, maar
mijn scherpe reprimande werd me
in de keel gesmoord, toen zij als
tekst en uitleg gaf: „Maar die jon
getjes daar hebben gezegd, dat ik
een hardstikke lelijke griet ben."
Toen heb ik het kind
een stuk paasei gege
ven. En ik was trots.
r gl lel ucii.
De vertrouwde poppenkast van Dirk
Kersbergen op de Dam in Amsterdam
zal niet door een ambtelijke maatregel
tot verdwijnen gedwongen worden. Dirk
Kersbergen mag in zijn poppenkast het
muziekje gaan draaien, waarmee hij zijn
repertoire van Jan Klaassen en Katrijn
kan uitbreiden met een moderner genre.
Zijns inziens krijgt zijn poppenkast, nu
hij er ook marionetten in mag laten
dansen, een rendabel bestaan.
Zoals wij geschreven hebben, verdien
de Dirk Kersbergen met zijn Jan Klaas
sen en Katrijn nauwelijks bet zout in de
pap, ook al stond hij op het plein der
pleinen en was hij een afstammeling
van de befaamde Kabalzies. Kersbergen
wilde zijn voorstellingen met muziek en
marionetten voor een groter publiek at
tractief maken. Een vergunning om op
de Dam luidsprekermuziek te laten ho
ren, kreeg hij echter niet van de ge
meente. De gemeente zei dat het perso
neel in de kantoren op de Dam hinder
zou ondervinden van de muziek. Hoe
Kersbergen ook protesteerde en steun
zocht bij de hem, uiteraard, goedgezinde
kranten, de gemeente weigerde. Kers
bergen zag het er van komen dat hij,
terwille van zijn brood, dan maar weg
moest, desnoods in een andere baan. Hij
wilde nog één poging ondernemen. Hij
ging de kantoren af en vroeg of het
personeel last had van zijn muziek. Neen
hoor, zei iedereen, en iedereen was be
reid het zwart op wit te verklaren. Voor
deze schriftelijke verklaringen ontviel
de gemeente haar argument. Nu heeft
de heer Kersbergen zijn vergunning ge
kregen. De poppenkast blijft op de Dam.
Gelukkig!
De Europese Beweging in Nederland
(Beweging van Europese Federalisten),
houdt zaterdag 25 april om half drie
in „Krasnapolsky" te Amsterdam een
congres, dat geopend wordt door prof.
dr. H. Brugmans, waarna de installatie
tot ere-voorzitter van prins Bernhard
door mr. H. R. Nord. algemeen voor
zitter, volgt. De Prins houdt daarna een
rede. Tenslotte komen in behandeling
het (politiek) verslag van het Hoofd
bestuur en het program der Beweging
voor 1959-1960.