Nieuw kabinet Irak keert zich af van de Eisenhower-leer en water wordt zo Besmet mogelijk zijn ministersteam snel naar zee geloosd Rottende dode vis betekent een nieuw gevaar Ir. H. Vos over de formatie Het ziekenhuis in Bukumbi DE VISSTERFTE IN ZUID-HOLLAND VRIJDAG 15 MEI 1959 PAGINA 3 Geen oppositie om cle oppositie99 Kernexplosies voor havenaanleg Zuster E. Schaars Gezond en razend lekker I Anne Frank-prijzen Nieuwe schenking van het echtpaar Hackett Nederland heeft na maandenlang zoeken zijn nieuwe regering ge vonden. Al bezien wij de ploeg, die nu spoedig officieel voor de dag treedt, met vertrouwen, op het ont staan van dit kabinet kunnen wij niet met voldoening terugzien. Reeds tij dens de eerste informatieperiode van prof. Beel werd het duidelijk op wel ke basis dit nieuwe kabinet moest wor den opgetrokken. Hierover is geen ernstige moeilijkheid gerezen, nadat de P.v.d. A. zich een- en andermaal met nadruk had afgewend. Ook het pro gram, zoals dat in eerste opzet door prof. de Quay was aangegeven, gaf geen aanleiding tot meningsverschil len. Dat tenslotte de portefeuille-ver deling tot zulk een onverkwikkelijke vertraging heeft gedwongen, is de sombere kant van deze formatie en daardoor is wat betrekkelijk snel zijn beslag had moeten kunnen krijgen, toch nog een langdurige aangelegen heid geworden. Op het verontrus tend karakter van dit verschijnsel hebben wij reeds eerder gewezen. Terzake van de kabinetsformatie heeft het tot gevolg gehad, dat in de eerste formatieronde prof. de Quay zich gedwongen zag grotere be moeiingen van sommige fracties te aanvaarden, dan hijzelf gewild had en een tijdverlies te dulden, waarte gen zijn wijze van formeren juist een remedie beloofde te zijn. Over het program, evenwel, is in alle fasen van deze kabinetsforma tie een beraad met de fracties ach terwege gebleven, laat staan dat er op dit punt van een binding tussen kabinet en fracties gesproken kan worden. Dat is een belangrijk ver schil met de formatieprocedures, waaraan wij na de oorlog gewend zijn geraakt. En naar onze mening een belangrijke verbetering. Het grootste verschil met vorige kabinet ten, intussen, schuilt uiteraard in de samenstelling: voor het eerst sedert twintig jaren zijn er geen socialisten onder de dragers van de regerings verantwoordelijkheid. De brede ba sis is ten einde. Deze facetten maken het optreden van het nieuwe kabinet tot iets uit zonderlijks. Luidt het ook inderdaad een heel nieuwe staatkundige perio de in? Dat zal uit de verrichtingen van de regering moeten blijken. De bovengenoemde wijziging in de for matieprocedure lijkt ons, al klinkt dat paradoxaal, meer begunstigd door het verlangen van sommige partijen om de ,,weg terug" niet ge heel af te snijden, dan door de wens om een alternatieve oplossing van meet af aan in alle duidelijkheid en beslistheid te proberen. Het vermij den van overleg met de fracties over het program is zeker vergemakke lijkt, doordat van de kant der partij en, en met name van de K.V.P., te rughoudendheid juist in deze bijzon dere situatie zonder bezwaar in acht werd genomen. Het kabinet heeft zich door zijn extraparlementair karakter een gro tere mate van vrijheid tegenover de Staten Generaal voorbehouden, maar dit brengt omgekeerd ook een grote re mate van vrijheid mee voor de partijen, die geestverwanten in de regering hebben. Er is een binding van morele aard, om met prof. Oud te spreken (wiens partij en fractie zich, dat dient vermeld, in deze ge hele formatie voorbeeldig hebben gedragen). Maar voor de stevigheid van deze binding zullen op de eerste plaats de regeringsdaden beslissend zijn. Deze neiging van de partijen om zich niet bij voorbaat formeel- sterk te maken voor het kabinet, is zeker voor wat de KVP en CHU be treft, begrijpelijk tegen de achter grond van de recente verscherping in de partij-politieke verhoudingen. Over de oorzaken van deze ontwik keling is tussen de socialisten ener zijds en de overige partijen ander zijds geen zakelijke discussie moge lijk gebleken. De socialisten blijven moord en brand schreeuwen over hun uitdrijving" uit de regering. Voor de wederpartij echter is het duidelijk, dat zij welbewust en recht toe op de rol van oppositie zijn afge stevend. Iedere uitlating van de KVP, dat niet een verbreking van de brede basis begeerd werd, maar een redelijke samenwerking, is door de socialisten als „gecamoufleerd con servatisme" afgewezen. Nochtans is er geen reden om dergelijke KVP- uitlatingen af te doen met de kwalifi catie „krokodillentranen". De sa menwerking met de socialisten heeft grote moeilijkheden gekend. Vooral toen de periode van wederopbouw en herstel uit de chaos van de oorlog tot het verleden ging behoren, zijn de diepgaande verschillen in uitgangs punt en in visie op staat en maat schappij sterker aan het licht getre den. Maar zakelijk bezien kan de KVP ook wijzen op de vervulling van een aantal belangrijke desidera ta, welke zij soms in goede samen werking, soms na hard vechten heeft bereikt. Op grond van deze zakelijke resultaten van het regeringsbeleid zou het onverantwoordelijk zijn ge weest de samenwerking met de PvdA a priori volkomen uit te slui ten voor een partij als de KVP, of zelfs voor de drie christelijke partij en tezamen, die nu eenmaal voor een „working majority" zijn aangewe zen op een verbond met anderen. Het zijn intussen niet de gunstige zakelijke resultaten van het rege ringsbeleid alleen, die over de sa menwerking beslissen. Er staan on gunstige tegenover van ernstige aard daaronder een aantal „ijs- kast"-problemen, die omwille van het verschil in inzicht maar bleven rusten. Maar er zijn vooral ook nog allerlei factoren, die niet steeds ter stond de knikkers van het spel raak ten, maar die de sfeer waarin ge speeld werd bedierven en op de duur het knikkeren zelf hopeloos bemoei lijkten. De brede basis heeft, naar mate zij meer en meer de enige mo gelijkheid scheen, de partijen eerder van elkaar vervreemd, dan dat zij hen wat men misschien verwach ten zou tot elkaar heeft gebracht. Het karakter van de politieke par tijen en hun directe afhankelijk heid van de kiezersgunst hebben de ideologische tegenstellingen en dat wat zakelijk verdeeld hield toege spitst, en niet verzwakt of verhuld. De brede basis werd zo tot een dwangbuis, waarin de dragers zich voor de toeschouwers vaak onbegrij pelijk, zo niet belachelijk gedroegen. Dit culmineerde na de nederlaag van de PvdA in 1958 in de houding der socialisten, die, terwijl hun voor man Drees als minister-president de vruchtbare arbeid van zijn regerings ploeg prees, met grove demagogie iiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinii' al hun niet-socialistische partners op één grote reactionaire hoop gooiden. En zij hebben het sindsdien geen dag verborgen gehouden, dat zij met hun negatieve leuzen succes hopen te hebben bij de christelijke arbei ders. Wat hun met de doorbraak- ideologie niet gelukte, hopen zij blijkbaar in de oppositie met conser vatiever socialistische middelen, na melijk met de restanten van de klas senstrijd-gedachte, alsnog binnen te halen. Hierdoor is welbewust een kli maat geschapen, waarin zelfs een minimum aan leefbaarheid voor de brede basis is komen te ontbreken. De taak van het nieuwe kabinet is door deze gecompliceerde si tuatie uitermate bemoeilijkt. Het moet het alternatief van de brede basis waar maken. Daartoe is op de eerste plaats vereist, dat het de mythe van alleen-zaligmakend heid op het sociale en economische terrein, welke de PvdA ter meerdere eigen macht en glorie in het leven riep, met daden logenstraft. Op de ze wijze moet het de trouw verwer ven van de geestverwante partijen. Deze partijen, en dan vooral de KVP en de ARP, hebben een gewel dig belang bij het slagen van deze „ontmythologisering". Dat is een steun voor het kabinet, maar die is, althans in de aanvang, verzwakt door het feit, dat die mythe juist in bepaalde kringen van de beide ge noemde partijen zo niet enigermate geloofd, dan toch in ernstige mate geducht wordt. En bij die beducht heid sluit, in dezelfde kringen, pas send aan een reserve voor de nieuwe liberale partner, wiens invloed als partij op de wip door de verkiezings uitslag nu eenmaal aanzienlijk is ver sterkt; doch over wiens denkbeel den men niet al te gerust is. Maar de partijen, die geestverwan ten in de regering hebben, mogen dan een grote mate van vrijheid te genover het kabinet en zijn grond slag hebben bewaard, de „morele binding" valt allerminst te bagatel liseren. Zij bestaat uit de plicht en de verantwoordelijkheid dit ex periment, dat aan een politieke, vooral partij-politieke, impasse een einde hoopt te maken, alle kansen te geven. Prof. de Quay, die deze weg moe dig is opgegaan toen hem gebleken was dat andere mogelijkheden niet open stonden, blijkt zijn eerste for matie-poging tenslotte niet tever geefs te hebben ondernomen. De totstandkoming van dit kabinet steunt in belangrijke mate op zijn voorarbeid. Wij begroeten hem met sympathie als de nieuwe minister president, vertrouwend dat de grote kwaliteiten, welke hij in vorige amb ten getoond heeft te bezitten, ook hun stempel zullen drukken op zijn da den in de landspolitiek. Het nieuwe kabinet wordt terstond reeds op de kernproblemen van het sociaal-economisch beleid gedrukt door het advies van de S.E.R. en ziet zich geconfronteerd met ernsti ge moeilijkheden op het terrein der Europese samenwerking. Erkentelijk voor de poging, welke het onderneemt om het onbehagen, dat door een politieke verkramptheid is gewekt, weg te nemen, wensen wij het een overtuigende start toe. De waarnemende voorzitter van de Partij van de Arbeid, ir. H. Vos, heeft donderdagavond voor de televisie ge sproken over het verloop van de kabi netsformatie en over de daardoor ont stane politieke situatie. Hü noemde de politieke gebeurtenissen in ons land in de afgelopen weken een droevige come- die. Men doet het voorkomen, alsof de Partij van de Arbeid onhandelbaar is geweest. Op grond van zün kennis van gesprekken die zijn gevoerd en van de stukken die zijn gewisseld, stelde de heer Vos vast, dat er geen enkele ern stige poging is geweest tot werkeiyk overleg. Veel meer is er geweest een bewuste wil om niet tot overeenstem ming te komen en om een rookgordyn op te trekken om verantwoordelükhe- den af te schuiven. De Party van de Arbeid zal in de op positie zyn, maar geen oppositie om de oppositie. Wy zullen, aldus ir. Vos, elk voorstel beoordelen op zijn sociale, zün economische en zijn politieke verdien sten. In de nationaal, en misschien in ternationaal nog moeiiyker verhouding, die wy tegemoet gaan, zal de Party van de Arbeid het land blüven dienen, aldus de waarnemende voorzitter van de Party van de Arbeid, ir. H. Vos. Pro.dr. J. E. DE QUAY (K.V.P.), minister-president en Algemene Za ken; 58 jaar oud, is sinds 1946 com missaris der Kon-ingin in Noord-Bra bant. Hy was lector en hoogleraar van de katholieke Economische Hoge school te Tilburg. Hij is een der leden van het bekende driemanschap der Ne- derlandsche Unie geweest en was na de bevrpding van het zuiden enige maan den minister van Oorlog. Voorts hierboven van links naar rechts, eerste rp: Mr. J. M. A. H. LUNS (K.V.P.), mi nister van Buitenlandse Zaken, 47 jaar oud, is sinds 1952 minister, eerst zon der portefeuille, later van Buitenlandse Zaken. In 1940 trad hjj in de diploma tieke dienst. Hy was achtereenvolgens werkzaam in Bern. Lissabon en New York. Mr. J. AN AARTSEN (A.R.), mi nister van Volkshuisvesting en Bouw nijverheid, 49 jaar oud, is in het vorige kabinet als opvolger van minister Alge- ra enige tijd minister van Verkeer en Waterstaat geweest. Van 1949 tot 1958 was hij wethouder van Economische Zaken in Den Haag. Daarvoor was h\j hoofd van de juridische afdeling van het departement van Landbouw. Drs. H. A. KORTHALS (V.V.D.), vi ce-minister-president en minister van Verkeer en Waterstaat, 47 jaar oud, is sinds 1945 lid van de Tweede Ka mer. Hy is o.a. lid van het Europees parlement en lid van de gemeenteraad van Voorschoten. Hy is in de journalis tiek en de overheidsdienst werkzaam geweest. Mej. dr. M. A. M. KLOMPÉ (K.V.P.), minister van Maatschappeiyk Werk en Volksgezondheid, 46 jaar oud, is de eerste vrouwelijke minister in ons land. In 1956 werd zij lid van het kabinet- Drees. In 1948 deed zij haar intrede in de Tweede Kamer. Daarvoor was zy jarenlang lerares aan het gymnasium Mater Dei te Nijmegen. Tweede rij: Prof. dr. J. ZIJLSTRA (A.R.), minis ter van Financiën, 40 jaar oud, werd in 1952 minister van Economische Zaken. Hy was hoogleraar aan de Vrüe Uni versiteit te Amsterdam. Mr. A. G. W. BEERMAN (C.H.U.), minister van Justitie, 58 jaar oud, is sinds 1925 te Rotterdam gevestigd als advocaat en procureur. Hij is lid van de gemeenteraad en voorzitter van de Stichting Havenbelangen. Hy publi ceerde tal van artikelen over de Rot terdamse haven (verkeersvraagstuk- ken). Mr. E. H. TOXOPEUS (V.V.D.), mi nister van Binnenlandse Zaken, 41 jaar oud, is sinds 1956 lid van de Tweede Kamer. Hy is sinds 1942 advocaat-pro cureur, lid van de gemeenteraad van Breda en vervult verscheidene ande re functies in Breda. Mr. dr. C. J. M. A. VAN ROOY (K.V.P.), minister van Sociale Zaken, 47 jaar oud, is burgemeester van Eind hoven sedert 1 mei 1957. Hij is daar voor achtereenvolgens burgemeester geweest van Hontenisse, Etten-Leur en Venlo. Hy is o.m. lid van de Radio- raad, de Televisieraad en lid van de provinciale staten van Noord-Brabant. Derde ry Mr. V. G. M. MARIJNEN (K.V.P.), minister van Landbouw, Visserü en Voedselvoorziening, 41 jaar oud, is sinds september 1957 algemeen secreta ris van de Algemene Katholieke Werk geversvereniging. Hy heeft diverse overheidsfuncties bezet. Van 1949 tot 1951 was hy secretaris van de Stich ting voor de Landbouw en van 1951 tot 1957 adjunct-directeur van de afdeling buitenlandse agrarische handelsaange legenheden en directeur agrarische handel en nijverheid en exportbevor dering van het ministerie van Land bouw, Visserü en Voedselvoorziening. S. J. VAN DEN BERGH (V.V.D.), minister van Defensie, 60 jaar oud, is vice-voorzitter van de raad van be stuur van Unilever en algemeen pen ningmeester van de V.V.D. Hü is werk zaam geweest in de handel. Als reser- ve-generaal-majoor was hij kwartier meester-generaal van de koninklijke landmacht. Dr. J. DE POUS (C.H.U.), minister van Economische Zaken, 39 jaar oud, is lid van de Raad van State. In 1953 werd hü lector in de theoretische eco nomie aan de Vrüe Universiteit. Daar voor was hij vier jaar lang secretaris van het Verbond van Protestants-chris telijke Werkgevers. Mr. J. L. M. Th. CALS (K.V.P.), mi nister van Onderwas, Kunsten en We tenschappen, 44 jaar oud, is sinds 1952 minister van dit departement. Daar voor was hy ongeveer anderhalf jaar staatssecretaris. Voor hij zijn intrede deed in de politiek was hy advocaat en procureur en voorzitter van de Mün- industrieraad. Premier Kassein van Irak heeft mee gedeeld, dat Irak zich deze week van de Eisenhowerleer zal afkeren en op eigen kracht zal vertrouwen by de ver dediging tegen agressie, aldus meldt Reuter. „Ik werk voor versteviging van de vriendschap met de communis tische landen, maar wü blijven tevens bevriend met alle Westelijke landen die pry's stellen op onze vriendschap", aldus generaal Kassem. „In geval van agressie", aldus de premier, „zullen onze partners en vrienden ons helpen. Wü hebbeh een leger dat voldoende in staat is onze staatsinstellingen te be schermen". De Eisenhowerleer, in ja nuari 1957 afgekondigd, houdt de be lofte van Amerika in de landen van het Midden-Oosten desgewenst mili tair te hulp te komen tegen een com munistische aanvaller. Kassem maakte ook bekend, dat hy vrouwe in zijn regering zal opnemen. Het zou de eerste maal zü'n dat dit in een Arabisch land gebeurt. De Ame rikaanse ambassade heeft intussen de beschuldiging van het Iraakse com munistische blad „Ittihad al Sjaab", dat een missie van het Amerikaanse program voor hulp aan tenachterge- bleven gebieden in het Iraakse-Turkse grensgebied wapens en geld zou heb ben uitgedeeld, „volkomen onwaar" ge noemd. Radio Bagdad heeft bericht, dat Irak by de Verenigde Arabische Repu bliek heeft geprotesteerd tegen „her haalde aanvallen op Iraakse staats burgers". De Amerikaanse deskundigen zyn van plan in 1961 by de aanleg van een haven in Kotzebue Sound, in noord west Alaska, vpf grote kernbommen te gebruiken, aldus meldt Reuter. Er zullen echter speciale maatregelen worden genomen om te voorkomen dat door deze explosies in Sovjet-Siberië ruiten springen of anderszins schade wordt aangericht. Ze is klein en tenger maar nbegrijpelijk energiek en vast houdend. We bedoelen zuster E. Schaars die kans heeft ge zien heel het bisdom Breda en nog een flink deel van het bisdom Den Bosch in de ban te brengen van de Afrika Injectie Actie ten bate van het zieken huis van dokter Ruud Mol in Bukumbi in Tanganyka. Er zijn zoveel loterijen en dat wordt toch niks, gaf men haar te ver staan, maar na drie jaar onder primitieve omstandigheden bij dokter Ruud Mol in Bukumbi mensenlevens te hebben gered gaf zij zich niet zo maar gewon nen. Zij vertelde twee journa listen van Brabantse geweste lijke dagbladen hoe het dokter Mol vergaan was sinds zijn ver trek uit Etten in 1956. Ruud Mol is een zoon van de Wit- Gele Kruis-voorzitter dr. Chr. Mol, oud-Kamerlid, die in ons land. pionierswerk voor de volksgezondheid heeft verricht. De appel is niet ver van de boom gevallen en zoon Ruud zag zijn ideaal in Afrika liggen waar thans zoveel leken het profane werk in de sociale en maatschappelijke sector ver richten naast de missionaris, die zich nu op de zielzorg kan concentreren. Eind 1957 werd het ziekenhuis in Bukumbi in gebruik genomen. Of ziekenhuis.Het is een door een ervaren Duitse bouwbroeder gebouwd paviljoen met wat bijgebouwtjes, die de weidse naam van kraamkliniek en familieverblijf dragen. Zonder elektriciteit en ook zonder water, met nog onvoldoende instrumentarium en als medicamenten dat wat de collega's in ons land uit hun monsterverzameling afstaan, vecht Ruud Mol met zijn kleine staf tegen de kindersterfte, welke vijftig tot zestig procent is, tegen malaria en infectie-ziekten en vooral tegen veel wanbegrip en het totale gebrek aan hygiëne. De „ouderwetse" medicijnman verliest dit gevecht, want de goedlachse arme bevolking rond het Victoriameer krijgt steeds meer vertrouwen in de blanke dokter, die duidelijk belangeloos werkt en altijd klaar staat. Zuster Schaars kan boeiend vertellen over de dagelijkse praktijk tn Bukumbi en ze doet dit ook met een opvallende nuchtere kijk op deze belangrijke zaak, waardoor zij overigens volkomen gegrepen is. Dat gesprek met die twee journalisten leidde natuurlijk tot een artikel in de dagblad en toen begon de lawine te rollen Spontaan werd besloten een actie te voeren. In drie toeken tijd werden hdnderdveertig verkooppunten tot stand gebracht in alle parochies op een paar na waar de pastoors er niets voor voelden. Heel de katholieke gemeenschap in het Zeeuwsche en Bra bantse liep warm of zeg maar gloeiend heet. Men belde de in Breda gevestigde centrale op met de boodschap: wij doen mee. Nu zijn er honderdduizend loten gedrukt en vijfennegentigduizend zijn al verspreid. Zuster Schaars trekt onvermoeid rond, overal vertellend van Bukumbi en de noodzaak om daar hulp te bieden. In zeven weken tijd heeft ze geen half uur vrije tijd gehad. Maar de loten vliegen dan ook de deur uit. Er zijn er nog te krijgen, zegt ze, maar dan moet u vlug zijn en nummer K1000-37825 m Breda bellen, dan worden ze toegestuurd. Zuster Schaars is bereid om dag en nacht over Bukumbi te praten. Over zichzelf zegt ze niets. Ik ben onbelangrijk. Het enige, dat telt, is mijn gironummer 193600 als penningmeesteresse van de Afrika Injectie Actie Mijn hobbies? Loten verkopen. Toen hebben we het maar opgegeven. Advertentie Ik zat wolkeloos gelukkig op het terrasje in het dorp te genieten van het leven in het algemeen en van het mooie weer in het bijzon der toen een ijsman met zijn kar passeerde. Het was een weldoortimmerde, ouder wetse venter, die met over gave een bel hanteerde. In een opwelling om anderen te doen meedelen in mijn aangewaaide, on verdiende vreugde, duwde ik een klein, juist passerend meisje een dub- beitje in de handen en zei: „Hier, ga maar een ijsje kopen". Het volgende ogenblik was ik op mijn terras omringd door een uitge breide schare kinderen, die mij met beleefde, maar nadrukkelijk betogende blikken gadesloegen. Natuurlijk ging ik door de knieën, deelde dus her en der dubbeltjes uit en even later weer klonk door het dorp een duidelijk waarneembaar, welluidend gesmak. Toen de rust was weergekeerd, vatte ik mijn boek weer op en begon te le zen. Maar ineens viel het mij op dat terzijde van mijn stoel een fijn, stil Ambonees knaapje had postgevat. Hij zei niets, maar hij keek mij af en toe wel met steelse blik aan. „Haal je het nog?" vroeg ik, doe lend op de ijsman, die al lang weer zijns weegs was gegaan. Het jongetje knikt bevestigend. Ik tastte dus in de zak, vond niets anders dan een kwartje en gaf het hem. De laatste, de beste, dacht ik. Ik heb nooit enig jongetje zo snel zien starten en sprinten, als die kleine Ambonees. In een minimum van tijd was hij een stip aan de einder. Ik was het vrolijke incident al weer vergeten toen er ineens iets zwarts mijn terras opschuifelde. Het was dat Amboneesje. Hij zei bedremmeld: „As- tublieft mijnheer" en legde vijftien centjes op het tafeltje. Onderzoekingen naar de oorzaken van de vissterfte in vrgwel alle open wateren van Zuid-Holland hebben de mening dor-i postvatten, dat de ver giftiging het gevolg is van het storten van afvalstoffen in de Hollandse IJs- sel. Deze afvalstoffen zyn naar alle waarschyniykheid afkomstig van een bedrijf, dat sinds kort insectendodende middelen vervaardigt. Dit is donderdag meegedeeld tijdens een persconferen tie die in Alphen aan den Rijn werd ge- houden en waaraan een coördinerende bespreking was voorafgegaan. Met alle mogelijke middelen wordt getracht, de gifstoffen zo snel moge- lijk uit het water te doen verdwenen. Men tracht dit te bereiken door een maximale opstuwing van de wateren naar Katvvyk, waar op zee wordt ge loosd. In verband hiermee is de waar schuwing uitgegeven een deel van het strand, waar het vergiftigde water met de dode vis in zee wordt geloosd en waar deze vis tengevolge van de stroom op het strand kan aanspoelen, niet te gebruiken. Ook werd meegedeeld, dat de tekenen er op wüzen, dat de Hollandse IJssel zuiverder begint te worden. De waar schuwing tegen het gebruik van het besmette water, hetzij om in te baden en te zwemmen, hetzy voor enig ander doel, blijft echter onverminderd van kracht. De heer M. Schuursma, farmaceu tisch inspecteur van de volksgezond heidsdienst, heeft medegedeeld dat de dode vis zich ophoopt in de dode hoeken van de rivieren en daar tot rotting overgaat. Dit zou, aldus de heer Schuursma, een nieu we bedreiging van de volksgezond heid kunnen worden. In verband daarmee adviseerde hü de inwoners van gemeenten die zich bevinden in het gebied waar grote aantallen vis sen zün gedood, de plaatsen waar zich deze rottende massa's bevinden onverwpld mede te delen aan de autoriteiten. Zo spoedig mogeiyk zal tot opruiming van deze nieuwe geva- renbronnen worden overgegaan. De heer Schuursma wees met na druk de veronderstelling van de hand als zou hier een besmetting door mid del van radio-actieve stoffen in het spel zyn. In die richting zün wel onder zoekingen gedaan, maar de resultaten hebben uitgewezen dat men beslist geen vrees behoeft te koesteren voor radio-actieve besmetting. Verhaal mogelijk De hoofdingenieur van het rüksin- stituut voor de zuivering van afvalwa ter, ir. F. Ribbius, die over de vermoe delijke oorzaak van de vergiftiging sprak, deelde mee dat thans in ons land vergif wordt geproduceerd dat wordt gebruikt tegen zeer kwaadaardige insecten, doch waarvan ook de mens kwade gevolgen kan ondervinden, wan neer het op een wpze als dat nu is gebeurd in open water terecht komt. Of verhaal juridisch mogelpk zal zün, is nog een vraag. De bron van de ver giftiging is nameiyk wel met waar- schü'nlijkheid, doch niet met zekerheid aan te wpzen. Men dient namelpk re kening te houden met andere versprei- dingsmogeiykheden, dan die welke zyn aangenomen. Zwemverbod voor militairen De garnizoenscommandanten in Zuid- Holland hebben voor de militairen een verbod uitgevaardigd om te zwemmen of te baden in de Zuidhollandse binnen wateren of in de Hollandse IJssel en daarmee in verbinding staande zwem baden. In verband met het gevaar door ver giftiging van het water in de Vliet en in de poldervaarten en sloten in Rps- wük wordt eenieder ernstig gewaar schuwd niet te zwemmen in deze wate ren. Het zwembad De Put te Rüswyk is tot nader aankondiging gesloten. Ook buiten Rijnland Ook buiten de boezem van Rü'nland sterven op het ogenblik vissen in wate ren van Zuid-Holland. O.a. drüft nogal wat dode vis in de Haagse kanalen en grachten. Wij vernemen van het hoogheemraad schap van Delfland dat de hier en daar in Delfland geconstateerde vissterfte een gevolg is van zuurstofgebrek in het water. Dit zuurstofgebrek vloeit voort uit het feit dat de inmaling van water uit Rünland te Leidschendam is stopgezet zodra bleek dat de ver giftiging van het Rijnlandse water in westeiyke richting voortzette. Dienten gevolge moet water uit de Nieuwe Maas, dat op het ogenblik zuurstofarm is, worden ingelaten. Het normale zuur stofverbruik in Delflands boezem leid de tot verdere verlaging van het zuur stofgehalte in dit water, hetgeen op zün beurt tot vissterfte aanleiding gaf, aldus het bestuur van Delfland. Daartoe in staat gesteld door een schenking van de heer en mevrouw Hackett te Los Angeles, hem aangebo den door bemiddeling van „The Ne- therland-America-foundation" te New York, zal de staatssecretaris van On derwas, Kunsten en Wetenschappen ook in de jaren 1962 tot en met 1966 in de ge legenheid zü'n aan veelbelovende Ne derlandse letterkundigen beneden de 30 jaar de Anne Frankprijzen toe te ken nen. Door deze schenking beoogt het echtpaar Hackett, dat reeds eerder heeft getuigd van zün daadwerkelü'ke belangstelling voor de Nederlandse li teratuur, de gedachtenis levend te hou den aan Anne Frank.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 3