Onderwijzersmisère 25 jaar her:
WACHTGELDERS, WERKLOZEN
EN KWEKELINGEN MET AKTE
En nu: welkom op onze school
KERK VAN CHARLES EYCK
M
Pelgrimage naar de GREBBEBER G
H
TWEE ADVERTENTIES
STANDARD
„VIJF DAGEN EN DE VRIJHEID GING VERLOKEN"
een vierde
leerkracht
C'
Plus que ga
ch
anp.e
Zilveren K.O.V
Heden
SIEMENS
1934
1959
ZATERDAG 16 MEI 1959
Pagina n
Vj 1
„Zoo schaadt ons duivel, hel noch dood,
Zoo komen wij door storm en nood!'
Verleden
Biedt zic*/ beleefp aat*
KweKeutvG-Mer-AKTe
BE50MAFP YooRKowenr
owaejpRoKetv lev EM5 wamde l
TeVRGPEIY MET
WAAWDEL'JKS FOO.ITO'S
IK WEIV5 TE BEGlNtYetY.,.
»yV ie-KLA5 GE^eeryre
ew *tf Kceirv klasje
riawts wowiwo t*7oe.r
BirytyerfKORT seschik.-
BAAR z'jtv
N.&. V/AAST
'T KAtV VER.KER.EtV...
L*».
Examens
SLEDE-STOFZUIGER
grote zuigkracht f. lHO|"
ROERMOND
EEN ZESDE
LEERKRACHT MET
HOOFDAKTE EN
BIJAKTEN
Hf iddenmeer (N.-H.)
(miui. of vrl.)
liefst in 't bezit van of
studerend voor een bijakte.
(Van onze önderwijsredacteur)
et weinig voorbeelden is het school is nieuw, het meubilair is mo-
verschil tussen de situatie, dern en er is een voortreffelijke
waarin het Nederlandse onder- teamgeest onder het jonge personeel
wijzerscorps vijfentwintig jaar ge
leden verkeerde en de toestand van
nu zo duidelijk te illustreren als met
de personeelsadvertenties van 1934
en van 1959
Vandaag aan de dag vindt men in
de onderwijzersbladen week in week
uit pagina's vol advertenties, de wed
ijver illustrerend van gemeenten en
schoolbesturen, die zich zo aantrek
kelijk mogelijk voordoen om maar
aan een onderwijzer of onderwijzeres
te komen Men stelt, als het maar
even kan. aan de te benoemen leer
kracht een woning in het vooruit
zicht: een prima woning, een woning
met tuin, een ruime woning, een mo
derne woning, een woning met lage
huur en een woning met riant uit
zicht. Men slooft zich uit om de at
tracties van de school te etaleren: de
Men formuleert z'n verlangens zo
soepel mogelijk: het zou prettig zijn
als het nieuwe hoofd orgel kon spe
len en men nodigt ook de kweek
schoolleerlingen, die nog examen
moeten doen, uit te solliciteren. De
kleinere plaatsen schermen daaren
boven druk met hun natuurschoon:
Borne heeft een prachtige omgeving,
Austerlitz ligt in een zeer bosrijke
omgeving, Rijssen ligt in „Hollands
Schwarzwald" enz. En de busverbin
dingen? Maakt U toch geen zorgen:
Gasselternijeveen heeft goede verbin
dingen met Groningen, Assen, Em-
men en Stadskanaal, Rekken heeft
ze met Enschede. Deventer en Win
terswijk, Sexbierum met Leeuwar
den, Harlingen en Franeker. Komt,
komt en geeft onze kinderen onder
wijs
minimi in in in in in iiiMiiitiiiin mi in in in in in itrniniiiiiniliiiiiiiiiliili ui minim in minimi min in i min in iinüiMüiii mi1
IllllllllllllllllllllllIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIllllllllllllllllllllllilllllllll
Dat is de situatie anno 1959. Over de
verklaring van die situatie zullen we
het nu niet hebben en over de toekomst
evenmin. Het 25-jarig bestaan van het
Katholiek Onderwijzersverbond vormt
een aanleiding om ditmaal eens terug
te zien. Hoe was de toestand in 1934?
Crisistijd: duizenden en duizen
den werkloze onderwijzers. Het aan
tal oproepen in de onderwijzersbladen
is heel wat geringer en de toon is
heel anders. Men vraagt een ervaren
onderwijzer met hoofdakte en liefst
twee bijakten; alleen zij, die reeds
een vaste aanstelling hebben en
wachtgelders kunnen solliciteren. Ge
vraagd: een bekwaam hoofd, meerde
re bevoegdheden gewenst, grondige
kennis van zang en Gregoriaans aan
bevolen brieven met uitvoerige re
ferentiën aanEr kan geplaatst
worden een kwekeling met akte; sa
laris f 60 per maand. Er moet een
flinke stroom sollicitaties op deze ad
vertentie zijn binnengekomen, want
zestig gulden was een uitzonderlijk
„salaris": ƒ25 was normaal, 20
kwam zeer vaak voor en werken
voor niets was geen zeldzaamheid.
Geen wonder dat het Katholieke
Schoolblad van vijfentwintig jaar terug
voor een belangrijk deel bestaat uit
klachten, protesten en verontwaardi
ging. Gelet op de omstandigheden
wordt er nog veel aandacht besteed
aan ideële zaken, maar de materiële
zorgen van het onderwijzerskorps zijn
groot, zeer groot. Men moet er voor
waken, dat bij opheffing van de be
trekking in de ontslagbrief aan de on
derwijzer het predicaat „eervol" niet
vergeten wordt. Er werkt een „Com
missie tot Raad en Steun aan wacht
gelders en werkloze Collega's". Men
heeft zestig werklozen blij kunnen ma
ken met een chèque. De jongeren wer
ken in het gunstigste geval als kweke
ling met akte. d.w.z. zij leveren vol
waardig werk. maar men behandelt
hen als krullenjongens en zij worden
dus afgescheept met een fooi.
„Bij troepjes staan ze met uitgestrek
te handen reikhalzend langs den le
vensweg. onze werklooze jonge mannen
en vrouwen. Bij hoopen verdringen ze
elkaar voor de gesloten schoolpoorten.
liiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiliiiiiiilillillliilitillllin
Telkens vindt men in de bespreking
van het selectieprobleem van de zijde
der lagere school de klacht, dat de mid
delbare school de eisen van paratp ken
nis opdrijft en daardoor vruchtbaarder
besteding van den tijd belemmert, al
lereerst op de scholen, die veel leer
lingen aan het middelhaar en voorbe
reidend hoger onderwijs afleveren, en
als gevolg daarvan ook op de andere
scholen voor lager onderwijs terwijl
omgekeerd de middelbarp school klaagt
dat de lagere school zich bezig houdt
met snel weer vergeten er voor het
voortgezet onderwijs onbelangrijke ge
heugenkennis.
Er is een uitvoerig rapport versche
nen van de „Commissie ter formulering
van een bevredigende oplossing der toe
lating tot de eerste klasse van gymna
sium. lyceum en hogere burger
school".
Er blijven in de vereenvoudigde spel
ling nog vele punten over. die op de
school moeilijkheden geven.
De school moet ontlast worden van
allerlei bijkomstigheden, die slechts in
ver verwijderd verband staan met het
onderwijs.
Ons land leeft als gevolg van de op-
zweperij door pers en radio in de dom
ste voetbalverdwazing.
He' wordt de allerhoogste tijd. dat eens
repressief en preventief zeer flink opge
treden word! tegen de steeds ergerlij
ker excessen waaraan de tegenwoor
dig uit alle standen losgelaten straat
schooiertjes jongens en meisjes
zich te buiten gaan.
De classificatie der gemeenten is één
grof bonk ongerechtigheid. Wij erken
nen niet een verschil in levensstandaard
en verklaren ons daarom principieel te
gen elke classificatie.
Er moet voor gewaakt worden, dal
bjj het tot stand komen van nieuwe on
derwijswetten niet zo'n uitgebreide ma
terie geregeld zal worden bij algemene
maatregelen van bestuur.
vol jeugdige energie, hunkerend naar
emplooi. Helaas zij maken geen schijn
van kans. Elke weg is versperd, elke
deur gesloten. Wachtgelders moeten
voorgaan." De wachtgelders onder
wijzers, wier betrekking opgeheven is
vormen intussen weer een ander pro
bleem; er is een wachtgelderscentrale,
die zich bezig houdt met de herplaat
sing van de betrokkenen.
Herhaaldelijk wordt aangedrongen
op het ontslaan van gehuwde en hu
wende onderwijzeressen. „De gehuw
de vrouw in de school is meer dan
ooit een maatschappelijk euvel, ten
eerste voor haar gezin en ten tweede
omdat zij de gehuwde man en de
jongeman, die een gezin wil stich
ten, in de weg staat." 925 gehuwde
onderwijzeressen hebben in totaal
niet meer dan 495 kinderen. Het Ka
tholieke SchoUblad citeert zonder
blikken of blozen een krant, die
schrijft: „Men ziet hieruit hoever het
met de kinderbeperking onder de ge
huwde ambtenaressen is gekomen."
Op het secretariaat van het nationaal
comité voor arbeid aan werkloze intel
lectuelen worden bergen werk verzet.
Werkloze onderwijzers krjjgen de gele
genheid gratis op retraite te gaan. In
tussen is er een proeve voor een bonds
lied gemaakt; „In zee! in zee! we varen
recht in stadig Godsvertrouwen, Zoo
schaadt ons duivel, hel noch dood, Zoo
komen wij door storm en nood! Voor
Christus onzen Koning!"
De situatie wordt slechter. De rege
ring (2e kabinet-Colijn) overweegt een
aantasting van de pensioenen en een
herclassificatie van de gemeenten.
Tientallen gemeenten zullen van de le
klasse overgebracht worden naar de
2e, van de 2e naar de 3e en van de 3e
naar de 4e. Voor een aantal gemeenten
ligt in het vooruitzicht, dat zij eerst
één klas zullen zakken en een half
jaar later nog eens in een lagere klas
se zullen komen. „Wie beschermt de
zedelijkheid van de jeugd? Men klaagt
allerwegen steen en been over de zeden
verwildering. maar hoe kan dat ook
anders als men de jeugd niet weert uit
gemengde bad- en zwemgelegenhe-
den?" Ook deze vraagstukken zijn aan
de orde. maar de problematiek van
de werkgelegenheid en salarissen, do
mineert.
Wat moet men aan met de wassen
de stroom van Duitsers, die in ons
land komen, terwijl wij al zoveel werk
lozen hebben? „De minister heeft een
goed werk gedaan met paal en» perk te
stellen aan de verduitsing der z.g Duit
se scholen. De Hitlerjugend heeft ook
filialen in ons lankmoedig vaderland."
Gevraagd: een kwekeling met akte,
vergoeding nader overeen te komen
Gevraagd: een hoofd met drie bijak
ten. Het schoolblad is rjjk aan adver
tenties 'oor akte-cursussen en examen
opleidingen. De AVRO tracht reclame
te maken op katholieke scholen. Ver
schenen is de „Toetsnaald", verzame
ling van opgaven der admissie-exa-
mens. In het boekje „Volk und Schule"
wordt Adolf Hitler „der gröszte Erzie-
her" genoemd. Gevraagd: een hoofd
met akte Frans en liefst ook Duits, En
gels en wiskunde: alleen wachtgelders
en zij, die reeds in dienst zijn, kunnen
solliciteren. Op een in Duitsland ver
schenen kaart zijn Sleeswijk-Holstein,
(Critici op de weinig vleiende voorstelling van de hedendaagse jonge onder
wijzer mogen wij verwijzen naar „Het Katholieke Schoolblad", waaraan zij
ontleend is)
het Saargebied, Elzas-Lotharingen, ge
heel Oostenrijk en gedeelten van Gali-
cië, Silezië en Polen bij het Derde Rijk
getrokken. „Het is natuurlijk slechts
een kwestie van tijd of piëteit, dat,wij
Germanen nog niet mede ingelijfd wor
den"
Piëteit is er niet aan te pas geko
men, maar overigens heeft de com
mentator het goed aangevoeld: het was
alleen een kwestie van tijd voor het
geweld kwam, dat hij in 1934 zag aan
komen. Er zjjn in de scholen nogal wat
dingen, die een hardnekkig leven lei
den, maar de oorlog, die alles uit z'n
voegen rukte, heeft de verhoudingen
van vraag en aanbod b;j het onderwijs
ondersteboven gegooid. De tijd van
voor de oorlog raakt in het vergeet
boek. Het onderwijs heeft genoeg aan
zijn moeilijkheden van vandaag. Die
moeilijkheden zijn inderdaad niet te on
derschatten, maar men zou ze niet
graag ruilen voor de moeilijkheden van
vijfentwintig jaar terug.
harles Eyck,
de Limburgse
schilder en
glazenier, heeft een
'kerk ontworpen
voor een parochie
in de Zuid-Lim
burgse plaatsMeers-
sen bij Maastricht.
Dat wil zeggen: de
conceptie is van
Eyck; voor de tech
nische verwezenlij
king van het plan
zorgde de architect
li. Koene uit 'aas-
tricht.
Voor Nederland
is het een opzien
barende noviteit:
een kerk ontwor
pen door een schil
der. Velen zullen
geneigd zijn bij
voorbaat minach
tend van dilettantis
me te spreken en
de kritiek zal niet
mals zijn. Maar bij
onbevooroordeelde
beschouwing moet
men erkenden, dat
er een goed, oor
spronkelijk bouw
werk is tot stand
gekomen, dat ver
rast door vrijmoe-
artisticiteit.
Met Pinksteren zal
de kerk voor het
eerst dienst doen.
Op de foto ziet
men de charmante
ingangspartij met
hoog oplopende ko
lommen. De leven
de wand bestaat uit
betonnen elementen
met ronde en kruis
vormige gaten,
waarin zich ge
kleurd glas bevindt.
r\ egin volgende week wordt te
h\ Scheveningen het zilveren
jubileum gevierd van het
Katholiek Onderwijzers Verbond.
De datum, waarop het verbond
zijn werkzaamheden begon, 1 juli
1934valt vrij willekeurig. Maar
als men nog eens nagaat hoe de
onderwijzers er destijds aan toe
waren nevenstaand artikel geeft
daarvan enige impressies dan
blijkt, dat er alle reden is om het
K.O.V. er geluk mee te wensen,
dat de onderwijzers dat willekeu
rige jaar 1934 thans vijfentwintig
jaar achter zich hebben.'
ROTTERDAM, 14 mei Semi arts
examen mej. M. H. Meijer, Roozen-
daal S. M. de Boer, Langbroek, en
M. J. v. Drommel, Den Haag. Artsex.
G. G. Akkersdijk, Den Haag, J. P.
Jorna, Leeuwarden, G. W. Meeuwisse,
Rotterdam en A. Pen, Bennekom.
AMSTERDAM 15 mei (V.U.). Docto
raal rechten mej. M. D. A, W. Boer
(Amsterdam), kand. wis- en natuurkun
de P. Biioen (Amsterdam), doctoraal
sterrekunde de heer R. H. Wesselius en
met lof voor het doctoraal examen
scheikunde de heer R. Bleekrode (Am
sterdam).
ROTTERDAM, 15 mei. Doctoraal ec.
wctensch. Th. Raets uit Brunssum.
TILBURG, 15 mei Doctoraal eco
nomische bedrjjfshoud. K. Richt: J.
Crijns (Nuth), B. Groothuis (Vasse).
LEIDEN, 15 mei Gepromoveerd
tot doctor in de geneeskunde op proef
schrift „Differentiatie van virussen op
grond van het cytopathogene effect in
celcultures", J. Versteeg, geboren te
Schiedam en thans wonende te Leiden.
Gepromoveerd tot doctor in de
rechtsgeleerdheid op proefschrift
„Hoofdzaken der vervoerdersaanspra
kelijkheid in het zeerecht", Sj. Royer,
geboren te Amsterdam en thans wo
nende te Rotterdam .De promotie ge
schiedde cum laude. Kand. geschiede
nis mej. M. A. Brouwer Leiden.
Advertentie
licht gewicht - <fl 4 O
et militaire oorlogskerkhof op de
Grebbeberg is ongetwijfeld een
schitterend onderhouden be
graafplaats. Toen wij haar dezer da-
gén betraden glansden er oranje
kleurige tulpen in lange njen en elke
grafsteen was omgeven door hel
blauwe toeven van vergeet-mij-niet
ten. Dit kerkhof had merkwaardiger
wijze iets van een Tuin van Eden:
het was er zonnig, rustig en kleurrijk
bijna van een soort ingetogen vrolijk
heid. In ieder geval ontbrak er ten
enenmale die deprimerende sfeer, nu
eenmaal eigen aan dodenakkers. Een
meisjesschool, kennelijk „op excursie",
trok °r ongecompliceerd keuvelend
langs de graven
Totdat een van de onderwijze
ressen stilte beval en het „Onze Va
der" aanhief. Hei klonken de schrille
kinderstemmetjes in de perfecte stil
te. „Dat zjj rusten in vrede" Een
gebed voor „de gevallenen". Voor
de anonieme gevallenen? Neen. men
kon hun namen op de kleine grijze
grafstenen lezen: „Gevallen voor het
vaderland. M. Thiissen, soldaat 1-1-8
R.I. Geb. 19-2-1913. Overl. 13-5-1940
Een gebed voor D. J. Heinen, soldaat,
voor W. Grootenhuis. korporaal, voor
L. Kok, wachtmeester. Voor allen,
die daar lagen, rustend in vrede en
met name genoemd.
Negentien jaar zijn in een mensen
leven een 'ange tijd De kinderen, die
daar baden op de Grebbeberg waren
aanzienlijk jonger In leeftijd. Voor hen
illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllillllllllllllllIlllllllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllinillllllllllllllllMIIIHIIIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIMMI'
„IIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIII
(Uit „Het Katholieke
eerste .jaargang, 1934).
School blac
Het Bestuur der Parochiescholen te
vraagt voor de LINDANUSSCHOOL
(Uitgebreid Lager Onderwijs)
Alleen wachtgelders en
zij, wier wedde reeds
door 't Rijk wordt ver
goed, komen in aan
merking.
Brieven met volledige inlichtingen
aan den secretaris van het Schooi
bestuur. Abdijhof l.
Geen bezoek dan na uitnodiging
lllllilllllllllllillllllllllllllllllllillllllltllllllllllllllilllllllllllllll
GEVRAAGD met ingang van 1 sept
'59 aan de r.-k. gemengde Dr. Ariëns-
Ulo (hoofd B. J. J. Robben)
Middenmeet en omgeving heelt
een prettige, in alle opzichten
meewerkende bevolking en
zeer ijverige leerlingen.
Verplaatsingsk. van toepassing
Voor woning of pension kan
gezorgd worden.
Sollicitaties binnen 10 dagen te rich
ten aan de secr. van 't Schoolbestuur.
N. A. Knook, Tussenweg 17, Midden-
meer.
leder jaar worden de gevallenen bij het monument op de Grebbeberg herdacht.
Alphen aan de opperbevelhebber:
„Grensoverschrijdingen bjj Kerkrade en
Vaals". Nederland had ineens zjjn
v ij a n d. Een genereuze vijand. Want
de Duitse ambassadeur deed onze mi
nister van buitenlandse zaken weten dat
onze zelfstandigheid gegarandeerd zou
worden als wjj geen „weerstand" zou
den bieden en zulks ondanks het feit
dat de Duitse Rijksregering „onweerleg
bare bewijzen" in handen waren geval
len voor het feit dat Frankrijk en En
geland met medewerking van de Ne
derlandse regering reeds sinds lang
plannen hadden voorbereid voor een in
val in het Ruhrgebied via ons land.
Een genereuze vijand. En een listige.
Nog diezelfde 10e mei verspreidde hij
alom in den lande pamfletten waarop
i elkeen kon lezen: „Joder weerstand
heeft geen zin meer." Wij boden noch-
I tans „weerstand". Op onze warrige, on-
beholpen, dappere manier. Wij aanvaar
den met weerzin onze „vijand", maar
wij bevochten hem zo goed als wij kon-
den. Maar wij konden niet zo veel.
j Iedereen weet nog hoe het naar de
feiten is gegaan. Ons eerste legerbe-
richt vermeldt dat wij 70 vijandelijke
vliegtuigen hebben neergeschoten: de
j vijand bedreigt ons regeringscentrum
in Den Haag, wij smoren die bedrei
ging aanvankelijk in de kiem, wij her
overen op de eerste dag Ypenburg, dat
door vijandelijke parachutisten was in
genomen, wij heroveren het Beurssta
tion in Rotterdam. Wij herinneren ons
die caiamiteuze Pinksterdagen: onze
koningin vertrekt naar het buitenland,
I evenals onze regering. Op dinsdag
wordt Rotterdam gebombardeerd. Die-
zelfde avond spreekt generaal Winkel-
I man voor de radio: „Vrijwel geheel
j aangewezen op eigen kracht, waren wij
i niet in staat, ons land, onze burgerbe-
volking voor dit geweld te behoeden.
Het waren deze harde feiten, die mij
noopten, mijn hoogst ernstig besluit te
nemen: wij hebben de strijd gestaakt.
Ik kan mij ten volle indenken, dat dit
besluit voor vele Nederlanders schok
kend is. Laten zjj allen echter beseffen,
dat ik op dit ogenblik de Nederlandse
regering hier te lande vertegenwoordig
en dat ik derhalve niet alleen gerech
tigd, doch ook verplicht was te besluiten
zolang het belang van het Nederlandse
volk in deze omstandigheden voor
schrijft."
was de oorlog iets heel onduidelijks,
iets heei ver wegs, iets onbegrijpelijks.
Precies zo onbegrijpelijk waarschijnlijk
als het destijds was voor M. Thijssen,
soldaat 1-1-8 R.I., op '13-5-1940 gevallen
voor het vaderland. Want Nederland
was op 10 mei 1940 niet voorbereid op
een oorlog; het kende geen oorlog, het
wist van geen oorlog, het wilde geen
oorlog. Het kreeg niettemin zijn oorlog.
En zijn gevallenen.
Negentien jaar na die verschrikkelijk
irreële meidagen in 1940 wil een mens
dan wel eens weten hoe het destijds
precies is gegaan. Natuurlijk, de offic-
ciële en niet-officiële geschriften staan
hem ter beschikking. Want er is veel
geschreven over de vijf dagen oorlog,
die „wij" hebben gevoerd. En in de
toekomst zullen zij ongetwijfeld een
ferm stuk „Vaderlandse Geschiedenis"
vormen.
Natuurlijk, men kan lezen dat reeds
op 7 mei 1940 „onze inlichtingen
dienst" wij hadden destijds een in
lichtingendienst positieve berichten
ontving over een op handen zijnde
Duitse inval. En dat meteen alle ver
loven waren ingetrokken. Dat uit
drukkelijk werd meegedeeld dat de
opperbevelhebber nóóit het bevel zou
geven géén weerstand te bieden. Ach
heden, weerstand.
Op 9 mei had ons departement van
buitenlandse zaken zekerheid omtrent
de aanval. Die dag telegrafeerde een
Amerikaanse verslaggever in Am
sterdam aan zjjn krant: „Wise Willies
whispering bewitching hour Friday
dawn". En dat betekende: „Duitsers,
die het weten kunnen, vertellen, dat
het fatale uur vrijdag bij het aan
breken van de dag za] zijn." Die dag
gold voor onze strijdkrachten het pa
rool van „volledige strijdvaardigheid"
En onze totale mansterkte bedroeg
300.000.
Het fatale uur. Op 10 mei, 's morgens
om drie uur meldde de sous-chef van
de staf van de landmacht, kolonel van
Wij, die de meidagen hebben mee
gemaakt, herinneren ons dit alles nog
levendig. En als wij willen, kunnen
wij nog eens onze eigen vertwijfelde
angst en woede, zoals die destijds in
onze harten ieefden, in ons geheugen
terugroepen. Maar een mens wil dan,
nu na negentien jaar, wel eens weten
hoe het in die dagen toeging in de
frontlinie en met namè temidden van
de gewone mensen, die daar woon
den en leefden. En de schrijver van
deze regelen maakte dus zijn pelgri
mage naar de Grebbeberg. Hij had
ook ergens anders naar foe kunnen
gaan. Maar hij koos de Grebbeberg.
Die naam immers heeft nog steeds
zo'n „dramatische" klank.
Ep hij stond dus op deze 11e mei
anno 1959 voor het graf van M. Thijssen,
soldaat 1-1-8 R.I., gevallen voor het
vaderland. Het was precies zo'n voor-
treffelijk-stralende meidag als destijds
Alleen de atmosfeer was wat zuiverder
en aanzienlijk minder doortrokken van
panisch onheil en giftige dreiging. En
de kinderen baden hun „Onze Vader"
en de tuiniers maaiden rustig en wel
overwogen met hun machines het gras.
In Rhenen, het plaatsje, gelegen aan
de voet van de berg, die destijds het
slagveld was, zat hij, de pelgrim, in
het huis van de heer Kees Smulders,
die er destijds wel het een en ander
van had meegemaakt. En dit vertelde
hij: „Ik was in die dagen cantinehouder
bjj het 8ste regiment infanterie,
's Avonds op 9 mei kwam het bevel af:
iedereen naar de stellingen. De bevol
king was 's middags al geëvacueerd
naar Wijk bij Duurstede. Zij werden met
kolenschuiten, die al een week of drie
vier aan de wal hadden gelegen, over
de Rijn naar die plaats gebracht. En
zij lieten zich leiden als makke schapen.
Ik mocht blijven, want ik had een A-
kaart, dat wil zeggen dat ik diensten
moest verrichten, 's Avonds om 8 uur
kwamen er een paar militairen op een
rijwiel aan cavalleristen per fiets,
noemden wij ze die zeiden: „Bij Oos-
terbeek wordt al gevochten". Dat kon
hiet, want er was helemaal nog geen
oorlog. Of misschien is het tóch wel zO
geweest en ging het om een paar Duitse
verkenningspatrouiiles. .Maar 10 mei,,
's morgens om drie uur, werd ik al ge
wekt door het rumoer van schieten en
van vliegtuigen. Ik kreeg bericht dat ik
mij hjj de burgemeester moest komen
afmelden. En toen ik naar hem toe
ging, kwam ik een boer tegen die riep:
„Er wordt gevochten op de Grebbe
berg." Diezelfde dag nog moest ik ook
evacueren naar Wijk bij Duurstede. Ik
kwam terecht bij een boer. 's Zondags
middags kwam er een vent binnen, die
half in militair tenue,, half in zijn on
derbroek gekleed ging. Hij zei dat hij
had gevochten op de Grebbeberg. Ze
vertrouwden het zaakje niet en ze vroe
gen mij om die man te ondervragen.
Uit zijn verhaal kon ik merken dat hij
loog of het gedrukt stond. Hij wist niets
van de situatie op de Grebbeberg. Wij
hebben hem toen door de weilanden in
de richting Utrecht gestuurd. Hij was
duidelijk een spion. Even later kwamen
twee SS-ers over het draad gestapt en
de boerderij binnen. Zij hadden vuur uit
de boerderij gekregen, zeiden zei. Dat
kon niet, dus zeiden wij: onderzoek de
zaak maar. Dat hebben die kerels toen
gedaan, maar toen ze wegreden zat die
vent-van-die-onderbroek wel degelijk op
het zijspan.
Op de Tweede Pinksterdag ben ik
teruggegaan naar Rhenen. Onderweg
werd ik aangehouden door twee Ne
derlandse militairen met bajonetten
op het geweer. „Waar ga je naar
toe?" vroegen zij. „Ik wil naar mijn
cantine," antwoordde ik. „Ga je
gang," zeiden ze toen ze mijn papie
ren hadden gezien, „als je maar siga
retten voor ons meebrengt." Dat heb
ik natuurlijk gedaan. Onderweg ben
ik nog ergens aan de dijk gaan liggen,
want er vlogen als maar Duitse vlieg
tuigen over ons heen. Toen ik bij mijn
huis kwam zag ik dat alle ramen
stuk waren. Ik ben toen weer naar
Wijk bij Duurstede teruggegaan.
Maar donderdags móest ik weer naar
Rhenen. Ik liep in de richting van
de Grebbe. Ik kwam de burgemeester
tegen die zei, dat ik 's middags om
twee uur op het gemeentehuis moest
wezen. Onderweg zag ik dat ergens
Duitse militairen uit een granaat
trechter of een gat veroorzaakt door
een ontplofte landmijn werden ge
haald. Telkens als er een boven kwam
zei een Duitse dokter: „Kaputt". Bij
het Ouwehands Dierenpark in de
buurt laadden ze de lijken van Duit
sers in een verhuiswagen. Ook hoorde
ik nog schieten. Dat kwam omdat
een majoor, die zich niet wilde over
geven, met een groepje mannen ach
ter een mitrailleur was gaan liggen.
Later op de dag zag ik hem op de
markt van Rhenen ais krijgsgevange
ne staam Zo tussen 18 en 2ü mei
kwamen alle inwoners van Rhenen
druppelsgewijs weer terug. Maar een
paar mensen en ik waren vrijdags al
begonnen met opruimen. Van de slag
op de Grebbeberg heb ik dus niks ge
zien, daar kan ik u dus ook niks van
vertellen."
Meer had hij, de heer Kees Smulders,
cantinehouder van het 8ste regiment in
fanterie dan ook niet hoeven 'te ver
teilen. Wij wisten immers tóch wel dat
er gevochten was op de Grebbeberg.
En wij stónden immers bjj 'het graf
van M. Thijssen, soldaat, gevallen
voor het vaderland. Pas toen wjj het
kerkhof verlieten, lazen wij het op
schrift, geschreven op het monument»
dat ligt vóór de ingang van de doden'
akker. Dat opschrift luidt zó: „Vijf da'
gen en de vrijheid ging verloren-
Vijf jaren en eerst toen werd zii
herboren. Zo moeizaam triomfeert ge"
rechtigheid. Aan dit besef zij deze gr°nd
gewijd."
HERMAN HOFHU12ëN