Onderwijzersmisère 25 jaar her: WACHTGELDERS, WERKLOZEN EN KWEKELINGEN MET AKTE En nu: welkom op onze school KERK VAN CHARLES EYCK M Pelgrimage naar de GREBBEBER G H TWEE ADVERTENTIES STANDARD „VIJF DAGEN EN DE VRIJHEID GING VERLOKEN" een vierde leerkracht C' Plus que ga ch anp.e Zilveren K.O.V Heden SIEMENS 1934 1959 ZATERDAG 16 MEI 1959 Pagina n Vj 1 „Zoo schaadt ons duivel, hel noch dood, Zoo komen wij door storm en nood!' Verleden Biedt zic*/ beleefp aat* KweKeutvG-Mer-AKTe BE50MAFP YooRKowenr owaejpRoKetv lev EM5 wamde l TeVRGPEIY MET WAAWDEL'JKS FOO.ITO'S IK WEIV5 TE BEGlNtYetY.,. »yV ie-KLA5 GE^eeryre ew *tf Kceirv klasje riawts wowiwo t*7oe.r BirytyerfKORT seschik.- BAAR z'jtv N.&. V/AAST 'T KAtV VER.KER.EtV... L*». Examens SLEDE-STOFZUIGER grote zuigkracht f. lHO|" ROERMOND EEN ZESDE LEERKRACHT MET HOOFDAKTE EN BIJAKTEN Hf iddenmeer (N.-H.) (miui. of vrl.) liefst in 't bezit van of studerend voor een bijakte. (Van onze önderwijsredacteur) et weinig voorbeelden is het school is nieuw, het meubilair is mo- verschil tussen de situatie, dern en er is een voortreffelijke waarin het Nederlandse onder- teamgeest onder het jonge personeel wijzerscorps vijfentwintig jaar ge leden verkeerde en de toestand van nu zo duidelijk te illustreren als met de personeelsadvertenties van 1934 en van 1959 Vandaag aan de dag vindt men in de onderwijzersbladen week in week uit pagina's vol advertenties, de wed ijver illustrerend van gemeenten en schoolbesturen, die zich zo aantrek kelijk mogelijk voordoen om maar aan een onderwijzer of onderwijzeres te komen Men stelt, als het maar even kan. aan de te benoemen leer kracht een woning in het vooruit zicht: een prima woning, een woning met tuin, een ruime woning, een mo derne woning, een woning met lage huur en een woning met riant uit zicht. Men slooft zich uit om de at tracties van de school te etaleren: de Men formuleert z'n verlangens zo soepel mogelijk: het zou prettig zijn als het nieuwe hoofd orgel kon spe len en men nodigt ook de kweek schoolleerlingen, die nog examen moeten doen, uit te solliciteren. De kleinere plaatsen schermen daaren boven druk met hun natuurschoon: Borne heeft een prachtige omgeving, Austerlitz ligt in een zeer bosrijke omgeving, Rijssen ligt in „Hollands Schwarzwald" enz. En de busverbin dingen? Maakt U toch geen zorgen: Gasselternijeveen heeft goede verbin dingen met Groningen, Assen, Em- men en Stadskanaal, Rekken heeft ze met Enschede. Deventer en Win terswijk, Sexbierum met Leeuwar den, Harlingen en Franeker. Komt, komt en geeft onze kinderen onder wijs minimi in in in in in iiiMiiitiiiin mi in in in in in itrniniiiiiniliiiiiiiiiliili ui minim in minimi min in i min in iinüiMüiii mi1 IllllllllllllllllllllllIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIllllllllllllllllllllllilllllllll Dat is de situatie anno 1959. Over de verklaring van die situatie zullen we het nu niet hebben en over de toekomst evenmin. Het 25-jarig bestaan van het Katholiek Onderwijzersverbond vormt een aanleiding om ditmaal eens terug te zien. Hoe was de toestand in 1934? Crisistijd: duizenden en duizen den werkloze onderwijzers. Het aan tal oproepen in de onderwijzersbladen is heel wat geringer en de toon is heel anders. Men vraagt een ervaren onderwijzer met hoofdakte en liefst twee bijakten; alleen zij, die reeds een vaste aanstelling hebben en wachtgelders kunnen solliciteren. Ge vraagd: een bekwaam hoofd, meerde re bevoegdheden gewenst, grondige kennis van zang en Gregoriaans aan bevolen brieven met uitvoerige re ferentiën aanEr kan geplaatst worden een kwekeling met akte; sa laris f 60 per maand. Er moet een flinke stroom sollicitaties op deze ad vertentie zijn binnengekomen, want zestig gulden was een uitzonderlijk „salaris": ƒ25 was normaal, 20 kwam zeer vaak voor en werken voor niets was geen zeldzaamheid. Geen wonder dat het Katholieke Schoolblad van vijfentwintig jaar terug voor een belangrijk deel bestaat uit klachten, protesten en verontwaardi ging. Gelet op de omstandigheden wordt er nog veel aandacht besteed aan ideële zaken, maar de materiële zorgen van het onderwijzerskorps zijn groot, zeer groot. Men moet er voor waken, dat bij opheffing van de be trekking in de ontslagbrief aan de on derwijzer het predicaat „eervol" niet vergeten wordt. Er werkt een „Com missie tot Raad en Steun aan wacht gelders en werkloze Collega's". Men heeft zestig werklozen blij kunnen ma ken met een chèque. De jongeren wer ken in het gunstigste geval als kweke ling met akte. d.w.z. zij leveren vol waardig werk. maar men behandelt hen als krullenjongens en zij worden dus afgescheept met een fooi. „Bij troepjes staan ze met uitgestrek te handen reikhalzend langs den le vensweg. onze werklooze jonge mannen en vrouwen. Bij hoopen verdringen ze elkaar voor de gesloten schoolpoorten. liiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiliiiiiiilillillliilitillllin Telkens vindt men in de bespreking van het selectieprobleem van de zijde der lagere school de klacht, dat de mid delbare school de eisen van paratp ken nis opdrijft en daardoor vruchtbaarder besteding van den tijd belemmert, al lereerst op de scholen, die veel leer lingen aan het middelhaar en voorbe reidend hoger onderwijs afleveren, en als gevolg daarvan ook op de andere scholen voor lager onderwijs terwijl omgekeerd de middelbarp school klaagt dat de lagere school zich bezig houdt met snel weer vergeten er voor het voortgezet onderwijs onbelangrijke ge heugenkennis. Er is een uitvoerig rapport versche nen van de „Commissie ter formulering van een bevredigende oplossing der toe lating tot de eerste klasse van gymna sium. lyceum en hogere burger school". Er blijven in de vereenvoudigde spel ling nog vele punten over. die op de school moeilijkheden geven. De school moet ontlast worden van allerlei bijkomstigheden, die slechts in ver verwijderd verband staan met het onderwijs. Ons land leeft als gevolg van de op- zweperij door pers en radio in de dom ste voetbalverdwazing. He' wordt de allerhoogste tijd. dat eens repressief en preventief zeer flink opge treden word! tegen de steeds ergerlij ker excessen waaraan de tegenwoor dig uit alle standen losgelaten straat schooiertjes jongens en meisjes zich te buiten gaan. De classificatie der gemeenten is één grof bonk ongerechtigheid. Wij erken nen niet een verschil in levensstandaard en verklaren ons daarom principieel te gen elke classificatie. Er moet voor gewaakt worden, dal bjj het tot stand komen van nieuwe on derwijswetten niet zo'n uitgebreide ma terie geregeld zal worden bij algemene maatregelen van bestuur. vol jeugdige energie, hunkerend naar emplooi. Helaas zij maken geen schijn van kans. Elke weg is versperd, elke deur gesloten. Wachtgelders moeten voorgaan." De wachtgelders onder wijzers, wier betrekking opgeheven is vormen intussen weer een ander pro bleem; er is een wachtgelderscentrale, die zich bezig houdt met de herplaat sing van de betrokkenen. Herhaaldelijk wordt aangedrongen op het ontslaan van gehuwde en hu wende onderwijzeressen. „De gehuw de vrouw in de school is meer dan ooit een maatschappelijk euvel, ten eerste voor haar gezin en ten tweede omdat zij de gehuwde man en de jongeman, die een gezin wil stich ten, in de weg staat." 925 gehuwde onderwijzeressen hebben in totaal niet meer dan 495 kinderen. Het Ka tholieke SchoUblad citeert zonder blikken of blozen een krant, die schrijft: „Men ziet hieruit hoever het met de kinderbeperking onder de ge huwde ambtenaressen is gekomen." Op het secretariaat van het nationaal comité voor arbeid aan werkloze intel lectuelen worden bergen werk verzet. Werkloze onderwijzers krjjgen de gele genheid gratis op retraite te gaan. In tussen is er een proeve voor een bonds lied gemaakt; „In zee! in zee! we varen recht in stadig Godsvertrouwen, Zoo schaadt ons duivel, hel noch dood, Zoo komen wij door storm en nood! Voor Christus onzen Koning!" De situatie wordt slechter. De rege ring (2e kabinet-Colijn) overweegt een aantasting van de pensioenen en een herclassificatie van de gemeenten. Tientallen gemeenten zullen van de le klasse overgebracht worden naar de 2e, van de 2e naar de 3e en van de 3e naar de 4e. Voor een aantal gemeenten ligt in het vooruitzicht, dat zij eerst één klas zullen zakken en een half jaar later nog eens in een lagere klas se zullen komen. „Wie beschermt de zedelijkheid van de jeugd? Men klaagt allerwegen steen en been over de zeden verwildering. maar hoe kan dat ook anders als men de jeugd niet weert uit gemengde bad- en zwemgelegenhe- den?" Ook deze vraagstukken zijn aan de orde. maar de problematiek van de werkgelegenheid en salarissen, do mineert. Wat moet men aan met de wassen de stroom van Duitsers, die in ons land komen, terwijl wij al zoveel werk lozen hebben? „De minister heeft een goed werk gedaan met paal en» perk te stellen aan de verduitsing der z.g Duit se scholen. De Hitlerjugend heeft ook filialen in ons lankmoedig vaderland." Gevraagd: een kwekeling met akte, vergoeding nader overeen te komen Gevraagd: een hoofd met drie bijak ten. Het schoolblad is rjjk aan adver tenties 'oor akte-cursussen en examen opleidingen. De AVRO tracht reclame te maken op katholieke scholen. Ver schenen is de „Toetsnaald", verzame ling van opgaven der admissie-exa- mens. In het boekje „Volk und Schule" wordt Adolf Hitler „der gröszte Erzie- her" genoemd. Gevraagd: een hoofd met akte Frans en liefst ook Duits, En gels en wiskunde: alleen wachtgelders en zij, die reeds in dienst zijn, kunnen solliciteren. Op een in Duitsland ver schenen kaart zijn Sleeswijk-Holstein, (Critici op de weinig vleiende voorstelling van de hedendaagse jonge onder wijzer mogen wij verwijzen naar „Het Katholieke Schoolblad", waaraan zij ontleend is) het Saargebied, Elzas-Lotharingen, ge heel Oostenrijk en gedeelten van Gali- cië, Silezië en Polen bij het Derde Rijk getrokken. „Het is natuurlijk slechts een kwestie van tijd of piëteit, dat,wij Germanen nog niet mede ingelijfd wor den" Piëteit is er niet aan te pas geko men, maar overigens heeft de com mentator het goed aangevoeld: het was alleen een kwestie van tijd voor het geweld kwam, dat hij in 1934 zag aan komen. Er zjjn in de scholen nogal wat dingen, die een hardnekkig leven lei den, maar de oorlog, die alles uit z'n voegen rukte, heeft de verhoudingen van vraag en aanbod b;j het onderwijs ondersteboven gegooid. De tijd van voor de oorlog raakt in het vergeet boek. Het onderwijs heeft genoeg aan zijn moeilijkheden van vandaag. Die moeilijkheden zijn inderdaad niet te on derschatten, maar men zou ze niet graag ruilen voor de moeilijkheden van vijfentwintig jaar terug. harles Eyck, de Limburgse schilder en glazenier, heeft een 'kerk ontworpen voor een parochie in de Zuid-Lim burgse plaatsMeers- sen bij Maastricht. Dat wil zeggen: de conceptie is van Eyck; voor de tech nische verwezenlij king van het plan zorgde de architect li. Koene uit 'aas- tricht. Voor Nederland is het een opzien barende noviteit: een kerk ontwor pen door een schil der. Velen zullen geneigd zijn bij voorbaat minach tend van dilettantis me te spreken en de kritiek zal niet mals zijn. Maar bij onbevooroordeelde beschouwing moet men erkenden, dat er een goed, oor spronkelijk bouw werk is tot stand gekomen, dat ver rast door vrijmoe- artisticiteit. Met Pinksteren zal de kerk voor het eerst dienst doen. Op de foto ziet men de charmante ingangspartij met hoog oplopende ko lommen. De leven de wand bestaat uit betonnen elementen met ronde en kruis vormige gaten, waarin zich ge kleurd glas bevindt. r\ egin volgende week wordt te h\ Scheveningen het zilveren jubileum gevierd van het Katholiek Onderwijzers Verbond. De datum, waarop het verbond zijn werkzaamheden begon, 1 juli 1934valt vrij willekeurig. Maar als men nog eens nagaat hoe de onderwijzers er destijds aan toe waren nevenstaand artikel geeft daarvan enige impressies dan blijkt, dat er alle reden is om het K.O.V. er geluk mee te wensen, dat de onderwijzers dat willekeu rige jaar 1934 thans vijfentwintig jaar achter zich hebben.' ROTTERDAM, 14 mei Semi arts examen mej. M. H. Meijer, Roozen- daal S. M. de Boer, Langbroek, en M. J. v. Drommel, Den Haag. Artsex. G. G. Akkersdijk, Den Haag, J. P. Jorna, Leeuwarden, G. W. Meeuwisse, Rotterdam en A. Pen, Bennekom. AMSTERDAM 15 mei (V.U.). Docto raal rechten mej. M. D. A, W. Boer (Amsterdam), kand. wis- en natuurkun de P. Biioen (Amsterdam), doctoraal sterrekunde de heer R. H. Wesselius en met lof voor het doctoraal examen scheikunde de heer R. Bleekrode (Am sterdam). ROTTERDAM, 15 mei. Doctoraal ec. wctensch. Th. Raets uit Brunssum. TILBURG, 15 mei Doctoraal eco nomische bedrjjfshoud. K. Richt: J. Crijns (Nuth), B. Groothuis (Vasse). LEIDEN, 15 mei Gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde op proef schrift „Differentiatie van virussen op grond van het cytopathogene effect in celcultures", J. Versteeg, geboren te Schiedam en thans wonende te Leiden. Gepromoveerd tot doctor in de rechtsgeleerdheid op proefschrift „Hoofdzaken der vervoerdersaanspra kelijkheid in het zeerecht", Sj. Royer, geboren te Amsterdam en thans wo nende te Rotterdam .De promotie ge schiedde cum laude. Kand. geschiede nis mej. M. A. Brouwer Leiden. Advertentie licht gewicht - <fl 4 O et militaire oorlogskerkhof op de Grebbeberg is ongetwijfeld een schitterend onderhouden be graafplaats. Toen wij haar dezer da- gén betraden glansden er oranje kleurige tulpen in lange njen en elke grafsteen was omgeven door hel blauwe toeven van vergeet-mij-niet ten. Dit kerkhof had merkwaardiger wijze iets van een Tuin van Eden: het was er zonnig, rustig en kleurrijk bijna van een soort ingetogen vrolijk heid. In ieder geval ontbrak er ten enenmale die deprimerende sfeer, nu eenmaal eigen aan dodenakkers. Een meisjesschool, kennelijk „op excursie", trok °r ongecompliceerd keuvelend langs de graven Totdat een van de onderwijze ressen stilte beval en het „Onze Va der" aanhief. Hei klonken de schrille kinderstemmetjes in de perfecte stil te. „Dat zjj rusten in vrede" Een gebed voor „de gevallenen". Voor de anonieme gevallenen? Neen. men kon hun namen op de kleine grijze grafstenen lezen: „Gevallen voor het vaderland. M. Thiissen, soldaat 1-1-8 R.I. Geb. 19-2-1913. Overl. 13-5-1940 Een gebed voor D. J. Heinen, soldaat, voor W. Grootenhuis. korporaal, voor L. Kok, wachtmeester. Voor allen, die daar lagen, rustend in vrede en met name genoemd. Negentien jaar zijn in een mensen leven een 'ange tijd De kinderen, die daar baden op de Grebbeberg waren aanzienlijk jonger In leeftijd. Voor hen illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllillllllllllllllIlllllllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllinillllllllllllllllMIIIHIIIIIIIIIIIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIMMI' „IIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIII (Uit „Het Katholieke eerste .jaargang, 1934). School blac Het Bestuur der Parochiescholen te vraagt voor de LINDANUSSCHOOL (Uitgebreid Lager Onderwijs) Alleen wachtgelders en zij, wier wedde reeds door 't Rijk wordt ver goed, komen in aan merking. Brieven met volledige inlichtingen aan den secretaris van het Schooi bestuur. Abdijhof l. Geen bezoek dan na uitnodiging lllllilllllllllllillllllllllllllllllllillllllltllllllllllllllilllllllllllllll GEVRAAGD met ingang van 1 sept '59 aan de r.-k. gemengde Dr. Ariëns- Ulo (hoofd B. J. J. Robben) Middenmeet en omgeving heelt een prettige, in alle opzichten meewerkende bevolking en zeer ijverige leerlingen. Verplaatsingsk. van toepassing Voor woning of pension kan gezorgd worden. Sollicitaties binnen 10 dagen te rich ten aan de secr. van 't Schoolbestuur. N. A. Knook, Tussenweg 17, Midden- meer. leder jaar worden de gevallenen bij het monument op de Grebbeberg herdacht. Alphen aan de opperbevelhebber: „Grensoverschrijdingen bjj Kerkrade en Vaals". Nederland had ineens zjjn v ij a n d. Een genereuze vijand. Want de Duitse ambassadeur deed onze mi nister van buitenlandse zaken weten dat onze zelfstandigheid gegarandeerd zou worden als wjj geen „weerstand" zou den bieden en zulks ondanks het feit dat de Duitse Rijksregering „onweerleg bare bewijzen" in handen waren geval len voor het feit dat Frankrijk en En geland met medewerking van de Ne derlandse regering reeds sinds lang plannen hadden voorbereid voor een in val in het Ruhrgebied via ons land. Een genereuze vijand. En een listige. Nog diezelfde 10e mei verspreidde hij alom in den lande pamfletten waarop i elkeen kon lezen: „Joder weerstand heeft geen zin meer." Wij boden noch- I tans „weerstand". Op onze warrige, on- beholpen, dappere manier. Wij aanvaar den met weerzin onze „vijand", maar wij bevochten hem zo goed als wij kon- den. Maar wij konden niet zo veel. j Iedereen weet nog hoe het naar de feiten is gegaan. Ons eerste legerbe- richt vermeldt dat wij 70 vijandelijke vliegtuigen hebben neergeschoten: de j vijand bedreigt ons regeringscentrum in Den Haag, wij smoren die bedrei ging aanvankelijk in de kiem, wij her overen op de eerste dag Ypenburg, dat door vijandelijke parachutisten was in genomen, wij heroveren het Beurssta tion in Rotterdam. Wij herinneren ons die caiamiteuze Pinksterdagen: onze koningin vertrekt naar het buitenland, I evenals onze regering. Op dinsdag wordt Rotterdam gebombardeerd. Die- zelfde avond spreekt generaal Winkel- I man voor de radio: „Vrijwel geheel j aangewezen op eigen kracht, waren wij i niet in staat, ons land, onze burgerbe- volking voor dit geweld te behoeden. Het waren deze harde feiten, die mij noopten, mijn hoogst ernstig besluit te nemen: wij hebben de strijd gestaakt. Ik kan mij ten volle indenken, dat dit besluit voor vele Nederlanders schok kend is. Laten zjj allen echter beseffen, dat ik op dit ogenblik de Nederlandse regering hier te lande vertegenwoordig en dat ik derhalve niet alleen gerech tigd, doch ook verplicht was te besluiten zolang het belang van het Nederlandse volk in deze omstandigheden voor schrijft." was de oorlog iets heel onduidelijks, iets heei ver wegs, iets onbegrijpelijks. Precies zo onbegrijpelijk waarschijnlijk als het destijds was voor M. Thijssen, soldaat 1-1-8 R.I., op '13-5-1940 gevallen voor het vaderland. Want Nederland was op 10 mei 1940 niet voorbereid op een oorlog; het kende geen oorlog, het wist van geen oorlog, het wilde geen oorlog. Het kreeg niettemin zijn oorlog. En zijn gevallenen. Negentien jaar na die verschrikkelijk irreële meidagen in 1940 wil een mens dan wel eens weten hoe het destijds precies is gegaan. Natuurlijk, de offic- ciële en niet-officiële geschriften staan hem ter beschikking. Want er is veel geschreven over de vijf dagen oorlog, die „wij" hebben gevoerd. En in de toekomst zullen zij ongetwijfeld een ferm stuk „Vaderlandse Geschiedenis" vormen. Natuurlijk, men kan lezen dat reeds op 7 mei 1940 „onze inlichtingen dienst" wij hadden destijds een in lichtingendienst positieve berichten ontving over een op handen zijnde Duitse inval. En dat meteen alle ver loven waren ingetrokken. Dat uit drukkelijk werd meegedeeld dat de opperbevelhebber nóóit het bevel zou geven géén weerstand te bieden. Ach heden, weerstand. Op 9 mei had ons departement van buitenlandse zaken zekerheid omtrent de aanval. Die dag telegrafeerde een Amerikaanse verslaggever in Am sterdam aan zjjn krant: „Wise Willies whispering bewitching hour Friday dawn". En dat betekende: „Duitsers, die het weten kunnen, vertellen, dat het fatale uur vrijdag bij het aan breken van de dag za] zijn." Die dag gold voor onze strijdkrachten het pa rool van „volledige strijdvaardigheid" En onze totale mansterkte bedroeg 300.000. Het fatale uur. Op 10 mei, 's morgens om drie uur meldde de sous-chef van de staf van de landmacht, kolonel van Wij, die de meidagen hebben mee gemaakt, herinneren ons dit alles nog levendig. En als wij willen, kunnen wij nog eens onze eigen vertwijfelde angst en woede, zoals die destijds in onze harten ieefden, in ons geheugen terugroepen. Maar een mens wil dan, nu na negentien jaar, wel eens weten hoe het in die dagen toeging in de frontlinie en met namè temidden van de gewone mensen, die daar woon den en leefden. En de schrijver van deze regelen maakte dus zijn pelgri mage naar de Grebbeberg. Hij had ook ergens anders naar foe kunnen gaan. Maar hij koos de Grebbeberg. Die naam immers heeft nog steeds zo'n „dramatische" klank. Ep hij stond dus op deze 11e mei anno 1959 voor het graf van M. Thijssen, soldaat 1-1-8 R.I., gevallen voor het vaderland. Het was precies zo'n voor- treffelijk-stralende meidag als destijds Alleen de atmosfeer was wat zuiverder en aanzienlijk minder doortrokken van panisch onheil en giftige dreiging. En de kinderen baden hun „Onze Vader" en de tuiniers maaiden rustig en wel overwogen met hun machines het gras. In Rhenen, het plaatsje, gelegen aan de voet van de berg, die destijds het slagveld was, zat hij, de pelgrim, in het huis van de heer Kees Smulders, die er destijds wel het een en ander van had meegemaakt. En dit vertelde hij: „Ik was in die dagen cantinehouder bjj het 8ste regiment infanterie, 's Avonds op 9 mei kwam het bevel af: iedereen naar de stellingen. De bevol king was 's middags al geëvacueerd naar Wijk bij Duurstede. Zij werden met kolenschuiten, die al een week of drie vier aan de wal hadden gelegen, over de Rijn naar die plaats gebracht. En zij lieten zich leiden als makke schapen. Ik mocht blijven, want ik had een A- kaart, dat wil zeggen dat ik diensten moest verrichten, 's Avonds om 8 uur kwamen er een paar militairen op een rijwiel aan cavalleristen per fiets, noemden wij ze die zeiden: „Bij Oos- terbeek wordt al gevochten". Dat kon hiet, want er was helemaal nog geen oorlog. Of misschien is het tóch wel zO geweest en ging het om een paar Duitse verkenningspatrouiiles. .Maar 10 mei,, 's morgens om drie uur, werd ik al ge wekt door het rumoer van schieten en van vliegtuigen. Ik kreeg bericht dat ik mij hjj de burgemeester moest komen afmelden. En toen ik naar hem toe ging, kwam ik een boer tegen die riep: „Er wordt gevochten op de Grebbe berg." Diezelfde dag nog moest ik ook evacueren naar Wijk bij Duurstede. Ik kwam terecht bij een boer. 's Zondags middags kwam er een vent binnen, die half in militair tenue,, half in zijn on derbroek gekleed ging. Hij zei dat hij had gevochten op de Grebbeberg. Ze vertrouwden het zaakje niet en ze vroe gen mij om die man te ondervragen. Uit zijn verhaal kon ik merken dat hij loog of het gedrukt stond. Hij wist niets van de situatie op de Grebbeberg. Wij hebben hem toen door de weilanden in de richting Utrecht gestuurd. Hij was duidelijk een spion. Even later kwamen twee SS-ers over het draad gestapt en de boerderij binnen. Zij hadden vuur uit de boerderij gekregen, zeiden zei. Dat kon niet, dus zeiden wij: onderzoek de zaak maar. Dat hebben die kerels toen gedaan, maar toen ze wegreden zat die vent-van-die-onderbroek wel degelijk op het zijspan. Op de Tweede Pinksterdag ben ik teruggegaan naar Rhenen. Onderweg werd ik aangehouden door twee Ne derlandse militairen met bajonetten op het geweer. „Waar ga je naar toe?" vroegen zij. „Ik wil naar mijn cantine," antwoordde ik. „Ga je gang," zeiden ze toen ze mijn papie ren hadden gezien, „als je maar siga retten voor ons meebrengt." Dat heb ik natuurlijk gedaan. Onderweg ben ik nog ergens aan de dijk gaan liggen, want er vlogen als maar Duitse vlieg tuigen over ons heen. Toen ik bij mijn huis kwam zag ik dat alle ramen stuk waren. Ik ben toen weer naar Wijk bij Duurstede teruggegaan. Maar donderdags móest ik weer naar Rhenen. Ik liep in de richting van de Grebbe. Ik kwam de burgemeester tegen die zei, dat ik 's middags om twee uur op het gemeentehuis moest wezen. Onderweg zag ik dat ergens Duitse militairen uit een granaat trechter of een gat veroorzaakt door een ontplofte landmijn werden ge haald. Telkens als er een boven kwam zei een Duitse dokter: „Kaputt". Bij het Ouwehands Dierenpark in de buurt laadden ze de lijken van Duit sers in een verhuiswagen. Ook hoorde ik nog schieten. Dat kwam omdat een majoor, die zich niet wilde over geven, met een groepje mannen ach ter een mitrailleur was gaan liggen. Later op de dag zag ik hem op de markt van Rhenen ais krijgsgevange ne staam Zo tussen 18 en 2ü mei kwamen alle inwoners van Rhenen druppelsgewijs weer terug. Maar een paar mensen en ik waren vrijdags al begonnen met opruimen. Van de slag op de Grebbeberg heb ik dus niks ge zien, daar kan ik u dus ook niks van vertellen." Meer had hij, de heer Kees Smulders, cantinehouder van het 8ste regiment in fanterie dan ook niet hoeven 'te ver teilen. Wij wisten immers tóch wel dat er gevochten was op de Grebbeberg. En wij stónden immers bjj 'het graf van M. Thijssen, soldaat, gevallen voor het vaderland. Pas toen wjj het kerkhof verlieten, lazen wij het op schrift, geschreven op het monument» dat ligt vóór de ingang van de doden' akker. Dat opschrift luidt zó: „Vijf da' gen en de vrijheid ging verloren- Vijf jaren en eerst toen werd zii herboren. Zo moeizaam triomfeert ge" rechtigheid. Aan dit besef zij deze gr°nd gewijd." HERMAN HOFHU12ëN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 12