n 7 I ONRUST Vogelwereld ONRUST IN DE ÊmmiAiÊÊsmst LAMMETJE LOTTEPOT EN DE LENTE Afscheid alg. hoofdredacteur van het A.N.P. E li Verzwikken is geen verstuiken f - /v; J mam M Zomerkampen voor vijfhonderd jongens rnmÈtm EVEN AANDACHT VOOR +!0 SVER1GE MEESTER PENNE- LIK GEEFT CIJFERS fX y Onderscheidingen ZATERDAG 16 MEI PAGINA 19 ""•f"1 X BEUR - *9 ff f fi PrV'* AM±$- a Liturgische weekkalender Probeer bij verstuiking niet flink te zijn; Voor vijfhonderd jongens van twaalf tot zeventien jaar die niet zijn aange sloten bij een jeugdorganisatie bestaat de gelegenheid in de maanden juli en augustus deel te nemen aan kampen en een trektocht in Nederland en het bui tenland. Het initiatief hiertoe is genomen door de katholieke jeugdbeweging in Den Haag, die wat de kampen in het bui tenland betreft (de Eifel) nauw samen werkt met de Nederlandse reisvereni- ging voor katholieken. Verdere inlichtingen over deze trek tocht en zomerkampen, die worden ge houden in de periode van 25 juli tot 29 augustus, worden verstrekt door het nationaal hoofdkwartier van de Katho lieke Jeugdbeweging, Jan van Nassau- straat 113, Den Haag. Hongarije Volgens een correspon dente van de NBC in Wenen, Katheri- he Clark, zijn onlangs zeer jeugdige Hongaarse vrijheidsstrijders terechtge steld, nadat zij in hun vaderland wa ren teruggekeerd. Advertentie Oude genever Bessenrood ★Citroen jenever HEKSW PXiNANT SWiWiWiWi iiniiiiiiMMiiiitiiiiiiniii:: iiillllilliHinillllliliiHl:-:-:: ■llllllllillHIIIIIIIIIIIIIIIU :3llllllilllilllllllMIIIIHMI Dit jaar is het een eeuw geleden dat de grondslag werd gelegd voor het werk van het Rode Kruis. Na dat de Zwitser Henri Dunant in 1859 in de slag bij Solferino, waar de verbonden Fransen en Sardiniërs de Oostenrijkse troepen versloegen, de verschrikkingen van de oorlog had leren kennen, heeft hij zijn gehele verdere leven in dienst gesteld van de hulpverlening aan oor- iogsgewonden, verminkten en door oor logsgeweld getroffen burgers. Door zijn toedoen kwam op 22 augus tus 1864 de Conventie van Genève tot stand, waarbij tot de oprichting van het Rode Kruis werd besloten. Dit eeuwfeest wordt o.m. in Zweden her dacht met de emissie van een 30 Ore (hierboven afgedrukt). De postzegel, met een toeslag van 10 Ore ten bate var. het Zweedse Rode Kruis, zou uit piëteit jegens deze grote weldoener der mensheid op diens geboortedag. 8 mei. in omloop komen. De zegel zal zowel tweezijdig als driezijdig getand ver krijgbaar zijn. Duitsland. Op 11 mei j.l. was het tien jaar geleden dat de blokkade van Berlijn werd opgeheven, waarmee een 20 fr. (rood en bruin), waarop voor komen een mijnlamp en twee hamers met op de achtergrond de voorgevel van de jubilerende academie. NOBiS PU ALMA Vf Ni ----"("VI mryrw-v* rwnr»» T t, ..ifiiaSiuiüLL-L MmMM I mr* m (NADRUK VERBODEN) eind kwam aan de voorziening van de Berlijnse bevolking met levensmiddelen e.d. via de luchtbrug. Ter herinnering aan het feit dat vliegers van verschei dene naties in 250.000 vluchten meer dan 2Vi miljoen ton goederen naar de Duitse hoofdstad vervoerden, verscheen voor Berlijn een 25 Pf (roodbruin en grijs), waarop een ketting van vliegtuigen, die '.ia de luchtcorridor heen eh terug vliegen. F r a n k r ij k. Bij de 175-ste verjaar dag van de nationale mijnbouw-hoge- school vond de emissie plaats van een NATI EtsRE P1 'M ij-, laOJJg FRAHCMSB Italië. Het achtste congres van de wereld federatie van oorlogsveteranen, dat te Rome plaats vond, was o.m. aanleiding tot de uitgifte van een 25 L. (grijsgroen) met een sobere doch sprekende af beelding: een met prikkel draad omwonden afgeknapte boomstam, waar uit toch weer een jonge loot ontspringt. Voorts in het Latijn de woorden: Kom tot ons wel dadige vrede. Oostenrijk. Deze maand komen verscheidene nieuwe zegels in omloop. Bij het 175-jarig bestaan van de Oos tenrijkse Tabaksregie een 2.40 S. met als afbeelding een machine die siga retten fabriceert. Voorts een 1.50 S. met aartshertog Johann, de populaire telg uit het Oostenrijkse keizerlijke geslacht, die een eeuw geleden overleed. Op 14 mei komt vervolgens een reeks van vier zegels op het congres van de Interna tionale Jachtraad en tenslotte volgt eind deze maand een 1.50 S. ter herinnering aan de 150-ste sterfdag van Joseph Haydn. Spanje. Vo rige maand was het twintig jaar geleden dat de Spaanse burgeroorlog eindigde. Dit werd o.m. her dacht met de inwijding van een klooster en een 150 m hoog kruis in het .,dal van de helden" in het gebergte ca. 50 km. van Madrid. Een 80 et. (groen) waarop men o.m. dit kruis aantreft, zal de herinne ring aan deze gebeurtenis levendig hou den. Suriname. De nieuwe 8 ct. op 27 ct. is nu ook aan de filatelistenloketten hier te lande verkrijgbaar. Ver. Naties. Op 18 mei a.s. worden twee ze gels verwacht waarmee het werk van de eco nomische com missie voor Euro pa wordt geëerd. Naast het em bleem van de V.N. ziet men op deze 4 ct. en 8 ct. een drietal sym bolische voorstellingen in de vorm van een korenaar, fabrieksschoorstenen en een wiel. Het is de eerste maal dat door een postzegeluitgifte aandacht wordt geschonken aan het werk van een regionale commissie. „Zeg vrouw" zei Meester Pennelik, „die groentesoep is weer te dik. Geef mij het water even. Mooi. Voor dit glas krijg je een tien, en voor de soep, nou, laat eens zien: Een hele kleine zeven. En nu het grote voorsnijmes. Die taaie biefstuk krijgt een zes. Je hebt het zout vergeten. De jus ziet wel een tikje zwart Nou ja, een zesje voor mijn part. Hij is nog wel te eten." Mevrouw keek zuchtend naar haar bord. Zij had zo graag een mooi rapport. Dit viel vandaag weer tegen. „Kom" sprak de mee'ster welgemoed, „de sla en piepers smaken goed. Die geef ik wel een negen." „O" sprak Mevrouwtje Pennelik. „Wat ben ik nu toch in mijn schik. Je hebt mij opgemonterd Maar weet je", zei ze ongerust, „De vla die jij zo dolgraag lust, is vreselijk geklonterd". Ze weende, zonder een geluid. „Och liefje" riep de meester uit, terwijl hij haar eens zoende. „Och liefje, maak je niet zo dik De vrouw van Meester Pennelik krijgt nóóit een onvoldoende!" VERA WITTE hun niet Enorme vlucht kieviten Als 's-winters plotseling het weer omslaat, kunnen er rare dingen gebeuren. Als het een tijdje koel vriezend weer is geweest en het kwik stijgt plotseling weer onder invloed van een of andere oceaande pressie (en die zijn er in ons kikkerlandje nog al eens in aantocht), dan komt er ook over het vogelleger een merkwaardige onrust. De wintergasten gaan „zwerven", als het ware als inleiding op hun tocht naar noordelijke broedplaatsen. Meer dan dat wordt het meestal want ons ongedurig klimaat brengt hen al gauw weer aan het verstand, dat het nog bij lange na geen tijd is om pool- waarts te koersen, lezen wij in „Nieuws uit het Dierenpark Wassenaar". De „blijvers", de mezen, de roodborst jes, bastaardnachtegalen en zanglijsters reageren nog veel vlotter en enthousias ter op zo'n temperatuurstijging. Nauwelijks stijgt de thermometer of ze beginnen hun kelen te schrapen en nog wat schuchter en onsamenhangend weliswaar erop los te musiceren! Soms, zo heeft de Finse onderzoeker Bergman vastgesteld, duurt het even voor ze hun „vergissing" bemerken, met andere woordenze zingen nog lustig terwijl de temperatuur reeds lang weer dalende is. Maar niet alleen ongewoon zacht weer heeft onmiddellijk invloed op vogels en minder direct doch meer geleidelijk op planten, ook het tegendeel kan in ons land vaak worden geconstateerd. Invallende kou, meestal gepaard aan oostenwind en opklarend weer, brengt hele legers overwinteraars in beweging. Speciaal kieviten doen dat spectacu lair. Nauwelijks hangt er een vrieslucht- je boven ons land of de hier op de wei landen rondhangende wintergasten (we mogen aannemen dat de meeste hier broedende kieviten reeds lang in zuide lijker dreven toeven!) gaan voor een deel op de wiek en we zien ze dan in kleine of grote troepen kustwaarts en van daar verder zuidwaarts trekken! Soms zelfs schijnen ze op het verande ren van windrichting of luchtdruk al leen reeds te reageren. Dan zijn ze dus weg, voordat de kou invalt! In hotel De Wittebrug te Den Haag heeft de algemeen directeur van het Algemeen Nederlands Persbureau A.N.P., de heer H. H. J. van de Pol, vrijdagmiddag een ontvangst gehou den ter gelegenheid van het aanstaan de afscheid van de heer D. J. Lam- booy als algemeen hoofdredacteur van het agentschap. Honderden gasten waren uit het gehe le land gekomen om te getuigen van hun waardering voor het werk, dat de heer Lambooy in zijn journalistieke functies en in tal van organisaties heeft verricht. Onder hen werden opgemerkt vrijwel alle in Den Haag geve'.igde am bassadeurs en gezanten, de ministei van buitenlandse zaken, mr. J. M. A. H. Luns, de vroegere minister-presi dent dr. W. Drees, de geve machtigd minister van Suriname, mr. dr. R. H. Pos, de gevolmachtigd minister van de Antillen, de heer W, F. M. Lhmpe, de president van de Hoge Raad, dr. J. Donner, de staatssecretaris van econo mische zaken, dr. G. M. J. Veldkamp, de staatssecretaris van marine, vice- admiraal b.d. H. C. W. Moorman, oud minister mr. dr. L. N. Deckers, het lid van de Raad van State F. C. baron van Aerssen Beyeren van Voshol, de bur gemeester van Den Haag, mr. H. A. M. T. Kolfschoten, de burgemeester van Rotterdam, mr. G. E. van Walsum, de directeur van de rijksvoorlichtings dienst, dr. J. Lammers. de oud-commis saris van de Koningin in Zuid-Holland, mr. L. A. Kesper, de procureur-gene raal bij het Haagse gerechtshof, mr. D. J. van Gilse, de-president-directeur der K.L.M., de heer I. A. Aler en de voor zitter van het Rode Kruis, mr. F. H. A. de Graaff. Uit de wereld van de pers waren o.a. aanwezig bestuursleden van de Vereni ging De Nederlandse Dagbladpers, le den en oud-leden van de raad van be heer van het A.N.P., bestuursleden der journalisten-organisaties, prof. mr. dr. M. Rooy, hoogleraar te Amsterdam, ve le hoofdredacteuren van dagbladen, vertegenwoordigers van de buitenlandse pers. persaRaché's der diplomatieke Bij K.B. is benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau E. H. M, Da- rnen. tweede voorzitter van de Katho lieke Bond van Overheidspersoneel, te Zeist. missies en leiders van voorlichtings diensten. Voorts gaven talrijke verte genwoordigers van organisaties, waar aan de heer Lambooy zijn medewerking heeft gegeven, blijk van hun belangstel ling. Zondag 17 mei: Hoogfeest van Pink steren; eigen mis; credo; eigen pref. en communie.; (rood). Maandag: 2e Pink sterdag; eigen mis; verder als zondag. Dinsdag: 3e Pinksterdag; eigen mis; ver der als zondag. Woensdag: Quatertem perdag; eigen mis; verder als zondag. Donderdag: mis van ferie; verder als zondag. Vrijdag: Quatertemperdag; eigen mis; verder als zondag. Zaterdag: Qua tertemperdag; eigen mis; verder als zon dag. Zondag 24 mei: H. Drieëenheid; eigen mis; 2 geb. v. Ie zondag na Pinksteren; credo; pref. v. d. H. Drieëenheid; (wit). De mannén van de sheriff wachtten hem op om hem te arreste ren, daarom keerde Robin op zijn schreden terug en vluchtte hij het Sher wood Woud in. Het was een koninklijk woud. speci aal gereserveerd als jachtterrein voor de koning. De boeren die het land be werkten aan de rand van het woud wa ren onderworpen aan de strenge wet ten van de Normandiërs en zij werden gedwongen om lijdelijk toe te zien hoe hun oogst door de herten en wilde zwij nen die uit het bos kwamen volkomen werden vernietigd. De enige straf die er stond op het doden van eqn konink lijk beest was de doodstraf. Tegenwoordig kan men nog enkele van de grote eiken uit de tijd van Ro bin Hood vinden, omgeven door in la tere jaren geplante bomen. Als een ontwikkeld man en landeige naar en ook vanwege zijn grote be drevenheid met pijl en boog en het zwaard werd Robin spoedig tot lei der van al deze mensen gekozen. Zo begon het verhaal van de banneling Robin Hood en zijn „volgelingen" en van hun leven in het Sherwood Woud. waar zij met een glimlach de wetten ontdoken, wanneet zij uit de bomen sprongen om rijke reizigers te beroven. Menige Normandische ridder werd ge dwongen om met de bannelingen en zijn volgelingen een van de herten van de koning te nuttigen. Hij moest echter na afloop van het diner zijn volle beurs overhandigen als betaling. De sheriff van Nottingham bood een grote beloning aan voor degene, die Robin dood of lovend, zou vangen, maar de Angelsaksische boeren ston den als één man achter de banneling want van het geld dat hij van zijn rij ke slachtoffers afnam, konden zij hun hoge belasting betalen. Hoe lang al deze mensen in het woud bleven is niet bekend, maar het wordt alom aangenomen dat velen van hen dit leven zo goed beviel, dat zij er voor de rest van hun leven bleven. Robin Hood is zijn gehele leven een banneling gebleven. Hij stierf op 87- jarige leeftpd. Lammetje Lottepot stond in de wei en luisterde. Hij luisterde naar de men sen, die zeiden: o, wat is de lente mooi! Wat 'n kleuren, wat 'n pracht, wat 'n vrolijkheid. Wat zijn we toch blij dat de lente er is. Lammetje Lottepot begreep 't niet. Hij keek naar het prikkeldraad en hij dacht: ais ik daarover zou springen, zou ik net zolang op zoek kunnen gaan tot ik die mooie, prachtige lente ook zou kunnen zien. Lammetje Lottepot keek niet meer naar 't groene gras. Niet meer naar de mooie bloesem-bo men aan de rand van de wei. Niet naai de blauwe wolkjes in de lucht. Niet meer naar zijn vrolijke broertjes en zusjes. Lammetje Lottepot zag enkel nog maar het prikkeldraad en dacht: zou ik daar over kunnen? Ik probeer 't, zei Lammetje Lottepot. Hij nam een aanloop en stond „hup" aan de andere kant. Wat zou dat toch zijn, de lente? dacht hij. En welke kant zou ik uit moeten gaan om de lente te vinden? Toevallig kwam er juist 'n vlindertje voorbij gevlogen. Misschien Is dat mooie fladderding ook wel op weg naar de lente, dacht Lammetje Lotte pot. En hij huppelde het vlindertje achterna. Maar 'n vlindertje kan vlug ger fladderen, dan 'n lammetje lopen kan. Lammetje Lottepot raakte het vlindertje dan ook al gauw uit 't oog Geeft niet, dacht hij welgemoed. Dan zoek ik de lente wel op mijn eentje. Langs de weg stond 'n grote, glanzen' de auto. 'n Muziek-auto. Zou dat de len te zijn? dacht lammetje Lottepot en hij stapte er heen op vlugge pootjes. Tjingelatjom, deed de muziekauto Dat klinkt in ieder geval wél vrolük, dacht het lammetje. Mééééé-mééeéé blaatte hij, bent U de lente misschien? Maar juist had lammetje Lottepot dat gevraagd, of daar begon de mu ziek-auto te rijden. Rong-rong, deed de motor en het stof van de weg vloog op Brrr, deed het lammetje verschrikt. Nee, zoiets kan niet bij de lente ho ren. Hij wachtte even tot de auto wat uit de buurt was en stapte verder. O, dat domme lammetje Lottepot, dat nog niet eens wist wat de lente was! Hij zag een groot wit huis met 'n gouden hek ervoor. Dat is mooi, dacht hij. Dat zal de lente wel zijn. Maar toen hij binnen wilde huppelen door het gouden hek, kwam er 'n grommende hond aan. Woef-woef, deed die hond. Lammetje Lottepot. zag zijn scherpe tanden. Hij maakte vlug rechtsomkeer. Nee, dacht hij, de lente is mooi en vrolijk, zeiden de mensen. Dit is niet vrolijk en ook niet moQi meer. Het is dus de lente niet. Maar de dag ging voorbij en in de verte zakte de zon in haar rode avondjapon al lager en lager. Ooo, zei lammetje Lottepot, dat is pas mooi. Zou die rode, stralende bol daar de lente zijn?" Hij zette 't op 'n lopen. Maar de zon zakte lager en lager en eindelijk was ze helemaal verdwenen en op aarde werd 't donker. Dat kan nooit de lente geweest zijn, zei lam metje Lottepot. De lente is niet zo ver weg, dat je er niet bij kunt komen. Anders zouden de mensen er niet zo blij om zijn. En verder en verder liep het lammetje. In 'n straat zag hij 'n grote lantaarn paal. Daarboven brandde 'n vrolijk lichtje door de donkere avond. Aha, nu zie ik de lente toch, zei lammetje Lot tepot en hij liep er dadelijk heen. metje Lottepot gemist bad in de wei, toen ze al haar kindertjes aan het tel len was. Ze had ze wel driemaal over geteld en toen had ze begrepen dat er eentje weg was. Lottepot, haar eigen lammetje Lottepot. Wat was die arme schapemoeder ongerust geweest. Ik heb de lente gezocht moeder, zei lammetje Lottepot heel kleintjes. De mensen hadden 't allemaal over de lente. Ze zeiden dat die mooi was eri vrolijk. En ik dacht: dat moet ik toch ook eens zien. Maar ik heb de lente nergens gevonden. Weet u waar de lente ergens is, moeder? Mééééé-méééééé, zei moeder Schaap, mijn domme lammetje Lottepot, mor gen zal ik jou de lente laten zien. Kom nu maar gauw mee naar huis. Je broertjes en zusjes slapen al lang. Je zult wel heel moe zijn. Ja, lammetje Lottepot was moe. Hij liep dicht naast moeder naar het wei tje terug en toen hij thuis was viel hij dadelijk in slaap. Morgen mag ik de riÉÉÉÉBriHËÜÉIy.''N<- Duel tassen Robin Hood, en Sir Guy IW.(> Dag lente, zei lammetje Lottepot. Ik ben ook blij dat je gekomen bent. Even blij als he mensen. Jouw lichtje schijnt zo vrolijk door het donker. En weet je wie ik ben? Ik ben lammetje Lottepot. Heb je wel eens van mij gehoord? Maar er is nog nooit een lantaarnpaal geweest, die met 'n lammetje praten wou.. En de lantaarnpaal zei niets. Mééééé, riep lammetje Lottepot. Lente, lieve lente, heb je me niet ver staan? Ik ben lammetje Lottepot en ik ben helemaal van het weitje hier naar toe gekomen. Hoe gaat het er mee? En vind je 't niet gezellig, dat ik een praatje met je kom maken? Maar het bleef stil in de lantaarn paal. Toen dacht het lammetje ver schrikt: zou ik me dan weer vergist hebben? Zou dit dan ook niet de lente zijn? Maar waar zou ik de lente dan toch eigenlijk moeten zoeken? Van pu re narigheid begon lammetje Lottepot heel verdrietig te blaten. Méééé-mééé. Maar niemand kwam er het lammetje troosten, want niemand begreep hoe verdrietig lammetje Lottepot wel was. Méééé- mééé, klonk het opeens aan de andere kant van de straat. Méééé- mééééé, ben jij daar Lottepotje? O, o, ik ben zo ongerust over je geweest. Ik heb je overal gezocht. Waarom ben je toch weggelopen? Het was moeder Schaap, die lam- lente zien, zei hij nog stilletjes. Moe der Schaap hoorde het en lachte. Waar is nu de lente? vroeg lammetje Lottepot meteen toen hij wakker werd. Is het ver om te lopen? Moeten we de andere kant soms uit? Zegt u toch eens wat! Lief lammetje Lottepot. zei moeder Schaap, je hoeft geen enkele kant uit om de lente te zien. De lente is hier en ginds en overal. Kijk eens naar het gras, dat zo groen is, dat 't niet groe ner kan. En naar de bloesembomen en de blauwe wolkjes. Kijk eens naar de vlinders, de bijtjes en de bloemen. Dan zie je de lente.. Is dat nu niet mooi en niet vrolijk? Kijk eens naar je broertjes, je zusjes en jezelf, lammetje Lottepot, jullie horen er ook bij. Alles bij elkaar maken jullie de lente, waar de mensen zo dol op zijn. Hoy, riep lammetje Lottepot, nu zie ik het pas moeder Schaap. Wat ben ik dom geweest. Hij huppelde door het groene gras en begon te spelen en te stoelen met zijn broertjes en zusjes. Ze speelden en stoelden net zolang tot de lente voorbij was. Toen waren de lammetjes ook geen lammetjes meer. Toen waren het schaapjes geworden. LEA SMULDERS. en verstuikte enkel is een hinderlijk inconvenient. Het is een van die kleine ongevallen, die een mens plotseling over komen en hem par does voor korter of lan ger tijd invalide kunnen maken. Je loopt wel gemoed op straat en let niet op een oneffenheid of een stoeprand. je stapt te haastig uit tram of dus of loopt nadenkend de trap af en denkt er te zijn terwijl er nog een trede over is. Dit zijn enkele van de oor zaken waardoor iemand zijn enkel kan verstuiken. Een wil Ik er nog af zonderlijk noemen omdat de gevolgen daarvan wel eens ernstiger zijn. Een los kleedje op spiegelglad gewreven zeil of parketvloer is een gevaarlijk struikelblok en is niet alleen oorzaak van verstuiken, maar ook niet zelden van beenbreuk. Deze slechte gewoon te van sommige huisvrouwen eist jaarlijks een aantal slachtoffers; vooral oudere mensen die niet zo ge makkelijk het evenwicht hervinden als zij uitglijden. Het enkelgewricht is als alle ge wrichten een beweeglijke verbinding tussen twee beenstukken, In dit ge val onderbeen (scheenbeen en kuit been) en voet (sprqngbeen). Voor zo ver de uiteinden van de beenderen el kaar niet raken is de spleet ertussen opgevuld met een geringe hoeveelheid gewriehtsslijm, dat te vergelijken is met smeerolie. De uiteinden zelf zijn bedekt met een laagje glad kraak been. Dit blauwachtige materiaal heeft belangrijke functies. Door zijn elasti citeit dient het ais stootkussen bij lo pen en springen en door zijn gladde oppervlak kunnen de gewrichtsvlak ken gemakkelijk en geruisloos over elkaar heenglijden. Als door ziekte (reuma) of ouderdom het kraakbeen laagje niet meer intact is kan men bij goed luisteren een gewricht horen knarsen en kraken. Dit verschijnsel komt ook bij jonge gezonde mensen wel eens voor, zodat hieruit alleen geen conclusies getrokken mogen worden. Het gewricht is omgeven en afgeslo ten door het gewrichtskapsel, een dun, soepel vlies waarin een aantal ver sterkingsbanden zijn geweven. Deze Advertentie FLEURIGE PLASTIC TEGELS VOOR ZONNIGE VLOEREN Colovinyl EEN KLEURRIJK PRODUKT VAN LINOLEUM KROMMENIE beperking die ook door oefening nor maliter niet overwonnen kan worden. Als de voet onverwacht niet recht op de zool wordt neergezet kun nen de zijdelingse versterkingsbanden van het kapsel overrekt worden of zelfs scheuren. Het is niet zozeer de kracht waarmee het gebeurt maar laatste zorgen er met de over het ge wricht lopende spieren voor dat de gewrichtsvlakken niet te ver uiteen wijken waardoor ontwrichting zou kunnen ontstaan. Versterkingsbanden en spieren laten een voor elk ge wricht bepaalde beweeglijkheid toe. Gewrichten die weinig of onvoldoen de worden gebruikt zullen „stijver" worden, de beweeglijkheid vermin dert. Een lenig mens kan zijn hiel zonder moeite tegen zijn bil brengen, maar het zal niet lukken de tenen tegen de scheen te drukken. Het hiel- gewricht heeft hier een natuurlijke vooral het onverwachte. De spieren respectievelijk de pezen rekenen er als net ware niet op en zetten zich niet schrap zodat de banden de plot selinge last alleen moeten dragen. Als de spanning te groot is zullen zij over rekt worden en eventueel scheuren. In het eerste geval spreken wij van verzwikken, in het tweede geval van verstuiken. Deze twee termen ge bruikt men wel eens door elkaar, het geen aanleiding tot verwarring kan zijn. In beide gevallen kan bovendien ontwrichting optreden als de ge- gewrichtsvlakken na het ongeval niet meer op elkaar staan. Dit is niet zeld zaam bij de schouder, komt wel eens voor bij het heupgewricht, maar be halve bü ernstige ongelukken niet bi) de enkel. Als hij een verstuiking het kapsel en de banden scheuren, worden ook bloedvaatjes beschadigd en ontstaat er een bloeduitstorting in en om het gewricht. Door de verstoorde samen hang van de weefsels zal er ook vocht (oedeem) opgehoopt worden. Bloed en vocht veroorzaken de zwel ling die altijd optreedt en mede ver antwoordelijk is voor de soms hevige Pijn. Als een enkel na doorzwikken zo pijnlijk is dat men er niet meer op kan staan, de pijn langer dan enkele minuten aanhoudt of erger wordt en een zwelling ontstaat Is het wel zeker dat wij van verstuiking mogen spre ken. Het slachtoffer moet dan niet proberen flink te zijn en toch op de voet te gaan staan, maar de betreffen de voet onmiddellijk rust geven. Dit is zeer belangrijk omdat de gescheur de gewrichtsbanden goed moeten ge nezen op straffe van een veelvuldige herhaling en het gauw optreden van dikke enkels. Bij het verlenen van eerste hulp moet men hier dus rekening mee hou den: het slachtoffer mag niet op het pijnlijke been staan en moet steunend op de schouders van degene die hem helpt naar een stoel gebracht worden. Om het gewricht meer stevigheid te geven en de zwelling te beperken moet men zo spoedig mogelijk een druk verband aanleggen: eerst een dikke laag vette watten om de enkel en daar over heen een zwachtelverband. Hier bij moet men op twee dingen goed let ten: 1. de zwachtel mag niet te stijf zitten; 2. de watten moeten ruim on der de zwachtel uitsteken, beide om te voorkomen dat de bloedsomloop te sterk wordt af gesnoerd. Dit verhaal geldt mutatis mutan dis ook voor de andere gewrichten met name de knie: voetbalknie. In het algemeen is het verstandig een verstuikt gewricht door een me dicus te laten controleren omdat het nodig kan zijn het gewricht te im mobiliseren met een spalkje èn om er zeker van te zijn dat er niets gebroken is. S.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 19