Kruis, madonna en verrekijker
STELLA MARIS
toevlucht
voor de zeeman
FilmAFISCUS DWINGT TOT
jour
naal
RANTSOENERING
LA LOI
Bekroonde
roman van
Vaiiland door Dassin verfilmd
Een huis vol begrip
SIR CAROL REED FILMT
Amusante filmkomedie
Vincente Minnelli
van
Nog een bondgenoot tegen sterrensysteem
GORDIJNSPIRAAL
THE RELUCTANT DEBUTANTE
PRAKTIJKEXAMEN
RESA-HILVERSUM
Door de twee grote ramen
heeft de man met het ver
keerde boordje om een
breed uitzicht op de grijze Maas.
Naast de grote Kruislieveheer
aan de wand en het slanke houten
madonnabeeldje op zijn bureau,
valt onmiddellijk de zeldzaam
forse verrekijker op, welke ergens
in het moderne directievertrek
van „Stella Maris" zijn vaste
plaats heeft, al moet dit instru
ment vele malen per dag ter hand
worden genomen om het water af
te speüren naar schepen. Vensters
op de wereld en vensters op de
ziel. Het water is te horen tot in
deze kamer, het water, dat voor
de zeeman, al komt hij nu uit
Argentinië of Joegoslavië, uit
Mexico of Zweden, brood op tafel
brengt en dat hem op zijn tochten
over de zeven zeeën vaak genoeg
naar Rotterdam voert.
A Let op de gele bus
X
ZATERDAG 16 MEI 1959
PAGINA
Aan de overkant van de rivier ligt
Katend recht. Er is een liedje dat zegt:
„en altijd varen er schepen aan Katen-
drecht voorbij, maar het schip van
blonde Arie, dat is er niet meer bij."
Valse zeemansromantiek. De werke
lijkheid omtrent blonde Arie en Katen
drecht is anders. De zeelieden, die be
neden in de ruime zaa] aan het biljar
ten zijn, zitten voor hun verlof op de
wal aan de goede kant van de rivier.
Zij hebben zich verzekerd van een
goed restaurant, van prachtige kamers
met warm en koud water, van een win
kel en bar in huis, van badgelegenheid,
een bibliothee'k, telefoon, geld- en goe
derendeposito, inlichtingenkantoor, te
levisie, biljard, tafeltennis, van een
huiselijke omgeving en van vriendelij
ke behulpzame mensen. Bovendien
hebben ze drie maal in de week gele
genheid een dansje te maken of te luis
teren naar het uitstekende huisorkest,
dat muziek maakt uit alle continenten.
En dan is er nog iets. Iedere dag
kunnen ze de H. Mis meevieren en
de H.H. Sacramenten ontvangen. Het
kruis, de madonna en de verrekij
ker. De priesters van het H. Hart
zijn er een heel eind mee gekomen.
Volgende week kunnen\ij een kwart
eeuw geestelijke en sociale verzor
ging voor zeelieden ter koopvaardij
de zorg voor de zeelieden gekoppeld.
In 1936 werd de rechtermaasoever uit
gekozen om uitsluitend en met meer
moderne middelen dit werk aan te pak
ken. ongeveer op dezelfde plaats waar
nu het nieuwe gebouw staat. Er is nu
alleen nog een geestelijke band tussen
parochie Katendrecht en „Stella Ma-
ris". Er komen wel eens zeelieden via
Katendrecht in het Zeemanshuis te
recht, maar nooit andersom. Dat is
een soort afspraak waar 's Lievenheer
persoonlijk op toe ziet. Uit deze tijd is
de figuur van pater A. van Rixtel, een
pionier, wiens naam nu nog in Rotter
dam een aparte klank heeft.
Kort na het bombardement in de mei
dagen van 1940 duwden door een bran
dende- stad pater van Wezel en mede
werker Jan Maas een handkar voort,
waarop onder een laken een roerloze
gestalte leek te liggen. In de Staten-
tunnel werd het tweetal door Duitse pa
rachutisten aangehouden. Controle leek
onvermijdelijk. Een grote mond en een
paar Hollandse zeemanstermen ook
dit is genade deden wonderen. „De
„Kriegverletzte" werd met militaire
eer doorgelaten. Het fraaie beeld, een
getrouwe copie van het Maastrichtse
beeld „Sterre der Zee" kon in het
klooster aan de Walenburgerweg veilig
worden ondergebracht. Èens was dit
beeld in triomf over het water van
Maastricht naar Rotterdam overge
bracht. Op een handkar moest het
voor bruut1 geweld en willekeur op een
stille plek worden gesmokkeld, zo on
geveer alles wat er van het zeemans
huis was overgebleven. Nu echter staat
het weer in volle glorie in de openbare
bidkapel, naast de ingang van het Zee
manshuis. Door de gebrandschilderde
ramen valt het typische licht van het
water naar binnen en de stilte wordt
af en toe verbroken door het geluid van
een stoomfluit of het geratel van een
kraan.
Er zijn tijdens de oorlog heel wat ver
huizingen geweest. „Stella Maris" zat
door de zwar te tijd geprest op de schop
stoel. Pater Koevoets en de heer Frans
Ooms de laatste loopt al meer dan
twintig jaar in het werk mee en is mo
menteel algemeen leider van de mede
werkers kunnen er van meepraten.
Pater van Wezel werd in het „Oranje
hotel" gestopt. Dat was in 1941 en pa
ter Koevoets, die eerst als assistent had
meegeholpen het watervolk geestelijk
bij te springen, stond er plotseling al
leen voor. Nu heeft hij twee priesters
van zijn congregatie naast zich staan,
C. A. van der Burgh en J. B. Wit
kamp.
Het aandeel van le leek in het, werk
voor de zeelieden is allerbelangrijkst.
Het gebied van de „parochie" loopt van
Europoort tot. en met Dordrecht. Jaar-
Lugt, een jonge sopraan, die steeds
meer van zich doet spreken.
Ook bij de zeeman gaat de liefde
eerst door de maag. De Nederlandse va
rensgasten de lastigsten als het op
eten aankomt spreken wel eens van
„glas-in-lood" (tongeworst), „zware ta
bak" (andijvie), „kurken zakken" (ge
hakt ballen) en „garen en band" (snij
bonen) en pater Koevoets loopt rood aan
van de lach als hij zijn mensen zo be
zig hoort. Maar schuin boven het goede
restaurant ligt de kapel en die is
zondags altijd stampvol, evenals de ka
pel op de werf in Schiedam, waar een
van zijn medewerkende confraters de
H. Mis opdraagt.
Bij het onlangs gehouden vlootbezoek
van de Franse Marine werd „Stella
Maris" het mooiste zeemanshuis van
Europa genoemd en koningin Juliana
ontlokte het bij haar werkbezoek de uit
roep: „Wat heeft u hier een mooi uit
zicht; ik zou geloof ik meer kijken dan
werken." Maar ornaat de havenaal
moezenier zoveel werk had verzet, ont
ving hij een korte tijd daarna uit haar
handen de zilveren De Ruyter-medail-
le, hetgeen uiteraard weer een vrolij
ke en zeer gezellige avond in het huis
tot gevolg had.
Het is één grote familie daar. Hon
derd dames brengen er de huiselijke
sfeer. Dan heb je nog de vele vrien
den in stad en land: het goede con
tact met havens als Antwerpen, Ham
burg, Liverpool, Bilbao etc; de uit
gebreide correspondentie naar alle
delen van de aardbol; de mogelijk
heid (wordt druk gebruik van ge
maakt) voor echtgenoten hun man op
doorreis in „Stella Maris" te ontmoe
ten, ware gezinsherenigingen vinden
aan de Willemskade plaats; de boe
kenkisten, die worden uitgeleend (er
zijn er nu zo'n 300 in de vaart)mis-
koffers voor allerlei schepen; het in
zegenen van in Nederland gebouwde
schepen voor katholieke naties; en
nog duizend en één dingen, die voor
de zeeman aan de wal belangrijk
zijn.
Op de linkermaasoever ligt een prach
tig sportcomplex voor zeevarenden.
Een goede greep van de gemeente. Er
is een commissie, „Zeemans Welvaren"
geheten, waarin de gemeente, domi
nees, priesters en reders zitting heb-,
ben, terwijl er voor „Stella Maris" zelf
een dagelijks bestuur is van vooraan
staande katholieke Nederlanders. Voor
al deze mensen is het geen vrijetijdsbe
steding in de betekenis van een hobby,
maar een noodzaak, voortgekomen uit
sociale bewogenheid.
In een kwart eeuw kan er veel ver
anderen. Het tij is gekeerd. Ten goede.
Ook de zeeman kan tenslotte niet al
leen leven van het brood, dat hij op het
water heeft verdiend. De rest, althans
in Rotterdam en in dit geval, wordt
hem met recht en liefde gegeven.
Advertentie
MAPRO-spiraal is sterk en soepe.
en overal in huis te gebruiken.
Voor Uw gordijnen, de was, Uw
garderobe enz.
Enorm practisch, eenvoudig te be
vestigen en te verwijderen.
meer mogelijkheden met
w't-A- 1*7 Aw
ned. octrooi 74341
Verenigde Staten President Eisen
hower heeft meegedeeld, dat hij een
plan heeft goedgekeurd voor de bouw
van een nieuwe installatie voor atoom
onderzoek. Zij wordt drie kilometer lang
en gaat 100 miljoen dollar kosten. Met
de bouw zal naar schatting zes jaar zijn
gemoeid. (Rtr)
Niet alleen de televisie het wordt
vervelend de naam van dit nieuwe me
dium telkens weer in deze rubriek te
moeten laten vallen is er, zoals we
een vorige maal schreven, de oorzaak
van, dat er geleidelijk een eind komt
aan het Hollywoodse ,,sterren"-sys-
teem, maar ookde fiscus.
Vraag als wat oudere filmbezoeker
aan jongelui, wie Clark Gable is, dan
zullen velen het antwoord schuldig blij
ven. Evenmin zullen ze kunnen zeggen,
wie Gregory Peck nu precies is, terwijl
anderen misschien belangstellend zul
len informeren, wat er eigenlijk van
Marlon Brando is geworden.
Geloof nu niet, dat die jongemensen
zich aanstellen en „intellectueel" pro-
1 beren te doen. Ze weten het werkelijk
niet en die onkunde werpt een belang-
i wekkend licht op een probleem, waar-
j voor Hollywood met zijn sterren-sys
teem zich op het ogenblik ziet ge
plaatst: de beantwoording van de
vraag, hoe duurzaam de reputatie van
een ster is in het huidige filmbedrijf
en hoe lang hij ongestraft van het bios
coopscherm kan wegblijven.
In de goede oude tijd in het Holly
wood, dat zich nog niet door de we
durven het woord haast niet meer neer
schrijven televisie bedreigd voelde,
was een ster een ster. Hij kon in een
„grote" film optreden en daarna een
tijd op zijn lauweren en zijn makkelijk
verdiende geld gaan rusten in de ze
kerheid, dat zijn laatste film èn de goe
de zorgen van zijn publiciteitsagent de
herinnering aan hem en zijn roem bij
FRANS DUISTER
Aristocraat, rechter, kwaje meid enz. in de film „La Loi"
van Jules Dassin.
note'-en. Directeur havenaalmoezenief
P G A Koevoets kijkt naar het wa
ter van de Maas en zegt, terwijl hij
een slok uit zijn pijpie bier neemt:
,,er is zoveel veranderd, dat ik maar
links en rechts een greep zal doen
uit de roerige geschiedenis van het
Apostolaat ter Zee." Hij houdt ervan
recht door zee te gaan en daarom
steekt hij onmiddellijk van wal.
Hij is een vriendelijke man van in
de vijftig met een, gebruind open ge
zicht en levendige ogen achter brille-
glazen. Hij zit in zijn modern gebouw
(in 1953 in gebruik genomen en sinds
dien niet alleen door honderdduizenden
zeelieden bezocht, maar ook door H.
M. Koningin Juliana, prelaten, bis
schoppen, een kardinaal en diploma
ten bewonderdi aan de zonnige kant
van de rivier. De meest open parochie
van Nederland, noemt hij „Stella Ma-
ris". De sociale en culturele verhef
fing van de zeeman zonder onder
scheid van religie, stand, nationaliteit
of ras en de geestelijke verzorging van
de katholieke zeelieden ter koopvaar
dij, zo wordt in de statuten van de ver
eniging het doel van Willemskade 13
omschreven. De dode letter van deze
doelstelling begint eerst te leven als je
bot gebouw binnengaat en rondwandelt
'n het werkelijk voortreffelijk ontwor
pen huis.
Aan de overkant op de landtong tus
sen Rijn- en Maashaven is het begon
nen. Vijfentwintig jaar geleden namen
de priesters van het H. Hart daar de
parochie Katendrecht over en daarmee
toentertijd een brok typische haven-
Stad. De kansen op succes hadden aan
één mensenleeftijd niet voldoende. De
priesters moesten zich een mentaliteit
van frontsoldaten aanmeten. Aan dit
iware parochiewerk was automatisch
lijks komen er een honderdduizend zee
lieden naar het huis aan de Willemska
de, dufzenden overnachten er. In 1953
dachten ze, dat de nieuwe bouw veel te
royaal was ontworpen. Na een week al
was men van deze gedachte genezen.
Drie priesters en een groep van dertig
vrijwilligers trekken de uitgestrekte ha
vens in. Zaterdags worden de binnen
gelopen schepen bezocht door dit klei
ne leger dapperen, dat na een grondige
opleiding in de praktijk de zeelieden
met begrip en vanzelfsprekende open
heid tegemoet gaat en met de uitno
diging „Stella Maris" te komen bezoe
ken. Zij zijn ware polyglotten, klaute-
raars. mensenkenners. Ze hebben allen
hetzelfde devies: recht door zee. Hen
bezielt hetzelfde vuur als dat wat de
pioniers uit het vroegere kleine liefdes
werk stimuleerde, ook al is er veel ver
anderd en kan men in deze tijd beter
spreken van een groots opgezet sociaal
ontwikkelingswerk.
De Stella Maristen staan tegenover
verouderde ideeën oyer de zeeman, die
voor de oorlog onfrisse gestalten kre
gen in de vorm van het „Rooie Zand"
en „De Schiedamsche Dijk". Er zijn
lieden, die deze tijd niet aan den lijve
hebben ondervonden, maar er wel
„liedjes" over schrijven, tot grote er
gernis van de zeeman zelf en tot woe
de van iedereen, die met welk zeemans
huis dan ook te maken heeft.
Het is tegenwoordig een eer in „Stel
la Maris" te werken. Er wordt een
strenge selectie toegepast voor mede
werksters en medewerkers. „Al
les moet goed zijn, ja beter dan el
ders, wat hier gebeurt," zegt Frans
Ooms en met gerechtvaardigde trots
vertelt hij, dat dit Zeemanshuis mede
werksters heeft helpen grootbrengen
als Hannie Lips en Marijke van der
ules Dassin, de maker van „Du ri-
fiïi chez les hommes" en „Christus
wordt weer gekruisigd", heeft
thans de roman „La Loi" van Roger
Vaiiland, bekroond niet de Prix (ion-
court, verfilmd. Natuurlijk, zou men
willen zeggen, want de film kan geen
bekroonde en nauwelijks een onbe
kroonde roman met rust laten. Op zich
zelf is dat geen betreurenswaardig ver
schijnsel, als de grote meesters van de
film maar aan de orde zijn, die de ver
schillen tussen de twee uitdrukkings
vormen kennen en een artistiek gewe
ten bezitten. Zo mocht Orson Welles
straffeloos Shakespeare's „Othello" in
filmvormen herscheppen en hadden de
industrieregisseurs, die Tolstoi's „Oor
log en vrede" alsmede zijn „Anna Ka-
renina" hebben verknoeid, hun handen
thuis moeten houden.
Het zijn dan ook voornamelijk de ig-
noranten onder de filmers, die zich met
de grootste vlotheid tot de meesterwer
ken der literatuur wenden. Zij zien de
gevaren niet, die de meesters zo lang
weerhouden, tot daden over te gaan.
Want deze laatsten is het bekend dat
een goede film, naar een boek of toneel
stuk gemaakt, slechts goed kan zijn
krachtens de onverbiddelijke wet dat
de filmer moet beginnen met het ori
gineel om zo te zeggen te vermorzelen,
de eerste voorwaarde tot een mogelijke
herschepping. Wie niet afdaalt in de we
reld van roman of toneelwerk, om te
rug te keren met een enorme voorraad
détails, die het uit elkaar gevallen werk
heeft opgeleverd, kan onmogelijk de
filmvormen vinden, die uit de brokstuk
ken moeten kiezen wat van hun gading
is. Om een hoek volledig in zich op te
nemen, heeft de eerlijke lezer enkele
avonden nodig. Al wat tot hem komt,
kan niet in een film van twee uur of
minder worden verteld. Het zou trou
wens krachtens de optiek van de film
een andere betekenis krijgen dan de
schrijver ooit heeft gewild. Het is dus
een onbegonnen werk een boek te ver
filmen met de bedoeling een feitelijke
volledigheid te beroken. Die feitelijke
volledigheid is dus een dwaasheid. Al
leen al om deze reden zal een film nooit
geheel beantwoorden aan een boek,
waarnaar de film is gemaakt. Wil zulk
een film dan toch reden van bestaan
hebben, dan zal hij op een andere manier
dan het boek precies zoveel feitelijkhe
den vertellen, als nodig zijn om de al
gemene geest van het boek, de drama
tische gestalte van de handeling voel
baar te maken.
De schikking der feiten, de relatie
tussen hen, zullen de stemmingen van
het boek moeten oproepen. Dit geldt
Advertentie
dan voor de literaire meesterwerken
in de eerste plaats en heel veel meer
dan voor de verhalen, die nauwelijks
een literaire vorm hebben gevonden en
gemakkelijk door de filmvormen wor
den overtroffen.
Dit alles ter Inleiding van „La Loi"
van .Jules Dassin. De overwegingen
werden ons ingegeven door het feit,
dat Dassin, die ongetwijfeld een span
nende film heelt gemaakt, blijkbaar de
grootste moeite heeft gehad om zich te
beperken. Hij vertelt namelijk zoveel
in zijn film, dat we de indruk krijgen,
de inzet gezien te hebben van een groot
aantal intriges, die wel aan hun einde
komen maar waarvan de afloop niet
voldoende is gemotiveerd.
Om een en ander duidelijk te maken,
ziehier een aantal dramatis personae,
die leder voor zich eeri verhaal ver
tegenwoordigen. Daar is in een Itali
aans dorpje een oude aristocraat, Don
Caesare, die krachtens zijn leeftijd, rijk
dom en familie op natuurlijke wijze
heerst, over dc dorpelingen, waar dat
pas geeft. Hij heeft vier vrouwen in
zijn dienst: een moeder met haar drie
dochters. Een van de dochters is Ma
rietta, een zorgeloos wezentje dat
steelt als zij dietstal voor haar geluk
noodzakelijk acht. Alle mannen en jon
gelingen zijn verliefd op haar. Zjj is
het op een jonge landbouwingenieur,
die zij kort en bondig ten huwelijk
vraagt. Hij wil, dat rij het gestolen
geld teruggeeit, maar zij wil dat pas
aoen als Don Caesare stern en en haar ai
zijn bezittingen nalaat. Dat gebeurt aan
het einde van de film tot ergernis van
de moeder en de zusters, die Mariëtta
haten. Ook tussen de vrouwen speelt
zich dus een intrige af. Er is voorts een
onnozel rechtertje met een mooie, jon
ge vrouw, die niets om hem geeft cn
plannen maakt om ér met een student
vandoor te gaan. Die student heeft een
vader, rijk en louche, die op zijn beurt
de dorpelingen overheerst, maar ten
slotte door Mariëtta met een mes ge
tekend wordt, zijn zoon afranselt om
dat hij met die vrouw van de rechter
Op stap wil en zelf genoemde vrouw
tot overspel overhaalt waarna zij van
het balkon springt en te pletter valt.
Waarom nu boek cn film de titel
La Loi dragen wordt verklaard door een
spelletje, dat in de kroegen wordt ge
speeld, verboden door de politie maar
niettemin ijverig beoefend. Het bestaat
hierin, dat in een gezelschap een soort
president wordt gekozen, die een as
sistent benoemt en samen met hem de
aanwezigen op allerlei manieren verne
dert, beledigt en sart. Natuurlijk is de
louche heer Brigante, vader van de
student, altijd een van die twee. Men
haat hem deswege maar durft het spel
letje zelf, een heel oude traditie, niet
aanranden. Aan het slot echter zijn al
le spelletjes en overspelletjes uit en
verliest de heer Brigante, die zijn naam
niet gestolen heeft, voorgoed zijn pres
tige.
Dat zijn dan enkele trekken van het
verhaal. Niet alle, maar wel te veel om
op een volledig dramatische wijze uit
gewerkt te kunnen worden in ongeveer
twee uur. Het ge.volg is dan ook dat
men uit het boek een treffender beeld
gewaar moet worden dan uit de film,
die duidelijk de afwezigheid van nood
zakelijke bijzonderheden demonstreert,
nogwel bij een overdaad aan gebeur
tenissen, die bijna niet te verteren is.
Echter: gegeven eenmaal de geschie
denis, zoals ze uit de film te voorschijn
komt, moet mén toegeven dat Dassin
de algemene atmosfeer van het boek
heeft getroffen. Met name heeft hij aan
het publiek levendig zouden houden.
Waarom zich dus verder druk ma
ken? De bioscoopbezoekers wachtten
ongeduldig, tot ze hem weer op het wit
te doek zagen verschijnen.
Tegenwoordig gaat dat echter niet
meer op. Hoe vaak hebt u, bijvoorbeeld,
namen als Gable, Peck en Brando bo
ven nieuw aangekondigde films of in
het nieuws gezien? De reden van hun
spaarzame optreden is, dat de fiscus
het grootste deel van hun verdiensten
opslokt, als ze zich tè vaak in films
vertonen. Dus hebben ze van zichzelf
produktiemaatschappijen gemaakt met
accountants, die precies weten te ver
tellen, hoe ze hun rollen moeten rant
soeneren om zoveel mogelijk van hun
verdiensten zelf te kunnen houden.
Dat is natuurlek prachtig voor hun
portemonnaie, maar slecht voor hun
roem. De internationale marktwaarde
van een Hollywoodse ster hing af van
het feit, dat men hem geregeld in de
gen werd hij een gewoonte, voor ande
ren de „fans" werd hij een soort
cultus.
Maar nu hij zichzelf opzettelijk heeft
gerantsoeneerd, is het de vraag, of de
grote „men" nog op dezelfde wijze zal
blijven reageren. Waarschijnlijk komt
er binnen niet al te lange tijd weer
eens een film met Gregory Peck in
roulatie. Maar zullen zijn bewonderaars
dan even hard lopen als vroeger? Mar
lon Brando heeft moeizaam zijn eerste
zelf geproduceerde, zelf geregisseerde
en zelf gespeelde film ..One Eyed
Jacks", waarin naast hijzelf ook Karl
Malden en Ben Johnson optreden, vol
tooid. Maar zitten er nog veel mensen
met ongeduld op te wachten?
Het antwoord op deze vragen zal
waarschijnlijk negatief moeten luiden
en daarmee is dan tegelijkertijd één der
factoren aangewezen, die er toe zullen
leiden, dat er een einde komt aan het
sterrensysteem. Wat ons betreft, we zijn
daar helemaal niet zo rouwig om.
bioscoop te zien kreeg. De bezoekers
raakten aan hem gewend. Voor sommi-
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiniiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiHniiiiiHii11"
Dr. Clara Martinez, van de afdeling
Filmzaken van het Cubaanse ministe
rie van binnenlandse zaken, heeft een
vermoeiende tijd achter de rug.
Urenlang heeft ze enkele weken gele
den op de terreinen rond de „Biltmore
Yacht and Country Club" in de buiten
wijken van Havana staan toekijken, hoe
Sir Alec Guiness en Noel Coward een
scène speelden voor „Our Man In Ha
vana", de film, die door Sir Carol Reed
wordt gemaakt naar het gelijknamige
verhaal van Graham Greene.
De beide acteurs hielden welgevulde
glazen in de hand, terwijl aantrekkelij
ke jongedames met Marilyn Monroe-
figuren in badkostuum langs hen heen
schreden, op weg naar het strand, waar
in de studio gefabriceerde palmbomen
een verlokkende schaduw wierpen.
Dr. Clara Martinez stond daar de
ganse zonnige dag, die de hemel boven
Havana zo vrijgevig schenkt, omdat
iemand van het departement van bin
nenlandse zaken op het lumineuze idee
was gekomen, dat die filmerij van de
Britten broodnodig diende te worden
gecontroleerd, ofschoon het Cubaanse
ministerie van arbeid het draaiboek al
maanden geleden had goedgekeurd en
de filmgroep alle mogelijke faciliteiten
had verleend.
Wat dr. Clara het meest verbaasde
was het feit, dat de scène, die ze con
troleerde, niet op Cuba speelde, maar
op Jamaica. Om Guinness en Coward
een reis naar Jamaica te besparen liet
Sir Carol Reed namelijk de „Biltmore
Yacht and Country Club" in Havana
fungeren voor een 'soortgelijk etablisse
ment in Jamaica.
Nu is er, zoals nauwkeurige kranten
lezers in Nederland ongetwijfeld weten,
onlangs weer eens een revolutie op Cu
ba geweest en dus wil iedereen, die er
op het ogenblik iets heeft te vertellen,
een vinger in de pap van de Britse
filmerij hebben.
„Ze willen", verklaarde Sir Carol
Reed aan de Britse filmjournalist Da
vid Lewin, die er ook een kijkje heeft
genomen, „er zeker van zijn. dat ons
verhaal, dat speelt onder het regiem
van de dictator Batista, duidelijk laat
zien, wat voor een politiestaat het toen
was. Dat gebeurde trouwens toch al
door middel van korte scènes, die bui
ten politiebureaus spelen en opmerkin
gen over het martelen van politieke
gevangenen. Maar tenslotte moet de
film een komedie worden en kunnen
we het er niet al te dik opleggen. In
geen geval willen de autoriteiten hier
de schijn wekken, dat iets, wat onder
het regiem van Batista gebeurde, thans
nog mogelijk zou zijn."
Dr. Clara Martinez zelf verklaarde
haar aanwezigheid met: „We willen
alleen maar behulpzaam zijn" en Gra
ham Greene, die overigens nog niets
aan zijn scenario heeft hoeven te ver
anderen, voegde er aan toe: „Dit soort
dingen schijnt altijd te moeten gebeu
ren na een revolutie".
Het Cubaanse ministerie van arbeid
en dat van binnenlandse zaken hebben
■nu besloten met Sir Carol Reed, Sir
Alec Guines en Noel Coward te gaan
samenwerken om het „schieten" van
opnamen voor „Our Man in Havana"
zo vlot mogelijk te doen verlopen.
Maar misschien is dit niet de juiste
uitdrukking om in Havana te gebrui
ken en kan men beter van „filmen"
spreken. Het schieten vindt namelijk
plaats in de gevangenis, om midder
nacht
het begin en aan het slot door middel
van duiven symboiisch aangegeven
hoezeer de bewoners van het dorp rond
dwalen in een bijna irreëel hels wereld
je, dat tot ongelukken moet leiden.
Konden dé dorpelingen vliegen als de
duiven, ze zouden hun kans waarne
men om te ontkomen aande wet, die
zich op zoveel trieste manieren mani
festeert en waar zij niet onderuit kun
nen komen. Maar liet slot laat de duif
van de eerste taferelen op het verlaten
dorpsplein neerstrijken, als wilde zij te
kennen geven, dat de kust nu wel vei
lig is, nu de tirannen er niet meer zijn.
In de rol van Mariëtta zien we de
rondborstige Lollo. In tegenstelling tot
alle anderen is zij onbeduidend en hin
derlijk onnatuurlijk.
Dbg.
IlilllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllNllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIItll
Tot de vele instituten, die door de ja
ren heen hardnekkig in stand zijn ge
houden en die de Britten van alle an
dere Westeuropese inboorlingen onder
scheiden, behoort „The Season", het
Londense seizoen, waarin „the coming
out of the debutantes" plaats vindt, het
geen wil zeggen, dat de moeders uit
de deftige kringen haar huwbaar ge
worden dochters aan de man liefst
met geld, maar in elk geval van stand
proberen te brengen door middel van
eindeloze reeksen bals en partijen.
Misschien dat de debutanlen-rage
een beetje zal afnemen, nu koningin
Elizabeth heeft besloten, deze jongeda
mes niet meer aan zich te laten voor
stellen, maar de vasthoudendheid van
de Engelsen op het punt van traditie
kennend, geloven we toch te mogen
aannemen, dat „The Reluctant Debu
tante" nog vele jaren actueel zal blij
ven. Met de presentatie van de Londen
se debutantes wordt namelijk in deze
nieuwe film van de Amerikaanse re
gisseur Vincente Minnelli danig de
draak gestoken en men kan dan ook
moeilijk een meer Britse komedie vin
den dan het gelijknamige toneelstuk
van William Douglas Home, dat door
de schrijver zelf tot scenario werd ver
werkt én wel met zoveel succes, dat de
filmversie het verre wint van het ori
gineel.
Dit succes is overigens voor een niet
gering deel te danken aan Minnelli (van
wiens films we ons niet genoegen „An
American in Paris", de Van Gogh-film
„Lust for life" en „Designing Women"
herinneren), wiens regie het eigenlijk
maar zeer magere verhaal over Lord en
Lady Broadbent, die hun in Amerika
opgevoede dochter ervan proberen te
Advertentie
Boekh, Ned, Fr, Duits, Eng, M.B.A., S.P.D.
De kortste en voordeligste opleiding
(Bekende Schriftelijke Cursus)
weerhouden in het huwelijk te treden
met de drummer van een band, omdat
zij de voorkeur geven aan een onnozele,
met een verkeerscomplex behepte luite
nant van „Her Majesty's Royal Horse
Guards", heeft verweven tot een sati
risch en uiterst amusant beeldpatroon
van het leven in de Londense „high
society", waarbij hij zelfs de grappige
mogelijkheden van de Britse gewoonte
om iedere openbare bijeenkomst te be
sluiten met het
volkslied, niet over
het hoofd heeft ge
zien.
Maar al ontbreekt
de filmhumor niet
geheél. de voor
naamste verdienste
van „The Reluctant
Debutante" moet
toch worden ge
zocht in de orde
van het toneel, met
name in de spitse
dialogen en in het
superbe spel en
tegenspel van Rex
Harrison als Lord
Broadbent, die door
veel drank en wei
nig slaap aan de
rand van een ze
nuwinzinking wordt
gebracht en van
Kay Kendall als de
snobistische Lady
Broadbent, die zich
bij haar pogingen
om de dochter van
een concurrerendi
mama de nobele,
maar weinig intel
ligente luitenant af
handig te maken
voelt als een vis ii
.het water.
Wat intussen niel
wegneemt, dat men
zich met deze kome
die, die zo luchtig
en kleurig is als een
zeepbel in de mei
zon, kostelijk kan
amuseren.
F.
De laatste tijd is er in de Britse Pine-
wood-studio's nog al eens vraag ge
weest naar tweelingen.
Het is begonnen met de film „Violent
Playground", waarin de tweelingen Fer-
gal en Brona Boland als jongere leden
uit het gezin van Anne Heywood fun
geerden. Zoals met kinderen in films
vaak het geval is, bleken ze een succes.
Daarna volgden de Furlong-tweelin-
gen uit Ierland in de filmkomedie
„Rooney", waarin John Gregson de
rol van vuilnisman in Dublin vertolkt.
Zij waren in de film de kinderen, die
door hun Indiaantje-spelen een be
langrijke wending gaven aan de intri
gue.
En nu spelen authentieke tweelingen. Ja
nice en Jennifer Blake, als de kinderen
van Yvonne Mitchell, die men op bij
gaande foto met de beide meisjes ziet
afgebeeld, een belangrijke rol in
„Sapphire", een detectivefilm van Mi
chael Relph en Basil Dearden, waarin
tevens het rassenprobleem in Enge
land wordt behandeld.
Rex Harrison en Kay Kendall als Lord en Lady Broadbent,
op zoek naar een geschikte huwelijkskandidaat voor hun
dochter