Kruis, madonna en verrekijker STELLA MARIS toevlucht voor de zeeman FilmAFISCUS DWINGT TOT jour naal RANTSOENERING LA LOI Bekroonde roman van Vaiiland door Dassin verfilmd Een huis vol begrip SIR CAROL REED FILMT Amusante filmkomedie Vincente Minnelli van Nog een bondgenoot tegen sterrensysteem GORDIJNSPIRAAL THE RELUCTANT DEBUTANTE PRAKTIJKEXAMEN RESA-HILVERSUM Door de twee grote ramen heeft de man met het ver keerde boordje om een breed uitzicht op de grijze Maas. Naast de grote Kruislieveheer aan de wand en het slanke houten madonnabeeldje op zijn bureau, valt onmiddellijk de zeldzaam forse verrekijker op, welke ergens in het moderne directievertrek van „Stella Maris" zijn vaste plaats heeft, al moet dit instru ment vele malen per dag ter hand worden genomen om het water af te speüren naar schepen. Vensters op de wereld en vensters op de ziel. Het water is te horen tot in deze kamer, het water, dat voor de zeeman, al komt hij nu uit Argentinië of Joegoslavië, uit Mexico of Zweden, brood op tafel brengt en dat hem op zijn tochten over de zeven zeeën vaak genoeg naar Rotterdam voert. A Let op de gele bus X ZATERDAG 16 MEI 1959 PAGINA Aan de overkant van de rivier ligt Katend recht. Er is een liedje dat zegt: „en altijd varen er schepen aan Katen- drecht voorbij, maar het schip van blonde Arie, dat is er niet meer bij." Valse zeemansromantiek. De werke lijkheid omtrent blonde Arie en Katen drecht is anders. De zeelieden, die be neden in de ruime zaa] aan het biljar ten zijn, zitten voor hun verlof op de wal aan de goede kant van de rivier. Zij hebben zich verzekerd van een goed restaurant, van prachtige kamers met warm en koud water, van een win kel en bar in huis, van badgelegenheid, een bibliothee'k, telefoon, geld- en goe derendeposito, inlichtingenkantoor, te levisie, biljard, tafeltennis, van een huiselijke omgeving en van vriendelij ke behulpzame mensen. Bovendien hebben ze drie maal in de week gele genheid een dansje te maken of te luis teren naar het uitstekende huisorkest, dat muziek maakt uit alle continenten. En dan is er nog iets. Iedere dag kunnen ze de H. Mis meevieren en de H.H. Sacramenten ontvangen. Het kruis, de madonna en de verrekij ker. De priesters van het H. Hart zijn er een heel eind mee gekomen. Volgende week kunnen\ij een kwart eeuw geestelijke en sociale verzor ging voor zeelieden ter koopvaardij de zorg voor de zeelieden gekoppeld. In 1936 werd de rechtermaasoever uit gekozen om uitsluitend en met meer moderne middelen dit werk aan te pak ken. ongeveer op dezelfde plaats waar nu het nieuwe gebouw staat. Er is nu alleen nog een geestelijke band tussen parochie Katendrecht en „Stella Ma- ris". Er komen wel eens zeelieden via Katendrecht in het Zeemanshuis te recht, maar nooit andersom. Dat is een soort afspraak waar 's Lievenheer persoonlijk op toe ziet. Uit deze tijd is de figuur van pater A. van Rixtel, een pionier, wiens naam nu nog in Rotter dam een aparte klank heeft. Kort na het bombardement in de mei dagen van 1940 duwden door een bran dende- stad pater van Wezel en mede werker Jan Maas een handkar voort, waarop onder een laken een roerloze gestalte leek te liggen. In de Staten- tunnel werd het tweetal door Duitse pa rachutisten aangehouden. Controle leek onvermijdelijk. Een grote mond en een paar Hollandse zeemanstermen ook dit is genade deden wonderen. „De „Kriegverletzte" werd met militaire eer doorgelaten. Het fraaie beeld, een getrouwe copie van het Maastrichtse beeld „Sterre der Zee" kon in het klooster aan de Walenburgerweg veilig worden ondergebracht. Èens was dit beeld in triomf over het water van Maastricht naar Rotterdam overge bracht. Op een handkar moest het voor bruut1 geweld en willekeur op een stille plek worden gesmokkeld, zo on geveer alles wat er van het zeemans huis was overgebleven. Nu echter staat het weer in volle glorie in de openbare bidkapel, naast de ingang van het Zee manshuis. Door de gebrandschilderde ramen valt het typische licht van het water naar binnen en de stilte wordt af en toe verbroken door het geluid van een stoomfluit of het geratel van een kraan. Er zijn tijdens de oorlog heel wat ver huizingen geweest. „Stella Maris" zat door de zwar te tijd geprest op de schop stoel. Pater Koevoets en de heer Frans Ooms de laatste loopt al meer dan twintig jaar in het werk mee en is mo menteel algemeen leider van de mede werkers kunnen er van meepraten. Pater van Wezel werd in het „Oranje hotel" gestopt. Dat was in 1941 en pa ter Koevoets, die eerst als assistent had meegeholpen het watervolk geestelijk bij te springen, stond er plotseling al leen voor. Nu heeft hij twee priesters van zijn congregatie naast zich staan, C. A. van der Burgh en J. B. Wit kamp. Het aandeel van le leek in het, werk voor de zeelieden is allerbelangrijkst. Het gebied van de „parochie" loopt van Europoort tot. en met Dordrecht. Jaar- Lugt, een jonge sopraan, die steeds meer van zich doet spreken. Ook bij de zeeman gaat de liefde eerst door de maag. De Nederlandse va rensgasten de lastigsten als het op eten aankomt spreken wel eens van „glas-in-lood" (tongeworst), „zware ta bak" (andijvie), „kurken zakken" (ge hakt ballen) en „garen en band" (snij bonen) en pater Koevoets loopt rood aan van de lach als hij zijn mensen zo be zig hoort. Maar schuin boven het goede restaurant ligt de kapel en die is zondags altijd stampvol, evenals de ka pel op de werf in Schiedam, waar een van zijn medewerkende confraters de H. Mis opdraagt. Bij het onlangs gehouden vlootbezoek van de Franse Marine werd „Stella Maris" het mooiste zeemanshuis van Europa genoemd en koningin Juliana ontlokte het bij haar werkbezoek de uit roep: „Wat heeft u hier een mooi uit zicht; ik zou geloof ik meer kijken dan werken." Maar ornaat de havenaal moezenier zoveel werk had verzet, ont ving hij een korte tijd daarna uit haar handen de zilveren De Ruyter-medail- le, hetgeen uiteraard weer een vrolij ke en zeer gezellige avond in het huis tot gevolg had. Het is één grote familie daar. Hon derd dames brengen er de huiselijke sfeer. Dan heb je nog de vele vrien den in stad en land: het goede con tact met havens als Antwerpen, Ham burg, Liverpool, Bilbao etc; de uit gebreide correspondentie naar alle delen van de aardbol; de mogelijk heid (wordt druk gebruik van ge maakt) voor echtgenoten hun man op doorreis in „Stella Maris" te ontmoe ten, ware gezinsherenigingen vinden aan de Willemskade plaats; de boe kenkisten, die worden uitgeleend (er zijn er nu zo'n 300 in de vaart)mis- koffers voor allerlei schepen; het in zegenen van in Nederland gebouwde schepen voor katholieke naties; en nog duizend en één dingen, die voor de zeeman aan de wal belangrijk zijn. Op de linkermaasoever ligt een prach tig sportcomplex voor zeevarenden. Een goede greep van de gemeente. Er is een commissie, „Zeemans Welvaren" geheten, waarin de gemeente, domi nees, priesters en reders zitting heb-, ben, terwijl er voor „Stella Maris" zelf een dagelijks bestuur is van vooraan staande katholieke Nederlanders. Voor al deze mensen is het geen vrijetijdsbe steding in de betekenis van een hobby, maar een noodzaak, voortgekomen uit sociale bewogenheid. In een kwart eeuw kan er veel ver anderen. Het tij is gekeerd. Ten goede. Ook de zeeman kan tenslotte niet al leen leven van het brood, dat hij op het water heeft verdiend. De rest, althans in Rotterdam en in dit geval, wordt hem met recht en liefde gegeven. Advertentie MAPRO-spiraal is sterk en soepe. en overal in huis te gebruiken. Voor Uw gordijnen, de was, Uw garderobe enz. Enorm practisch, eenvoudig te be vestigen en te verwijderen. meer mogelijkheden met w't-A- 1*7 Aw ned. octrooi 74341 Verenigde Staten President Eisen hower heeft meegedeeld, dat hij een plan heeft goedgekeurd voor de bouw van een nieuwe installatie voor atoom onderzoek. Zij wordt drie kilometer lang en gaat 100 miljoen dollar kosten. Met de bouw zal naar schatting zes jaar zijn gemoeid. (Rtr) Niet alleen de televisie het wordt vervelend de naam van dit nieuwe me dium telkens weer in deze rubriek te moeten laten vallen is er, zoals we een vorige maal schreven, de oorzaak van, dat er geleidelijk een eind komt aan het Hollywoodse ,,sterren"-sys- teem, maar ookde fiscus. Vraag als wat oudere filmbezoeker aan jongelui, wie Clark Gable is, dan zullen velen het antwoord schuldig blij ven. Evenmin zullen ze kunnen zeggen, wie Gregory Peck nu precies is, terwijl anderen misschien belangstellend zul len informeren, wat er eigenlijk van Marlon Brando is geworden. Geloof nu niet, dat die jongemensen zich aanstellen en „intellectueel" pro- 1 beren te doen. Ze weten het werkelijk niet en die onkunde werpt een belang- i wekkend licht op een probleem, waar- j voor Hollywood met zijn sterren-sys teem zich op het ogenblik ziet ge plaatst: de beantwoording van de vraag, hoe duurzaam de reputatie van een ster is in het huidige filmbedrijf en hoe lang hij ongestraft van het bios coopscherm kan wegblijven. In de goede oude tijd in het Holly wood, dat zich nog niet door de we durven het woord haast niet meer neer schrijven televisie bedreigd voelde, was een ster een ster. Hij kon in een „grote" film optreden en daarna een tijd op zijn lauweren en zijn makkelijk verdiende geld gaan rusten in de ze kerheid, dat zijn laatste film èn de goe de zorgen van zijn publiciteitsagent de herinnering aan hem en zijn roem bij FRANS DUISTER Aristocraat, rechter, kwaje meid enz. in de film „La Loi" van Jules Dassin. note'-en. Directeur havenaalmoezenief P G A Koevoets kijkt naar het wa ter van de Maas en zegt, terwijl hij een slok uit zijn pijpie bier neemt: ,,er is zoveel veranderd, dat ik maar links en rechts een greep zal doen uit de roerige geschiedenis van het Apostolaat ter Zee." Hij houdt ervan recht door zee te gaan en daarom steekt hij onmiddellijk van wal. Hij is een vriendelijke man van in de vijftig met een, gebruind open ge zicht en levendige ogen achter brille- glazen. Hij zit in zijn modern gebouw (in 1953 in gebruik genomen en sinds dien niet alleen door honderdduizenden zeelieden bezocht, maar ook door H. M. Koningin Juliana, prelaten, bis schoppen, een kardinaal en diploma ten bewonderdi aan de zonnige kant van de rivier. De meest open parochie van Nederland, noemt hij „Stella Ma- ris". De sociale en culturele verhef fing van de zeeman zonder onder scheid van religie, stand, nationaliteit of ras en de geestelijke verzorging van de katholieke zeelieden ter koopvaar dij, zo wordt in de statuten van de ver eniging het doel van Willemskade 13 omschreven. De dode letter van deze doelstelling begint eerst te leven als je bot gebouw binnengaat en rondwandelt 'n het werkelijk voortreffelijk ontwor pen huis. Aan de overkant op de landtong tus sen Rijn- en Maashaven is het begon nen. Vijfentwintig jaar geleden namen de priesters van het H. Hart daar de parochie Katendrecht over en daarmee toentertijd een brok typische haven- Stad. De kansen op succes hadden aan één mensenleeftijd niet voldoende. De priesters moesten zich een mentaliteit van frontsoldaten aanmeten. Aan dit iware parochiewerk was automatisch lijks komen er een honderdduizend zee lieden naar het huis aan de Willemska de, dufzenden overnachten er. In 1953 dachten ze, dat de nieuwe bouw veel te royaal was ontworpen. Na een week al was men van deze gedachte genezen. Drie priesters en een groep van dertig vrijwilligers trekken de uitgestrekte ha vens in. Zaterdags worden de binnen gelopen schepen bezocht door dit klei ne leger dapperen, dat na een grondige opleiding in de praktijk de zeelieden met begrip en vanzelfsprekende open heid tegemoet gaat en met de uitno diging „Stella Maris" te komen bezoe ken. Zij zijn ware polyglotten, klaute- raars. mensenkenners. Ze hebben allen hetzelfde devies: recht door zee. Hen bezielt hetzelfde vuur als dat wat de pioniers uit het vroegere kleine liefdes werk stimuleerde, ook al is er veel ver anderd en kan men in deze tijd beter spreken van een groots opgezet sociaal ontwikkelingswerk. De Stella Maristen staan tegenover verouderde ideeën oyer de zeeman, die voor de oorlog onfrisse gestalten kre gen in de vorm van het „Rooie Zand" en „De Schiedamsche Dijk". Er zijn lieden, die deze tijd niet aan den lijve hebben ondervonden, maar er wel „liedjes" over schrijven, tot grote er gernis van de zeeman zelf en tot woe de van iedereen, die met welk zeemans huis dan ook te maken heeft. Het is tegenwoordig een eer in „Stel la Maris" te werken. Er wordt een strenge selectie toegepast voor mede werksters en medewerkers. „Al les moet goed zijn, ja beter dan el ders, wat hier gebeurt," zegt Frans Ooms en met gerechtvaardigde trots vertelt hij, dat dit Zeemanshuis mede werksters heeft helpen grootbrengen als Hannie Lips en Marijke van der ules Dassin, de maker van „Du ri- fiïi chez les hommes" en „Christus wordt weer gekruisigd", heeft thans de roman „La Loi" van Roger Vaiiland, bekroond niet de Prix (ion- court, verfilmd. Natuurlijk, zou men willen zeggen, want de film kan geen bekroonde en nauwelijks een onbe kroonde roman met rust laten. Op zich zelf is dat geen betreurenswaardig ver schijnsel, als de grote meesters van de film maar aan de orde zijn, die de ver schillen tussen de twee uitdrukkings vormen kennen en een artistiek gewe ten bezitten. Zo mocht Orson Welles straffeloos Shakespeare's „Othello" in filmvormen herscheppen en hadden de industrieregisseurs, die Tolstoi's „Oor log en vrede" alsmede zijn „Anna Ka- renina" hebben verknoeid, hun handen thuis moeten houden. Het zijn dan ook voornamelijk de ig- noranten onder de filmers, die zich met de grootste vlotheid tot de meesterwer ken der literatuur wenden. Zij zien de gevaren niet, die de meesters zo lang weerhouden, tot daden over te gaan. Want deze laatsten is het bekend dat een goede film, naar een boek of toneel stuk gemaakt, slechts goed kan zijn krachtens de onverbiddelijke wet dat de filmer moet beginnen met het ori gineel om zo te zeggen te vermorzelen, de eerste voorwaarde tot een mogelijke herschepping. Wie niet afdaalt in de we reld van roman of toneelwerk, om te rug te keren met een enorme voorraad détails, die het uit elkaar gevallen werk heeft opgeleverd, kan onmogelijk de filmvormen vinden, die uit de brokstuk ken moeten kiezen wat van hun gading is. Om een hoek volledig in zich op te nemen, heeft de eerlijke lezer enkele avonden nodig. Al wat tot hem komt, kan niet in een film van twee uur of minder worden verteld. Het zou trou wens krachtens de optiek van de film een andere betekenis krijgen dan de schrijver ooit heeft gewild. Het is dus een onbegonnen werk een boek te ver filmen met de bedoeling een feitelijke volledigheid te beroken. Die feitelijke volledigheid is dus een dwaasheid. Al leen al om deze reden zal een film nooit geheel beantwoorden aan een boek, waarnaar de film is gemaakt. Wil zulk een film dan toch reden van bestaan hebben, dan zal hij op een andere manier dan het boek precies zoveel feitelijkhe den vertellen, als nodig zijn om de al gemene geest van het boek, de drama tische gestalte van de handeling voel baar te maken. De schikking der feiten, de relatie tussen hen, zullen de stemmingen van het boek moeten oproepen. Dit geldt Advertentie dan voor de literaire meesterwerken in de eerste plaats en heel veel meer dan voor de verhalen, die nauwelijks een literaire vorm hebben gevonden en gemakkelijk door de filmvormen wor den overtroffen. Dit alles ter Inleiding van „La Loi" van .Jules Dassin. De overwegingen werden ons ingegeven door het feit, dat Dassin, die ongetwijfeld een span nende film heelt gemaakt, blijkbaar de grootste moeite heeft gehad om zich te beperken. Hij vertelt namelijk zoveel in zijn film, dat we de indruk krijgen, de inzet gezien te hebben van een groot aantal intriges, die wel aan hun einde komen maar waarvan de afloop niet voldoende is gemotiveerd. Om een en ander duidelijk te maken, ziehier een aantal dramatis personae, die leder voor zich eeri verhaal ver tegenwoordigen. Daar is in een Itali aans dorpje een oude aristocraat, Don Caesare, die krachtens zijn leeftijd, rijk dom en familie op natuurlijke wijze heerst, over dc dorpelingen, waar dat pas geeft. Hij heeft vier vrouwen in zijn dienst: een moeder met haar drie dochters. Een van de dochters is Ma rietta, een zorgeloos wezentje dat steelt als zij dietstal voor haar geluk noodzakelijk acht. Alle mannen en jon gelingen zijn verliefd op haar. Zjj is het op een jonge landbouwingenieur, die zij kort en bondig ten huwelijk vraagt. Hij wil, dat rij het gestolen geld teruggeeit, maar zij wil dat pas aoen als Don Caesare stern en en haar ai zijn bezittingen nalaat. Dat gebeurt aan het einde van de film tot ergernis van de moeder en de zusters, die Mariëtta haten. Ook tussen de vrouwen speelt zich dus een intrige af. Er is voorts een onnozel rechtertje met een mooie, jon ge vrouw, die niets om hem geeft cn plannen maakt om ér met een student vandoor te gaan. Die student heeft een vader, rijk en louche, die op zijn beurt de dorpelingen overheerst, maar ten slotte door Mariëtta met een mes ge tekend wordt, zijn zoon afranselt om dat hij met die vrouw van de rechter Op stap wil en zelf genoemde vrouw tot overspel overhaalt waarna zij van het balkon springt en te pletter valt. Waarom nu boek cn film de titel La Loi dragen wordt verklaard door een spelletje, dat in de kroegen wordt ge speeld, verboden door de politie maar niettemin ijverig beoefend. Het bestaat hierin, dat in een gezelschap een soort president wordt gekozen, die een as sistent benoemt en samen met hem de aanwezigen op allerlei manieren verne dert, beledigt en sart. Natuurlijk is de louche heer Brigante, vader van de student, altijd een van die twee. Men haat hem deswege maar durft het spel letje zelf, een heel oude traditie, niet aanranden. Aan het slot echter zijn al le spelletjes en overspelletjes uit en verliest de heer Brigante, die zijn naam niet gestolen heeft, voorgoed zijn pres tige. Dat zijn dan enkele trekken van het verhaal. Niet alle, maar wel te veel om op een volledig dramatische wijze uit gewerkt te kunnen worden in ongeveer twee uur. Het ge.volg is dan ook dat men uit het boek een treffender beeld gewaar moet worden dan uit de film, die duidelijk de afwezigheid van nood zakelijke bijzonderheden demonstreert, nogwel bij een overdaad aan gebeur tenissen, die bijna niet te verteren is. Echter: gegeven eenmaal de geschie denis, zoals ze uit de film te voorschijn komt, moet mén toegeven dat Dassin de algemene atmosfeer van het boek heeft getroffen. Met name heeft hij aan het publiek levendig zouden houden. Waarom zich dus verder druk ma ken? De bioscoopbezoekers wachtten ongeduldig, tot ze hem weer op het wit te doek zagen verschijnen. Tegenwoordig gaat dat echter niet meer op. Hoe vaak hebt u, bijvoorbeeld, namen als Gable, Peck en Brando bo ven nieuw aangekondigde films of in het nieuws gezien? De reden van hun spaarzame optreden is, dat de fiscus het grootste deel van hun verdiensten opslokt, als ze zich tè vaak in films vertonen. Dus hebben ze van zichzelf produktiemaatschappijen gemaakt met accountants, die precies weten te ver tellen, hoe ze hun rollen moeten rant soeneren om zoveel mogelijk van hun verdiensten zelf te kunnen houden. Dat is natuurlek prachtig voor hun portemonnaie, maar slecht voor hun roem. De internationale marktwaarde van een Hollywoodse ster hing af van het feit, dat men hem geregeld in de gen werd hij een gewoonte, voor ande ren de „fans" werd hij een soort cultus. Maar nu hij zichzelf opzettelijk heeft gerantsoeneerd, is het de vraag, of de grote „men" nog op dezelfde wijze zal blijven reageren. Waarschijnlijk komt er binnen niet al te lange tijd weer eens een film met Gregory Peck in roulatie. Maar zullen zijn bewonderaars dan even hard lopen als vroeger? Mar lon Brando heeft moeizaam zijn eerste zelf geproduceerde, zelf geregisseerde en zelf gespeelde film ..One Eyed Jacks", waarin naast hijzelf ook Karl Malden en Ben Johnson optreden, vol tooid. Maar zitten er nog veel mensen met ongeduld op te wachten? Het antwoord op deze vragen zal waarschijnlijk negatief moeten luiden en daarmee is dan tegelijkertijd één der factoren aangewezen, die er toe zullen leiden, dat er een einde komt aan het sterrensysteem. Wat ons betreft, we zijn daar helemaal niet zo rouwig om. bioscoop te zien kreeg. De bezoekers raakten aan hem gewend. Voor sommi- iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiniiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiHniiiiiHii11" Dr. Clara Martinez, van de afdeling Filmzaken van het Cubaanse ministe rie van binnenlandse zaken, heeft een vermoeiende tijd achter de rug. Urenlang heeft ze enkele weken gele den op de terreinen rond de „Biltmore Yacht and Country Club" in de buiten wijken van Havana staan toekijken, hoe Sir Alec Guiness en Noel Coward een scène speelden voor „Our Man In Ha vana", de film, die door Sir Carol Reed wordt gemaakt naar het gelijknamige verhaal van Graham Greene. De beide acteurs hielden welgevulde glazen in de hand, terwijl aantrekkelij ke jongedames met Marilyn Monroe- figuren in badkostuum langs hen heen schreden, op weg naar het strand, waar in de studio gefabriceerde palmbomen een verlokkende schaduw wierpen. Dr. Clara Martinez stond daar de ganse zonnige dag, die de hemel boven Havana zo vrijgevig schenkt, omdat iemand van het departement van bin nenlandse zaken op het lumineuze idee was gekomen, dat die filmerij van de Britten broodnodig diende te worden gecontroleerd, ofschoon het Cubaanse ministerie van arbeid het draaiboek al maanden geleden had goedgekeurd en de filmgroep alle mogelijke faciliteiten had verleend. Wat dr. Clara het meest verbaasde was het feit, dat de scène, die ze con troleerde, niet op Cuba speelde, maar op Jamaica. Om Guinness en Coward een reis naar Jamaica te besparen liet Sir Carol Reed namelijk de „Biltmore Yacht and Country Club" in Havana fungeren voor een 'soortgelijk etablisse ment in Jamaica. Nu is er, zoals nauwkeurige kranten lezers in Nederland ongetwijfeld weten, onlangs weer eens een revolutie op Cu ba geweest en dus wil iedereen, die er op het ogenblik iets heeft te vertellen, een vinger in de pap van de Britse filmerij hebben. „Ze willen", verklaarde Sir Carol Reed aan de Britse filmjournalist Da vid Lewin, die er ook een kijkje heeft genomen, „er zeker van zijn. dat ons verhaal, dat speelt onder het regiem van de dictator Batista, duidelijk laat zien, wat voor een politiestaat het toen was. Dat gebeurde trouwens toch al door middel van korte scènes, die bui ten politiebureaus spelen en opmerkin gen over het martelen van politieke gevangenen. Maar tenslotte moet de film een komedie worden en kunnen we het er niet al te dik opleggen. In geen geval willen de autoriteiten hier de schijn wekken, dat iets, wat onder het regiem van Batista gebeurde, thans nog mogelijk zou zijn." Dr. Clara Martinez zelf verklaarde haar aanwezigheid met: „We willen alleen maar behulpzaam zijn" en Gra ham Greene, die overigens nog niets aan zijn scenario heeft hoeven te ver anderen, voegde er aan toe: „Dit soort dingen schijnt altijd te moeten gebeu ren na een revolutie". Het Cubaanse ministerie van arbeid en dat van binnenlandse zaken hebben ■nu besloten met Sir Carol Reed, Sir Alec Guines en Noel Coward te gaan samenwerken om het „schieten" van opnamen voor „Our Man in Havana" zo vlot mogelijk te doen verlopen. Maar misschien is dit niet de juiste uitdrukking om in Havana te gebrui ken en kan men beter van „filmen" spreken. Het schieten vindt namelijk plaats in de gevangenis, om midder nacht het begin en aan het slot door middel van duiven symboiisch aangegeven hoezeer de bewoners van het dorp rond dwalen in een bijna irreëel hels wereld je, dat tot ongelukken moet leiden. Konden dé dorpelingen vliegen als de duiven, ze zouden hun kans waarne men om te ontkomen aande wet, die zich op zoveel trieste manieren mani festeert en waar zij niet onderuit kun nen komen. Maar liet slot laat de duif van de eerste taferelen op het verlaten dorpsplein neerstrijken, als wilde zij te kennen geven, dat de kust nu wel vei lig is, nu de tirannen er niet meer zijn. In de rol van Mariëtta zien we de rondborstige Lollo. In tegenstelling tot alle anderen is zij onbeduidend en hin derlijk onnatuurlijk. Dbg. IlilllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllNllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIItll Tot de vele instituten, die door de ja ren heen hardnekkig in stand zijn ge houden en die de Britten van alle an dere Westeuropese inboorlingen onder scheiden, behoort „The Season", het Londense seizoen, waarin „the coming out of the debutantes" plaats vindt, het geen wil zeggen, dat de moeders uit de deftige kringen haar huwbaar ge worden dochters aan de man liefst met geld, maar in elk geval van stand proberen te brengen door middel van eindeloze reeksen bals en partijen. Misschien dat de debutanlen-rage een beetje zal afnemen, nu koningin Elizabeth heeft besloten, deze jongeda mes niet meer aan zich te laten voor stellen, maar de vasthoudendheid van de Engelsen op het punt van traditie kennend, geloven we toch te mogen aannemen, dat „The Reluctant Debu tante" nog vele jaren actueel zal blij ven. Met de presentatie van de Londen se debutantes wordt namelijk in deze nieuwe film van de Amerikaanse re gisseur Vincente Minnelli danig de draak gestoken en men kan dan ook moeilijk een meer Britse komedie vin den dan het gelijknamige toneelstuk van William Douglas Home, dat door de schrijver zelf tot scenario werd ver werkt én wel met zoveel succes, dat de filmversie het verre wint van het ori gineel. Dit succes is overigens voor een niet gering deel te danken aan Minnelli (van wiens films we ons niet genoegen „An American in Paris", de Van Gogh-film „Lust for life" en „Designing Women" herinneren), wiens regie het eigenlijk maar zeer magere verhaal over Lord en Lady Broadbent, die hun in Amerika opgevoede dochter ervan proberen te Advertentie Boekh, Ned, Fr, Duits, Eng, M.B.A., S.P.D. De kortste en voordeligste opleiding (Bekende Schriftelijke Cursus) weerhouden in het huwelijk te treden met de drummer van een band, omdat zij de voorkeur geven aan een onnozele, met een verkeerscomplex behepte luite nant van „Her Majesty's Royal Horse Guards", heeft verweven tot een sati risch en uiterst amusant beeldpatroon van het leven in de Londense „high society", waarbij hij zelfs de grappige mogelijkheden van de Britse gewoonte om iedere openbare bijeenkomst te be sluiten met het volkslied, niet over het hoofd heeft ge zien. Maar al ontbreekt de filmhumor niet geheél. de voor naamste verdienste van „The Reluctant Debutante" moet toch worden ge zocht in de orde van het toneel, met name in de spitse dialogen en in het superbe spel en tegenspel van Rex Harrison als Lord Broadbent, die door veel drank en wei nig slaap aan de rand van een ze nuwinzinking wordt gebracht en van Kay Kendall als de snobistische Lady Broadbent, die zich bij haar pogingen om de dochter van een concurrerendi mama de nobele, maar weinig intel ligente luitenant af handig te maken voelt als een vis ii .het water. Wat intussen niel wegneemt, dat men zich met deze kome die, die zo luchtig en kleurig is als een zeepbel in de mei zon, kostelijk kan amuseren. F. De laatste tijd is er in de Britse Pine- wood-studio's nog al eens vraag ge weest naar tweelingen. Het is begonnen met de film „Violent Playground", waarin de tweelingen Fer- gal en Brona Boland als jongere leden uit het gezin van Anne Heywood fun geerden. Zoals met kinderen in films vaak het geval is, bleken ze een succes. Daarna volgden de Furlong-tweelin- gen uit Ierland in de filmkomedie „Rooney", waarin John Gregson de rol van vuilnisman in Dublin vertolkt. Zij waren in de film de kinderen, die door hun Indiaantje-spelen een be langrijke wending gaven aan de intri gue. En nu spelen authentieke tweelingen. Ja nice en Jennifer Blake, als de kinderen van Yvonne Mitchell, die men op bij gaande foto met de beide meisjes ziet afgebeeld, een belangrijke rol in „Sapphire", een detectivefilm van Mi chael Relph en Basil Dearden, waarin tevens het rassenprobleem in Enge land wordt behandeld. Rex Harrison en Kay Kendall als Lord en Lady Broadbent, op zoek naar een geschikte huwelijkskandidaat voor hun dochter

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 9