In Haarlem goede verhouding tussen overheid en particulier jeugdwerk wordt terecht nis een Subsidie van Haarlem maakt nog wel kans VELE OUDERS ZOUDEN TEGEN DE VOORGESTELDE PLANNEN ZIJN Curatorium„Slechts kleine groep ageert tegen fusie' en Overkapping van tribune zo goed als klaar Fusie Kennemer- en Thijsselyceum Geen bezwaren op departement Dr. C. v. Rappard afgetreden WOENSDAG 27 MEI 1959 PAGINA 5 Raad voor de Jeugd" kroon op het werk Subsidies Gebrek aan leiders Jeugdwerk in ruimere zin Circuit Zandvoort Bloembollencultuur GS. vragen minister schorsing op te heffen Ook docenten tegen Voordelen Structuurplan voor Haarlemmermeer Industrialisatie dient te zijn afgestemd op plattelandssamenleving Waarom fusie Als vice-voorzitter oudervereniging van Thijsselyceum Haarlem e.o. Films T oneel Ballet Muziek Diversen Simpele vraag Beurs van New Burgerlijke Stand Haarlem ANEGANG 46 GROTE HOUTSTR. U6 Van oudsher heeft in Haarlem een goede samenwerking bestaan tussen de gemeente en de verschillende organisaties die op het gebied van het jeugdwerk werkzaam zijn. Die goede samenwerking heeft vijf jaar geleden als het ware haar bekroning gevonden in de oprichting van de Haarlemse Raad voor de Jeugd, waarin alle soorten van jeugdwerk en alle levens beschouwelijke groeperingen vertegenwoordigd zijn. Men zit er echter niet als representant, maar als behartiger van jeugdbelangen. In de vijf jaar van zijn bestaan is de Haarlemse raad voor de Jeugd uitgegroeid tot een bekwaam en werkzaam college, dat de ontwikkeling van het jeugdwerk nauwgezet volgt en die ontwikkeling tevens naar best vermogen stimu leert. De Raad voor de Jeugd is in het leven geroepen als een adviescollege voor Burgemeester en Wethouders, maar tegelijkertijd coördineert en sti muleert hij als zelfstandige instelling het jeugdwerk hier ter stede. In uiterste instantie kan de Raad voor de Jeugd ook zelf initiatieven ontwik kelen, maar het is duidelijk dat men dit zoveel mogelijk aan de betrokken jeugdorganisaties zelf overlaat. Het feit, dat B. en W. een adviescollege in zake jeugdzaken in het leven hebben geroepen, maakt duidelijk, dat de ge meentelijke overheid van oordeel is een eigen taak te hebben inzake de jeugdvorming. Enerzijds is dat een aanvullende taak in die zin, dat de over heid wil helpen de particuliere instellingen op dit gebied uit te bouwen en te vervolmaken. Anderzijds zal zij moeten aanvullen, waar het particulier initiatief in gebreke blijft. voor de Jeugd, die over een eigen budget beschikt, doet in dit opzicht ook be langrijk werk. Men herinnert zich on getwijfeld de belangwekkende cursus voor jeugdleiders over staatkundige vorming. De burgemeester van Haarlem, verschillende wethouders, de Commis saris der Koningin en de toenmalige minister-president hebben onderdelen van die cursus verzorgd. Maar terecht verstaat de Haarlemse gemeentelijke overheid deze aanvullende taak als een verplichting: tegenover de jeugd, die belangrijke groep van de bevolking, die voor een groot deel op de steun van anderen aangewezen is; maar ook tegenover de grote groep van degenen die zich uit eigen beweging belangeloos inzetten voor de jeugd en die veelal ook niet zonder steun van de overheid kunnen werken. Zoals gezegd: in Haarlem begrijpt de overheid deze taak. Haar bemoeiing met jeugdzaken mag in vele gevallen andere gemeenten ten voorbeeld worden gesteld. Nu is het bijzonder moeilijk te om schrijven wat men precies onder jeugd werk verstaat, De gemeentelijke bro chure, die onder de titel „Haarlem en de jeugd" verschijnt, vat de term rui mer op dan wij geneigd zijn te doen. Daar immers wordt ook gesproken over de culturele vorming van lagere en middelbare schooljeugd. In die geest doorgaand zou men ook het hele onder wijs, maar ook bijvoorbeeld het bureau voor school- en beroepskeuze en de raad voor de kinderbescherming erbij kunnen betrekken. Liever beperken wij ons tot de meer gangbare, engere om schrijving van het begrip. Daaronder verstaat men dan doorgaans de drie grote categorieën; vrije jeugdvorming, d.w.z. de eigenlijke jeugdorganisaties die hun leden vormen tot zelf doen; het speeltuinwerk ,waar de kinderen meer verzorgd worden en dat tegen woordig steeds meer overgaat tot een soort winter-clubwerk, zodat men ook gedurende de tijd dat de speeltuin ge sloten moet zijn, de kinderen van de straat houdt; en tenslotte de categorie van de sociale jeugdzorg, waar het werk onder de jeugd niet los te denken valt Van het algemene maatschappelijke Werk. Alle drie deze categorieën worden in Haarlem door de overheid ruimschoots gesteund. Op de eerste plaats in de vorm van rechtstreekse subsidies, vooral in de salariëringskosten voor de leiders, maar ook in andere kosten; voorts in de vorm van het ter beschikking stel len van zalen, terreinen en andere voor het jeugdwerk onmisbare zaken. De so ciale jeugdzorg wordt door rijk en ge meente gezamenlijk gesubsidieerd, zo dat 80% van haar kosten gedekt zijn. De regeling is nog niet helemaal rond, maar gaandeweg komt er verbetering in. Maar men zal voorlopig toch nog wel blijven zitten met de resterende 20% en waar het hier een jeugdzorg betreft onder jonge mensen, die zelden zelf in de kosten kunnen bijdragen, bezorgt deze regeling de sociale jeugdorganisaties nog heel wat hoofdbrekens. Het speeltuinwerk geniet al van ouds her de bijzondere aandacht van de Haar lemse overheid. Feitelijk worden alleen de speelwerktuigen door de verenigingen zelf betaald. Maar de clubhuizen voor het winterwerk, de zomeruitstapjes voor de kinderen en zoveel andere zaken, die de speeltuinverenigingen langza merhand zijn gaan opknappen vragen ook steeds meer geld. En dan draagt de gemeente ook nog bij in het cursus- en opleidingswerk voor jeugdleiders. Als het jeugdwerk ergens onder gebukt gaat, dan is dat wel het ontstellend gebrek aan jeugd leiders. De overheid in Haarlem stelt gelden en ruimten beschikbaar voor dit doel en thans is een speciaal kader vormingscentrum in aanbouw. De Raad Het spreekt vanzelf, dat de drie categorieën van jeugdwerk, waarover wij geschreven hebben, niet steeds duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn. In de laatste tijd ontwikkelen zich bij voorbeeld snel de hobbyclubs, die niet tot de gewone jeugdorganisa ties gerekend kunnen worden omdat ze niet algemeen-vormend gericht zijn, maar evenmin kunnen ze gerekend Morgen begint in Haarlem het jaarlijks congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, dat ditmaal tot thema heeft gekozen: „De gemeenten en het jeugdwerk". Naar aanleiding daarvan hebben wjj ge meend eens te moeten nagaan wat de gemeente Haarlem doet voor het Haarlemse jeugdwerk. Juist dezer dagen vernamen wij, dat de ge meente een soort inventarisatie heeft gemaakt van haar bemoeiing met het plaatselijke jeugdwerk en onder de titel „Haarlem en de jeugd" een bro chure heeft samengesteld, die aan alle deelnemers van het Congres van de Vereniging van Nederlandse Ge meenten zal worden uitgereikt. worden onder het speeltuinwerk althans het winterclubwerk ervan omdat ze verre van verzorgend zijn. En wat te denken van de talloze jeugdafdelingen van sportclubs? En wat van het nieuwe instituut der jon- gerensociëteiten, die door velen welis waar met een wantrouwend oog be keken worden, maar die kennelijk le vensvatbaarheid hebben en als padde stoelen uit de grond oprijzen. Daarnaast bestaat natuurlijk nog het jeugdwerk in veel ruimere zin, zoals dat op de scholen wordt gedaan, of in sportclubs of in andere verenigingen. Ook daar treedt de gemeente vaak sub sidiërend op, hetzij met geld, hetzij met beschikbaar gestelde werkruimten. En enige jaren geleden is door de raad het initiatief genomen om in Epe een va kantiecentrum aan te kopen. Het spreekt vanzelf, dat het weer vooral de Haar lemse jeugd is die daarvan profiteert. Rechtstreeks helpt de gemeente door vrije speelgelegenheden in te richten voor de jonge mensen, die anders maar op straat zouden rondhangen. In zekere zin is dit de pendant van het speeltuin werk, maar middels de Raad voor de Jeugd worden alle eventuele competen tiekwesties op de meest prettige wijze geregeld. De gemeente houdt bepaalde plantsoenen vrij voor kleuters, legt voor al in nieuwe wijken kleuterspeelhoeken aan, zorgt voor plantsoengedeelten waar kinderen kunnen voet- of handballen. Al met al kan men zeggen, dat de gemeente Haarlem haar plicht ten aan zien van het jeugdwerk goed verstaat. Het is een veelomvattende en veeleisende plicht. Wellicht zal de overheidsbe moeiing met het jeugdwerk nog uit gebreid moeten worden. Daarover zal het Congres van de Vereniging van Ne derlandse Gemeenten spreken. Zeker is in elk geval, dat men in vakkringen Haarlem graag ten voorbeeld stelt. Samen met de gemeente Utrecht ligt de stad aan het Spaarne aan de kop voor wat betreft een juiste verhouding tussen overheidszorg en particulier Initiatief inzake het jeugdwerk. De overheid heeft de plicht het particuliere jeugdwerk waar mogelijk te steunen. De gemeentelijke overheid in Haarlem verstaat die plicht goed, hoewel er natuur lijk nog vele wensen zijn. Zowel bij het georganiseerde jeugdwerk van de jeugdorganisaties, die hun leden opvoeden tot zelfstandigheid de gidsen, verkenners en al die andere veelal geüniformeerde jeugdgroepen als bij de sociale jeugdzorg en het speeltuinwerk, dat er vooral op uit is de jeugd, die zich in enkele gevallen bijzonder goed weet te vermaken op straat, aan te trekken. Donderdag 8 december 1955 werd in de ridderzaal van het Haarlems stadhuis de Haarlemse Raad voor de Jeugd geïnstalleerd. De raad is bedoeld als adviescollege voor B. en W., maar treedt verder ook coördinerend en stimulerend op, terwijl in het uiterste geval zij ook zelf initiatieven kan nemen. De Raad voor de Jeugd is een goed voorbeeld van hechte samenwer king tussen overheid en particulier initiatief op het gebied van het jeugdwerk. Op de foto drukt de toenmalige wethouder van jeugd zaken, de heer D. J. A. Geluk, de voorzitter van de jeugdraad, de heer W. van Liemt, de hand ter bezegeling van de installatie. De overkapping van de tribune op het Zandvoortse circuit nadert haar vol tooiing. De laatste van de elf grote spanten werd maandag gesteld. Specia listen op dat gebied begonnen daarna onmiddellijk met het aanbrengen van de dekplaten. Een gevaarlijk karwei, waarbij de wind op deze hoogte soms erg hinderlijk is. Men hoopt niettemin de tribune zaterdag „dicht" te hebben, want zondag moet zij gebruikt worden tijdens de auto-wedstrijden om de Grote Prijs van Nederland. In elk geval zal donderdag een deel van de overkapping gereed zijn. Dan komen 's middags de congressisten- der vereniging van Nederlandse gemeenten naar het circuit. De gasten leveren zelf het amusement: voor gemeentebestuur ders zal er dan gelegenheid bestaan om deel te nemen aan behendigheidsproe- ven met auto's. Wij vernemen, dat Gedeputeerde Staten van Noord-Holland besloten hebben de minister van binnenlandse zaken te verzoeken de schorsing te doen opheffen van het Haarlemse raadsbesluit om gedurende veertig jaar jaarlijks 35.000 ter beschikking van de Koninklijke Algemene Vereni ging voor Bloembollencultuur te stel len. In Haagse kringen nam men van ochtend aan, dat er wel enige kans op bestond, dat de minister op dit ver zoek van G.S. zou ingaan. Intussen hebben G.S. van Zuid- Holland nog geen beslissing geno men inzake het Hillegomse raadsbe sluit om f 100.000 te voteren voor de aankoop van een stuk grond, gren zend aan Treslong, welk stuk daar na niet aan de Koninklijke Alge mene Vereniging voor Bloembollen cultuur geschonken zal worden. Ver moedelijk zal dit college in zijn ver gadering van komende maandag hierover een beslissing nemen. Naar aanleiding van de plannen om het Kennemerlyceum en het Jac. P. Thijsselyceum te Bloemendaal te fuseren tot één grote school voor V.H.M.O. heeft de vice-voorzitter van de oudervereniging van het Jac. P. Thijsselyceum, dr. C. C. ridder van Rappard te Haarlem een communiqué uitgegeven, waarin fel stelling genomen wordt tegen de voorgestelde plan nen. Daarin wordt gesteld, dat de ouders van de leerlingen van beide scho len de fusie afwijzen. De ouders van de leerlingen, die het lyceum in Els- wout bezoeken, verlangen het behoud van het Thijsselyceum als kleine school, waar het onderwijs uitsluitend gericht is op de individuele leerling. Deze vorm van onderwijs wordt door de ouders van leerlingen van het Ken nemerlyceum, aldus het communiqué van dr. Van Rappard, niet voorge staan. Verder heet het, dat de ouders het principieel onjuist vinden dat zij eerst kennis kregen van de fusie, nadat een besluit daartoe reeds genomen was. Het bestuur (gemeenschappelijk voor beide scholen, evenals het curatorium) heeft moreel het recht niet, zo ver volgt dr. van Rappard in zijn schrij ven, de kinderen aan een experiment te wagen, waarvan de mislukking naar zijn mening bij voorbaat vaststaat. Een dergelijk experiment, hoe aantrekkelijk ook voor het bestuur en het curatorium, mag alleen ondernomen worden met kinderen, wier ouders daarvoor toe stemming hebben gegeven. Hij hekelt de naam van de nieuwe school: Ken- nemer School Gemeenschap. „Van een werkelijke schoolgemeenschap is bij zo'n groot aantal leerlingen geen spra ke," zo luidt het commentaar ongeveer. Van differentiatie naar aanleg, tempo en vrijere vakkenkeuze komt evenmin iets terecht, zolang het onderwijs ge bonden is aan starre eindexamen-eisen. In het communiqué wordt het be treurd, dat de leden van het bestuur en het curatorium als ondeskundig in onderwijszaken moeten worden be schouwd. In het vroegere curatorium voor het Jac. P. Thijsse-lyceum had slechts één onderwijsdeskundige zit ting, in het huidige, gemeenschappe lijke curatorium, dat uit dertien leden bestaat, „uitsluitend voorstanders van de fusie", zitten slechts twee deskundi gen. Verder wordt gezegd, dat ook een grote meerderheid van de docenten te gen de voorgestelde fusie gekant is. In een mondelinge toelichting op het communiqué vertelde dr. van Rappard, dat hij tezamen met een aantal artsen een enquête onder de Ieraren van de beide scholen had ingesteld. Het resul taat van dat onderzoek zou zijn ge weest, dat ongeveer twee-derde van de docenten van het Kennemerlyceum ver klaard zou hebben tegen de fusie te zijn. Van het Jac. P. Thijsse-lyceum kon hij geen concrete cijfers geven, om dat men hem daar had laten weten, dat men zijn optreden op zijn zachtst gezegd „schandalig" vond. De vrees van de ouders, dat bij een mislukking van het experiment slechts een „superonderwjjs-fabriek" is opge richt, waaraan het huidige Jac. P. Thijs se-lyceum is opgeofferd, wordt met ongegrond genoemd. In februari van dit jaar hebben ouders hun bezwaren bij het bestuur en curatorium kenbaar gemaakt en erop gewezen, dat duide lijke lijnen op korte termijn noodzake lijk zijn in het bijzonder voor die ouders, die hun kinderen in september van dit jaar naar het Jac. P .Thijsse lyceum zullen sturen. „Deze ouders", zo vervolgt het communiqué letterlijk, „dienen goed te beseffen, dat er een volledige koerswijziging op stapel staat en dat hun kinderen eens deel gaan uitmaken van een school van 1000 tot 1500 leerlingen, terwijl tot nu toe niet voldoende waarborgen konden worden gegeven, welke aannemelijk maken, dat het experiment zal slagen." In het communiqué worden vervolgens de voordelen opgesomd van het Jac. P. Thijsse-lyceum, dat in het onderwijs te Haarlem en omgeving een bijzonde re plaats inneemt en in een behoefte voorziet. Het was tot 1955 (in dat jaar werd, „montessori" zonder voorkennis van en ondanks protesten van de ouders uit het programma van de school ge schrapt) de enige school voor VHMO met progressief onderwijs, gericht op de speciale aandacht voor de individu ele leerling. Na 1955 ontstond er een lacune, omdat de logische aansluiting voor leerlingen van het individueel ge richt lager onderwijs ontbrak. Toch behield de school enkele voor delen boven andere middelbare scho len: het karakter van de kleine school In de raadsvergadering van donder dagmiddag 4 juni zal de gemeenteraad van Haarlemmermeer zich uit kunnen spreken over de conclusies van het structuurplan voor de gemeente en het in verband daarmede in de toekomst te voeren beleid. Het structuurplan beveelt het bevor deren aan van de concentratie der be volking en het handhaven en zo nodig scheppen van een geografische schei ding tussen gebieden waarvan het func- tionale verband de gemeentegrenzen duidelijk overschrijdt en gebieden waarvan dat slechts in geringe mate het geval is. Voorts concludeert het tot be vordering van de ontwikkeling van de tuinbouw in Aalsmeerderbuurt-zuid) (bloementeelt) en Bennebroekerbuurt- Cruquius (bloembollenteelt). Een op de plattelandssamenleving afgestemde industrialisatie zou vol gens het plan bevorderd moeten wor den. Beperkte vestiging van forensen in Zwanenburg en Badhoevedorp als mede vestiging van Schiphol-personeel in de genoemde plaatsen en Hoofd dorp moest worden toegelaten. In Aalsmeerderbuurt-zuid en Buiten kaag wil men het vreemdelingenver keer bevorderen. Voorts beveelt het plan aan het tref fen van maatregelen ter opheffing van het kwantitatieve woningtekort en van voorzieningen in de te verwachten uit breiding van de woningbehoefte, ver vanging van drie tot vier percent der zeer oude één- en tweekamerwoningen per jaar en de ontsplitsing der duplex- woningen binnen tien jaar. bleef gehandhaafd en een aantal do centen, die het individuele onderwijs waren toegedaan bleven hun speciale aandacht aan de leerlingen wijden. Bij een fusie vervallen ook deze voor delen. Ouders, rectoren en directeu ren van grote scholen, artsen en psy chiaters zien, aldus dr. Van Rappard, een eventueel verdwijnen van het Jac. P. Thijsse-lyceum met grote zorg tegemoet; want waarheen zullen zi dan de kinderen met leermoeilijkhe den verwijzen, wanneer het Jac. P. Thijsse-lyceum er niet meer is? Ook die kinderen moeten geholpen wor den en daarin slaagde men tot heden veelal goed. Dat is een positief voor deel, waarvan het verlies niet mag worden geriskeerd. Naar het oordeel van verschillende burgemeesters van omliggende gemeen ten hoort er geografisch gezien in Els tvout of daaromtrent een school voor VHMO te zijn voor leerlingen uit Aer- denhout, Overveen, Bentveld. Zand- voort, Heemstede en Haarlem-Zuidwest. „Er ontstaat een gat als het Jac. P. Thijsse-lyceum uit Elswout verdwijnt' Het zou ongeloofwaardig zijn als bij het huidige tekort aan scholen een gebouw zou worden prijsgegeven, dat geschikt gemaakt is voor het geven van onder wijs in de ruimste zin. De gemeente Bloemendaal heeft er geen enkel be zwaar tegen, dat het lyceum in Elswout gevestigd blijft. (De burgemeester van Bloemendaal, zo zullen onze lezers zich herinneren, heeft in de laatste raadS' vergadering deze opmerking nog eens duidelijk gelanceerd Red.) Dat er geen uitbreidingsmogelijkheden zijn mo ge als voordelig worden beschouwd voor het progressief onderwijs. Een fu sie van de heide scholen zou de liqui datie van het eigene karakter van het Jac. P. Thijsse-lyceum tot gevolg heb ben, aldus dr. van Rappard. Wij hebben ons naar aanleiding van deze verklaring gewend tot de presi dent van het huidige curatorium, ir. K. W. H. Leeflang, die ons in kort bestek de argumenten en redenen heeft opgesomd, die uiteindelijk geleid heb ben tot het besluit om de beide scholen te luseren. Het huidige Kennemerly ceum is te klein en moet worden uit gebreid. AI enige jaren liggen hiervoor plannen gereed, maar tot nog toe wer den subsidies door het departement geweigerd. Ook het Thijsse-lyceum is te klein en als gevolg van ernstige gebre ken volkomen ongeschikt voor modern onderwijs. Een poging om ergens an ders in Bloemendaal een nieuwe school te stichten bleef vruchteloos en werd vooral verijdeld door de zeer positieve mededeling van het departement, dat voor de bouw van een school voor on geveer driehonderd leerlingen voorlo pig geen subsidie te verwachten zou zijn. Toen ontstond de gedachte de bei de scholen te fuseren en een nieuwe school te stichten op het terrein van het huidige Kennemerlyceum. De nieuw te stichten school biedt naar de mening van het bestuur en het curatorium voldoende mogelijk heden tot het invoeren van dif- ferentatie in het onderwijs. Het gevaar van massificatie het Kenne merlyceum telde eind 1958 bijna 700 leerlingen en het Jac. P. Thijsse-ly ceum meer dan 300 kan door bouw wijze van de school (splitsen van de school in kleine eenheden) worden ver minderd. Ten departemente bestond voor de plannen van bestuur en cura toria direct veel belangstelling. Zij pas sen in de ontwikkeling, zoals het minis terie van O.K. en W. zich die voor stelt en zijn in overeenstemming met aanvaarde moderne onderwijskundige inzichten. Voordat de curatoren van het Jacr. P. Thijsse-lyceum het bestuur van de school adviseerden tot fusie over te gaan bespraken zij de plannen ver trouwelijk met het bestuur van de ouder vereniging van het Thijsse-iyceum. Dat was in februari 1958. Pas nadat de eer ste officiële toezegging van volledige medewerking vanwege het departement was gedaan werden de ouders door middel van een convocatie op het hoogte gesteld. Dat was in november 1958. Nadien werden enkele ouderavon den gehouden, waarop een toelichting op de plannen gegeven werd. In fe bruari van dit jaar vergaderde de oudervereniging van het Jac. P. Thijs se-lyceum, waarop enkele vragen wer den gesteld, welke in een schrijven aan de ouders van leerlingen van de beide scholen werden beantwoord. Dat schrij ven, gedateerd in mei van dit jaar, was voorzien van een formulier, waar op inlichtingen, opmerkingen en sug gesties aan het curatorium konden wor den gezonden. Naar de heer Leeflang ons mededeel de hebben de meeste ouders zich met de fusie verzoend. Er is een kleine groep, die voornamelijk onder leiding van dr. Van Rappard tegen de voor gestelde fusie blijft ageren. ze vraag," aldus drs. van Meir, die nogal wat bedenkingen bleek te heb ben tegen de activiteit van dr. Van Rappard, „is niet te beantwoorden." „Daar is de vraag te simpel voor ge steld." De vraag zou ongeveer gelijk luidend moeten zijn aan de vraag, die gesteld werd bij de stichting van het Kennemerlyceum (toen een van de eerste lycea in ons land), namelijk: „Durft u het aan iets nieuws te be ginnen?". Als drs. van Meir deze vraag aan zijn docenten zou moeten stellen zou hij voor het antwoord niet bevreesd zijn, zo deelde hij mede. Tenslotte hebben wij ons gewend tot de voorzitter van de oudervereniging van het Jac. P. Thijsse-lyceum, de heer H. D. Vooren te Heemstede. Hij vertelde ons, dat de oudervereniging ongeveer honderd en vijftig leden telt. Toen hij hoorde, dat dr. Van Rappard een communiqué had uitgegeven zei hij, dat hij van diens voornemen op de hoogte was. De inhoud ervan kende hij ""niet. De zes andere bestuursleden wisten helemaal nergens van. Het be stuur van de oudervereniging, zo kre gen wjj te horen, beschikt niet over cij fers en percentages van vóór- en te genstanders. „Wij hebben niets zwart op wit". Tenslotte zei hij, dat de ver klaring van dr. Van Rappard be schouwd moet worden als diens persoon lijke mening. miiiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiiiHHiHiiuiiHmitmiHHHiiimmiiHhi Naar wij vernemen is dr. C. van Rappard als vice-voorzitter van de oudervereniging van het Jac. P. Thijsselyceum afgetreden. Dat be sluit zou hij gisteravond genomen hebben tijdens een vergadering van het bestuur van de vereniging. De meeste leden van dat bestuur zou den het eigenmachtig optreden van de heer Van Rappard al te voorbarig hebben gevonden. Men zou van me ning zijn geweest dat het inlichten van de pers niet nodig was, omdat zich rond de kwestie van de fusie geen nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan. it CINEMA PALACE: Vrouwengevangenis, jaar; 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Do.: Napoleon, soldaat, keizer en minnaaz, 14 jaar: 8 uur. FRANS HALS: Drie Franse Katjes, ontr. LIDO: Liefde is mijn beroep: ontr. LUXOR: Opstandig Afrika, 14 jaar. Ma. t.m. do. 2 en 8 uur. Do.-cyclus: Demetrius en de gladiatoren, 18 jaar. REMBRANDT: Das Dreimaderlhaus, a. L; 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. ROXY: T.m. do.: Luitenant Brownvo gelvrij, 18 jaar; 2.30, 7, 9.15 uur. STUDIO: Het dal van de vrede, 14 jaar; 2.15. 7. 9.15 uur. MINERVA: Ma. 8.15 uur: Als de dauw hangt komt er regen, str. volw. Wo. en do. 8.15 uur: Nachten zonder lief de. Woensdag 27 mei Stadsschouwburg, 8 uur: Haagsche Co- Lesley medie: Brullen als een duif, van Storm. Regie: Cees Laseur. Donderdag 28 mei Stadsschouwburg, 8 uur: R.-k. Toneelver. „Sint-Genesius" met: Gieren op 't veilig nest. Woensdag 27 mei Openluchttheater Bloemendaal, 3 en 8 uur: Folkloristische Spaanse dansgroep „Coros y Danzas". Woensdag 27 mei Concertgebouw, 19.30 uur: Tuinzaal, Haar lems Muziekinstituut, leerlingenuitvoering. Donderdag 28 mei Grote Kerk, 34 uur: Orgelbespeling door Albert de Klerk. Drs. E, van Meir, rector van hel Kennemerlyceum, hebben wjj ge vraagd wat er waar is van de be wering, dat twee-derde van het docen tenkorps van zijn school tegen de voorgestelde fusie zou zijn. Hij zei, dat hij die schatting onmogelijk waar kon maken. Ook hij had een schrij ven van dr. Van Rappard gekregen, waarin alleen de vraag „Bent u vóór of tegen de fusie?" werd gesteld. „De- Anaconda Copper Bethlehem Steel Chrysler Corp Genera) Electric Genera] Motors Kennecott Copper K.L.M Montgomery Ward Radio Corp Republic Stee) RoyaJ Dutch shell Union Olj Southern Pacific Southern Railway Stand Oil Ny tidewater U.S Ste«I 25/5 26/5 66% 66% 51% 52 68% 80',i 68% 79% 50% 50% 114% 113% 34% 34% 47% 47% 64'4 643% 74% 75 44 43% 88'4 87 69% 69% 56% 51',4 55% 51% 26% 26 96% 99% Woensdag 27 mei Gemeenteraad Haarlem, 2 uur. Frans Halsmuseum. 7.30 uur: Vereni ging Haerlem, ledenvergadering en lezing H. P. Baard. Christelijk Lyceum: Wedstrijden om het persoonlijk schaakkampioenschap van Haarlem. Brinkman, Houtplein: „Humanitas": cau serie M. J. Goedée: Deltawerken. Zandvoort, parochiehuis, 8.15 uur Comité geestelijke wederopbouw: Forumavond door pater S. Jelsma M.S.C. Donderdag 28 mei Concertgebouw, 10.30 uur: Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Sint-Bavogebouw, SmedestraatLezing Drs Jansma over: Rechtvaardigheid en Liefde; diploma-uitreiking ontwikkelings cursus K.A.B. BEVALLEN van een zoon: J. Storm- van den Brink, M. M. W. Schilders- Geels, W. N. Uiterwijk-van den Berg, G. W. Koster-de Kruif, J. Fonville- Rosenhart, S. B. J. van 't Zand-Bos; van een dochter: P. J. Dubelaar-Zethof, H. B. H. Koop-van Kleeff, P. M. Meir- mans-Pouw, A. G. C. van Reijn-Kaijk, J. E. Spronk-Nieuwenhuizen. OVERLEDEN; M. Slagboom-Veldhuij- zen van Zanten, 73 j„ Hazepaterslaan; C. M. W. Denhoorn-Kaatee, 57 j., Greb- berstraat; E. M. Brand, 74 j., Midden laan; A. T. Dunselman, 83 j„ Kort» Wijngaardstraat; C. Mandersloot, 79 j., Gasthuisvest; A. C. van Nes, 65 j., Zuiderstraat. ONDERTROUWD: D. J. L. Bosch en G. C. Bernhard, J. L. Bijl en G. Strijbis. GEHUWD: J. M. Huel en S. Wijnands, J. H. Budding en G. J. Kroon. Advertentie Stemming: onregelmatig

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 5