In Haarlem goede verhouding
tussen overheid en particulier jeugdwerk
wordt terecht nis een
Subsidie van
Haarlem
maakt nog
wel kans
VELE OUDERS ZOUDEN TEGEN DE
VOORGESTELDE PLANNEN ZIJN
Curatorium„Slechts kleine
groep ageert tegen fusie'
en
Overkapping van
tribune zo goed
als klaar
Fusie Kennemer- en Thijsselyceum
Geen bezwaren op
departement
Dr. C. v. Rappard
afgetreden
WOENSDAG 27 MEI 1959
PAGINA 5
Raad voor de Jeugd"
kroon op het werk
Subsidies
Gebrek aan leiders
Jeugdwerk in ruimere zin
Circuit Zandvoort
Bloembollencultuur
GS. vragen minister
schorsing op te heffen
Ook docenten tegen
Voordelen
Structuurplan voor
Haarlemmermeer
Industrialisatie dient
te zijn afgestemd op
plattelandssamenleving
Waarom fusie
Als vice-voorzitter
oudervereniging van
Thijsselyceum
Haarlem e.o.
Films
T oneel
Ballet
Muziek
Diversen
Simpele vraag
Beurs van New
Burgerlijke Stand Haarlem
ANEGANG 46 GROTE HOUTSTR. U6
Van oudsher heeft in Haarlem een goede samenwerking bestaan tussen
de gemeente en de verschillende organisaties die op het gebied van het
jeugdwerk werkzaam zijn. Die goede samenwerking heeft vijf jaar geleden
als het ware haar bekroning gevonden in de oprichting van de Haarlemse
Raad voor de Jeugd, waarin alle soorten van jeugdwerk en alle levens
beschouwelijke groeperingen vertegenwoordigd zijn. Men zit er echter niet
als representant, maar als behartiger van jeugdbelangen. In de vijf jaar
van zijn bestaan is de Haarlemse raad voor de Jeugd uitgegroeid tot een
bekwaam en werkzaam college, dat de ontwikkeling van het jeugdwerk
nauwgezet volgt en die ontwikkeling tevens naar best vermogen stimu
leert. De Raad voor de Jeugd is in het leven geroepen als een adviescollege
voor Burgemeester en Wethouders, maar tegelijkertijd coördineert en sti
muleert hij als zelfstandige instelling het jeugdwerk hier ter stede. In
uiterste instantie kan de Raad voor de Jeugd ook zelf initiatieven ontwik
kelen, maar het is duidelijk dat men dit zoveel mogelijk aan de betrokken
jeugdorganisaties zelf overlaat. Het feit, dat B. en W. een adviescollege in
zake jeugdzaken in het leven hebben geroepen, maakt duidelijk, dat de ge
meentelijke overheid van oordeel is een eigen taak te hebben inzake de
jeugdvorming. Enerzijds is dat een aanvullende taak in die zin, dat de over
heid wil helpen de particuliere instellingen op dit gebied uit te bouwen en
te vervolmaken. Anderzijds zal zij moeten aanvullen, waar het particulier
initiatief in gebreke blijft.
voor de Jeugd, die over een eigen budget
beschikt, doet in dit opzicht ook be
langrijk werk. Men herinnert zich on
getwijfeld de belangwekkende cursus
voor jeugdleiders over staatkundige
vorming. De burgemeester van Haarlem,
verschillende wethouders, de Commis
saris der Koningin en de toenmalige
minister-president hebben onderdelen
van die cursus verzorgd.
Maar terecht verstaat de Haarlemse
gemeentelijke overheid deze aanvullende
taak als een verplichting: tegenover
de jeugd, die belangrijke groep van de
bevolking, die voor een groot deel op
de steun van anderen aangewezen is;
maar ook tegenover de grote groep van
degenen die zich uit eigen beweging
belangeloos inzetten voor de jeugd en
die veelal ook niet zonder steun van de
overheid kunnen werken. Zoals gezegd:
in Haarlem begrijpt de overheid deze
taak. Haar bemoeiing met jeugdzaken
mag in vele gevallen andere gemeenten
ten voorbeeld worden gesteld.
Nu is het bijzonder moeilijk te om
schrijven wat men precies onder jeugd
werk verstaat, De gemeentelijke bro
chure, die onder de titel „Haarlem en
de jeugd" verschijnt, vat de term rui
mer op dan wij geneigd zijn te doen.
Daar immers wordt ook gesproken over
de culturele vorming van lagere en
middelbare schooljeugd. In die geest
doorgaand zou men ook het hele onder
wijs, maar ook bijvoorbeeld het bureau
voor school- en beroepskeuze en de
raad voor de kinderbescherming erbij
kunnen betrekken. Liever beperken wij
ons tot de meer gangbare, engere om
schrijving van het begrip. Daaronder
verstaat men dan doorgaans de drie
grote categorieën; vrije jeugdvorming,
d.w.z. de eigenlijke jeugdorganisaties
die hun leden vormen tot zelf doen;
het speeltuinwerk ,waar de kinderen
meer verzorgd worden en dat tegen
woordig steeds meer overgaat tot een
soort winter-clubwerk, zodat men ook
gedurende de tijd dat de speeltuin ge
sloten moet zijn, de kinderen van de
straat houdt; en tenslotte de categorie
van de sociale jeugdzorg, waar het werk
onder de jeugd niet los te denken valt
Van het algemene maatschappelijke
Werk.
Alle drie deze categorieën worden in
Haarlem door de overheid ruimschoots
gesteund. Op de eerste plaats in de vorm
van rechtstreekse subsidies, vooral in
de salariëringskosten voor de leiders,
maar ook in andere kosten; voorts in
de vorm van het ter beschikking stel
len van zalen, terreinen en andere voor
het jeugdwerk onmisbare zaken. De so
ciale jeugdzorg wordt door rijk en ge
meente gezamenlijk gesubsidieerd, zo
dat 80% van haar kosten gedekt zijn.
De regeling is nog niet helemaal rond,
maar gaandeweg komt er verbetering
in. Maar men zal voorlopig toch nog wel
blijven zitten met de resterende 20%
en waar het hier een jeugdzorg betreft
onder jonge mensen, die zelden zelf in
de kosten kunnen bijdragen, bezorgt deze
regeling de sociale jeugdorganisaties nog
heel wat hoofdbrekens.
Het speeltuinwerk geniet al van ouds
her de bijzondere aandacht van de Haar
lemse overheid. Feitelijk worden alleen
de speelwerktuigen door de verenigingen
zelf betaald. Maar de clubhuizen voor
het winterwerk, de zomeruitstapjes voor
de kinderen en zoveel andere zaken,
die de speeltuinverenigingen langza
merhand zijn gaan opknappen vragen
ook steeds meer geld.
En dan draagt de gemeente ook nog
bij in het cursus- en opleidingswerk
voor jeugdleiders. Als het jeugdwerk
ergens onder gebukt gaat, dan is dat
wel het ontstellend gebrek aan jeugd
leiders. De overheid in Haarlem stelt
gelden en ruimten beschikbaar voor
dit doel en thans is een speciaal kader
vormingscentrum in aanbouw. De Raad
Het spreekt vanzelf, dat de drie
categorieën van jeugdwerk, waarover
wij geschreven hebben, niet steeds
duidelijk van elkaar te onderscheiden
zijn. In de laatste tijd ontwikkelen
zich bij voorbeeld snel de hobbyclubs,
die niet tot de gewone jeugdorganisa
ties gerekend kunnen worden omdat
ze niet algemeen-vormend gericht zijn,
maar evenmin kunnen ze gerekend
Morgen begint in Haarlem het
jaarlijks congres van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten, dat
ditmaal tot thema heeft gekozen: „De
gemeenten en het jeugdwerk". Naar
aanleiding daarvan hebben wjj ge
meend eens te moeten nagaan wat
de gemeente Haarlem doet voor het
Haarlemse jeugdwerk. Juist dezer
dagen vernamen wij, dat de ge
meente een soort inventarisatie heeft
gemaakt van haar bemoeiing met het
plaatselijke jeugdwerk en onder de
titel „Haarlem en de jeugd" een bro
chure heeft samengesteld, die aan
alle deelnemers van het Congres van
de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten zal worden uitgereikt.
worden onder het speeltuinwerk
althans het winterclubwerk ervan
omdat ze verre van verzorgend zijn.
En wat te denken van de talloze
jeugdafdelingen van sportclubs? En
wat van het nieuwe instituut der jon-
gerensociëteiten, die door velen welis
waar met een wantrouwend oog be
keken worden, maar die kennelijk le
vensvatbaarheid hebben en als padde
stoelen uit de grond oprijzen.
Daarnaast bestaat natuurlijk nog het
jeugdwerk in veel ruimere zin, zoals
dat op de scholen wordt gedaan, of in
sportclubs of in andere verenigingen.
Ook daar treedt de gemeente vaak sub
sidiërend op, hetzij met geld, hetzij met
beschikbaar gestelde werkruimten. En
enige jaren geleden is door de raad het
initiatief genomen om in Epe een va
kantiecentrum aan te kopen. Het spreekt
vanzelf, dat het weer vooral de Haar
lemse jeugd is die daarvan profiteert.
Rechtstreeks helpt de gemeente door
vrije speelgelegenheden in te richten
voor de jonge mensen, die anders maar
op straat zouden rondhangen. In zekere
zin is dit de pendant van het speeltuin
werk, maar middels de Raad voor de
Jeugd worden alle eventuele competen
tiekwesties op de meest prettige wijze
geregeld. De gemeente houdt bepaalde
plantsoenen vrij voor kleuters, legt voor
al in nieuwe wijken kleuterspeelhoeken
aan, zorgt voor plantsoengedeelten waar
kinderen kunnen voet- of handballen.
Al met al kan men zeggen, dat de
gemeente Haarlem haar plicht ten aan
zien van het jeugdwerk goed verstaat.
Het is een veelomvattende en veeleisende
plicht. Wellicht zal de overheidsbe
moeiing met het jeugdwerk nog uit
gebreid moeten worden. Daarover zal
het Congres van de Vereniging van Ne
derlandse Gemeenten spreken. Zeker is
in elk geval, dat men in vakkringen
Haarlem graag ten voorbeeld stelt.
Samen met de gemeente Utrecht ligt de
stad aan het Spaarne aan de kop voor
wat betreft een juiste verhouding tussen
overheidszorg en particulier Initiatief
inzake het jeugdwerk.
De overheid heeft de plicht het particuliere jeugdwerk waar mogelijk te steunen.
De gemeentelijke overheid in Haarlem verstaat die plicht goed, hoewel er natuur
lijk nog vele wensen zijn. Zowel bij het georganiseerde jeugdwerk van de
jeugdorganisaties, die hun leden opvoeden tot zelfstandigheid de gidsen,
verkenners en al die andere veelal geüniformeerde jeugdgroepen als bij de
sociale jeugdzorg en het speeltuinwerk, dat er vooral op uit is de jeugd, die
zich in enkele gevallen bijzonder goed weet te vermaken op straat, aan te trekken.
Donderdag 8 december 1955 werd
in de ridderzaal van het Haarlems
stadhuis de Haarlemse Raad voor
de Jeugd geïnstalleerd. De raad
is bedoeld als adviescollege voor
B. en W., maar treedt verder ook
coördinerend en stimulerend op,
terwijl in het uiterste geval zij
ook zelf initiatieven kan nemen. De
Raad voor de Jeugd is een goed
voorbeeld van hechte samenwer
king tussen overheid en particulier
initiatief op het gebied van het
jeugdwerk. Op de foto drukt de
toenmalige wethouder van jeugd
zaken, de heer D. J. A. Geluk, de
voorzitter van de jeugdraad, de
heer W. van Liemt, de hand ter
bezegeling van de installatie.
De overkapping van de tribune op het
Zandvoortse circuit nadert haar vol
tooiing. De laatste van de elf grote
spanten werd maandag gesteld. Specia
listen op dat gebied begonnen daarna
onmiddellijk met het aanbrengen van
de dekplaten. Een gevaarlijk karwei,
waarbij de wind op deze hoogte soms
erg hinderlijk is. Men hoopt niettemin
de tribune zaterdag „dicht" te hebben,
want zondag moet zij gebruikt worden
tijdens de auto-wedstrijden om de Grote
Prijs van Nederland.
In elk geval zal donderdag een deel
van de overkapping gereed zijn. Dan
komen 's middags de congressisten- der
vereniging van Nederlandse gemeenten
naar het circuit. De gasten leveren zelf
het amusement: voor gemeentebestuur
ders zal er dan gelegenheid bestaan om
deel te nemen aan behendigheidsproe-
ven met auto's.
Wij vernemen, dat Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland besloten
hebben de minister van binnenlandse
zaken te verzoeken de schorsing te
doen opheffen van het Haarlemse
raadsbesluit om gedurende veertig
jaar jaarlijks 35.000 ter beschikking
van de Koninklijke Algemene Vereni
ging voor Bloembollencultuur te stel
len. In Haagse kringen nam men van
ochtend aan, dat er wel enige kans op
bestond, dat de minister op dit ver
zoek van G.S. zou ingaan.
Intussen hebben G.S. van Zuid-
Holland nog geen beslissing geno
men inzake het Hillegomse raadsbe
sluit om f 100.000 te voteren voor de
aankoop van een stuk grond, gren
zend aan Treslong, welk stuk daar
na niet aan de Koninklijke Alge
mene Vereniging voor Bloembollen
cultuur geschonken zal worden. Ver
moedelijk zal dit college in zijn ver
gadering van komende maandag
hierover een beslissing nemen.
Naar aanleiding van de plannen om het Kennemerlyceum en het Jac. P.
Thijsselyceum te Bloemendaal te fuseren tot één grote school voor
V.H.M.O. heeft de vice-voorzitter van de oudervereniging van het Jac. P.
Thijsselyceum, dr. C. C. ridder van Rappard te Haarlem een communiqué
uitgegeven, waarin fel stelling genomen wordt tegen de voorgestelde plan
nen. Daarin wordt gesteld, dat de ouders van de leerlingen van beide scho
len de fusie afwijzen. De ouders van de leerlingen, die het lyceum in Els-
wout bezoeken, verlangen het behoud van het Thijsselyceum als kleine
school, waar het onderwijs uitsluitend gericht is op de individuele leerling.
Deze vorm van onderwijs wordt door de ouders van leerlingen van het Ken
nemerlyceum, aldus het communiqué van dr. Van Rappard, niet voorge
staan. Verder heet het, dat de ouders het principieel onjuist vinden dat zij
eerst kennis kregen van de fusie, nadat een besluit daartoe reeds genomen
was.
Het bestuur (gemeenschappelijk voor
beide scholen, evenals het curatorium)
heeft moreel het recht niet, zo ver
volgt dr. van Rappard in zijn schrij
ven, de kinderen aan een experiment
te wagen, waarvan de mislukking naar
zijn mening bij voorbaat vaststaat. Een
dergelijk experiment, hoe aantrekkelijk
ook voor het bestuur en het curatorium,
mag alleen ondernomen worden met
kinderen, wier ouders daarvoor toe
stemming hebben gegeven. Hij hekelt
de naam van de nieuwe school: Ken-
nemer School Gemeenschap. „Van een
werkelijke schoolgemeenschap is bij
zo'n groot aantal leerlingen geen spra
ke," zo luidt het commentaar ongeveer.
Van differentiatie naar aanleg, tempo
en vrijere vakkenkeuze komt evenmin
iets terecht, zolang het onderwijs ge
bonden is aan starre eindexamen-eisen.
In het communiqué wordt het be
treurd, dat de leden van het bestuur
en het curatorium als ondeskundig in
onderwijszaken moeten worden be
schouwd. In het vroegere curatorium
voor het Jac. P. Thijsse-lyceum had
slechts één onderwijsdeskundige zit
ting, in het huidige, gemeenschappe
lijke curatorium, dat uit dertien leden
bestaat, „uitsluitend voorstanders van
de fusie", zitten slechts twee deskundi
gen.
Verder wordt gezegd, dat ook een
grote meerderheid van de docenten te
gen de voorgestelde fusie gekant is.
In een mondelinge toelichting op het
communiqué vertelde dr. van Rappard,
dat hij tezamen met een aantal artsen
een enquête onder de Ieraren van de
beide scholen had ingesteld. Het resul
taat van dat onderzoek zou zijn ge
weest, dat ongeveer twee-derde van de
docenten van het Kennemerlyceum ver
klaard zou hebben tegen de fusie te
zijn. Van het Jac. P. Thijsse-lyceum
kon hij geen concrete cijfers geven, om
dat men hem daar had laten weten,
dat men zijn optreden op zijn zachtst
gezegd „schandalig" vond.
De vrees van de ouders, dat bij een
mislukking van het experiment slechts
een „superonderwjjs-fabriek" is opge
richt, waaraan het huidige Jac. P. Thijs
se-lyceum is opgeofferd, wordt met
ongegrond genoemd. In februari van
dit jaar hebben ouders hun bezwaren
bij het bestuur en curatorium kenbaar
gemaakt en erop gewezen, dat duide
lijke lijnen op korte termijn noodzake
lijk zijn in het bijzonder voor die
ouders, die hun kinderen in september
van dit jaar naar het Jac. P .Thijsse
lyceum zullen sturen. „Deze ouders",
zo vervolgt het communiqué letterlijk,
„dienen goed te beseffen, dat er een
volledige koerswijziging op stapel staat
en dat hun kinderen eens deel gaan
uitmaken van een school van 1000 tot
1500 leerlingen, terwijl tot nu toe niet
voldoende waarborgen konden worden
gegeven, welke aannemelijk maken,
dat het experiment zal slagen."
In het communiqué worden vervolgens
de voordelen opgesomd van het Jac.
P. Thijsse-lyceum, dat in het onderwijs
te Haarlem en omgeving een bijzonde
re plaats inneemt en in een behoefte
voorziet. Het was tot 1955 (in dat jaar
werd, „montessori" zonder voorkennis
van en ondanks protesten van de ouders
uit het programma van de school ge
schrapt) de enige school voor VHMO
met progressief onderwijs, gericht op
de speciale aandacht voor de individu
ele leerling. Na 1955 ontstond er een
lacune, omdat de logische aansluiting
voor leerlingen van het individueel ge
richt lager onderwijs ontbrak.
Toch behield de school enkele voor
delen boven andere middelbare scho
len: het karakter van de kleine school
In de raadsvergadering van donder
dagmiddag 4 juni zal de gemeenteraad
van Haarlemmermeer zich uit kunnen
spreken over de conclusies van het
structuurplan voor de gemeente en het
in verband daarmede in de toekomst te
voeren beleid.
Het structuurplan beveelt het bevor
deren aan van de concentratie der be
volking en het handhaven en zo nodig
scheppen van een geografische schei
ding tussen gebieden waarvan het func-
tionale verband de gemeentegrenzen
duidelijk overschrijdt en gebieden
waarvan dat slechts in geringe mate het
geval is. Voorts concludeert het tot be
vordering van de ontwikkeling van de
tuinbouw in Aalsmeerderbuurt-zuid)
(bloementeelt) en Bennebroekerbuurt-
Cruquius (bloembollenteelt).
Een op de plattelandssamenleving
afgestemde industrialisatie zou vol
gens het plan bevorderd moeten wor
den. Beperkte vestiging van forensen
in Zwanenburg en Badhoevedorp als
mede vestiging van Schiphol-personeel
in de genoemde plaatsen en Hoofd
dorp moest worden toegelaten. In
Aalsmeerderbuurt-zuid en Buiten
kaag wil men het vreemdelingenver
keer bevorderen.
Voorts beveelt het plan aan het tref
fen van maatregelen ter opheffing van
het kwantitatieve woningtekort en van
voorzieningen in de te verwachten uit
breiding van de woningbehoefte, ver
vanging van drie tot vier percent der
zeer oude één- en tweekamerwoningen
per jaar en de ontsplitsing der duplex-
woningen binnen tien jaar.
bleef gehandhaafd en een aantal do
centen, die het individuele onderwijs
waren toegedaan bleven hun speciale
aandacht aan de leerlingen wijden.
Bij een fusie vervallen ook deze voor
delen. Ouders, rectoren en directeu
ren van grote scholen, artsen en psy
chiaters zien, aldus dr. Van Rappard,
een eventueel verdwijnen van het Jac.
P. Thijsse-lyceum met grote zorg
tegemoet; want waarheen zullen zi
dan de kinderen met leermoeilijkhe
den verwijzen, wanneer het Jac. P.
Thijsse-lyceum er niet meer is? Ook
die kinderen moeten geholpen wor
den en daarin slaagde men tot heden
veelal goed. Dat is een positief voor
deel, waarvan het verlies niet mag
worden geriskeerd.
Naar het oordeel van verschillende
burgemeesters van omliggende gemeen
ten hoort er geografisch gezien in Els
tvout of daaromtrent een school voor
VHMO te zijn voor leerlingen uit Aer-
denhout, Overveen, Bentveld. Zand-
voort, Heemstede en Haarlem-Zuidwest.
„Er ontstaat een gat als het Jac. P.
Thijsse-lyceum uit Elswout verdwijnt'
Het zou ongeloofwaardig zijn als bij het
huidige tekort aan scholen een gebouw
zou worden prijsgegeven, dat geschikt
gemaakt is voor het geven van onder
wijs in de ruimste zin. De gemeente
Bloemendaal heeft er geen enkel be
zwaar tegen, dat het lyceum in Elswout
gevestigd blijft. (De burgemeester van
Bloemendaal, zo zullen onze lezers zich
herinneren, heeft in de laatste raadS'
vergadering deze opmerking nog eens
duidelijk gelanceerd Red.) Dat er
geen uitbreidingsmogelijkheden zijn mo
ge als voordelig worden beschouwd
voor het progressief onderwijs. Een fu
sie van de heide scholen zou de liqui
datie van het eigene karakter van het
Jac. P. Thijsse-lyceum tot gevolg heb
ben, aldus dr. van Rappard.
Wij hebben ons naar aanleiding van
deze verklaring gewend tot de presi
dent van het huidige curatorium, ir.
K. W. H. Leeflang, die ons in kort
bestek de argumenten en redenen heeft
opgesomd, die uiteindelijk geleid heb
ben tot het besluit om de beide scholen
te luseren. Het huidige Kennemerly
ceum is te klein en moet worden uit
gebreid. AI enige jaren liggen hiervoor
plannen gereed, maar tot nog toe wer
den subsidies door het departement
geweigerd. Ook het Thijsse-lyceum is te
klein en als gevolg van ernstige gebre
ken volkomen ongeschikt voor modern
onderwijs. Een poging om ergens an
ders in Bloemendaal een nieuwe school
te stichten bleef vruchteloos en werd
vooral verijdeld door de zeer positieve
mededeling van het departement, dat
voor de bouw van een school voor on
geveer driehonderd leerlingen voorlo
pig geen subsidie te verwachten zou
zijn. Toen ontstond de gedachte de bei
de scholen te fuseren en een nieuwe
school te stichten op het terrein van
het huidige Kennemerlyceum.
De nieuw te stichten school biedt
naar de mening van het bestuur en
het curatorium voldoende mogelijk
heden tot het invoeren van dif-
ferentatie in het onderwijs. Het
gevaar van massificatie het Kenne
merlyceum telde eind 1958 bijna 700
leerlingen en het Jac. P. Thijsse-ly
ceum meer dan 300 kan door bouw
wijze van de school (splitsen van de
school in kleine eenheden) worden ver
minderd. Ten departemente bestond
voor de plannen van bestuur en cura
toria direct veel belangstelling. Zij pas
sen in de ontwikkeling, zoals het minis
terie van O.K. en W. zich die voor
stelt en zijn in overeenstemming met
aanvaarde moderne onderwijskundige
inzichten. Voordat de curatoren van
het Jacr. P. Thijsse-lyceum het bestuur
van de school adviseerden tot fusie over
te gaan bespraken zij de plannen ver
trouwelijk met het bestuur van de ouder
vereniging van het Thijsse-iyceum. Dat
was in februari 1958. Pas nadat de eer
ste officiële toezegging van volledige
medewerking vanwege het departement
was gedaan werden de ouders door
middel van een convocatie op het
hoogte gesteld. Dat was in november
1958. Nadien werden enkele ouderavon
den gehouden, waarop een toelichting
op de plannen gegeven werd. In fe
bruari van dit jaar vergaderde de
oudervereniging van het Jac. P. Thijs
se-lyceum, waarop enkele vragen wer
den gesteld, welke in een schrijven aan
de ouders van leerlingen van de beide
scholen werden beantwoord. Dat schrij
ven, gedateerd in mei van dit jaar,
was voorzien van een formulier, waar
op inlichtingen, opmerkingen en sug
gesties aan het curatorium konden wor
den gezonden.
Naar de heer Leeflang ons mededeel
de hebben de meeste ouders zich met
de fusie verzoend. Er is een kleine
groep, die voornamelijk onder leiding
van dr. Van Rappard tegen de voor
gestelde fusie blijft ageren.
ze vraag," aldus drs. van Meir, die
nogal wat bedenkingen bleek te heb
ben tegen de activiteit van dr. Van
Rappard, „is niet te beantwoorden."
„Daar is de vraag te simpel voor ge
steld." De vraag zou ongeveer gelijk
luidend moeten zijn aan de vraag, die
gesteld werd bij de stichting van het
Kennemerlyceum (toen een van de
eerste lycea in ons land), namelijk:
„Durft u het aan iets nieuws te be
ginnen?". Als drs. van Meir deze
vraag aan zijn docenten zou moeten
stellen zou hij voor het antwoord niet
bevreesd zijn, zo deelde hij mede.
Tenslotte hebben wij ons gewend tot
de voorzitter van de oudervereniging
van het Jac. P. Thijsse-lyceum, de
heer H. D. Vooren te Heemstede. Hij
vertelde ons, dat de oudervereniging
ongeveer honderd en vijftig leden telt.
Toen hij hoorde, dat dr. Van Rappard
een communiqué had uitgegeven zei
hij, dat hij van diens voornemen op de
hoogte was. De inhoud ervan kende
hij ""niet. De zes andere bestuursleden
wisten helemaal nergens van. Het be
stuur van de oudervereniging, zo kre
gen wjj te horen, beschikt niet over cij
fers en percentages van vóór- en te
genstanders. „Wij hebben niets zwart
op wit". Tenslotte zei hij, dat de ver
klaring van dr. Van Rappard be
schouwd moet worden als diens persoon
lijke mening.
miiiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiiiHHiHiiuiiHmitmiHHHiiimmiiHhi
Naar wij vernemen is dr. C. van
Rappard als vice-voorzitter van de
oudervereniging van het Jac. P.
Thijsselyceum afgetreden. Dat be
sluit zou hij gisteravond genomen
hebben tijdens een vergadering van
het bestuur van de vereniging. De
meeste leden van dat bestuur zou
den het eigenmachtig optreden van
de heer Van Rappard al te voorbarig
hebben gevonden. Men zou van me
ning zijn geweest dat het inlichten
van de pers niet nodig was, omdat
zich rond de kwestie van de fusie
geen nieuwe ontwikkelingen hebben
voorgedaan.
it
CINEMA PALACE: Vrouwengevangenis,
jaar; 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Do.: Napoleon, soldaat, keizer en minnaaz,
14 jaar: 8 uur.
FRANS HALS: Drie Franse Katjes, ontr.
LIDO: Liefde is mijn beroep: ontr.
LUXOR: Opstandig Afrika, 14 jaar.
Ma. t.m. do. 2 en 8 uur.
Do.-cyclus: Demetrius en de gladiatoren,
18 jaar.
REMBRANDT: Das Dreimaderlhaus, a. L;
2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
ROXY: T.m. do.: Luitenant Brownvo
gelvrij, 18 jaar; 2.30, 7, 9.15 uur.
STUDIO: Het dal van de vrede, 14 jaar;
2.15. 7. 9.15 uur.
MINERVA: Ma. 8.15 uur: Als de dauw hangt
komt er regen, str. volw.
Wo. en do. 8.15 uur: Nachten zonder lief
de.
Woensdag 27 mei
Stadsschouwburg, 8 uur: Haagsche
Co-
Lesley
medie: Brullen als een duif, van
Storm. Regie: Cees Laseur.
Donderdag 28 mei
Stadsschouwburg, 8 uur: R.-k. Toneelver.
„Sint-Genesius" met: Gieren op 't veilig
nest.
Woensdag 27 mei
Openluchttheater Bloemendaal, 3 en 8 uur:
Folkloristische Spaanse dansgroep „Coros y
Danzas".
Woensdag 27 mei
Concertgebouw, 19.30 uur: Tuinzaal, Haar
lems Muziekinstituut, leerlingenuitvoering.
Donderdag 28 mei
Grote Kerk, 34 uur: Orgelbespeling
door Albert de Klerk.
Drs. E, van Meir, rector van hel
Kennemerlyceum, hebben wjj ge
vraagd wat er waar is van de be
wering, dat twee-derde van het docen
tenkorps van zijn school tegen de
voorgestelde fusie zou zijn. Hij zei,
dat hij die schatting onmogelijk waar
kon maken. Ook hij had een schrij
ven van dr. Van Rappard gekregen,
waarin alleen de vraag „Bent u vóór
of tegen de fusie?" werd gesteld. „De-
Anaconda Copper
Bethlehem Steel
Chrysler Corp
Genera) Electric
Genera] Motors
Kennecott Copper
K.L.M
Montgomery Ward
Radio Corp
Republic Stee)
RoyaJ Dutch
shell Union Olj
Southern Pacific
Southern Railway
Stand Oil Ny
tidewater
U.S Ste«I
25/5
26/5
66%
66%
51%
52
68%
80',i
68%
79%
50%
50%
114%
113%
34%
34%
47%
47%
64'4
643%
74%
75
44
43%
88'4
87
69%
69%
56%
51',4
55%
51%
26%
26
96%
99%
Woensdag 27 mei
Gemeenteraad Haarlem, 2 uur.
Frans Halsmuseum. 7.30 uur: Vereni
ging Haerlem, ledenvergadering en lezing
H. P. Baard.
Christelijk Lyceum: Wedstrijden om het
persoonlijk schaakkampioenschap van
Haarlem.
Brinkman, Houtplein: „Humanitas": cau
serie M. J. Goedée: Deltawerken.
Zandvoort, parochiehuis, 8.15 uur Comité
geestelijke wederopbouw: Forumavond door
pater S. Jelsma M.S.C.
Donderdag 28 mei
Concertgebouw, 10.30 uur: Vereniging
van Nederlandse Gemeenten.
Sint-Bavogebouw, SmedestraatLezing
Drs Jansma over: Rechtvaardigheid en
Liefde; diploma-uitreiking ontwikkelings
cursus K.A.B.
BEVALLEN van een zoon: J. Storm-
van den Brink, M. M. W. Schilders-
Geels, W. N. Uiterwijk-van den Berg,
G. W. Koster-de Kruif, J. Fonville-
Rosenhart, S. B. J. van 't Zand-Bos;
van een dochter: P. J. Dubelaar-Zethof,
H. B. H. Koop-van Kleeff, P. M. Meir-
mans-Pouw, A. G. C. van Reijn-Kaijk,
J. E. Spronk-Nieuwenhuizen.
OVERLEDEN; M. Slagboom-Veldhuij-
zen van Zanten, 73 j„ Hazepaterslaan;
C. M. W. Denhoorn-Kaatee, 57 j., Greb-
berstraat; E. M. Brand, 74 j., Midden
laan; A. T. Dunselman, 83 j„ Kort»
Wijngaardstraat; C. Mandersloot, 79 j.,
Gasthuisvest; A. C. van Nes, 65 j.,
Zuiderstraat.
ONDERTROUWD: D. J. L. Bosch en
G. C. Bernhard, J. L. Bijl en G. Strijbis.
GEHUWD: J. M. Huel en S. Wijnands,
J. H. Budding en G. J. Kroon.
Advertentie
Stemming: onregelmatig