Groote Houtstraat is Haarlems hoofdstraat Patriciërshuizen maakten aats voor winkels ph Verblindende tocht langs akkers en weidevelden van Haarlemmermeer DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL uxaflex REEDS EEUWEN LANG als gevolg van malaise - Mr. X gaat op pad Telefoon slecht te verstaan BURGEMEESTER HAD DE ZON UITGESTOKEN De Meer heeft karakter, meer dan IJsselmeerpolders ooit zullen kwgsn Nog altijd geen monument voor Dik Trom J éne/* WEL EN WEE VAN HISTORIE VIELEN HAAR TEN DEEL In Groote Houtstraat In de bollenstreek MYSTERIE ROND ONDERGANG VAN BELGISCH SCHIP Na een maancl in IJmuiden gezonken Gouden bruidspaar HeesterbeekOlof ZATERDAG 6 JUNI 1959 PAGINA 3 HH Verloop „Dobbelsteentjes" Asfalt Mg Veertig jaar bij G.E.B. Kruisspin __======s= v -V £OOMS| De Ideale zonwering Fa. 7. P. SENFT ZN. WASSERI4 DUYN De Groote Houtstraat is zo oud als de stad, waarvan ze de hoofd- en winkelstraat is. Eigenlijk nog veel ouder, althans als verkeersverbin ding. Haarlem dankt zijn bestaan namelijk mede aan de oude, vermoe delijk reeds in de Romeinse tijd be staande heirbaan langs de binnen rand van de Hollandse duinen, die ongeveer hetzelfde beloop had als de oude rijksweg tussen Leiden en Alk maar. De tegenwoordige Groote Houtstraat moet van die weg lang voordat er zelfs maar sprake was van een nederzetting ter plaatse van de tegenwoordige stad aan het Spaarne deel uit hebben gemaakt. Als noord-zuidverbinding is de Groo te Houtstraat ook nu nog van be lang, omdat ze in de merkwaardige Haarlemse binnenstad eigenlijk geen parallelstraten heeft. Zo lang Haar lem bestaat, is de Groote Houtstraat de kwalificatie „Groote" wijst daar al op de belangrijkste straat van de stad geweest. Een straat bovendien die zichzelf steeds wist te vernieu wen en zich aan de eisen des tijds wist aan te passen, die zodoende steeds mooier gevonden wordt, naarmate ze veroudert. Van de middeleeuwse, voor die tijd stellig statige bebouwing van de Groote Houtstraat is zo goed als niets meer over. Voorbeelden van de stijl van later eeuwen zijn er eveneens zeldzaam. De Groote Houtstraat is als zichzelf respecterende winkelstraat strikt eigentijds. Voortdurend wordt er verbouwd aan winkels en puien. Dat is lang niet het enige, wat in de loop der tijden anders geworden is in Haarlems hoofdstraat. Bestrating, verlichting, functie en verkeersmiddelen zijn voortdurend aangepast. De statige patriciërshuizen van vroeger eeuwen veranderden in winkels. Kin derhoofdjes maakten plaats voor langverbeid asfalt. De paardentram een ongehoorde nieuwigheid in de tweede helft van de vorige eeuw reed uiteraard eerst uitsluitend door de Groote Houtstraat. Maar de paarden tram moest het veld ruimen voor iets veel snellers: de elektrische tram. En menigeen zal zich nog wel de Haarlemse verwondering kunnen herin neren toen er, nu een tiental jaren geleden, voor het eerst geen tramrails meer waren in de Groote Houtstraat, die daardoor plotseling zo breed leek. Wie nu als voetganger zo tegen vijf uur 's middags de typisch Haarlemse sensatie beleeft van het oversteken van de Groote Houtstraat bij het Ver- wuift (voetgangers-verkeerslichten zijn hier „te duur") heeft moeite zich voor te stellen, dat het nauwelijks tien jaar geleden is, dat er een stop- en parkeerverbod kwam voor de Groote Houtstraat. Een halve eeuw geleden, toen de thans gouden Groote Houtstraat-vereniging werd opgericht, was het nog gewoon, dat een kostelijke équipage van een Bloemendaalse of Heem- steedse „buitenplaats" urenlang stil stond voor een even kostelijke mode zaak, waar mevrouw op haar gemak hoeden, schoenen, costumes, boa's of ander duurs paste. Haarlems hoofdstraat is de Groote Houtstraat de eeuwen door ge weest. Een typische winkelstraat is ze echter pas in de vorige eeuw geworden. De winkels kwamen merkwaardigerwijs pas in de Groote Houtstraat tijdens de periode van malaise in de Haarlemse historie, omstreeks het begin van de 19e eeuw. Daarvoor waren er vrijwel uitsluitend voorname patriciërshuizen, waar de Haarlemse regenten overwin terden. 's Zomers woonden de heren veelal op hun „buiten". Een vijftig jaar geleden waren er nog verschillende „toehuizen" in de straat, die echter stuk voor stuk verzakelijkt zijn, waaruit de „standing" als winkelstraat van de Groote Houtstraat blijkt. Dat er juist tijdens een „slappe tijd" de eerste winkels in de Groote Hout straat kwamen, laat zich denken, om dat het wonen in die voorname straat toen voor velen te duur werd. Blijkens oude adresboeken was er een eeuw ge leden al in de Groote Houtstraat van alles te koop, zij het, dat er toen ook verschillende niet onbelangrijke winkels in andere straten gevestigd waren. De Kleine Houtstraat en Lange Veerstraat waren bijvoorbeeld, zoals bekend, nog tot voor een jaar of dertig belangrijke winkelstraten. Er is opvallend veel verloop in de Groote Houtstraat-winkels. Van de za ken, die een twintigtal jaren geleden algemeen bekend waren, zijn er thans nauwelijks de helft nog gaande. Dat zal niet alleen een gevolg zijn van de winstgevendheid van het zaken doen in de voornaamste winkelstraat, maar veelal ook van de hogere kosten, de waarde van de panden en de speciale eis steeds up to date te blijven. De winkels kwamen en gingen, maar toch zijn er wel, die een eeuw of nog ouder zijn. Bij ons weten spant wat dat betreft wel de kroon de tabakszaak van Jan van der Pigge, die 1 mei 1800 ge opend werd, zij het in een pand tegen over de tegenwoordige winkel. Om streeks 1930 ging het Van der Pigge- stamhuis echter op in het toen verrezen V. D.-complex. Andere oude zaken in de Groote Houtstraat zijn bijvoor beeld die van Voet (juwelier), Feder- mann (opticiën), De Jong (huishoude lijke artikelen) en Kort (textiel, ont staan in de Lange Veerstraat!).' Het gebouw van de sociëteit „Trou moet blijcken" is thans het enige oude patriciërshuis in de Groote Houtstraat, dat in al zijn oude glorie behouden bleef. Voor een vijftig jaar waren er nog vrij veel van dergelijke statige met soms indrukwekkende Barok- of Roccoco-ge- vels versierde herenhuizen, voorzien van blauwe stoepen met smeed-ijzeren hekken. Het verkeer eiste die stoepen en hekken op om ze in eendere trot toirs te veranderen. Gelukkig, dat het bordes van „Trou" nog altijd uitpuilt. De socië teit heeft trouwens vroeger al eens haar bijdrage geleverd aan een ver- keersverbetering in Haarlems voor naamste straat. „Trou moet blij cken" was tot voor een jaar of veer tig gevestigd in het wonderlijk-lelijke gebouw op de hoek van de Groote Houtstraat met de Groote Markt en de Spekstraat. Dat bouwwerk liet de sociëteit omstreeks de zeventiger jaren van de vorige eeuw verrijzen, dieer tevoren ook al huisde. Maar toen heette de uitmonding van de Groote Houtstraat op de Groote Markt het „gat van de Houtstraat". Tussen Anegang en Spekstraat werd de Groote Houtstraat wonderlijk breed om daarna even vreemd snel te eindigen. De Grote Houtstraat gevel van het voor „Trou" opgetrok ken, door een Italiaanse architect (die nimmer in Haarlem geweest Zo zag de Groote Houtstraat in de buurt van het Proveniershuis er uit in de 17e en 18e eeuw. Op de achtergrond in het midden de Groote Houtpoort, die in 1824 ge sloopt werd. Rechts het Prove niershuis en in het midden op de voorgrond de oude stadspomp De Groote Houtstraat bij het Ver- wuift, voordat daar omstreeks 1930 de warenhuis-kolos gebouwd werd, die het stadsbeeld volkomen veranderde. moet zjjn) ontworpen bouwwerk werd vijf meter verschoven in de richting van de Vleeshal, waardoor de straat aanmerkelijk verbreed werd, zodat er toen niet langer van een „gat" gesproken kon worden. Een andere aanmerkelijke verande ring van het Groote Houtstraat-aspect kreeg in het begin van de dertiger ja ren van deze eeuw haar beslag. Bij het Verwulft verrees toen, wat men een „Haarlemse wolkenkrabber" zou kun nen noemen. De Paardensteeg, een evenwijdig aan het Verwulft lopend straatje met enkele winkels, verdween toen, om voor het warenhuis plaats te maken. Bovendien verdwenen in die tijd de „Dobbelsteentjes", twee kleine, classicistische gebouwtjes, die de Groo te Houtbrug flankeerden. Ze waren in 1824, toen de Groote Houtpoort gesloopt werd (als zijnde „uit de tijd") verrezen ten behoeve van de kommiezen der stedelijke accijzen. Hoewel de „Dobbelsteentjes" geen cul tuur-historische waarde hadden, ging hun verdwijning toch menigeen ter harte. Er was althans nogal wat actie, ze te behouden, maar dat ging echt niet. Zoals thans het Hofje van Bere- steijn opgeofferd moet worden aan een eigentijdse zuidwand van het Stations- plein-nieuwe-stijl moesten ook de „Dob belsteentjes" verdwijnen. Er kwam een monumentale brug voor in de plaats. De oude was aanzienlijk smaller. Aan het ijveren van de Groote Hout straat-vereniging is het te danken, dat de straat als één der eerste in de stad geasfalteerd werd. In 1910 richtte de toen pas opgerichte vereniging al een desbetreffend ver zoek tot het gemeentebestuur, dat de heren aanvankelijk met een kluitje in het riet wilde sturen. Zoiets kan men de Groote Houtstraatvereniging niet makkelijk leveren. „De aanhou der wint", meende het bestuur en ja hoor: in 1924 kwam het asfalt er (eindelijk). De Groote Houtstraat heeft al het wel en wee van Haarlems boeiende his torie meebeleeft. De katastrofale stads branden in de middeleeuwen, die om dat de huizen bijna allemaal van hout waren, soms bijna de hele stad in de as legden. Dat gebeurde in 1328, in 1341 en in 1351. ïn de vijftiende eeuw kwamen er dank zij maatregelen van het stadsbestuur, geen ernstige branden meer voor. De brand van 23 oktober 1576 was de laatste ernstige calamiteit van dien aard. Alleen al in de Groote Houtstraat werden zevenen zestig huizen in de as gelegd. Er werd voor vier ton (een voor die tijd zeker aanzienlijk bedrag) schade aangericht. De ramp werd geweten aan onvoor zichtigheid van dronken soldaten. In 1560 had de Groote Houtstraat een heel wat opwekkender gebeurtenis be leefd: de „blijde incomste" van de eerste (als gevolg van het Concilie van Trente) bisschop van Haarlem, Nico- laus van Nieuwland. Triest en driest was de entrée, ook door de Groote Houtstraat, van de Spaanse troepen on der commando van Don Frederik van Toledo na de val van Haarlem in 1573. Moordend en rovend gingen de Span jolen rond. En uiteraard moesten juist de rijkste in de Groote Houtstraat dus wonende burgers het ontgelden. Een feestelijk gebeuren daarentegen was de plechtige intocht van honder den rederijkers, uit alle delen der Ne derlanden, tijdens het Landjuweel in 1608, dat aangericht was ten bate van de bouw van een stedelijk oudemannen huis, het gebouw, waarin thans het Frans Halsmuseum is gevestigd. In die tijd ging het de Haarlemmers, en voor al de bewoners van de Groote Hout straat, al naar den vleze. M, Bij gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de „Groote Houtstraat Vereniging", welke gebeurtenis donder dag 25 juni wordt gevierd, heeft de vereniging een drietal acties op touw gezet onder de motto „De Groote Hout straat winkeliers verwennen het Haar lemse publiek" welke begon met de „Kijk U Rijk-actie". In de periode van 15 t.m. 27 juni zal de grote onbeken de, de geheimzinnige mr. X, kris-kras in Haarlem opduiken, niet slechts in de binnenstad, maar speciaal ook in de buitenwijken. Hij zal dan de vraag stellen: „Heeft u vandaag in de Groote Houtstraat ge kocht?" Is uw antwoord ontkennend, dan zal hij tot u zeggen: „Jammer, anders had u geboft", waarna hij weer even plotseling verdwijnt als hij geko men is. Maar is het antwoord ja, dan wenst hij u geluk en ontvangt u tegen overlegging van de cassabons het ge hele bedrag, dat u die dag' in de Gro te Houtstraat hebt besteed in de vorm van een chèque weer terug. Voor de waarde van de chèque kunt u opnieuw aankopen doen in de winkel waar u tevoren de goederen hebt gekocht. Maar zit u op dat ogenblik niet direct om iets verlegen, dan wordt u desge wenst het bedrag in contanten uitbe taald. Hoe weet u nu welke winkeliers bij de Groote Houtstraat Vereniging zijn aangesloten? Welnu, gekleurde raam biljetten worden bij de deelnemers op de ruiten geplakt, terwijl speciale ju- bileumvlaggen de gevels zullen sieren. Bovendien zullen alle cassabons wor den voorzien van een Mr. X-stempel. Gedurende acht dagen van deze perio de zullen zes „Grote Houtstraat-meis jes" daarvoor speciaal in fleurige jurk jes gestoken, een bezoek brengen aan de deelnemende winkels, om alle aan wezige klanten een bon uit te reiken, waarop zij in een lunchroom, welke op de kaart nader wordt aangeduid, gra tis een kopje koffie of thee met gebak kunnen gaan gebruiken. De officiële viering van het gouden jubileum van de Groote Houtstraat Ver eniging vindt plaats tijdens een recep tie, te houden donderdag 25 juni van half vier tot vijf uur in de Vleeshal te Haarlem. Als zeer bijzondere attrac tie zal aan al degenen, die op deze dag hun gouden huwelijksfeest of hun vijf tigste verjaardag vieren, een verras sing worden uitgereikt. Zij die aan de ze eisen voldoen, worden verzocht zich door middel van een briefkaart te mel den bij d? secretaris van de vereniging, Groote Houtstraat 24, Haarlem. Intussen is de jubileumcommissie al weer druk bezig met de organisatie van het derde en laatste gedeelte van deze actie, welke in september zal worden gehouden. (Van onze correspondent) Telefoon-abonnees van de bollen streek hebben bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden een klacht ingediend over de slechte verstaanbaarheid door de telefoons. De Kamer heeft op haar beurt een- schrijven gericht aan de PTT, waarop deze heeft geantwoord, dat de onduidelijkheid van de telefoons te wijten is aan contactstoringen in de verouderde centrales. Op korte termijn hoopt men de verstaanbaarheid op de Hjnen te verbeteren door middel van draaggolf-apparaten. Men zal voorts trachten op de duur principiële wijzi gingen in het contact-systeem te bren gen. Woensdag 10 juni is de heer F. Rus man, wonende Pepijnstraat 31 te Haar lem, veertig jaar in dienst bij het Haarlemse Gemeentelijk Energiebedrijf waar hij thans als werkmeester in de afdeling „distributie-gas" werkzaam is. Hij zal die dag door directie en perso neel gehuldigd worden, 's morgens om 11 uur in het H.J M.V.-gebouw aan de Lange Margaret&astraat. jt t t an de week hgbben wij een streep kunnen halen door een van de 1/ loensen, die wij op ons journalistiek verlanglijstje hebben staan. Op een fonkelende namiddag zijn wij namelijk gepelgrimeerd naar het graf van Jan Pieter Heije, een exclusief rustoord, waar om Heije's liedje te citeren het klein vogelijn op groene tak nog zijn lustig lied zingt. Dat bezoek was een klein onderdeel, niettemin voor ons zeer pieus, van een verblindende tocht door het polderland van de Haarlemmermeer. De acht tienduizend hectaren, gegordeld en bijeengehouden door de zilveren cein tuur van de Ringvaart, hebben wij met de verrukking van een ontdekkings reiziger doorkruist. De burgemeester had de zon uitgestoken, en overal wapperde het licht over de akkers en weidevelden. Overal was de uitbun digheid van de stilte. Merkwaardig, dat je de Efteling in Kaatsheuvel weet te vinden en dat je vertellen kunt, hoe gezellig het op of in de Drentse hunnebedden is. Maar dat je zelfs niet vermoedt, hoe op een paar kilometer afstand van de oude Sint Baaf een volkomen ander land ligt weggekapseld achter de dijken. Wij overdrijven niet. Want voor de meesten onzer is de „Meer" een heel groot stuk grond met eindeloze, rechte we gen, die je dankbaar moet benutten om er zo gauw mogelijk weg te komen. Neem dan van ons de verzekering aan, dat wie zich in dat land de tijd gunt en zijn ogen de kost geeft, er niet zo ge makkelijk weg komt. Die ervaring heb ben wij althans opgedaan dank zij een invitatie van de V.V.V.-commissie in de Haarlemmermeer, een uitnodiging, die met even grote vriendelijkheid was gericht (en door hen ook geaccepteerd) aan V.V.V.-experts en -informatrices uit Amsterdam en Haarlem. De historie van de iets meer dan een eeuw oude polder is gauwer verteld dan zij werd gemaakt. Zij is trouwens één keer gemaakt en honderden keren verteld. En telkens bruist weer dat Hol landse epos op, dat begint in de dagen, dat de waterwolf steeds vraatzuchtiger werd in de omstreken van Haarlem en Leiden, en dat er tenslotte twee moge lijkheden restten: pompen of verdrin ken. Het werd pompen. Leeghwater het „nomen est omen" werd hier op zich zelf al visionair sprak er reeds over in zijn jaren, maar het duurde nog zo'n twee eeuwen, eer de pompen aan het werk gezet werden. Toen zij al dat water uit het meer en twaalf mil- «S joen gulden uit 's lands schatkist ge pompt hadden, was het kwaad bezwo ren. Het water was weg. Waar in onze dagen het IJsselmeer wordt ingepol derd om land te winnen, daar was toen de leuze, het water zo gauw mogelijk weg te krijgen. Dat was feitelijk het drama van de Meer, die, drassig en vuil, aan zijn lot werd overgelaten. De pioniers, die harde polderjongens ble ken te zijn, konden nog naar eigen aard improviseren en daaraan is het toch weer te danken, dat de Haarlemmer meer meer karakteristieks heeft ver worven dan de pas gewonnen IJssel meerpolders in hun ontzielende plan matigheid ooit zullen krijgen. Het graf van Jan Pieter Heije, ge legen op het „rustigste plekje van Holland", in het uiterste zuiden van de Haarlemmermeerpolder. Weinigen, die Abbenes bezoeken, pelgrimeren naar het graf van de dichter van hun jeugdliederen. Dat karakteristieke hebben wij bij voorbeeld ontdekt in het oude Kruisdorp, dat thans als Hoofd dorp zich als een levenslustige kruisspin gedraagt in het polderweb. Daar heb ben wij wat rondgedwaald, op zoek naar Dik Trom, de onsterfelijke vriend van onze jeugd. Wij hebben hem en zijn kornuiten niet gevonden, de veld wachter en de andere dorpstypen even min. Waarom heeft Hoofddorp zijn Dik Trom-monument nog niet? Al te onno zel deden wij een suggestie in de rich ting van het Hildebrandmonument, waarop een informatrice slagvaardig repliceerde: „Maar dat is er in Haar lem toch ook nog niet." De Meer heeft in ieder geval zijn ves- ting-achtige Cruquius, het oude gemaal, dat als instructief museum de bezoe kers aanschouwelijk en ingenieus het wonder laat zien van Hollands victo rie over het water. Het museum is een openbaring voor ons geworden, en wij begrepen toen iets van het mysterie, dat de buitenlander met nog meer ver bazing aanschouwt, namelijk dat je vier meter lager dan het water van de Ring dijk het spel ontmoet van natuur en le ven. Dat spel ontwaar je langs vaarten en tochten, in het levenslustige Vijf huizen en rond de eendenkooi, verscho len achter de bomen. Zwanenburg in de kop is een speels oord, vanwaaruit het maar een paar kilometer is naar het gemaal „De Lijnden". Met één ruk, overigens nog 21 kilometer lang, kunt u langs de Hoofdvaart - destijds in twee maanden gegraven met de schop - naar het uiterste zuiden, waar het gemaal „Leeghwater" zijn zorgende taak vervult een technisch juweel, verloren in het polderland. Wij gaven echter de voor keur aan een omweg, door de riante, forensen-kleurige sfeer van Badhoeve dorp en langs het vroegere Schiphol, dat in de woelige nachten van het meer destijds de toevluchtshaven was voor de schepen. Thans is het een toe- en uitvlucht voor zwierige, zilveren vogels, die naar de horizon uitwijken of neerglijdend hun rust zoeken. Schiphol heeft zich vastge- vreten in de polder en is de moderne wolf geworden, waarvan de buurtschap „Rijk" reeds het slachtoffer is. Heel even hebben wij langs en door de stof felijke resten gedefileerd, maar zoch ten toen een aantrekkelijker oord op, dat in het bij uitstek landelijke Nieuw Vennep een vreemde droom geleek, die naar zuidelijke richting in Abbenes steeds wonderlijker opbloeide. In dat Abbenes zijn wij dan gepel grimeerd naar Hejje's graf. De dich ter van „Wakkre jongens, Neerlands trots", „Een karretje op de Zandweg Wij kunnen in Haarlem een beetje tot rust komen. De eerste twee weken zijn er geen congressisten te verwachten. De vrij-gezellige dagen van de bur gemeesters zijn Voorbij. En moet ik de reacties gelovender edelachtbare heren, dan hebben zij het naar de zin gehad in de stad, die hun als een stijfdeftig oord is overgeleverd. Zij hebben het voorbeeld van de Bloe menmeisjes figuurlijk en uitstekend nagevolgd, en de bloemetjes tot diep in de nacht buiten gezet. De charme van Haarlem hebben zij tot in het hart geproefd en het schijnt, dat zij met weemoed terug denken als aan een sprookje, waarin zij een prinselijke rol hebben gespeeld en de prinses, die overigens klaar wakker was, wakker hebben ge kust. Goed, de edelachtbare heren zijn vertrokken, vermoedelijk met een extra-belasting op de Haar lemse gemeente-begroting. Maar dat mag in dit geval niet hinderen, want ons staat toch een tekort van negen miljoen te wachten, en dan maken een paar tienduizend gul den niet veel uit. Misschien kunnen B. en W. al die Nederlandse ge meenten een voorzichtige aanslag aanbieden, een soort vermakelijk heidsbelasting voor al datgene, wat zij buiten verwachting hebben ge noten. Intussen hebben ook de schouw burgdirecteuren Haarlem tot to neel van hun congres gemaakt, een minstens even feestelijke affaire, meer irn een besloten kring gehou den en in gezelschap in tegen stelling tot de burgemeesters van hun echtgenoten. De heren hebben er een Haarlems uitje van gemaakt. Ook zij hebben kunnen constateren, dat de gemeente Haarlem veel voor de cultuur over heeft. De concert zaal was tenminste, zij het op het nippertje en bijna met een posthuum crediet, feestelijk opgeknapt. In de tuinzaal spoot 's avonds zelfs een fontein, ondeugend en speels in dro mende kleuren. r \T*. '»r V/ A Twee weken krijgen we nu de tijd op adem te komen. Maar dan zullen tweehonderd juristen hun en tree in de stad maken, recht-vaar- dige mensen, die tussen de gerech telijke vonnissen door hier in Haar lem even het recht in eigen hand willen nemen. Hoe zij dat zullen doen, blijft een verrassing. Ook voor hen zelf. Zij zullen in Haarlem moeten ervaren, hoe je recht en slecht moet leven. Tenslotte komen er deze maand nog zeshonderd le den van de Nederlandse Verbruiks coöperatie, waarvan de naam het vermoeden wettigt, dat de congres sisten tevens komen potverteren. Haarlem zal er wel bij varen. Zon der kleerscheuren komen we er ze ker niet van af, na al die hart-ver warmende congressen, maar het zi, ons tot troost, dat honderdvijfen twintig roomse kleermakers in sep tember naar Haarlem komen om te vergaderen, en het zal voor die he ren vrij eenvoudig zijn om pieus- en degelijk, en vooral onzichtbaar, die scheuren te herstellen. Haarlem niet alleen, ook Zand- voort pleegt te profiteren van de enorme belangstelling van buiten. De Zandvoorters zijn er in gespecialiseerd om kamers te ont ruimen ten behoeve van de vreem delingen. Reeds in het voorseizoen wordt in menig gezin een plan de campagne opgesteld om met zoveel mogelijk improvisatie zoveel mo gelijk kamers leeg te maken. Men staat er versteld van, met hoe wei nig ruimte tenslotte een gezin ge noegen kan nemen. Hoe het ook zij, er wordt ruimte gemaakt voor de vreemdelingen. De Duitsers wordt reeds van buiten af de kamer aangeboden met het bordje „Zimmer". De Engelsen worden op de te huren kamers at tent gemaakt met de aanbieding „Rooms". Maar dergelijke aankon digingen kunnen tot misverstanden leiden. Zoals laatst bij dat kleine meisje, dat tegen haar vader zei: „Wat wonen er in Zandvoort toch veel roomse mensen". Dik Trom zoals hij iedereen bekend is. Een bijzonder kind, dat een monument verdient in Hoofddorp. reed", „O schitteren de kleuren van Ne derlands vlag" en van zovele andere liedjes, welke wij op school zo niet uit dan toch mèt volle borst zongen, ligt hier op het rustigste plekje van Hol land, waar de enkele bezoeker schuch ter binnenloopt en zwijgend de man hul digt, wiens hart - volgens de inscriptie „cor carminis cardo" - de bron van het lied was. Maar even verder wenkten de plassen, brandschoon opgepoetst, en wij konden de verleiding niet weerstaan om de ring dijk te doorsteken en in het Kaagdorp het zomerse plezier te cultiveren. Op de terugtocht ontmoetten wij nog „De Uil" om uit te spannen. Daar hebben wij, in gezelschap van de burgemeesters van Haarlemmermeer en Bennebroek, afscheid genomen van het polderland schap, en hebben wij dank gebracht aan onze gidsen, de heren Leuvenstein en Meeuwig. In Hoofddorp ging het ge zelschap uiteen. En wij hebben be loofd u van die tocht te vertellen. Eén raad: als u van de polder wilt gaan ge nieten, vraagt dan eerst de burgemees ter de zon uit te steken. Dan wordt het een gouden feest. Advertentie OioeroNttito hanoilsmrk (aluminium ïaJoezieën) Dekoratief Duurzaam en Praktisch. Nassaulaan 76 - Tel. 10743 Haarlem Cti V auci /,C1. In de Haringhaven te IJmuiden is het Belgische binnenvaartschip „Fras quita", dat 466 ton meet en eigendom is van de Armature Fluviale te Ant werpen, gezonken. Het schip, dat ge laden was met ongebluste kalk. had tij dens de reis van België naar IJmuiden ruim een maand geleden te Wemeldin- ge lekkage opgelopen. Op 5 mei kwam schipper Marcel van de Velde met zijn schip in IJmuiden aan om te lossen bij de kalkzandsteenfabriek. Het lossen be gon op de avond van die dag maar werd de volgende dag gestaakt. Volgens de schipper gesehiedde dit, omdat een aantal kustvaarders voorrang kreeg. Daarna kwam door de kekkage water bjj de lading met het gevolg dat de ongebluste kalk werd afgekeurd, aldus de schipper. Na het stopzetten van de lossing bij de kalkzandsteenfabriek werd de „Frasquita" versleept naar een stei- ger van de Verenigde Steenkolenhandel. >eze maatschappij weigerde echter zon der contante betaling de lading te los sen. Toen de toestand waarin het schip verkeerde steeds ernstiger werd en de Steenkolenhandel bleef weigeren te lossen werd de Frasquita in de Ha ringhaven aan de grond gezet waar het thans is gezonken. Volgens de kalkzand steenfabriek werd op 5 mei een deel van de lading uitsluitend gelost om het schip voor zinken te behoeden. De la ding was toen al waardeloos. Achtergrond van de langzame ondergang van de Frasquita is volgens de kalkzandsteenfa briek een verschil van mening tussen de verzekeringmaatschappijen van de la ding en van het schip. Zaterdag 20 juni zal het feest zijn in Rockaertshof 44 te Overveen, waar de heer en mevrouw Heesterbeek-Olof, die dag vijftig jaar geleden getrouwd, sinds enkele jaren van een welverdiende rust genieten. Niet minder dan elf kinderen en zesendertig kleinkinderen zullen zich dan niet onbetuigd laten bij de viering van de gouden bruiloft. De heer Heesterbeek is in het Haar lemse geen onbekende. Van 1923 tot 1946 was hij terreinknecht van H.F.C. Hjj is geboortig uit Heemskerk, waar hij 4 november 1878 het levenslicht aanschouwde. De gouden bruid daaren tegen stamt uit het naburige Krommenie en is drie jaar jonger. ttüvenentie A M STER DA .>tfSEV A\RT 20 TEL. 11053

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 3