Groote Houtstraat is
Haarlems hoofdstraat
Patriciërshuizen maakten
aats voor winkels
ph
Verblindende tocht langs akkers en
weidevelden van Haarlemmermeer
DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL
uxaflex
REEDS EEUWEN LANG
als gevolg van malaise -
Mr. X gaat
op pad
Telefoon slecht
te verstaan
BURGEMEESTER HAD DE ZON UITGESTOKEN
De Meer heeft karakter, meer dan
IJsselmeerpolders ooit zullen kwgsn
Nog altijd geen
monument voor
Dik Trom
J
éne/*
WEL EN WEE VAN
HISTORIE VIELEN
HAAR TEN DEEL
In Groote Houtstraat
In de bollenstreek
MYSTERIE ROND
ONDERGANG VAN
BELGISCH SCHIP
Na een maancl in
IJmuiden gezonken
Gouden bruidspaar
HeesterbeekOlof
ZATERDAG 6 JUNI 1959
PAGINA 3
HH
Verloop
„Dobbelsteentjes"
Asfalt
Mg
Veertig jaar bij G.E.B.
Kruisspin
__======s=
v -V
£OOMS|
De Ideale zonwering
Fa. 7. P. SENFT ZN.
WASSERI4 DUYN
De Groote Houtstraat is zo oud als
de stad, waarvan ze de hoofd- en
winkelstraat is. Eigenlijk nog veel
ouder, althans als verkeersverbin
ding. Haarlem dankt zijn bestaan
namelijk mede aan de oude, vermoe
delijk reeds in de Romeinse tijd be
staande heirbaan langs de binnen
rand van de Hollandse duinen, die
ongeveer hetzelfde beloop had als de
oude rijksweg tussen Leiden en Alk
maar. De tegenwoordige Groote
Houtstraat moet van die weg lang
voordat er zelfs maar sprake was
van een nederzetting ter plaatse van
de tegenwoordige stad aan het
Spaarne deel uit hebben gemaakt.
Als noord-zuidverbinding is de Groo
te Houtstraat ook nu nog van be
lang, omdat ze in de merkwaardige
Haarlemse binnenstad eigenlijk geen
parallelstraten heeft. Zo lang Haar
lem bestaat, is de Groote Houtstraat
de kwalificatie „Groote" wijst daar al op de belangrijkste straat van
de stad geweest. Een straat bovendien die zichzelf steeds wist te vernieu
wen en zich aan de eisen des tijds wist aan te passen, die zodoende steeds
mooier gevonden wordt, naarmate ze veroudert.
Van de middeleeuwse, voor die tijd stellig statige bebouwing van de
Groote Houtstraat is zo goed als niets meer over. Voorbeelden van de stijl
van later eeuwen zijn er eveneens zeldzaam. De Groote Houtstraat is
als zichzelf respecterende winkelstraat strikt eigentijds. Voortdurend
wordt er verbouwd aan winkels en puien. Dat is lang niet het enige, wat in
de loop der tijden anders geworden is in Haarlems hoofdstraat. Bestrating,
verlichting, functie en verkeersmiddelen zijn voortdurend aangepast. De
statige patriciërshuizen van vroeger eeuwen veranderden in winkels. Kin
derhoofdjes maakten plaats voor langverbeid asfalt. De paardentram
een ongehoorde nieuwigheid in de tweede helft van de vorige eeuw reed
uiteraard eerst uitsluitend door de Groote Houtstraat. Maar de paarden
tram moest het veld ruimen voor iets veel snellers: de elektrische tram.
En menigeen zal zich nog wel de Haarlemse verwondering kunnen herin
neren toen er, nu een tiental jaren geleden, voor het eerst geen tramrails
meer waren in de Groote Houtstraat, die daardoor plotseling zo breed leek.
Wie nu als voetganger zo tegen vijf uur 's middags de typisch Haarlemse
sensatie beleeft van het oversteken van de Groote Houtstraat bij het Ver-
wuift (voetgangers-verkeerslichten zijn hier „te duur") heeft moeite zich
voor te stellen, dat het nauwelijks tien jaar geleden is, dat er een stop- en
parkeerverbod kwam voor de Groote Houtstraat. Een halve eeuw geleden,
toen de thans gouden Groote Houtstraat-vereniging werd opgericht, was het
nog gewoon, dat een kostelijke équipage van een Bloemendaalse of Heem-
steedse „buitenplaats" urenlang stil stond voor een even kostelijke mode
zaak, waar mevrouw op haar gemak hoeden, schoenen, costumes, boa's of
ander duurs paste.
Haarlems hoofdstraat is de Groote
Houtstraat de eeuwen door ge
weest. Een typische winkelstraat is ze
echter pas in de vorige eeuw geworden.
De winkels kwamen merkwaardigerwijs
pas in de Groote Houtstraat tijdens de
periode van malaise in de Haarlemse
historie, omstreeks het begin van de
19e eeuw. Daarvoor waren er vrijwel
uitsluitend voorname patriciërshuizen,
waar de Haarlemse regenten overwin
terden. 's Zomers woonden de heren
veelal op hun „buiten". Een vijftig jaar
geleden waren er nog verschillende
„toehuizen" in de straat, die echter
stuk voor stuk verzakelijkt zijn, waaruit
de „standing" als winkelstraat van de
Groote Houtstraat blijkt.
Dat er juist tijdens een „slappe tijd"
de eerste winkels in de Groote Hout
straat kwamen, laat zich denken, om
dat het wonen in die voorname straat
toen voor velen te duur werd. Blijkens
oude adresboeken was er een eeuw ge
leden al in de Groote Houtstraat van
alles te koop, zij het, dat er toen ook
verschillende niet onbelangrijke winkels
in andere straten gevestigd waren. De
Kleine Houtstraat en Lange Veerstraat
waren bijvoorbeeld, zoals bekend, nog
tot voor een jaar of dertig belangrijke
winkelstraten.
Er is opvallend veel verloop in de
Groote Houtstraat-winkels. Van de za
ken, die een twintigtal jaren geleden
algemeen bekend waren, zijn er thans
nauwelijks de helft nog gaande. Dat zal
niet alleen een gevolg zijn van de
winstgevendheid van het zaken doen in
de voornaamste winkelstraat, maar
veelal ook van de hogere kosten, de
waarde van de panden en de speciale
eis steeds up to date te blijven.
De winkels kwamen en gingen, maar
toch zijn er wel, die een eeuw of nog
ouder zijn. Bij ons weten spant wat dat
betreft wel de kroon de tabakszaak van
Jan van der Pigge, die 1 mei 1800 ge
opend werd, zij het in een pand tegen
over de tegenwoordige winkel. Om
streeks 1930 ging het Van der Pigge-
stamhuis echter op in het toen verrezen
V. D.-complex. Andere oude zaken
in de Groote Houtstraat zijn bijvoor
beeld die van Voet (juwelier), Feder-
mann (opticiën), De Jong (huishoude
lijke artikelen) en Kort (textiel, ont
staan in de Lange Veerstraat!).'
Het gebouw van de sociëteit „Trou
moet blijcken" is thans het enige oude
patriciërshuis in de Groote Houtstraat,
dat in al zijn oude glorie behouden bleef.
Voor een vijftig jaar waren er nog vrij
veel van dergelijke statige met soms
indrukwekkende Barok- of Roccoco-ge-
vels versierde herenhuizen, voorzien
van blauwe stoepen met smeed-ijzeren
hekken. Het verkeer eiste die stoepen
en hekken op om ze in eendere trot
toirs te veranderen.
Gelukkig, dat het bordes van
„Trou" nog altijd uitpuilt. De socië
teit heeft trouwens vroeger al eens
haar bijdrage geleverd aan een ver-
keersverbetering in Haarlems voor
naamste straat. „Trou moet blij
cken" was tot voor een jaar of veer
tig gevestigd in het wonderlijk-lelijke
gebouw op de hoek van de Groote
Houtstraat met de Groote Markt en
de Spekstraat. Dat bouwwerk liet
de sociëteit omstreeks de zeventiger
jaren van de vorige eeuw verrijzen,
dieer tevoren ook al huisde. Maar
toen heette de uitmonding van de
Groote Houtstraat op de Groote
Markt het „gat van de Houtstraat".
Tussen Anegang en Spekstraat werd
de Groote Houtstraat wonderlijk
breed om daarna even vreemd snel
te eindigen. De Grote Houtstraat
gevel van het voor „Trou" opgetrok
ken, door een Italiaanse architect
(die nimmer in Haarlem geweest
Zo zag de Groote Houtstraat in de
buurt van het Proveniershuis er uit
in de 17e en 18e eeuw. Op de
achtergrond in het midden de
Groote Houtpoort, die in 1824 ge
sloopt werd. Rechts het Prove
niershuis en in het midden op de
voorgrond de oude stadspomp
De Groote Houtstraat bij het Ver-
wuift, voordat daar omstreeks
1930 de warenhuis-kolos gebouwd
werd, die het stadsbeeld volkomen
veranderde.
moet zjjn) ontworpen bouwwerk werd
vijf meter verschoven in de richting
van de Vleeshal, waardoor de straat
aanmerkelijk verbreed werd, zodat
er toen niet langer van een „gat"
gesproken kon worden.
Een andere aanmerkelijke verande
ring van het Groote Houtstraat-aspect
kreeg in het begin van de dertiger ja
ren van deze eeuw haar beslag. Bij het
Verwulft verrees toen, wat men een
„Haarlemse wolkenkrabber" zou kun
nen noemen. De Paardensteeg, een
evenwijdig aan het Verwulft lopend
straatje met enkele winkels, verdween
toen, om voor het warenhuis plaats te
maken. Bovendien verdwenen in die
tijd de „Dobbelsteentjes", twee kleine,
classicistische gebouwtjes, die de Groo
te Houtbrug flankeerden.
Ze waren in 1824, toen de Groote
Houtpoort gesloopt werd (als zijnde
„uit de tijd") verrezen ten behoeve van
de kommiezen der stedelijke accijzen.
Hoewel de „Dobbelsteentjes" geen cul
tuur-historische waarde hadden, ging
hun verdwijning toch menigeen ter
harte. Er was althans nogal wat actie,
ze te behouden, maar dat ging echt
niet. Zoals thans het Hofje van Bere-
steijn opgeofferd moet worden aan een
eigentijdse zuidwand van het Stations-
plein-nieuwe-stijl moesten ook de „Dob
belsteentjes" verdwijnen. Er kwam een
monumentale brug voor in de plaats.
De oude was aanzienlijk smaller.
Aan het ijveren van de Groote Hout
straat-vereniging is het te danken,
dat de straat als één der eerste
in de stad geasfalteerd werd. In
1910 richtte de toen pas opgerichte
vereniging al een desbetreffend ver
zoek tot het gemeentebestuur, dat de
heren aanvankelijk met een kluitje
in het riet wilde sturen. Zoiets kan
men de Groote Houtstraatvereniging
niet makkelijk leveren. „De aanhou
der wint", meende het bestuur en
ja hoor: in 1924 kwam het asfalt er
(eindelijk).
De Groote Houtstraat heeft al het
wel en wee van Haarlems boeiende his
torie meebeleeft. De katastrofale stads
branden in de middeleeuwen, die om
dat de huizen bijna allemaal van hout
waren, soms bijna de hele stad in de
as legden. Dat gebeurde in 1328, in
1341 en in 1351. ïn de vijftiende eeuw
kwamen er dank zij maatregelen
van het stadsbestuur, geen ernstige
branden meer voor. De brand van 23
oktober 1576 was de laatste ernstige
calamiteit van dien aard. Alleen al in
de Groote Houtstraat werden zevenen
zestig huizen in de as gelegd. Er werd
voor vier ton (een voor die tijd zeker
aanzienlijk bedrag) schade aangericht.
De ramp werd geweten aan onvoor
zichtigheid van dronken soldaten.
In 1560 had de Groote Houtstraat een
heel wat opwekkender gebeurtenis be
leefd: de „blijde incomste" van de
eerste (als gevolg van het Concilie van
Trente) bisschop van Haarlem, Nico-
laus van Nieuwland. Triest en driest
was de entrée, ook door de Groote
Houtstraat, van de Spaanse troepen on
der commando van Don Frederik van
Toledo na de val van Haarlem in 1573.
Moordend en rovend gingen de Span
jolen rond. En uiteraard moesten juist
de rijkste in de Groote Houtstraat
dus wonende burgers het ontgelden.
Een feestelijk gebeuren daarentegen
was de plechtige intocht van honder
den rederijkers, uit alle delen der Ne
derlanden, tijdens het Landjuweel in
1608, dat aangericht was ten bate van
de bouw van een stedelijk oudemannen
huis, het gebouw, waarin thans het
Frans Halsmuseum is gevestigd. In die
tijd ging het de Haarlemmers, en voor
al de bewoners van de Groote Hout
straat, al naar den vleze.
M,
Bij gelegenheid van het vijftigjarig
bestaan van de „Groote Houtstraat
Vereniging", welke gebeurtenis donder
dag 25 juni wordt gevierd, heeft de
vereniging een drietal acties op touw
gezet onder de motto „De Groote Hout
straat winkeliers verwennen het Haar
lemse publiek" welke begon met de
„Kijk U Rijk-actie". In de periode van
15 t.m. 27 juni zal de grote onbeken
de, de geheimzinnige mr. X, kris-kras
in Haarlem opduiken, niet slechts in de
binnenstad, maar speciaal ook in de
buitenwijken.
Hij zal dan de vraag stellen: „Heeft
u vandaag in de Groote Houtstraat ge
kocht?" Is uw antwoord ontkennend,
dan zal hij tot u zeggen: „Jammer,
anders had u geboft", waarna hij weer
even plotseling verdwijnt als hij geko
men is. Maar is het antwoord ja, dan
wenst hij u geluk en ontvangt u tegen
overlegging van de cassabons het ge
hele bedrag, dat u die dag' in de Gro
te Houtstraat hebt besteed in de vorm
van een chèque weer terug. Voor de
waarde van de chèque kunt u opnieuw
aankopen doen in de winkel waar u
tevoren de goederen hebt gekocht.
Maar zit u op dat ogenblik niet direct
om iets verlegen, dan wordt u desge
wenst het bedrag in contanten uitbe
taald. Hoe weet u nu welke winkeliers
bij de Groote Houtstraat Vereniging zijn
aangesloten? Welnu, gekleurde raam
biljetten worden bij de deelnemers op
de ruiten geplakt, terwijl speciale ju-
bileumvlaggen de gevels zullen sieren.
Bovendien zullen alle cassabons wor
den voorzien van een Mr. X-stempel.
Gedurende acht dagen van deze perio
de zullen zes „Grote Houtstraat-meis
jes" daarvoor speciaal in fleurige jurk
jes gestoken, een bezoek brengen aan
de deelnemende winkels, om alle aan
wezige klanten een bon uit te reiken,
waarop zij in een lunchroom, welke op
de kaart nader wordt aangeduid, gra
tis een kopje koffie of thee met gebak
kunnen gaan gebruiken.
De officiële viering van het gouden
jubileum van de Groote Houtstraat Ver
eniging vindt plaats tijdens een recep
tie, te houden donderdag 25 juni van
half vier tot vijf uur in de Vleeshal te
Haarlem. Als zeer bijzondere attrac
tie zal aan al degenen, die op deze dag
hun gouden huwelijksfeest of hun vijf
tigste verjaardag vieren, een verras
sing worden uitgereikt. Zij die aan de
ze eisen voldoen, worden verzocht zich
door middel van een briefkaart te mel
den bij d? secretaris van de vereniging,
Groote Houtstraat 24, Haarlem.
Intussen is de jubileumcommissie al
weer druk bezig met de organisatie van
het derde en laatste gedeelte van deze
actie, welke in september zal worden
gehouden.
(Van onze correspondent)
Telefoon-abonnees van de bollen
streek hebben bij de Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor
Rijnland te Leiden een klacht ingediend
over de slechte verstaanbaarheid door
de telefoons. De Kamer heeft op haar
beurt een- schrijven gericht aan de
PTT, waarop deze heeft geantwoord,
dat de onduidelijkheid van de telefoons
te wijten is aan contactstoringen in de
verouderde centrales. Op korte termijn
hoopt men de verstaanbaarheid op de
Hjnen te verbeteren door middel van
draaggolf-apparaten. Men zal voorts
trachten op de duur principiële wijzi
gingen in het contact-systeem te bren
gen.
Woensdag 10 juni is de heer F. Rus
man, wonende Pepijnstraat 31 te Haar
lem, veertig jaar in dienst bij het
Haarlemse Gemeentelijk Energiebedrijf
waar hij thans als werkmeester in de
afdeling „distributie-gas" werkzaam is.
Hij zal die dag door directie en perso
neel gehuldigd worden, 's morgens om
11 uur in het H.J M.V.-gebouw aan de
Lange Margaret&astraat.
jt
t t an de week hgbben wij een streep kunnen halen door een van de
1/ loensen, die wij op ons journalistiek verlanglijstje hebben staan. Op
een fonkelende namiddag zijn wij namelijk gepelgrimeerd naar het
graf van Jan Pieter Heije, een exclusief rustoord, waar om Heije's liedje
te citeren het klein vogelijn op groene tak nog zijn lustig lied zingt. Dat
bezoek was een klein onderdeel, niettemin voor ons zeer pieus, van een
verblindende tocht door het polderland van de Haarlemmermeer. De acht
tienduizend hectaren, gegordeld en bijeengehouden door de zilveren cein
tuur van de Ringvaart, hebben wij met de verrukking van een ontdekkings
reiziger doorkruist. De burgemeester had de zon uitgestoken, en overal
wapperde het licht over de akkers en weidevelden. Overal was de uitbun
digheid van de stilte.
Merkwaardig, dat je de Efteling in
Kaatsheuvel weet te vinden en dat je
vertellen kunt, hoe gezellig het op of
in de Drentse hunnebedden is. Maar
dat je zelfs niet vermoedt, hoe op een
paar kilometer afstand van de oude
Sint Baaf een volkomen ander land
ligt weggekapseld achter de dijken. Wij
overdrijven niet. Want voor de meesten
onzer is de „Meer" een heel groot
stuk grond met eindeloze, rechte we
gen, die je dankbaar moet benutten om
er zo gauw mogelijk weg te komen.
Neem dan van ons de verzekering aan,
dat wie zich in dat land de tijd gunt en
zijn ogen de kost geeft, er niet zo ge
makkelijk weg komt. Die ervaring heb
ben wij althans opgedaan dank zij een
invitatie van de V.V.V.-commissie in
de Haarlemmermeer, een uitnodiging,
die met even grote vriendelijkheid was
gericht (en door hen ook geaccepteerd)
aan V.V.V.-experts en -informatrices uit
Amsterdam en Haarlem.
De historie van de iets meer dan een
eeuw oude polder is gauwer verteld
dan zij werd gemaakt. Zij is trouwens
één keer gemaakt en honderden keren
verteld. En telkens bruist weer dat Hol
landse epos op, dat begint in de dagen,
dat de waterwolf steeds vraatzuchtiger
werd in de omstreken van Haarlem en
Leiden, en dat er tenslotte twee moge
lijkheden restten: pompen of verdrin
ken. Het werd pompen. Leeghwater
het „nomen est omen" werd hier op
zich zelf al visionair sprak er reeds
over in zijn jaren, maar het duurde
nog zo'n twee eeuwen, eer de pompen
aan het werk gezet werden. Toen zij al
dat water uit het meer en twaalf mil-
«S
joen gulden uit 's lands schatkist ge
pompt hadden, was het kwaad bezwo
ren. Het water was weg. Waar in onze
dagen het IJsselmeer wordt ingepol
derd om land te winnen, daar was toen
de leuze, het water zo gauw mogelijk
weg te krijgen. Dat was feitelijk het
drama van de Meer, die, drassig en
vuil, aan zijn lot werd overgelaten. De
pioniers, die harde polderjongens ble
ken te zijn, konden nog naar eigen aard
improviseren en daaraan is het toch
weer te danken, dat de Haarlemmer
meer meer karakteristieks heeft ver
worven dan de pas gewonnen IJssel
meerpolders in hun ontzielende plan
matigheid ooit zullen krijgen.
Het graf van Jan Pieter Heije, ge
legen op het „rustigste plekje van
Holland", in het uiterste zuiden
van de Haarlemmermeerpolder.
Weinigen, die Abbenes bezoeken,
pelgrimeren naar het graf van de
dichter van hun jeugdliederen.
Dat karakteristieke hebben wij bij
voorbeeld ontdekt in het oude
Kruisdorp, dat thans als Hoofd
dorp zich als een levenslustige kruisspin
gedraagt in het polderweb. Daar heb
ben wij wat rondgedwaald, op zoek
naar Dik Trom, de onsterfelijke vriend
van onze jeugd. Wij hebben hem en
zijn kornuiten niet gevonden, de veld
wachter en de andere dorpstypen even
min. Waarom heeft Hoofddorp zijn Dik
Trom-monument nog niet? Al te onno
zel deden wij een suggestie in de rich
ting van het Hildebrandmonument,
waarop een informatrice slagvaardig
repliceerde: „Maar dat is er in Haar
lem toch ook nog niet."
De Meer heeft in ieder geval zijn ves-
ting-achtige Cruquius, het oude gemaal,
dat als instructief museum de bezoe
kers aanschouwelijk en ingenieus het
wonder laat zien van Hollands victo
rie over het water. Het museum is een
openbaring voor ons geworden, en wij
begrepen toen iets van het mysterie,
dat de buitenlander met nog meer ver
bazing aanschouwt, namelijk dat je vier
meter lager dan het water van de Ring
dijk het spel ontmoet van natuur en le
ven. Dat spel ontwaar je langs vaarten
en tochten, in het levenslustige Vijf
huizen en rond de eendenkooi, verscho
len achter de bomen. Zwanenburg in
de kop is een speels oord, vanwaaruit
het maar een paar kilometer is naar
het gemaal „De Lijnden". Met één ruk,
overigens nog 21 kilometer lang, kunt
u langs de Hoofdvaart - destijds in twee
maanden gegraven met de schop - naar
het uiterste zuiden, waar het gemaal
„Leeghwater" zijn zorgende taak vervult
een technisch juweel, verloren in het
polderland. Wij gaven echter de voor
keur aan een omweg, door de riante,
forensen-kleurige sfeer van Badhoeve
dorp en langs het vroegere Schiphol,
dat in de woelige nachten van het meer
destijds de toevluchtshaven was voor de
schepen.
Thans is het een toe- en uitvlucht voor
zwierige, zilveren vogels, die naar de
horizon uitwijken of neerglijdend hun
rust zoeken. Schiphol heeft zich vastge-
vreten in de polder en is de moderne
wolf geworden, waarvan de buurtschap
„Rijk" reeds het slachtoffer is. Heel
even hebben wij langs en door de stof
felijke resten gedefileerd, maar zoch
ten toen een aantrekkelijker oord op,
dat in het bij uitstek landelijke Nieuw
Vennep een vreemde droom geleek, die
naar zuidelijke richting in Abbenes
steeds wonderlijker opbloeide.
In dat Abbenes zijn wij dan gepel
grimeerd naar Hejje's graf. De dich
ter van „Wakkre jongens, Neerlands
trots", „Een karretje op de Zandweg
Wij kunnen in Haarlem een
beetje tot rust komen. De
eerste twee weken zijn er
geen congressisten te verwachten.
De vrij-gezellige dagen van de bur
gemeesters zijn Voorbij. En moet ik
de reacties gelovender edelachtbare
heren, dan hebben zij het naar de zin
gehad in de stad, die hun als een
stijfdeftig oord is overgeleverd. Zij
hebben het voorbeeld van de Bloe
menmeisjes figuurlijk en uitstekend
nagevolgd, en de bloemetjes tot
diep in de nacht buiten gezet. De
charme van Haarlem hebben zij tot
in het hart geproefd en het schijnt,
dat zij met weemoed terug denken
als aan een sprookje, waarin zij
een prinselijke rol hebben gespeeld
en de prinses, die overigens klaar
wakker was, wakker hebben ge
kust. Goed, de edelachtbare heren
zijn vertrokken, vermoedelijk met
een extra-belasting op de Haar
lemse gemeente-begroting. Maar
dat mag in dit geval niet hinderen,
want ons staat toch een tekort van
negen miljoen te wachten, en dan
maken een paar tienduizend gul
den niet veel uit. Misschien kunnen
B. en W. al die Nederlandse ge
meenten een voorzichtige aanslag
aanbieden, een soort vermakelijk
heidsbelasting voor al datgene, wat
zij buiten verwachting hebben ge
noten.
Intussen hebben ook de schouw
burgdirecteuren Haarlem tot to
neel van hun congres gemaakt, een
minstens even feestelijke affaire,
meer irn een besloten kring gehou
den en in gezelschap in tegen
stelling tot de burgemeesters van
hun echtgenoten. De heren hebben
er een Haarlems uitje van gemaakt.
Ook zij hebben kunnen constateren,
dat de gemeente Haarlem veel voor
de cultuur over heeft. De concert
zaal was tenminste, zij het op het
nippertje en bijna met een posthuum
crediet, feestelijk opgeknapt. In de
tuinzaal spoot 's avonds zelfs een
fontein, ondeugend en speels in dro
mende kleuren.
r
\T*. '»r V/
A
Twee weken krijgen we nu de
tijd op adem te komen. Maar dan
zullen tweehonderd juristen hun en
tree in de stad maken, recht-vaar-
dige mensen, die tussen de gerech
telijke vonnissen door hier in Haar
lem even het recht in eigen hand
willen nemen. Hoe zij dat zullen
doen, blijft een verrassing. Ook
voor hen zelf. Zij zullen in Haarlem
moeten ervaren, hoe je recht en
slecht moet leven. Tenslotte komen
er deze maand nog zeshonderd le
den van de Nederlandse Verbruiks
coöperatie, waarvan de naam het
vermoeden wettigt, dat de congres
sisten tevens komen potverteren.
Haarlem zal er wel bij varen. Zon
der kleerscheuren komen we er ze
ker niet van af, na al die hart-ver
warmende congressen, maar het zi,
ons tot troost, dat honderdvijfen
twintig roomse kleermakers in sep
tember naar Haarlem komen om te
vergaderen, en het zal voor die he
ren vrij eenvoudig zijn om pieus- en
degelijk, en vooral onzichtbaar, die
scheuren te herstellen.
Haarlem niet alleen, ook Zand-
voort pleegt te profiteren van
de enorme belangstelling van
buiten. De Zandvoorters zijn er in
gespecialiseerd om kamers te ont
ruimen ten behoeve van de vreem
delingen. Reeds in het voorseizoen
wordt in menig gezin een plan de
campagne opgesteld om met zoveel
mogelijk improvisatie zoveel mo
gelijk kamers leeg te maken. Men
staat er versteld van, met hoe wei
nig ruimte tenslotte een gezin ge
noegen kan nemen.
Hoe het ook zij, er wordt ruimte
gemaakt voor de vreemdelingen.
De Duitsers wordt reeds van buiten
af de kamer aangeboden met het
bordje „Zimmer". De Engelsen
worden op de te huren kamers at
tent gemaakt met de aanbieding
„Rooms". Maar dergelijke aankon
digingen kunnen tot misverstanden
leiden. Zoals laatst bij dat kleine
meisje, dat tegen haar vader zei:
„Wat wonen er in
Zandvoort toch veel
roomse mensen".
Dik Trom zoals hij iedereen bekend
is. Een bijzonder kind, dat een
monument verdient in Hoofddorp.
reed", „O schitteren de kleuren van Ne
derlands vlag" en van zovele andere
liedjes, welke wij op school zo niet uit
dan toch mèt volle borst zongen, ligt
hier op het rustigste plekje van Hol
land, waar de enkele bezoeker schuch
ter binnenloopt en zwijgend de man hul
digt, wiens hart - volgens de inscriptie
„cor carminis cardo" - de bron van
het lied was.
Maar even verder wenkten de plassen,
brandschoon opgepoetst, en wij konden
de verleiding niet weerstaan om de ring
dijk te doorsteken en in het Kaagdorp
het zomerse plezier te cultiveren. Op de
terugtocht ontmoetten wij nog „De Uil"
om uit te spannen. Daar hebben wij,
in gezelschap van de burgemeesters
van Haarlemmermeer en Bennebroek,
afscheid genomen van het polderland
schap, en hebben wij dank gebracht aan
onze gidsen, de heren Leuvenstein en
Meeuwig. In Hoofddorp ging het ge
zelschap uiteen. En wij hebben be
loofd u van die tocht te vertellen. Eén
raad: als u van de polder wilt gaan ge
nieten, vraagt dan eerst de burgemees
ter de zon uit te steken. Dan wordt het
een gouden feest.
Advertentie
OioeroNttito hanoilsmrk
(aluminium ïaJoezieën)
Dekoratief Duurzaam en Praktisch.
Nassaulaan 76 - Tel. 10743 Haarlem
Cti V auci /,C1.
In de Haringhaven te IJmuiden is
het Belgische binnenvaartschip „Fras
quita", dat 466 ton meet en eigendom
is van de Armature Fluviale te Ant
werpen, gezonken. Het schip, dat ge
laden was met ongebluste kalk. had tij
dens de reis van België naar IJmuiden
ruim een maand geleden te Wemeldin-
ge lekkage opgelopen. Op 5 mei kwam
schipper Marcel van de Velde met zijn
schip in IJmuiden aan om te lossen bij
de kalkzandsteenfabriek. Het lossen be
gon op de avond van die dag maar
werd de volgende dag gestaakt. Volgens
de schipper gesehiedde dit, omdat een
aantal kustvaarders voorrang kreeg.
Daarna kwam door de kekkage water
bjj de lading met het gevolg dat de
ongebluste kalk werd afgekeurd, aldus
de schipper. Na het stopzetten van de
lossing bij de kalkzandsteenfabriek werd
de „Frasquita" versleept naar een stei-
ger van de Verenigde Steenkolenhandel.
>eze maatschappij weigerde echter zon
der contante betaling de lading te los
sen. Toen de toestand waarin het
schip verkeerde steeds ernstiger werd
en de Steenkolenhandel bleef weigeren
te lossen werd de Frasquita in de Ha
ringhaven aan de grond gezet waar het
thans is gezonken. Volgens de kalkzand
steenfabriek werd op 5 mei een deel
van de lading uitsluitend gelost om het
schip voor zinken te behoeden. De la
ding was toen al waardeloos. Achtergrond
van de langzame ondergang van de
Frasquita is volgens de kalkzandsteenfa
briek een verschil van mening tussen
de verzekeringmaatschappijen van de la
ding en van het schip.
Zaterdag 20 juni zal het feest zijn in
Rockaertshof 44 te Overveen, waar de
heer en mevrouw Heesterbeek-Olof, die
dag vijftig jaar geleden getrouwd, sinds
enkele jaren van een welverdiende rust
genieten. Niet minder dan elf kinderen
en zesendertig kleinkinderen zullen
zich dan niet onbetuigd laten bij de
viering van de gouden bruiloft.
De heer Heesterbeek is in het Haar
lemse geen onbekende. Van 1923 tot
1946 was hij terreinknecht van H.F.C.
Hjj is geboortig uit Heemskerk, waar
hij 4 november 1878 het levenslicht
aanschouwde. De gouden bruid daaren
tegen stamt uit het naburige Krommenie
en is drie jaar jonger.
ttüvenentie
A M STER DA .>tfSEV A\RT 20 TEL. 11053