BRITS MUZIKAAL INGRIJPEN IN ITALIAANSE AANGELEGENHEDEN ZIJN INVLOED IS ZEKER NIET VERDWENEN Te veel toeristische pelgrimageste gehaast We hebben geen ruimte Dat juist 20 'n pastoor van Ars de negentiende eeuw moest komen verontrusten De weergaloze Christus Leningen verstrekt aan Indonesië Door V.S. en Rusland 6 DINSDAG 9 JUNI 1959 PAGINA 7 De deur waartegen een eeuw geleden de duivel soms zo woest te keer ging dat het daverde door de hele pastorie, stond wijd open en op de hete zondoorstoofde binnenplaats met de ouderwetse waterput en het schuur- afdak waaronder het hout voor de wintermaanden keurig opgestapeld lag, dromden de pelgrims en de nieuwsgierigen. Niemand komt naar Ars zonder die pastorie te bezoeken; niemand komt naar Ars dan om er iets terug te vinden van die merkwaardige dorpspas toor uit de vorige eeuw, die thans de patroon is van alle parochiegeestelij ken over de hele wereld, zoals zijn officiële titel luidt. Verder is er in Ars namelijk niets te beleven: er wonen welgeteld vijfhonderd twintig mensen, daarbij inbegrepen de bewoners van twee weeshuizen en die van de Carmel. Boerenmensen, wat landarbeiders, een paar gezinnen die leven van de ver koop van souvenirs, ansichtkaarten en foeilelijke devotionalia. Ars is uiterlijk nauwelijks veranderd sinds de stervende Jean-Marie Vianney er precies honderd jaar geleden voor het laatst de kerkklok liet luiden. „Allez faire sonnerfluisterde hij, „ga luiden! De parochianen moeten immers voor hun curé biddenIn de vroege ochtenduren van de 4e augustus 1859 gaf hij uitgeteerd en leeggebrand zijn ziel terug aan zijn Schepper, eindelijk ontheven van de martelende last der verantwoorde lijkheid voor zijn kleine kudde, die hem in ogenblikken van zwakte soms té zwaar was geworden: „U hebt er geen idee van wat het zeggen wil als pas toor voor Gods rechterstoel te moeten verschijnenzuchtte hij dik wijls, „als ik alles geweten had wat een pastoor te lijden heeftWaarom ben ik niet bij de Trappisten ingetreden Op die 4e augustus honderd jaar geleden legde deze plattelandspastoor rekenschap af voor de tweehonderd dertig zielen die aan hem toevertrouwd waren. Van een lied en een vlag en een opgewonden interpellatie De heilige pastoor van Ars. Ars, vijfendertig kilometer van Lyon, midden in een golvend landschap dat enigszins aan Limburg doet denken, stond in die tijd op geen enkele weg wijzer; thans vindt men de route naar dit dorp reeds van ver aangegeven. Het laatste stuk van de weg ruikt naar verse teer, daarna komen - voorbij het grote beeld van Sint Philomena dat naar het dorp wijst - de hoge feest- vanen die de toegang tot de gemeen te omzomen. Met de eenvoudige ere poort bij de eerste huizen zouden ze kunnen dienen als versiering voor de jaarlijkse dorpsprocessie: de versiering wordt gecompleteerd met een soort „manipels", kort katoenen stroken in de liturgische kleuren die aan vele vensterbanken zijn bevestigd. Zo herdenkt Ars de honderdste sterf dag en verwelkomt de pelgrims. De afgelopen pinksterdagen ronkten er in vier uur tijds niet minder dan 3600 auto's dit kleine landelijke dorp bin nen, op 8 mei telde men twintigdui zend pelgrims.Het dorpje is er niet op berekend; de huidige pastoor, zesde opvolger van de heilige curé, is er ei genlijk niet eens zo enthousiast over. „Te veel toeristische pelgrimages", zegt hij, „te gehaast allemaal. En we heb ben geen ruimte. Vorig jaar droegen hier zesduizend priesters de mis op; Fransen voornamelijl ja, maar ook opvallend veel Duitsers... We hebben nu voor het eeuwfeest een openlucht- kerk buiten, maar ook die heeft slechts duizend plaatsen; we zullen moeten bouwen, gedeeltelijk ondergronds als in Lourdes....Maar niet zo groot natuur lijk. Er mag bovendien aan het uiter lijk van Ars niet veel veranderen". „En uw parochianen?" „Oh, de invloed is er nog steeds... al die oude families uit zijn tijd zijn practiserend gebleven...als u in de kerk gaat kijken zal het u bovendien op vallen hoeveel mensen hier komen biechten...ja, de invloed is zeker niet verdwenen...". Lakstempel op pook Men schuifelt mee dé pastorie bin nen. Alles wat herinnert aan de ner veuze gehaaste dorpspastoor, die reeds bij zjjn leven als een heilige werd ver eerd, heeft men er met een bijzondere piëteit in verzameld. De keuken en de woon-slaapkamer zijn precies terugge bracht in de staat waarin de pastoor van Ars ze indertijd achterliet. Een lakstempel bevestigt zelfs de authen ticiteit van de ijzeren pook naast de open schouw. Sensationeel is natuur lijk „het bed" dat in 1857 door de dui vel in brand werd gestoken. Het staat zwart geblakerd beneden en alle Fran sen rondom me fluisterden „Voilé, le lit brule..het verbrande bed..". De hei- - udit so°rt belangstelling onge twijfeld bruusk hebben afgeweerd; hij sprak bijna nooit over alle uitzonder lijke dingen die er in deze pastorie zijn voorgevallen. ,,ln het begin was ik bang bekende hij eens, „maar je went er aan. Ik keer me tot God, maak een kruisteken...hij kan niets zonder Gods toelating. Ik heb overigens ge merkt dat het lawaai het ergste is en de aanvallen zich verdubbelen wan neer er de volgende dag een groot zondaar moet komen..." Dan verdubbelde „le grappin" (de scheldnaam die de pastoor van Ars spottend gebruikte voor de duivel, let terlijk: „de mesthaak") zijn zenuwen oorlog en verhinderde de afgetobde ma gere priester vaak om een oog dicht te doen. Veel gevaarlijker dan deze „specta culaire" aanvallen, waren overigens de afschuwelijke bekormgen van wan hoop waaronder de heilige geleden heeft. Verpletterd onder het gewicht van zijn eigen nietigheid en nietswaardigheid vocht hij er zijn hele leven tegen, maar WSUIm^^mBÊB^Êi!^MBmÊiÊÊiiÊlSÊÊS^ÊÊ!^ÈÊÊÊ^^^L^ÊSK' H« dat ze als het ware eerst door hem §11 zelf zijn heengegaan, dat hij er om bWM" Krat. 1M9H 5|§ geworsteld heeft: alle aangeleerde re- 19 thoriek is er vreemd aan. „Het beste 19 bewijs voor het feit dat wij wel in HllgB de wereld zijn maar niet van deze we- If reld", zei hij, „is ons telkens herhaald: m onze Vader die in de hemel zjjt....". Mj De aanwezigheid van Christus in het tabernakel was voor hem zo reëel dat s. >-Al§ hÜ soms ineens zijn preek onderbrak, !|i|§MB zich naar het altaar keerde en zei: jttü de het nogmaals, en nogmaals: Hij is iWËÈM daar...Hij is daar werkelijk...". Deze tjjiiWIIIIlBIM^ herhaling, de overtuiging waarmee hij die drie woorden stamelde, maakten Er wonen thans ruim vijfhonderd mensen m het dorp; tegen de avond kan men meer indruk dan een lang en woorden-I vlak achter de basiliek de koeien naar de stal zien drijven. tien uur per dag doorbracht, stort te een nooit ophoudende stroom van mensen uit Frankrijk en daarbuiten haar morele ontreddering over hem uit, hier klonk zijn verwijtend „que c'est dommage"(wat jammer), hier zei hij soms ineens scherp: „Dites moi, mon ami, wat voor kwaad heeft onze Heer jou gedaan dat je Hem •zo rinrft hohanriplpnhier zat h\j zo durft behandelen! soms te huilen. Hard was hij alleen voor degenen die zich onvoldoende hadden voorbereid; een enkele keer stuurde hij ze terug of stelde de absolutie uit. Deze laatste maatregel werd in die tijd overigens ook door andere biechtvaders toege past. Hij had de gave om met één oog opslag iemands geestelijke gesteldheid te peilen, over zijn „helderziendheid" sprak men zelfs buiten Frankrijk's gren- zen. Zelf zei hij: „Men moet naar Ars I hem bij zjjn leven schonk, maakten rijk betoog. Over h t priesterschap zei hij: „De macht van de priester is onbeschrijfelijk groot. Hp maakt van een stuk brood God; dat is meer dan het scheppen van een hele we- J. W HOFWIJK reld...". Heel veel beelden ontleende hij aan zijn directe omgeving; sommige waren zo concreet afgestemd op het plattelandsleven dat ze bijna choque rend werkten. Wanneer hij tekeer ging over de zonde, sloeg de stank van het „bedorven vlees vol maden" bijna uit zjjn woorden. Overigens sprak hij meer over de liefde en de barmhar tigheid dan over de hellestraffen, al spaarde hij zijn gehoor niet. De uitzonderlijke genaden welke God komen om te begrijpen wat zonde is; Men weet niet wat men ertegen moet doen. Men kan alleen maar huilen en bidden Een door de duivel bezetene beet hem eens toe:„Als er drie als jij op aarde waren, zou mijn rijk verwoest zijn Preek van drie woorden In het kerkje zelf met de krans van kleine zijkapelletjes staat nog zijn preek stoel, en de koorbank vanwaar uit hij elke ochtend tegen elf uur zijn cate- chismuslessen gaf. De kerk was dan stampvol, ofschoon hij zeker geen begaafd gewijd redenaar in dc gewone zin van het woord was. Op het laatst van zijn leven, toen hij geen enkele tand meer Hel oude kerkje van Ars is tegenwoordig een soort voorportaal van de basiliek, - - die men later gebouwd heeft. Overigens biedt ook die te weinig ruimte om de m zpn mond had, was zpn hoge stem toeristen-pelgrims te herbergen. Er is nu een openluchtkerk ingericht. ook over deze beproeving heeft hij zich instruit, en tout cas il est éclairé... Het geooortehuis van Jean-Marie Vianney te Dardilly bij Lyon. zelden beklaagd, al was zij oorzaak dat hij een paar keer wegvluchtte uit zijn parochie. En natuurlijk vindt men in de keuken al het miserabele kook gerei, de aardewerken etenskom op de houten tafel, de aardappelketel in de schouw waarin zijn minimaal dag rantsoen werd gekookt, dat hij later op voorschrift van de dokter iets ver ruimde. Kleine penitenties Boven op de eerste verdieping be vond zich de woon-slaapkamer. Een grote houten trap - de muren zijn vol- gekrast met namen van de bezoekers - voert erheen. „Ah zijn bril..." zegt iemand naast me, „en zijn brevier...en zijn parapluie...en daar, zijn schoenen.." Al die voorwerpen in de niet zeer gro te kamer met de lage balkenzonde- ring en de grote plavuizen op de vloer zijn van een bijna overrompe lende expressivi teit: die grote on elegante, groenver- schoten parapluie, de typische ouder wetse Franse pas- toorshoed, het sta len brilletje, die ouwe afgetrapte schoenen half on der het bed, het inktstelletje op de tafel, de boeken kast in de hoek, het bed waarin hij stierfOp een vendu had het nauwelijks een handvol francs op gebracht, met uit zondering van de boeken misschien. In sommige le- vensbeschrijvingen is al te zeer de na druk gelegd op bet feit dat hij zo moei lijk leren kon; in derdaad was de studie van het La tijn voor deze late roeping letterlijk een heroïsch wor stelen, maar dom was hij allerminst. Hij had een tame lijk uitgebreide bi bliotheek (leende veel uit, wat nooit terugkwam), bezat èn las een groot aantal werken over theologie en gees telijk leven. Zijn bisschop zei van hem: „Peut-être pas (misschien niet geleerd, maar in ieder geval heeft hij een helder gezond ver stand. Zijn paramenten vindt men tentoon gesteld in de voormalige logeerkamer: de eerste albe die zijn moeder zelf maakte voor zijn wijding in 1815, zijn kazuifels, een koorkap. Men ziet er ook de benoemingsbrief voor Ars. het kruis van het Legion d'Honneur waarmee Napoleon hem begiftigde, zjjn kanunni kenmanteltje, en in een kleine aparte vitrine de „instruments de pénitence" (boetewerktuigen) welke hij op zjjn li chaam droegDat lichaam heelt hij bepaald niet verwend. Rust gunde hij het nooit („tijd om te rusten krijgen we genoeg op het kerkhof") en zjjn pa rochianen zagen het licht van de kleine stallantaarn 's avonds nog laat over de binnenplaats zwaaien om te ver dwijnen in de kerk, waar hij halve nachten doorbracht voor het taberna kel. Zo heiligde hij zijn parocme, zo boette hij voor degenen die in liefde te kort schoten. „Les gros poissons" (de gro te vissen) die hij de absolutie schonk, waren soms verbaasd over de geringe penitentie die hij hen oplegde: de rest nam hij zelf voor zijn rekening. De biechtstoel In de kerk klinkt boven het geschui fel van de drommen pelgrims voort durend de gedempte stem van een pries ter die tot doorlopen aanmaant: „Cir- culez m'sieurs, dames! „Er is éénrich tingsverkeer maar iedereen wil de klei ne sacristie zien, waar de biechtstoel voor de mannen staat. Ook tijdens het leven van de pastoor zal het in deze dorpskerk met haar schip van welge teld twintig meter lengte, wel niet al tijd even rustig zijn toegegaan. Een aparte ordebewaarder stond toen bij een ijzeren hek om de mannen een voor een in de sacristie toe te laten (vrouwen biechtten elders). Het jaar voor hij stierf zouden er tachtigduizend vreemdelingen naar Ars zijn toegeko men, moest men met een wachttijd van drie volle dagen rekenen vooraleer men bij de curé kon neerknielen. Hoe veel uren van zijn leven de pastoor in die koude onverwarmde sacristie biechtstoel heeft doorgebracht is niet bij benadering te zeggen. Bekend is al leen het laconieke antwoord dat hij gaf toen men hem vroeg of hij 's win ters van dat uren stil zitten geen kou de voeten kreeg: „Tussen Allerheiligen en Pasen voel ik mijn voeten niet..." Boven op de pastorie bevindt zich nog de koperen kruik welke men in de laatste jaren van zijn leven heimelijk onder zijn voetensteun legde... Men heeft de biechtstoel thans ge heel overtrokken met stevig horren gaas om te voorkomen dat relikwie- en souvenir jagers er nog meer stuk ken hout uit zouden kerven. Hier in deze kale ruimte, waar hij soms vijf- zelfs practisch onverstaanbaar, maar zijn bijzonder expressief gezicht, zijn gebaren, zijn tranen vulden aan waar woorden tekort schoten. Zelf was hij het meest verbaasd over zijn succes; hij kon zich kinderlijk verheugen op het bezoek van een priester die geleer der was dan hij, was opgetogen wan neer hjj een „echte predikant" op be zoek kreeg en raakte er niet over uit gepraat dat de beroemde Lacordaire de parochie de eer wilde aandoen in het kerkje te preken. Zjjn eigen predikaties en onderrich tingen mochten dan soms uitmonden in een onmachtig stamelen, ze bevatten een ontzaglijke rijkdom aan vaak zeer oorspronkelijk geformuleerde ge dachten. In het onlangs verschenen werk van abbé Bernard Nodet 1) over de pastoor van Ars vindt men hon derden citaten en steeds weer wordt men getroffen door de directe meest al zeer concrete manier, waarop de heilige dorpspastoor de geloofswaarhe den onder woorden bracht. Men proeft uit deze ongekunstelde formuleringen. hem zeker niet hoogmoedig, waren er evenmin oorzaak van dat hjj zich „an ders dan anderen" voelde. Hij heeft ongetwijfeld zeer geleden onder de af schuwelijke lastercampagnes welke men in het begin van zijn priester schap tegen hem ontketende; misver stand en verdachtmakingen, sommige ronduit satanisch, moeten een ontzag lijke beproeving betekend hebben, maar toen hij een keer per toeval een petitie aan de bisschop in handen kreeg die tegen hem gericht was, zet te hij er zijn eigen naam ook onder en stuurde ze door. In zijn houding tegenover anderen legde hij een verrassende delicatesse aan de dag. Deze werkelijk getour- De schoenen van de pastoor van Ars vindt men nog in zijn pastorie. menteerde priester oefende op de ge kwelde en geschonden mensen die ra deloos naar hem toekwamen een on weerstaanbare aantrekkingskracht uit door de grote... rust en goedheid die hij naar buiten uitstraalde. Zijn atten tie voor de evenmens uitte zich ook in allerlei tekenende kleinigheden. Zo bleef hij tijdens de vespers in zijn kerk je altijd geknield; was er echter een andere priester op bezoek dan ging hij steeds het eerste zitten om zijn gast niet onnodig te vermoeien. Hjj voelde zich nooit „anders dan an deren". Hij leefde geheel in en voor de kerk. Om de mystieke liefdesge meenschap van de hele kerk te de monstreren, haalde hij het voorbeeld aan van de strohalm en de bos stro. „Als je één strohalm aansteekt," zei hij, „dooft hij onmiddellijk uit. Maar een verzameling strohalmen, een hele bos stro verspreidt een enorme gloed." Hoogmoed was hem vreemd. Zelfs de beslissing van de bisschop ten aanzien van zijn weeshuis „Provi dence" accepteerde hij onmiddellijk. Ofschoon zijn beleid ten aanzien van dit huis zo vaak met tastbare won deren was gezegend, ging de gehoor zaamheid hem boven alles, zelfs toen de bisschop dit beleid doorkruiste en de pastoor de redelijkheid van de bis schoppelijke maatregelen niet kon inzien. „Ik zie er de wil van God niet in dat de leiding van de Provi dence in andere handen overgaat," zei hij, „maar monseigneur wel, en dus moeten we gehoorzamen..." Beeldjes en prenten Voor de preekstoel ziet men nog de grafsteen, die vijfenveertig jaar lang zijn stoffelijk overschot bedekte. „Veel bijzonders laat ik jullie niet na, zei hij soms, „m'n lijk dat is alles..." Er gebeurden op dat graf twee won deren die als authentiek werden erkend. Later, in 1904, werd tijdens het proces van zaligverklaring het graf geopend. Thans ligt de heilige pastoor van Ars, voor iedereen zichtbaar, in een kostbaar schrijn rechts in de nieuwe „aangebouwde" basiliek. Het oude oor spronkelijke dorpskerkje dient name lijk momenteel min of meer als „voor- jjortaal" voor het grotere veel ruimere godsgebouw dat eraan vastgebouwd is. Oude en nieuwe kerk vormen samen een architectonische combinatie die nogal merkwaardig is. Om een of an dere reden wint het oorspronkelijke kerkje het daarbij ondanks zijn scha mele lelijkheid. Misschien zou de pastoor van Ars zelf verrukt geweest zijn van de nieuwe luisterrijke basiliek. De laatste ove rigens minst belangrijke ontdekking die men namelijk in Ars doen kan is is die over de artistieke smaak van de heilige curé. Getuige de heiligen beelden en religieuze voorstellingen in zjjn kerk en op zijn kamer was hjj zijn tijd zeker niet... vooruit. Sommige pelgrims die de aankleding van zijn werkkamer bekeken reageerden met iets van een hooghartig medelijdend lachje toen ze de lelijke beeldjes onder de stolpen zagen staan en de oude re ligieuze prenten, die thans „kitsch" heten. „Niet veel zaaks," grinnikte iemand achter me, en in de kleine Mariakapel haalde later iemand de schouders op voor het grote barokke madonnabeeld, dat de pastoor op 1 mei 1836 een groot stralenomkranst hart op de borst hing. In dit hart bevond zich een lijst met de namen van al zijn parochianen, zijn eigen naam sloot (Van onze Romeinse correspondent) Voor het begin van de jongste voetbalwedstrijd Engeland-Italië klonk over het '"ritse veld in schetterende tonen de oude Italiaanse koningsmars in plaats van het republikeinse volkslied. De Engelse kran ten hebben zich er met wat humor afgemaakt. De Ita liaanse ambassadeur bij het Hof van Sint James verzocht in een onderhandse nota het Foreign Office aan de gehele Britse onderhorigheid te doen weten, dat de „Inno di Mameli" bereids elf jaren het officiële Italiaanse volks lied was en wellicht heeft hij ter verspreiding er een partituur bijgevoegd. Het was een flater, maar de vijftig miljoen rechtvaar dige en vrijgeboren Britse onderdanen leven nu een maal op eilanden. Hiermede was de kous echter niet af. De Italiaanse vrienden en begunstigers van de Federatie der Russische volksdemocratische republie ken dienden bij minister president Segni een vlam mend en fervent protest in tegen het voorgevallene. Het was een affront, zeiden zij, de zoveelste belediging, die de Italiaanse én Republi keinse Maagd in het aange- laat geslingerd werd. Overwegen wij een ogen- legenheden en van politiek gewroet om het ongelukkige land wederom te brengen onder de tyrannie van het Huis van Savoie. Van dit alles zou de regering niet blik de diepere -in dezer in- haarfijn op de hoogte zijn?! terpellatie. Ook in Italië ver eist belediging opzet. Er zou En van hier is het nog maar één stap om in 's lands ver- dus van opzet sprake zijn, opzet van het perfide Albion, medelid van de tot oorlog ophitsende NATO, medepart- gaderzaal Segni te kunnen toeroepen: Treed af, land verrader! Was ook de premier tot een ner van het kapitalistische zelfde ontleding der achter- blok, dat zich aan Amerika verkocht heeft, bondgenoot en handlanger van de recht se regering Segni. Merk waardige coïncidentie: de huidige Italiaanse regering steunt op de monarchistische partijLigt het niet voor de hand. dat de monarchis ten de hand in het spel hadden? Dan is er ook evident sprake van een Brits (muzi kaal) ingrijpen in de Ita liaanse binnenlandse aange- gronden gekomen? Hij heeft de volksvertegenwoordiging aldus toegesproken. „Kom aan, onorevoli, tant de bruit pour une omelette soufflée! (Luid rumoer). Het is niet de eerste maal, dat er op dit gebied vergissingen gemaakt worden. (Kreten van afkeur van links). Bepalen wij ons tot onze eigen recente his torie. Ik herinner mij, dat voor enkele jaren bij een in ternationale wedstrijd onze driekleur gehesen werd, maar versierdmet het koninklijk wapen! (Luid ge roep van links). Dat was in Moskou. (Stilte). In 1948 kon een onzer sportleiders ver gissingen voorkomen, toen hij in een Parijs stadion een Franse militaire band ern stig hoorde oefenen op de koningsmars en het fascis tische „Giovinezza" Maar toen in Madrid een Spaanse harmonie ons volkslied goed speelde, wilde het falangis- tische publiek het muziekje en de spelers aanvliegen: men herinnerde zich de me lodie als een van het linkse front in de burgeroorlog. En werd nog vrij onlangs onze collega Martino. toen liberaal minister van Buitenlandse Zaken, in Indië niet harte lijk verwelkomd met het fas cistische volkslied?! Met een onschuldige glim lach keek de minister-presi dent de aula van het parle ment rond. Van de voor gangers der Natie kon slechts gezegd wprden: Conticuere omnes, intentique ora tene- ,bant: Allen zwegen stil en hielden gespannen hun mond. Een hamerslag van de voorzitter sloot de interpel latie voor goed. Ars op het eeuwfeest van zijn heilige pastoor de lange lijst. Zo wijdde hij zijn pa rochie toe aan Maria Onbevlekt Ont vangen. Ach nee, wanneer wij in de vorige eeuw een priester hadden moeten uit zoeken die met kop en schouders bo ven zijn tijdgenoten uitstak, wanneer wij een patroon voor alle zielzorgers van de hele wereld hadden moeten kie zen, een „representatief" iemand, waarmee je „voor de dag" had kunnen komen, dan waren we niet naar Ars gegaan. Hj) ligt boven het altaar in de kapel van de „glorification", achter de kris tallen ruiten van het vergulde, rijk be werkte schrijn. De dood heeft hem ver kleind, lijkt het: een schamele kleine pastoor, het hoofd (bedekt met een masker) iets opzij. Het slapende ge zicht heeft iets van een glimlach, waaruit nog niet alle pijn geweken is. Hij is gekleed in rochette, de goud ge borduurde stola van zjjn priesterlijke waardigheid om; in zijn ineengestren gelde handen houdt hij de rozenkrans. Tegen de gebogen achterwand van de kapel leest men ontelbare gebedsver horingen en dankbetuigingen. Daar on der dit citaat: „Laat een parochie twintig jaar zonder priester, men zal er de beesten aanbidden..." Het is een van die bijna crue uit spraken waarvoor hjj bekend stond. „Ergerlijk dat juist zo'i pastoor van Ars de negentiende eeuw moest komen verontrusten" zei een tijdgenoot. Het is te hopen dat hij ook de... twintigste eeuw nog verontrust. 1) Dit voortreffelijke, onlangs versche nen boek van een priester uit de clergé van Ars, Bernard Nodet, heet: „Jean-Marie Vianney, curé d'Ars. Sa penset son coeur (Editions Xavier Mappus Le Puy-Paris). De illustraties bij dit artikel zijn ont leend aan het boek „De pastoor van Ars'' van mgr. Fourrey, bisschop van Belly. De vertaling is met alle zorg uit gegeven door Paul Brand, Hilversum. Op een bijeenkomst van natuurkun digen in San Francisco heeft dr. Wil son J. Frank van de universiteit van Californië meegedeeld, dat het thans mogelijk is kernsplitsings-apparaten aan te kopen voor vreedzame doelein den, zoals het aanleggen van havens, het verbrijzelen van rotsen, het maken van kraters in de grond e.d. Volgens United Press International zijn de con dities de volgende. De goedkoopste kernbom kost een half miljoen dollar. Daarvoor krijgt men dan een kleine atoombom met een explosieve kracht van 5.000 ton TNT. Het monster is ver pakt in een kist van ongeveer een ku bieke meter. De prijs loopt niet even redig met de stijging van de explosie ve kracht op. Een bom ter sterkte van vijf miljoen ton TNT kost „slechts" éen miljoen dollar. Bij afname van grotere hoeveelheden wordt korting verleend. Nasretdin Ablasov, een employé van de Kirgiezische academie van weten schappen, neemt zijn Latijn serieus. Toen Ablasov wegens openbare dron kenschap werd opgebracht, reciteerde hij er lustig in het Latijn op los in de trant van „De waarheid wordt in wijn gevonden." Een Franse edelman, chevalier d'Or- geix, is speciaal naar Bangui in de Centraal-Afrikaanse republiek gereisd om van zijn huisdier af te komen. Dit huisdier is een panter, die luistert naar de exotische naam „Zouma". De edel man verklaarde, dat Zouma de laatste tijd wat te wild werd voor het gecivili seerde leven van Parijs en bovendien meende de chevalier, dat zijn luxueuze flat niet de juiste omgeving voor het dier was. Zouma werd humeurig en haar meester besloot daarom naar Bangui te reizen en haar in het oer woud los te laten. „Maar", aldus de chevalier, „Parijs heeft haar bedorven. Zij is bang voor het oerwoud en ver liest mij geen seconde uit het oog." iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiini Bij de uitgeverij het Spectrum te Utrecht zijn de lijdensmeditaties, die p- M. Hensen O. P. verleden jaar voor de K.R.O. gehouden heeft, in druk ver schenen. Het doel van deze meditaties was „duidelijk te maken, dat onze Heer in zijn bitter en zalig Hjden de enige is, op wie de mens zich in leven en dood kan verlaten zonder dat hij teleurge steld wordt; dat wij bij Hem en bij Hem alleen alles terugvinden wat ons angstig maakt, eenzaam, onzeker, al les, wat ons bedreigt en ons geluk, maar dat wp het bij Hem en bij Hem alleen terugvinden als oplossing, als antwoord, als zekerheid." P. Hensen heeft in deze preken zijn opzet voortreffelijk verwezenlijkt Zijn oecumenische instelling was bovendien oorzaak, dat deze meditaties ook by niet-katholieke toehoorders grote, on belemmerde aandacht vonden. Menig een zal deze uitgave met instemming begroeten, omdat ze het mogeiyk maakt wat hem bij het luisteren reeds trof nog eens rustig in zich op tf nemen. De meditaties zyn geheel op Christus geconcentreerd, bp wie alleen ieder zich veilig kan voelen. j Volgens een mededeling van Antara heeft Indonesië twee grote nieuwe le ningen verkregen van Rusland en van de Verenigde Staten. Rusland verstrekt een lening van zeventien en een half miljoen Amerikaanse dollars voor de bouw van een sportstadion te Djakarta en van een ethnologisch onderzoekcen trum op Ambon. De Russische handels attaché te Djakarta, Kolibalov, heeft volgens Antara, medegedeeld, dat het bedrag van 17,5 miljoen dollar wordt verstrekt los van de lening van 100 mil joen dollar, die Indonesië reeds van Rusland verkreeg. Hp zei ook, dat Rus land bereid is, met Indonesië een over eenkomst aan te gaan voor een groot wegenbouwproject. Te Washington heeft de Export-Importbank volgens Antara een lening goedgekeurd van vpf miljoen dollar aan de „Garuda" voor de aankoop van drie Lockheed-Electra straalvliegtuigen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 7