BRITS MUZIKAAL INGRIJPEN IN
ITALIAANSE AANGELEGENHEDEN
ZIJN INVLOED IS ZEKER NIET VERDWENEN
Te veel toeristische pelgrimageste gehaast
We hebben geen
ruimte
Dat juist 20 'n pastoor van Ars de negentiende
eeuw moest komen verontrusten
De weergaloze Christus
Leningen verstrekt
aan Indonesië
Door V.S. en Rusland
6
DINSDAG 9 JUNI 1959
PAGINA 7
De deur waartegen een eeuw geleden de duivel soms zo woest te keer ging
dat het daverde door de hele pastorie, stond wijd open en op de hete
zondoorstoofde binnenplaats met de ouderwetse waterput en het schuur-
afdak waaronder het hout voor de wintermaanden keurig opgestapeld lag,
dromden de pelgrims en de nieuwsgierigen.
Niemand komt naar Ars zonder die pastorie te bezoeken; niemand komt
naar Ars dan om er iets terug te vinden van die merkwaardige dorpspas
toor uit de vorige eeuw, die thans de patroon is van alle parochiegeestelij
ken over de hele wereld, zoals zijn officiële titel luidt. Verder is er in Ars
namelijk niets te beleven: er wonen welgeteld vijfhonderd twintig mensen,
daarbij inbegrepen de bewoners van twee weeshuizen en die van de Carmel.
Boerenmensen, wat landarbeiders, een paar gezinnen die leven van de ver
koop van souvenirs, ansichtkaarten en foeilelijke devotionalia.
Ars is uiterlijk nauwelijks veranderd sinds de stervende Jean-Marie
Vianney er precies honderd jaar geleden voor het laatst de kerkklok liet
luiden. „Allez faire sonnerfluisterde hij, „ga luiden! De parochianen
moeten immers voor hun curé biddenIn de vroege ochtenduren van
de 4e augustus 1859 gaf hij uitgeteerd en leeggebrand zijn ziel terug aan
zijn Schepper, eindelijk ontheven van de martelende last der verantwoorde
lijkheid voor zijn kleine kudde, die hem in ogenblikken van zwakte soms té
zwaar was geworden: „U hebt er geen idee van wat het zeggen wil als pas
toor voor Gods rechterstoel te moeten verschijnenzuchtte hij dik
wijls, „als ik alles geweten had wat een pastoor te lijden heeftWaarom
ben ik niet bij de Trappisten ingetreden
Op die 4e augustus honderd jaar geleden legde deze plattelandspastoor
rekenschap af voor de tweehonderd dertig zielen die aan hem toevertrouwd
waren.
Van een lied en een vlag en een
opgewonden interpellatie
De heilige pastoor van Ars.
Ars, vijfendertig kilometer van Lyon,
midden in een golvend landschap dat
enigszins aan Limburg doet denken,
stond in die tijd op geen enkele weg
wijzer; thans vindt men de route naar
dit dorp reeds van ver aangegeven.
Het laatste stuk van de weg ruikt naar
verse teer, daarna komen - voorbij
het grote beeld van Sint Philomena
dat naar het dorp wijst - de hoge feest-
vanen die de toegang tot de gemeen
te omzomen. Met de eenvoudige ere
poort bij de eerste huizen zouden ze
kunnen dienen als versiering voor de
jaarlijkse dorpsprocessie: de versiering
wordt gecompleteerd met een soort
„manipels", kort katoenen stroken
in de liturgische kleuren die aan vele
vensterbanken zijn bevestigd.
Zo herdenkt Ars de honderdste sterf
dag en verwelkomt de pelgrims. De
afgelopen pinksterdagen ronkten er in
vier uur tijds niet minder dan 3600
auto's dit kleine landelijke dorp bin
nen, op 8 mei telde men twintigdui
zend pelgrims.Het dorpje is er niet
op berekend; de huidige pastoor, zesde
opvolger van de heilige curé, is er ei
genlijk niet eens zo enthousiast over.
„Te veel toeristische pelgrimages", zegt
hij, „te gehaast allemaal. En we heb
ben geen ruimte. Vorig jaar droegen
hier zesduizend priesters de mis op;
Fransen voornamelijl ja, maar ook
opvallend veel Duitsers... We hebben
nu voor het eeuwfeest een openlucht-
kerk buiten, maar ook die heeft slechts
duizend plaatsen; we zullen moeten
bouwen, gedeeltelijk ondergronds als in
Lourdes....Maar niet zo groot natuur
lijk. Er mag bovendien aan het uiter
lijk van Ars niet veel veranderen".
„En uw parochianen?"
„Oh, de invloed is er nog steeds...
al die oude families uit zijn tijd zijn
practiserend gebleven...als u in de kerk
gaat kijken zal het u bovendien op
vallen hoeveel mensen hier komen
biechten...ja, de invloed is zeker niet
verdwenen...".
Lakstempel op pook
Men schuifelt mee dé pastorie bin
nen. Alles wat herinnert aan de ner
veuze gehaaste dorpspastoor, die reeds
bij zjjn leven als een heilige werd ver
eerd, heeft men er met een bijzondere
piëteit in verzameld. De keuken en de
woon-slaapkamer zijn precies terugge
bracht in de staat waarin de pastoor
van Ars ze indertijd achterliet. Een
lakstempel bevestigt zelfs de authen
ticiteit van de ijzeren pook naast de
open schouw. Sensationeel is natuur
lijk „het bed" dat in 1857 door de dui
vel in brand werd gestoken. Het staat
zwart geblakerd beneden en alle Fran
sen rondom me fluisterden „Voilé, le
lit brule..het verbrande bed..". De hei-
- udit so°rt belangstelling onge
twijfeld bruusk hebben afgeweerd; hij
sprak bijna nooit over alle uitzonder
lijke dingen die er in deze pastorie
zijn voorgevallen. ,,ln het begin was
ik bang bekende hij eens, „maar je
went er aan. Ik keer me tot God, maak
een kruisteken...hij kan niets zonder
Gods toelating. Ik heb overigens ge
merkt dat het lawaai het ergste is en
de aanvallen zich verdubbelen wan
neer er de volgende dag een groot
zondaar moet komen..."
Dan verdubbelde „le grappin" (de
scheldnaam die de pastoor van Ars
spottend gebruikte voor de duivel, let
terlijk: „de mesthaak") zijn zenuwen
oorlog en verhinderde de afgetobde ma
gere priester vaak om een oog dicht
te doen.
Veel gevaarlijker dan deze „specta
culaire" aanvallen, waren overigens
de afschuwelijke bekormgen van wan
hoop waaronder de heilige geleden heeft.
Verpletterd onder het gewicht van zijn
eigen nietigheid en nietswaardigheid
vocht hij er zijn hele leven tegen, maar
WSUIm^^mBÊB^Êi!^MBmÊiÊÊiiÊlSÊÊS^ÊÊ!^ÈÊÊÊ^^^L^ÊSK' H« dat ze als het ware eerst door hem
§11 zelf zijn heengegaan, dat hij er om
bWM" Krat. 1M9H 5|§ geworsteld heeft: alle aangeleerde re-
19 thoriek is er vreemd aan. „Het beste
19 bewijs voor het feit dat wij wel in
HllgB de wereld zijn maar niet van deze we-
If reld", zei hij, „is ons telkens herhaald:
m onze Vader die in de hemel zjjt....".
Mj De aanwezigheid van Christus in het
tabernakel was voor hem zo reëel dat
s. >-Al§ hÜ soms ineens zijn preek onderbrak,
!|i|§MB zich naar het altaar keerde en zei:
jttü de het nogmaals, en nogmaals: Hij is
iWËÈM daar...Hij is daar werkelijk...". Deze
tjjiiWIIIIlBIM^ herhaling, de overtuiging waarmee hij
die drie woorden stamelde, maakten
Er wonen thans ruim vijfhonderd mensen m het dorp; tegen de avond kan men meer indruk dan een lang en woorden-I
vlak achter de basiliek de koeien naar de stal zien drijven.
tien uur per dag doorbracht, stort
te een nooit ophoudende stroom van
mensen uit Frankrijk en daarbuiten
haar morele ontreddering over hem
uit, hier klonk zijn verwijtend „que
c'est dommage"(wat jammer), hier
zei hij soms ineens scherp: „Dites
moi, mon ami, wat voor kwaad heeft
onze Heer jou gedaan dat je Hem
•zo rinrft hohanriplpnhier zat h\j
zo durft behandelen!
soms te huilen.
Hard was hij alleen voor degenen die
zich onvoldoende hadden voorbereid;
een enkele keer stuurde hij ze terug of
stelde de absolutie uit. Deze laatste
maatregel werd in die tijd overigens
ook door andere biechtvaders toege
past. Hij had de gave om met één oog
opslag iemands geestelijke gesteldheid
te peilen, over zijn „helderziendheid"
sprak men zelfs buiten Frankrijk's gren-
zen. Zelf zei hij: „Men moet naar Ars I hem bij zjjn leven schonk, maakten
rijk betoog. Over h t priesterschap
zei hij: „De macht van de priester
is onbeschrijfelijk groot. Hp maakt
van een stuk brood God; dat is meer
dan het scheppen van een hele we-
J. W HOFWIJK
reld...". Heel veel beelden ontleende
hij aan zijn directe omgeving; sommige
waren zo concreet afgestemd op het
plattelandsleven dat ze bijna choque
rend werkten. Wanneer hij tekeer ging
over de zonde, sloeg de stank van het
„bedorven vlees vol maden" bijna uit
zjjn woorden. Overigens sprak hij
meer over de liefde en de barmhar
tigheid dan over de hellestraffen, al
spaarde hij zijn gehoor niet.
De uitzonderlijke genaden welke God
komen om te begrijpen wat zonde is;
Men weet niet wat men ertegen moet
doen. Men kan alleen maar huilen en
bidden
Een door de duivel bezetene beet
hem eens toe:„Als er drie als jij op
aarde waren, zou mijn rijk verwoest
zijn
Preek van drie woorden
In het kerkje zelf met de krans van
kleine zijkapelletjes staat nog zijn preek
stoel, en de koorbank vanwaar uit hij
elke ochtend tegen elf uur zijn cate-
chismuslessen gaf. De kerk was dan
stampvol, ofschoon hij zeker geen begaafd
gewijd redenaar in dc gewone zin van
het woord was. Op het laatst van zijn
leven, toen hij geen enkele tand meer
Hel oude kerkje van Ars is tegenwoordig een soort voorportaal van de basiliek, - -
die men later gebouwd heeft. Overigens biedt ook die te weinig ruimte om de m zpn mond had, was zpn hoge stem
toeristen-pelgrims te herbergen. Er is nu een openluchtkerk ingericht.
ook over deze beproeving heeft hij zich instruit, en tout cas il est éclairé...
Het geooortehuis van Jean-Marie Vianney te Dardilly bij
Lyon.
zelden beklaagd, al was zij oorzaak
dat hij een paar keer wegvluchtte uit
zijn parochie.
En natuurlijk vindt men
in de keuken al het miserabele kook
gerei, de aardewerken etenskom op
de houten tafel, de aardappelketel in
de schouw waarin zijn minimaal dag
rantsoen werd gekookt, dat hij later
op voorschrift van de dokter iets ver
ruimde.
Kleine penitenties
Boven op de eerste verdieping be
vond zich de woon-slaapkamer. Een
grote houten trap - de muren zijn vol-
gekrast met namen van de bezoekers -
voert erheen. „Ah zijn bril..." zegt
iemand naast me, „en zijn brevier...en
zijn parapluie...en daar, zijn schoenen.."
Al die voorwerpen in de niet zeer gro
te kamer met de
lage balkenzonde-
ring en de grote
plavuizen op de
vloer zijn van een
bijna overrompe
lende expressivi
teit: die grote on
elegante, groenver-
schoten parapluie,
de typische ouder
wetse Franse pas-
toorshoed, het sta
len brilletje, die
ouwe afgetrapte
schoenen half on
der het bed, het
inktstelletje op de
tafel, de boeken
kast in de hoek,
het bed waarin hij
stierfOp een
vendu had het
nauwelijks een
handvol francs op
gebracht, met uit
zondering van de
boeken misschien.
In sommige le-
vensbeschrijvingen
is al te zeer de na
druk gelegd op bet
feit dat hij zo moei
lijk leren kon; in
derdaad was de
studie van het La
tijn voor deze late
roeping letterlijk
een heroïsch wor
stelen, maar dom
was hij allerminst.
Hij had een tame
lijk uitgebreide bi
bliotheek (leende
veel uit, wat nooit
terugkwam), bezat
èn las een groot
aantal werken over
theologie en gees
telijk leven. Zijn
bisschop zei van
hem: „Peut-être pas
(misschien niet geleerd, maar in ieder
geval heeft hij een helder gezond ver
stand.
Zijn paramenten vindt men tentoon
gesteld in de voormalige logeerkamer:
de eerste albe die zijn moeder zelf
maakte voor zijn wijding in 1815, zijn
kazuifels, een koorkap. Men ziet er ook
de benoemingsbrief voor Ars. het kruis
van het Legion d'Honneur waarmee
Napoleon hem begiftigde, zjjn kanunni
kenmanteltje, en in een kleine aparte
vitrine de „instruments de pénitence"
(boetewerktuigen) welke hij op zjjn li
chaam droegDat lichaam heelt hij
bepaald niet verwend. Rust gunde hij
het nooit („tijd om te rusten krijgen
we genoeg op het kerkhof") en zjjn pa
rochianen zagen het licht van de kleine
stallantaarn 's avonds nog laat over
de binnenplaats zwaaien om te ver
dwijnen in de kerk, waar hij halve
nachten doorbracht voor het taberna
kel.
Zo heiligde hij zijn parocme, zo boette
hij voor degenen die in liefde te kort
schoten. „Les gros poissons" (de gro
te vissen) die hij de absolutie schonk,
waren soms verbaasd over de geringe
penitentie die hij hen oplegde: de rest
nam hij zelf voor zijn rekening.
De biechtstoel
In de kerk klinkt boven het geschui
fel van de drommen pelgrims voort
durend de gedempte stem van een pries
ter die tot doorlopen aanmaant: „Cir-
culez m'sieurs, dames! „Er is éénrich
tingsverkeer maar iedereen wil de klei
ne sacristie zien, waar de biechtstoel
voor de mannen staat. Ook tijdens het
leven van de pastoor zal het in deze
dorpskerk met haar schip van welge
teld twintig meter lengte, wel niet al
tijd even rustig zijn toegegaan. Een
aparte ordebewaarder stond toen bij
een ijzeren hek om de mannen een
voor een in de sacristie toe te laten
(vrouwen biechtten elders). Het jaar
voor hij stierf zouden er tachtigduizend
vreemdelingen naar Ars zijn toegeko
men, moest men met een wachttijd van
drie volle dagen rekenen vooraleer
men bij de curé kon neerknielen. Hoe
veel uren van zijn leven de pastoor in
die koude onverwarmde sacristie
biechtstoel heeft doorgebracht is niet
bij benadering te zeggen. Bekend is al
leen het laconieke antwoord dat hij
gaf toen men hem vroeg of hij 's win
ters van dat uren stil zitten geen kou
de voeten kreeg: „Tussen Allerheiligen
en Pasen voel ik mijn voeten niet..."
Boven op de pastorie bevindt zich nog
de koperen kruik welke men in de
laatste jaren van zijn leven heimelijk
onder zijn voetensteun legde...
Men heeft de biechtstoel thans ge
heel overtrokken met stevig horren
gaas om te voorkomen dat relikwie-
en souvenir jagers er nog meer stuk
ken hout uit zouden kerven. Hier in
deze kale ruimte, waar hij soms vijf-
zelfs practisch onverstaanbaar, maar
zijn bijzonder expressief gezicht, zijn
gebaren, zijn tranen vulden aan waar
woorden tekort schoten. Zelf was hij
het meest verbaasd over zijn succes;
hij kon zich kinderlijk verheugen op
het bezoek van een priester die geleer
der was dan hij, was opgetogen wan
neer hjj een „echte predikant" op be
zoek kreeg en raakte er niet over uit
gepraat dat de beroemde Lacordaire
de parochie de eer wilde aandoen in het
kerkje te preken.
Zjjn eigen predikaties en onderrich
tingen mochten dan soms uitmonden
in een onmachtig stamelen, ze bevatten
een ontzaglijke rijkdom aan vaak
zeer oorspronkelijk geformuleerde ge
dachten. In het onlangs verschenen
werk van abbé Bernard Nodet 1) over
de pastoor van Ars vindt men hon
derden citaten en steeds weer wordt
men getroffen door de directe meest
al zeer concrete manier, waarop de
heilige dorpspastoor de geloofswaarhe
den onder woorden bracht. Men proeft
uit deze ongekunstelde formuleringen.
hem zeker niet hoogmoedig, waren er
evenmin oorzaak van dat hjj zich „an
ders dan anderen" voelde. Hij heeft
ongetwijfeld zeer geleden onder de af
schuwelijke lastercampagnes welke
men in het begin van zijn priester
schap tegen hem ontketende; misver
stand en verdachtmakingen, sommige
ronduit satanisch, moeten een ontzag
lijke beproeving betekend hebben,
maar toen hij een keer per toeval een
petitie aan de bisschop in handen
kreeg die tegen hem gericht was, zet
te hij er zijn eigen naam ook onder
en stuurde ze door.
In zijn houding tegenover anderen
legde hij een verrassende delicatesse
aan de dag. Deze werkelijk getour-
De schoenen van de pastoor van Ars
vindt men nog in zijn pastorie.
menteerde priester oefende op de ge
kwelde en geschonden mensen die ra
deloos naar hem toekwamen een on
weerstaanbare aantrekkingskracht uit
door de grote... rust en goedheid die
hij naar buiten uitstraalde. Zijn atten
tie voor de evenmens uitte zich ook
in allerlei tekenende kleinigheden. Zo
bleef hij tijdens de vespers in zijn kerk
je altijd geknield; was er echter een
andere priester op bezoek dan ging
hij steeds het eerste zitten om zijn
gast niet onnodig te vermoeien.
Hjj voelde zich nooit „anders dan an
deren". Hij leefde geheel in en voor
de kerk. Om de mystieke liefdesge
meenschap van de hele kerk te de
monstreren, haalde hij het voorbeeld
aan van de strohalm en de bos stro.
„Als je één strohalm aansteekt,"
zei hij, „dooft hij onmiddellijk uit.
Maar een verzameling strohalmen, een
hele bos stro verspreidt een enorme
gloed."
Hoogmoed was hem vreemd. Zelfs
de beslissing van de bisschop ten
aanzien van zijn weeshuis „Provi
dence" accepteerde hij onmiddellijk.
Ofschoon zijn beleid ten aanzien van
dit huis zo vaak met tastbare won
deren was gezegend, ging de gehoor
zaamheid hem boven alles, zelfs toen
de bisschop dit beleid doorkruiste en
de pastoor de redelijkheid van de bis
schoppelijke maatregelen niet kon
inzien. „Ik zie er de wil van God
niet in dat de leiding van de Provi
dence in andere handen overgaat,"
zei hij, „maar monseigneur wel, en
dus moeten we gehoorzamen..."
Beeldjes en prenten
Voor de preekstoel ziet men nog de
grafsteen, die vijfenveertig jaar lang
zijn stoffelijk overschot bedekte. „Veel
bijzonders laat ik jullie niet na, zei
hij soms, „m'n lijk dat is alles..."
Er gebeurden op dat graf twee won
deren die als authentiek werden erkend.
Later, in 1904, werd tijdens het proces
van zaligverklaring het graf geopend.
Thans ligt de heilige pastoor van
Ars, voor iedereen zichtbaar, in een
kostbaar schrijn rechts in de nieuwe
„aangebouwde" basiliek. Het oude oor
spronkelijke dorpskerkje dient name
lijk momenteel min of meer als „voor-
jjortaal" voor het grotere veel ruimere
godsgebouw dat eraan vastgebouwd is.
Oude en nieuwe kerk vormen samen
een architectonische combinatie die
nogal merkwaardig is. Om een of an
dere reden wint het oorspronkelijke
kerkje het daarbij ondanks zijn scha
mele lelijkheid.
Misschien zou de pastoor van Ars
zelf verrukt geweest zijn van de nieuwe
luisterrijke basiliek. De laatste ove
rigens minst belangrijke ontdekking
die men namelijk in Ars doen kan is
is die over de artistieke smaak van
de heilige curé. Getuige de heiligen
beelden en religieuze voorstellingen in
zjjn kerk en op zijn kamer was hjj
zijn tijd zeker niet... vooruit. Sommige
pelgrims die de aankleding van zijn
werkkamer bekeken reageerden met
iets van een hooghartig medelijdend
lachje toen ze de lelijke beeldjes onder
de stolpen zagen staan en de oude re
ligieuze prenten, die thans „kitsch"
heten. „Niet veel zaaks," grinnikte
iemand achter me, en in de kleine
Mariakapel haalde later iemand de
schouders op voor het grote barokke
madonnabeeld, dat de pastoor op 1
mei 1836 een groot stralenomkranst hart
op de borst hing. In dit hart bevond
zich een lijst met de namen van al
zijn parochianen, zijn eigen naam sloot
(Van onze Romeinse
correspondent)
Voor het begin van de
jongste voetbalwedstrijd
Engeland-Italië klonk
over het '"ritse veld in
schetterende tonen de oude
Italiaanse koningsmars in
plaats van het republikeinse
volkslied. De Engelse kran
ten hebben zich er met wat
humor afgemaakt. De Ita
liaanse ambassadeur bij het
Hof van Sint James verzocht
in een onderhandse nota het
Foreign Office aan de gehele
Britse onderhorigheid te
doen weten, dat de „Inno di
Mameli" bereids elf jaren
het officiële Italiaanse volks
lied was en wellicht heeft
hij ter verspreiding er een
partituur bijgevoegd.
Het was een flater, maar
de vijftig miljoen rechtvaar
dige en vrijgeboren Britse
onderdanen leven nu een
maal op eilanden.
Hiermede was de kous
echter niet af. De Italiaanse
vrienden en begunstigers van
de Federatie der Russische
volksdemocratische republie
ken dienden bij minister
president Segni een vlam
mend en fervent protest in
tegen het voorgevallene. Het
was een affront, zeiden zij,
de zoveelste belediging, die
de Italiaanse én Republi
keinse Maagd in het aange-
laat geslingerd werd.
Overwegen wij een ogen-
legenheden en van politiek
gewroet om het ongelukkige
land wederom te brengen
onder de tyrannie van het
Huis van Savoie. Van dit
alles zou de regering niet
blik de diepere -in dezer in- haarfijn op de hoogte zijn?!
terpellatie. Ook in Italië ver
eist belediging opzet. Er zou
En van hier is het nog maar
één stap om in 's lands ver-
dus van opzet sprake zijn,
opzet van het perfide Albion,
medelid van de tot oorlog
ophitsende NATO, medepart-
gaderzaal Segni te kunnen
toeroepen: Treed af, land
verrader!
Was ook de premier tot een
ner van het kapitalistische zelfde ontleding der achter-
blok, dat zich aan Amerika
verkocht heeft, bondgenoot
en handlanger van de recht
se regering Segni. Merk
waardige coïncidentie: de
huidige Italiaanse regering
steunt op de monarchistische
partijLigt het niet voor
de hand. dat de monarchis
ten de hand in het spel
hadden?
Dan is er ook evident
sprake van een Brits (muzi
kaal) ingrijpen in de Ita
liaanse binnenlandse aange-
gronden gekomen? Hij heeft
de volksvertegenwoordiging
aldus toegesproken. „Kom
aan, onorevoli, tant de bruit
pour une omelette soufflée!
(Luid rumoer). Het is niet
de eerste maal, dat er op dit
gebied vergissingen gemaakt
worden. (Kreten van afkeur
van links). Bepalen wij ons
tot onze eigen recente his
torie. Ik herinner mij, dat
voor enkele jaren bij een in
ternationale wedstrijd onze
driekleur gehesen werd,
maar versierdmet het
koninklijk wapen! (Luid ge
roep van links). Dat was in
Moskou. (Stilte). In 1948 kon
een onzer sportleiders ver
gissingen voorkomen, toen
hij in een Parijs stadion een
Franse militaire band ern
stig hoorde oefenen op de
koningsmars en het fascis
tische „Giovinezza" Maar
toen in Madrid een Spaanse
harmonie ons volkslied goed
speelde, wilde het falangis-
tische publiek het muziekje
en de spelers aanvliegen:
men herinnerde zich de me
lodie als een van het linkse
front in de burgeroorlog. En
werd nog vrij onlangs onze
collega Martino. toen liberaal
minister van Buitenlandse
Zaken, in Indië niet harte
lijk verwelkomd met het fas
cistische volkslied?!
Met een onschuldige glim
lach keek de minister-presi
dent de aula van het parle
ment rond. Van de voor
gangers der Natie kon slechts
gezegd wprden: Conticuere
omnes, intentique ora tene-
,bant: Allen zwegen stil en
hielden gespannen hun
mond.
Een hamerslag van de
voorzitter sloot de interpel
latie voor goed.
Ars op het eeuwfeest van
zijn heilige pastoor
de lange lijst. Zo wijdde hij zijn pa
rochie toe aan Maria Onbevlekt Ont
vangen.
Ach nee, wanneer wij in de vorige
eeuw een priester hadden moeten uit
zoeken die met kop en schouders bo
ven zijn tijdgenoten uitstak, wanneer
wij een patroon voor alle zielzorgers
van de hele wereld hadden moeten kie
zen, een „representatief" iemand,
waarmee je „voor de dag" had kunnen
komen, dan waren we niet naar Ars
gegaan.
Hj) ligt boven het altaar in de kapel
van de „glorification", achter de kris
tallen ruiten van het vergulde, rijk be
werkte schrijn. De dood heeft hem ver
kleind, lijkt het: een schamele kleine
pastoor, het hoofd (bedekt met een
masker) iets opzij. Het slapende ge
zicht heeft iets van een glimlach,
waaruit nog niet alle pijn geweken is.
Hij is gekleed in rochette, de goud ge
borduurde stola van zjjn priesterlijke
waardigheid om; in zijn ineengestren
gelde handen houdt hij de rozenkrans.
Tegen de gebogen achterwand van de
kapel leest men ontelbare gebedsver
horingen en dankbetuigingen. Daar on
der dit citaat: „Laat een parochie
twintig jaar zonder priester, men zal
er de beesten aanbidden..."
Het is een van die bijna crue uit
spraken waarvoor hjj bekend stond.
„Ergerlijk dat juist zo'i pastoor van
Ars de negentiende eeuw moest komen
verontrusten" zei een tijdgenoot. Het
is te hopen dat hij ook de... twintigste
eeuw nog verontrust.
1) Dit voortreffelijke, onlangs versche
nen boek van een priester uit de
clergé van Ars, Bernard Nodet, heet:
„Jean-Marie Vianney, curé d'Ars. Sa
penset son coeur (Editions Xavier
Mappus Le Puy-Paris).
De illustraties bij dit artikel zijn ont
leend aan het boek „De pastoor van
Ars'' van mgr. Fourrey, bisschop van
Belly. De vertaling is met alle zorg uit
gegeven door Paul Brand, Hilversum.
Op een bijeenkomst van natuurkun
digen in San Francisco heeft dr. Wil
son J. Frank van de universiteit van
Californië meegedeeld, dat het thans
mogelijk is kernsplitsings-apparaten
aan te kopen voor vreedzame doelein
den, zoals het aanleggen van havens,
het verbrijzelen van rotsen, het maken
van kraters in de grond e.d. Volgens
United Press International zijn de con
dities de volgende. De goedkoopste
kernbom kost een half miljoen dollar.
Daarvoor krijgt men dan een kleine
atoombom met een explosieve kracht
van 5.000 ton TNT. Het monster is ver
pakt in een kist van ongeveer een ku
bieke meter. De prijs loopt niet even
redig met de stijging van de explosie
ve kracht op. Een bom ter sterkte van
vijf miljoen ton TNT kost „slechts"
éen miljoen dollar. Bij afname van
grotere hoeveelheden wordt korting
verleend.
Nasretdin Ablasov, een employé van
de Kirgiezische academie van weten
schappen, neemt zijn Latijn serieus.
Toen Ablasov wegens openbare dron
kenschap werd opgebracht, reciteerde
hij er lustig in het Latijn op los in de
trant van „De waarheid wordt in wijn
gevonden."
Een Franse edelman, chevalier d'Or-
geix, is speciaal naar Bangui in de
Centraal-Afrikaanse republiek gereisd
om van zijn huisdier af te komen. Dit
huisdier is een panter, die luistert naar
de exotische naam „Zouma". De edel
man verklaarde, dat Zouma de laatste
tijd wat te wild werd voor het gecivili
seerde leven van Parijs en bovendien
meende de chevalier, dat zijn luxueuze
flat niet de juiste omgeving voor het
dier was. Zouma werd humeurig en
haar meester besloot daarom naar
Bangui te reizen en haar in het oer
woud los te laten. „Maar", aldus de
chevalier, „Parijs heeft haar bedorven.
Zij is bang voor het oerwoud en ver
liest mij geen seconde uit het oog."
iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiini
Bij de uitgeverij het Spectrum te
Utrecht zijn de lijdensmeditaties, die p-
M. Hensen O. P. verleden jaar voor
de K.R.O. gehouden heeft, in druk ver
schenen. Het doel van deze meditaties
was „duidelijk te maken, dat onze Heer
in zijn bitter en zalig Hjden de enige is,
op wie de mens zich in leven en dood
kan verlaten zonder dat hij teleurge
steld wordt; dat wij bij Hem en bij
Hem alleen alles terugvinden wat ons
angstig maakt, eenzaam, onzeker, al
les, wat ons bedreigt en ons geluk,
maar dat wp het bij Hem en bij
Hem alleen terugvinden als oplossing,
als antwoord, als zekerheid."
P. Hensen heeft in deze preken zijn
opzet voortreffelijk verwezenlijkt Zijn
oecumenische instelling was bovendien
oorzaak, dat deze meditaties ook by
niet-katholieke toehoorders grote, on
belemmerde aandacht vonden. Menig
een zal deze uitgave met instemming
begroeten, omdat ze het mogeiyk maakt
wat hem bij het luisteren reeds trof
nog eens rustig in zich op tf nemen.
De meditaties zyn geheel op Christus
geconcentreerd, bp wie alleen ieder
zich veilig kan voelen.
j Volgens een mededeling van Antara
heeft Indonesië twee grote nieuwe le
ningen verkregen van Rusland en van
de Verenigde Staten. Rusland verstrekt
een lening van zeventien en een half
miljoen Amerikaanse dollars voor de
bouw van een sportstadion te Djakarta
en van een ethnologisch onderzoekcen
trum op Ambon. De Russische handels
attaché te Djakarta, Kolibalov, heeft
volgens Antara, medegedeeld, dat het
bedrag van 17,5 miljoen dollar wordt
verstrekt los van de lening van 100 mil
joen dollar, die Indonesië reeds van
Rusland verkreeg. Hp zei ook, dat Rus
land bereid is, met Indonesië een over
eenkomst aan te gaan voor een groot
wegenbouwproject. Te Washington
heeft de Export-Importbank volgens
Antara een lening goedgekeurd van vpf
miljoen dollar aan de „Garuda" voor
de aankoop van drie Lockheed-Electra
straalvliegtuigen.