i EEN „REALTH EORETIKER" T Polikliniek moet verplaatst worden terwille van de vrouwen van het dorp Adenauer in A moeilijkheden Kabinet spreekt zieh niet uit over Algerijnse kwestie INJECTIES VOOR DE PAPOEA'S Groep Milazzo wint verkiezing PERUTZ Dom Mintoff op Malta ziek rb J Prof. De Quay formuleert zeer be dachtzaam zijn antwoord op vragen uit Tweede Kamer „Vakbeweging geen onderonsje - m DINSDAG 9 JUNI 1959 PAGINA 9 Op Sicilië door Emery Kelen BUITENLANDSE KRONIEK In Leeuwarden Hoofdambtenaar wegens knoeierij in arrest Pietro Canonica overleden Visa voor vluchtelingen Christelijke Bedrijfs groepen Centrale waarschuwt Eerste eindexamen Europese school Op tournee rondom het kamp van de expeditie SIBIL, 30 mei 1959. Nadat we een maand op de basis in de Sibilvallei gezeten hadden, was er voldoende medische en andere uitrus ting gekomen om een bevolkingson derzoek in de Sibil vallei uit te voeren. Met verlangen had ik naar dit moment uitgekeken, want er is medisch niet veel te beleven op de basis en de wei nige Sibillers die naar de pas ingerichte polikliniek komen om hun wonden te laten behandelen, kunnen geen duide lijk inzicht geven in de gezondheidstoe stand en het ziektepatroon van de be volking in de Sibilvallei. Als Nieuw- Guinea-arts, werkzaam bij een praeven- tieve afdeling, wil ik natuurlijk gaarne weten welke van de volksziekten, die de lager gelegen gebieden van Nieuw- Guinea teisteren, ook in het bergland voorkomen en of deze ziekten hier in even ernstige of mindere mate een plaag voor de bevolking zijn als in de genoemde streken. We weten er wel iets van, want in het westelijk deel van het bergland, de Wisselmeren, is reeds sinds vele jaren een medische post ge vestigd en ook in de Baliemvallei werkt sinds enkele jaren een arts. Ook tijdens tournees in andere delen van het berg land verzamelen artsen gegevens over de verspreiding van bepaalde ziekten en de voedingstoestand van de bevol king. Zo weten we dat op grote hoogte malaria en framboesia in veel mindere mate voorkomen dan aan de kust, ter wijl ziekten die van buiten geïmporteerd zijn, zoals lepra en tuberculose, die op een vreselijke wijze de kustbevolking teisteren, waarschijnlijk nog geen ge legenheid gehad hebben in het onbe stuurde bergland van Nieuw-Guinea door te dringen dank zij de isolatie waarin de bevolking daar leeft. Maar toch zijn grote delen van het bergland medisch nog „terra incognita" en iedere gelegenheid om er iets meer van te weten te komen, zoals deze expeditie, wordt dan ook dankbaar aangegrepen. Ik heb rnjj voorgesteld om tijdens de tournee, die ik nu ga maken door de Sibilvallei speciaal te letten op het voorkomen van lepra en een onderzoek in te stellen naar de verspreiding van framboesia. Het framboesia-onderzoek zal worden gecombineerd met het ge ven van Almopen injecties (een peni cilline preparaat met langdurende werking) zoals dit ook in het bestuurde laagland van Nieuw-Guinea is ge beurd en waarbij over het algemeen een goede opkomst werd bereikt. De framboesia-actie in de Sibil is bedoeld als een proefcampagne die ten doel beeft na te gaan of het mogelijk en noodzakelijk is de framboesiabestrijding in deze primitieve gebieden op dezelfde wijze ter hand te nemen als in het reeds langere tijd onder bestuur ge brachte laagland is geschied. Bloedon derzoek van alle onderzochte personen zal moeten uitwijzen, hoe hoog de be smettingsgraad onder de bevolking is. Op de dagen voorafgaande aan het vertrek wordt er hard gewerkt om de uitrusting en het eten voor 14 dagen in te pakken en dragers aan te trek ken. De medische uitrusting en de voe ding, die nauwkeurig worden afgewo gen, gaan in blikken en onze kleding en dekens worden in waterdichte zei len verpakt. We blijken 22 dragers no dig te hebben en vinden voldoende Si billers, die bereid zijn ons op onze tocht te vergezellen. Het vertrek is bepaald op 15 mei vroeg in de ochtend, maar omdat er nog niemand aanwezig is, kunnen we op ons dooie gemak ontbijten en daarna duurt het nog enkele uren al vorens de eerste dragers komen op dagen. Het is weer het oude liedje dat we al vaak hebben horen zingen: je laat de dragers beloven heel vroeg te komen om op tijd te kunnen ver trekken, maar als je eindelijk op stap kunt gaan, staat de zon al hoog aan de hemel. Om tien uur beginnen de eerste langslapers op te dagen en het is bijna elf uur als we op pad gaan naar de eerste kampong, die op bijna een uur afstand van het ba sisbivak ligt. De groep bestaat uit twee agenten, ee" ^Pleger, mijn bediende die ook dij het onderzoek wordt ingescha keld, ik zelf en de 22 dragers. Nadat we het vliegveld en de Sibilrivier zijn overgestoken, voert het pad geleidelijk omhoog naar de kampong die op een lage heuvel is gelegen. De weg is naar Sibilbegrippen redelijk goed, het heeft de laatste dagen met geregend en zon der veel moeite bereiken we ons doel. Van rondhout, dat in het bos wordt gekapt, en het grote nylon zeil, dat we hebben meegebracht, wordt een tent gemaakt en al spoedig hebben de jon- Advertentie Tóp- prestatlos zijn foto's m De' antropoloog neemt vingerafdrukken in het basis-bivak. gens een heerlijke kop koffie klaar ge maakt. Er zijn bijna geen mensen in de kampong aanwezig zodat we de middag in zalig niets-doen doorbren gen. Pas tegen de avond beginnen de eerste bewoners op te dagen. Zij keren van het werk in de tuinen terug. De mannen dragen niet veel meer dan hun boog en pijlen terwijl de vrou wen en kinderen, zoals dat de gewoonte is, de zware lasten torsen. Gebukt on der grote stapels brandhout, de draag- netten vol met knollen lopen ze langs ons bivak naar hun hutjes om daar het avondeten klaar te gaan maken. Onderwijl hurken de mannen bij ons neer om een praatje te maken in de hoop wat tabak los te krijgen. Het is bijna donker en dus te laat om nog met het onderzoek te beginnen zodat we onze bezoekers alleen kun nen aansporen de volgende ochtend eerst naar ons toe te komen alvorens aan het werk te gaan. Het groepje, dat zich de volgende ochtend meldt, is echter klein, velen staan nog wan trouwend tegenover de injectie en ge ven er de voorkeur aan in alle vroegte weer op stap te gaan. Bovendien speelt de reislust van de bevolking ons par ten, een groot deel van de mensen is op handelsreis naar verder gelegen valleien en men weet nooit wanneer ze terug zullen komen. Het ziet er dan ook naar uit dat we hier nog wel enige dagen zullen moeten blijven als we een redelijk deel van de bevolking willen bereiken. Na vier dagen hebben we ongeveer de helft van de inwoners onderzocht en omdat er een goede kans is dat we de rest voorlopig niet te zien zullen krijgen, besluiten we op te breken en door te gaan naar het volgende bivak. Langs een moeilijk pad dat over tal loze smalle heuvelkammetjes voert waartussen diepe putten, komen we, na weer de Sibil overgestoken te zijn en nog een moeras gepasseerd te heb ben, in de kampong Betabib. Het gaat hier veel vlotter en prettiger want meer dan de helft van de bevol king is aanwezig en meldt zich spon taan voor injecties en bloedonderzoek. Julius, de verpleger geeft de injecties en Petrus mijn anak piara (huisbe diende) zorgt voor de registratie. De volgende ochtend kunnen we in enkele kleine dorpjes in de omgeving nog een aantal mensen bereiken maar ook hier zijn veel mensen op stap en een deel van de mannen is als dragers mee gegaan met een patrouille van enkele onderzoekers naar Katern, een bivak meer zuidelijk aan de Digoel gelegen, 's Middags kunnen we nog enkele na- komers onderzoeken maar daarmee is het ook afgelopen. Daar ons bivak niet ver van de basis verwijderd is, zijn we er nog getuige van, dat een vlieg tuig dat op het vliegveld bij het ba sisbivak is geland en daarna weer opgestegen, motorpech krijgt. De lin kermotor, die eerst hevig begint te sputteren, valt uit en de piloot is ge dwongen zijn kist weer op het vlieg veld neer te zetten. Later bij onze terugkomst op de basis zullen we te horen krijgen, dat de machine nog bijna een week in de Sibil gebleven is omdat door de lucht een nieuwe motor moest worden aangevoerd. In onwetendheid van de verdere ont wikkelingen op de expeditiebasis zet ten wij echter de tocht voort naar de volgende kampong, die weer enige uren verder ligt. Het is een zware tocht en het pad leidt door de bedding van een rivier waar de vele stenen ons het lo pen niet gemakkelijk maken. Nadat we een steile heuvel beklommen hebben, waarbij de vele boomstammetjes waar we over moeten kruipen en de dichte begroeiing het tempo aanzienlijk ver tragen, bereiken we hijgend en dood moe de kampong Lewengbon. Daar wordt onze inspanning rijkelijk beloond door het bijzonder mooie uit zicht dat we genieten. We overzien van hier de hele Sibilvallei, maar het vlieg veld kunnen we net niet zien omdat De regeringscoalitie van Silvio Milaz- *o heeft by de verkiezingen van zondag °P Sicilië 53 van de 90 zetels verkregen, aldus melden Reuter en A.F.P. De coa- litie van Milazzo bestaat uit commu nisten, linkse socialisten, de christelijk sociale unie, de neo-fascisten en de monarchisten. Herstel van de coalitie ls echter niet mogeiyk omdat de linkse socialisten niet bereid zijn de samen werking met de neo-fascisten en de monarchisten voort te zetten. Een an dere mogeiykheid is een coalitie van christen-democraten, liberalen en mo narchisten, tezamen 39 stemmen, met steun van de neo-fascisten met negen stemmen. Advertentie Van betrouwbare zijde te La Valetta heeft Reuter vernomen dat de leider van de Maltezer socialistische partij, Dom Mintoff, de leiding van de partij voor onbepaalde tijd moet overdragen met het oog op zijn gezondheidstoestand. Hij zal Malta deze maand verlaten. Mo gelijk zal zijn afwezigheid zes maanden of langer duren, zo werd vernomen. De leiding van de partij komt in handen van een driemanschap. dit door een lagere beboste heuvel aan het oog onttrokken wordt. Een smal paadje voert van hier naar een klein helder riviertje zodat we volop water hebben om te koken en te baden. De bevolking van deze kampong, die nog niet zo veel contact met onze be stuurspost en expeditiebasis heeft ge had, is bijzonder nieuwsgierig en ver baast zich over al die voor hen onbe grijpelijke en vreemde zaken. Vooral mijn aansteker wekt hun bewondering op. Dat je door op. een knopje te druk ken een doosje laat openspringen waar een vlammetje in zit is iets waar ze steeds weer in opperste verbazing en met open monden naar kijken. De volgende ochtend wordt de aan wezige bevolking die zich zonder be zwaren aan het onderzoek onderwerpt, nagekeken en van bijna allen wordt bloed afgenomen. Alleen maakt men bezwaar tegen het afnemen van bloed bij de kleintjes. Om de gunstige stem ming niet te bederven en de goodwill te behouden geven we maar toe en la ten de kleuters en de baby's onge moeid. De omliggende kampongs, die ver zocht zijn naar ons bivak te komen la ten echter verstek gaan, zodat we ge dwongen zijn er enkele dagen op uit te trekken om deze mensen zelf te gaan zoeken. Voor zover we ze vinden laten ze zich bereidwillig onderzoeken. In een kleine kampong doet zich nog een merkwaardig incident voor. Ik heb het materiaal voor het bloedonderzoek, flesjes, buisjes enz. uitgestald op enke le uitstekende planken onder het dak van een hut midden in de kampong. De vrouwen die iets verder in een groep staan opgesteld willen echter niet naar me toe komen om zich in de vinger te Dr. LUDWIC ERHARD: iiiniiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Iedereen is vertrouwd met komi sche duo's als Laurel en Hardy, Abbot en Costello, Karl Valentin en Liesl Karlstadt: de dikke en de dun ne. die altijd en eeuwig met elkaar in conflict liggen. De bron van hun humor ligt die per verscholen dan het feit dat zij op een grappige manier op elkander zijn afgestemd. Die humor ligt ver ankerd in de ongelijkwaardigheid van hun beider temperament. Dikke en dunne mensen leven in verschil lende werelden. Men kan de dikke en de dunne dikwijls zien samenwerken in de po litieke arena, en door elkanders te kortkomingen aan te vullen berei ken zij soms een opmerkelijk succes. Churchill-Eden. Hitler-Goering, de Gaulle-Soustelle, Stalin-Molotov zijn voorbeelden van zulke duo's. En West-Duitsland bezit zijn succesrijke „dikke-dunne-team" in kanselier Adenauer en de minister van eco nomische zaken professor Ludwig Erhard. Deze beide mannen hebben door samen te werken een wonder van herstel bewerkstelligd in het plat gebombardeerde Duitsland. Maar terwijl zij samen prachtige muziek maken kan men deze twee mannen van verschillende geaard heid er dikwijls op betrappen, dat zij elkander de verkeerde weg op dringen. Nog zeer kort geleden pro beerde Adenauer Erhard op te stu wen naar het presidentschap, terwijl hij trots aan de pers verklaarde: „Habemus Papam". Maar op het laatste ogenblik glipte Erhard uit zijn handen, als de zeep in de bad kuip en hij bracht de „great old man" van Duitsland een klinkende politieke nederlaag toe. Dr. Erhard ziet er uit als een strandbal. Het is een eeuwenoude op vatting dat de uiterlijke verschij ningsvorm de aard van het beroep bepaalt, dus heeft Duitsland een ietwat „springerige" minister van economische zaken. Hij (Erhard) heeft een omvang rijk, rond hoofd, uit elkander staan de ogen, een „afgepaste snuit" en een ingevallen mond-omtrek: een uilachtig gezicht dus; en zoals bij een uil het geval is groeit het wenk brauwencomplex - als - een - fiets stuur diep tot de neuswortel door. Let op de stompe neus, breed aan de wortel en zich vernauwend naar het uiteinde: let ook op de diep-inge- vallen mond. Dit leidt noodzakelijker wijs tot een bovenkaak, die breed en sterk is bü de oogkassen, smal en week in dé omgeving van de snor. Hier neemt men een afzonderlijk stukje bot waar. dat Erhard waar schijnlijk door twee verschillende voorvaderen werd nagelaten, de ene gespierd, de andere mager. Met een teveel dan aan simplifica tie, dat het privilege is van de cari caturist, durf ik te zeggen dat de Erhard als economische theoreticus en systematicus wordt weergegeven in de broze delen van zijn gelaats structuur: de ingevallen mond en het puntige neus-uiteinde. Het gezonde verstand, het realisme en de be weeglijke soepelheid van de vrijbui ter zijn verbonden aan zijn ronde ge zetheid. De hardnekkigheid waarmee hij vasthoudt aan zijn theorieën, de stoutmoedigheid waarmee hij ze staande houdt tegen alle deskundige adviezen in, staat „geschreven" in het bulldozerachtige voorhoofd en in de brede neuswortel. Het zijn on getwijfeld deze twee karaktereigen schappen geweest, die er toe geleid hebben dat men een Erhard-pop aan de lantaarnpaal ophing op het moment dat hij de controle op de Duitse markt ophief en de prijs van de Bratwurst als een vuurpijl om hoog ging. Maar dr. Erhard hield vol dat de prijzen zichzelf zouden vaststellen en dat de economie zichzelf zou zui veren. En dat gebeurde ook. Van daag de dag hééft de Duitser zijn pul bier, zijn „Pretzels" en ook zijn Bratwurst. En dr. Erhard zorgt er wel voor dat hij gefotografeerd wordt, terwijl hij het symbool van de Duitse burgerlijke welstand in zijn dunne mond heeft: een papieren si garenpijpje; een ding dat ik niet in de mond van welke staatsman dan ook heb aangetroffen sinds Strese- mann. Vanwege dit alles wordt hij een wonderman genoemd en „Herr Opti mist". „Ik ben geen optimist", zegt hij, „ik ben een realist". Feit is dat mol lige zakenlieden zoals Erhard er een is, of zij nu varkenscoteletten of regerings-obligaties verkopen, op elkander lijken als Paaseieren. En tot de voornaamste punten van overeen komst behoren de kleine gyroscopen die bij hen allen in hun innerlijk zijn ingebouwd en die reageren op de ge ringste fluctuaties op de markt en die hun duidelijk maken wanneer zij moeten kopen of verkopen. Als Er hard zegt dat hij een realist is, drukt hij de geloofsbelijdenis uit van alle dikke zakenmensen van hier tot Shangri-La. Die kerels zijn niet dik omdat ze rijk zijn. Ze zijn rijk om dat ze dik zijn! Van alle „ronde" staatslieden be schikt dr. Erhard over de meeste op vallend „vrouwelijke" uiterlijke ken- 7* lUPV/G ïW REAL. - TVEoRETIKE/t. rrK HEKK OPTifftST' merken: over de zachtste contouren dus, over het meest zijdeachtige haar en over de meeste ronde gelaatsom- trek. Met deze uiterlijke kenmerken gaan vrouwelijke karaktereigen schappen, die evenzovele voordelen in de diplomatie zijn, samen: intuï tie, gezond verstand, een op details afgestemd geheugen, een zuiver ver mogen tot het schatten van mensen en zaken; en het vrouwelijke talent om soepel en hardnekkig heen te gaan achter de dingen die hij (of zij) wil bereiken. Wat dit alles aangaat moeten wij ons dat agressieve, mannelijke voor hoofd in herinnering roepen en acht slaan op de diepe vërtikale gleuf bo ven de neuswortel. Wij kunnen ge rust aannemen wat over hem wordt gezegd; dat hij een weerspannige man is, die van zich af kan bijten, en die wanneer hij boos wordt, zijn mening met een overvloedige welsprekend heid ten beste geeft. Nu is Adenauer ook een tempera mentvol man. maar een van een an dere soort: hij „bevriest" zijn boos heid en later dient hjj haar opge warmd op. Erhard schotelt u haar kokend heet voor. Natuurlijk kan men zich niet altijd safe voelen, als men zoals ik doe mensen op zich beziet en „vastlegt" als koekoeksklokken. De persoonlij ke handelingen van een individu zijn hopeloos onbepaald, zij wijzigen en ontwikkelen zich, zij beïnvloeden el kaar, en omgekeerd worden zij gewij zigd onder de druk van de levens loop van het individu. Het resultaat is een dunne dr. Adenauer of een dikke dr. Erhard. zoals zij leven en ademen. Allebei hebben zij ons verzekerd, dat wie van beiden ook aan het roer staat op het schip van de Kanselarij de Duitse buitenlandse politiek niet ook maar enigszins zal worden gewij zigd. Een buitenlandse politiek wordt gemaakt in een veranderende wereld en het praten over een onverander lijke buitenlandse politiek klinkt mij in de oren als een aanbeveling voor een nieuw soort, eeuwigdurende broek, waar een kind nooit zal uit groeien. Zelfs de Russen hebben zo'n broek niet uitgevonden, of, in het onderhavige geval, zulk een buiten landse politiek. Bovendien, als een kind niet uit zfjn broek groeit is er iets niet in or de met het kind, of met de broek! Zie naar de twee heren die wij op het oog hebben. De een is een sap pig hapje, de ander 'n stuk gedroogd rundvlees. De een is gevat, beschou welijk, stoutmoedig, de ander is ge reserveerd, terughoudend en voor zichtig. En hoezeer zij op een be paald moment ook gelijke inzichten mogen hebben, met het verstrijken van de tijd moet de een of de ander z ij n stempel drukken op het werk dat hij doet. Dus, ondanks hun verzekeringen, kan ik niet geloven dat ons niet en kele onverwachte veranderingen in de Duitse buitenlandse politiek te wachten staan, of het nu de methode of de essentie betreft. Maar in de politiek laat de methode haar „vin gerafdrukken" na op de essentie. (Nadruk verboden-copyright ABC-pers) denauers jongste bezoek aan Washington had niet slechts ten doel de laatste eer te bewijzen aan een groot vriend. Het was niet meer dan passend, dat de Westduitse Bondskanselier persoonlijk naar de be grafenis kwam van John Foster Dulles, met wie hij gedurende meer dan zes jaar zo nauw en zo succesvol had samengewerkt. Adenauers streven om Duitsland weer een belangrijke rol te doen spelen in Europa en de Wes terse wereld ontmoette bij Dulles alle begrip. Het heengaan van Dulles heeft bij de Bondskanselier grote bezorgd heid gewekt. De overleden leider van het State Department placht immers het buitenlands beleid van de Verenig de Staten grotendeels zelf te bepalen. Adenauer heeft zich dan ook afge vraagd, of Amerika's internationale po litiek in de zelfde trant zou worden voortgezet, nu Herter „Secretary of State" was geworden. Adenauer heeft de aanleiding van de begrafe nis van Dulles aangegrepen om eens een grondig gesprek te hebben met Eisenhower. Van het verloop van dit fesprek is nooit officieel verslag ge- aan, en aanvankelijk waren er geen aanwijzingen, dat de twee machtige Westerse leiders tot belangrijke nieu we conclusies waren gekomen. Maar eind vorige week bleek, dat althans voor Adenauer het onderhoud met de Amerikaanse president van zeer grote betekenis is geweest. De Bondskanse lier schijnt namelijk in dit onderhoud tot de overtuiging te zijn gekomen, dat het voor Duitsland, Europa en de Wes terse wereld noodzakelijk was, dat hij samen met Eisenhower bleef strijden voor een voortzetting van de tot nog toe gevolgde lijn in de politiek van het Atlantische kamp ten aanzien van de Sovjet-Unie. Deze heer uit de Sibil-vallei vertrouwt het vreemde gedoe met injectie-naalden en zo maar half. laten prikken maar beduiden me door handgebaren, dat ik naar hen toe moet komen. Na enig heen en weer ge praat door middel van een tolk blijkt dat ik miin materiaal heb opgesteld voor het danshuis dat voor de vrouwen ver boden gebied is. Er zit niet veel anders op dan met mijn hele kraam te verhui zen naar een grote steen vlak by de groep vrouwen, al zit ik hier dan ook in de brandende zon. We zijn nu elf dagen onderweg ge weest en daar we voor twee weken eten meegenomen hebben besluit ik terug te gaan en de groep dorpen die veel westeiyker in de vallei ligt voor een an dere keer te bewaren. We gaan dezelf de weg terug om te proberen nog wat mensen te vangen die bü het eerste be zoek afwezig waren en nu misschien inmiddels op hun basis zijn terugge keerd. Het lukt inderdaad nog wat na- komers te vangen en op de veertiende dag keert de hele groep opgewekt en kerngezond op de basis terug waar we hartelijk ontvangen worden door de ove rige deelnemers. We zijn tijdens onze tocht vrijwel van nieuws verstoken geweest zodat we zeer nieuwsgierig ziin naar de jongste ont wikkelingen op de basis. Er blijkt inder daad nieuws te zijn. De helikopterpiloten zijn allen door ziekte uitgeschakeld, het geen de verklaring blijkt te z;jn voor het feit dat we tijdens onze tournee de wentelwieken niet in de lucht gehoord hebben. De opvoer die toch al veel zorgen baarde, dreigde een ogenblik ge heel te stagneren. Behalve dat er stil stand optrad in de opvoer van de uit rusting, de medicijnen en de brand stof liep nu ook de voedselvoorziening gevaar, zodat de algemeen leider, dr. Brongersma, besloot doortastende maat regelen te nemen en voedseldroppings aan te vragen. In de loop van de volgende week zul len de eerste vliegtuigen hun kostbare inhoud waarnaar met spanning wordt uitgezien uitwerpen in de bijna geheel van de buitenwereld geïsoleerde vallei. T. ROMEIJN (Van onze correspondent) De Leeuwarder gemeentepolitie heeft het hoofd van de afdeling Sociale Za ken van de gemeente Leeuwardera- deel, de 46-jarige B. J. de V., in zijn woning in de Friese hoofdstad gearres teerd. De V. wordt ervan verdacht ge knoeid te hebben in de boeken van Sociale Zaken en een bedrag van ten minste 4500 te hebben verduisterd. Er wordt naar de omvang van de malver saties nog een nader onderzoek inge steld. De V. wordt vandaag voor de officier van justitie geleid. De onregel matigheden kwamen aan het licht tij dens een boekencontrole door accoun tants van de Vereniging van Neder landse Gemeenten. Pietro Canonica, de Italiaanse beeld houwer en musicus, is maandag op 90- jarige leeftijd in Rome overleden. In 1950 werd hij wegens artistieke ver diensten eresenator voor het leven. (Van onze Haagse redactie) De Nederlandse regering is niet bereid om aan de hand van perspubli caties over Algerije een oordeel uit te spreken. Aldus hebben namens het Kabi net de minister van buitenlandse zaken a.i. prof. De Quay, en de minister van defensie, de heer van den Bergh, in ant woord op vragen aan de Tweede Ka mer meegedeeld. De vragensteller was de heer van der Veen (PSP). Deze had onder meer gewezen op de brief, die 35 Franse aalmoezeniers aan hun bis schoppen hebben gericht. De Nederlandse bewindslieden hebben overigens een bedachtzame wijziging in de formulering van de vragen aange bracht. Terwijl de heer van der Veen spreekt van „willekeurige arrestaties, martelingen e.d. die door militairen van het Franse leger in Algerije worden gepleegd" gebruiken de ministers de formulering: „wreedheden, bedreven door Algerijnse opstandelingen en re presailles van Franse militairen". In hun antwoord vestigen zij verder de aandacht op het communiqué van de „Direction de l'Aumónerie Militaire Catholique" waarin wordt gesteld dat de „Direction" niet vooruit wenst te lopen op het antwoord van de bisschop pen, tot wie de brief van de aalmoe zeniers is gericht. De ministers verwij zen verder naar 't besluit van de Fran se minister van oorlog om een onderzoek te doen instellen bij de ondertekenaars van de brief, „met het doel nadere aan duidingen te verkrijgen over de door hen bedoelde feiten". De Nederlandse regering heeft niet het voornemen bij de Franse Regering nadere stappen te doen. Het standpunt dat Nederland in de Verenigde Naties met betrekking tot het conflict in Algerije zal innemen, hangt onder meer af van de vraag welke resoluties eventueel zouden wor den ingediend. De Nederlandse permanente verte genwoordiger bij de Raad van Europa, mej. mr. M. Witteveen, heeft in Straats burg namens de Nederlandse regering het Europese akkoord inzake opheffing van visa voor vluchtelingen ondertekend. Het Nederlandse parlement moet dit akkoord nog bekrachtigen. It Gisteren en vandaag hield de Chris- teiyke bedryfsgroepen Centrale in Ne derland in Scheveningen haar twee jaarlijkse vergadering. Volgens de voor zitter, de heer C. v. Baren, is er inzake de Ondernemingsraad nog veel te doen. De vakbeweging moet er voor waken dat niet door centraliserende oligar chische tendenzen de leden haar gaan zien als een „onderonsje van bestuur ders", zo waarschuwde hfl. Bij de ont wikkeling van het georganiseerde be drijfsleven zal men er goed aan doen te bevorderen, dat de betrokkenen zoveel mogelijk zeggenschap en verantwoorde lijkheid krijgen te dragen. De eigen verantwoordelijkheid van de vakbonden is een der wezenlijke waarborgen om de geschetste gevaren tegen te gaan. De heer Van Baren besprak ver volgens de loonpolitiek mede in ver band met de regeringsverklaring. Wat verstaat de regering onder vrijere loon vorming?, zo vroeg hij zich af. Door een gedifferentieerde loonbewe- ging kan men uit de huidige verstarring komen. Vele tienduizenden arbeiders hebben slechts een minimum-bestaan en zü moeten het eerst geholpen wor den. Welvaartsvermeerdering kan al leen worden verkregen door produkti- viteitsverhoging. De arbeider heeft by waardevast geld het grootste belang. Wat de arbeidstijdverkorting betreft, zij mag nimmer een zaak worden waar aan men ten koste van alles wil vast houden, te meer daar er onder het Ne derlandse volk nog andere, zeer ge rechtvaardigde wensen leven. Er moe ten voor deze verkorting reële moge- Ipkheden aanwezig zijn, aldus de voor zitter. De secretaris van het Christelijk Na tionaal Vakverbond, de heer B. Rool- vink sprak in de middagvergadering over „Sociale en economische aspecten van deze tijd". De afgelopen twee ja ren hebben, zo zei hii, een reëele te ruggang gebracht in de welvaartspoli- tiek, hetgeen de ontwikkeling van de werkloosheid en de verkorting van de werkweek demonstreren. De bestedings beperking vond de secretaris uitmuntend geslaagd, grotendeels echter ten koste van de arbeiders. Nu op het ogenblik weer sprake is van een zekere over spanning van de arbeidsmarkt in som mige delen van het land, is het recht vaardig dat de arbeider thans zyn deel krijgt. De heer Itoolvink leverde kritiek op het huurbeleid dat totdusver is gevoerd. Er moet, zei hij, een redelijke verhou ding bestaan tussen de huurprijs van oude en nieuwe woningen. Hij achtte de gedifferentieerde loon politiek de aangewezen weg voor de welvaartsverdeling in Nederland. Een van de grootste kwalen van de achter liggende jaren is het voortdurend stij gen van de prijzen geweest. oen Adenauer op 8 april aankon digde, dat hij zich op 1 juli tot Bondspresident zou laten kiezen. was hp van me ning, dat hij ook in zijn nieuwe functie uiteinde lijk de domine rende rol zou kunnen spelen bij het bepalen van het beleid van de Bondsrepubliek. Hp stelde zich bij voorbeeld voor om intensief gebruik te maken van het recht van de president om de kabinetszittingen bij te wonen, en bij deze zittingen zou hij zich uiter aard niet onbetuigd laten. Adenauer wilde voorts een Bondskanselier doen kiezen die zijn eigen opvattingen was toegedaan. Voor deze post dacht hij aan Franz Etzel, de tegenwoordige mi nister van Financiën, een man met wie hij weinig moeite zou hebben. Maar Adenauer, die gedurende de laatste tien jaar een schier onbeperkte macht heeft gehad in de Bondsrepu bliek en die in zijn eigen partij, de C.D.U.-C.S.U., altijd een kolossaal ge zag heeft genoten, heeft in de loop van de laatste twee maanden moeten erva ren, dat hij niet meer kan doen wat hij wil. Sinds de Westduitse Christen- Democraten bij de Bondsdagverkiezin gen van 1957 hun positie hebben kun nen consolideren, zijn zy zich meer be wust geworden van hun kracht en zijn zq ook kritischer geworden in de be oordeling van hun leider. De nieuwe mentaliteit in de C.D.U.-C.S.U. heeft in april en mei geleid tot een actie die er op gericht was de minister van Economische Zaken, Ludwig Erhard. Bondskanselier te maken. De betrok ken partijleden wisten, dat zij daar mee tegen de wil van Adenauer in gingen, maar zij hebben het misnoegen van de Bondskanselier getrotseerd. Adenauer wilde straks als Bondspre sident niet Erhard als Bondskanselier naast zich hebben, omdat Erhard zich heeft doen kennen als een zeer krach tige persoonlpkheid met opvattingen die in verscheidene opzichten niet strookten met die van „Der Alte". Adenauer vreesde dat als Erhard aan het hoofd van de regering zou komen, de Europese politiek van West-Duits- land een koerswijziging zou ondergaan. Erhard is een „liberaal" econoom uit de „Manchester School" en hij is niet zo'n vurig kampioen als Adenauer voor de Europese Economische Gemeen schap. Hy heeft altijd meer gevoeld voor het door Engeland gelanceerde plan voor een Europese vrijhandelszo ne. Vooral sinds in Frankrijk De Gaulle aan de macht is, heeft Ade nauer gestreefd naar bijzondere be trekkingen met de Fransen, en Erhard heeft de Bondskanselier op dit punt niet geheel willen volgen. Adenauer vreesde ook, dat Erhard als Bondskan selier meer verlangend zou zijn om met de Russen te onderhandelen over de een of andere regeling dan hy zelf ooit geweest was. Hij duchtte een wij ziging in de tot nog toe gevolgde „har de" politiek van Bonn ten aanzien van Moskou. Tijdens zijn onderhoud met Eisen hower is by Adenauer het denk beeld gerijpt voor de „volte- face" die vorige week donderdag we reldkundig gemaakt werd. Met zijn aankondiging, dat hij zelf toch Bonds kanselier blijft, heeft hij Erhard de pas afgesneden, en wie er nu Bondspresi dent wordt interesseert Adenauer eigenlijk niet zo veel meer. Hij heeft zich uiteraard gerealiseerd, dat zijn jongste politieke manoeuvre de kans van de populaire socialist Carlo Schmid op de verkiezing tot staats hoofd heeft vergroot, maar hij heeft dit risico willen nemen. (Voor Ade nauer op 8 april besloot zelf Bonds president te worden, heeft hij Erhard de baan „aangeboden", waarmee zijn gevaarlijke rivaal „kalt gestellt" zou zjjn, maar Erhard heeft zich niet laten strikken, en hij ambieert het president schap nu minder dan ooit te voren). Adenauer heeft vorige week vrijdag in het gebouw van de Bondsdag met de leden van de Christen-Democrati sche fractie een bewogen discussie ge had over zijn opzienbarende besluit van een dag te voren. Zijn partijgeno ten hebben zich niet van heftige kri tiek onthouden, maar het is niet tot een „show-down" gekomen. De op standige Christen-Democraten zijn zo wijs geweest om hun kruit droog te houden tot Erhard zou zijn terugge keerd van zijn reis naar de Verenigde Staten. Zij rekenden er op, dat de mi nister van Economische Zaken wel een duchtig woordje met de Bondskanselier zou spreken. Adenauer heeft zich tot nog toe heel wat kunnen permitteren. Zijn partij heeft veel aan hem te danken, en zijn grootheid wordt in de C.D.U.-C.S.U. al gemeen erkend. Maar zelfs een zo groot man als Adenauer kan wel eens te ver gaan. Het ziet er naar uit, dat de Bondskanselier nog voor grote moeilükheden staat. Zaterdag 4 juli wordt het resultaat bekend gemaakt van het eerste eind examen aan de Europese school in Luxemburg. Het is dan voor het eerst dat een volledige cursus voltooid zal zjjn. Het programma ervoor is opge steld door onderwijsdeskundigen uit Bel gië, de Duitse Bondsrepubliek, Frank rijk, Italië, Luxemburg en Nederland, de zes landen die deel uitmaken van de Europese gemeenschappen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 9