i
EEN „REALTH EORETIKER"
T
Polikliniek moet verplaatst worden terwille
van de vrouwen van het dorp
Adenauer in
A
moeilijkheden
Kabinet spreekt zieh niet uit
over Algerijnse kwestie
INJECTIES VOOR DE PAPOEA'S
Groep Milazzo
wint verkiezing
PERUTZ
Dom Mintoff op
Malta ziek
rb
J
Prof. De Quay formuleert zeer be
dachtzaam zijn antwoord op vragen
uit Tweede Kamer
„Vakbeweging
geen onderonsje
- m
DINSDAG 9 JUNI 1959
PAGINA 9
Op Sicilië
door
Emery Kelen
BUITENLANDSE
KRONIEK
In Leeuwarden
Hoofdambtenaar
wegens knoeierij in
arrest
Pietro Canonica overleden
Visa voor vluchtelingen
Christelijke Bedrijfs
groepen Centrale
waarschuwt
Eerste eindexamen
Europese school
Op tournee rondom het
kamp van de expeditie
SIBIL, 30 mei 1959.
Nadat we een
maand op de
basis in de
Sibilvallei gezeten
hadden, was er
voldoende medische
en andere uitrus
ting gekomen om
een bevolkingson
derzoek in de Sibil
vallei uit te voeren.
Met verlangen had ik naar dit moment
uitgekeken, want er is medisch niet
veel te beleven op de basis en de wei
nige Sibillers die naar de pas ingerichte
polikliniek komen om hun wonden te
laten behandelen, kunnen geen duide
lijk inzicht geven in de gezondheidstoe
stand en het ziektepatroon van de be
volking in de Sibilvallei. Als Nieuw-
Guinea-arts, werkzaam bij een praeven-
tieve afdeling, wil ik natuurlijk gaarne
weten welke van de volksziekten, die
de lager gelegen gebieden van Nieuw-
Guinea teisteren, ook in het bergland
voorkomen en of deze ziekten hier in
even ernstige of mindere mate een
plaag voor de bevolking zijn als in de
genoemde streken. We weten er wel
iets van, want in het westelijk deel van
het bergland, de Wisselmeren, is reeds
sinds vele jaren een medische post ge
vestigd en ook in de Baliemvallei werkt
sinds enkele jaren een arts. Ook tijdens
tournees in andere delen van het berg
land verzamelen artsen gegevens over
de verspreiding van bepaalde ziekten
en de voedingstoestand van de bevol
king. Zo weten we dat op grote hoogte
malaria en framboesia in veel mindere
mate voorkomen dan aan de kust, ter
wijl ziekten die van buiten geïmporteerd
zijn, zoals lepra en tuberculose, die op
een vreselijke wijze de kustbevolking
teisteren, waarschijnlijk nog geen ge
legenheid gehad hebben in het onbe
stuurde bergland van Nieuw-Guinea
door te dringen dank zij de isolatie
waarin de bevolking daar leeft. Maar
toch zijn grote delen van het bergland
medisch nog „terra incognita" en iedere
gelegenheid om er iets meer van te
weten te komen, zoals deze expeditie,
wordt dan ook dankbaar aangegrepen.
Ik heb rnjj voorgesteld om tijdens
de tournee, die ik nu ga maken door
de Sibilvallei speciaal te letten op het
voorkomen van lepra en een onderzoek
in te stellen naar de verspreiding van
framboesia. Het framboesia-onderzoek
zal worden gecombineerd met het ge
ven van Almopen injecties (een peni
cilline preparaat met langdurende
werking) zoals dit ook in het bestuurde
laagland van Nieuw-Guinea is ge
beurd en waarbij over het algemeen
een goede opkomst werd bereikt. De
framboesia-actie in de Sibil is bedoeld
als een proefcampagne die ten doel
beeft na te gaan of het mogelijk en
noodzakelijk is de framboesiabestrijding
in deze primitieve gebieden op dezelfde
wijze ter hand te nemen als in het
reeds langere tijd onder bestuur ge
brachte laagland is geschied. Bloedon
derzoek van alle onderzochte personen
zal moeten uitwijzen, hoe hoog de be
smettingsgraad onder de bevolking is.
Op de dagen voorafgaande aan het
vertrek wordt er hard gewerkt om de
uitrusting en het eten voor 14 dagen
in te pakken en dragers aan te trek
ken. De medische uitrusting en de voe
ding, die nauwkeurig worden afgewo
gen, gaan in blikken en onze kleding
en dekens worden in waterdichte zei
len verpakt. We blijken 22 dragers no
dig te hebben en vinden voldoende Si
billers, die bereid zijn ons op onze
tocht te vergezellen.
Het vertrek is bepaald op 15 mei
vroeg in de ochtend, maar omdat er
nog niemand aanwezig is, kunnen we
op ons dooie gemak ontbijten en
daarna duurt het nog enkele uren al
vorens de eerste dragers komen op
dagen. Het is weer het oude liedje
dat we al vaak hebben horen zingen:
je laat de dragers beloven heel vroeg
te komen om op tijd te kunnen ver
trekken, maar als je eindelijk op
stap kunt gaan, staat de zon al hoog
aan de hemel. Om tien uur beginnen
de eerste langslapers op te dagen en
het is bijna elf uur als we op pad
gaan naar de eerste kampong, die
op bijna een uur afstand van het ba
sisbivak ligt.
De groep bestaat uit twee agenten,
ee" ^Pleger, mijn bediende die
ook dij het onderzoek wordt ingescha
keld, ik zelf en de 22 dragers. Nadat
we het vliegveld en de Sibilrivier zijn
overgestoken, voert het pad geleidelijk
omhoog naar de kampong die op een
lage heuvel is gelegen. De weg is naar
Sibilbegrippen redelijk goed, het heeft
de laatste dagen met geregend en zon
der veel moeite bereiken we ons doel.
Van rondhout, dat in het bos wordt
gekapt, en het grote nylon zeil, dat we
hebben meegebracht, wordt een tent
gemaakt en al spoedig hebben de jon-
Advertentie
Tóp-
prestatlos
zijn foto's
m
De' antropoloog neemt vingerafdrukken in het basis-bivak.
gens een heerlijke kop koffie klaar ge
maakt. Er zijn bijna geen mensen in
de kampong aanwezig zodat we de
middag in zalig niets-doen doorbren
gen.
Pas tegen de avond beginnen de
eerste bewoners op te dagen. Zij
keren van het werk in de tuinen
terug. De mannen dragen niet veel meer
dan hun boog en pijlen terwijl de vrou
wen en kinderen, zoals dat de gewoonte
is, de zware lasten torsen. Gebukt on
der grote stapels brandhout, de draag-
netten vol met knollen lopen ze langs
ons bivak naar hun hutjes om daar
het avondeten klaar te gaan maken.
Onderwijl hurken de mannen bij ons
neer om een praatje te maken in de
hoop wat tabak los te krijgen.
Het is bijna donker en dus te laat
om nog met het onderzoek te beginnen
zodat we onze bezoekers alleen kun
nen aansporen de volgende ochtend
eerst naar ons toe te komen alvorens
aan het werk te gaan. Het groepje,
dat zich de volgende ochtend meldt,
is echter klein, velen staan nog wan
trouwend tegenover de injectie en ge
ven er de voorkeur aan in alle vroegte
weer op stap te gaan. Bovendien speelt
de reislust van de bevolking ons par
ten, een groot deel van de mensen
is op handelsreis naar verder gelegen
valleien en men weet nooit wanneer
ze terug zullen komen. Het ziet er dan
ook naar uit dat we hier nog wel enige
dagen zullen moeten blijven als we een
redelijk deel van de bevolking willen
bereiken.
Na vier dagen hebben we ongeveer
de helft van de inwoners onderzocht
en omdat er een goede kans is dat we
de rest voorlopig niet te zien zullen
krijgen, besluiten we op te breken en
door te gaan naar het volgende bivak.
Langs een moeilijk pad dat over tal
loze smalle heuvelkammetjes voert
waartussen diepe putten, komen we,
na weer de Sibil overgestoken te zijn
en nog een moeras gepasseerd te heb
ben, in de kampong Betabib.
Het gaat hier veel vlotter en prettiger
want meer dan de helft van de bevol
king is aanwezig en meldt zich spon
taan voor injecties en bloedonderzoek.
Julius, de verpleger geeft de injecties
en Petrus mijn anak piara (huisbe
diende) zorgt voor de registratie. De
volgende ochtend kunnen we in enkele
kleine dorpjes in de omgeving nog een
aantal mensen bereiken maar ook hier
zijn veel mensen op stap en een deel
van de mannen is als dragers mee
gegaan met een patrouille van enkele
onderzoekers naar Katern, een bivak
meer zuidelijk aan de Digoel gelegen,
's Middags kunnen we nog enkele na-
komers onderzoeken maar daarmee is
het ook afgelopen.
Daar ons bivak niet ver van de
basis verwijderd is, zijn we er
nog getuige van, dat een vlieg
tuig dat op het vliegveld bij het ba
sisbivak is geland en daarna weer
opgestegen, motorpech krijgt. De lin
kermotor, die eerst hevig begint te
sputteren, valt uit en de piloot is ge
dwongen zijn kist weer op het vlieg
veld neer te zetten. Later bij onze
terugkomst op de basis zullen we te
horen krijgen, dat de machine nog
bijna een week in de Sibil gebleven
is omdat door de lucht een nieuwe
motor moest worden aangevoerd.
In onwetendheid van de verdere ont
wikkelingen op de expeditiebasis zet
ten wij echter de tocht voort naar de
volgende kampong, die weer enige uren
verder ligt. Het is een zware tocht en
het pad leidt door de bedding van een
rivier waar de vele stenen ons het lo
pen niet gemakkelijk maken. Nadat we
een steile heuvel beklommen hebben,
waarbij de vele boomstammetjes waar
we over moeten kruipen en de dichte
begroeiing het tempo aanzienlijk ver
tragen, bereiken we hijgend en dood
moe de kampong Lewengbon.
Daar wordt onze inspanning rijkelijk
beloond door het bijzonder mooie uit
zicht dat we genieten. We overzien van
hier de hele Sibilvallei, maar het vlieg
veld kunnen we net niet zien omdat
De regeringscoalitie van Silvio Milaz-
*o heeft by de verkiezingen van zondag
°P Sicilië 53 van de 90 zetels verkregen,
aldus melden Reuter en A.F.P. De coa-
litie van Milazzo bestaat uit commu
nisten, linkse socialisten, de christelijk
sociale unie, de neo-fascisten en de
monarchisten. Herstel van de coalitie ls
echter niet mogeiyk omdat de linkse
socialisten niet bereid zijn de samen
werking met de neo-fascisten en de
monarchisten voort te zetten. Een an
dere mogeiykheid is een coalitie van
christen-democraten, liberalen en mo
narchisten, tezamen 39 stemmen, met
steun van de neo-fascisten met negen
stemmen.
Advertentie
Van betrouwbare zijde te La Valetta
heeft Reuter vernomen dat de leider
van de Maltezer socialistische partij,
Dom Mintoff, de leiding van de partij
voor onbepaalde tijd moet overdragen
met het oog op zijn gezondheidstoestand.
Hij zal Malta deze maand verlaten. Mo
gelijk zal zijn afwezigheid zes maanden
of langer duren, zo werd vernomen. De
leiding van de partij komt in handen
van een driemanschap.
dit door een lagere beboste heuvel aan
het oog onttrokken wordt. Een smal
paadje voert van hier naar een klein
helder riviertje zodat we volop water
hebben om te koken en te baden.
De bevolking van deze kampong, die
nog niet zo veel contact met onze be
stuurspost en expeditiebasis heeft ge
had, is bijzonder nieuwsgierig en ver
baast zich over al die voor hen onbe
grijpelijke en vreemde zaken. Vooral
mijn aansteker wekt hun bewondering
op. Dat je door op. een knopje te druk
ken een doosje laat openspringen waar
een vlammetje in zit is iets waar ze
steeds weer in opperste verbazing en
met open monden naar kijken.
De volgende ochtend wordt de aan
wezige bevolking die zich zonder be
zwaren aan het onderzoek onderwerpt,
nagekeken en van bijna allen wordt
bloed afgenomen. Alleen maakt men
bezwaar tegen het afnemen van bloed
bij de kleintjes. Om de gunstige stem
ming niet te bederven en de goodwill
te behouden geven we maar toe en la
ten de kleuters en de baby's onge
moeid.
De omliggende kampongs, die ver
zocht zijn naar ons bivak te komen la
ten echter verstek gaan, zodat we ge
dwongen zijn er enkele dagen op uit
te trekken om deze mensen zelf te
gaan zoeken. Voor zover we ze vinden
laten ze zich bereidwillig onderzoeken.
In een kleine kampong doet zich nog
een merkwaardig incident voor. Ik heb
het materiaal voor het bloedonderzoek,
flesjes, buisjes enz. uitgestald op enke
le uitstekende planken onder het dak
van een hut midden in de kampong. De
vrouwen die iets verder in een groep
staan opgesteld willen echter niet naar
me toe komen om zich in de vinger te
Dr. LUDWIC ERHARD:
iiiniiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Iedereen is vertrouwd met komi
sche duo's als Laurel en Hardy,
Abbot en Costello, Karl Valentin en
Liesl Karlstadt: de dikke en de dun
ne. die altijd en eeuwig met elkaar
in conflict liggen.
De bron van hun humor ligt die
per verscholen dan het feit dat zij
op een grappige manier op elkander
zijn afgestemd. Die humor ligt ver
ankerd in de ongelijkwaardigheid
van hun beider temperament. Dikke
en dunne mensen leven in verschil
lende werelden.
Men kan de dikke en de dunne
dikwijls zien samenwerken in de po
litieke arena, en door elkanders te
kortkomingen aan te vullen berei
ken zij soms een opmerkelijk succes.
Churchill-Eden. Hitler-Goering, de
Gaulle-Soustelle, Stalin-Molotov zijn
voorbeelden van zulke duo's. En
West-Duitsland bezit zijn succesrijke
„dikke-dunne-team" in kanselier
Adenauer en de minister van eco
nomische zaken professor Ludwig
Erhard. Deze beide mannen hebben
door samen te werken een wonder
van herstel bewerkstelligd in het
plat gebombardeerde Duitsland.
Maar terwijl zij samen prachtige
muziek maken kan men deze twee
mannen van verschillende geaard
heid er dikwijls op betrappen, dat
zij elkander de verkeerde weg op
dringen. Nog zeer kort geleden pro
beerde Adenauer Erhard op te stu
wen naar het presidentschap, terwijl
hij trots aan de pers verklaarde:
„Habemus Papam". Maar op het
laatste ogenblik glipte Erhard uit
zijn handen, als de zeep in de bad
kuip en hij bracht de „great old
man" van Duitsland een klinkende
politieke nederlaag toe.
Dr. Erhard ziet er uit als een
strandbal. Het is een eeuwenoude op
vatting dat de uiterlijke verschij
ningsvorm de aard van het beroep
bepaalt, dus heeft Duitsland een
ietwat „springerige" minister van
economische zaken.
Hij (Erhard) heeft een omvang
rijk, rond hoofd, uit elkander staan
de ogen, een „afgepaste snuit" en
een ingevallen mond-omtrek: een
uilachtig gezicht dus; en zoals bij
een uil het geval is groeit het wenk
brauwencomplex - als - een - fiets
stuur diep tot de neuswortel door.
Let op de stompe neus, breed aan
de wortel en zich vernauwend naar
het uiteinde: let ook op de diep-inge-
vallen mond. Dit leidt noodzakelijker
wijs tot een bovenkaak, die breed en
sterk is bü de oogkassen, smal en
week in dé omgeving van de snor.
Hier neemt men een afzonderlijk
stukje bot waar. dat Erhard waar
schijnlijk door twee verschillende
voorvaderen werd nagelaten, de ene
gespierd, de andere mager.
Met een teveel dan aan simplifica
tie, dat het privilege is van de cari
caturist, durf ik te zeggen dat de
Erhard als economische theoreticus
en systematicus wordt weergegeven
in de broze delen van zijn gelaats
structuur: de ingevallen mond en het
puntige neus-uiteinde. Het gezonde
verstand, het realisme en de be
weeglijke soepelheid van de vrijbui
ter zijn verbonden aan zijn ronde ge
zetheid.
De hardnekkigheid waarmee hij
vasthoudt aan zijn theorieën, de
stoutmoedigheid waarmee hij ze
staande houdt tegen alle deskundige
adviezen in, staat „geschreven" in
het bulldozerachtige voorhoofd en
in de brede neuswortel. Het zijn on
getwijfeld deze twee karaktereigen
schappen geweest, die er toe geleid
hebben dat men een Erhard-pop
aan de lantaarnpaal ophing op het
moment dat hij de controle op de
Duitse markt ophief en de prijs van
de Bratwurst als een vuurpijl om
hoog ging.
Maar dr. Erhard hield vol dat de
prijzen zichzelf zouden vaststellen
en dat de economie zichzelf zou zui
veren. En dat gebeurde ook. Van
daag de dag hééft de Duitser zijn
pul bier, zijn „Pretzels" en ook zijn
Bratwurst. En dr. Erhard zorgt er
wel voor dat hij gefotografeerd
wordt, terwijl hij het symbool van de
Duitse burgerlijke welstand in zijn
dunne mond heeft: een papieren si
garenpijpje; een ding dat ik niet in
de mond van welke staatsman dan
ook heb aangetroffen sinds Strese-
mann.
Vanwege dit alles wordt hij een
wonderman genoemd en „Herr Opti
mist".
„Ik ben geen optimist", zegt hij,
„ik ben een realist". Feit is dat mol
lige zakenlieden zoals Erhard er
een is, of zij nu varkenscoteletten of
regerings-obligaties verkopen, op
elkander lijken als Paaseieren. En tot
de voornaamste punten van overeen
komst behoren de kleine gyroscopen
die bij hen allen in hun innerlijk zijn
ingebouwd en die reageren op de ge
ringste fluctuaties op de markt en
die hun duidelijk maken wanneer zij
moeten kopen of verkopen. Als Er
hard zegt dat hij een realist is, drukt
hij de geloofsbelijdenis uit van alle
dikke zakenmensen van hier tot
Shangri-La. Die kerels zijn niet dik
omdat ze rijk zijn. Ze zijn rijk om
dat ze dik zijn!
Van alle „ronde" staatslieden be
schikt dr. Erhard over de meeste op
vallend „vrouwelijke" uiterlijke ken-
7*
lUPV/G ïW
REAL. - TVEoRETIKE/t.
rrK
HEKK OPTifftST'
merken: over de zachtste contouren
dus, over het meest zijdeachtige haar
en over de meeste ronde gelaatsom-
trek.
Met deze uiterlijke kenmerken
gaan vrouwelijke karaktereigen
schappen, die evenzovele voordelen
in de diplomatie zijn, samen: intuï
tie, gezond verstand, een op details
afgestemd geheugen, een zuiver ver
mogen tot het schatten van mensen
en zaken; en het vrouwelijke talent
om soepel en hardnekkig heen te
gaan achter de dingen die hij (of zij)
wil bereiken.
Wat dit alles aangaat moeten wij
ons dat agressieve, mannelijke voor
hoofd in herinnering roepen en acht
slaan op de diepe vërtikale gleuf bo
ven de neuswortel. Wij kunnen ge
rust aannemen wat over hem wordt
gezegd; dat hij een weerspannige man
is, die van zich af kan bijten, en die
wanneer hij boos wordt, zijn mening
met een overvloedige welsprekend
heid ten beste geeft.
Nu is Adenauer ook een tempera
mentvol man. maar een van een an
dere soort: hij „bevriest" zijn boos
heid en later dient hjj haar opge
warmd op. Erhard schotelt u haar
kokend heet voor.
Natuurlijk kan men zich niet altijd
safe voelen, als men zoals ik doe
mensen op zich beziet en „vastlegt"
als koekoeksklokken. De persoonlij
ke handelingen van een individu zijn
hopeloos onbepaald, zij wijzigen en
ontwikkelen zich, zij beïnvloeden el
kaar, en omgekeerd worden zij gewij
zigd onder de druk van de levens
loop van het individu. Het resultaat
is een dunne dr. Adenauer of een
dikke dr. Erhard. zoals zij leven en
ademen.
Allebei hebben zij ons verzekerd,
dat wie van beiden ook aan het roer
staat op het schip van de Kanselarij
de Duitse buitenlandse politiek niet
ook maar enigszins zal worden gewij
zigd.
Een buitenlandse politiek wordt
gemaakt in een veranderende wereld
en het praten over een onverander
lijke buitenlandse politiek klinkt mij
in de oren als een aanbeveling voor
een nieuw soort, eeuwigdurende
broek, waar een kind nooit zal uit
groeien. Zelfs de Russen hebben zo'n
broek niet uitgevonden, of, in het
onderhavige geval, zulk een buiten
landse politiek.
Bovendien, als een kind niet uit
zfjn broek groeit is er iets niet in or
de met het kind, of met de broek!
Zie naar de twee heren die wij op
het oog hebben. De een is een sap
pig hapje, de ander 'n stuk gedroogd
rundvlees. De een is gevat, beschou
welijk, stoutmoedig, de ander is ge
reserveerd, terughoudend en voor
zichtig. En hoezeer zij op een be
paald moment ook gelijke inzichten
mogen hebben, met het verstrijken
van de tijd moet de een of de ander
z ij n stempel drukken op het werk
dat hij doet.
Dus, ondanks hun verzekeringen,
kan ik niet geloven dat ons niet en
kele onverwachte veranderingen in
de Duitse buitenlandse politiek te
wachten staan, of het nu de methode
of de essentie betreft. Maar in de
politiek laat de methode haar „vin
gerafdrukken" na op de essentie.
(Nadruk verboden-copyright
ABC-pers)
denauers jongste bezoek aan
Washington had niet slechts ten
doel de laatste eer te bewijzen
aan een groot vriend. Het was niet
meer dan passend, dat de Westduitse
Bondskanselier persoonlijk naar de be
grafenis kwam van John Foster
Dulles, met wie hij gedurende meer
dan zes jaar zo nauw en zo succesvol
had samengewerkt. Adenauers streven
om Duitsland weer een belangrijke rol
te doen spelen in Europa en de Wes
terse wereld ontmoette bij Dulles alle
begrip. Het heengaan van Dulles heeft
bij de Bondskanselier grote bezorgd
heid gewekt. De overleden leider van
het State Department placht immers
het buitenlands beleid van de Verenig
de Staten grotendeels zelf te bepalen.
Adenauer heeft zich dan ook afge
vraagd, of Amerika's internationale po
litiek in de zelfde trant zou worden
voortgezet, nu Herter „Secretary of
State" was geworden. Adenauer heeft
de aanleiding van de begrafe
nis van Dulles aangegrepen om eens
een grondig gesprek te hebben met
Eisenhower. Van het verloop van dit
fesprek is nooit officieel verslag ge-
aan, en aanvankelijk waren er geen
aanwijzingen, dat de twee machtige
Westerse leiders tot belangrijke nieu
we conclusies waren gekomen. Maar
eind vorige week bleek, dat althans
voor Adenauer het onderhoud met de
Amerikaanse president van zeer grote
betekenis is geweest. De Bondskanse
lier schijnt namelijk in dit onderhoud
tot de overtuiging te zijn gekomen, dat
het voor Duitsland, Europa en de Wes
terse wereld noodzakelijk was, dat hij
samen met Eisenhower bleef strijden
voor een voortzetting van de tot nog
toe gevolgde lijn in de politiek van het
Atlantische kamp ten aanzien van de
Sovjet-Unie.
Deze heer uit de Sibil-vallei vertrouwt het vreemde gedoe met injectie-naalden
en zo maar half.
laten prikken maar beduiden me door
handgebaren, dat ik naar hen toe moet
komen. Na enig heen en weer ge
praat door middel van een tolk blijkt
dat ik miin materiaal heb opgesteld voor
het danshuis dat voor de vrouwen ver
boden gebied is. Er zit niet veel anders
op dan met mijn hele kraam te verhui
zen naar een grote steen vlak by de
groep vrouwen, al zit ik hier dan ook in
de brandende zon.
We zijn nu elf dagen onderweg ge
weest en daar we voor twee weken eten
meegenomen hebben besluit ik terug
te gaan en de groep dorpen die veel
westeiyker in de vallei ligt voor een an
dere keer te bewaren. We gaan dezelf
de weg terug om te proberen nog wat
mensen te vangen die bü het eerste be
zoek afwezig waren en nu misschien
inmiddels op hun basis zijn terugge
keerd. Het lukt inderdaad nog wat na-
komers te vangen en op de veertiende
dag keert de hele groep opgewekt en
kerngezond op de basis terug waar we
hartelijk ontvangen worden door de ove
rige deelnemers.
We zijn tijdens onze tocht vrijwel van
nieuws verstoken geweest zodat we zeer
nieuwsgierig ziin naar de jongste ont
wikkelingen op de basis. Er blijkt inder
daad nieuws te zijn. De helikopterpiloten
zijn allen door ziekte uitgeschakeld, het
geen de verklaring blijkt te z;jn voor
het feit dat we tijdens onze tournee
de wentelwieken niet in de lucht gehoord
hebben. De opvoer die toch al veel
zorgen baarde, dreigde een ogenblik ge
heel te stagneren. Behalve dat er stil
stand optrad in de opvoer van de uit
rusting, de medicijnen en de brand
stof liep nu ook de voedselvoorziening
gevaar, zodat de algemeen leider, dr.
Brongersma, besloot doortastende maat
regelen te nemen en voedseldroppings
aan te vragen.
In de loop van de volgende week zul
len de eerste vliegtuigen hun kostbare
inhoud waarnaar met spanning wordt
uitgezien uitwerpen in de bijna geheel
van de buitenwereld geïsoleerde vallei.
T. ROMEIJN
(Van onze correspondent)
De Leeuwarder gemeentepolitie heeft
het hoofd van de afdeling Sociale Za
ken van de gemeente Leeuwardera-
deel, de 46-jarige B. J. de V., in zijn
woning in de Friese hoofdstad gearres
teerd. De V. wordt ervan verdacht ge
knoeid te hebben in de boeken van
Sociale Zaken en een bedrag van ten
minste 4500 te hebben verduisterd. Er
wordt naar de omvang van de malver
saties nog een nader onderzoek inge
steld. De V. wordt vandaag voor de
officier van justitie geleid. De onregel
matigheden kwamen aan het licht tij
dens een boekencontrole door accoun
tants van de Vereniging van Neder
landse Gemeenten.
Pietro Canonica, de Italiaanse beeld
houwer en musicus, is maandag op 90-
jarige leeftijd in Rome overleden. In
1950 werd hij wegens artistieke ver
diensten eresenator voor het leven.
(Van onze Haagse redactie)
De Nederlandse regering is niet
bereid om aan de hand van perspubli
caties over Algerije een oordeel uit te
spreken. Aldus hebben namens het Kabi
net de minister van buitenlandse zaken
a.i. prof. De Quay, en de minister van
defensie, de heer van den Bergh, in ant
woord op vragen aan de Tweede Ka
mer meegedeeld. De vragensteller was
de heer van der Veen (PSP). Deze had
onder meer gewezen op de brief, die
35 Franse aalmoezeniers aan hun bis
schoppen hebben gericht.
De Nederlandse bewindslieden hebben
overigens een bedachtzame wijziging in
de formulering van de vragen aange
bracht. Terwijl de heer van der Veen
spreekt van „willekeurige arrestaties,
martelingen e.d. die door militairen van
het Franse leger in Algerije worden
gepleegd" gebruiken de ministers de
formulering: „wreedheden, bedreven
door Algerijnse opstandelingen en re
presailles van Franse militairen".
In hun antwoord vestigen zij verder
de aandacht op het communiqué van
de „Direction de l'Aumónerie Militaire
Catholique" waarin wordt gesteld dat
de „Direction" niet vooruit wenst te
lopen op het antwoord van de bisschop
pen, tot wie de brief van de aalmoe
zeniers is gericht. De ministers verwij
zen verder naar 't besluit van de Fran
se minister van oorlog om een onderzoek
te doen instellen bij de ondertekenaars
van de brief, „met het doel nadere aan
duidingen te verkrijgen over de door
hen bedoelde feiten". De Nederlandse
regering heeft niet het voornemen bij
de Franse Regering nadere stappen te
doen. Het standpunt dat Nederland in
de Verenigde Naties met betrekking tot
het conflict in Algerije zal innemen,
hangt onder meer af van de vraag
welke resoluties eventueel zouden wor
den ingediend.
De Nederlandse permanente verte
genwoordiger bij de Raad van Europa,
mej. mr. M. Witteveen, heeft in Straats
burg namens de Nederlandse regering
het Europese akkoord inzake opheffing
van visa voor vluchtelingen ondertekend.
Het Nederlandse parlement moet dit
akkoord nog bekrachtigen.
It
Gisteren en vandaag hield de Chris-
teiyke bedryfsgroepen Centrale in Ne
derland in Scheveningen haar twee
jaarlijkse vergadering. Volgens de voor
zitter, de heer C. v. Baren, is er inzake
de Ondernemingsraad nog veel te doen.
De vakbeweging moet er voor waken
dat niet door centraliserende oligar
chische tendenzen de leden haar gaan
zien als een „onderonsje van bestuur
ders", zo waarschuwde hfl. Bij de ont
wikkeling van het georganiseerde be
drijfsleven zal men er goed aan doen
te bevorderen, dat de betrokkenen zoveel
mogelijk zeggenschap en verantwoorde
lijkheid krijgen te dragen. De eigen
verantwoordelijkheid van de vakbonden
is een der wezenlijke waarborgen om
de geschetste gevaren tegen te gaan.
De heer Van Baren besprak ver
volgens de loonpolitiek mede in ver
band met de regeringsverklaring. Wat
verstaat de regering onder vrijere loon
vorming?, zo vroeg hij zich af.
Door een gedifferentieerde loonbewe-
ging kan men uit de huidige verstarring
komen. Vele tienduizenden arbeiders
hebben slechts een minimum-bestaan
en zü moeten het eerst geholpen wor
den. Welvaartsvermeerdering kan al
leen worden verkregen door produkti-
viteitsverhoging. De arbeider heeft by
waardevast geld het grootste belang.
Wat de arbeidstijdverkorting betreft,
zij mag nimmer een zaak worden waar
aan men ten koste van alles wil vast
houden, te meer daar er onder het Ne
derlandse volk nog andere, zeer ge
rechtvaardigde wensen leven. Er moe
ten voor deze verkorting reële moge-
Ipkheden aanwezig zijn, aldus de voor
zitter.
De secretaris van het Christelijk Na
tionaal Vakverbond, de heer B. Rool-
vink sprak in de middagvergadering
over „Sociale en economische aspecten
van deze tijd". De afgelopen twee ja
ren hebben, zo zei hii, een reëele te
ruggang gebracht in de welvaartspoli-
tiek, hetgeen de ontwikkeling van de
werkloosheid en de verkorting van de
werkweek demonstreren. De bestedings
beperking vond de secretaris uitmuntend
geslaagd, grotendeels echter ten koste
van de arbeiders. Nu op het ogenblik
weer sprake is van een zekere over
spanning van de arbeidsmarkt in som
mige delen van het land, is het recht
vaardig dat de arbeider thans zyn deel
krijgt.
De heer Itoolvink leverde kritiek op
het huurbeleid dat totdusver is gevoerd.
Er moet, zei hij, een redelijke verhou
ding bestaan tussen de huurprijs van
oude en nieuwe woningen.
Hij achtte de gedifferentieerde loon
politiek de aangewezen weg voor de
welvaartsverdeling in Nederland. Een
van de grootste kwalen van de achter
liggende jaren is het voortdurend stij
gen van de prijzen geweest.
oen Adenauer op 8 april aankon
digde, dat hij zich op 1 juli tot
Bondspresident zou laten kiezen.
was hp van me
ning, dat hij ook
in zijn nieuwe
functie uiteinde
lijk de domine
rende rol zou
kunnen spelen bij
het bepalen van
het beleid van de
Bondsrepubliek. Hp stelde zich bij
voorbeeld voor om intensief gebruik te
maken van het recht van de president
om de kabinetszittingen bij te wonen,
en bij deze zittingen zou hij zich uiter
aard niet onbetuigd laten. Adenauer
wilde voorts een Bondskanselier doen
kiezen die zijn eigen opvattingen was
toegedaan. Voor deze post dacht hij
aan Franz Etzel, de tegenwoordige mi
nister van Financiën, een man met
wie hij weinig moeite zou hebben.
Maar Adenauer, die gedurende de
laatste tien jaar een schier onbeperkte
macht heeft gehad in de Bondsrepu
bliek en die in zijn eigen partij, de
C.D.U.-C.S.U., altijd een kolossaal ge
zag heeft genoten, heeft in de loop van
de laatste twee maanden moeten erva
ren, dat hij niet meer kan doen wat
hij wil. Sinds de Westduitse Christen-
Democraten bij de Bondsdagverkiezin
gen van 1957 hun positie hebben kun
nen consolideren, zijn zy zich meer be
wust geworden van hun kracht en zijn
zq ook kritischer geworden in de be
oordeling van hun leider. De nieuwe
mentaliteit in de C.D.U.-C.S.U. heeft
in april en mei geleid tot een actie die
er op gericht was de minister van
Economische Zaken, Ludwig Erhard.
Bondskanselier te maken. De betrok
ken partijleden wisten, dat zij daar
mee tegen de wil van Adenauer in
gingen, maar zij hebben het misnoegen
van de Bondskanselier getrotseerd.
Adenauer wilde straks als Bondspre
sident niet Erhard als Bondskanselier
naast zich hebben, omdat Erhard zich
heeft doen kennen als een zeer krach
tige persoonlpkheid met opvattingen
die in verscheidene opzichten niet
strookten met die van „Der Alte".
Adenauer vreesde dat als Erhard aan
het hoofd van de regering zou komen,
de Europese politiek van West-Duits-
land een koerswijziging zou ondergaan.
Erhard is een „liberaal" econoom uit
de „Manchester School" en hij is niet
zo'n vurig kampioen als Adenauer voor
de Europese Economische Gemeen
schap. Hy heeft altijd meer gevoeld
voor het door Engeland gelanceerde
plan voor een Europese vrijhandelszo
ne. Vooral sinds in Frankrijk De
Gaulle aan de macht is, heeft Ade
nauer gestreefd naar bijzondere be
trekkingen met de Fransen, en Erhard
heeft de Bondskanselier op dit punt
niet geheel willen volgen. Adenauer
vreesde ook, dat Erhard als Bondskan
selier meer verlangend zou zijn om
met de Russen te onderhandelen over
de een of andere regeling dan hy zelf
ooit geweest was. Hij duchtte een wij
ziging in de tot nog toe gevolgde „har
de" politiek van Bonn ten aanzien van
Moskou.
Tijdens zijn onderhoud met Eisen
hower is by Adenauer het denk
beeld gerijpt voor de „volte-
face" die vorige week donderdag we
reldkundig gemaakt werd. Met zijn
aankondiging, dat hij zelf toch Bonds
kanselier blijft, heeft hij Erhard de pas
afgesneden, en wie er nu Bondspresi
dent wordt interesseert Adenauer
eigenlijk niet zo veel meer. Hij heeft
zich uiteraard gerealiseerd, dat zijn
jongste politieke manoeuvre de kans
van de populaire socialist Carlo
Schmid op de verkiezing tot staats
hoofd heeft vergroot, maar hij heeft
dit risico willen nemen. (Voor Ade
nauer op 8 april besloot zelf Bonds
president te worden, heeft hij Erhard
de baan „aangeboden", waarmee zijn
gevaarlijke rivaal „kalt gestellt" zou
zjjn, maar Erhard heeft zich niet laten
strikken, en hij ambieert het president
schap nu minder dan ooit te voren).
Adenauer heeft vorige week vrijdag
in het gebouw van de Bondsdag met
de leden van de Christen-Democrati
sche fractie een bewogen discussie ge
had over zijn opzienbarende besluit
van een dag te voren. Zijn partijgeno
ten hebben zich niet van heftige kri
tiek onthouden, maar het is niet tot
een „show-down" gekomen. De op
standige Christen-Democraten zijn zo
wijs geweest om hun kruit droog te
houden tot Erhard zou zijn terugge
keerd van zijn reis naar de Verenigde
Staten. Zij rekenden er op, dat de mi
nister van Economische Zaken wel een
duchtig woordje met de Bondskanselier
zou spreken.
Adenauer heeft zich tot nog toe heel
wat kunnen permitteren. Zijn partij
heeft veel aan hem te danken, en zijn
grootheid wordt in de C.D.U.-C.S.U. al
gemeen erkend. Maar zelfs een zo
groot man als Adenauer kan wel eens
te ver gaan. Het ziet er naar uit, dat
de Bondskanselier nog voor grote
moeilükheden staat.
Zaterdag 4 juli wordt het resultaat
bekend gemaakt van het eerste eind
examen aan de Europese school in
Luxemburg. Het is dan voor het eerst
dat een volledige cursus voltooid zal
zjjn. Het programma ervoor is opge
steld door onderwijsdeskundigen uit Bel
gië, de Duitse Bondsrepubliek, Frank
rijk, Italië, Luxemburg en Nederland,
de zes landen die deel uitmaken van
de Europese gemeenschappen.