Rapport van de V.K.A.J. bewijst:
HET DIENSTMEISJE
H
houdt toch nog
van haar beroep
wel
Weer voorstel voor een
arbeidsovereenkomst
Job van gehuwde vrouw
De ellende van de uithuizige moeder wordt
bestreden met de ramp van de Togetherness
Is de Parisienne wel elegant
Angst voor „overdressing"
WEMEF
MAÏZENA
DURYEA
Chemisier" voor de warmte
iv
C Boekenvenster j
De spons in
Amerika
Luxe wordt duur betaald
De vrouwelijke Farao
ABC der opvoeding
Veranderingen in
K.A. in Italië
Rubens' altaarstuk
VRAAG VAN
ENGELSE
In Venlo
Nieuw klooster voor
de Dominicanen
rr
VRIJDAG 26 JUNI 1959
PAGINA
r~
Nes 23-25
Amsterdam-C.
Vraag gratis folder!
Geëxposeerd in de
National Gallery
(Van onze medewerkster in Parijs)
Neen", schrijft Mrs. Joan Soward in de News-
Chronicle, „Parijs mag dan de hoofdstad van de
elegance zijn, de lijn van onze japonnen aangeven, en
terecht trots zijn op haar wereldbekende couturehui-
zen, dat neemt niet weg dat de manier waarop de
doorsnee Parisienne zich kleedt, op niets lijkt".
De Engelse journaliste schrijft verder: „men be
hoeft maar een paar uur op een caféterras te gaan
zitten om de overtuiging te krijgen dat de Parisiennes
in het geheel geen toilet meer maken. Haar wijze van
zich te kleden schommelt tussen excentriek en ar
moedig. Zij die zich excentriek kleden hopen opge
merkt te worden door de een of andere filmmagnaat
en de anderen geven er blijkbaar niets om hoe ze er
uit -zien".:
mm
WÊÊ
oeveel dienstmeisjes voor dag
en nacht of alleen voor de
dag zijn er op het ogenblik
in Nederlandse gezinnen in betrek
king? Wij kennen het getal niet. Maar
aan een kleine duizend, om precies
te zijn, aan 955 in de leeftijd van 14
tot 25 jaar, is een formulier gezonden
met eenvoudige vragen over de werk
situatie bij haar „mevrouw". Hoe
lang is je werkdag, hoe vroeg begin
je, hoeveel verdien je, heb je
vrije zondagen, vrije middagen of avonden. Hoe lang
is je vakantie, hoe is het gesteld met de sociale zeker
heid.. Hoe is de verhouding met mevrouw: bespreken
jullie samen het werk, eet je mee aan tafel, hoe zijn
de grote kinderen? En tenslotte: wat zou volgens jou
moeten gebeuren om het beroep aantrekkelijker te
maken?
En wat is nu het meest frappante van het rapport
naar aanleiding van dit onderzoek, dat door de socioloog
dr. A. van der Weijer o.f.m. cap. is opgesteld in op
dracht van de V.K.A.J., dat de ondervraagde meisjes
gradg dienstbode zijn! Duidelijk verkiest de meerderheid
bijna 70 procent het eigen beroep boven de voor
gestelde andere mogelijkheden van atelier- of fabrieks
meisje, winkeljuffrouw of typiste. Dat is dunkt ons de
winst van een dergelijke enquête. Men kan wel eens
smalend zeggen, dat al die sociologische onderzoekingen,
waaraan onze tijd zo rijk is, maar een vertekend beeld
geven. De nood onder de gezinnen zonder noodzakelijke
huishoudelijke hulp is dringend. Door een dergelijk
exact onderzoek krijgt men de feitelijke gegevens van
het ogenblik en bij het zoeken naar verbetering bouwt
men dan niet op het zand, maar op een fundament.
Het onderzoek gold echter alleen de werkverhoudin
gen. De aard van het beroep kwam niet aan bod. Dat
was wel het geval in het uitstekende beschouwende
overzicht, dat vlak na de bevrijding verschenen is van
de hand van mevrouw C. Haitsma Mulier-van Beusekom
(uitg. Mij. tot nut van 't algemeen) waarin alle fa
cetten, ook de opleiding, ook de psychologische kant,
besproken werden. Een van de nooit weg te nemen
moeilijkheden blijft immers het zeer persoonlijke van
de werkverhouding. Wat is de opleiding van het meisje?
Wat voor „huisvrouw" is mevrouw? Maar goed. In het
zojuist verschenen uitgewerkte onderzoek, dat in han
den was van de Kath. Arb. Vrouwenbeweging, de Kath.
Arb. Beweging, een werkgeefster, enige hulpen in de
huishouding, lid van de V.K.A.J. en twee nationale
leidsters, is uitsluitend sprake van de arbeidsverhou
dingen. En er is dus uit gebleken, dat het merendeel der
dienstmeisjes het gekozen beroep graag uitoefent. En
wel omdat het zorgend gezinswerk aanspreekt als voor
uitlopend op het eigen toekomstige gezin. De voorkeur
groeit dan ook met de leeftijd van de meisjes.
e meeste dienstmeisjes blijken voort te komen uit
I J de grote gezinnen. Dagmeisjes komen meest uit
de boerenstand, meisjes voor dag en nacht uit de
arbeidersstand. Vooral uit gezinnen, waar de moeder ook
gediend heeft. Dochters uit de middenstand prefereren
het helpen in de winkel. Met de stabiliteit valt het mee.
Gemiddeld is de duur van de betrekking twee jaar.
Wat de werktijden betreft, die zijn te lang, vooral
voor dagmeisjes en vooral in het zuiden. Telkens blijkt
dit frappante verschil tussen de arbeidsverhoudingen
boven en beneden de rivieren. In „Holland", waar de
werktijden beter zijn, is men blijkbaar zakelijker,ge
reserveerder, maar ook progressiever. In het zuiden,
waar langere uren worden gemaakt, gaat het gemoede
lijker, is men minder kritisch en meer behoudzuchtig.
Het meisje heeft een meer naieve overgave aan de
werkgeefster, maar maakt dan ook langere dagen.
De lonen zijn geen reden meer van beklag. Telt men
kost en inwoning erbij op, dan hoort het beroep van
hulp in de huishouding tegenwoordig tot de goed be
taalde beroepen. Waar echter weinig toekomst in zit.
Een wettelijke regeling zou méér nodig zijn voor het
vaststellen van een vrije zaterdag en zondag en vrije
avonden of middagen. Uit het rapport blijkt, dat bij de
Qk
W
De „keukenmeid" kreeg honderd gulden per jaar
De hulp in de huishouding vraagt arbeidscontract.
meisjes voor dag en nacht niet eens de helft een vaste
vrije'middag heeft. Gemiddeld hebben de meisjes zowat
drie vrije avonden per week.
Volgens het rapport is het met de vakanties maar
matig gesteld. Een dag of tien. In tegenstelling tot het
advies var de S.E.R. over een wettelijke regeling, die
voor meisjes beneden de IS een vakantie van 18 dagen
nodig acht en daarboven minstens twaalf dagen. Ook
aan het geven van snipperdagen en vakantiegeld ont
breekt nog veel, waarin de wet zekerheid zou kunnen
brengen of een zakelijke afspraak van te voren. In een
„huiselijk" beroep kan men immers, met alle redelijk
heid, toch wel „zakelijk" zijn. Een van de geënquêteerde
meisjes merkt terecht op: „Ik dien graag, maar als ik
niet meer vrije dagen krijg, verander ik van werk. Maar
ja, het is mijn eigen schuld, er is van tevoren niet over
gepraat".
rat de sociale zekerheid betreft blijkt, dat de
dag- en nachtmeisjes er beter aan toe zijn dan
de dagmeisjes, en dat het de sociale zekerheid
ten goede komt, wanneer ze behalve in het huishouden
ook in de winkel, zo die er is, de boel op orde houden.
De invaliditeitswet wordt vrij veel ontdoken, vaak in
afsvraak met de werkgeefster.
De algemene conclusies van het zeer interessante rap
port, dat dus uitsluitend feitelijke gegevens verwerkt
en dat bijzonder overzichtelijk is samengesteld en zich
prettig laat lezen is, dat het beroep van hulp in de huis
houding nog steeds onvoldoende is beschermd. De meis
jes zelf zien dit in en sommigen pleiten dan ook voor
het schriftelijk aangaan van arbeidsvoorwaarden, an
deren wensen een vakbond.
Maar wat de wet ook uiteindelijk zal kunnen doen aan
de arbeidsverhoudingen, de zeer persoonlijke aard van
het beroep is nooit weg te nemen en blijft het kwets
baar maken. Er zijn mevrouwen en mevrouwen, zoals
er meisjes en meisjes zijn. Er is een mevrouw zoals de
werkgeefster van die 18-jarige uit IJmuiden, die schrijft:
„Mevrouw moest vriendelijker zijn. De post die ik krijg
en verstuur wordt gelezen". Een bijzonder verstandig
woord komt van een 20-jarige uit Oegstgeest, die zegt:
„Volgens mij is het een kwestie van geven en nemen.
Niet altijd op de klok kijken of het al tijd is, en als het
zo eens uitkomt, wat langer blijven. Dan heeft me
vrouw ook iets voor je over. Als alle meisjes het be
roep van hulp in de huishouding eens wilden bestuderen
en daarbij ook aan mevrouw denken, dan zou alles
beter gaan. Geven en nemen, dat is de leus".
A Is concrete resultaten van dit onderzoek zal de
/f Ned. Kath. Arb. Beweging overwegen om tot
een vakorganisatie voor katholieke dienstmeisjes
te komen. Op korte termijn zal een model arbeidsover
eenkomst worden ontworpen. (Iets wat reeds vele malen
is geprobeerd, hier steeds gestrand, maar waar men
onder andere in de Scandinavische landen reeds jaren
mee werkt). De V.K.A.J. zal een boekje uitgeven als
oriëntatie voor meisjes die in het huishouden willen gaan
werken. Hopen wij, dat dit alles uiteindelijk het zijne
zal bijdragen tot leniging van de dienstbodennood.
A. Bg.
Deze lijvige roman hi) bestaat uit
vier delen van Eloise Jarvis Mc.
Graw behandelt een periode uit het
oude Egypte tijdens de achttiende dy
nastie, toen de eerste vrouwelijke Fa
rao door allerlei machinaties de macht
aan zich wist te trekken. De schrijf
ster heeft zich kennelijk goed georiën
teerd in de Egyptische geschiedenis.
Zij verklaart echter nadrukkelijk, dat
het haar niet om de historische waar
heid te doen is. De geschiedenis heeft
haar enkel gediend tot springplank
voor een romantisch werk. Dat is
uiteraard haar goed recht als roman
schrijfster. Toch vragen wij ons af, of
haar verbeeldingen niet te ver gaan
en de historisch vaststaande gegevens
niet te veel verbeteren. Hatsjepsoet,
de vrouwelijke Farao, waarover het
boek handelt, staat in de geschiedenis
geboekt als een der grootste koningin
nen, die zeer krachtig geregeerd heeft
en veel bijdroeg tot de bloei van het
land. Men krijgt uit dit boek eerder
de indruk, dat zij, als Farao, zwaar
te strijden had tegen een gevoel van
minderwaardigheid om haar vrouw
zijn, zo zelfs, dat zij om die reden ten
slotte zelfmoord pleegt. Het zou ons
dan ook niet verbazen, dat Egyptolo
gen deze voorstelling van zaken afwij
zen. Als roman is het boek ongetwij
feld interessant vanwege de couleur
locale", die wel goed getroffen lijkt.
Naar onze smaak is de verteltrant van
de auteur echter veel te langdradig.
Zij vervalt telkens in onnodige herha
lingen, die op de duur irriterend wer
ken en de belangstelling doen verslap
pen. Er is, menen wij, nog al wat vol
harding nodig om zich door de vijf
honderdvijfendertig bladzijden heen te
werken. De vertaling van W A. Fick-
Lugten is goed. Het boek is uitgeko
men bij van Holkema en Warendorf
N.V. te Amsterdam.
v. W.
In het eerste deeltje over ,,De vader
van het kind" kon Prof. Dr. Th. Hart
de Ruyter nog iets improviseren. De
stof van het tweede deeltje: „Moeders
en kinderen" lijkt geen improvisatie
en fantasie meer toe te laten. Dit ter
rein is door tallozen op zo velerlei ma
nieren bewerkt, dat elke spontane op
welling hieromtrent ongewild verwijst
naar een bestaand boek waarin onze
spontaneïteit uitvoerig behandeld werd.
De schrijver heeft dan ook gemakshal
ve de vermelding van literatuur maar
niet achterwege gelaten. Zijn boekje
over „Moeders en Kinderen" is tame
lijk zakelijk uitgevallen: een samenstel
van maatstaven en richtlijnen, met ve
le uitnodigingen om er elders meer over
te lezen. Niettemin in het kader van
deze bij Callenbach te Nijkerk verschij
nende reeks een bruikbaar, helder ge
schreven boekje. J.J.C.M.
Het zwaartepunt van de Italiaanse
Katholieke Actie heeft zich verschoven
van de centrale leiding in Rome naar
de afzonderlijke bisschoppen en naar de
regionale leidingen. Aldus beoordelen
waarnemers te Rome recente wijzigingen
in de leiding i! I taliaanse Katho
lieke Actie. In de persoon van prof. A.
Maltarello, tot dusver president van de
KA voor mannen, heeft de Paus de
naaste medewerker van de scheidende
president prof. Luigi Gedda tot alge
meen president benoemd. Dit betekent
dat er geen schokkende wijzigingen in
het beleid te verwachten zijn. Wel houdt
men voor mogelijk, dat de werkmetho
den zullen veranderen en dat de Itali
aanse KA zich meer zal aansluiten bij
het voorbeeld der Katholieke Actie
in de andere Europese landen.
Zweden Een Russische marine-of
ficier en een Pools meisje, die op 8 juni
in een motorboot naar Zweden zijn ge
vlucht, hebben asiel In Zweden gekre
gen.
Advertentie
voqp modem bestek
Het Rubens-schilderij „de aanbidding
der wijzen", dat tijdens een kunstvei
ling te Londen voor meer dan twee
miljoen gulden eigendom van een En
gelsman werd, zal waarschijnlijk in de
National Gallery te Londen worden ten
toongesteld. De commissionair die het
stuk heeft aangekocht, de in Nederland
geboren heer Koetser, onderhandelt
momenteel met het bestuur van dit
museum over de regeling van de ex
positie. De eigenaar van ,,de aanbid
ding der wijzen" is bereid het doek
enige tijd in de National Gallery te
exposeren. Hangende de beslissing is
het schilderij opgeborgen in een schil-
derijkluis in het westen van Londen.
Los Angeles, juni
rerwijl ik zo even de vaat stond
te wassen en, te,' dien einde,
op Amerikaanse wijze met een
spons In het hete sop rondpluste
geen vatenkwast met handvat hier
begon ik weer te denken over die
vele kleine verschillen in zulke alle
daagse zaken, hier en in Nederland.
Een daarvan is zeker die spons, die
hier voor alles en nog wat gebruikt
wordt, de gewone, langwerpig-platte
spons, die wij in Holland in het bad
plegen te hanteren. Hier daarentegen
is het nemen van een bad ongeveer
de enige bezigheid, waar de spons
niet aan te pas komt. Daarvoor en
voor de wastafel gebruikt de Ame
rikaan een vierkant waslapje van 30
bij 30 cm, een volgens mij hoogst on
praktisch voorwerp. Ons goed-Hol-
lands, pretentieloos washand je, dat
rustig en doeltreffend zijn reinigings
diensten verricht is hier onbekend.
De spons wordt in de Amerikaanse
huishouding voor de meest gevarieer
de schoonmaakdoeleinden gebruikt:
een rose spons voor de afwas, een
witte voor de ramen, een blauwe voor
de vloer, een groene voor houtwerk
en tegels, een gele voor fornuis en
ijskast, een paarse voor de auto. Er
zijn ook twee-kleurige, met bijv. een
grove gele kant voor het echte
schuur- en schrobwerk, een zachte
rose helft voor de „finishing touch".
Het feit, dat de doorsnee Ameri
kaanse huisvrouw vele malen per dag
in een heet sop moet werken, heeft
een wedstrijd ontketend tussen de
talrijke fabrikanten van wasmidde
len, die in hun reclame niet alleen
beweren, dat hun produkten volko
men onschadelijk zijn voor tere huis-
vrouwelijke handen, neen, meer nog,
zij zijn vermomde schoonheidsmidde
len, die onze door vele oorzaken rode
en verruwende handen tot hun oor
spronkelijke lelieblanke zachtheid
zullen terugtoveren. Deze belofte
moet voor elke rechtgeaarde vrouw
lieflijke visioenen oproepen, hoeveel
te meer dan voor de gemiddelde Ame
rikaanse huisvrouw, die naast haar
taak als vrouw en moeder-„home-
maker", zoals men haarhier pleegt
te noemen vaak nog een druk be
staan buiten haar woning leidt. L. B.
in de V.S. eist zijn tol
(Van een bijzondere correspondente)
LOS ANGELES, juni '59
De arbeid van de gehuwde vrouw in
de V.S. heeft een grote omvang be
reikt en deze arbeid is zelfs onmis
baar geworden in het Amerikaanse
economische stelsel. Hoe staan de
vrouwen zelf tegenover haar werk
zaamheden buitenshuis? De meesten zij
er trots op, dat zij, behalve vrouw en
moeder, ook mede-kostwinner voor het
gezin zijn. In een onlangs gehouden
enquête verklaarden zij vrijwel una
niem, dat haar man en kinderen Jiiets
te kort kwamen, ook al hadden zij een
volledige werkweek, en dat zij boven
dien door deze extra verdiensten in
staat waren anders onbereikbare luxe
voor haar gezin aan te schaffen. Dat
in een dergelijk gezin de voeding gro
tendeels uit ingeblikte, bevroren en an
derszins geconserveerde en snel te
prepareren levensmiddelen bestaat,
spreekt wel vanzelf. De reclame in alle
vormen beijvert zich dus voortdurend
te verzekeren, dat dergelijke voeding
even gezond is als verse, zo niet ge
zonder.
In het begin van ons verblijf hier
was ik wel eens verbaasd, wanneer toe
vallige bezoekers tegen etenstijd altijd
met zo'n kennelijk welbehagen de etens-
geuren van mijn keuken opsnoven en
verklaarden, dat het zo heerlijk rook.
Ik hield dit eerst voor een van de vlotte
en oppervlakkige complimentjes, waar
in men hier zo sterk is. Later pas be
greep ik het. Spijzen, die enkel maar
„opgewarmd" hoeven te worden, missen
de eetlustprikkelende geur van vers be
reid voedsel.
Na de bloemlezing van hooggestem
de brieven van werkende vrouwen, die
uit bovengenoemde enquête voortvloei
den, volgde enkele dagen later wel een
heel domper-achtig artikel van een
nuchter econoom, die manlief de vraag
stelde: Is het extra-inkomen van uw
vrouw werkelijk zo belangrijk als zij
denkt?
Ten eerste, zo rekende hij voor, zal
vaak door dit inkomen het belastbare
totaal in een hogere klasse komen. De
vrouw zal gewoonlijk transport naar
haar werk nodig hebben. In veel be
trekkingen wordt van haar verwacht,
dat zij tiptop voor de dag komt, dus
extra kosten voor kleding, schoeisel,
kapper en make-up. Zij moet op haar
werk bijdragen in de kosten voor ge
meenschappelijke cadeaus, feestjes e.d.
Zijn er nog kleine kinderen, dan moet
er een baby-sitter betaald worden, ge
middeld 20 per week. Een werkster
zal vaak de helpende hand moeten rei
ken bij het onderhoud van de woning.
Telt men al deze, op zich meest
onbelangrijke, extra-uitgaven op, wat,
zo was de vraag van onze econoom,
blijft er van het gemiddelde weekloon
van 40 tot 50 dollar van deze zwoe
gende vrouwen over? En is het resul
taat, een vaak oververmoeide, over
spannen echtgenote, een moeder, die
Hierbjj laat Mrs. Soward het hog niet.
Ze zegt ook wat ze denkt over het kap
sel der meeste Parisiennes. En met
wat ze daar vertelt heeft ze niet be
paald ongelijk. „Veel niet meer zo heel
jonge vrouwen dragen het haar tot op
de schouders, ook als ze de leeftijd
reeds voorbij z(jn dat een dergelijke
haardracht flatteert, andere hebben
geen watergolf meer laten inleggen
sinds ze enige maanden geleden het
haar lieten permanenten. Het kroest als
dat van een negerin. Jonge meisjes heb
ben een eigenaardige voorkeur voor de
Brigitte Bardotlook en de variaties van
het kapsel van deze filmster. Maar die
variaties zijn in de regel niet anders
dan een lange achteloos opzij gestreken
„De eenvoud van
de werkelijke ele
gance", zegt de ont
werp ster van dit
kapsel. Men kan het
zich afvragen. Het
zou ook kunnen
heten: „Kind, ga je
haar eens doen".
pony en een soort van verborgen toet
boven of achter op het hoofd, waar pie
ken uitsteken. Nooit ziet men daarvan
een foto in een Franse krant of in de
damesbladen en de winkelkasten liggen
vol met alleraardigste kleren, maai
de Parisienne staat bepaald nooit stil
voor een etalage."
Men kan zich voorstellen hoe de
Parjjse bladen over deze kritiek vie
len. Ze reageerden met honende ar
tikelen vol scherpe en schampere op
merkingen over de gratie en de goede
smaak van oude Engelse dames.
Maar gratie en elegance is niet een
eis die men aan iedere oude dame
kan stellen, onverschillig van welke
nationaliteit. Correct, geraffineerd in
kleine details, zoals de accessoires, en
verder totaal onopgemerkt blijven, is
het enige wat een „femme entre deux
ages" kan bereiken. En gezien de on
mogelijke oude portretten, die men
soms tegenkomt, schijnt dat lang
niet gemakkelijk te zijn.
Wat de Frangaises zeil over het ar
tikel van de News-Ch onicle denken is
niet helemaal in overeenstemming met
de mening van de kranten. „Helemaal
ongelijk, zeggen ze, heeft de Engelse
niet, hoewel de wijze waarop ze haar
oordeel gaf, wel wat vriendelijker had
kunnen zijn." In Parijs, en dat zeiden
mij alle Parisiennes, wordt geen toilet
meer gemaakt. Alleen nog maar in
societykringen en dan bij particulieren.
Parisiennes vrezen overdressed te zijn.
Dat is uit de tijd. Dat is nog goed voor
de provincie heet het. Het wordt nu
als een grote fout tegen de wellevend
heid beschouwd en toont geen savoir-
vivre.
Tijdens de oorlog hebben de vrouwen
wonderen verricht om er op straat
elegant uit te zien. Van het oudste pak,
van gordijnen, van beddelakens, onver
schillig van welke lap ook, werd een
japonnetje of tailleur gemaakt waar
mee men de bezetters hoopte te erge
ren. En dat lukte! Nooit konden die be
grijpen dat de Franse vrouwen onder
de omstandigheden waarin ze moesten
leven er zo elegant uitzagen. Maar door
die inspanning lijkt het wel of de Pa
risienne genoeg heeft gekregen van een
soort elegance, die een niet geoefend
oog onmiddellijk opvalt. Vandaar het
nog steeds toenemend succes van pulls
en cardigans, die, als men ze niet van
goede kwaliteit neemt, gauw slap en
futloos om de draagster heen hangen.
En niet iedere vrouw kan zich thans
bij het dure leven permitteren veel geld
voor haar kleding uit te geven.
Wat het kapsel betreft, heeft Mrs.
Soward zich wel eens bij een Parijse
kapper laten kappen? Als ze dat ge
daan heeft zal ze toch wel kunnen be
grijpen, dat de meeste werkende vrou
wen het bezoek aan de haarkunstenaars
tot het uiterste minimum beperken.
Iets anders is de Brigitte Bardot-
look. Een haar zeer genegen collega
heeft eens gezegd: „Er lopen zoveel
vrouwen rond, die als Brigitte Bardot
gekapt en opgemaakt zijn, dat deze
zich overal kan vertonen zonder her
kend te worden of de aandacht te
trekken. Op een enkele middag toch
komt men zeker veertig B.B.'s tegen.
Dit is inderdaad zo, en wat nog
erger is, de kappers lanceren op dit
ogenblik allemaal kapsels in dat gen
re. In de volksmond worden ze reeds
„pain-de-sucre", naar de ouderwetse
suikerbroden, genoemd. De kappers
zelf zien er hef.l wat anders in. Thé
rèse Chardin ontwierp het kapsel
van bijgaande foto, wat volgens haar
„een charme vol romantiek heeft. Op
het eerste gezicht ziet het er zeer
eenvoudig uitmaar in werkelijk
heid is het een technische kracht
toer." En ze eindigt haar beschrijving
met „het heeft de eenvoud van de
werkelijke élégance".
Hoe die „eenvoud van de werkelijke
élégance" eruit gaat zien als men zelf
een dergelijk kunstgewrocht in elkaar
wil krijgen, heeft nu Mrs. Soward aan
haar lezers verteld.
Maar wie de kleding van de Parisien
ne wil beoordelen moét nooit vergeten,
dat ze gedragen wordt onder zacht-
blauwe of grijze hemel, zonder felstra-
lende zon en zonder markant witte wol
ken. Meer dan vroeger wil de Pari
sienne dat haar toilet daarmee in over
eenstemming is. En nu de warme dagen
Advertentie
maakt Uw groenten zo lekker.
Zeer binnenkort zal een begin worden
gemaakt met de bouw van een nieuw
klooster voor de paters Dominicanen op
de Mariaweide te Venlo. Het klooster
gebouw, dat er vroeger stond, is door
oorlogsgeweld verloren gegaan. Tot
nieuwbouw is besloten nadat gebleken
was, dat restauratie van het restant
van het oude gebouwencomplex niet
verantwoord is wegens do vervallen
toestand, waarin dit verkeert.
De nieuwbouw omvat een kapittel
zaal, die tevens dienst zal doen voor
het houden van bijeenkomsten voor
maximaal 150 personen, verschillende
spreekkamers, dienstruimten en slaap
kamers. Het nieuwe gebouw zal bere
kend zijn op een kloostergemeenschap
van 35 paters en broeders. Het gebouw
Is door het architectenbureau van Hest
en Kimme) ontworpen en zal ruim ze
ven ton kosten. De bouw kan gedeeltelijk
worden gefinancierd uit de oorlogsscha
devergoeding.
eindelijk zijn gekomen en de jonge
meisjes hier allemaal katoenen chemi-
sierjurken dragen met wijd-uitstaande
rok, kan Mrs. Soward met geen moge
lijkheid meer zeggen dat de Parijse
straat er triestig uitziet.
DINY K.-W.
niet aanwezig is als de kinderen uit
school komen, als zij vakantie heb
ben of wegens ziekte thuis zijn, dit
weinige extra-inkomen waard?
Er zijn natuurlijk gevallen, waar een
betaalde werkkring voor de huisvrouw-
een noodzaak is: als de man ziek is of
zonder werk, of soms.alleen maar lui!
Dan zijn er de vele gehuwde vrou
wen, die, als de kinderen de deur uit
zijn, behoefte hebben aan meer bezig
heid dan haar huishouding haar kan
verschaffen. En hier in de V.S., waar
zo jong getrouwd wordt en de kinderen
vaak kort op elkaar volgen, waar groot
moeders van nog geen 40 jaar geen
uitzondering vormen, behoort het gros
van de gehuwden tussen de 40 en 50,
dus in de kracht van haar leven, tot
deze categorie.
De vrouwen van immigranten, die
van onderaf een nieuw bestaan moeten
trachten op te bouwen, hebben vaak
geen keus, vooral waar zij vaak eerder
gen natuurlijk minder betaalde
„baan" zullen kunnen vinden dan
haar man.
Maar helaas, in de meeste gevallen
ts het eenvoudig een kwestie van bo
ven het inkomen-van-papa-alléén te wil-
len leven, een verlangen, dat op slinkse
wijze door handige zakenlieden wordt
aangemoedigd, door de vrouwen voor
te houden, wat buren, vrienden en fa
milie zich kunnen permitteren en waar
door de slagzin: „Keep up with the
Joneses!" geboren werd.
Deze zeer wijd verbreide behoefte om
niet bij „de Jansens" af te steken is
een reden, waarom vele jonge vrouwen,
die zich eigenlijk het liefst uitsluitend
aan haar gezin zouden wijden, zich
gedrongen voelen ook een „job" te
zoeken. Zij voelen zich schuldig, ge
makzuchtig, als z(j maar rustig thu:s
blijven, terwijl alle buurtgenoten zich
„nuttig" maken in de maatschappij en
fier met haar loonzakje rammelen. Min
stens wordt dan door de publieke opinie
van haar verwacht, dat zij zich wijdt
aan sociale, politieke of gezelschaps
plichten. Maar ook deze, op zichzelf
prijzenswaardige gemeenschapszin kan
een ondeugd worden.
Het bekende tijdschrift Mc Call is
zelfs enkele jaren terug een campag
ne begonnen voor „Togetherness",
om het samenzijn van de familie, als
werk en school dat toelaten, als een
geheel nieuw begrip te propageren.
De man wordt verteld, dat, nu zijn
liefhebbende echtgenote hem de kosten
voor het gezin helpt dragen, het zijn
plicht is, wederkerig in de huishou
ding mee te helpen. Het ideaal, zo
wordt het voorgesteld, is, dat ouders
en kinderen alles samen doen en re
gelen. De hypermoderne huizen, waar
men in één blik de gehele verdieping
kan overzien, en de afwezigheid van
sloten op bad- en slaapkamerdeuren,
zodat men nergens eens rustig alleen
kan zijn, zijn enkele van de lesuUa-
ten van deze kunstmatig aangekweek
te saamhorigheid. Verlang-1 naar
„privacy" nu en dan van eet der ge
zinsleden, die or,dei een dergelijke
Togetherness gebukt gaan, is een
hoogst afkeurenswaardige karakter
trek. De eenheid van het gezin moet
zelfs blijken uit gelijkheid in „speel"-
kleding voor pa, ma en kroost, als
zij eensgezind een dagje naar het
strand of de bergen gaan.
Als ik zo al deze dingen zie en over
peins, en dan terug denk aan het fa
milieleven, zoals ik dat nog in
Nederland kende, dan kan ik niet na
laten vurig te hopen, dat ons econo
misch stelsel en een gezonde soberheid
van ons volk op materieel gebied zul
len voorkomen, dat ooit de gebiedende
noodzaak zou ontstaan voor de getrouw
de vrouw met een gezin om het ter
rein van haar werkzaamheden hoofd
zakelijk naar buiten te verplaatsen.
L. B.
SS3&SE&
y, s-
A Is het zo warm is als nu, lopen de Parijse vrouwen in een dergelijke
/A jurk, een „chemisier". Dat woord duidt op de stijl: een kraagje met
revers, aangesloten, halflange mouwen en een ceintuur in de
taille. Vroeger heette zoiets een wandeljapon. Maar wandelen doet men
nauwelijks meer. Men zit in de auto, op de brommer of doet aan spart.
We zouden deze jurk beter als stadsjapon kunnen betitelen, een typisch
geschikt model als men de mantel thuis laat. Het is van de Zwitserse
confectie Kriesemer, gemaakt van honderd procent katoenen batist. Veel
en veel koeler dan nylon!