Rapport van de V.K.A.J. bewijst: HET DIENSTMEISJE H houdt toch nog van haar beroep wel Weer voorstel voor een arbeidsovereenkomst Job van gehuwde vrouw De ellende van de uithuizige moeder wordt bestreden met de ramp van de Togetherness Is de Parisienne wel elegant Angst voor „overdressing" WEMEF MAÏZENA DURYEA Chemisier" voor de warmte iv C Boekenvenster j De spons in Amerika Luxe wordt duur betaald De vrouwelijke Farao ABC der opvoeding Veranderingen in K.A. in Italië Rubens' altaarstuk VRAAG VAN ENGELSE In Venlo Nieuw klooster voor de Dominicanen rr VRIJDAG 26 JUNI 1959 PAGINA r~ Nes 23-25 Amsterdam-C. Vraag gratis folder! Geëxposeerd in de National Gallery (Van onze medewerkster in Parijs) Neen", schrijft Mrs. Joan Soward in de News- Chronicle, „Parijs mag dan de hoofdstad van de elegance zijn, de lijn van onze japonnen aangeven, en terecht trots zijn op haar wereldbekende couturehui- zen, dat neemt niet weg dat de manier waarop de doorsnee Parisienne zich kleedt, op niets lijkt". De Engelse journaliste schrijft verder: „men be hoeft maar een paar uur op een caféterras te gaan zitten om de overtuiging te krijgen dat de Parisiennes in het geheel geen toilet meer maken. Haar wijze van zich te kleden schommelt tussen excentriek en ar moedig. Zij die zich excentriek kleden hopen opge merkt te worden door de een of andere filmmagnaat en de anderen geven er blijkbaar niets om hoe ze er uit -zien".: mm WÊÊ oeveel dienstmeisjes voor dag en nacht of alleen voor de dag zijn er op het ogenblik in Nederlandse gezinnen in betrek king? Wij kennen het getal niet. Maar aan een kleine duizend, om precies te zijn, aan 955 in de leeftijd van 14 tot 25 jaar, is een formulier gezonden met eenvoudige vragen over de werk situatie bij haar „mevrouw". Hoe lang is je werkdag, hoe vroeg begin je, hoeveel verdien je, heb je vrije zondagen, vrije middagen of avonden. Hoe lang is je vakantie, hoe is het gesteld met de sociale zeker heid.. Hoe is de verhouding met mevrouw: bespreken jullie samen het werk, eet je mee aan tafel, hoe zijn de grote kinderen? En tenslotte: wat zou volgens jou moeten gebeuren om het beroep aantrekkelijker te maken? En wat is nu het meest frappante van het rapport naar aanleiding van dit onderzoek, dat door de socioloog dr. A. van der Weijer o.f.m. cap. is opgesteld in op dracht van de V.K.A.J., dat de ondervraagde meisjes gradg dienstbode zijn! Duidelijk verkiest de meerderheid bijna 70 procent het eigen beroep boven de voor gestelde andere mogelijkheden van atelier- of fabrieks meisje, winkeljuffrouw of typiste. Dat is dunkt ons de winst van een dergelijke enquête. Men kan wel eens smalend zeggen, dat al die sociologische onderzoekingen, waaraan onze tijd zo rijk is, maar een vertekend beeld geven. De nood onder de gezinnen zonder noodzakelijke huishoudelijke hulp is dringend. Door een dergelijk exact onderzoek krijgt men de feitelijke gegevens van het ogenblik en bij het zoeken naar verbetering bouwt men dan niet op het zand, maar op een fundament. Het onderzoek gold echter alleen de werkverhoudin gen. De aard van het beroep kwam niet aan bod. Dat was wel het geval in het uitstekende beschouwende overzicht, dat vlak na de bevrijding verschenen is van de hand van mevrouw C. Haitsma Mulier-van Beusekom (uitg. Mij. tot nut van 't algemeen) waarin alle fa cetten, ook de opleiding, ook de psychologische kant, besproken werden. Een van de nooit weg te nemen moeilijkheden blijft immers het zeer persoonlijke van de werkverhouding. Wat is de opleiding van het meisje? Wat voor „huisvrouw" is mevrouw? Maar goed. In het zojuist verschenen uitgewerkte onderzoek, dat in han den was van de Kath. Arb. Vrouwenbeweging, de Kath. Arb. Beweging, een werkgeefster, enige hulpen in de huishouding, lid van de V.K.A.J. en twee nationale leidsters, is uitsluitend sprake van de arbeidsverhou dingen. En er is dus uit gebleken, dat het merendeel der dienstmeisjes het gekozen beroep graag uitoefent. En wel omdat het zorgend gezinswerk aanspreekt als voor uitlopend op het eigen toekomstige gezin. De voorkeur groeit dan ook met de leeftijd van de meisjes. e meeste dienstmeisjes blijken voort te komen uit I J de grote gezinnen. Dagmeisjes komen meest uit de boerenstand, meisjes voor dag en nacht uit de arbeidersstand. Vooral uit gezinnen, waar de moeder ook gediend heeft. Dochters uit de middenstand prefereren het helpen in de winkel. Met de stabiliteit valt het mee. Gemiddeld is de duur van de betrekking twee jaar. Wat de werktijden betreft, die zijn te lang, vooral voor dagmeisjes en vooral in het zuiden. Telkens blijkt dit frappante verschil tussen de arbeidsverhoudingen boven en beneden de rivieren. In „Holland", waar de werktijden beter zijn, is men blijkbaar zakelijker,ge reserveerder, maar ook progressiever. In het zuiden, waar langere uren worden gemaakt, gaat het gemoede lijker, is men minder kritisch en meer behoudzuchtig. Het meisje heeft een meer naieve overgave aan de werkgeefster, maar maakt dan ook langere dagen. De lonen zijn geen reden meer van beklag. Telt men kost en inwoning erbij op, dan hoort het beroep van hulp in de huishouding tegenwoordig tot de goed be taalde beroepen. Waar echter weinig toekomst in zit. Een wettelijke regeling zou méér nodig zijn voor het vaststellen van een vrije zaterdag en zondag en vrije avonden of middagen. Uit het rapport blijkt, dat bij de Qk W De „keukenmeid" kreeg honderd gulden per jaar De hulp in de huishouding vraagt arbeidscontract. meisjes voor dag en nacht niet eens de helft een vaste vrije'middag heeft. Gemiddeld hebben de meisjes zowat drie vrije avonden per week. Volgens het rapport is het met de vakanties maar matig gesteld. Een dag of tien. In tegenstelling tot het advies var de S.E.R. over een wettelijke regeling, die voor meisjes beneden de IS een vakantie van 18 dagen nodig acht en daarboven minstens twaalf dagen. Ook aan het geven van snipperdagen en vakantiegeld ont breekt nog veel, waarin de wet zekerheid zou kunnen brengen of een zakelijke afspraak van te voren. In een „huiselijk" beroep kan men immers, met alle redelijk heid, toch wel „zakelijk" zijn. Een van de geënquêteerde meisjes merkt terecht op: „Ik dien graag, maar als ik niet meer vrije dagen krijg, verander ik van werk. Maar ja, het is mijn eigen schuld, er is van tevoren niet over gepraat". rat de sociale zekerheid betreft blijkt, dat de dag- en nachtmeisjes er beter aan toe zijn dan de dagmeisjes, en dat het de sociale zekerheid ten goede komt, wanneer ze behalve in het huishouden ook in de winkel, zo die er is, de boel op orde houden. De invaliditeitswet wordt vrij veel ontdoken, vaak in afsvraak met de werkgeefster. De algemene conclusies van het zeer interessante rap port, dat dus uitsluitend feitelijke gegevens verwerkt en dat bijzonder overzichtelijk is samengesteld en zich prettig laat lezen is, dat het beroep van hulp in de huis houding nog steeds onvoldoende is beschermd. De meis jes zelf zien dit in en sommigen pleiten dan ook voor het schriftelijk aangaan van arbeidsvoorwaarden, an deren wensen een vakbond. Maar wat de wet ook uiteindelijk zal kunnen doen aan de arbeidsverhoudingen, de zeer persoonlijke aard van het beroep is nooit weg te nemen en blijft het kwets baar maken. Er zijn mevrouwen en mevrouwen, zoals er meisjes en meisjes zijn. Er is een mevrouw zoals de werkgeefster van die 18-jarige uit IJmuiden, die schrijft: „Mevrouw moest vriendelijker zijn. De post die ik krijg en verstuur wordt gelezen". Een bijzonder verstandig woord komt van een 20-jarige uit Oegstgeest, die zegt: „Volgens mij is het een kwestie van geven en nemen. Niet altijd op de klok kijken of het al tijd is, en als het zo eens uitkomt, wat langer blijven. Dan heeft me vrouw ook iets voor je over. Als alle meisjes het be roep van hulp in de huishouding eens wilden bestuderen en daarbij ook aan mevrouw denken, dan zou alles beter gaan. Geven en nemen, dat is de leus". A Is concrete resultaten van dit onderzoek zal de /f Ned. Kath. Arb. Beweging overwegen om tot een vakorganisatie voor katholieke dienstmeisjes te komen. Op korte termijn zal een model arbeidsover eenkomst worden ontworpen. (Iets wat reeds vele malen is geprobeerd, hier steeds gestrand, maar waar men onder andere in de Scandinavische landen reeds jaren mee werkt). De V.K.A.J. zal een boekje uitgeven als oriëntatie voor meisjes die in het huishouden willen gaan werken. Hopen wij, dat dit alles uiteindelijk het zijne zal bijdragen tot leniging van de dienstbodennood. A. Bg. Deze lijvige roman hi) bestaat uit vier delen van Eloise Jarvis Mc. Graw behandelt een periode uit het oude Egypte tijdens de achttiende dy nastie, toen de eerste vrouwelijke Fa rao door allerlei machinaties de macht aan zich wist te trekken. De schrijf ster heeft zich kennelijk goed georiën teerd in de Egyptische geschiedenis. Zij verklaart echter nadrukkelijk, dat het haar niet om de historische waar heid te doen is. De geschiedenis heeft haar enkel gediend tot springplank voor een romantisch werk. Dat is uiteraard haar goed recht als roman schrijfster. Toch vragen wij ons af, of haar verbeeldingen niet te ver gaan en de historisch vaststaande gegevens niet te veel verbeteren. Hatsjepsoet, de vrouwelijke Farao, waarover het boek handelt, staat in de geschiedenis geboekt als een der grootste koningin nen, die zeer krachtig geregeerd heeft en veel bijdroeg tot de bloei van het land. Men krijgt uit dit boek eerder de indruk, dat zij, als Farao, zwaar te strijden had tegen een gevoel van minderwaardigheid om haar vrouw zijn, zo zelfs, dat zij om die reden ten slotte zelfmoord pleegt. Het zou ons dan ook niet verbazen, dat Egyptolo gen deze voorstelling van zaken afwij zen. Als roman is het boek ongetwij feld interessant vanwege de couleur locale", die wel goed getroffen lijkt. Naar onze smaak is de verteltrant van de auteur echter veel te langdradig. Zij vervalt telkens in onnodige herha lingen, die op de duur irriterend wer ken en de belangstelling doen verslap pen. Er is, menen wij, nog al wat vol harding nodig om zich door de vijf honderdvijfendertig bladzijden heen te werken. De vertaling van W A. Fick- Lugten is goed. Het boek is uitgeko men bij van Holkema en Warendorf N.V. te Amsterdam. v. W. In het eerste deeltje over ,,De vader van het kind" kon Prof. Dr. Th. Hart de Ruyter nog iets improviseren. De stof van het tweede deeltje: „Moeders en kinderen" lijkt geen improvisatie en fantasie meer toe te laten. Dit ter rein is door tallozen op zo velerlei ma nieren bewerkt, dat elke spontane op welling hieromtrent ongewild verwijst naar een bestaand boek waarin onze spontaneïteit uitvoerig behandeld werd. De schrijver heeft dan ook gemakshal ve de vermelding van literatuur maar niet achterwege gelaten. Zijn boekje over „Moeders en Kinderen" is tame lijk zakelijk uitgevallen: een samenstel van maatstaven en richtlijnen, met ve le uitnodigingen om er elders meer over te lezen. Niettemin in het kader van deze bij Callenbach te Nijkerk verschij nende reeks een bruikbaar, helder ge schreven boekje. J.J.C.M. Het zwaartepunt van de Italiaanse Katholieke Actie heeft zich verschoven van de centrale leiding in Rome naar de afzonderlijke bisschoppen en naar de regionale leidingen. Aldus beoordelen waarnemers te Rome recente wijzigingen in de leiding i! I taliaanse Katho lieke Actie. In de persoon van prof. A. Maltarello, tot dusver president van de KA voor mannen, heeft de Paus de naaste medewerker van de scheidende president prof. Luigi Gedda tot alge meen president benoemd. Dit betekent dat er geen schokkende wijzigingen in het beleid te verwachten zijn. Wel houdt men voor mogelijk, dat de werkmetho den zullen veranderen en dat de Itali aanse KA zich meer zal aansluiten bij het voorbeeld der Katholieke Actie in de andere Europese landen. Zweden Een Russische marine-of ficier en een Pools meisje, die op 8 juni in een motorboot naar Zweden zijn ge vlucht, hebben asiel In Zweden gekre gen. Advertentie voqp modem bestek Het Rubens-schilderij „de aanbidding der wijzen", dat tijdens een kunstvei ling te Londen voor meer dan twee miljoen gulden eigendom van een En gelsman werd, zal waarschijnlijk in de National Gallery te Londen worden ten toongesteld. De commissionair die het stuk heeft aangekocht, de in Nederland geboren heer Koetser, onderhandelt momenteel met het bestuur van dit museum over de regeling van de ex positie. De eigenaar van ,,de aanbid ding der wijzen" is bereid het doek enige tijd in de National Gallery te exposeren. Hangende de beslissing is het schilderij opgeborgen in een schil- derijkluis in het westen van Londen. Los Angeles, juni rerwijl ik zo even de vaat stond te wassen en, te,' dien einde, op Amerikaanse wijze met een spons In het hete sop rondpluste geen vatenkwast met handvat hier begon ik weer te denken over die vele kleine verschillen in zulke alle daagse zaken, hier en in Nederland. Een daarvan is zeker die spons, die hier voor alles en nog wat gebruikt wordt, de gewone, langwerpig-platte spons, die wij in Holland in het bad plegen te hanteren. Hier daarentegen is het nemen van een bad ongeveer de enige bezigheid, waar de spons niet aan te pas komt. Daarvoor en voor de wastafel gebruikt de Ame rikaan een vierkant waslapje van 30 bij 30 cm, een volgens mij hoogst on praktisch voorwerp. Ons goed-Hol- lands, pretentieloos washand je, dat rustig en doeltreffend zijn reinigings diensten verricht is hier onbekend. De spons wordt in de Amerikaanse huishouding voor de meest gevarieer de schoonmaakdoeleinden gebruikt: een rose spons voor de afwas, een witte voor de ramen, een blauwe voor de vloer, een groene voor houtwerk en tegels, een gele voor fornuis en ijskast, een paarse voor de auto. Er zijn ook twee-kleurige, met bijv. een grove gele kant voor het echte schuur- en schrobwerk, een zachte rose helft voor de „finishing touch". Het feit, dat de doorsnee Ameri kaanse huisvrouw vele malen per dag in een heet sop moet werken, heeft een wedstrijd ontketend tussen de talrijke fabrikanten van wasmidde len, die in hun reclame niet alleen beweren, dat hun produkten volko men onschadelijk zijn voor tere huis- vrouwelijke handen, neen, meer nog, zij zijn vermomde schoonheidsmidde len, die onze door vele oorzaken rode en verruwende handen tot hun oor spronkelijke lelieblanke zachtheid zullen terugtoveren. Deze belofte moet voor elke rechtgeaarde vrouw lieflijke visioenen oproepen, hoeveel te meer dan voor de gemiddelde Ame rikaanse huisvrouw, die naast haar taak als vrouw en moeder-„home- maker", zoals men haarhier pleegt te noemen vaak nog een druk be staan buiten haar woning leidt. L. B. in de V.S. eist zijn tol (Van een bijzondere correspondente) LOS ANGELES, juni '59 De arbeid van de gehuwde vrouw in de V.S. heeft een grote omvang be reikt en deze arbeid is zelfs onmis baar geworden in het Amerikaanse economische stelsel. Hoe staan de vrouwen zelf tegenover haar werk zaamheden buitenshuis? De meesten zij er trots op, dat zij, behalve vrouw en moeder, ook mede-kostwinner voor het gezin zijn. In een onlangs gehouden enquête verklaarden zij vrijwel una niem, dat haar man en kinderen Jiiets te kort kwamen, ook al hadden zij een volledige werkweek, en dat zij boven dien door deze extra verdiensten in staat waren anders onbereikbare luxe voor haar gezin aan te schaffen. Dat in een dergelijk gezin de voeding gro tendeels uit ingeblikte, bevroren en an derszins geconserveerde en snel te prepareren levensmiddelen bestaat, spreekt wel vanzelf. De reclame in alle vormen beijvert zich dus voortdurend te verzekeren, dat dergelijke voeding even gezond is als verse, zo niet ge zonder. In het begin van ons verblijf hier was ik wel eens verbaasd, wanneer toe vallige bezoekers tegen etenstijd altijd met zo'n kennelijk welbehagen de etens- geuren van mijn keuken opsnoven en verklaarden, dat het zo heerlijk rook. Ik hield dit eerst voor een van de vlotte en oppervlakkige complimentjes, waar in men hier zo sterk is. Later pas be greep ik het. Spijzen, die enkel maar „opgewarmd" hoeven te worden, missen de eetlustprikkelende geur van vers be reid voedsel. Na de bloemlezing van hooggestem de brieven van werkende vrouwen, die uit bovengenoemde enquête voortvloei den, volgde enkele dagen later wel een heel domper-achtig artikel van een nuchter econoom, die manlief de vraag stelde: Is het extra-inkomen van uw vrouw werkelijk zo belangrijk als zij denkt? Ten eerste, zo rekende hij voor, zal vaak door dit inkomen het belastbare totaal in een hogere klasse komen. De vrouw zal gewoonlijk transport naar haar werk nodig hebben. In veel be trekkingen wordt van haar verwacht, dat zij tiptop voor de dag komt, dus extra kosten voor kleding, schoeisel, kapper en make-up. Zij moet op haar werk bijdragen in de kosten voor ge meenschappelijke cadeaus, feestjes e.d. Zijn er nog kleine kinderen, dan moet er een baby-sitter betaald worden, ge middeld 20 per week. Een werkster zal vaak de helpende hand moeten rei ken bij het onderhoud van de woning. Telt men al deze, op zich meest onbelangrijke, extra-uitgaven op, wat, zo was de vraag van onze econoom, blijft er van het gemiddelde weekloon van 40 tot 50 dollar van deze zwoe gende vrouwen over? En is het resul taat, een vaak oververmoeide, over spannen echtgenote, een moeder, die Hierbjj laat Mrs. Soward het hog niet. Ze zegt ook wat ze denkt over het kap sel der meeste Parisiennes. En met wat ze daar vertelt heeft ze niet be paald ongelijk. „Veel niet meer zo heel jonge vrouwen dragen het haar tot op de schouders, ook als ze de leeftijd reeds voorbij z(jn dat een dergelijke haardracht flatteert, andere hebben geen watergolf meer laten inleggen sinds ze enige maanden geleden het haar lieten permanenten. Het kroest als dat van een negerin. Jonge meisjes heb ben een eigenaardige voorkeur voor de Brigitte Bardotlook en de variaties van het kapsel van deze filmster. Maar die variaties zijn in de regel niet anders dan een lange achteloos opzij gestreken „De eenvoud van de werkelijke ele gance", zegt de ont werp ster van dit kapsel. Men kan het zich afvragen. Het zou ook kunnen heten: „Kind, ga je haar eens doen". pony en een soort van verborgen toet boven of achter op het hoofd, waar pie ken uitsteken. Nooit ziet men daarvan een foto in een Franse krant of in de damesbladen en de winkelkasten liggen vol met alleraardigste kleren, maai de Parisienne staat bepaald nooit stil voor een etalage." Men kan zich voorstellen hoe de Parjjse bladen over deze kritiek vie len. Ze reageerden met honende ar tikelen vol scherpe en schampere op merkingen over de gratie en de goede smaak van oude Engelse dames. Maar gratie en elegance is niet een eis die men aan iedere oude dame kan stellen, onverschillig van welke nationaliteit. Correct, geraffineerd in kleine details, zoals de accessoires, en verder totaal onopgemerkt blijven, is het enige wat een „femme entre deux ages" kan bereiken. En gezien de on mogelijke oude portretten, die men soms tegenkomt, schijnt dat lang niet gemakkelijk te zijn. Wat de Frangaises zeil over het ar tikel van de News-Ch onicle denken is niet helemaal in overeenstemming met de mening van de kranten. „Helemaal ongelijk, zeggen ze, heeft de Engelse niet, hoewel de wijze waarop ze haar oordeel gaf, wel wat vriendelijker had kunnen zijn." In Parijs, en dat zeiden mij alle Parisiennes, wordt geen toilet meer gemaakt. Alleen nog maar in societykringen en dan bij particulieren. Parisiennes vrezen overdressed te zijn. Dat is uit de tijd. Dat is nog goed voor de provincie heet het. Het wordt nu als een grote fout tegen de wellevend heid beschouwd en toont geen savoir- vivre. Tijdens de oorlog hebben de vrouwen wonderen verricht om er op straat elegant uit te zien. Van het oudste pak, van gordijnen, van beddelakens, onver schillig van welke lap ook, werd een japonnetje of tailleur gemaakt waar mee men de bezetters hoopte te erge ren. En dat lukte! Nooit konden die be grijpen dat de Franse vrouwen onder de omstandigheden waarin ze moesten leven er zo elegant uitzagen. Maar door die inspanning lijkt het wel of de Pa risienne genoeg heeft gekregen van een soort elegance, die een niet geoefend oog onmiddellijk opvalt. Vandaar het nog steeds toenemend succes van pulls en cardigans, die, als men ze niet van goede kwaliteit neemt, gauw slap en futloos om de draagster heen hangen. En niet iedere vrouw kan zich thans bij het dure leven permitteren veel geld voor haar kleding uit te geven. Wat het kapsel betreft, heeft Mrs. Soward zich wel eens bij een Parijse kapper laten kappen? Als ze dat ge daan heeft zal ze toch wel kunnen be grijpen, dat de meeste werkende vrou wen het bezoek aan de haarkunstenaars tot het uiterste minimum beperken. Iets anders is de Brigitte Bardot- look. Een haar zeer genegen collega heeft eens gezegd: „Er lopen zoveel vrouwen rond, die als Brigitte Bardot gekapt en opgemaakt zijn, dat deze zich overal kan vertonen zonder her kend te worden of de aandacht te trekken. Op een enkele middag toch komt men zeker veertig B.B.'s tegen. Dit is inderdaad zo, en wat nog erger is, de kappers lanceren op dit ogenblik allemaal kapsels in dat gen re. In de volksmond worden ze reeds „pain-de-sucre", naar de ouderwetse suikerbroden, genoemd. De kappers zelf zien er hef.l wat anders in. Thé rèse Chardin ontwierp het kapsel van bijgaande foto, wat volgens haar „een charme vol romantiek heeft. Op het eerste gezicht ziet het er zeer eenvoudig uitmaar in werkelijk heid is het een technische kracht toer." En ze eindigt haar beschrijving met „het heeft de eenvoud van de werkelijke élégance". Hoe die „eenvoud van de werkelijke élégance" eruit gaat zien als men zelf een dergelijk kunstgewrocht in elkaar wil krijgen, heeft nu Mrs. Soward aan haar lezers verteld. Maar wie de kleding van de Parisien ne wil beoordelen moét nooit vergeten, dat ze gedragen wordt onder zacht- blauwe of grijze hemel, zonder felstra- lende zon en zonder markant witte wol ken. Meer dan vroeger wil de Pari sienne dat haar toilet daarmee in over eenstemming is. En nu de warme dagen Advertentie maakt Uw groenten zo lekker. Zeer binnenkort zal een begin worden gemaakt met de bouw van een nieuw klooster voor de paters Dominicanen op de Mariaweide te Venlo. Het klooster gebouw, dat er vroeger stond, is door oorlogsgeweld verloren gegaan. Tot nieuwbouw is besloten nadat gebleken was, dat restauratie van het restant van het oude gebouwencomplex niet verantwoord is wegens do vervallen toestand, waarin dit verkeert. De nieuwbouw omvat een kapittel zaal, die tevens dienst zal doen voor het houden van bijeenkomsten voor maximaal 150 personen, verschillende spreekkamers, dienstruimten en slaap kamers. Het nieuwe gebouw zal bere kend zijn op een kloostergemeenschap van 35 paters en broeders. Het gebouw Is door het architectenbureau van Hest en Kimme) ontworpen en zal ruim ze ven ton kosten. De bouw kan gedeeltelijk worden gefinancierd uit de oorlogsscha devergoeding. eindelijk zijn gekomen en de jonge meisjes hier allemaal katoenen chemi- sierjurken dragen met wijd-uitstaande rok, kan Mrs. Soward met geen moge lijkheid meer zeggen dat de Parijse straat er triestig uitziet. DINY K.-W. niet aanwezig is als de kinderen uit school komen, als zij vakantie heb ben of wegens ziekte thuis zijn, dit weinige extra-inkomen waard? Er zijn natuurlijk gevallen, waar een betaalde werkkring voor de huisvrouw- een noodzaak is: als de man ziek is of zonder werk, of soms.alleen maar lui! Dan zijn er de vele gehuwde vrou wen, die, als de kinderen de deur uit zijn, behoefte hebben aan meer bezig heid dan haar huishouding haar kan verschaffen. En hier in de V.S., waar zo jong getrouwd wordt en de kinderen vaak kort op elkaar volgen, waar groot moeders van nog geen 40 jaar geen uitzondering vormen, behoort het gros van de gehuwden tussen de 40 en 50, dus in de kracht van haar leven, tot deze categorie. De vrouwen van immigranten, die van onderaf een nieuw bestaan moeten trachten op te bouwen, hebben vaak geen keus, vooral waar zij vaak eerder gen natuurlijk minder betaalde „baan" zullen kunnen vinden dan haar man. Maar helaas, in de meeste gevallen ts het eenvoudig een kwestie van bo ven het inkomen-van-papa-alléén te wil- len leven, een verlangen, dat op slinkse wijze door handige zakenlieden wordt aangemoedigd, door de vrouwen voor te houden, wat buren, vrienden en fa milie zich kunnen permitteren en waar door de slagzin: „Keep up with the Joneses!" geboren werd. Deze zeer wijd verbreide behoefte om niet bij „de Jansens" af te steken is een reden, waarom vele jonge vrouwen, die zich eigenlijk het liefst uitsluitend aan haar gezin zouden wijden, zich gedrongen voelen ook een „job" te zoeken. Zij voelen zich schuldig, ge makzuchtig, als z(j maar rustig thu:s blijven, terwijl alle buurtgenoten zich „nuttig" maken in de maatschappij en fier met haar loonzakje rammelen. Min stens wordt dan door de publieke opinie van haar verwacht, dat zij zich wijdt aan sociale, politieke of gezelschaps plichten. Maar ook deze, op zichzelf prijzenswaardige gemeenschapszin kan een ondeugd worden. Het bekende tijdschrift Mc Call is zelfs enkele jaren terug een campag ne begonnen voor „Togetherness", om het samenzijn van de familie, als werk en school dat toelaten, als een geheel nieuw begrip te propageren. De man wordt verteld, dat, nu zijn liefhebbende echtgenote hem de kosten voor het gezin helpt dragen, het zijn plicht is, wederkerig in de huishou ding mee te helpen. Het ideaal, zo wordt het voorgesteld, is, dat ouders en kinderen alles samen doen en re gelen. De hypermoderne huizen, waar men in één blik de gehele verdieping kan overzien, en de afwezigheid van sloten op bad- en slaapkamerdeuren, zodat men nergens eens rustig alleen kan zijn, zijn enkele van de lesuUa- ten van deze kunstmatig aangekweek te saamhorigheid. Verlang-1 naar „privacy" nu en dan van eet der ge zinsleden, die or,dei een dergelijke Togetherness gebukt gaan, is een hoogst afkeurenswaardige karakter trek. De eenheid van het gezin moet zelfs blijken uit gelijkheid in „speel"- kleding voor pa, ma en kroost, als zij eensgezind een dagje naar het strand of de bergen gaan. Als ik zo al deze dingen zie en over peins, en dan terug denk aan het fa milieleven, zoals ik dat nog in Nederland kende, dan kan ik niet na laten vurig te hopen, dat ons econo misch stelsel en een gezonde soberheid van ons volk op materieel gebied zul len voorkomen, dat ooit de gebiedende noodzaak zou ontstaan voor de getrouw de vrouw met een gezin om het ter rein van haar werkzaamheden hoofd zakelijk naar buiten te verplaatsen. L. B. SS3&SE& y, s- A Is het zo warm is als nu, lopen de Parijse vrouwen in een dergelijke /A jurk, een „chemisier". Dat woord duidt op de stijl: een kraagje met revers, aangesloten, halflange mouwen en een ceintuur in de taille. Vroeger heette zoiets een wandeljapon. Maar wandelen doet men nauwelijks meer. Men zit in de auto, op de brommer of doet aan spart. We zouden deze jurk beter als stadsjapon kunnen betitelen, een typisch geschikt model als men de mantel thuis laat. Het is van de Zwitserse confectie Kriesemer, gemaakt van honderd procent katoenen batist. Veel en veel koeler dan nylon!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 11