Borduren zenuwslillend Tafellakens van Chinese mannen Meer van Genezarethhet tederst —blauw dat men ooit gezien heeft Aangrijpend is het na 2000jaar op deze plek Christuswoorden te horen 1 Twente is zeer geporteerd voor de derde T.H. Unieke vorm van H.O. uniek gebied Ook ik wil graag leven „Behandel me gewoon, a.u.b." H D Ontwikkeling van onderwijsresearch FRANSE VROUWEN: PELGRIMSREIS DOOR HET HEILIG LAND (SLOT) Het Joodse zeemeerminnetje in -DAGBOEK VAN EEN SPASTISCH MEISJE Prinses Beatrix naar Friesland V- Komend najaar weer een conferentie Op 28 en 29 augustus VRIJDAG 10 JULI 1959 PAGINA 11 ls een ranke zeemeermin zwemt het Joodse meisje, diep wegge doken in het heldere water van het meer van Genezareth, het lange, donkere haar dat achter haar aan golft met een sierlijk gebaar naar achteren schuddend telkens als ze boven water komt en haar olijfkleu rig gezichtje even wendt naar de toeristen die in de felle zon aan de lage kade van Tiberias zitten. Ze speel-zwemt tussen een troepje rap pe bruine jongetjes, die in het water geworpen munten opduiken. (Van een Twentse medewerkc In de Twentse buurtschap Driene, die gedeeltelijk tot de gemeente Hengelo en gedeeltelijk tot de ge meente Enschede behoort, ligt onder Enschede het fraaie landgoed Drie- nerloo. Het is bijna 100 hectaren groot en er zijn nog 40 hectaren aan grenzende gemeentegronden voor uitbreiding beschikbaar als de rege ring Twentes hartewens inwilligt en hier de derde Technische Hogeschool doet verrijzen. m - (Van onze onderwfisredacteur) Uit een zo pas verschenen publikatie van de ..Katholieke Centrale voor Stu die en Research ten behoeve van Op voeding en Onderwijs" bljjkt, dat er thans in Nederland 42 instituten, bu reaus en organisaties zijn, die zich daadwerkelijk en min of meer regelma tig bezig houden met wetenschappelijke studie en onderzoek op het gebied van het onderwijs. De meeste van deze in stellingen zijn ontstaan na de oorlog. Het vorig jaar is voor het eerst een conferentie gehouden over onderwijsre search, op welke conferentie duidelijk de behoefte bleek aan meer onderling contact tussen de researchinstellingen. De jongste publikatie van de Katholie ke Centrale wil er toe bijdragen dit con tact te verbeteren. Men heeft een over zicht samengesteld, waarin de over heidsinstellingen, de universitaire insti tuten, de gemeentelijke instellingen en de particuliere organisaties en bureaus zijn opgenomen met de werkzaamhe den, die zij verrichten. Het overzicht vermeldt enige honderden onderzoeken en publikaties. Het ligt in de bedoeling, in het komend najaar een tweede conferentie te hou den over de onderwijsresearch in Neder land. In het boekje van de Katholieke Cen trale schrijft prof. dr. J. Th. Snijders, dat de research niet van vandaag op morgen en in beginsel nooit de onder wijsvernieuwing en het onderwijsbeleid aan onwrikbare fundamenten kan hel pen. Wel kan de research bijdragen le veren aan de beantwoording van con crete vragen en aldus voedingsstoffen leveren^ voor de ontwikkeling van de onderwijs-leer, die aan de onderwijzer, leraar en bestuurder in de toekomst meer houvast zal kunnen geven. Deze foto van vissers op het meer van Genezareth vindt men in het bijzonder mooie platenboek van het Heilig Land, „Paldstina", van Focko Lüpse, uitg. Eckart-Verlag, Witten und Berlin. Engeland De 26-jarige Robin Dou glas-Home, die vorige zomer dong naar de hand van prinses Margaretha van •fjWeden is gisteren te Londen in het nuwelqk getreden met een 18-jarig foto model en mannequin. Het is cnikheet. Met de bus is onze «roep pelgrims van Capharnaüm langs de oever van het onbeschrijfelijk mooie meer van Genezareth naar Tiberias gereden. En daar zijn we op dat ogen blik alleen maar heel dorstige toeristen, die schaduw zoeken onder de gekleurde Parasols van de kleine drankgelegen heid aan het water en hun dorst pro beren te lessen in het land van de Jaffa's met gekoeld sinaasappelsap. Het water is koel en doorzichtig. Te gen de onderwaterkade zitten kleine grijze slakjes vastgeplakt. Daar zou ik er een paar van willen hebben als le vensecht souvenir aan dit meer van Genezareth, waar men als heilig-land- Pelgrim altijd het gevoel zal hebben er te kort te zijn omdat men er zoveel aangrijpende woorden van Christus en Zoveel aangrijpende dingen die er ge beurd zjjn, wil laten herleven. „Hoe beet zo'n slakje in het Hebreeuws?" vraag ik, in het water wijzend aan 'emand die er uitziet of hij hier hoort. oGaruziem". Ik wenk het joodse zee meerminnetje en maak mijn wens dui delijk. Ze plukt diep onder water, wat kleine schelpdiertjes af en geeft me ben natte handvol. Maar ze schudt baar hoofd als ik haar uit dank iets iris te drinken bied. De joodse kibboets kinderen zijn in goede stijl opgevoed. Twee dagen zijn we in Israël op deze pelgrimsreis in het heilig land, die begon in het Jordanische gedeel te, waar de oud testamentische sfeer grotendeels bewaard is gebleven en die eindigt in Israël, waar mèt de werkijver, de ontginning en de wil tot opbouw, de industrialisatie en de westerse haast zijn doorgedrongen. De joodse gids, die ons de laatste dag van de reis in de ochtend naar Capharnaüm heeft gebracht heeft bad ukkelijk haast. Het kan mis schien niet anders. Maar het doet Pijn om maar zo kort in Ga- mea te zijn, waar Jezus zoveel heeft gelopen in de wijdheid van het glooi ende berglandschap met altijd het bedauwde blauw van het bergsilhouet *n de verte. Waar Hij zoveel stap- Pen heeft gezet over de droge bodem, met tussen de witte rotsigheid de stekelige begroeiing van sierlijke la- |e distelplanten, even blauw als het azuur van de lucht. Het deed pijn om in Capharnaüm maar zo kort de tijd m hebben om de meest aangrijpende woorden te laten herleven, die Jezus volgens Johannes, in het zesde hoofd ruk, hier gesproken heeft. Er?et was bbstig en stil aan de ruime Vertne oever van Capharnaüm in de ba kwikkende schaduw van de over- je ,gende eucalyptusbomen. Een boot- bi»,de verte wiegde op het zonnige dooi watervlak en het handjevol, peii"eerbied bevangen en zwijgende va™, deed aan de onberoerdheid Sch»„ landschap niets af. „Een grote van hC y?l£de Hemklinkt de stem ttyeTÏe.bijbellezer in ons midden, die na Me)fbuizend jaar op precies dezelfde bo woorden weer laat horen die toen tot de duizenden heeft ge sproken. En wederom luisteren er toe- gewijden naar Hem met een hart nau welijks groot genoeg voor het bevat ten van dat verbijsterende geheim: „Mijn "vlees is waarlijk spijs en mijn bloed is waarlijk drank". Het tintelende water klotst zachtjes tegen de oeverstenen. Ineens spat het, met die geheimzinnige plotselinge golf slag, die dit mooiste en meest gehei ligde van alle meren eigen is. Er zijn op dit laag gelegen meer ook nooit te berekenen plotselinge valwinden, die elke toeristische pleziervaart god dank verhinderen. Dan ligt het weer als een rimpelloos vlak van het aller tederste blauw dat men ooit gezien imiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii heeft in een aandoeniqke zuiverheid en de rust en de grondeloosheid van het water. Je begrijpt Petrus, die dacht er overheen te kunnen lopen. Je zou het ook willen doen. En vooral zou je hier willen blijven, aan het water waar Jezus gepreekt heeft, in een natuur van zo hartveroverende lieflijke schoonheid, dat geen plek op aarde waardiger zou zijn geweest om er de leer van de pure liefde te verkondigen. In zachte contouren van wolkige struiken waaruit fonteinen van gele bloemen springen, dikke dotten olean ders in volle bloei en slingerende paar se bougainville, is de oever begroeid langs de smalle weg die slingert van Capharnaüm naar Tiberias. Rechte don kere cypressen wijzen met hun punt recht naar de hemel. Uit het dichte riet vliegen vlinderkleine vogeltjes op, die met snelle beweginkjes over het water scheren. Je belooft jezelf er nog eens terug 'te keren. Het meer van Genezareth ondergaan hebben betekent dat het je vastgegrepen heeft. En hoe vast het je houdt zul je later merken als je weer thuis bent en in je eigen kerk de evangelieverhalen die zich hier hebben afgespeeld leest en hoort voor lezen. Hoe begrjjp je nu ook, dat er altijd een menigte was, die Hem volgde, die geen haast had met dat benijdens waardige Oosterse begrip voor de grenzeloosheid van de tijd. En een to taal andere instelling tegenover de ge bondenheid aan tijdruimte en leefruim te. In het Oosterse klimaat leeft men buiten, met de zon en de natuur mee en de herdersvolken, het trekken altijd gewend, schematiseren hun bestaan niet zoals wij. En iets te eten en te drin ken vindt men ook wel. Waarom zou den tweeduizend jaar geleden niet net als nu altijd in drukke straten, dus op plaatsen waar veel volk bijeen is, de waterviugge jongetjes met slimme handelsgeest als verkoper zijn rondge gaan met vruchten oi sap van vruch ten in een leren zak of broden Zo ziet men ze nu nog altijd. Zo lopen ze door Jerusalem met ringbroden, die ze aan een stok meedragen voor losse ver koop. „Hier is een jongen met vijf gerstebrodenschreef de evange list. Ze zjjn er nog altijd. De jongens van Nazareth In het lieflijke Gaiilea, waar Christus -oveel gepreekt heeft, zou men lange tijd willen zijn. Het is misschien vreemd, maar in de rustige schoonheid van dat berglandschap vindt men Hem méér uit de evangiliën dan in het stadje Nazareth, in Nazareth, al ligt het in Israël, is de bevolking niet joods, maar grotendeels Arabisch. Christenen en moslims. Wij kwamen er pas tegen de avond n voor een kort verblijf en logeerden in een van de weinige logeer gelegenheden, een pelgrimshuis dat om ringd door een grote tuin, in alle rust hoog op een heuvel boven het witte stadje lag. In de ondergaande zon geurden de rozen en de kamperfoelie, de lucht was goud tegen de strelende lijn van de heuvelkam. En terwijl het dagelijks ritueel, van het afladen der koffers van de groep van veertig pel grims, zich voltrok, want dat moet nu eenmaal ook gebeuren voelde je je ineens diep gegrepen hier te mogen zjjn en nog meer door het alleronbe- grijpeljjkste, dat de Zoon van God op dit stille vergeten plekje tussen de heuvels dertig jaar in verborgenheid heeft geleefd. Hoe Nazareth zelf ook veranderd mag zijn, toen wij 's avonds onder een sterrenhemel wandelden, zo fonkelend als wij nog nimmer hadden gezien, en vanuit de warme donkere grond het getjilp van een krekel hoor den, dachten wij, lat is tenminsten og precies als in Jezus' tijd. En de volgende ochtend vroeg, aan de bron beneden in de stad, kon men zich voorstellen, hoe ook Jezus als jongen hier water heeft gehaald of, met blote voeten op een ezel gezeten, het dier liet drinken, zoals wij een jon gen van de streek het zagen doen. Hij zal zeker ook gekeken hebben naar het drinken van de rumoerige beweeglijke kudden donkere geiten en schapen, die aan de dierenbron, naast de mensen bron, hun dorst komen lessen. Aandoen lijk zjjn alle kleine donkere jongens in Nazareth, want op deze plek denk je dan meteen aan de kleine Christus. Vertederend was het heel jonge misdie- naartje dat bij het dienen van de Mis heel devoot de ampullen kuste voor hij ze aanreikte en herhaaldelijk de zoom kuste van het kazuifel. Dat was 's och tends vroeg bij de heilige Mis in de grot, waarvan men aanneemt, dat die de heilige familie tot woning heeft ge diend. Er zijn in dit warme, droge rot sige land nog altijd rotswoningen, waar dan een soort voorhuisje aan vast gebouwd is. „De schilders vroeger had den er eens naar toe moeten gaan", zei een simpele ziel ons, toen we haar als ooggetuigen vertelden hoe men ter plaatse de vroegere werkelijkheid re construeert. En ongetwijfeld is het een van de gebenedijde dingen van deze tijd, die het reizen zo populariseert, dat men tegenwoordig betrekkelijk gemakkelijk onder goede geleide want dat is on ontbeerlijk naar het heilig land kan reizen. Ondanks de trieste verdeeldheid van de laatste tien jaar tussen de sta ten Jordanië'en Israël, waarin Palesti na uiteen is gevallen. Een zeer merk bare verdeeldheid die voor de pelgrim echter overspannen wordt door dat éne begrip het „Heilig Land". Wie heeft ook weer eens gezegd, dat het heilig land het achtste sacrament is? A. Bgl. (Van onze medevierkster in Parijs) f Y andwerkjes! Eeuwen lang hebben de vrouwen H zich geduldig over handwerkjes gebogen. En al naar de mode op dat moment was kwamen kunstwerken of afgrijselijkheden uit haar vlijtige handen. Wat er ook veranderen mochthet handwerken bleef bestaan; tot in het begin van deze eeuw hoorde een meisje steeds een handwerk onder handen te hebben. Zeker in Frankrijk. Toen de arme schapen hier nog over hemden en onaerlijfjes voor haar uitzet gebogen zaten en die van de eerste tot de laatste steek met de hand naaiden en dan nog borduurden ook, werden in Nederland alleen nog maar af en toe enkele theekleed jes, kussens en theemutsen door de vrouwelijke jeugd geborduurd Antimaccassers en dergelijke dingen waren gelukkig de mode uit. Breien deed niemand, de breiwoede verspreidde zich eerst over Europa tijdens de eerste wereldoorlog en tastte jong en oud aan. Maar langzamerhand komt er nu een einde aan de b reimanie. Behalve baby goed wordt er sinds de breimachines algemeen werden, heel wat minder met de hand gebreid. Dit komt misschien ook omdat ingewikkelde patronen uit de mode zijn en de vrouwen de voorkeur aan jersey geven nu de keuze in kleren daarvan zo uitgebreid is geworden. „Les Arlequins", een ontwerp van Picasso, geweven door de voormalige beeldhouwster madame Dürrbach, tentoongesteld met het Chinese borduurwerk. Voorafgaande artikelen over de pel grimsreis naar het Heilig Land in ons blad van 12, 19, 27 juni Maar de vrouwen die in Frankrijk het bezig zijn met een handwerk :e- nuwstillend vinden, zijn er nog legio en dat verklaart wel iets van het toene mend succes van het bordurei. Boven dien voor wie wat snobistisch is aan gelegd: borduren heet chic en breien geldt nu als burgerlijk. Meer is er soms niet nodig om iets te doen inslaan! Ook' bestaat in Frankrijk nog altijd een. grote liefde voor alles wat met de hand vervaardigd is. Maar tijd om grote kleden te borduren of te weven hebben de meeste vrouwen niet meer, ook niet onder de zeer goed gesitueerden, /an daar dat toen de haute couture dit sei zoen met machinaal geborduurde stof fen kwam, dit algemeen, ai was het dan ook met een zucht, geaccepteerd werd. Maar tegenwoordig worden met de hand geborduurde tafellakens, kleden en zakdoeken in de handel gebracht te gen prijzen die hoewel hoog, niet te vergelijken zijn met wat men feitelijk voor dergelijk kunstnaaldwerk zou moeten betalen, zo men er nog bor duursters voor zou vinden. Samy Bigio heeft ze in het verre oosten gezocht, wel wetende dat er in Europa geen vrouwen meer zijn die voor een honger loon vijf jaar lang over één kleed ge bogen willen zitten. Bigio zocht zijn borduurders, want in het oosten zijn het mannen en geen vrouwen dit dit vak uitoefenen, onder de naar Hong Kong en de Philippijnen uitgeweken Chinezen. De betaling geschiedt op eigenaardige wijze. Ze krijgen huisvesting en voedsel en waarschijnlijk een kleine som gelds en daartegenover staat dan hun werk. Men zou dat eigenlijk „au pair" kunnen noemen! De heer Bigio liet in Frankrijk ont werpen maken en stuurde hun die. Het resultaat toont hij de verbaasde Parij- zenaars waarvan alleen de ouderen zich konden herinneren dat hun moeders en grootmoeders zich vroeger over zulke enorme tafellakens bogen die ze met eindeloos geduld borduurden. De techniek waarnaar Bigio laat wer ken is zeer verschillend. Bijzonder mooi is de „point d'ombre", op irgandi. Dit is een borduurwerk dat aan de ver keerde kant wordt gedaan - als scha duwwerk dus - en alleen maar door het organdi doorschijnt en een ongeloof lijk mooi effect maakt. Een soort „geborduurde schilderijen" zoals de heer Bigio zegt, zijn de voor stellingen op wit satijn geborduurd en altijd op de Aziatische folklore geïn spireerd. Deze zullen in een modern Europees interieur wat vreemd aan doen. Het naaldwerk is echter schitte rend en de kleuren zijn met smaak ge kozen. Alles bij elkaar een expositie die in alle opzichten een bezoek waard is Het klinkt misschien wat vreemd maar van dit klassieke borduurwerk gaat rust uit. Dat kan lang niet altijd gezegd wor den van de wandtapijten die Madame Dürrbach maakt, hoeveel moois ook on der haar werk te vinden is. Madam Dürrbach was oorspronkelijk beeldhouwster en trouwde met een beeldhouwer. „Dat lijkt zo prachtig", zegt ze, „man en vrouw die hetzelfde werk hebben"; inderdaad kan dit zo zijn als dit zich bijvoorbeeld bepaalt tot het verkopen van ulevellen. Maar als er een uitgesproken opinie aan te pas komt kan het aanleiding geven tot botsingen. Daar Madame Dürrbach al tijd -eel voor wandtapijten had gevoeld besloot ze om te zwaaien naar het weven. Het is nog geen tien jaar ge leder: dat ze dat besluit nam en nu reeds is haar atelier bekend. Schilders als Delaunay, Gleizes n Picasso, om er maar enkelen te noemen, maken teke ningen voor haar naar welke ze de wandtapijten weeft. Haar techniek w >rdt algemeen geroemd en ze weet de ge dachte van de schilder meesterlijk weer te geven. Zo gaat van „Rythmes" van Delaunay iets opbeurends uit, hetzelfde kan ge zegd worden van werken van Léger en van haar man, maar wie zal Les Arle quins van Picasso aan zijn muur willen hangen? Vooral daar het een monumen taal tapijt is waar de kleuren fel en hard van zijn. Alleen in een reusachtig grote zaal kan een dergelijk tapijt niet op de zenuwen werken! Maar dat is slechts het oordeel »an een nuchtere bezoekster. Het vrouwtje zelf staart er in devote aandacht naar en zegt alsof dat alles insluit: ,,'t Is een Picasso". DINY K.-W. et is opvallend hoeveel boeken er de laatste tijd geschreven zijn over ernstige, soms ongeneeslijke ziekten, vaak door de patiën ten zelf of ook door hun ouders of naaste verwanten. Dit is, hoe pijnlijk het onder werp ook zij, een uitermate verblijdend verschijnsel. Deze boeken getuigen van een niet zelden ronduit heldhaftige levensmoed, van een bewon derenswaardige offervaardig heid en van een verantwoor delijkheidsbesef, dat eerbied afdwingt. Er is een tijd ge weest. dat talloze gezinnen door de droeve aanwezig heid van een geestelijk of li chamelijk onvolwaardig kind in een onvoorstelbaar leed en isolement zijn geraakt. Mach teloosheid, valse schaamte, onkunde, gebrek aan begrip van omgeving en buitenwe reld hebben menige zieke, maar evenzeer zijn naaste verwanten het leven tot een voortdurende kwelling ge maakt. Tezamen met de vooruit gang van de medische we tenschap hebben de verwor venheden van de psycholo gie, de sociologie en de pe dagogie tenslotte een klimaat geschapen, waarin het moe dige initiatief van enkele dappere mensen, die weiger den zich werkloos bij hun beproeving neer te leggen deze ban van leed en lijden kon doorbreken In alle ge vallen gaat het rechtstreeks om de strijd voor een mens waardig bestaan, ook wan neer de eigenlijke storing oi ziekte (nog) niet geheel te genezen is. Vooral bij licha melijk onvolwaardigen staat het streven naar erkenning van hun geestelijke volwaar digheid op de voorgrond. Wat dit voor het geluk van de zieke niet alleen, maar ook voor zijn omgeving be tekent, behoeft wel geen verder betoog. Het duide lijkst komt dit, naar ons ge voel, tot uiting in het waar lijk ontroerende boek „Ka ren" door Marie Killilea (J. H. Gottmer, Haarlem) Met langzaamaan verworven grote kennis van zaken beschrijft deze moeder op voortreffe lijke wijze hoe haar gezin met eindeloze toewijding en geduld de spastische Karen geholpen heeft aan een. naar omstandigheden, bevre digende levenshouding. Wij zouden dit prachtige boek de bijbel willen noemen voor alle ouders, die het zware kruis van een spastisch kind te dragen hebben En dui zendmaal gelukkig het kind. dat zijn lijden in een derge lijk gezin te verwerken krijgt. Als tegenhanger van dit boek mag zeker gelden „Ook ik wil graag leven", het dag boek van Rikke Steenbeeck uitgegeven bij La Rivière Voorhoeve te Zwolle Rikke is een Noors meisje van 21 jaar, dat vanaf haar geboorte aan cerebrale paralyze lijdt Dat betekent in haar geval dat zij absoluut hulpeloos is Zij kan niet lopen, niet staan niet normaal zitten Haar hoofd maakt voortdurend schokkende bewegingen, zij heeft geen of zeer weinig controle over armen en han den. Spreken kan zij niet. Kortom een geval, dat voor alsnog geen hoop wettigt. Maar geestelijk is zij volko men normaal. Het is ontstel lend zich in te denken met welke problemen de omge ving van zo'n kind gecon fronteerd wordt. Vooral het niet kunnen spreken maakt de toch al zo afschuwelijke moeilijkheden vele malen groter. it kind heeft een boek geschreven, een dag boek, waaraan zij op veertienjarige 'eeftijd begon. Toen zij negentien was, maakte zij het af. Hoe dat kan? Nadat zij lezen had ge leerd, kreeg zij een grote plaat met het alfabet voor zich op tafel Daarop wees zij letter voor letter aan, die dan door anderen werden op geschreven, zonder dat dezen er iets aan toevoegden of veranderden. Men heeft de hoogste bewondering voor de enorme geestkracht, waar door dit boek tot stand is ge komen. Voor de patiënte zelf bevat het geen oplossing, of het moest zijn de ondanks alles levende hoop op enige verbetering door een uiterst moeizame, physieke opvoe ding. Rikke vertelt daarvan het een en ander. Maar dat is niet het voornaamste. De nadruk ligt in haar boek op een onophoudelijk, hartstoch telijk beroep op haar mede mensen om „voor vol aange zien" en „als een gewoon mens behandeld te worden". Vooral geen over-protectie en hinderlijk medelijden „Als cerebrale paresen door sentimentaliteit konden wor den genezen", zegt zij. „was ik allang gezond.' En verder: „Wie gezond zijn en graag hulp willen bieden aan ons, die aan een of andere vorm van invaliditeit lijden, kun nen dat het beste doen, door ons als ieder mens te behan delen, doodgewoon als elk ander mens." Ook in „Karen" wordt hier op herhaaldelijk met klem gewezen. Maar bovendien gaat er van beide boeken een krachtige aansporing uit tot de ouders van spastische kin deren om samen te werken Men kan veel van elkander leren door uitwisseling van ervaringen, men kan bijdra gen tot het bespoedigen van het oprichten van revalida tiecentra, de gezamenlijk ge openbaarde nood dwingt de deskundigen tot intenser be studering van deze afschuwe lijke ziekte en tot ontwikke ling van de juiste therapie Maar bovenal zal het onder ling contact de getroffenen de ogen openen voor de grote en troostrijke waarheid, dat zelfs leed en lijden als dit een ware zegen kan zijn Een gezin met een spastisch kind kan, naar de eehte menselij ke waarden gemeten, uit groeien tot een paradijs op aarde, omdat het beste, wat in de mens schuilt, door de eerlijke toewijding aan de patiënt, tot rijpe, groot- menselijke ontwikkeling kan worden gebracht. Daarvan is „Karen" een ontroerend en benijdenswaardig voorbeeld Tussen de regels door ziet men hetzelfde bevestigd in Rikke's gezin. Beide boeken mogen door velen gelezen worden. v< \y. Als - bij wijze van spreken - morgen het regeringsbesluit valt dat Drienerloo inderdaad als vestigingsplaats voor de derde T.H. is uitverkoren, kan over morgen de eerste spade in de grond worden gezet, want het terrein is di- rekt beschikbaar. De situatie is er zo, dat hier een „cité universitaire" kan verrijzen met behoud van het natuur schoon, maar ook met alle voorde len van de nabijheid van de grotestads- accommodatie van Hengelo en Ensche de. Drienerloo zal onmiddellijk aan het stadsgebied van Enschede aansluiten en de bouw van deze universiteits stad" zal het behoud van een ruime groenzone tussen beide genoemde ste den niet ir het minst in gevaar bren gen. Er zijn frequente busdiensten op beide centra en ook op alle andere Twentse plaatsen. De ligging van Drie nerloo kan centraal genoemd worden voor Twente, en voor een deel van oost- Gelderland, dat de laatste jaren meer en meer tot het verzorgingsgebied van Enschede is gaan behoren. Dit prachtige Drienerloo, met een ruw geschatte waarde van vier ton, is door het gemeentebestuur van Enschede ter beschikking gesteld als vestigingsplaats van de derde T.H. hier te lande, en al le overige Twentse gemeenten hebben spontaan en unaniem hun instemming betuigd. Twentse acties Hoezeer de Twentenaren zelf besef fen, welke belangen er op het spel staan blijkt uit het feit dat uit de Twentse industrie binnen enkele dagen reeds een bedrag van 1% miljoen gul den bijeengebracht werd als een start kapitaal voor de ondersteuning van de ontwikkeling van deze hogeschool en alle bijbehorende voorzieningen. Dat be tekent ook dat men zich in industriële kringen terdege realiseert welk een remming de verdere ontwikkeling van Twente en oost-Gelderland zal onder vinden - en vooral bij de positie, welke dit industriegebied in de komende Eu- romarkt zal kunnen innemen, speelt dat een rol van betekenis - als de ves tiging van de derde T.H niet in dit gewest zou plaatsvinden. Dit heeft men met de gefourneerde 114 miljoen wil len onderstrepen. Maar er is méér. Er werd - ondei voor zitterschap van het tweede kamerlid Engelbertink (K.V.P.) - opgericht een „Actie-comité T.H. Twente". De initia tiefnemers achten het noodzakelijk aan de buitenwereld duidelijk te tonen dat de bevolking van deze gewesten in al haar geledingen volledig staat achter de plannen, in Twente de derde techni sche hogeschool te vestigen.In het ac tie-comité hebben zitting genomen een aantal burgemeesters en wethouders uit deze gemeenten, vakbondsbestuur ders, fabrikanten enz. Zp vertegenwoor digen de belangen van een leefgebied van meer dan 600.000 Nederlanders,een leefgebied waar de middelbare en ver dergaande onderwijsvoorzieningen een zeer grote vlucht hebben genomen.maar waar op het gebied van het hoger on derwijs een absoluut vacuum bestaat, slechts vergelijkbaar met de positie van west-Zeeland. De allesbeheersende vraag, waar op de laatste tijd in deze contreien alle aandacht is geconcentreerd is deze: is het verantwoord het tech- nisch-wetenschappelijk potentieël van oost-Nederland - nader gepreciseerd: van Twente en de Gelderse Achter hoek dat alleen op verantwoorde wijze tot ontplooiing kan komen met een T.H. in Twente zelf, voor een groot deel nog langer voor ons land verloren te laten gaan? Deze vraag, waarin het antwoord al ligt opgeslo ten, is de beste rechtvaardiging voor de op gang gekomen activiteiten in Twente, zo deze dan al nog gerecht vaardigd behoefden te worden. Hoewel niemand in Twente meent, dat een T.H. oost-Nederland buiten Twente ook maar enigszins vergelijkba re' ontwikkelingskansen zou hebben, realiseert men zich maar al te goed dat elders gevoerde acties een verwar rende werking kunnen hebben. Van be lang zijn hierbij vooral de in Deventer en Zwoile gevoerde activiteiten. Het is in dit kader veelzeggend te vermelden, dat de commissaris der koningin in Overijssel, lid van de Raad voor het Technisch Hoger On derwijs, voorstelde, Zwolle en Deven ter niet als alternatieve vestigings plaatsen van een T.H. te stellen,doch zich achter de Twentse aanspraken te scharen; hiertoe vond hij echter geen meerderheid bij G.S. Prinses Beatrix is voornemens 28 en 29 augustus een bezoek aan Friesland te brengen. Het programma zal o.m. bevatten een bezoek aan het sanato- rium „Beatrixoord" te Appelscha, voor afgegaan door een steenlegging te Ha ren bp Groningen op de bouwplaats van het aldaar nieuw te bouwen sana torium met dezelfde naam. Vervolgens zal zij een kort bezoek brengen aan de Cornelia-stichting „Lyn- denstein" te Beetsterzwaag, een ver pleeginrichting en revalidatiecentrum voor kinderen, sinds 1956 bovendien er kend als buiten-kliniek voor poliopa- tiënt.jes. Des middags woont zij ook nog een deel van een concours-hippique te Joure, georganiseerd ter gelegenheid van het tachtigjarig bestaan van de Koninklijke vereniging „Het Friesch Paarden stamboek", bij. De prinses zal die avond logeren in de ambtswoni' g van de commissaris der koningin te Leeuwarden. De volgende dag zal de prinses met „De groene Draeck" haar eigen schip, een zeiltocht over de Friese meren ma ken en een bezoek brengen aan de zeilwedstryden welke worden gehouden omdat de zeilvereniging „Langweer" een eeuw bestaat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 11