VIERDAAGSE beet stof
Tweede dag voor tal van
lopers helse bezoeking
ZITTEN BLIJVEN op de
LAGERE school
Onderzoek door samenspel
van deskundigen
Limburgse Jagers nemen
Kent
Hertog van
„Zwanezang" van roemrijk
Brits regiment in ons land
gevangen
Momentopname
Herziening van de
lerarensalarissen
Oooh...wat een verschil!
Koninkrijk voor een buitje
Groepen hebben
geen klagen
Brokje tragiek
GROOTSCHEEPS ONDERZOEK NAAR:
Annastraat één
uitdragerswinkel
Tijdens gecombineerde leger oefening
120.000 zitten
blijvers
Doorzetten na ongeluk
Geen loonsverhoging
door prijsverhoging
Oud-politie-inspecteur
bij inbraak betrokken
WM:M
W. G. Gerritsen en
echtgenote
DONDERDAG 23 UULI 1959
PAGINA 5
Organisaties antwoorden
in september
Christelijke werkgevers:
Pracht-foto's, gestoken-scherp
en met diepe nuance.
Elke foto
'n meesterschot
■ÉiÉÉBHfiii
WL i
Het gesprek over het sociaal-eco
nomisch beleid is niet gemakke
lijk te begrijpen. Een ontstellend
groot aantal instanties en organisa
ties laat zich bij herhaling over de
zelfde onderwerpen uit: het kabinet,
de Kamers, de SER, de Stichting van
den Arbeid, het College van Rijks
bemiddelaars, de vak- en standsorga-
hisaties van alle mogelijke soorten en
kleuren. Helaas zijn hun uitingen voor
de massa niet erg duidelijk. Dat komt
omdat zij allemaal over een andere
golflengte spreken en zich daarbij
bedienen van een jargon, een vocabu
laire van trefwoorden en kernbegrip-
Pen, dat wellicht het gesprek voor
de ingewijden vergemakkelijkt, maar
dat tevens een steeds groeiend aantal
geïnteresseerden tot buitenstaanders
maakt. Nu het debat in de Tweede
Kamer afgelopen is lijkt het wel
nuttig ons, voorzover wij er zelf
reeds slachtoffer van waren, aan dat
jargon te ontworstelen en een poging
te ondernemen om de stand van za
ken op sociaal-economisch terrein te
schetsen.
Waar gaat het bij dit beleid nu in
hoofdzaak om? Op lange termijn be
zien gaat het, om met minister De
Pous te spreken, om de handhaving
van het financieel en economisch
evenwicht, een reële verbetering van
het loonpeil en de verwezenlijking van
een verantwoorde groei. De eenstem
migheid over deze doelstellingen van
de lange termijn wij gaan daar
hog nader op in betekent niet dat
men het met elkaar niet grondig
oneens zou kunnen zijn over de wijze
waarop zij via het actuele beleid het
best kunnen worden benaderd. Dat
Is dan ook het geval.
Drie zaken zijn voor dat beleid van
vandaag met name van belang: de
verlichting van de overheidslasten
door vermindering van de subsidies
san de consument op melk en wonin
gen, de verdere oplossing van het
huizenprobleem middels een huurver
hoging en de vrijmaking van de lonen
door het loslaten van de straffe ge
leide loonpolitiek met haar algemene
loonronden. Wat deze problemen met
elkaar gemeen hebben is, dat zij alle
een zekere binding hebben met de
na-oorlogse schaarste-economie. De
huur- en melksubsidies waren een
onontbeerlijke verlichting uit de al
gemene middelen van de hoge kos
ten van levensonderhoud. De woning
nood is een laatste uitschieter van de
schaarste-economie. Dé algemene
loonronden ontstonden uit de plicht
armoede zo redelijk mogelijk te
Verdelen.
Het merkwaardige is nu, dat de so
cialisten deze zaken nog steeds be
naderen vanuit de sfeer der schaars
te-economie, waarin een verregaande
staatsinvloed zijn reden van bestaan
had. Zij willen immers de melksubsi-
die handhaven, zijn het oneens met
een huurverhoging en kanten zich
tegen de vrijere loonvorming. Gezien
hun maatschappij-opvatting hebben
zij nu eenmaal andere meningen over
de hoogte van de staatsuitgaven, de
oplossing van de woningnood en de
verhouding tussen werkgevers en
werknemers. In de schaarstetijd za-
«n zij een overheidsinstrumentarium
tot stand komen, dat met hun ideeën
over staatsinvloed en maatschappij-
hervorming klopte en zij beschouwen
de geleidelijke afbraak van dit instru
mentarium in een tijd van welvaart
als een stap terug, als een daad van
conservatisme. Naarmate de wel
vaart toenam is het gedrag van de
socialisten zich dan ook steeds meer
gaan kenmerken door een kramp
Ichtig oproeien tegen de wassende
stroom van vrijheidsverlangens,
brede basis is tenslotte aan deze vlijt
ten onder gegaan.
Nu de socialisten dan geen deei
van de regering meer uitmaken ver
plaatst de strijd om de verwezen
lijking van hetgeen zij als progres
sief beschouwen zich steeds meer
naar het sociale vlak. Het geluid dat
zij in de Kamer als politieke oppositie
laten horen is kennelijk zodanig afge
stemd, dat het ook in de kringen
van de niet-socialistische arbeiders
vakbonden een zo groot mogelijke
Weerklank vindt. Tegen deze achter
grond zal het nieuwe kabinet een bij
zonder moeilijk beleid tegemoet gaan.
Zo het zijn vooruitstrevendheid niet
duidelijk weet aan te tonen kan het
geen lang leven zijn beschoren. In een
volgend artikel zullen wij daarom na
gaan of de plannen van de regering
inderdaad de naam vooruitstrevend
verdienen, in een derde artikel of zij
in de praktijk zijn te verwezenlijken.
Advertentie
In de bijzondere commissie voor het
georganiseerd overleg voor het voorbe
reidend hoger en middelbaar onderwijs,
het kweekschoolonderwijs en het mid
delbaar nijverheidsonderwijs hebben
de gedelegeerden der organisaties ge
zegd, dat zij deze week hun oordeel
Zouden geven over <ie herziening der
lerarensalarissen.
Inmiddels hebben zij echter de minis
ter van O. K. en Wetenschappen schrif
telijk medegedeeld dat het hun ondoen
lijk is gebleken een verantwoord stand-
Punt te bepalen zonder hun hoofdbestu
ren te raadplegen. Dit heeft tot gevolg
dat een definitief antwoord pas in sep
tember kan worden verwacht.
Het bestuur van het Verbond van
Protestants-christelijke werkgevers in
J'ederland heeft woensdag met verte-
l^hwoordigers van de aangesloten or-
l^hisaties van gedachten gewisseld
de uitvoering van de gedifferen-
(je®rde loonpolitiek. Ter inleiding van
hg 6 discussie hield het bestuurslid, de
tee' H. H. Wemmers, president-direc-
b Pr van de Staatsmijnen in Lim-
gpg een causerie, waarbij hij zich
,jpP voorstander toonde van het laten
Wei n boor de werknemers in de grotere
®lvaart die het gevolg is van een gro-
t e .Produktiviteit. Hij zeide het terecht
J; vinden dat geen loonsverhoging kan
''patsvinden indien de werkgever deze
net uit de winst kan betalen doch haar
r°or middel van prijsverhogingen op de
■memer moet verhalen.
Naar eerst thans bekend wordt, is
een dezer dagen een 31-jarige oud-in
specteur van de Heerlense gemeente
politie gearresteerd, verdacht van me
deplichtigheid aan een inbraak in een
tankstation te Hunnecum-Nuth. In de
nacht van 25 op 26 juni zijn er auto
materialen en wisselgeld ontvreemd.
Behalve de oud-inspecteur die slechts
enkele jaren bij de Heerlense politie
heeft gediend en vóór het plegen van
de inbraak is ontslagen, is ook nog een
vijftienjarige jongeman uit Hoensbroek
bij de roof betrokken.
iiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii
(Van onze correspondenten)
Zelfs de band van The Royal Innis-
killing Fuseliers, hoog op een po
dium boven de Wjjchense markt
gezeten, raakte af en toe een paar maten
van slag in de drukkende hitte, die gis
teren de tweede dag van de Vierdaagse
tot een voor velen helse bezoeking
maakte. De officials en besterde auto
riteiten bleven amechtig op hun stoe
len zitten, de marsliederen gorgelden
af en toe vreemd weg in de uitgedroog
de kelen en de mensen van het Rode
Kruis liepen en reden zich de blaren
aan handen en voeten om de klandizie
maar te kunnen bijhouden. Daar waren
een paar gevallen van zonnesteek bij:
uitdrukkelijk einde aan deze Vierdaag
se. Minder uitdrukkelijk, maar wel
even definitief waren de stuk gelopen
voeten. De brancardiers hadden het
druk, erg druk op deze tweede dag van
de Vierdaagse.
De lopers beten stof, wisten zich
het zweet van het voorhoofd en vroe
gen zich in gemoede af of het vorige
jaren nu werkelijk erger was geweest
met al die plensbuien. Een koninkrijk
voor een buitje regen. De regen kwam
niet en onbarmhartig zengde de zon
neer op het Wijchense marktplein, waar
uur na uur de uitgedroogde schare van
Breunese's voetknechten zich voort
sleepte.
De groepen en met name de militairen
hadden nog de minste pijn. Zij konden
gezamenlijk de schouders er onder
zetten en behoefden zich niet te bekom
meren om ravitaillering en verzorging.
Het was - als steeds - tot in de puntjes
geregeld. De meeste overheids- en bur-
gergroepen kermen op dit terrein ook
geen problemen. De mannen van hét
Amsterdamse vervoerbedrijf waren
hun humor nog niet kwijt en hun col
lega's van de Rotterdamse tram had
den ook nog voldoende fut om desnoods
nog twee dagen Sahara-temperatuur te
verdragen. De stoere knapen van de
Mfjnwerkersschool hielden hun helmen
er bij op en de mannen van de Rotter
damse brandweer beproefden eigen uit
houdingsvermogen en dat van de toe
schouwers met nog eens dezelfde top
hit. En de 40-kilometer groep van St.-
Franciscus Liefdewerk uit Amsterdam
wandelde met een elan alsof wandelen
een werk der barmhartigheid is.
De groepen hadden over het algemeen
eeen klagen. Zij zagen af en toe wel
eens iemand uit het gelid vallen, maar
dat temperde de vechtlust niet. Meer
aandacht verdienen de individuele lo
ners de eenzame figuren in deze uit-
ontti'n esslag die zelf het karwei moe-
Fen Rksen Die morgens voor dag en
ten XlKSen. trekken
langs het parcours volop werk. Maar de
ze ongemakken vermochten echter geen
afbreuk te doen aan de goede stemming
onder het wandellegertje. Bij het een
voudige buitencafé'tje met de toepasse
lijke naam „Rust een weinig" te Hoen-
derloo legden velen van de drie af
standen even aan. De 30'ers hadden er
toen al bijna de helft opzitten, maar de
40- en 50'ers moesten van hieruit via
de Woeste Hoeve al dan niet met een
extra omweggetje nog naar Loenen,al
vorens in Beekbergen weer op het par
cours van de 30'ers te komen om de
laatste kilometers te doen. Er zijn heel
wat deelnemers bij het Apeldoornse
wandelfestijn, die het vier dagen lopen
achtereen in Nijmegen hebben geleerd
en die van Apeldoorn uit wandelen van
wege het natuurschoon.
Er school een brokje tragiek in aai
kleine Britse groepje. Moeizaam en
met vertrokken gezichten beklom
men de meisjes van het Women Ar
my Corps uit Coventry de glooiende
weg, die naar de brug over het
Maas-Waalkanaal voerde, en die voor
hen de hoogte van een echte „berg"
had. Tussen die veertien meisjes be
vond zich één Engelse soldaat. Ook
hij verkeerde in grote moeilijkheden.
Zijn verplichte verpakking had al
iang een plaatsje gevonden in het
wagentje van de verzorgster. Wan
kelend, en ondersteund door twee
leden van het „zwakke" geslacht,
werkte hij zich de brug op. En mid
den op die brug bij Hatert gebeur
de het. Plotseling was het voor een
van die meisjes te veel geworden. Ze
ging door de knieën en pas nadat
een huilbui de zenuwen tot rust had
gebracht, liet ze zich meevoeren naar
de berm van de weg, waar de ver
zorgster haar verder kalmeerde.
Ze hebben Nijmegen gehaald, zo
wel het meisje als de soldaat, die
verkrampt liep en zijn pijn moest
verbijten. Ze zongen zelfs nog, toen
op de lange en lommerrijke Graaf-
seweg tienduizenden het Vierdaag-
se-legioen met een gul applaus ver
welkomden.
iililllllliilllllliilllliiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliliillliillt
dauw de deur achter zich dicht trekken Hog warm jje£ was en hoe ver op e tweede dag van ae Vierdaagse, die in het
en verder niemand meer hebben om (elcen stond van de blaren, laat deze vermoeide tippelaar wel duidelijk zien. Uit
hun moed in te spreken, blakert de wollen sokken en hoge schoenen en omhoog de loodzware benen!
koperen ploert het parcoms -^-
hebben zij maar een moe de
tegen in te zetten en geen peleton harde
koppen.
In totaal 284 wandelaars gaven gisteren
de moed op. Daarvan verschenen
99 gistermorgen al niet m?er.a?n!„„fi
start. De overigen gingen in net lanu
tussen Maas en Waal door de kniKKen-
de knieën en vertroetelen nu hun bla
ren en andere transpiratie-narigneden.
Vrijdagmiddag zullen zij tussen de hon
derdduizenden op de St.-Annastraat zit
ten om de terugkeer van het legioen
ietwat spijtig te aanschouwen.
Die St.-Annastraat is inmiddels het
afgelopen jaar vakkundig gerooid, zo
dat ook de toeschouwers van heinde en
verre nog een fiks naproefje staat te
wachten, van wat de wandelaars vier
dagen lang te verduren hebben gehad.
Als er tenminste geen depressie op
komst is en daar ziet het niet naar uit.
Blaren en stijve spieren
Al voor de warmste tijd van de dag
hadden gisteren de 1064 overgebleven
tippelaars van de Apeldoornse Vierdaag
se het vastgestelde parcours „genomen".
Slechts één uitvaller moest men af
boeken. Velen kampten met grote of
kleine blaren, ook waren er nogal wat
stijve spieren. Deze klachten gaven de
EHBO'ers op de medische hulpposten
(Van onze correspondent)
Het is niet helemaal duidelijk of
men het aan een massale zonnesteek
moet toeschrijven, maar een feit is
dat de Nijmegenaren gisteren reeds
met hun overtollig huisraad begon
nen te slepen, om vrijdag van een
zitplaats verzekerd te zijn tijdens de
triomfantelijke terugkeer van het
door hitte geteisterde Vierdaagse-
leger. Bij het vallen van de avond
bood de St. Annastraat over vele
kilometers lengte de aanblik van één
uitgebreide uitdragerswinkel. Een
bonte verzameling van wrakke tuin
meubelen, uitgewoonde crapauds en
invalide keukenstoelen. Ieder jaar
maken de Nijmegenaren het bonter,
door steeds vroeger met hun huis
raad naar de St. Annastraat te sjou
wen, maar om ruim 48 uur van te
voren reeds met deze volksverhui
zing te beginnen, zo erg heeft men
het nog nimmer gemaakt. De hitte
verklaart veel, maar diet alles.
(Van onze onderwijsredacteur)
De statistieken geven wat het zitten blijven betreft sprekende cijfers. Men
kan beginnen met de gegevens van tien generaties, die in de jaren
1929 tot en met 1938 binnentraden in de lagere school. Deze gegevens wij
zen uit, dat van de 100 leerlingen, die in de eerste klas begonnen, er slechts
56 de zesde klas bereikten zonder een of meermalen te hebben gedoubleerd.
Een tweede statistiek levert de gegevens over drie generaties: de leerlin
gen, die op de lagere school kwamen in de jaren 1945 tot en met 1947. Bij
deze drie generaties bereikten van de 100 eerste klassers er 58 de zesde klas
zonder zittenblijven. Ten derde is te wijzen op het cijfer van de generatie,
die in 1950 op de lagere school begon. De uitkomst is hier: van de 100 leer
lingen in de eerste klas zijn er 64 zonder doubleren doorgegaan naar de
zesde.
Wanneer men het op de keper gaat
beschouwen, dan weten we van de fac
toren, die het wel en niet, het meer of
minder zitten blijven bepalen, over de
gehele linie genomen eigenlijk maar
heel weinig af. In incidentele gevallen
is meestal wel een antwoord te geven
op de vraag waarom een kind blijft
zitten, maar wie het doubleer-verschijn-
sel in z'n geheel wil bekijken en dat
is gelet op de invloed, die het uitoefent,
zeker nodig vindt alleen maar cij
fers en percentages, die geen ophelde
ring geven over de inhoud van dat ver
schijnsel. Het is er mee als met de
ongevallenstatistiek-oude stijlmen
kende de aantallen verkeersongelukken,
doch men wist niets over de aard van
de ongelukken. Om het gevaar op de
weg beter te kunnen bestrijden was het
nodig, dat men tot een nadere ana
lyse van het gevaar kwam.
Iets dergelijks doet zich nu voor bij
de „ongelukken" op de weg door de
school. Wie zijn nu eigenlijk de zitten-
blijvers? Voor het antwoord op deze
vraag kan van grote betekenis worden
een onderzoek, dat onlangs begonnen
is door de Katholieke Centrale voor
Studie en Research ten behoeve van
Opvoeding en Onderwijs. Dit onderzoek
is gericht op de „achterblijvers", de
„zware jongens" onder de zittenblijvers.
Het gaat om de jeugdigen voor wie
de leerplicht eindigt terwijl zij nog
niet verder gevorderd zijn dan de vijfde
tot de zesde klas en die daarna geen
dagonderwijs meer ontvangen. Zeven
a acht procent van een jaargeneratie
verlaat, na meermalen doubleren, voor
goed de lagere school op het eind van
de zesde klas of zelfs daarvoor. On
derwijskundig gezien vormt deze ach-
terblijversgroep een vrij verwaarloosd
deel van de jeugd: deze kinderen tre
den bepaald onvoldoende toegerust de
maatschappij binnen. De Katholieke
Centrale voor Studie en Research is
van mening, dat men om dit probleem
aan te vatten eerst moet weten hoe de
groep is samengesteld naar begaafd
heid, belangstellingsrichting, ontwikke
lingsgang en schoolgeschiedenis. Men
onderzoekt ook hoe de kinderen ver
deeld zijn over de verschillende school-,
gezins- en streekmilieus. Terwijl de stu
die zich dus met name richt op de
„zware" zittenblijvers, wordt tevens
ter vergelijking gelet op de eenma
lige doubleurs, de toekomstige dou
bleurs en de niet-zittenblijvers. Het re
sultaat van dit onderzoek, dat geleid
wordt door prof. dr. J. Th. Snijders,
dr. M. J. M. Daniëls, drs. W. de Heij,
dr. M. Mathijssen en drs. C. J. M. H.
Souren, kan dus van veel belang wor
den voor ieder, die met het zittenblij-
versprobleem te maken krijgt.
Het onderzoek Is grootscheeps opge
zet. Er is een steekproef genomen bij
niet minder dan zesduizend leerlingen
in de vijfde en zesde klassen van rond
vierhonderd scholen (jongens-, meisjes-
en gemengde scholen). De studie wordt
verricht door een katholiek instituut,
Het is verleidelijk uit het cijferma
teriaal gegevens te halen, die er op
duiden, dat het euvel van het zitten
blijven langzamerhand toch wel aan
het verminderen is. De reeds genoemde
cijfers bevatten hiervoor indicaties en
er kunnen nog enige gegevens aan toe
gevoegd worden, die in dezelfde rich
ting wpzen. Bij een vergelijking van
het zitten blijven per klas in de jaren
1947 en 1955 vindt men voor de eerste
klas respectievelijk 16 en 11 procent,
voor de tweede klas respectievelijk 12
en 8 procent, voor de derde klas 11
en 7 procent, voor de vierde klas 13
en 8 procent en voor de vijfde klas
12 en 7 procent. (De zesde klas is bui
ten beschouwing gelaten omdat de zes
de klassers gewoon door kunnen gaan
naar bijvoorbeeld het nijverheidsonder
wijs, zodat men hier geen zuiver beeld
van het zitten blijven krijgt)De verge
lijking leert, dat ten opzichte van 1947
het doubleren in 1955 met ongeveer een
derde deel verminderd is.
Men kan verschillende hypotheses
opstellen ter verklaring van de daling
van het doubleer-percentage: door de
veranderde pedagogische instelling hij
de onderwijzers komt het minder vaak
dan vroeger voor, dat men kinderen
tweemaal in een klas laat zitten; de
overgang naar sommige vormen van
voortgezet onderwijs is soepeler gewor
den; bü de overvolle klassen tengevol
ge van de geboortegolf heeft men de
kinderen maar zo snel mogelijk door
het lager onderwijs laten gaan. Het zijn
veronderstellingen, waar zeker wel wat
in zit en misschien zelfs veel, maar
het is riskant op basis van deze cij
fers en hypotheses te stellen dat het
in de toekomst over het algemeen ge
nomen met het zitten blijven wel los
zal lopen. Vooral het wegebben van de
geboortegolf kan weer een geheel ander
beeld doen ontstaan. Men heeft dit al
even kunnen merken aan een recente
ontwikkeling in een ander opzicht, na
melijk het plan van de gemeente Den
Haag om onderwijzers te ontslaan nu
de aantallen aanmeldingen voor de eer
ste klassen weer teruglopen een
waarschuwend signaal voor de moge
lijkheid van een omslag in de bestaande
situatie
Het is weer de tijd van de over
gangsrapporten. Men ziet veel kin
deren thuis komen met stralende
gezichten, doch daarnaast is er een
niet gering aantal andere gevallen,
waarin thans grote teleurstellingen
verwerkt moeten worden. Wat de
lagere school betreft worden acht
procent van de leerlingen en hun
ouders persoonlijk geconfronteerd
met het probleem van het zitten
blijven. Acht procent het lijkt
misschien niet zoveel, maar als
men het narekent, dan komt men
op een aantal, dat niet te bagatelli
seren is: rond 120.000 zittenblijvers
per jaar.
De direct belanghebbenden stel
len zich in deze dagen de vraag:
moet dit nu werkelijk? In 'het
V.H.M.O. liggen de doubleer-per-
centages nog veel hoger, maar
daarbij spelen dan ook nog weer
geheel andere factoren een rol als
in het lager onderwijs. Als een kind
blijft zitten op de gewone lagere
school, waar ligt dat dan aan? Aan
de leerling of aan het onderwijs?
Het zijn niet alleen de ouders, die
zich met deze vragen bezig hou
den. Het onderwijs zelf ervaart het
zitten blijven ook als een euvel.
Voor de ouders is de kwestie er
tenslotte toch nog altijd een van
voorbijgaande aard. Voor de school
is het doubleren een permanent
probleem, dat zeker een nader on
derzoek verdient.
maar het gaat hier niet om een „katho
lieke zaak" en dus zijn de scholen ge
kozen niet alleen in een overwegend
katholieke streek (Den Bosch en wij
de omgeving), doch ook in een overwe
gend niet-katholiek gebied (een deel
van de provincie Groningen) en in een
gebied met gemengde bevolking (een
deel van de randstad Holland, begrensd
door de gemeenten Leiden-Gouda-Delft).
In deze streken zijn tevens de verschil
lende gemeentetypen goed vertegen
woordigd. De indeling is gemaakt door
het Katholiek Sociaal-Kerkelijk Insti
tuut. De scholen zijn uitvoerig geën
quêteerd door het Hoogveld Instituut.
De verzameling van enige medisch-hy-
giënlsche gegevens over de kinderen
heeft het Veeger Instituut op zich ge
nomen. Op deze wijze wordt het vraag
stuk van het zitten blijven van ver
schillende kanten benaderd. Pedagogen,
psychologen, sociologen en medici dra
gen in onderlinge samenwerking de ge
gevens aan, die een inzicht moeten ge
ven in de oorzaken van de stagnatie
der achterblijvers.
Het onderzoek is thans zover gevor
derd, dat men de belangrijkste gege
vens binnen heeft. Het gaat er thans
om deze gegevens te ordenen, hetgeen
gebeurt onder leiding van het Gemeen
schappelijk Instituut voor Toegepaste
Psychologie. De verwerking van het
grondmateriaal wordt een- zeer omvang
rijke arbeid. Men streeft er namelijk
naar een zo genuanceerd mogelijk
beeld te krijgen. Dat er zittenblijvers
zijn weten we immers wel, maar men
wil nu de situatie analyseren in de ver
schillende categorieën afzonderlijk bij
voorbeeld: „de tweemalige doubleurs
met een middelmatige aanleg in een
grote school op het platteland" of:
„de eenmaal doublerende arbeiderskin
deren met belangstelling voor techniek
en minder goede schoolprestaties" enz.
enz. Een dergelijke uitsplitsing vergt
veel tijd. Het zal nog een jaar duren
voor er een rapport wordt uitgebracht,
maar dan zal men ook werkelijk meer
weten over het euvel van het doubleren.
(Van onze speciale verslaggever)
Drie belangrijke wapenfeiten hebben
militairen van de 41ste gevechtsgroep
de afgelopen dagen op hun naam ge
bracht. In de strijd tegen de in Neder
land oefenende kleine Engelse gevechts
groep de First Queen's Battaliongroup
namen zij een grootmajoor met het
operatieplan bij zich gevangen. Een be
langrijke Nederlandse tegenaanval met
tanks werd woensdagavond een groot
succes.
En Edward, Hertog van Kent, neef
van Koningin Elizabeth van Engeland
maakten de Nederlanders krijgsgevan
gen. De jonge hertog liep later weer
weg. Men liet hem blijkbaar te veel
vrijheid. Aardig vond men het niet dat
hij de vrijheid verkoos. Maar zelfs een
krijgsgevangene van koninklijken bloe
de dient men afdoende te bewaken.
In september zal het Queen's Royal-
regiment in Engeland worden samenge
voegd met het Surrey-regiment, in
verband met de bezuinigings-reorgani-
satie in het Britse leger. Het nieuwe
regiment zal dan Queen's Royal and
Surrey-regiment komen te heten. De
298-jarige roemrijke geschiedenis van
het koninklijk regiment zal dan eindi
gen. Men zal het eerste bataljon van
het regiment na een twee en een half
jarig verblijf in West-Duitsland ophef
fen. Maar voordat dit gebeuren gaat,
wilde men het bataljon, tot een kleine
operationele gevechtsgroep gemaakt
door de toevoeging van artillerie, ver
kenningseenheden, genie-eenheden en
enkele lichte vliegtuigen, nog een meer
daagse oefening laten verrichten. Deze
manoeuvre, op Nederlands grondgebied
gehouden, is vanmorgen in alle vroeg
te geëindigd.
De Nederlandse tegenstanders, enke
le onderdelen van de 41ste gevechts
groep, waaronder Limburgse Jagers,
hebben fel van zich afgebeten. Zij
dwongen de Engelse militairen door
een bataljonsaanval vanmorgen tot een
terugtocht die als een vertragend ge
vecht is uitgevoerd. De oefening is af
gelopen De ongeveer vijfhonderd Brit-
Ie militairen maakten een vredesmars
naar het kamp Crailoo en zouden deze
donderdagavond benutten voor een
vreedzaam afscheidsbezoek aan Am
sterdam.
Aalmoezenier op de vlucht
De Anglicaanse aalmoezenier is
er coed van afgekomen. Hjj maakte
woensdagavond de Britse aanval
mep op Nederlandse troepen, die op
de Leusderhei in stelling waren ge
gaan De Britten werden verrast door
ëen hevige tegenaanval van een
Nederlands tankeskadron. Een van
de tanks reed in op het bosje waar
de aalmoezenier een goede plaats
dacht gevonden te hebben om de
schermutselingen gade te slaan. Hij
dacht buiten de tankweg te staan.
Maar het vervaarlpke voertuig reed
in on het bosje. „Ik moest rennen
voor mijn leven als een konpn op de
vlucht", zei hij later opgewonden
maar lachend om het koddige ge
zicht, dat zijn vluucht zal moeten heb
ben opgeleverd.
Zwaan-song" was de naam van de
gecombineerde manoeuvre. Luite
nant-kolonel Lloyd Owen commandeer
de de Britse troepen, majoor Max Ha-
velaar zette aan Nederlandse zijde de
organisatie op poten. Al van maandag
af waren de Britten in opmars. Men
ging via Steenwijk, waar het eerste bi
vak werd ingericht, en via de Veluwe,
waar fictieve Nederlandse raketlan-
ceerinrichtingen moesten worden
vernietigd, naar de Leusderhei bij
Amersfoort. Daar vielen de harde klap
pen. Van beide zijden was men zeer
actief. Aan Nederlandse zijde had men
bewondering voor de pit en de disci
pline van de Britse militairen, die
ook veel initiatief toonden. Een Neder
landse viermanspioeg met een jeep,
die uitgelegde lijnen moest gaan her
stellen, reed met open opn in een En
gelse hinderlaag. De Britten, die haar
hadden gelegd, bleven enige tijd met
hun gevangenen onderweg. Men ver
onderstelde dat zij een biertje hadden
gedronken.
De Engelse officieren drinken 's mor
gens geen thee, maar koffie. De solda
ten verwerken nog wel grote kroezen
thee, deze zo Engelse drank. Edward,
hertog van Kent, houdt er ook wel
van. Hij wilde zelfs al thee drinkend
op de foto, toen hij dacht dat men hem
met had herkend. Hij is cavalerist en
eerste luitenant, en kan met zijn jon
gens vrij goed overweg. Men spreekt
hem aan met „Sir".
„Join the British army"
Sir Edward werd dus gevangen ge
nomen en liep weer weg. Er waren
over het algemeen nogal veel krjjgs-
gevangenen. En ook heel wat belang
stellende toeristen, die zelfs in de late
woensdagavond nog achter de stellin
gen een kijkje kwamen nemen.
De Britten hebben voor hun vertrek
nog gauw wat kaartjes op bomen ach
tergelaten met .Join the British army
Dit om een veroverde lanceerinrichting
aan te duiden. Nederlanders maakten
ervan: „Kom bij het Nederlands leger".
De Britten zagen dat. En ze werden
nog even boos. Straks moeten ze In een
ander regiment boos worden.
Levensmoed en doorzettingsvermo
gen hebben de 25-jarige bijna blinde
Wilhelmus Gerardus Gerritsen uit De
venter op de been gehouden. Deze
week trad hij (in jacquet met grijze
hoge-zije) in het huwelijk met mej.
Ali de Jong uit Rotsterhoule, een aar
dig bruidje in het wit.
Het verhaal van Wim Gerritsen is
het verhaal van een jongeman die
zich niet liet breken.
In februari 1954 was hij een der
zwaargewonde slachtoffers van een
mijnontploffing op De Zanderij in
Suriname, waarbij zes doden vielen
en zes zwaargewonden werden geteld.
Toen de mijn sprong, stond Gerritsen
achter twee kameraden die op slag
werden gedood. Hij kreeg zware ver
wondingen aan het hoofd en het leek
er op, of hij volkomen blind zou wor
den.
Hij werd vier jaar lang in het Oog-
lijdersziekenhuis te Utrecht verpleegd.
Daar kreeg hij, ondanks een aantal
zware operaties, zijn gezichtsvermogen
slechts in zeer beperkte mate terug.
Maar hij had zich vast voorgenomen
zijn leven toch te maken. Met behulp
van grammofoonplaten studeerde hij
Engels. Later, in het Blindeninstituut
te Bussum, verwierf hij, met loffelijke
aantekening, het diploma boekhouden,
het middenstandsdiploma en het ves
tigingsdiploma detailhandel tabak.
In Deventer leerde hij de 29-jarige
Ali de Jong kennen. Het Friese meisje
zei „ja", toen Wim haar vroeg zijn
begeleidster op de wandeling door het
leven te zijn.
En weer zei ze vol overtuiging:
„Ja," toen de ambtenaar van de bur
gerlijke stand haar de bij de wet
verplichte vraag stelde.
Ontroerd luisterden enkele voor
malige soldaten van de Tweede Suri
naamse Compagnie die destijds ook het drama op De Zanderij meemaak
ten, toe. En de herinnering aan het verleden werd ook levendig gehouden
rloor de aanwezigheid van mr J. Klaasesz, oud-gouvernieur van Suriname,
thans commissaris der koningin in Zuid-Holland, die op de receptie ver
scheen, nadat in de St. Lebuïnuskerk het kerkelijk huwelijk was gesloten.
Het jonge echtpaar neemt per 1 september een sigarenwinkel aan de Rie-
lerweg in Deventer over. Het ga hun wel.
mmm.