VIERDAAGSE beet stof Tweede dag voor tal van lopers helse bezoeking ZITTEN BLIJVEN op de LAGERE school Onderzoek door samenspel van deskundigen Limburgse Jagers nemen Kent Hertog van „Zwanezang" van roemrijk Brits regiment in ons land gevangen Momentopname Herziening van de lerarensalarissen Oooh...wat een verschil! Koninkrijk voor een buitje Groepen hebben geen klagen Brokje tragiek GROOTSCHEEPS ONDERZOEK NAAR: Annastraat één uitdragerswinkel Tijdens gecombineerde leger oefening 120.000 zitten blijvers Doorzetten na ongeluk Geen loonsverhoging door prijsverhoging Oud-politie-inspecteur bij inbraak betrokken WM:M W. G. Gerritsen en echtgenote DONDERDAG 23 UULI 1959 PAGINA 5 Organisaties antwoorden in september Christelijke werkgevers: Pracht-foto's, gestoken-scherp en met diepe nuance. Elke foto 'n meesterschot ■ÉiÉÉBHfiii WL i Het gesprek over het sociaal-eco nomisch beleid is niet gemakke lijk te begrijpen. Een ontstellend groot aantal instanties en organisa ties laat zich bij herhaling over de zelfde onderwerpen uit: het kabinet, de Kamers, de SER, de Stichting van den Arbeid, het College van Rijks bemiddelaars, de vak- en standsorga- hisaties van alle mogelijke soorten en kleuren. Helaas zijn hun uitingen voor de massa niet erg duidelijk. Dat komt omdat zij allemaal over een andere golflengte spreken en zich daarbij bedienen van een jargon, een vocabu laire van trefwoorden en kernbegrip- Pen, dat wellicht het gesprek voor de ingewijden vergemakkelijkt, maar dat tevens een steeds groeiend aantal geïnteresseerden tot buitenstaanders maakt. Nu het debat in de Tweede Kamer afgelopen is lijkt het wel nuttig ons, voorzover wij er zelf reeds slachtoffer van waren, aan dat jargon te ontworstelen en een poging te ondernemen om de stand van za ken op sociaal-economisch terrein te schetsen. Waar gaat het bij dit beleid nu in hoofdzaak om? Op lange termijn be zien gaat het, om met minister De Pous te spreken, om de handhaving van het financieel en economisch evenwicht, een reële verbetering van het loonpeil en de verwezenlijking van een verantwoorde groei. De eenstem migheid over deze doelstellingen van de lange termijn wij gaan daar hog nader op in betekent niet dat men het met elkaar niet grondig oneens zou kunnen zijn over de wijze waarop zij via het actuele beleid het best kunnen worden benaderd. Dat Is dan ook het geval. Drie zaken zijn voor dat beleid van vandaag met name van belang: de verlichting van de overheidslasten door vermindering van de subsidies san de consument op melk en wonin gen, de verdere oplossing van het huizenprobleem middels een huurver hoging en de vrijmaking van de lonen door het loslaten van de straffe ge leide loonpolitiek met haar algemene loonronden. Wat deze problemen met elkaar gemeen hebben is, dat zij alle een zekere binding hebben met de na-oorlogse schaarste-economie. De huur- en melksubsidies waren een onontbeerlijke verlichting uit de al gemene middelen van de hoge kos ten van levensonderhoud. De woning nood is een laatste uitschieter van de schaarste-economie. Dé algemene loonronden ontstonden uit de plicht armoede zo redelijk mogelijk te Verdelen. Het merkwaardige is nu, dat de so cialisten deze zaken nog steeds be naderen vanuit de sfeer der schaars te-economie, waarin een verregaande staatsinvloed zijn reden van bestaan had. Zij willen immers de melksubsi- die handhaven, zijn het oneens met een huurverhoging en kanten zich tegen de vrijere loonvorming. Gezien hun maatschappij-opvatting hebben zij nu eenmaal andere meningen over de hoogte van de staatsuitgaven, de oplossing van de woningnood en de verhouding tussen werkgevers en werknemers. In de schaarstetijd za- «n zij een overheidsinstrumentarium tot stand komen, dat met hun ideeën over staatsinvloed en maatschappij- hervorming klopte en zij beschouwen de geleidelijke afbraak van dit instru mentarium in een tijd van welvaart als een stap terug, als een daad van conservatisme. Naarmate de wel vaart toenam is het gedrag van de socialisten zich dan ook steeds meer gaan kenmerken door een kramp Ichtig oproeien tegen de wassende stroom van vrijheidsverlangens, brede basis is tenslotte aan deze vlijt ten onder gegaan. Nu de socialisten dan geen deei van de regering meer uitmaken ver plaatst de strijd om de verwezen lijking van hetgeen zij als progres sief beschouwen zich steeds meer naar het sociale vlak. Het geluid dat zij in de Kamer als politieke oppositie laten horen is kennelijk zodanig afge stemd, dat het ook in de kringen van de niet-socialistische arbeiders vakbonden een zo groot mogelijke Weerklank vindt. Tegen deze achter grond zal het nieuwe kabinet een bij zonder moeilijk beleid tegemoet gaan. Zo het zijn vooruitstrevendheid niet duidelijk weet aan te tonen kan het geen lang leven zijn beschoren. In een volgend artikel zullen wij daarom na gaan of de plannen van de regering inderdaad de naam vooruitstrevend verdienen, in een derde artikel of zij in de praktijk zijn te verwezenlijken. Advertentie In de bijzondere commissie voor het georganiseerd overleg voor het voorbe reidend hoger en middelbaar onderwijs, het kweekschoolonderwijs en het mid delbaar nijverheidsonderwijs hebben de gedelegeerden der organisaties ge zegd, dat zij deze week hun oordeel Zouden geven over <ie herziening der lerarensalarissen. Inmiddels hebben zij echter de minis ter van O. K. en Wetenschappen schrif telijk medegedeeld dat het hun ondoen lijk is gebleken een verantwoord stand- Punt te bepalen zonder hun hoofdbestu ren te raadplegen. Dit heeft tot gevolg dat een definitief antwoord pas in sep tember kan worden verwacht. Het bestuur van het Verbond van Protestants-christelijke werkgevers in J'ederland heeft woensdag met verte- l^hwoordigers van de aangesloten or- l^hisaties van gedachten gewisseld de uitvoering van de gedifferen- (je®rde loonpolitiek. Ter inleiding van hg 6 discussie hield het bestuurslid, de tee' H. H. Wemmers, president-direc- b Pr van de Staatsmijnen in Lim- gpg een causerie, waarbij hij zich ,jpP voorstander toonde van het laten Wei n boor de werknemers in de grotere ®lvaart die het gevolg is van een gro- t e .Produktiviteit. Hij zeide het terecht J; vinden dat geen loonsverhoging kan ''patsvinden indien de werkgever deze net uit de winst kan betalen doch haar r°or middel van prijsverhogingen op de ■memer moet verhalen. Naar eerst thans bekend wordt, is een dezer dagen een 31-jarige oud-in specteur van de Heerlense gemeente politie gearresteerd, verdacht van me deplichtigheid aan een inbraak in een tankstation te Hunnecum-Nuth. In de nacht van 25 op 26 juni zijn er auto materialen en wisselgeld ontvreemd. Behalve de oud-inspecteur die slechts enkele jaren bij de Heerlense politie heeft gediend en vóór het plegen van de inbraak is ontslagen, is ook nog een vijftienjarige jongeman uit Hoensbroek bij de roof betrokken. iiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii (Van onze correspondenten) Zelfs de band van The Royal Innis- killing Fuseliers, hoog op een po dium boven de Wjjchense markt gezeten, raakte af en toe een paar maten van slag in de drukkende hitte, die gis teren de tweede dag van de Vierdaagse tot een voor velen helse bezoeking maakte. De officials en besterde auto riteiten bleven amechtig op hun stoe len zitten, de marsliederen gorgelden af en toe vreemd weg in de uitgedroog de kelen en de mensen van het Rode Kruis liepen en reden zich de blaren aan handen en voeten om de klandizie maar te kunnen bijhouden. Daar waren een paar gevallen van zonnesteek bij: uitdrukkelijk einde aan deze Vierdaag se. Minder uitdrukkelijk, maar wel even definitief waren de stuk gelopen voeten. De brancardiers hadden het druk, erg druk op deze tweede dag van de Vierdaagse. De lopers beten stof, wisten zich het zweet van het voorhoofd en vroe gen zich in gemoede af of het vorige jaren nu werkelijk erger was geweest met al die plensbuien. Een koninkrijk voor een buitje regen. De regen kwam niet en onbarmhartig zengde de zon neer op het Wijchense marktplein, waar uur na uur de uitgedroogde schare van Breunese's voetknechten zich voort sleepte. De groepen en met name de militairen hadden nog de minste pijn. Zij konden gezamenlijk de schouders er onder zetten en behoefden zich niet te bekom meren om ravitaillering en verzorging. Het was - als steeds - tot in de puntjes geregeld. De meeste overheids- en bur- gergroepen kermen op dit terrein ook geen problemen. De mannen van hét Amsterdamse vervoerbedrijf waren hun humor nog niet kwijt en hun col lega's van de Rotterdamse tram had den ook nog voldoende fut om desnoods nog twee dagen Sahara-temperatuur te verdragen. De stoere knapen van de Mfjnwerkersschool hielden hun helmen er bij op en de mannen van de Rotter damse brandweer beproefden eigen uit houdingsvermogen en dat van de toe schouwers met nog eens dezelfde top hit. En de 40-kilometer groep van St.- Franciscus Liefdewerk uit Amsterdam wandelde met een elan alsof wandelen een werk der barmhartigheid is. De groepen hadden over het algemeen eeen klagen. Zij zagen af en toe wel eens iemand uit het gelid vallen, maar dat temperde de vechtlust niet. Meer aandacht verdienen de individuele lo ners de eenzame figuren in deze uit- ontti'n esslag die zelf het karwei moe- Fen Rksen Die morgens voor dag en ten XlKSen. trekken langs het parcours volop werk. Maar de ze ongemakken vermochten echter geen afbreuk te doen aan de goede stemming onder het wandellegertje. Bij het een voudige buitencafé'tje met de toepasse lijke naam „Rust een weinig" te Hoen- derloo legden velen van de drie af standen even aan. De 30'ers hadden er toen al bijna de helft opzitten, maar de 40- en 50'ers moesten van hieruit via de Woeste Hoeve al dan niet met een extra omweggetje nog naar Loenen,al vorens in Beekbergen weer op het par cours van de 30'ers te komen om de laatste kilometers te doen. Er zijn heel wat deelnemers bij het Apeldoornse wandelfestijn, die het vier dagen lopen achtereen in Nijmegen hebben geleerd en die van Apeldoorn uit wandelen van wege het natuurschoon. Er school een brokje tragiek in aai kleine Britse groepje. Moeizaam en met vertrokken gezichten beklom men de meisjes van het Women Ar my Corps uit Coventry de glooiende weg, die naar de brug over het Maas-Waalkanaal voerde, en die voor hen de hoogte van een echte „berg" had. Tussen die veertien meisjes be vond zich één Engelse soldaat. Ook hij verkeerde in grote moeilijkheden. Zijn verplichte verpakking had al iang een plaatsje gevonden in het wagentje van de verzorgster. Wan kelend, en ondersteund door twee leden van het „zwakke" geslacht, werkte hij zich de brug op. En mid den op die brug bij Hatert gebeur de het. Plotseling was het voor een van die meisjes te veel geworden. Ze ging door de knieën en pas nadat een huilbui de zenuwen tot rust had gebracht, liet ze zich meevoeren naar de berm van de weg, waar de ver zorgster haar verder kalmeerde. Ze hebben Nijmegen gehaald, zo wel het meisje als de soldaat, die verkrampt liep en zijn pijn moest verbijten. Ze zongen zelfs nog, toen op de lange en lommerrijke Graaf- seweg tienduizenden het Vierdaag- se-legioen met een gul applaus ver welkomden. iililllllliilllllliilllliiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliliillliillt dauw de deur achter zich dicht trekken Hog warm jje£ was en hoe ver op e tweede dag van ae Vierdaagse, die in het en verder niemand meer hebben om (elcen stond van de blaren, laat deze vermoeide tippelaar wel duidelijk zien. Uit hun moed in te spreken, blakert de wollen sokken en hoge schoenen en omhoog de loodzware benen! koperen ploert het parcoms -^- hebben zij maar een moe de tegen in te zetten en geen peleton harde koppen. In totaal 284 wandelaars gaven gisteren de moed op. Daarvan verschenen 99 gistermorgen al niet m?er.a?n!„„fi start. De overigen gingen in net lanu tussen Maas en Waal door de kniKKen- de knieën en vertroetelen nu hun bla ren en andere transpiratie-narigneden. Vrijdagmiddag zullen zij tussen de hon derdduizenden op de St.-Annastraat zit ten om de terugkeer van het legioen ietwat spijtig te aanschouwen. Die St.-Annastraat is inmiddels het afgelopen jaar vakkundig gerooid, zo dat ook de toeschouwers van heinde en verre nog een fiks naproefje staat te wachten, van wat de wandelaars vier dagen lang te verduren hebben gehad. Als er tenminste geen depressie op komst is en daar ziet het niet naar uit. Blaren en stijve spieren Al voor de warmste tijd van de dag hadden gisteren de 1064 overgebleven tippelaars van de Apeldoornse Vierdaag se het vastgestelde parcours „genomen". Slechts één uitvaller moest men af boeken. Velen kampten met grote of kleine blaren, ook waren er nogal wat stijve spieren. Deze klachten gaven de EHBO'ers op de medische hulpposten (Van onze correspondent) Het is niet helemaal duidelijk of men het aan een massale zonnesteek moet toeschrijven, maar een feit is dat de Nijmegenaren gisteren reeds met hun overtollig huisraad begon nen te slepen, om vrijdag van een zitplaats verzekerd te zijn tijdens de triomfantelijke terugkeer van het door hitte geteisterde Vierdaagse- leger. Bij het vallen van de avond bood de St. Annastraat over vele kilometers lengte de aanblik van één uitgebreide uitdragerswinkel. Een bonte verzameling van wrakke tuin meubelen, uitgewoonde crapauds en invalide keukenstoelen. Ieder jaar maken de Nijmegenaren het bonter, door steeds vroeger met hun huis raad naar de St. Annastraat te sjou wen, maar om ruim 48 uur van te voren reeds met deze volksverhui zing te beginnen, zo erg heeft men het nog nimmer gemaakt. De hitte verklaart veel, maar diet alles. (Van onze onderwijsredacteur) De statistieken geven wat het zitten blijven betreft sprekende cijfers. Men kan beginnen met de gegevens van tien generaties, die in de jaren 1929 tot en met 1938 binnentraden in de lagere school. Deze gegevens wij zen uit, dat van de 100 leerlingen, die in de eerste klas begonnen, er slechts 56 de zesde klas bereikten zonder een of meermalen te hebben gedoubleerd. Een tweede statistiek levert de gegevens over drie generaties: de leerlin gen, die op de lagere school kwamen in de jaren 1945 tot en met 1947. Bij deze drie generaties bereikten van de 100 eerste klassers er 58 de zesde klas zonder zittenblijven. Ten derde is te wijzen op het cijfer van de generatie, die in 1950 op de lagere school begon. De uitkomst is hier: van de 100 leer lingen in de eerste klas zijn er 64 zonder doubleren doorgegaan naar de zesde. Wanneer men het op de keper gaat beschouwen, dan weten we van de fac toren, die het wel en niet, het meer of minder zitten blijven bepalen, over de gehele linie genomen eigenlijk maar heel weinig af. In incidentele gevallen is meestal wel een antwoord te geven op de vraag waarom een kind blijft zitten, maar wie het doubleer-verschijn- sel in z'n geheel wil bekijken en dat is gelet op de invloed, die het uitoefent, zeker nodig vindt alleen maar cij fers en percentages, die geen ophelde ring geven over de inhoud van dat ver schijnsel. Het is er mee als met de ongevallenstatistiek-oude stijlmen kende de aantallen verkeersongelukken, doch men wist niets over de aard van de ongelukken. Om het gevaar op de weg beter te kunnen bestrijden was het nodig, dat men tot een nadere ana lyse van het gevaar kwam. Iets dergelijks doet zich nu voor bij de „ongelukken" op de weg door de school. Wie zijn nu eigenlijk de zitten- blijvers? Voor het antwoord op deze vraag kan van grote betekenis worden een onderzoek, dat onlangs begonnen is door de Katholieke Centrale voor Studie en Research ten behoeve van Opvoeding en Onderwijs. Dit onderzoek is gericht op de „achterblijvers", de „zware jongens" onder de zittenblijvers. Het gaat om de jeugdigen voor wie de leerplicht eindigt terwijl zij nog niet verder gevorderd zijn dan de vijfde tot de zesde klas en die daarna geen dagonderwijs meer ontvangen. Zeven a acht procent van een jaargeneratie verlaat, na meermalen doubleren, voor goed de lagere school op het eind van de zesde klas of zelfs daarvoor. On derwijskundig gezien vormt deze ach- terblijversgroep een vrij verwaarloosd deel van de jeugd: deze kinderen tre den bepaald onvoldoende toegerust de maatschappij binnen. De Katholieke Centrale voor Studie en Research is van mening, dat men om dit probleem aan te vatten eerst moet weten hoe de groep is samengesteld naar begaafd heid, belangstellingsrichting, ontwikke lingsgang en schoolgeschiedenis. Men onderzoekt ook hoe de kinderen ver deeld zijn over de verschillende school-, gezins- en streekmilieus. Terwijl de stu die zich dus met name richt op de „zware" zittenblijvers, wordt tevens ter vergelijking gelet op de eenma lige doubleurs, de toekomstige dou bleurs en de niet-zittenblijvers. Het re sultaat van dit onderzoek, dat geleid wordt door prof. dr. J. Th. Snijders, dr. M. J. M. Daniëls, drs. W. de Heij, dr. M. Mathijssen en drs. C. J. M. H. Souren, kan dus van veel belang wor den voor ieder, die met het zittenblij- versprobleem te maken krijgt. Het onderzoek Is grootscheeps opge zet. Er is een steekproef genomen bij niet minder dan zesduizend leerlingen in de vijfde en zesde klassen van rond vierhonderd scholen (jongens-, meisjes- en gemengde scholen). De studie wordt verricht door een katholiek instituut, Het is verleidelijk uit het cijferma teriaal gegevens te halen, die er op duiden, dat het euvel van het zitten blijven langzamerhand toch wel aan het verminderen is. De reeds genoemde cijfers bevatten hiervoor indicaties en er kunnen nog enige gegevens aan toe gevoegd worden, die in dezelfde rich ting wpzen. Bij een vergelijking van het zitten blijven per klas in de jaren 1947 en 1955 vindt men voor de eerste klas respectievelijk 16 en 11 procent, voor de tweede klas respectievelijk 12 en 8 procent, voor de derde klas 11 en 7 procent, voor de vierde klas 13 en 8 procent en voor de vijfde klas 12 en 7 procent. (De zesde klas is bui ten beschouwing gelaten omdat de zes de klassers gewoon door kunnen gaan naar bijvoorbeeld het nijverheidsonder wijs, zodat men hier geen zuiver beeld van het zitten blijven krijgt)De verge lijking leert, dat ten opzichte van 1947 het doubleren in 1955 met ongeveer een derde deel verminderd is. Men kan verschillende hypotheses opstellen ter verklaring van de daling van het doubleer-percentage: door de veranderde pedagogische instelling hij de onderwijzers komt het minder vaak dan vroeger voor, dat men kinderen tweemaal in een klas laat zitten; de overgang naar sommige vormen van voortgezet onderwijs is soepeler gewor den; bü de overvolle klassen tengevol ge van de geboortegolf heeft men de kinderen maar zo snel mogelijk door het lager onderwijs laten gaan. Het zijn veronderstellingen, waar zeker wel wat in zit en misschien zelfs veel, maar het is riskant op basis van deze cij fers en hypotheses te stellen dat het in de toekomst over het algemeen ge nomen met het zitten blijven wel los zal lopen. Vooral het wegebben van de geboortegolf kan weer een geheel ander beeld doen ontstaan. Men heeft dit al even kunnen merken aan een recente ontwikkeling in een ander opzicht, na melijk het plan van de gemeente Den Haag om onderwijzers te ontslaan nu de aantallen aanmeldingen voor de eer ste klassen weer teruglopen een waarschuwend signaal voor de moge lijkheid van een omslag in de bestaande situatie Het is weer de tijd van de over gangsrapporten. Men ziet veel kin deren thuis komen met stralende gezichten, doch daarnaast is er een niet gering aantal andere gevallen, waarin thans grote teleurstellingen verwerkt moeten worden. Wat de lagere school betreft worden acht procent van de leerlingen en hun ouders persoonlijk geconfronteerd met het probleem van het zitten blijven. Acht procent het lijkt misschien niet zoveel, maar als men het narekent, dan komt men op een aantal, dat niet te bagatelli seren is: rond 120.000 zittenblijvers per jaar. De direct belanghebbenden stel len zich in deze dagen de vraag: moet dit nu werkelijk? In 'het V.H.M.O. liggen de doubleer-per- centages nog veel hoger, maar daarbij spelen dan ook nog weer geheel andere factoren een rol als in het lager onderwijs. Als een kind blijft zitten op de gewone lagere school, waar ligt dat dan aan? Aan de leerling of aan het onderwijs? Het zijn niet alleen de ouders, die zich met deze vragen bezig hou den. Het onderwijs zelf ervaart het zitten blijven ook als een euvel. Voor de ouders is de kwestie er tenslotte toch nog altijd een van voorbijgaande aard. Voor de school is het doubleren een permanent probleem, dat zeker een nader on derzoek verdient. maar het gaat hier niet om een „katho lieke zaak" en dus zijn de scholen ge kozen niet alleen in een overwegend katholieke streek (Den Bosch en wij de omgeving), doch ook in een overwe gend niet-katholiek gebied (een deel van de provincie Groningen) en in een gebied met gemengde bevolking (een deel van de randstad Holland, begrensd door de gemeenten Leiden-Gouda-Delft). In deze streken zijn tevens de verschil lende gemeentetypen goed vertegen woordigd. De indeling is gemaakt door het Katholiek Sociaal-Kerkelijk Insti tuut. De scholen zijn uitvoerig geën quêteerd door het Hoogveld Instituut. De verzameling van enige medisch-hy- giënlsche gegevens over de kinderen heeft het Veeger Instituut op zich ge nomen. Op deze wijze wordt het vraag stuk van het zitten blijven van ver schillende kanten benaderd. Pedagogen, psychologen, sociologen en medici dra gen in onderlinge samenwerking de ge gevens aan, die een inzicht moeten ge ven in de oorzaken van de stagnatie der achterblijvers. Het onderzoek is thans zover gevor derd, dat men de belangrijkste gege vens binnen heeft. Het gaat er thans om deze gegevens te ordenen, hetgeen gebeurt onder leiding van het Gemeen schappelijk Instituut voor Toegepaste Psychologie. De verwerking van het grondmateriaal wordt een- zeer omvang rijke arbeid. Men streeft er namelijk naar een zo genuanceerd mogelijk beeld te krijgen. Dat er zittenblijvers zijn weten we immers wel, maar men wil nu de situatie analyseren in de ver schillende categorieën afzonderlijk bij voorbeeld: „de tweemalige doubleurs met een middelmatige aanleg in een grote school op het platteland" of: „de eenmaal doublerende arbeiderskin deren met belangstelling voor techniek en minder goede schoolprestaties" enz. enz. Een dergelijke uitsplitsing vergt veel tijd. Het zal nog een jaar duren voor er een rapport wordt uitgebracht, maar dan zal men ook werkelijk meer weten over het euvel van het doubleren. (Van onze speciale verslaggever) Drie belangrijke wapenfeiten hebben militairen van de 41ste gevechtsgroep de afgelopen dagen op hun naam ge bracht. In de strijd tegen de in Neder land oefenende kleine Engelse gevechts groep de First Queen's Battaliongroup namen zij een grootmajoor met het operatieplan bij zich gevangen. Een be langrijke Nederlandse tegenaanval met tanks werd woensdagavond een groot succes. En Edward, Hertog van Kent, neef van Koningin Elizabeth van Engeland maakten de Nederlanders krijgsgevan gen. De jonge hertog liep later weer weg. Men liet hem blijkbaar te veel vrijheid. Aardig vond men het niet dat hij de vrijheid verkoos. Maar zelfs een krijgsgevangene van koninklijken bloe de dient men afdoende te bewaken. In september zal het Queen's Royal- regiment in Engeland worden samenge voegd met het Surrey-regiment, in verband met de bezuinigings-reorgani- satie in het Britse leger. Het nieuwe regiment zal dan Queen's Royal and Surrey-regiment komen te heten. De 298-jarige roemrijke geschiedenis van het koninklijk regiment zal dan eindi gen. Men zal het eerste bataljon van het regiment na een twee en een half jarig verblijf in West-Duitsland ophef fen. Maar voordat dit gebeuren gaat, wilde men het bataljon, tot een kleine operationele gevechtsgroep gemaakt door de toevoeging van artillerie, ver kenningseenheden, genie-eenheden en enkele lichte vliegtuigen, nog een meer daagse oefening laten verrichten. Deze manoeuvre, op Nederlands grondgebied gehouden, is vanmorgen in alle vroeg te geëindigd. De Nederlandse tegenstanders, enke le onderdelen van de 41ste gevechts groep, waaronder Limburgse Jagers, hebben fel van zich afgebeten. Zij dwongen de Engelse militairen door een bataljonsaanval vanmorgen tot een terugtocht die als een vertragend ge vecht is uitgevoerd. De oefening is af gelopen De ongeveer vijfhonderd Brit- Ie militairen maakten een vredesmars naar het kamp Crailoo en zouden deze donderdagavond benutten voor een vreedzaam afscheidsbezoek aan Am sterdam. Aalmoezenier op de vlucht De Anglicaanse aalmoezenier is er coed van afgekomen. Hjj maakte woensdagavond de Britse aanval mep op Nederlandse troepen, die op de Leusderhei in stelling waren ge gaan De Britten werden verrast door ëen hevige tegenaanval van een Nederlands tankeskadron. Een van de tanks reed in op het bosje waar de aalmoezenier een goede plaats dacht gevonden te hebben om de schermutselingen gade te slaan. Hij dacht buiten de tankweg te staan. Maar het vervaarlpke voertuig reed in on het bosje. „Ik moest rennen voor mijn leven als een konpn op de vlucht", zei hij later opgewonden maar lachend om het koddige ge zicht, dat zijn vluucht zal moeten heb ben opgeleverd. Zwaan-song" was de naam van de gecombineerde manoeuvre. Luite nant-kolonel Lloyd Owen commandeer de de Britse troepen, majoor Max Ha- velaar zette aan Nederlandse zijde de organisatie op poten. Al van maandag af waren de Britten in opmars. Men ging via Steenwijk, waar het eerste bi vak werd ingericht, en via de Veluwe, waar fictieve Nederlandse raketlan- ceerinrichtingen moesten worden vernietigd, naar de Leusderhei bij Amersfoort. Daar vielen de harde klap pen. Van beide zijden was men zeer actief. Aan Nederlandse zijde had men bewondering voor de pit en de disci pline van de Britse militairen, die ook veel initiatief toonden. Een Neder landse viermanspioeg met een jeep, die uitgelegde lijnen moest gaan her stellen, reed met open opn in een En gelse hinderlaag. De Britten, die haar hadden gelegd, bleven enige tijd met hun gevangenen onderweg. Men ver onderstelde dat zij een biertje hadden gedronken. De Engelse officieren drinken 's mor gens geen thee, maar koffie. De solda ten verwerken nog wel grote kroezen thee, deze zo Engelse drank. Edward, hertog van Kent, houdt er ook wel van. Hij wilde zelfs al thee drinkend op de foto, toen hij dacht dat men hem met had herkend. Hij is cavalerist en eerste luitenant, en kan met zijn jon gens vrij goed overweg. Men spreekt hem aan met „Sir". „Join the British army" Sir Edward werd dus gevangen ge nomen en liep weer weg. Er waren over het algemeen nogal veel krjjgs- gevangenen. En ook heel wat belang stellende toeristen, die zelfs in de late woensdagavond nog achter de stellin gen een kijkje kwamen nemen. De Britten hebben voor hun vertrek nog gauw wat kaartjes op bomen ach tergelaten met .Join the British army Dit om een veroverde lanceerinrichting aan te duiden. Nederlanders maakten ervan: „Kom bij het Nederlands leger". De Britten zagen dat. En ze werden nog even boos. Straks moeten ze In een ander regiment boos worden. Levensmoed en doorzettingsvermo gen hebben de 25-jarige bijna blinde Wilhelmus Gerardus Gerritsen uit De venter op de been gehouden. Deze week trad hij (in jacquet met grijze hoge-zije) in het huwelijk met mej. Ali de Jong uit Rotsterhoule, een aar dig bruidje in het wit. Het verhaal van Wim Gerritsen is het verhaal van een jongeman die zich niet liet breken. In februari 1954 was hij een der zwaargewonde slachtoffers van een mijnontploffing op De Zanderij in Suriname, waarbij zes doden vielen en zes zwaargewonden werden geteld. Toen de mijn sprong, stond Gerritsen achter twee kameraden die op slag werden gedood. Hij kreeg zware ver wondingen aan het hoofd en het leek er op, of hij volkomen blind zou wor den. Hij werd vier jaar lang in het Oog- lijdersziekenhuis te Utrecht verpleegd. Daar kreeg hij, ondanks een aantal zware operaties, zijn gezichtsvermogen slechts in zeer beperkte mate terug. Maar hij had zich vast voorgenomen zijn leven toch te maken. Met behulp van grammofoonplaten studeerde hij Engels. Later, in het Blindeninstituut te Bussum, verwierf hij, met loffelijke aantekening, het diploma boekhouden, het middenstandsdiploma en het ves tigingsdiploma detailhandel tabak. In Deventer leerde hij de 29-jarige Ali de Jong kennen. Het Friese meisje zei „ja", toen Wim haar vroeg zijn begeleidster op de wandeling door het leven te zijn. En weer zei ze vol overtuiging: „Ja," toen de ambtenaar van de bur gerlijke stand haar de bij de wet verplichte vraag stelde. Ontroerd luisterden enkele voor malige soldaten van de Tweede Suri naamse Compagnie die destijds ook het drama op De Zanderij meemaak ten, toe. En de herinnering aan het verleden werd ook levendig gehouden rloor de aanwezigheid van mr J. Klaasesz, oud-gouvernieur van Suriname, thans commissaris der koningin in Zuid-Holland, die op de receptie ver scheen, nadat in de St. Lebuïnuskerk het kerkelijk huwelijk was gesloten. Het jonge echtpaar neemt per 1 september een sigarenwinkel aan de Rie- lerweg in Deventer over. Het ga hun wel. mmm.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 5