tmmm
WEEKEND-NOZEMS op Urk
lokken slenterverbod
„UITSLOVERS
Wethouder: Niet de duivel
met Beëlzebub uitdrijven
uit
5 STAAN OP ZWARTE LIJST
Hospitium in Oosterhout
EXPERIMENT OP FLORES
Kerkelijk jaar ingesteld op
tropische landbouw
Duizendjarig vissersnest in kwaad daglicht
Plan voor model
dorp
VITA VERA
Roman over Nero
Pretentieus boek
VOOR ABDIJBEZOEK EN VAKANTIE
ZATERDAG 25 JULI 1959
PAGINA 9
iclirai
De Urker Lub van Jan van Bubbe camoufleert zijn boosheid meester
lijk. De bruine, verweerde handen werken in straffe regelmaat met
naald, spoel en skiel aan het vissersnet op zijn schoot. De grijze,
pientere ogen turen door het venster van de huiskamer, dat geheel
gevuld wordt door het matte blauw van het IJsselmeer. Zij blijven
rusten op grillige schuimrollers, een ondiepte waar nog niet zo heel
lang geleden het geweldige zwerfblok de „Ommele Bommele" lag,
op de kleine bazige motorbotters, die in kiellinie door de „Val" fok
keren. En toch is de rust, die er van de visserman in zijn rood en wit
„streepte baatje" en half opgetrokken broek met zilveren klap
stukken uitgaat, niet geheel vrij van spanning. Urk staat sinds enige
tijd in een kwaad daglicht. Er is een z.g. nozem-probleem, omvang
rijk en ernstig, volgens de uitgebreide publiciteit er aan besteed.
Zelfs Amerikaanse bladen hebben zich op het geval geworpen
Dat zit Lub van Jan van Bubbe en verreweg de meeste Urkers
enorm dwars. Het verstoort de rust en de harmonie op hun bijna
duizendjarige stulp van keileem, waarmee zij „helaas" al meer
dan tien jaar aan de wal vastzitten.
<=s
roTA baboe-
Op de XJrkervloot wordt goed verdiend. Een li-jarig begin nertje vestigde onlangs een record door in twee weken tijds
1 1200,- te verdienen. Tot zaterdagavond zes uur is het wer ken geblazen. Dan gaan de jongens in 't sterke pak en komen
de „brommers" te voorschijn.
De missie op de Kleine-Soenda-
eilanden, toevertrouwd aan de
Missionarissen SVD, heeft wat
Flores betreft een bloei gekend die bij
na uniek is te noemen in de kerkge
schiedenis. Pas in 1912 flink aangepakt
heeft deze missie nu reeds 60 procent
van de bevolking tot het katholicisme
gebracht en bijna 60 landeigen pries
ters en één bisschop voortgebracht.
In een gedeelte van de missielitte
ratuur wordt het eiland Flores om zijn
katholiciteit wel eens het Ierland van
Z.O.-Azië genoemd. Toch is hiermee de
situatie lichtelijk overtrokken, want
missiestrategisch gezien heeft Flores
niet zo'n gunstige positie. Het volk
van Flores heeft politiek, sociaal en
economisch weinig of geen invloed. Wel
is op te merken, dat Florinezen aange
troffen worden in bijna alle havenplaat
sen van de Indonesische archipel. Van
de missionarissen op Celebes, Sumatra,
Borneo zijn verhalen bekend over de
goede kernen die deze Florinese ma
trozen in hun parochies vormen. Een
wellicht meer belangrijk feit is, dat
de Florinezen zich ervan bewust zijn
dat hun relatief grote rijkdom aan
landeigen priesters hen verplicht di-
rekt deel te nemen aan de missione
ring. Enkele weken geleden zijn dan
ook de eerste missionarissen benoemd
voor Australisch Nieuw-Guinea, een ge
bied dat eveneens aan de Missionaris
sen SVD is toevertrouwd.
De paters Vitalis Djebarus en An
dreas Ade zijn dus de eerste Florinese
missionarissen.
i tvi Kr\ r\ i~> E /m /i w» A/vo+ZM»
Deze actieve deelname van Flores
aan de missionering schijnt hen in het
gelijk te stellen die Flores het Ierland
van Z.O.-Azië willen noemen. Maar het
zal zeker voorlopig slechts schijn zijn,
want het aantal buitenlandse missio
narissen dat er op het ogenblil werkt
is in verhouding dermate klein, dat ie
dere landeigen priester eerder voorziet
in een schrijnende nood dan in een nau.
welijks aantoonbare behoefte. Op de
ongeveer 550.000 katholieken zijn er
immers slechts 180 priesters; dat is
3.000 katholieken per priester. Daar
komen nog de 10.000 katechumenen bij
die al niet minder de aandacht vragen
van deze parochiepriesters die ook nog
missionaris zijn. Dit gebrek aan pries
ters maakt het voor de katholieke kerk
op Flores wel bijzonder moeilijk te zor
gen voor een blijvende verdieping van
iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiimi
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
het geloofsleven. Om hierin te voorzien
zou ongetwijfeld een van de beste me
thodes zijn het hele katholieke geloofs
leven te integreren in het Florinese
cultuurpatroon. Het is duidelijk dat het
Westerse cultuurpatroon met zijn ker
kelijke en maatschappelijke overgele
verde tradities lang niet altijd de aan
gewezen norm is voor de Florinese
kerk.
n dit verband is de poging van de
Haarlemmer P. de Graaff SVD zeer
opmerkelijk. Na een tienjarige er
varing op Flores heeft hij het plan
opgevat om na zijn verloftijd, die hij
in Haarlem doorbrengt, te beginnen
met de bouw van een modeldorp".
Hier is geen sprake van een model-
dorp in onze zin van het woord met
modelboerderijen, modelscholen en wat
al niet meer, maar van een zeer rede
lijke poging de katholieke eredienst en
de Florinese maatschappij tot een een-
„In Amsterdam doen ze een moord
voor een kwartje. Daar hoor je h
van. Hier zijn er een paar kwajongens,
Jie op zaterdag- en zondagavond ue
boel op stelten zetten en dat geeft haet-
e®n de grootst mogelijke drukte". De-
Ja klacht valt overal op Urk te beluis
teren. Bij de brede havenbassins met
Etoere schuiten in imposant gelid, de
Uithangende netten wuivend tussen
toasten en touwwerk. In de bochtige,
bonte straatjes met hun heldere kassei
en. In de cafeetjes met de juke-boxes
Vol zorgvuldig'geselecteerde zeemans
liedjes en op het knusse strandje, waar
Advertentie
IgÜEDENBOEK VOOR meisjes]
Bj) Elsevier is verschenen de roman
Jiero van de Italiaan Carlo Mario Fran-
Jjero en vertaald door D. P. Leguit,
9>e zeer slordig Nederlands schrijft.
~e roman heeft geen geringe preten
ds. Nero zou niet de man geweest
*Un waarvoor we hem altijd hebben
gehouden. De uitgever zegt, dat hij niet
a!(een de moordenaar is geweest van
;1Jn moeder en zijn twee vrouwen
wan wie hij er een letterlijk heeft
doodgeschopt) maar dat hij ook nog een
®htome bestuurder is geweest die door
"luwheid de sympathie van zijn volk
jjust te behouden. Die sluwheid wordt
ui dus dwars door alle moorden heen
?js een deugd aangerekend. Eén van
•e sluwheden is het in brand steken
j?n enkele duizenden christenen ten ge-
^uve van pret der Romeinen. Er zijn
Jjp ^e'Öker argumenten nodig om van
ero een beminnelijk man te maken,
biet ons- Te vrezen valt dat de historici
et veel woorden zullen gebruiken om
gjj r°man van Franzero te weerleggen.
Af ZuUen veeleer aannemen dat iemand
Sen Z°- verward en saai schrijft en ner
eis iets meer doet dan beweren, niet
*e«ig kan genomen worden. De le-
toe| v-an het populaire verhaal - want
zelf wel
OntdniA? het boek niet zullen
l'ta j dat bet een weerlegging is
*ijn .ue bedoelingen des schrijvers, in
in 'Uleiding ten beste gegeven. Daar-
Vetvaat o.m. te lezen dat er heel wat
•°P ande mensen ziJn geweest in de
Uiet! »eTr geschiedenis. Nero was dat
^kp-h jaar dat is dan ook de enige
®ikaaaeid, die inleiding en boek met
|chnrf gemeen hebben. De grootste
?ebeCa' die in de roman voorkomt, is
rt l®n ',r,En dat mag een openbaring
aat J Tal van voetnoten tonen aan
Sw schrijver ijverig heeft gelezen
s> rvnius' BBnius de Oudere, Taci-
{haar Diocassius, Martialis, Lucanus.
'ifipo wonderlijke is, dat alle aan-
Sep jjO uit deze geschiedschrijvers te-
v?rdpri; Pleiten. Daér is dus de
vih(W fjng van Nero Caesar niet te
blikbaar. Waar dan wel?
Dbg.
de Urker jeugd speelt en ravot tus
sen zonnende „buitenlanders". Voor
een uitvoerige toelichting op deze
klacht verwees men ons naar Lub van
Jan van Bubbe, die zo'n beetje als de
vader van de Urkers wordt beschouwd.
Met zijn zevenenzestig jaren is Lub van
Jan van Bubbe de wethouder van de
Antirevolutionaire partij. Zijn doen en
laten past precies in de Urker levens
sfeer Heeft hij niet voorbeeldig ge
streden tegen het vernietigende ont
ruimingsplan, een wrede ingreep voor
het oude har van Urk, burgemees.
ter J. Schipper in de raaa ver
dedigde
We vinden Lub van Jan van
Bubbe in zijn sfeervol binnenhuisje,
fan de voet "van de blanke vuurtoren
Een introductie is met nodig. Met een
blik heeft hij ons door. Alweer een.
Er is al zoveel over geschreven iocn
krijgen we de brede stoel recht tegen
over hem, de traditionele plaats voor
de gast. En horen het verhaal van
jongens, die meer drinken dan goed
voor hen is, in de weekends 's avonds
door de Raadhuisstraat flaneren, daar
schreeuwen en tieren, vechten en met
stenen gooien en er 'de meisjes lastig
vallen. We horen excessen als een
gebroken ruit, massaal verzet tegen de
politie, dronkemansgelal en het stuk-
trekken van een jurk„Vroeger zat
de jeugd zondags in de kerk. Nu Urk
geen eiland meer is trekt de jeugd er
op uit. Naar Emmeloord, Zwolle en
Kampen. Zij vermaakt zich in dan
cings. De geestelijkheid heeft geen vat
meer op haar. Tonnen hebben we uit
gegeven voor sportvelden en er zijn di
verse verenigingen. Maar dat heeft
niet veel geholpen, merkt de oude wet
houder bitter op. „Er blijft altijd een
categorie, die je niet in de hand houdt.
Het zijn er maar een stuk of dertig,
lang niet allemaal vissers jongens. Hun
namen zijn ons bekend en staan op een
zwarte lijst. Maar is dat nu allemaal
zo iets bijzonders? Dergelijke lastpak
ken vind je toch overal in Nederland.
De visser kijkt ons vragend aan en
vervolgt dan: „Wij gaan ze hier streng
aanpakken. De gemeenteraad heeft
met één stem tegen een nieuw artikel
in de plaatselijke politieverordening
aangenomen, waarbij het op zaterdag
en zondag plus op feestdagen, tussen
7 uur 's avonds en 5 uur 's ochtends
verboden wordt, te slenteren, samen te
scholen, te zitten of te liggen. Op straf
fe van een maximum boete van 300
gulden of 14 dagen hechtenis. De uit
voering van dit gebod zal niet gemak
kelijk zijn, want de bevolking steunt de
politie niet. Dan komt er versterking
en gaat het maar hard tegen hard. Wie
niet horen wil, moet voelen. Ik hoop,
dat gedeputeerde staten ons besluit
goedkeuren, want pas dan wordt de
nieuwe verordening van kracht".
Nieuw uitbreidingsplan
De theekopjes gaan van de tafel en er
wordt een grote kaart uitgerold: het
nieuwste uitbreidingsplan van Urk,
waar Lub van Jan van Bubbe ten volle
achterstaat. Het is van een Urker jon
gen, een knappe kop, die thans direc
teur van gemeentewerken is. Ook dit
plan eist grote offers. Wel meer dan
200 dicht op elkaar gepakte huisjes
moeten verdwijnen, maar dat is toch
heel wat minder ingrijpend dan het
eerste plan waar bijna geheel Urk
zich fel tegen verzette. „Nu is er zoveel
mogelijk met onze wensen rekening ge
houden. Wellicht geeft de uitbreiding
meer spreiding en lost het de proble
men met de jeugd op. Wij zijn voor
dit plan, maar de burgemeester houdt
vol, dat het geen kans heeft bij de
Kroon".
We wandelen door het oude, hoog
gelegen Urk, onvergelijkbaar met
haar zustergemeenten langs de dode
Zuiderzee, die kwijnen aan hun ver
storven. lege havens. Urk is vandaag
de dag nog springlevend. Zijn 90
kotters vormen Nederlands modern
ste. Noordzee-vloot, uitgerust met
radio, radar, decca, echolood en an
dere nautische hulpmiddelen. En de
konvooien die wekelijks via het
Noordzeekanaal of Den Oever het
zoute avontuur beginnen, worden
steeds groter. Er komen 15 kotters
bij. Dan is er de IJsselmeervloot, die
nog altijd 75 schepen telt. De vissers
drukken onverminderd hun stem
pel op de gemeenschap. In de
nacht van zondag op maandag varen
zü uit, oud en jong. De vangsten zijn
uitstekend en de verdiensten goed.
Onlangs bracht een 14-jarig begin
nertje na twee weken vissen f 1200
thuis. Hij zat dan wel op een z.g.
„recordschip", maar ook normaal
weet de zee dat kluitje aarde met
zijn 5500 samenhokkende bewoners
aardig te voeden en te onderhouden.
Zaterdagavonds om zes uur als de
kerkklokken luiden en de schepen weer
vaarklaar zijn gemaakt, zit het werk
er op. Dan gaan de ouderen met hun
vrouwen op visite en de jongeren in
het sterke pak naar de Raadhuis
straat, door iedereen op het voormalige
eiland Torenstraat genoemd. In de ca-
fé's drinken zij hun potjes, de een meer
dan de ander en als zij er om tien
uur vanwege het sluitingsverbod wor
den uitgezet, blijven zij er in dé straat
van het dorp hangen. Dan kijken zij
naar en lachen zij om hetgeen de i.
„uitslovers" onder hen wel allemaal Lub van Jan van Bubbe, de 1)7-jarige wethouder van Urk, boven het nieuwste
durven, joelen zij luid mee als de meis- uitbreidingsplan. In hem stelt Urk het volste vertrouwen. Zo gauw er iets is, dat
jes, precies overeenkomstig haar ver- de voormalige eilandbewoners niet zint, is hij de leider van de oppositie.
geert de vrouw, die heeft het voor
het zeggen en regelt alles."
„Maar die drank dan", wagen wij
voorzichtig. Het antwoord komt snel
ler dan wij verwachten. „Het is waar,
dat er hier. clandestien verkocht wordt
en dat de slijters beste zaken doen.
Maar weet u, dat de drinkers veruit
in de minderheid zijn. Urk heeft een
sterke groep geheelonthouders. In
grootte de tweede van het land".
We verlaten de dominee in de nieuw
bouw en gaan nog eenmaal terug naar
het oude gedeelte, waar alles normaal
zijn gangetje gaat. De vissers aan de
wal boeten hun netten, terwijl de colle
ga's op zee jagen op paling, platvis, sar
dines, ansjovis, haring en z.g. zandspie-
ring ten behoeve van de vismeelfabrie-
ken. Iedere dag overtreden de vrouwen
het palenverbod en laten zij als vanouds
aan de stokken
dwars over de
straatjes hun kraak-
schone was wappe
ren. Er rijden
auto's, ook al is er
een verkeersver
bod. Urk doet wat
het wil. Zo was het
vroeger, zo is het
nu. Vreemelingen
Urk doet wat het wil. Ondanks het z.g. palenverbod piantst^Ur'cerurouiodag bekijtomTaten zich
in dag uit haar blanke stokken midden in de bochtige en bonte straatjes om de kieken als Urkers
was te laten drogen.
langens, worden gesard en vastgepakt.
„Het zijn er maar een paar, hoor",
zegt Grietje de Vries. Zij behoort tot
de laatste generatie die in de Urker
dracht gaat, het laatste bolwerk dat
stand houdt tegen de confectie en de
voorkeur geeft aan het geborduurde
krepleppie" boven het luchtige blous-
je, de grote boezelaar boven de Pa-
rijse rok en de kuif onder de hul uit
boven de kapsels van permanent en
cold-wave.
Grietje legt ons uit, dat wat er gebeurt
echt wel meevalt. „Ik woon mijn leven
lang in de Torenstraat, maar ik heb
nooit een steen door de ruit gehad.
Waarom al deze drukte om een
paar kwajongens? De meeste mensen
hier zijn netjes en ordentelijk. Daar valt
niets op aan te merken. Wij zijn slacht
offers van de nare berichten, die Urk
in een kwaad daglicht stellen".
In de krans van nieuwbouw, die in
de jonge polder aan de voet van het
oude Urk verschenen is, toont dominee
Wolvens een van de drie predikan
ten in de overwegend gereformeerde
gemeente ons vol trots zijn fraaie
woning met grote tuin, waarin een
sproeier het probleem van de droogte
oplost. „Ik woon er al geruime tyd en
heb het best naar mijn zin", zegt hp
vriendelijk. Ook hem vragen wp zpn
mening over het jeugdprobleem van de
„week-end-nozems" op Urk.
We doen hier veel voor de jonge
ren" vertelt hp. „Er is hier een
vereniging van ruim 600 leden, die
op zaterdag en door de week gele
eenheid geeft tot zingen, atletiek, vol
leybal en voetbal. Wat dacht u be-
voorbeeld van het eerste elftal van
Urk Dit jaar kampioen en winnaar
van' de big-match tegen het sterke
Emmeloord. Nee, die paar lastige
elementen zijn ongrijpbaar. Urk ver
oordeelt hen, maar als de politie ze
pakt, kiest het dorp snel partij. Dan
zijn allen één tegen het openbaar
gezag want ze houden niet van
vreemden en dat zijn hier alle vijf
agenten Een Urker wil vrij zijn. Ik
vind dat slenterverbod dan ook een
grote dwaasheid. Daar komen nog
grotere moeilijkheden van. Laat ze
wachten tot de jongens een meisje
krijgen dan houden ze vanzelf op
met lastig zijn. Want hier op Urk re-
terwijl de Riekelts
en Aukes in hun
sluike confectiepak-
jes, de Luutjes en
de Marretjes, ge
kapt volgens de
laatste mode, gie
chelen om die zotte
verkleedpartijen.
Zaterdagavond zul
len ze weer door
de Raadhuisstraat
lopen en kijken naar
de „binken", die
zich uitsloven. Dat
kan wat worden als
het slenterverbod
van kracht wordt.
„Waarom geen
bioscoop, die iedere
zaterdag films ver
toont?" hebben wij
aan Lub van Jan
van Bubbe ge
vraagd. De oude
visserman heeft ons
lange tijd glim
lachend aangeke
ken. „Dat is de dui
vel met Beëlzebub
uitdrijven", zei hij
tenslotte.
HAYE THOMAS
heid te brengen als ziel en lichaam.
Een poging in deze richting is o.a.
reeds ondernomen met de bidproces-
sie op Sint Marcus, 25 april, die bij
ons in het begin valt van het oogst
jaar en gehouden wordt om Gods ze
gen te vragen over de gewassen.
Met volledige toestemming van Rome
is op Flores deze biddag verlegd naar
een dag in september, de tijd waarop
het Florinese volk begint met het uit-
planten van de gewassen.
In deze geest wil pater P. de Graaff
heel het maatschappelijk en kerkelijk
leven van zijn modeldorp tot een een
heid vlechten. Uitgaande van de kring
loop in de landbouw wil hij het kerke
lijk jaar gaan vieren. De grote kerke
lijke feesten zullen samenvallen met de
feesten van het planten, het oogsten,
het verdelen en schoonmaken van de
tuinen. De heidense religieuze feesten
vielen immers ook steeds samen met
de feesten rond de tuin of liever nog
zij waren er een eenheid mee. De reli
gieuze feesten zijn op Flores steeds de
adem geweest van het dagelijks leven.
Deze feesten speelden zich dan ook
af midden in de tuinen of midden in
het dorp. Toen de missionering op Flo
res binnenbrak kon zij zich niet direkt
plaatsen in het centrum van de maat
schappij, gedeeltelijk omdat zij er na
tuurlijk uit geweerd werd door de plaat
selijke leiders, gedeeltelijk omdat de
katholieke missie door personeelsge
brek e.d. de ligging van zijn staties zo
moest kiezen, dat zij centraal kwamen
te liggen ten opzichte van meerdere
dorpsgemeenschappen. De waarde van
het religieuze centrum werd dus in
feite opgeofferd aan het nut van een
centrale ligging van de statie zuiver
plaatselijk gezien.
Dit alles maakte de katholieke gods
dienst op Flores maatschappelijk toch
sterieler dan wenselijk was, ook al kan
men daar de missionering geen ver
wijt van maken. De efficiency van toen
vroeg om dergelijke maatregelen.
Het is dan ook geen wonder, dat de
parochianen van pater de Graaff b.v.
voor het kerkelijk Paasfeest niet zo
gauw tijd hebben als voor hun eigen
feesten, die vaak al drie dagen voor
datum beginnen. Deze feesten zijn voor
hen zo levensna, dat het hen geen moei
te kost zich hier helemaal aan te ge
ven en royaal karbouwen, varkens en
geiten bijeen te brengen, terwijl bij de
viering van de katholieke feesten vlug
een zin gehoord wordt als: „We moe
ten nog planten". Dit niet om te ontko
men aan kerkbezoek of een stoffelijke
bijdrage, maar enkel en alleen omdat
de landbouw voor hen werkelijk voor
moet gaan.
Pater de Graaff wil zijn stichting
wagen met een dorpsgemeenschap
van 40 families op een vruchtbaar
gebied van 900 ha. dat gemeenschaps-
bezit is en nog braak ligt. Daarvoor
zal op de eerste plaats beter gebruik
gemaakt moeten worden van de moge
lijkheid tot irrigatie in dit gebied. De
regering heeft reeds toegezegd, dat ie
dereen die aan het ontwikkelingsplan
meedoet enige hectaren grond krijgt in
eigen bezit. Een polikliniekje met op
namemogelijkheid voor een dertigtal
mensen is eveneens noodzakelijk. De
ambachtsschool die gesticht wordt, zal
aangepast worden aan de behoeften
van het dorp en dus niet aan die van
eventuele missiegebouwen. Het aan
kweken van een ambachtelijke midden
stand is dus de opzet. Deze zal ervoor
moeten zorgen, dat de bouw van hui
zen met een houten of stenen construc
tie i.p.v. met palmbladeren en gras tot
de mogelijkheden gaan behoren. Na
drie jaar moet dit tot op zekere hoogte
reeds mogelijk zijn. Daarna kan deze
groep ambachtslieden ook hulp bie
den aan andere dorpen in de omgeving.
We zouden het dorp kunnen zien als het
centrum in een ontwikkelingsgebied zo
als Emmeloord dit in grotere verhou
ding was bij het ontstaan van de N.O.-
Polder.
In dit dorp zou pater de Graaff het
odsdienstig leven willen invlechten in
et maatschappelijke leven. Hij gaat
daarom geen missiestatie stichten d.w.
z. een lagere of middelbare school en
een kerk met pastorie en allerlei bij
gebouwen, maar hij bouwt een dorp
waarin maatschappij en kerk een le
venseenheid vormen. Pater de Graaff
heeft dan ook niet de bedoeling een
kerk te bouwen omdat hij de Mis
steeds op wil dragen in de open lucht
hetzij in de tuinen, hetzij in het cen
trum van het dorp, de plaatsen die
door de Florinese cultuur als geëigend
daartoe worden aangewezen. Ook de
liturgie van de Mis wil hij zoveel moge
lijk bij het gebruikelijk ritueel aanpas
sen van de reeds bestaande religieuze
feesten.
et geheel is te zien als een po
ging los te komen van de Wes
terse mentaliteit die gesteund
door de scheiding van kerk en staat het
kerkgebouw is gaan zien als de bijna
enige plaats, waar de godsdienst tot
leven komt. Als het mogelijk zou zijn
voor de missionarissen om godsdienst
en maatschappij te vervlechten zoals
dit ook reeds het geval was in de eigen
cultuur van de Florinezen zou daar
mee niet alleen een rijker en dieper-
gaand godsdienstg leven gewaarborgd
zijn, maar zou ook doorgewerkt worden
op het reeds bestaande cultuurpatroon
van Flores en een nieuw werkschema
zijn opgesteld voor de gehele missione
ring op Flores.
Dat dit alles binnen het bereik der
mogelijkheden komen te liggen is
niet het minst te danken aan het aflo
pen van het koloniale tijdperk over de
gehele wereld. Nu de missie ook aan
het einde van dit tijdvak in de geschie
denis staat, waarvoor missiologen als
Dr. A. Freitag het jaar 1950 als afron
ding nemen, kan en moet de kerk zich
nog meer gaan bezinnen op wat zij aan
zuiver geestelijke waarden te bieden
heeft. Tot dan toe was de koloniale
geschiedenis van het moederland voor
de missionering een steun of vaker nog
een enorme belasting. Waar zij een
steun was kwam dit vooral tot uiting
op het materiële vlak b.v. subsidiëring
van het onderwijs.
Het initiatie! van pater de Graaff
geeft een helder beeld van deze ont
wikkeling in het nieuwe missionerings-
tijdperk. Een gelukkig initiatief dat
volgens deskundigen voor een bedrag
van 85.000 gulden uitvoerbaar is. Hier
voor kan de irrigatie op gang gebracht
worden, een waterleiding aangelegd,
en een ambachtsschool en kliniek ge
bouwd.
Hulp voor zjjn „Operatie-Rimboe '59"
mocht pater de Graaff reeds ontvangen
van de katholieke gemeenschappen in
Vlissingen en Utrecht, van de katholie
ken in West-Duitsland, en naar hij
hoopt verder nog van vele particulie
ren op zijn gironummer: 142800 t.n.v.
pater P. C. de Graaff. Voorhelmstraat
9 Haarlem. Het zou van belang zijn
èn voor Flores èn voor de gehele mis
sionering dat het initiatief van pater
de Graaff gaat slagen.
INDA
(Van onze Brabantse redactie)
In Oosterhout „draait" sinds enige
tijd een pensionbedrijf, dat u in de
V.V.V.-gidsen vergeefs zult zoeken.
Het is dan ook niet bedoeld voor de
gewone toeristen ,maar voor hen die
een geestelijke vakantie willen houden.
Het draagt de naam hospitium: gas
tenverblijf, en in zeker opzicht is het
een dependance van de St.-Paulus-
abdij van de Benedictijnen, die hun
gasten wegens gebrek aan ruimte tot
voor kort vaak teleur moesten stellen
en bovendien geen dames kunnen huis
vesten. De bezoekers van de abdij
die sinds de nieuwe kerk gereed is ge-
Flaneren in de Raadhuisstraat, die iedere Urker hardnekkig
Torenstraat blijft noemen. De ouderen doen het in hun
traditionele d.rnrht. Zij vormen het laatste bolwerk tegen de
confectie.
stadig in aantal toenemen moesten
daarom yeelal hun toevlucht zoeken
in een of ander hotel en hoewel de
Oosterhoutse hotels nu niet bepaald
oordyn van slechte vermaaken zijn,
kwamen de gasten er toch wel weer in
de sfeer die ze juist eens even wilde
ontvluchten.
Niet alleen de bezoekers van de St.-
Paulusabdij kampten met dit probleem:
het deed zich evenzeer voor aan de gas
ten van de O. L. Vrouwe-abdij van de
zusters Benedictinessen en van de Proos
dij Catharinadal van de zusters Nor-
bertinessen. Het hospitium, dat door de
stichting „Nihil Carius Christo" te Oos
terhout is ingericht in een voormalig
klooster van de zusters Franciscanessen
van Dongen, voorziet dan ook in een al
lang bestaande behoefte. Het biedt de
gasten een sobere, maar deugdelijke ac
commodatie in een passende sfeer. Door
een verbouwing is het vroegere kloos
ter een aan d„ moderne tijd aangepast
tehuis geworden, waar niettemin nog
iets van de kloosterlijke levenstijl be
waard is gebleven in de eenvoud van
de slaapvertrekken en in de gezamen
lijke eetzaal, waar de gasten aan één
grote tafel de maaltijden gebruiken. Om
tot die gasten te behoren hoeft men
overigens geen bezoeker van een der
drie kloosters te zijn: men kan er ook
komen alleen voor een verblijf in het
hospitium zelf, waar de gastvrouwen,
leden van het seculier instituut „Nihil
Carius Christo", hen graag willen doen
delen in de Benedictijnse geest die ze
zelf nastreven. Velen hebben er de af
gelopen maanden al een privé-retraite
gemaakt. Het gastenverblijf heeft een
eigen huiskapel, waar geregeld H. H.
Missen worden opgedragen: men vindt
er een leeskarfter met een bescheiden
bibliotheek: men kan er rustig praten
in de ruime eet- en zitkamer, of, in deze
schone zomerdagen, onder de zwaar be
laden appelbomen in het overigens nog
vrij wilde tuintje; en tenslotte kan men
zich terugtrekken op zijn kamer, waar
men behalve een bed, een tafeltje en
stoel tot zijn beschikking heeft.
Het hospitium biedt plaats aan 20
man. De meeste kamers zijn één
persoons ,maar men heeft ook enkele
2-persoonskamers voor echtparen.
Het huis staat ook open voor niet-
katholieken, die met het katholicisme
in contact willen komen. Men vindt
het gastenhuis bij het centrum van
Oosterhout (Hoogstraat no. 6-, slechts
enkele minuten van de drie kloosters
en vlak bij een bushalte. Het is heel
het jaar geopend.
Advertentie