Twintig jaar Medische Missie zusters in Nederland Heilig experimentvan religieus leven en medisch werk m De bekoring der politiek Heimwee naar 'slands ver gaderzaal SSsssarSvSsS BUNDE heeft thans een uniek gemeenschapshuis Landbouwpaviljoen van Expo in Zuid-Limburg overgeplant V- M NIJPEND ZAAI .PROBLEEM OPGELOST Filmfestival in Moskou geopend Luchtdoop van drieling DINSDAG 4 AUGUSTUS 1959 PAGINA 7 j FX kort „van pauselijk recht" geworden. Dit feit is voor de ge- TtéSS S'S'.S.Bde I 1 hele katholieke missionering van grote betekenis. Het noogste daarmee gepaard gaande financiële of- kerkelijke gezag heeft het welslagen van het „heilig^perimenf', J™., dat dr. Anna Dengel in 1925 begon, volledig bevestigd. De pionierster sche missie-arbeid in Birma met opti- van het medische missiewerk heeft samen met de leden van de door misme tegemoet, ook in dit land zui- haar gestichte Congregatie het bewijs geleverd, dat een religieus ien Nederlandse volgelingen van Moe- leven zeer wel te combineren is met medisch beroepswerk. Rondom der Anna Dengd opnieuw het bewijs dp jaren twintig hielden velen een dergelijke combinatie voor onmo- gaan.leveren, dat een combinatie van eeltik Gezien deze algemeen geldende opvatting, nam de kerk jaren- 'even e" v°Uedig medisch be- lang een gereserveerde houding aan ten opzichte van de nieuwe ring van eminent belang is. zusterscongregatie. De stichting van moeder Dengel opgericht als „pia institutio" zonder publieke geloften miste aanvankelijk het voorrecht gere kend te worden tot de officiële religieuze congregaties. Het duurde tot 1940, voordat „The society of catholic medical missionaries" dit voorrecht verwierf. Het gezelschap werd toen evenwel nog geen congregatie van pauselijk, maar slechts van diocesaan recht. Een Brits herenmodeblad, „Tai lor and Cutter", heeft het antwoord ge geven op een bange vraag: „Wie zjjn dit jaar de tien best geklede mannen ter wereld?" Zonder twijfel steunt dit antwoord op een massa moeizaam re- search-werk en het is wel duidelijk, dat de simpele leek, die in zijn eentje op onderzoek zou zijn getogen, nimmer dit heterogene gezelschap bij elkaar had gekregen: de hertog van Kent, lui tenant-generaal Sir Frederick Browning Fred Astaire, Cecil Beaton, Nubar Gul- benkian, Sir David Eccles, Rex Harri son, Douglas Fairbanks, Richard Nixon en maarschalk Tito. Hoe wetenschap pelijk verantwoord de keuze van „Tai lor and Cutter" wel is, blijkt ook hier uit, dat bij elk der uitverkorenen wordt vermeld, welke bijzondere prestatie op 't gebied van de herenmode ertoe heeft geleid, dat hij een van de tien is gewor den. Het blad oordeelt natuurlijk niet d« zonder aanzien des persoons; dat kan nu eenmaal niet, maar het schuwt ook bepaalde wrede conclusies niet. Van de hertog van Kent wordt bijvoorbeeld ge zegd: „Hij is in staat als toonaangeven de figuur op het gebied van de mode de vacature te gaan vervullen, die is vrij gemaakt door zijn oom Edward en waarvoor de hertog van Edinburgh ken nelijk geen belangstelling koestert". Van feneraal Browning heet het: „Hij past eter in zijn uniform dan enig ander hoog officier". In een gesprek met een medewerker van de News Chronicle heeft de generaal zelf alle bescheiden heid ten toon gespreid, die de ware kampioen past: „Vermoedelijk komt het allemaal, omdat ik mijn uniform zo zelden aan heb. Mijn kleermaker zegt, dat ik precies het magere figuur heb, waar je alles aan kunt hangen De grote Gulbenkian krijgt het duistere compliment, omdat hij „een van de weinige miljonairs is, die zich kleden als miljonairs". Onze bijzondere belangstelling gaat uit naar maarschalk Tito. Het Britse herenmodeblad is vol lof over de zwie righeid, waarmee hij zich kleedt en hij ontvangt van „Tailor and Cutter" dit bjjna onvertaalbare predicaat: „the rit- ziest-looking dictator in the world". Het gaat misschien een beetje op hoogmoed Ujken, maar ook zonder de deskundige uitspraak van „Tailor and Cutter" zou den wjj maarschalk Tito onder de tien gelukkigen hebben gerangschikt. Van zjjn meest gezaghebbende biograaf tot dusver, Fitzroy Maclean, weten wij im mers, dat Tito altijd heeft verlangd naar goede kleren. Ja, hij heeft er zelfs over gedacht kleermaker te worden,zo dat hij in staat zou zijn zijn eigen gar derobe op peil te houden. Het is er niet van gekomen. Hij werd metaalbewerker, partisanenleider en dictator, maar het verlangen naar goede kleren is geble ven, het is uitgegroeid tot een passie. In deze eeuw der psychologie gaat men naar oorzaken speuren en men is ge neigd bijzondere waarde toe te kennen aan vo°rval uit het jaar 1910. Fitz roy Maclean vertelt, dat Tito van zijn spaarcenten in Agram een fraai cos- tuum had gekocht met de bedoeling om er met Kerstmis in zijn geboorte dorp Kumrovec mee te pronken. Onver laten hebben toen het pak gestolen en „toen hjj met Kerstmis naar huis SmS. was hij niet beter gekleed dan wm ook Al vee] gunstiger was de augustus 1944, toen hij m de Napels een ontmoeting had ™et chill Tito droeg een magnifiek uniform, hemelsblauw met gouden uitmonstering. Het uniform was een geschenk van de Russen en het gouddraad had hij van de Amerikanen. Maar ook nu waren er nog moeilijkheden. Churchill merkt in zijn mémoires althans op, dat- Tito's zeer nauw aan de hals sloot vprSh°n^er ongeschikt was voor de pels heersteende hiUe' die er toen in Na" Sindsdien heeft de maarschalk zich ontworsteld aan alle bezwaren van geldgebrek en materiaalschaarste. Bij zijn bezoeken aan Parijs en Londen heeft men kunnen vaststellen, dat hij uniformen bezit in alle kleurschakerin gen grijs (met een blauwe ceintuur), ken in goud en zilver. Vele keren per dag ook wijzigde hij zijn tenue: s mor gen grijs (met een blauwe ceintuur) 's middags wit (met een wijnrode cein tuur) en 'savonds marineblauw (met ®en gouden ceintuur). Ook is de maar- Schalk in zijn mogelijkheden niet langer beperkt tot die van zi.jn eigen breedte graad. In Azië en Afrika heeft hij de laatste tijd een overvloed aan tropen- kleding gedemonstreerd en met hem heeft „Tailor and Cutter" een keuze ge daan, die men in alle opzichten kan onderschrijven. Eén vraag echter is bij dit alles on besproken gebleven, namelijk in hoe verre de kleding van één man het po litieke lot van al zijn landgenoten kan bepalen. Aan het politieke belang van kleding als zodanig behoeven wij niet te twijfelen. We behoeven slechts een enkele blik te werpen op de strijd, die de Oostduitse autoriteiten thans leve ren tegen de spijkerbroek. De Oostduit se jeugd, die zich in dit kledingstuk hult, wordt beschuldigd van hulpverle ning aan het imperialisme en heulen met de klassevijand. Veel haalt die campagne niet uit. Ook een veel sub tieler middel, nl. de vervaardiging door staatsfabrieken van uiteraard „socialis tische spijkerbroeken", wordt met mis lukking bedreigd. De Oostduitse jeugd volksgezondheid, U Tun Tin, zeer in genomen met de komst van de medi sche missiezusters. Vooral op het ge bied van de hygiëne en de voeding moet in de hoofdstad van Birma nog een grote achterstand worden inge haald. Bij de aanpak van de medische nood in Rangoon, een stad met meer dan achthonderdduizend inwoners, voelen de medische missiezusters zich zeer gesteund door de belangstelling en het medeleven van velen. De veertien ka tholieke artsen van de stad, onder wie vier vrouwelijke medici, zorgden er voor dat de zusters er een volledig in gericht klooster aantroffen. In het bij zijn van tal van kerkelijke en wereldlijke autoriteiten is het nieuwe klooster van de medische missiezusters te Rangoon onlangs door de apostolisch delegaat van Indië, Birma en Ceylon, mgr. Ja mes Knox, ingezegend. Dr. Eleonore Lippits, tot voor kort provinciale overste van de Nederland se pro-provincie en thans eerste assis tente van het generaal bestuur, die de vestiging van het „Health Centre" in Myenigon zelf voorbereidde, is enthou siast over de ontvangst in Birma. De openheid en hulpvaardigheid van de inheemse bevolking heeft op haar grote De Apostolisch Delegaat van Birma, mgr. James Knox, heeft het Health Centre indruk gemaakt. Niet minder de ver te Rangoon van de medische missiezusters ingezegend. Op de foto staan v.l.n.r. draagzaamheid, waarmee een overwe- mgr. Victoir Bazinaartsbisschop van Rangoon; dr. Eleonore Lippits, de eerste gend^ boeddhistische bevolking de pa- assistente van het generaal bestuur van de medische missiezusters; mgr. James goda s zijn kenmerkend voor het stads- Knox- zuster Anne Veronica van The Sisters of St.-Anna; zuster Magdalena beeld van Rangoon de katholieke Hermans en tien katholieke artsen. missie tegemoet treedt. x „-„j„ Ondanks het vele werk, dat de Ne- e nog jonge Congregatie van de Medische Missiezusters is sinas deriandse medische missiezusters, nu geiiJK. wc" roepswerk voor de katholieke missione- Maandagavond is in Moskou het Russische filmfestival begonnen. Enge- lands veel besproken Room at the top deelde met de Russisch-Chinese film Op het spoor naar de oerwouden de eer het festival te mogen openen. Naar schatting 20.000 personen ston den in het Lenin-sportpaleis samenge pakt, toen een uit zwarte limousines bestaande karavaan de sterren, produ cers, regisseurs, schrijvers en journa listen uit het hoofdkwartier van het festival aanvoerde. De Moskoviten ble ven er graag voor stilstaan. Deze drieling, James, Joan en Joyce Frocklage, is met de Canadian Pacific Air lines over de Pool van Canada naar Amsterdam gevlogen. De foto werd genomen op Schiphol. Tussen de verzuchting van de Savor- nin Lohman, dat alle politiek „vui ligheid" is _n de meer recente vast stelling, dat de politiek een schone vorm van apostolaat is, ligt voldoende ruimte voor talloze interpretaties en waarde bepalingen. Men kan de politieke wijs begeerte scheiden van de politieke prak tijk, historische opdr- jhi losmaken van persoonlijke drijfveren; men kan ook amateurisme en „showmanship" isoleren va.i wetenschappelijk inzicht en door leefde overtuiging. Men kan in vele richtingen het complex van de politiek, de behartiging van de publieke zaak, doorkruisen, ondi dat men stuit op datgene, wat ~c' voor zo ontelbaar velen in de wereld de bekoring uit maakt van de politiek. Het streven naar persoonlijke macht speelt daarbij een veel kleinere rol dan algemeen wordt aangenomen. De Engelse socialist R. H. Nu de opvattingen over het medisch missiewerk van religieuzen grondig zijn gewijzigd, is ook het nog ontbrekende predicaat „van pauselijk recht" aan de congregatie van de medische mis siezusters verleend. Algemeen wordt het werk van de missiezusters thans beschouwd als een unieka. vorm van apostolaat en-tevens als een uitstekende methode in vele gevallen de enige om in contact te komen met de bevolking van de missie landen. Moeder Dengel deed deze ont dekking reeds in 1920 toen zjj de leiding op zich nam van een bescheiden zie- kenhmsje, dat even tevoren door een Schotse vrouwelijke arts, Agnes McLa- ïn Rawalpindi (Pakistan) was »e- Tudens haar verblijf sticht. stelt nog steeds de hoogste prijs op echte, authei 'eke westelijke spijker broeken, dat wil zeggen spijkerbroeken teet eeri onmiskenbaar westelpk fa brieksmerk op de achtersteven. Om tot Tito terug te keren: wp dur ven de stelling aan, dat hij nooit uit be Cominform zou zijn gestoten, als "Ij niet zo'n ingeroeste behoefte aan stralende uniformen en weelderige pet- ïen had gehad. Zijn afkeer van vorme- °ze confectiepakken, van pantalons lij Marxistisch-Leninistische zeemans- '.bPen en met de vouw er opzij in ge weken, heeft hem de haat bezorgd van Josef Stalin. Tito heeft na de oorlog greeds geaarzeld tussen het uniform van de Russen en het goudstiksel van hl» ,mer'kanen. In politiek opzicht had veei'w slechter gekund, maar ook pass ine 6 h t ook °P Tito is van toe- nooft Fe he two°rd van Ibsen, dat je _k broek moet aantrekken, vrijheid iJden voor waarheid en kwam dr." Anna Dengel- ÏX>nm'-da-ar arts uit Oostenrijk - tot de SSS'e' dat de medische nood in de misskTaT leen gelenigd zou kunnen worden wan neer dit werk op grote schaal zou wor den aangepakt. Bovendien, zo meende zij, zou de medische missie-arbeid op zuiver wetenschappelijke basis geplaatst dienen te worden. Aldus redenerend rijpte bij haar het idee om een nieuwe congregatie te stichten. Voor vrouwen die wetenschappelijk werkzaam zijn en die zich willen inzetten voor dé uitbrei ding van Gods rijk, zag zn een magni fieke levenstaak weggelegd. Aangemoe digd door enkele kerkelijke autoriteiten in Amerika, onder andere Zijne Emi nentie Dennis, kardinaal Dougherty, aartsbisschop van Philadelphia, nam catholic medical missionaries is ^mds 30 september 1925 uitgegroeid tot een over de gehele wereld verbreil^®. nisatie met meer dan zeshonderdvijttig leden, verdeeld over tweeenveertig kloosters. De meeste leden zijn afkom stig uit Amerika en uit Nederland. De sterke Nederlandse vertegenwoor diging, bijna tweehonderd leden, is voor een groot gedeelte te danken aan het feit, dat een van de eerste volge lingen van moeder Dengel een Neder landse was. Het was Eleonore Lippits. In 1930 trad zij bij de nieuwe congrega tie in en studeerde in Amerika medi- cjjnen. Eenmaal klaar met deze studie ontving dr. Lippits de opdracht om sa men met haar landgenote zuster Aga tha i'pma in ons land een pro-provin cie van de congregatie van de medi sche missiezusters te stichten. Thans precies twintig jaar geleden betrokken beide zusters met steun van de toen malige bisschop van Roermond, mgr. dr. O. Lemmens, een voormalig land huis te Imstenrade (gem. Heerlen). De groei van de nieuwe pro-provincie is zo voorspoedig geweest, dat het landgoed al gauw te klein bleek om alle novicen te huisvesten. Verbouwin gen en nieuwbouw waren noodzakelijk. Naast het bescheiden klooster van 1939 is inmiddels een imposant gebouwen complex verrezen. Buiten het moeder huis te Washington, en het pas gestich te generalaat te Rome is Imstenrade een krachtige centrale van het medi sche missiewerk geworden. Van de Lim burgse plaats uit zijn in de loop van de voorbije twintig jaar al heel wat Ne derlandse zusters naar verscheidene missiegebieden getrokken om er me dische hulp te gaan verlenen. Na het studiehuis te Utrecht, dat in 1946 geopend werd, heeft de Neder landse provincie medische centra ge sticht in Indonesië (Makassar, Soera- karta, Lawang en Pare-Pare), Zuid- Afrika (Welkom), Belgisch Congo (Pendjwa en Kiri) en Nyasaland (Pa- lombe). In al deze plaatsen werden zie kenhuizen, kraaminrichtingen en poli klinieken gevestigd en wat wellicht nog belangrijker is, ook opleidingsinstituten voor vroedvrouwen en verpleegsters. Sinds kort is hier nog een elfde medisch centrum bijgekomen te Rangoon, de hoofdstad van Birma. Hier wacht de Nederlandse medische missiezusters een groots werk: de stichting van het eerste katholieke zie kenhuis in Birma, annex verpleegsters- school. Dit nieuwe gezondheidscentrum zal in de nog in aanbouw zijnde stads wijk Okkalapa, waar ongeveer tiendui zend vluchtelingen gehuisvest worden, verrijzen. Tot nu toe woonden deze 'vluchtelingen In bouwvallige hutten, her en der in Rangoon geplaatst. Het militaire stadsbestuur is kortgeleden een grondige sanering begonnen. De hutbewoners krijgen de beschikking over houten huizen in het nieuwe stads deel. In afwachting van de bouw van het medische centrum in Okkalapa zijn vijf Nederlandse zusters onder leiding van Moeder Maria Veeger uit Nijme gen en directrice Martha van Marris- sing uit Bussum in een ander stads deel van Rangoon een polikliniek be gonnen. Dit is gebeurd op instigatie van de aartsbisschop van Rangoon, mgr. Victoir Bazin. Met medewer- I king'van de Birmaanse regering heb ben de medische missiezusters hun intrek genomen in een als „Health Centre" opgericht gebouw, gelegen in de volksbuurt Myenigon. Evenals de aartsbisschop is de regering van Zuster Anna Maria de Vree de houdt spreekuur in het pas geopende Health-Centre Birma, met name de minister van te Myenigon, een wijk in Rangoon. In het Zuid-Limburgse dorpje Bunde heeft de Brusselse Expo een groots monument gekregen Op de meest cen trale plek vai, het dorp het nieuwe kerkplein is in de afgelopen maan- den een stukje wereldtentoonstelling, het Nederlandse landbouwpavil joen, verrezen. Het gebouw wordt het huis van de Bundese gemeenschap: met grote zaal, vergaderlokalen, re presentatieve hal en restaurant, is het er uitermate geschikt voor. Het rijke, plaatselijke verenigingsle ven vertoonde de laatste twee jaar wei nig vitaliteit meer, omdat de enige be hoorlijke zaal „Taveerne Louis" een fabriekshal werd. De intieme dorps zaal van „Nonk Louis", waar zich ja renlang bij het genot van een biertje het culturele en sociale leven van Bun- de had afgespeeld, werd montagewerk plaats. De Bundenaren, hoezeer ook °P nieuwe industrievestigingen ge steld, voelden dit als een zware slag. Hun verenigingen voor elk Limburgs dorp het meest dierbare bezit ston den op straat. Op elke vergadering van de gemeenteraad kwam dit vraagstuk steeds weer ter sprake, maar een op lossing bleef uit. Ook de voortvarende burgemeester van Bunde, mr. R. van de Ven, wist er niet goed raad mee, al thans tot aan zjjn eerste bezoek aan de Expo te Brussel. Bij het zien van de prachtige ten toonstellingsgebouwen, slaakte hjj de verzuchting: „Zo'n paviljoen, dat zou wat zjjn voor Bunde. Aan alle zaaimisère zou meteen een eind ge maakt kunnen worden". Het idee om na afloop van de Expo een van de paviljoens aan te kopen, liet burge meester Van de Ven niet meer los. Zeker niet, toen enkele bouwdeskun- digen hem de verzekering gaven, dat diverse paviljoens zich er uitste kend toe leenden om afgebroken en opnieuw opgebouwd te worden. Met name was dit het geval met het Ne derlandse landbouwpaviljoen, dat bovendien de minste moeilijkheden zou opleveren bij invoer van België naar Nederland. Gewapend met deze wetenschap toog mr. Van de Ven op onderzoek uit of het Nederlandse landbouwpaviljoen al dan niet te koop was. Zeer tot zijn ge noegen bleek het gebouw te koop en nog wel voor een vrij laag bedrag: f 40.000.- Zonder een daartoe strekkend raadsbesluit af te wachten, verzekerde de burgemeester van Bunde zich van een koopoptie. Zorgen over een even tueel afwijzend standpunt van de raad maakte hij zich niet, overtuigd als hij was "an de volledige instemming van de raad met elk voorstel, dat zou lei den tot de oplossing van het urgente zaalprobleem. Grote verrassing Dat Bunde's burgemeester zich hier in niet vergiste, bleek even later duide- liik toen hij met zijn raadsleden een reisje naar de Expo maakte op de dag, dat aldaar harmonie „St. Agnes' van Bunde concerteerde. Bil de rondgang over de tentoonstel lingsterreinen bezorgde burgemeester Van de Ven de Bundese Expo-bezoe- kers de grootste verrassing van hun leven. Staande voor het Nederlandse landbouwpaviljoen merkte hij vol glun derende trots op: „Daar ziet u nu het toekomstige gemeenschapshuis van Bundel". „Was het maar waar", zo reageer den de raadsleden, die stellig meenden, dat de burgemeester een loopje mei hen wilde nemen. Dank zij de medewerking van velen is deze wens thans in vervulling ge gaan. Onder leiding van de Maastricht se architect W. van Amstel is het voormalige Expo-paviljoen in het hartje van Bunde verrezen. Het is een heel karwei geweest. Speciaal de af braak van het paviljoen te Brussel en het transport van de onderdelen per 18 tons treilers naar Bunde. Al deze moeiten is Bunde thans ver geten. Ook jammert niemand meer over de inbeslagname van de vroe gere dorpszaal door de industrie. In tegendeel. Vele Bundenaren zijn hei melijk blij, dat alles zo gelopen is. „Taveerne Louis" was een aardi ge zaal, maar het vroegere vereni gingsgebouw kan het niet halen bij het huidige gemeenschapshuis. Het nieuwe gebouw, omvattend een ruime zaal voor vier honderd personen com- pleet met toneelpodium en filmcabi ne, aparte vergaderruimten, garde robes en hal, heeft iets grootsteeds. Al heel bijzonder geldt dit voor het restaurant, dat aan het Bundese ge meenschapshui verbonden is. Na de feestelijke opening van het nieuwe gemeenschapshuis, dat geen huis van de gemeente en nog minder een patronaat wil zijn en derhalve ge ëxploiteerd zal worden door een parti culiere stichting, zullen de jongeren van het 2500 inwoners tellende dorp beslist niet meer de kans krijgen om te klagen, dat in Bunde niets te beleven valt. S. Crossman heeft de volgende schilde- rin gegeven van het gemiddelde Lager huislid: „Lopend door de wandelgangen onder het koude oog van de Whips, 's nachts om drie uur in de tea-room wachtend op worstjes zonde: vel of een dag lang vruchteloos pogend de aandacht van de Speaker te trekken het ge middelde Lagerhuislid bezit minder macht dan een sergeant in het leger of een conducteur bij het gemeentelijk ver voerbedrijf". Het best kan men de poli ticus misschien vergelijken met de ac teur. Zijn heimwee naar de raads- of statenzaal, naar de gangen en kamers aan het Binnenhof, doet denken aan de hunkering van de toneelspeler naar de geur Van schmink en decors. Wat de politicus verlangt, dat is het openbare leven, deel te hebben aan grote gebeur tenissen, het liefst in een hoofdrol, maar desnoods ook in een rol van drie woorden. Dat het politieke bedrijf als zondanig vaak een slechte reputatie geniet, komt door gebrek aan kennis en interesse bij de beoordelaar èn door ekort aan vak bekwaamheid bij de executant Het is een grote handicap van' de de mocratie, dat zij door zoveel politieke beunhazen word. verdedigd. Sinds de tijd van Plato wordt zelfs van die om standigheid een argument tegen de de mocratie zelve gemaakt. „Als ik mijn schoenen wil laten repareren", zo luidt het betoog ongeveer, „ga ik naar een schoenmaker. Maar als ik mijn land wil laten besturen, pik ik een stelletje schreeuwers van de straat i zet ze in een parlement". Op dit schoenmakers argument is al vroeg een deugdelijk ant woord gegeven: „Ook de drager van de schoen moet aan het woord komen, want hij alleen weet, waar de schoen wringt". Dit antwoord vormt de rechtvaardi ging van de „vertegenwoordiging", maar niet van de vertegenwoordiging in on nozelheid. Van de volksvertegenwoordi ger mag verwacht worden, dat een zekere notie heeft van politieke opvat tingen, ook van andere dan de door hem beledene, en dat hij enigszins geoefend is in net beschouwen van de politieke realiteit. Het Britse Lagerhuislid Crossman Richard oor de oorlog werd in Nederland aangenomen, dat deze kennis en dit inzicht uitslui ld het dec', wer- d l van hen, die zich wierpen op de studie van het recht en van de theolo gie. Na de oorlog is dat vertrouwen met succes ondergraven door de links en rechts opduikende faculteiten der poli tieke wetenschappen. De bestudering van de geschiedenis der politieke leer stellingen, van moderne politieke stro mingen, van de wijze waarop het poli tieke proces zich voltrekt en van de z.g. „comparative government", zijn in Ne derland met dezelfde ijver en deels met soortgelijke methodiek als in Amerika, Engeland en Frankrijk ter hand ge nomen. De uitgeverij Elsevier heeft in het kader van haar „Repertorium van de Sociale Wetenschappen" onder redac tie van drs. L. van der Land een deel over de leer van de politiek doen ver schijnen, dat de eerste collectieve prestatie mag l.eten van de „political scientists" in Nederland. Een bewon derenswaardig initiatief, op uiterst be kwame wijze gerealiseerd. Met minder dan dit boek zal niemand kunnen vol staan, die het ernstig meent met de politiek. En laat niemand menen dat een serieuze beoefening van de politiek per s- in saaiheid en onaantrekkelijkheid moet verzanden. Het bewijs van het tegendeel wordt geleverd in twee boek jes. Eerst door een bundel beschouwin gen van mr. G. B. J. Hiltermann, geti teld: „De Toestand in de Wereld" (Van Holkema Warendorff N.V., Amster dam). Het zijn geen radiopraatjes in drukvorm, zoals de titel zou doen ver moeden, maar beschouwingen van wat langere adem. Men kan het met het grootste deel van wat de schrijver be weert oneens zijn en toch waardering hebben voor de scherpzinnige en uit dagende wijze, waarop hij zijn betoog ontvouwt. Het tweede boek dat wij willen noe men en dat zo ongeveer alles in de schaduw laat, wat er op dit gebied ge presteerd kan worden, is „The Charm of Politics" van de hiervoor al genoem de Crossman (Hamish Hamilton, Lon don, 18s. net). Voor het grootste deel zijn de opstellen in deze uitgave boek besprekingen, die al eerder in „The New Statesman" zijn verschenen: Crossman geniet de reputatie van zeer links te zijn en als men daarmee bedoelt, dat hij niet uitmunt in liefde voor de „ves ted interests", dan klopt dat ook wel. Maar veel van wat bij Crossman lijkt op radicalisme en beeldenstormerij, is in wezen slechts de behoefte en ook de moed om met zijn pen te prikken in opgeblazen pretenties en reputaties. Truman wordt in bescherming geno men tegen de vaderlijke claim van Churchill en Bevin, dat zij het zijn ge weest, die de arme kleine ignoramus in het Witte Huis hebben aangezet tot verzet tegen de Russen. Crossman vraagt onze aandacht voor de mogelijkheid, dat het dwepen met de Arabische romantiek een verhulde vorm van anti-semitisme kan zijn. Hij vraagt zich af waarom het aarts bisschop Makarios kwalijk is genomen, dat hij de EOKA nooit heeft veroor deeld, terwijl in 1944 aartsbisschop Damaskinos is bedolven onder de lof, omdat hij het verzet had georganiseerd tegen de Duitsers! In een beschouwing over dr. Adenauer, hier genoemd de „Syngman Rhee" van Europa, komt deze definitie van een groot man voor: „De grote man is de leider, die het geluk heeft geplaatst te worden voor juist die crisis, waarin hij niet behoeft te aarzelen of na te denken teneinde de juiste beslissing te nemen". Bij Eden heet het: „Onwetendheid is in de politiek vaak een sublieme deugd, aangezien het de overtuiging sterkt". Kostelijk is het verhaal hoe R. A. Butler in de oorlog Brits minister van onderwijs werd. Churchill liet hem bij zich komen, bood hem de post aan en gaf hem een dag bedenktijd. Butler zei dat hij geen bedenktijd nodig had, aan gezien dit nu juist de portefeuille was, die hij meer dan welke andere ook be geerde. „Net zoals je wilt, Rab", grom de de Oude Man, „maar ik bad het eigenlijk bedoeld als een belediging". „The Charm of Politics" een verrukke lijk boek. H. J. NEUMAN - v ..v v. sS>V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 7