Planten op vakantie Stuur nieuwe ze zijn verdroogd D n Unieke verzameling speelgoed uit 18e en 19e eeuw HET BRAVE SAARTJE" logeert in museum Mevrouw Burkij mist haar poppen erg s Heimwee naar de hemel E Parijs in de maand augustus Elf maanden krom liggen voor één maand buiten H Geen gezeur met zuur worden W EEN VERLATEN STAD TN DE ZON Vakantiehoed Wat is een baker, oma? Vlechten en weven met raffia Roman van Rita Wagenaar Een rage ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1959 PAGINA 9 *5 e:!rVlkk0,en en weven- Ook op een ziekbed. Tassen, sandalen, hoeden ceintuurs en allerlei mandjes zön het plezierige resultaat. :b WMfiS5W»fc Y bloemist Kent die telefonische varen er echter heel wel bij om eens noodkreten wel in de vakantie. Een mannestem die vraagt om da delijk zes nieuwe planten te brengen voor de venster .ank, Want meneer had de planten moeten waiergever toen me vrouw met vakantie was en hij had het glad vergeten en nu was de hele boel verdroogd. Zorgen voor de planten in huis is geen mannewerk. Water geven, bespuiten, stekken, nu en dan een hapje kunstmest voeren, de pot eens schoon boenen, het vraagt allemaal een beetje van die zorgende intuïtie, waarmee de vrouw nu eenmaal ruim bedeeld is. En ee'. man die voor de plantenzorg moet inspringen merkt niet dat ze dorst heb ben want hij heeft zoveel anders aan zijn hoofd. De hond eten geven is wat anders, die blaft tenminste nog. De planten in huis hebben ook hun deel van de vakantie gehad. Toen het huis gesloten werd bleken ze een lastig blok aan het been. Vooral de bijzondere, de moeilijke, de troetelplanten, die men niet zo maar ergens in de tuin of op het balcon met voortdurende natte voeten, aan hun lot kon overlaten. De hond en de poes konden naar het asyl, maar voor de liefste planten bleef er niets anders over dan ze uit ie besteden. Met alle ge sjouw dat het betekent. Sommige plan- De porseleinkast uit de verzameling van mevrouw Burkij is vijftig cm hoog. Dordts Sara en Amalia, die mis ik ver schrikkelijk" zegt mevrouw A Burkij-Bartelink, terwijl ze rond kijkt in haar Scheveningse woonka mer, die er toch allerminst verlaten uitziet. Het is ons een raadsel, hoe onze gastvrouw de hele poppenver- zameling, die nu aan het Dordtse Mu seum Van Gijn in bruikleen is gege ven, in haar woning heeft kunnen herbergen. Nu kan er veel, in som mige huishoudens, maar ook me vrouw Burkij moest tenslotte zwich ten; haar huis werd werkelijk te vol. De werkster had inmiddels al vier Uur voor één kamer nodig! Toen ging mevrouw Burkij op zoek haar een museum, dat haar verza meling antieke poppen zou willen op nemen. Dordrecht zei ,,Ja graag!" en de tentoonstelling ,,Het brave Saartje", die tot 1 november duurt, ls daar het gevolg van. Want toen men de poppen en hun geheel uit an tieke lapjes gemaakte garderobe na der bekeek, bleken ze te mooi om er niet extra de aandacht op te vestigen. Het zijn er twintig in getal, in twaalf ®ar tijd bijeengebracht. Met alles wat !rbij hoort, van wiegen tot poppenhuis :afelmessen (met agaten heftjes) toe. de Parijse Vlooienmarkt (mevrouw Burkij woonde in de oorlog in de Franse hoofdstad) lag het begin van de ver- Speling; jn Holland is de collectie la- gep.UlJ;g.ebreid: door eind°loos „getrog- bezoeit farnilieleden, door veelvuldig vcilinepnan, tweede-hands markten en 'le'e land talloze ritten door het kop van Nnvooral in Friesland en de Burkij haar°rd-HoIlarld, waar mevrouw ,,Ik heb een Sc-'hatten verborgen wist. zegt ze lachendeus voor die dingen", werden meest=i i. ?n h'aar speurtochten a' beloond. In Hindeloopen De Nore z als de meeste bergbe woners vaardig met alle soorten kunst nijverheid en huiselijke ambachten. Over- het werken met raffia heeft de Noorse Bibbi Jessen een klein boekje samengesteld, uitgegeven bij Kluwer, Deventer, met duidelijke tekst en teke ningen, dat reeds een derde druk be leefde. Waarmee bewezen is, dat ze vele handen op bevredigende wijze aan het werk heeft gezet met dit fascineren de materiaal, waarmee men kan vlech- A. Bgl. kwam een allerliefst wiegedekentje voor de dag, waarin een grootmoeder Uit vele stukjes sits een hele familie geschiedenis bijeen heeft gebracht. Er gens anders kwam een hele koffer oude poppekleertjes vandaan, vuil en kapot, maar de moeite van het herstellen overwaard. Mevrouw Burkij is er trots op, dat haar poppen en het speelgoed alle tekenen vertonen, indertijd duchtig „bespeeld" te zijn geweest. Zjj maakte zelf uit soms tweehonderd jaar oude lapjes de kleren, die haar poppekinderen nodig hadden, tot hun hemden toe. De meeste dragen zelfge breide kousen ook. Wie met zoveel liefde en geduld een verzameling bij een heeft gebracht, moet zich bij het afscheid wel een beetje leeg voelen. Sara en Amalia dus, de oudste, de mooiste, en ook de meest dierbare van het twintigtal, kijken niet meer met hun ondeugende koppen om de poten van het spinet. Zij lijken ove rigens door de verhuizing in het ge heel niet uit hun evenwicht gebracht. In een fraaie vitrine zetten ze hun poppeleven voort en bewaken intus sen de speelgoed-likeurkast, die aan hun hoede is toevertrouwd. Wie in het Museum Van Gijn gaat kijken, moest zich eigenlijk van een rondlei der verzekeren, omdat er bij deze poppen zo verschrikkelijk veel te ver tellen is. Afgelopen zondag waren er in het Dordtse museum tweehonderd bezoekers, wat men een record zou mogen noemen. „Oma, wat is een baker?", vragen de kleinkinderen, en oma is zo goed niet of ze moet met haar jeugdherinneringen op de prop pen komen. Ze moet een uitleg geven bij het houten schooltasje, bij de trek- mangel en de linnenpers, vertellen van saai en sits, en van de rieten manden waarin de broden werden ge haald. Met eindeloze zorg is alles bij eengebracht, wonde-lijk gaaf nog, de meeste stukken. bij een pleegmoeder te zijn. Vooral als die hoort tot de „jlantenmensen", die iets in hun vingers lijken te hebben, waarmee ze elke scharminkel in pot kunnen opkweken. In hun „sanatorium" komen de moeilijkste en meest uitheem se planten tot bloei, krijgen wonder schone bloemen en nieuwe scheuten, die met koestering omringd worden. oms zien planten e, echt goed uit als ze van een logeerpartij terug komen. Zoals kinderen die dikke wangen hebben gekregen en die door het andere een beetje hernieuwd zijn. Voor planten, waaraan men gehecht is, die men al jaren koestert en kent in elk blaadje en knopje dat ze maken, is als het huis lang gesloten wordt, een pleeg gezin de enige oplossing. En eigenlijk is de gewone geranium ook veel beter af als hij uit logeren mag dan wanneer hij in een dichte kamer achterblijft, wèl met een geïmproviseerde watervoorziening, maar zonder frisse lucht. Geen een plant kan tegen gebrek aan lucht. Het schijnt overigens een beetje ach teruit te gaan met de geraniums. Men houdt nu meer van groene planten. De klimop mag ineens overal tegen de bin nenmuren klimmen en de cissus-soorten slingeren zich langs de moderne wand- meubels alsof ze liaantje spelen. En de onbeweeglijke sansevieria is bijna een huis-aan-huis-besmetting. Maar die heeft het groot voordeel dat hij bestand is tegen zon achter glas en het dus uit houdt op het zuiden op de vensterbank van een raam zonder bescherming. TT et is overigens met de planten- I mode niet zo heel veel anders als -*• met de klerenmode. De een ziet het bij de ander en wil het ook. Zo gaat het nu bijvoorbeeld met 'le bougainville, die paarse exotische plant met sierlijke takken dichtbezet met de paarse bloe men, die geen bloemen zijn maar blaad jes. De piepkleine bloemetjes zitten daar binnenin. De bougainville is van nature geen sterke kamerplant, maar sinds en kele maanden heeft de kweker een be handeling uitgevonden om de plant ster ker te maken. Met forceren kan men tegenwoordig veel bereiken, maar eigen lijk hoort de paarse bougainville alleen maar in de felle tropische zon tegen een azuurblauwe lucht, vrij woekerend tot een donkerpaarse dichte jIk, die hoog in de cypressen en egen oude muren klimt. Zo zien wij die paarse overvloed nog in de rechte bomen bij de bron van Nazareth en op het eiland Rhodos tegen de muren van de machtige oude burcht van de Kruisvaarders, die schuil gaat onder weelderige dikpaarsdotten. Een nieuwe kamerplant, die men in eens bij liefhebbers tegenkomt is ook de hibiscus, met donkerrose eendagsbloe- men die lijken op papieren rozen. Dat doen stokrozen ook een beetje, het is dan ook dezelfde familie, namelijk de kaasjeskruidachtigen. Een eendagsbloem heeft iets heel fascinerends, men bekijkt dt. opgerolde knop met grotere spanning en men geniet intenser van de korte, broze schoonheid van de bloem, als die in volle glorie staat te pronken. Tot de mode van de laatste tijd horen ook de bakjes gevuld net groen-blij- vende planten. Dat is weer eens wat an ders dan het rijtje potten op de venster bank en men hoeft maar éénmaal water te geven. Van zo'n plantenfamilietje bij elkaar heeft men het meeste plezier als ze van jongsaf samen in de sierbak zijn gekweekt. Dan hebben ze één wortel kluit kunnen vormer wat ze sterker maakt dan wanneer men later de plant jes zelf bij elkaar zet. A. Bgl. iiiiiiiitiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiHii een met dat msmsm Amalia en Sara, ae twee 18e-eeuwse houten poppen, thuis m Schevenino r kwam, toen mevrouw Burkij be gon t° verzamelen, iets bij, dat haar in verhoogd tempo deed werken. Dat „iets" werd haar_nog eens te meer duidelijk, toen zlJ n nnr)Den een kist met veertien antieke P°PPen zag inpakken ten gerieve van Amerikaanse dame. Ze zag net lede ogen aan en besloot vanai moment alles te doen wat in naai macht was, om óók nog wat hier te houden. In tien jaar tijd zijn de prijzen ook op deze markt aanzienlijk geste gen; de oude inboedels, veelal opge slagen op zolders an grachtenhuizen, zijn of worden in rap tempo geveild, nu de meeste huizen van particuliere in andere handen overgaan. Bij de veilingen zijn het, als overal elders, meestal de Engelsen en Amerikanen of hun vertegenwoordigers, die de mooiste stukken meenemen. Aan de beschreven activiteiten van mevrouw Burkij hebben vfrij nu dus „Het brave Saartje" te danken. Voor deze collectie 18de- en 19de-eeuwse pop pen en speelgoed is in Dordrecht een zaaltje ingeruimd. Uit het eigen bezit van het museum zijn de kinderportret ten, die aan de wand hangen. Wie meent op de collectie uitgekeken te zijn, kan in het museum de stijlkamers gaan be kijken, de oude keuken, de klokken, de costuums en wat al niet meer. Bij de scheepsmodellen snuift men zelfs een opwindende zee lucht op, waaraan de geur van de haven, waarop het museum Van Gijn uitkijkt, niet vreemd zal zijn. Mevrouw Bur kij intussen mist Sara en Amalia, en al de glazen ogen, pittig, bedeesd, schijnheilig of on nozel, die haar plachten aan te staren. We hebben gevraagd of het nu met het verzamelen echt afgelopen zou zijn. „Och", zei onze gastvrouw, en het was voor het eerst die middag dat we haar even hoorden aarzelen, „ziet u, als ik wat tegenkom dan koop ik het natuurlijk toch!" Het is daarom mis schien niet onver standig om ovei twaalf jaar weei eens in Schevenin- sen te gaan kijken. Dit sportieve gelieel is te zwaar voor een niet-forse vrouw. Het is uit de collectie „Extension" dat is iets minder exclusief dan pure haute couture van Maggy Rouff. De zwart-witte visgraat tweed is aan de mari- niére, zoals men in Frankrijk dit jumpermodel noemt, afgebiesd met zwarte tricot. De knopen, die ook op de lage zakken zitten, zijn in dit geval doodgewoon. Dat is voor het aanstaande winterseizoen een uitzondering, want aan enigszins geklede mantels schitteren de knopen, zo groot als rijksdaalders, je van verre al tegen. De knoop van git is het etiket op de wintermode 1960. Een wel ongewone titel gaf Rita Wa genaar haar roman mee, die bij J. H. Kok N.V. te Kampen van de pers kwam; een titel, die door de inhoud niet voldoende gehonoreerd wordt, maar toch ook niet louter als blikvan ger dienst doet. Er komen inderdaad een drietal toe spelingen in de tekst voor, maar wat zegt de lezer van de volgende, uit de conversatie gelicht van de „heldin" met haar enige aanbidder, een jacht- vliegenier? „Ik houd van vliegen," zei hij. „Vliegen is voor mij wat pianospe len voor u isHet vliegen om het vliegen, dat is als de muziek, die u speelt: heimwee naar de hemel." Direct ascetisch-gekleurd is geen van beide vergelijkingen. Niettemin heeft het verhaal als geheel in elk geval de tendens, vierkant stelling te nemen te gen het misbruik van een Godsgeschenk §eheel tegen de bedoeling van de chepper in; en uit dien hoofde ver dient de titel toch meer algemeen ge waardeerd te worden als samenvatting van een stuk verdienstelijke lectuur uit christelijk oogpunt. De protestantse schrijfster kunnen wfj uiteraard bij de ontwikkeling van haar gegeven eigenlijk de bekerings geschiedenis van haar hoofdfiguur van ons standpunt uit niet altijd even geredelijk volgen en ook op het roman technische vlak rijzen nu en dan be denkingen. Er zijn nochtans een paar hoogtepunten aan te wijzen, waarvan hier gaarne allereerst rekenschap zij gegeven. Daar is enerzijds de „wande ling", alle 230 bladzijden langs, door een goed deel der (klassieke) muziek met daarop aansluitend de levendige schildering der piano-voordracht van Beethovens „Pathétique"anderzijds de knappe beschrijving van het verblijf wjj zouden zeggen: retraite-afzonde- ring in het Zwitserse hoogland, cul minerend in de even roekeloze als stoutmoedige beklimming van de sneeuwtoppen en de noodlottige misluk king van het eenzame avontuur, al valt het ons moeilijk de schrijfster te vol gen als zij in dat gevecht met de berg symbolisch „een gevecht om God" wil zien, dat voor het bijna verongelukte slachtoffer de vriendschap met God zou hebben hersteld. Zo heet de hoofdfiguur uit het ver haal, beurtelings levende in twee we relden: als Franciska in het kunstma tig van de samenleving afgesloten mi lieu der ouderlijke villa, als het vrolij ke Fransje, zodra de levenslustige jon gedame bij naaste familie of elders aan illllll de beklemming van „Mon Repos" weet te ontsnappen. De schrijfster doet het voorkomen alsof het in evenwicht bren gen van beide sferen een psychologisch aannemelijke solutie betekent. Wij gelo ven van niet. Franciska dérailleert als Fransje wanneer ze door haar piano studie in contact komt met een kwaad willende muziekleraar, op wie ze onmo gelijk verliefd kan worden doch met wie haar hartstochtelijke natuur zich tot al lerlei „lelijks" laat verleiden. Een doorslaande invloed van een der beide „werelden", ten goede of ten kwade, valt niet te ontdekken. Hier pleit ook het hooghartige karakter van Franciska- Fransje van meet af tegen. Voor wat de overigens zeer te waar deren stijl van de schrijfster betreft, zij hier de belangstellende vraag aan toegevoegd wat in 's hemelsnaam met de uitdrukking „zijn haarwortels prikten van schaamte" (pag 11) wil gezegd zijn. Zij wordt later in de loop van het ver haal nog eens herhaald. L. HAZELZET. De Franse vrouw op vakantie, waar ook, aan zee of op het droge, draagt katoen en een hoed op het hoofd. De hoedenindustrie heeft ja renlang steen en been geklaagd en het vrouwelijk publiek de ergste verwijten naar het hoedloze hoofd gegooid. Ineens, op onverklaarbare wijze, zoals een troep kwetterende spreeuwen allemaal tegelijk op vliegen als er één de boom verlaat, zet iedereen een strooien hoed op. Dat zijn van die rages, die met gro te snelheid om zich heen grijpen, de besmetting doorgeven over alle grenzen en dan ook plotseling weer verdwijnen. Misschien heeft de warme zomer met de vele over uren aan stekende zonneschijn er ook wel het zijne toe gedaan. Op de foto poseert de Franse actrice Nicole Maurey met een strooien koelie-hoed op. Haar lange jak is van lichtblauwe bedrukte chintz en de rok van linnen. De sandalen zijn van stro, net als de hoed llllllllllllNllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIINMIIIIIinMIIIIIIIIIMIIIIlllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIMUIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllMIIIMIIIIIIIMIII (Van onze medewerkster in Parijs) et is een heel ander slag Parij- zenaars die in de laatste augus tusdagen op reis gaan dan die hun vakantie in het begin der maand nemen. Toen waren het zenuwachtige moeders, met bagage belaste vaders en moeilijk in bedwang te houden kinderen, die ademloos langs de trei nen holden om hun plaatsen te vin den. En daar die treinen soms meer dan dertig rijtuigen lang zijn was dat heus geen makkelijke onderneming. Nu zijn het eerder mensen op leef tijd met weinig bagage, maar met een poes in een mandje en een hond aan de leiband. Het lijkt wel of alle Pa- rijzenaars er nog honden op na hou den. En dat is toch stellig niet waar, want men ziet er op straat hoe langer hoe minder. Maar oude mensen die hun leven lang honden hebben gehad, kunnen moeilijk buiten de gezelligheid en de aanspraak die zo'n dier geeft, ook al wordt het houden er van hoe langer hoe bezwaarlijker in een grote stad. In de stationshalls proberen al die viervoeters kennis met elkaar te ma ken, wat zowel een rukken en trekken aan de leiband van de honden als van hun eigenaars ten gevolge heeft. De laatsten zoeken dan ook al even dood moe hun plaatsen op als de vaders en moeders met kinderen! Een vakantie nemen van drie, vier weken is nu in Parijs algemeen g'ewor- en, onverschillig de verdiensten van et gezin. Er zijn mensen te over die ach elf maanden lang alles ontzeggen om die ene maand naar buiten te kun nen gaan. En ze menen in alle ernst dat elf maanden zich bekrimpen opw „gt tegen het genot om vier weken lang wat ruimer te kunnen uitgeven. Men meent dat dit jaar zeventien miljoen Fransen op vakantie gaan en gedurende die tijd minstens 600 miljard franken zullen uitgeven. Dit is zo on geveer het bedrag dat de Franse ge- salarieerden per jaar moeten betalen aan inkomstenbelasting! In 1950 waren er vijf en een half mil joen vakantiegangers in Frankrijk. Dit cijfer liep gestadig op en in 1954 waren het tien miljoen Fransen die vakantie namen. Toen in 1957 drie weken vakan tie werden voorgeschreven, steeg hun aantal tot veertien miljoen en nu is het zeker drie keer zo groot als in ^950. Parijs is stellig de stad waar de meeste vakantiegangers vandaan ko men. Het overgrote deel der Parij- zenaars komt immers uit de provincie en heeft daar nog familie wonen of bezit er zelf een huisje, geërfd van de grootouders. De stad is nu dan ook uitgestorven. In hele straten zo ver als men maar zien kan, is soms geen auto te bekennen. De schaarse autobussen hossen en klossen in een oogwenk een lange avenue af en ner gens, maar dan ook nergens, is in de hele stad een opstopping te bespeu ren. De vreemdelingen, die onvermoei baar ondanks de hitte de stad door kruisen, zien eigenlijk een Parijs, ,0- als het er maar enkele weken per jaar uitziet: een doodse stad waar de con cierges met haar breiwerk en met de poes op haar schoot voor de straat deuren zitten, waar de ramen achter de luiken verborgen zijn en waar de winkeliers hun „ijzeren gordijn" heb ben neergetrokken. Zo weinig lijkt Parijs op wat het eigenlijk is dat een raadslid reeds het idee heeft geopperd, dat de Parijzenaars in de maand augustus niet allemaal te gelijk de stad moesten verlaten, maar bij gedeelten, zodat de vreemdelingen geen verkeerd beeld van Parijs krijgen en het voor een verlaten provinciestad houden. Onnodig te zeggen dat dit voor stel niet het minste succes zal hebben. Om voor figuranten in hun eigen stad dienst te moeten doen lijkt de Parijze naars wel wat al te gek! Diny K.-W aarschfjnljjk zouden de vader landse koeien als ze konden lezen en naar ons luisteren, allang dol zijn geworden van al het gedoe rondom de melk. En de koeien in de bergweiden, in de landen waar koeien zo gelukkig zijn hun zomers hoog in de bergen door te brengen de bergwei al of niet delend met toeristen zouden hun logge koppen schudden en daarbij de zware bel om hun plooiennek luid doen rinkelen, als ze, na de melkbel de huisvrou wen zagen drommen rondom de ge saneerde vakantiemelkkar en al het gesjouw en gesleep en gescharrel en gereken met statiegeld. Wat maken de mensen in het melkland zich het leven toch onmogelijk moeilijk, zou den ze denken. Daar heb je nu onze melk, het meest natuurlijke en zui vere voedsel, waar alles in zit. Wij hebben ons laten denatureren om het de mensen te doen toestromen als water en wat gaan ze er gecompli ceerd en ondankbaar mee om! En wat moeten er niet allemaal voor kunstgrepen aan te pas komen, met insignes op blazers van de jeugd om de buiten zijn oevers tredende melk plas dagelijks leeggedronken te krij gen. Bij alle melk-perikelen, de sanering, het vetgehalte, het overschot, de melk- cent, het gesjouw met flessen en de on wil om het leven van de huisvrouw te verlichten met de kartonnen verpak king, komt nu ook nog in deze uitzon derlijk warme zomer, het snelle beder ven. Met alle zuur geworden melk m deze weelderige zomer 1959 zou men vast wel een rivierbedding kunnen vul len. De oplossing voor dat laatste, in ons land waar men zó met de melk sjouwt dat ze er op warme dagen om vraagt om zuur te worden, is de melkpoeder. Er is kortgeleden door een Friese fa briek namelijk een nieuwe „droge vol le melk in de handel gebracht, die Begin augustus zijn het de vaders en moeders met kinderen en bagage, later in de maand de oudere echtparen met hun honden en poesen. goede diensten kan bewijzen, vooral in noodgevallen en als men het huishou den een beetje moet improviseren. De ze „Instant" melkpoeder zit verpakt in „zilveren" pakjes, net zoals de soep. Men lengt het geelwitte poeder aan met water in de opgegeven verhouding en dan heeft men melk. De gebruiks aanwijzing vermeldt slechts de oplos sing van de gehele inhoud van het zak je. Wil men kleine hoeveelheden tege lijk aanmaken, dan moet men de ver houding maar een beetje raden. Het was dan ook makkelijk geweest als op de verpakking ook had gestaan hoeveel water moet worden bijgevoegd bijvoor beeld voor gebruik van het poeder eet- lepelsgewijs. Want bij het koken heeft men ook dikwijls een „scheutje" melk nodig. En welke huisvrouw kan de to tale hoeveelheid poeder: namelijk 125 gram, op negentiende liter water on middellijk naar verhouding verkleinen? Een mooie examenopgave voor de klasse-overgang op de lagere school. Maar in de praktijk van het dagelijk se leven pleegt men op dergelijke vra gen te zakken Natuurlijk is, om zó te drinken, ech te melk lekkerder dan de aangelengde droge, maar alle voedsel dat gedroogd en ingeblikt wordt boet in aan smaak. Daarmee betaalt men het gemak. De pakjesmelk is ook wat duurder, maar als men in de prijs van de gewone melk alle zuur geworden liters calculeert die deze zomer door de gootsteen zijn ver dwenen (of in de varkensmaag), dan komt men niet zo heel veel duurder uit. En in ieder geval spaart men erger nis. En ijskasten zijn nog steeds zeer in de minderheid in het Nederlandse gezin, al zullen ze wel aan populariteit winnen naarmate men meer in flats gaat wonen. Voor het kleine huishouden en vooral voor het piepkleine eenmanshuishou- den, is de melkpoeder het ei van Co lumbus. Wie bijvoorbeeld melk in de thee drinkt (veel lekkerder en veel be ter voor de maag) kan alleen daarvoor moeilijk telkens een fles melk nemen. En de langer houdbare koffiemelk is te dik en voor de fijne drank die thee moet zijn, te substantieel. Men kan er geen „wolkje" van nemen. Vraag het aan huisvrouwen die in de tropen geweest zijn of in Amerika er gens in de uitgestrektheid vèr van de koe en haar goede gave, ze deden het altijd met melkpoeder. Voor de etensbe- reiding is het makkelijk. Het laat zich makkelijk meenemen en is, zonder veel plaats te eisen, te bewaren. Veel practischer zou het echter ge weest zijn als op de verpakking niet een gewone dooddoener was afge drukt, zo'n kreet als „van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat verse melk in huis." Daar heeft de gebrui ker niets aan. Daarvoor koopt hij im mers een pakje en daarvoor niet al leen, maar juist om in de nabije toe komst niet in melkverlegenheid te ge raken. Wat hem intrigeert is, hoe ver strekt die nabije toekomst zich uit? Hoeveel maanden kan hij het zakje bewaren zonder dat de inhoud be derft? Het lijkt ons in hoge mate wenselijk dit op het.zakje te vermel den. Zowel wat betreft in de gesloten toestand als na gedeeltelijk gebruik. Het meest zou de gebruiker gebaat zijn bij een datumstempel op het pak je van de dag dat het poeder de fa briek verlaat. Op het capsule van de melkfles moet de weekdag ook inge drukt staan. (Hoewel dit met het blo te oog bijna niet te ontcijferen is!) A. Bgl.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 9