Gezin in en tegen familie en buurt
ADAT OF EIGEN IDEAAL?
ie muzikale prestaties op
de Spaarndamse Westkolk
Knappi
L eervliet
BALDADIGHEID IN NEDERLAND
Ere-goud voor jubilerende
mejuffrouw S. C. Keizer
EEN SOCIOLOOG OVER DE ACHTERHOEK
De dooie boer is aan zijn eigen
begrafenis toe
Wederom veel
voor het
geld gevraagd
onderwijs
m
Grote Houtstraat 96, tel. 12210
Studie aan de hand van persberichten
AUDIUM
—Oorzaken bij jongeren, ouderen en maatschappij—
Ter griffie van het Kantongerecht
HAAR SCHAAP LOPE
NA 8
PAGINA
SEPTEMBER 1959
VRIJDAG
ZEER BIJZONDERE AANBIEDING
TERLENKA - TREVIRA - DRALON
KOSTUUMSvanaf f 129.50
TERLENKA pantalons
45 wol, 55 polyester f 29.50
SPORTCOLBERTS „ZAALBERG"
moderne kleuren f 49.50
REGENJASSEN, ruitvoering,
met satijnen rug f 37.50
Portefeuille gerold met
ƒ1300
Bij Van Gorcum en Comp. N.V. te Assen is in de bekende serie Bouw
stenen voor de kennis der Maatschappij, een uitvoerige studie over de
familiehuishouding in de agrarische Achterhoek verschenen. De oude
samenwoning op het nieuwe platteland, van dr.
G. A. Kooy die reeds eerder van zich deed spreken'door zijn dissertatie over
net veranderende gezin in Nederland. Evenals vorig jaar Saal's Boeren-
dit boek e' n Nederland, in dezelfde reeks verschenen, levert ook
schan r)_ef!-?''aardevolle bijdrage tot de kennis van de plattelandsgemeen-
TjJd van de romantische lofliederen op het probleemloze, onge
repte dorpsleven is voorbij. De menselijke verhoudingen zijn in de agra
rische samenleving niet langer probleemloos en vanzelfsprekend. Het melk
meisje is veel van haar „eenvoud" kwijt. Wie dat betwijfelt, realisere zich
dat er zoiets als een plattelandsneurose bestaat. Deze kan slechts wortelen
in spanningen die met de idylle des gerusten landmans weinig strookt. De
emancipatie van het individu, in de steden reeds ver of te ver gevorderd,
tekent in steeds sterker mate de landelijke samenleving. Er zijn tal van
wrijfpunten tussen bijvoorbeeld ouders en kinderen. Die wrijfpunten ken
nen, is de eerste eis. Daarvoor is een reis naar het land onontbeerlijk. Een
conflictologie opbouwen, zo, dat de diepere grond zichtbaar wordt, het
principe dat verband brengt tussen legio losse feiten en conflicten, is de
socioloog voorbehouden. Deze zal bij het verzamelen van de feiten exact te
werk moeten gaan. Bij de opbouw van de structuur zal hij enige visie niet
kunnen ontberen. En als hij een werkschema voor de praktische sane
ring tenslotte zal willen opstellen, zal hij een wel bijzonder grote voorzich
tigheid moeten betrachten.
SLECHTHORENDEN
nieuwe
boortoestellen
horen
zien
Advertentie
VELIT
Woensdag is op het Haagse station Hol
landse Spoor de portefeuille van een in
woner van Katwijk gerold. De porte
feuille bevatte Nederlandse en Belgi
sche bankbiljetten ter waarde van 1300.
Voor jaar veertig jaar trouwe dienst
bij de Haarlemse Griffie is mejuffrouw
S. C. Keizer een koninklijke onderschei
ding ten deel gevallen. Donderdagmid
dag werd zij in het gebouw van de
Griffie in de Jansstraat in het bijzijn
van superieuren en collega's gehuldigd.
De griffier, mr. J. Gerretsen, die als
eerste spreker het woord tot haar richt
te, zei uit naam te spreken van de
Minister van Justitie. ,,Ik heb een blij
de mededeling voor u", aldus mr.
Gerretsen. „Het heeft H.M. de Konin
gin behaagd u de ere-medaille in goud
toe te kennen, verbonden aan de Orde
van Oranje-Nassau en ik acht het een
voorrecht u zelf het ereteken te mo
gen overhandigen." Deze voor mejuf
frouw Keizer zo prettige tijding werd
door de vele aanwezigen met een kla
terend applaus begroet.
De jubilaresse zag zich vervolgens
geplaatst tegenover een aantal spre-
Op de bruiloften, waar zo'n vierhonderd gasten uit de „noaberschap" verschenen, werden heel wat glaasjes geschonken: een zware belasting voor het jonge paar.
Landman niet langer gerust
Conflictstof ligt op het platteland op-
Iaai'0pt' Dat bIeek reeds uitvoerig uit
versóSh„BoerenSezin, en uit het eerder
Van der0IR- hoek van mevrouw Stork-
Kooy heeft L De Drentse boerin,
perkt: het inwonen1 één wl.«fP"nt de-
deren bij ouders va„VanÜAeh^deh Kin'
of zuster bij broêr ^fn °"fBeb"^de broer
trouwd zijn Dit we'te^p^1 sfae"
ren op een punt maakt het Ww
der levendig dan 't juisf |eoake
maar het dient gezegd dat de s'hril'
ver 'n leesbaar werk geschreven heeft
Die leesbaarheid stamt deels uit de op.'
bouw van zijn studie. Eerst de verbrei
ding en de aard van de samenwoning
in de Achterhoek, vergeleken met sa
menwoning elders, zo, dat ook de sa
menhang tussen het verschijnsel en
bedrijfsgrootte en godsdienst ter spra
ke komt. Daarna worden een aantal in
gezonden stukken, in een landbpuwblad
verschenen over de samenwoning, ge
analyseerd. Als deze „bewogen pension
voerders" zo'n beetje het probleem ge
steld hebben, worden in twee hoofdstuk
ken de meningen gegeven zowel van
streekkenners-niet-boeren als van de
agrariërs zelf. Bij wijze van sluitstuk
volgt dan het oordeel van de socioloog
die zich tot dusver op de achtergrond
heeft gehouden. In een nawoord worden
tenslotte een aantal meningen gege
ven, waaraan de praktische werkers ten
plattelande ongetwijfeld wat hebben.
Wat door de schrijver ook ontleed wordt
de ingezonden stukken, de meningen
van boeren en niet-boeren waaruit dui
delijk blijkt dat in de Achterhoek de
inwoning onbehagen wekt. Waarom nu
pas? En juist ook in de Achterhoek?
Want de onderzoekers is gebleken dat
in de Hollanden, Groningen en Fries
land de ééngezinshuishouding allang
als normaal wordt beschouwd. Óp de
afgelegen zandgebieden bieef het jonge
gezin opgaan in het grotere verband,
en vooraj in de Achterhoek waar de
samenwoning in stand werd gehouden,
wat een uitzondering is in de Westerse
wereld. Dat Kooy, gezinsspecialist, tot
dit unicum werd aangetrokken ligt voor
de hand. En hij heeft zich de moeite ge
troost, de grootste helft van zijn boek
te besteden aan het onderzoek, of er
in de Achterhoek inderdaad sprake is
van verzet. Het scheen van wel. maar
Was het ook zo? Nu kan men zeggen
dat de enquête beperkt was. en Kooy zelf
geeft dat toe. Maar van de andere kant
Werden de formulieren zodanig uitge
bet en de proefpersonen voor de hear-
lngs zodanig gekozen, dat veel geen toe
val meer wezen kan. Bovendien was
tussen boeren en niet-boeren zoveel
overeenstemming, dat aan het verkre-
Son materiaal grote waarde gehecht
mag worden, tn ieder geval genoeg om
met zekerheid te kunnen zeggen, dat
er plaatse de samenwoning wel de-
|allJk in Frage is. En dat wi] wat zeg-
sen, als men ziet hoeveel van die sa
menwoningen in het onderzoekings-
«ebred werden geteld. Van alle huis-
genfoto eerst, en dan pas kan het ope
ratie-mes redding brengen. De historia
morbi is voor iedere chirurg van groot
belang.
En al is het allang niet meer de ge
woonte om de gemeenschap met een
biologische organisatie als het lichaam
te vergelijken, Kooy heeft voor zijn his
toria morbi een pas teruggezet in de
geschiedenis van de Achterhoeksesa
menleving eri geconstateerd, dat ze op
vallend lang, bijna tot deze eeuw toe,
geïsoleerd gebleven is. Daardoor heeft
die gemeenschap de boot, d.w.z. de in
dividualisering gemist. De dorpen ble
ven klein en afgelegen, en de bewoners
daardoor, als alle primitieven, sterk op
elkaar aangewezen. De grond was
schraal, met man en macht moest ge
werkt worden om in leven te blijven.
Een trouwpartij ging niet slechts de
beide partners aan, maar heel de fa
milie. Het huwelijk had minder eroti
sche, meer zakelijke betekenis. Als kin
deren niet gemist konden worden,
trouwden ze niet en zeker niet buiten
het huis. Niet de liefde van de een tot
de ander gold, maar het belang van alle
betrokkenen. Nu echter weten de zoons
en dochters beter, de individualisering
heeft ook hen aangetast, ze dromen
van liefde en geluk, van een eigen huis,
een eigen gezin. Precies zo redeneerde
ook Saai die onderscheid maakte tus
sen gevoelsintegratie en arbeidsintegra
tie, tussen de objectieve en subjectieve
houdingen in de Achterhoek zijn er
46% pet. samenwoningen. In de Graaf
schap bleek de verhouding zelfs fifty-
fjfty. Is 't verzet van de bevolking wer
kelijk zo omvangrijk als Kooy meent
aannemen en de lezer kan
„n3k anders geloven dan ligt de
soci;,liS10v?°r de hand: er dreigt een
van hpci se' de volksgezondheid
een streek is in gevaar.
de^Marmldok^trekt' hT*6 di<5f
predikanten en h i pas1toors',
eerder.Op hun kret?« 5 a' ,?ee'
met de vraag: is die campagne tegen
de samenwoning wel
Moet er inderdaad zosnel In ^°°r"?
pend mogelijk aan gedokterd woïden?
Is de samenwoning daar inderdaad ai
leen maar een instituut waarin de
grootmoeder de schoondochter sla
vin maakt, haar het kindertal voor-
schrijft en haar kinderen opvoedt naar
haar verouderde opvattingen? Alleen
maar een gemeenschapsvorm waarin
oompjes en tantetjes onmondige, goed
kope hulpkrachten zijn? Waarin de zoon
het bedrijf van zijn grootvader over
neemt en zijn vader tussen twee gene
raties in ja- en nee-knikker blijft?
Uit het materiaal blijkt dat de twee
de generatie in zo'n familie-band wer
kelijk dreigt te worden overgeslagen.
Dat vooral de schoondochter de dupe
wordt van de inwoning. Dat heus van
de ooms en tantes wordt geprofiteerd.
Toch neemt Kooy de anti-propagan-
da niet over. Meester van het feitenma
teriaal dat hoort bij dit ene. heel de
gemeenschap aantastende wrijfpunt,
speurt hij naar de dieper liggende oor
zaken, naar de structuur, naar het gro-
liT? beste) waartot ie samenwoning be-
s?2F 'aatste, interessantste
deel van zijn boek plaatst hij het Wes
terse samen woningsrelict in een rui
mer geheel. En hjj vraagi zich af: uit
welk grondpatroon stamt dit samenwo-
mngstype Waarom zijn er zoveel on^e-
huwden? Waarom blijft de grootmoeder
bazen ovei haai schoondochter? Ik zei ai-
eerst hier wordt dit boek waarlijk in
teressant Getallenreeksen zijn slechts
hulpmiddelen. Onvrede met een bepaald
normenpatroon kan inderdaad worden
vastgesteld, maar wat dan nog? Ais
iemand zegt: het doet daai en daar
pijn, komt men niet veel verder. Men
dient de oorzaak te achterhalen, na te
speuren dat het hier pijn doet, omdat
daar of ergens anders in het organis
me een zenuw in de knel zit. Een rönt-
gezinsverbondenheid Het ging niet om
het eigen hart indertijd, maar om de
akkertjes van heel de familie. En als
die het celibaat eisten, werd er niet ge
trouwd. De mens was toen nog niet ge
ïndividualiseerd en legde zich neer bij
de adat.
"Wat adat was of niet was, bepaalde
kerk, familie en noaberschap, de
drie instituten van de buurtschap. De
buurtschap vormde het samenle
vingskader waarin destijds de samen
woning ook paste. En daarin was en
is nog de noaberschap van overwe
gend belang, zijnde het zelfgekozen
verlengstuk van de familie. In iede
re familie leeft het besef, dat ze het
niet zonder buren kan, en ze kiest als
ze zich in een buurtschap neerzet, zelf
haar noabers of buren, zeven, tien,
zestien al naar de omstandigheden.
De belangrijkste is de noaste noaber.
De noabers konden eertijd^ niet ge
mist worden, niet in het dagelijks
werk, niet in nood- en sterfgevallen,
niet bij feestelijke gelegenheden. Als
men zelf geen paard bezat, was een
buur met paard onmisbaar. De buren-
diensten waren nauwkeurig in ge
woonten vastgelegd. Bij overlijden
werd de noaste noaber gewaarschuwd,
ai? de andere buren verwittigde.
Alle buren kwamen bij elkaar en de
laagste inschrijver nam de taak op
zich de familieleden op de hoogte te
brengen. Het bedrag, werd door de
overige buren betaald, die ook de
rouwbrieven bekostigden. De dooie
boer zorgde bil doopsel, trouw en
dood voor het gerij. En doet dat nu
vaak nog. Het komt zelfs voor dat te
genwoordig een niet-autobezittende
dooie boe; v^oi een taxi zorgt bij ge
legenheid van een doopplechtigheid bij
een auto-bezittende familie. Duidelijk
teken dat de vanzelfsprekendheid der
burendiensten in de moderne tijd ver
vaagt.
De buurtschap is geen geïsoleerde,
onthande miniatuurgemeenschap meer.
In de laatste eeuw zijn de grenzen door
broken, er is een werktuigen-coöpera
tie; ieder die inaar wil kan een taxi nel
len; een telegram verwittigt in de
kortste keren de verste verwanten, er
zqn nieuwe instituten als b.v. gezins
hulp, men heeft een begrafenisverzeke
ring etc. etc. Wie zich uitsluitend bezint
op organische noodzaak, kan moeilijk
anders zeggen dan dat de dooie boer
aan zijn eigen begrafenis toe is. De men
sen zpn meer en meer in staat zichzelf
te helpen. De noaberschap heeft aan
functionaliteit ingeboet. Waar vervol
gens bijkomt dat het individu werd be
roerd door de moderne tijdgeest en dus
streeft naar eigen intimiteit, en waar
schijnlijk juist in droeve omstandighe
den zelf zijn rouwpost wil verzorgen. De
nabuurschap moet aan innerlijke bin
ding verliezen, nu zowel de materiële
als de innerlijke behoefte eraan in toe
nemende mate afneemt. Dat doet ze
dan ook. Maar als de nabuurschap in
het geding is, is het tevens de samen
woning, die integrerend bestanddeel is
van juist genoemde gemeenschaps
structuur. Als de hoeksteen verzakt
scheurt de muur. En in dit verband
dient ook de waarschuwing gezien te
worden, die indertijd van de kansels uit
ging tegen de massale buurtbruiloften
met enkele honderden gasten. Finan
cieel zijn .ze soms een ramp voor de
huwenden, ze passen niet meer zoals
ook de dooie boer zijn tijd gehad heeft.
En het is de grote verdienste van Kooy
in zjjn boek dat hij, t geroepen bij de
scheuren in de muur' van de Achter-
hoekse boerderij, naar de fundamenten
groef en da&r verzakkingen bespeurde.
Door zich tot één wrijfpunt te beper
ken, en dit gedegen te onderzoeken,
vond hij de oorzaak van nog vele ande
re.
In zijn conclusies is Kooy voorzich
tig. Hij zegt niet: weg met de noaber
schap. Hij constateert slechts dat ze
in een kritisch stadium komt; dat ze
haar wortels heeft in een cultuurperiode
die verleden tijd wordt. Hij constateert
echter tevens dat de Achterhoekse boer,
al heeft hij praktische bezwaren, men
taal nog met vele banden aan de
buurtschap en de noaberschap gebon
den is. En die zal men moeten eer
biedigen. Hij concludeerde ook dat de
onvrede met de samenwoning er mo
menteel een reëel feit is. Hij geeft ech
ter niet als onverzoenlijke mening te
kennen, dat nu dus naar absolute
scheiding tussen ouders en getrouwde
kinderen gestreefd moet worden. Daar
voor zijn de financiële bezwaren te
groot. De bouw van een nieuwe woning
drukt te zwaar op de veelal kleine be
drijven. Bovendien is de Achterhoeker
psychisch niet alleen sterk gebonden
aan zijn noabers, maar ook aan zijn ver
wanten. Hij is op een eigenlijk toch diep
menselijke en dus gezonde wijze fami
lieziek. De ouwelui, de ooms en tantes
zullen vaak een last zijn. maar ze kun
nen op de familie-akker niet gemist
worden enze horen er toch eigen
lijk bij! Daarom wenst Kooy geen alge
hele scheiding door te zetten en ziet
hij daarentegen veel meer heil in de
verbouwing van de Achterhoekse boer
derij, zo, dat de samenwoning niet hoeft
te gaan ten koste van de intimiteit van
het jonge gezin. Twee groepen in twee
woonruimten maar onder één dak.
Dat kan de bruine trekken en het hart
verdragen.
JAN ELEMANS
Teneinde het peil van het gymnas
tiekonderwijs in de katholieke lagere
school aan de Koningstraat op het ge
wenste peil te kunnen doen brengen
stellen B. en W. de Haarlemse gemeen
teraad voor 11.557 beschikbaar te stel
len voor het aanvullen en vernieuwen
van de inventaris van de gymnastiek
zaal van de school. Voorgesteld wordt
724.17 beschikbaar te stelllen voor het
aanschaffen van leer- en hulpmiddelen
voor de katholieke lagere school aan
de Jacobijnestraat. Een bedrag van
4.753 wordt gevraagd voor de eerste
aanschaf van leer- en hulpmiddelen ten
behoeve van het thans begonnen twee
de leerjaar van de nieuwe katholieke
ULO-school aan de Richard Holkade.
De stichting van de bijzondere Ulo
school aan de Planetenlaan heeft niet
784.800 gekost zoals men aanvankelijk
had geraamd en voor welk bedrag de
raad een crediet beschikbaar heeft ge
steld, maar 858.036,50. Van de raad
wordt nu gevraagd het destijds toege
stane crediet te verhogen met
73.236,50. De hogere kosten zijn het
gevolg van hogere lonqn en bouwkosten
en van bijkomstige voorzieningen en
van de verhoging van de prijzen voor
het inrichten van de school.
Voor het aanschaffen van leer- en
hulpmiddelen ten behoeve van de gere
formeerde lagere school aan het Leid-
seplein wordt ƒ562 gevraagd, hoewel
een verzoek was ingediend om 699.75.
Voor het verbeteren van de centrale
verwarmingsinstallatie in de protes
tantse lagere school aan de Slachthuis
straat, welke verwarming overgescha
keld zal worden op oliestook, wordt
18.315 gevraagd. Voor het aanschaffen
van leermiddelen aan de Van Zegge-
lenschool I, waar twee parallelklassen
gevormd moeten worden, is 483 no
dig. De boekenvoorraad van de Klaas
de Vries-mulo moet worden uitgebreid
in verband met het toenemen van het
aantal leerlingen. Hiervoor is 1525 no
dig. Ten behoeve van het handwerkon-
derwijs aan de Meisjes-h.b.s., waar een
parallelklas handwerken gevormd moet
worden, is 1430 nodig voor de aan
schaf van drie naaimachines en tien ta
fels.
Voor de aanschaf van nieuwe school-
meubelen, vloerbedekking, schoolbe-
hoeften en hulpmiddelen voor de her
vormde kleuterschool aan de Burgwal
is nog 2243 nodig. In oktober 1957 vo
teerde de Haarlemse raad voor dit doel
al ƒ1420 om de allernoodzakelijkste
voorzieningen te doen treffen. In de
praktijk was 1673 nepdig wegens prijs
stijgingen etc. De uitgestelde werken
moeten nu gerealiseerd worden. Het
voornaamste is, dat twee houten lokaal-
vloeren voorzien worden van een mar-
moleum-vloerbedekking.
Advertentie
kers, die een opsomming gaven van
haar' voortreffelijke kwaliteiten als bu
reau-chef ter Griffie. Kantonrechter
mr. Th. Raadt prees haar om haar
grote plichtsbesef en haar belangstel
ling en sterk gevoel voor de medemens.
Mede uit naam van zijn collega's gaf
hjj haar een gilde-kan ten geschenke,
een fraai antiek kunstvoorwerp dat
met rode rozen gevuld was. Mr. H.
Lagerwaard, substituut Officier van
Justitie, voerde het woord namens het
Arrondissements Parket. Hij achtte de
koninklijke onderscheiding ten volle
verdiend. Dat er tussen Griffie en Par
ket zulk een lovenswaardige samen
werking bestaat, zo oordeelde spreker,
mag voor een belangrijk deel worden
toegeschreven aan het optreden van
mejuffrouw Keizer, die door haar goe
de karaktereigenschappen steeds alles
tot een juiste oplossing weet te bren
gen. Haar voorliefde voor kunstvoor
werpen kwam ook tot uiting bij het ge
schenk waarmee mr. Lagerwaard haar
verraste. Nu als haar chef, sprak mr.
J. Gerretsen de jubilaresse andermaal
toe. Hjj schetste haar ernst voor de be
langen van dienst en mens, waarbij hij
vooral de nadruk wilde leggen op de
diepe interesse voor de menselijke be
langen, welke mejuffrouw Keizer bij
het uitoefenen van haar taak nastreeft.
Het geschenk dat hjj haar mede na
mens de griffiers en secretarissen aan
bood, bestond uit de draagmedaille in
goud van het zojuist ontvangen erete
ken.
Mr. F. van der Goot, deken van de
Orde van Advocaten, sprak daarna na
mens de Haarlemse balie. Verder
werd het woord nog gevoerd door de
heer C. Erbrink in zjjn hoedanigheid
als deurwaarder, door de heer Nel na
mens het personeel van de Griffies uit
Haarlem en Hoofddorp, waarna nota
ris J. Brants de rjj van sprekers, die
hun gelukwensen vergezeld lieten gaan
van fraaie geschenken, afsloot.
De jubilaresse dankte allen die deze
dag voor haar tot een wel zeer bij
zondere hadden gemaakt en sprak de
wens uit in de nog resterende jaren,
die haar van de pensioengerechtigde
leeftijd scheiden, haar taak op dezelfde
wijze te mogen vervullen.
Kruisstraat 25 - Haarlem - Tel. 12921
BEVERWIJK - HAARLEM - ZAANDAM
Van begrip om een stijlvol program
ma op te bouwen getuigde de keuze
van de zang- en muziekstukken, die
gisteravond op de Spaarndamse Kolk
vertolkt werden door drie koren en een
fanfarekorps. De dirigenten hebben zeer
wijs gedaan met Brumel, Diepenbrock
en Stradella door andere componisten
te vervangen. De diep-religieuze taal
van „O Domine Jesu" en „Veni Crea
tor" past niet in het kader van opera
muziek, marsen en volksliederen, uit
gevoerd in een muziektent. Ook Stra-
della's „Kerkaria" bewerkt voor koper,
zou uit de toon gevallen zijn.
Ernst van het Kaar liet zijn mannen-
I koor Proza en Poëzie" pittig zingen in
het „jagerskoor" van Weber en in
„Steuermann" van Wagner. Onder de
zelfde leiding gaf het „Velsens Gemengd
Koor", gecombineerd met „Proza" een
behoorlijke interpretatie van het „Land
liedenkoor" en „Kerkkoor" uit de „Ca-
valleria Rusticana". Enige lichte wei
felingen bij de sopraanpartij vermoch
ten het geheel niet te schaden. Iets
meer bezieling was echter in deze
soort muziek nog mogelijk geweest.
Fraai klonk de sopraansolo. Onbedui
dend deed „Jeanie Forster" aan in een
bewerking van Harry Günther, dat door
„Velsen" werd verklankt.
Wat ons ten zeerste heeft verrast zijn
de werkelijk sublieme prestaties van
het kleine koor „Musica Laica". Niet
om de mooie stemmen, want het ma
teriaal is nogal bescheiden, doch om
het eerlijke, spontane en stylistisch-
zuivere musiceren. De dirigent Arnold
Goossens is zo verstandig niet boven
het bereik van 2ijn ensemble te grijpen.
De zes uitstekend bewerkte volkslie
deren deden het voortreffelijk, en er
werd niets te veel aan uitbeelding ge
geven en niets te weinig.
De christelijke muziekvereniging „Ar-
ti et Religioni" besloot onder dirigent
J. N. van Osserbruggen met feestelijke
fanfares een avond die er mocht zijn.
T. DE VR.
Advertentie
Weet U dat de moderne hoor-
toestellen en hoorbrillen niet
alleen veel betere resultaten
geven dan tot voor kort moge
lijk was, maar dat ze bovendien
véél goedkoper in het gebruik
zijn?
Neemt U eens een proef met
een van de
Wij zijn in dit fabrikaat ge
specialiseerd en zullen U gaarne
de volledige Audium-kollektie
demonstreren.
Vraagt gratis brochure bij het
van ouds bekende en
vertrouwde adres:
4
KONINGSTRAAT 11
HAARLEM
TEL 16171
De sterk veranderde en veranderen
de maatschappij die mede is
zoals zij is doordat zowel de oude
ren als de jongeren hun houding tegen
over de moderne, onoverzichtelijke
maatschappij nog niet hebben kunnen
bepalen deze maatschappij is de
grondoorzaak van de baldadigheid.
Aldus luidt de conclusie van een publi-
batie getiteld „Baldadigheid in Neder
land", verschenen in de Opvoedkundige
Brochurenreeks (uitg. Zwijsen, f""
burg).
De auteur H. Sohl heeft voor zijn be
schrijving van de baldadigheid als uit
gangspunt genomen de gedurende ruim
een jaar in de pers verschenen bericn-
ten en artikelen over dit onderwerp.
Naar zijn oordeel worden bij het signa-
leren van excessen in het 8c'rafJ
de jeugd verschijnselen van vemchiuen-
de aard vaak door elkaar gehaald. De
brochure plaatst de verschillende ver
schijnselen in een °Pkkmniende reeks
als volgt achter elkaaropstandigheid,
agressiviteit, baldadigheid, verniel
zucht, vandalisme en criminaliteit. Bal
dadigheid wordt gedefinieerd al5. im
pulsief wangedrag van TanJ°t5°"?®1k£""
evenwichtige jongeren. In de ontwikke
lingsfase, waarin de jeugd haar eerste
schreden zet op de weg Raar volwas
senheid, is de opstandigheid het teken
van het „reisvaardig maken Opstan
digheid behoeft niet louter negatief be
schouwd te worden; het gebeurt im
mers regelmatig, dat de jeugd haar
evenwicht terugvindt, maar het komt
ook voor, dat de jeugdige opstandig
blijft slechts om afbraak van de ander.
Van deze opstandigheid via agressivi
teit (het in stelling komen) tot balda
digheid is slechts een kleine stap. Ver
nielzucht is een aspect van de balda
digheid en het steeds nijpender worden
van het gevoel van onevenwichtigheid
kan de jeugdige vervolgens gemakke
lijk voeren tot vandalisme, de volsla
gen ongeremde zucht tot afbrqak. Wan
neer deze ontwikkeling haar hoogte
punt bereikt, wanneer de omstandighe
den de jeugdige overmeesteren, komt
men aan de criminaliteit, waarbij ove
rigens meerdere factoren een rol spelen.
De aldus gemaakte indeling kan
al valt er over de termen en hun in
houd te twisten bijdragen tot een
beter inzicht, maar men moet er zich
wel voor hoeden de ontwikkeling te
zien als één doorlopend proces met
verschillende stadia van verergering.
De baldadigheid kan soms, maar be
hoeft lang niet altijd een fase te zijn
in een verdergaande ontwikkeling.
De suggestie dat dit laatste wel het
geval zou zijn ligt in de brochurewel
enigszins besloten onder meer omdat
de auteur, die zich enerzijds zozeer
beijvert om de nodige onderscheidin
gen aan te brengen, anderzijds zelfde
verwarring weer in de hand werkt
daar waar hij gegevens opneemt over
ontspoorde jeugd-activiteiten m an
dere landen. Die activiteiten worden
niet nader gerubriceerd, doch voor
een groot deel vallen ze zeker niet
onder des schrijvers eigen definitie
van baldadigheid.
In het algemeen moet van deze bro
chure gezegd worden, dat ze in sommi
ge opzichten te veel tracht te ontleden
en in andere opzichten bepaald te wei
nig. Zo wordt er ook nogal raar omge
sprongen met de wel getelde, maar
niet gewogen oorzaken van de balda
digheid. Men hoort tal van oorzaken
noemen: de oorlog en de beeldromans,
de echtscheidingen en het gebrek aan
tucht, de woningnood, genotzucht, ver
veling enz. De brochure tracht deze
factoren te ordenen en onderscheidt
dan drie groepen van oorzaken: die,
welke liggen bij de oudere generatie,
die, welke gelegen zjjn bij de huidige
maatschappij en die, welke liggen bij
de jongere generatie. De tellingen en
indelingen van de krantenknipsels, die
aan deze indeling vooraf gaan, zijn ze
ker met zonder meer overtuigend. Ove
rigens willen we graag vermoeden, dat
de auteur het met zijn oordeel bij het
rechte eind heeft. Hij zegt: naarmate
de maatschappij ingewikkelder wordt,
komen de jongeren verder af te staan
van de ouderen met alle consequenties
van dien. Men mag noch de oudere ge
neratie, noch de jongere, noch de
maatschappij beschuldigen; ze zijn niet
goed op elkaar ingespeeld. De huidi
ge maatschappij is de laatste oorzaak
van de baldadigheid, doch „de maat
schappij" dat zijn wij mede zelf.
Op basis van deze analyse ontwik
kelt H. Sohl enige gedachten over op
voeding van de jeugd tot verantwoor
delijkheidsbesef en eerbied voor ander
mans eigendom. Men moet de jeugd
van nu erkennen, men moet de eigen
onvolledigheid erkennen en men moet
de huidige maatschappij aanvaarden
als uitgangspunt. Het is niet bepaald
nieuw wat de auteur in dit opzicht te
vertellen heeft, doch van betekenis is
ongetwijfeld, dat nog eens onderstreept
wordt, dat men het euvel in zijn oor
zaken moet aantasten.
De klachten over „die jeugd van te
genwoordig" zijn al zeer oud. „Kinae
ren zijn tegenwoordig dol op weelde;
zij hebben slechte manieren en min
achten autoriteit, ze hebben geen res
pect voor anderen en praten liever oan
dat zij lerenzo oordeelde reeds
Socrates. Men make zich niet de illu
sie, dat de baldadigheid van nu geheel
zal verdwijnen, maar de brochure
vraagt om een nationale campagne,
die er zich op richt de baldadigheid zo
veel mogelijk te beperken. Zu, die de
jeugd alleen maar verwqten maken,
vergeten, dat de jongeren op de ouderen
vaak geen koers kunnen aflezen.
T. E.
Wordt dit spel als baldadigheid ervaren?