Gezin in en tegen familie en buurt ADAT OF EIGEN IDEAAL? ie muzikale prestaties op de Spaarndamse Westkolk Knappi L eervliet BALDADIGHEID IN NEDERLAND Ere-goud voor jubilerende mejuffrouw S. C. Keizer EEN SOCIOLOOG OVER DE ACHTERHOEK De dooie boer is aan zijn eigen begrafenis toe Wederom veel voor het geld gevraagd onderwijs m Grote Houtstraat 96, tel. 12210 Studie aan de hand van persberichten AUDIUM —Oorzaken bij jongeren, ouderen en maatschappij— Ter griffie van het Kantongerecht HAAR SCHAAP LOPE NA 8 PAGINA SEPTEMBER 1959 VRIJDAG ZEER BIJZONDERE AANBIEDING TERLENKA - TREVIRA - DRALON KOSTUUMSvanaf f 129.50 TERLENKA pantalons 45 wol, 55 polyester f 29.50 SPORTCOLBERTS „ZAALBERG" moderne kleuren f 49.50 REGENJASSEN, ruitvoering, met satijnen rug f 37.50 Portefeuille gerold met ƒ1300 Bij Van Gorcum en Comp. N.V. te Assen is in de bekende serie Bouw stenen voor de kennis der Maatschappij, een uitvoerige studie over de familiehuishouding in de agrarische Achterhoek verschenen. De oude samenwoning op het nieuwe platteland, van dr. G. A. Kooy die reeds eerder van zich deed spreken'door zijn dissertatie over net veranderende gezin in Nederland. Evenals vorig jaar Saal's Boeren- dit boek e' n Nederland, in dezelfde reeks verschenen, levert ook schan r)_ef!-?''aardevolle bijdrage tot de kennis van de plattelandsgemeen- TjJd van de romantische lofliederen op het probleemloze, onge repte dorpsleven is voorbij. De menselijke verhoudingen zijn in de agra rische samenleving niet langer probleemloos en vanzelfsprekend. Het melk meisje is veel van haar „eenvoud" kwijt. Wie dat betwijfelt, realisere zich dat er zoiets als een plattelandsneurose bestaat. Deze kan slechts wortelen in spanningen die met de idylle des gerusten landmans weinig strookt. De emancipatie van het individu, in de steden reeds ver of te ver gevorderd, tekent in steeds sterker mate de landelijke samenleving. Er zijn tal van wrijfpunten tussen bijvoorbeeld ouders en kinderen. Die wrijfpunten ken nen, is de eerste eis. Daarvoor is een reis naar het land onontbeerlijk. Een conflictologie opbouwen, zo, dat de diepere grond zichtbaar wordt, het principe dat verband brengt tussen legio losse feiten en conflicten, is de socioloog voorbehouden. Deze zal bij het verzamelen van de feiten exact te werk moeten gaan. Bij de opbouw van de structuur zal hij enige visie niet kunnen ontberen. En als hij een werkschema voor de praktische sane ring tenslotte zal willen opstellen, zal hij een wel bijzonder grote voorzich tigheid moeten betrachten. SLECHTHORENDEN nieuwe boortoestellen horen zien Advertentie VELIT Woensdag is op het Haagse station Hol landse Spoor de portefeuille van een in woner van Katwijk gerold. De porte feuille bevatte Nederlandse en Belgi sche bankbiljetten ter waarde van 1300. Voor jaar veertig jaar trouwe dienst bij de Haarlemse Griffie is mejuffrouw S. C. Keizer een koninklijke onderschei ding ten deel gevallen. Donderdagmid dag werd zij in het gebouw van de Griffie in de Jansstraat in het bijzijn van superieuren en collega's gehuldigd. De griffier, mr. J. Gerretsen, die als eerste spreker het woord tot haar richt te, zei uit naam te spreken van de Minister van Justitie. ,,Ik heb een blij de mededeling voor u", aldus mr. Gerretsen. „Het heeft H.M. de Konin gin behaagd u de ere-medaille in goud toe te kennen, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau en ik acht het een voorrecht u zelf het ereteken te mo gen overhandigen." Deze voor mejuf frouw Keizer zo prettige tijding werd door de vele aanwezigen met een kla terend applaus begroet. De jubilaresse zag zich vervolgens geplaatst tegenover een aantal spre- Op de bruiloften, waar zo'n vierhonderd gasten uit de „noaberschap" verschenen, werden heel wat glaasjes geschonken: een zware belasting voor het jonge paar. Landman niet langer gerust Conflictstof ligt op het platteland op- Iaai'0pt' Dat bIeek reeds uitvoerig uit versóSh„BoerenSezin, en uit het eerder Van der0IR- hoek van mevrouw Stork- Kooy heeft L De Drentse boerin, perkt: het inwonen1 één wl.«fP"nt de- deren bij ouders va„VanÜAeh^deh Kin' of zuster bij broêr ^fn °"fBeb"^de broer trouwd zijn Dit we'te^p^1 sfae" ren op een punt maakt het Ww der levendig dan 't juisf |eoake maar het dient gezegd dat de s'hril' ver 'n leesbaar werk geschreven heeft Die leesbaarheid stamt deels uit de op.' bouw van zijn studie. Eerst de verbrei ding en de aard van de samenwoning in de Achterhoek, vergeleken met sa menwoning elders, zo, dat ook de sa menhang tussen het verschijnsel en bedrijfsgrootte en godsdienst ter spra ke komt. Daarna worden een aantal in gezonden stukken, in een landbpuwblad verschenen over de samenwoning, ge analyseerd. Als deze „bewogen pension voerders" zo'n beetje het probleem ge steld hebben, worden in twee hoofdstuk ken de meningen gegeven zowel van streekkenners-niet-boeren als van de agrariërs zelf. Bij wijze van sluitstuk volgt dan het oordeel van de socioloog die zich tot dusver op de achtergrond heeft gehouden. In een nawoord worden tenslotte een aantal meningen gege ven, waaraan de praktische werkers ten plattelande ongetwijfeld wat hebben. Wat door de schrijver ook ontleed wordt de ingezonden stukken, de meningen van boeren en niet-boeren waaruit dui delijk blijkt dat in de Achterhoek de inwoning onbehagen wekt. Waarom nu pas? En juist ook in de Achterhoek? Want de onderzoekers is gebleken dat in de Hollanden, Groningen en Fries land de ééngezinshuishouding allang als normaal wordt beschouwd. Óp de afgelegen zandgebieden bieef het jonge gezin opgaan in het grotere verband, en vooraj in de Achterhoek waar de samenwoning in stand werd gehouden, wat een uitzondering is in de Westerse wereld. Dat Kooy, gezinsspecialist, tot dit unicum werd aangetrokken ligt voor de hand. En hij heeft zich de moeite ge troost, de grootste helft van zijn boek te besteden aan het onderzoek, of er in de Achterhoek inderdaad sprake is van verzet. Het scheen van wel. maar Was het ook zo? Nu kan men zeggen dat de enquête beperkt was. en Kooy zelf geeft dat toe. Maar van de andere kant Werden de formulieren zodanig uitge bet en de proefpersonen voor de hear- lngs zodanig gekozen, dat veel geen toe val meer wezen kan. Bovendien was tussen boeren en niet-boeren zoveel overeenstemming, dat aan het verkre- Son materiaal grote waarde gehecht mag worden, tn ieder geval genoeg om met zekerheid te kunnen zeggen, dat er plaatse de samenwoning wel de- |allJk in Frage is. En dat wi] wat zeg- sen, als men ziet hoeveel van die sa menwoningen in het onderzoekings- «ebred werden geteld. Van alle huis- genfoto eerst, en dan pas kan het ope ratie-mes redding brengen. De historia morbi is voor iedere chirurg van groot belang. En al is het allang niet meer de ge woonte om de gemeenschap met een biologische organisatie als het lichaam te vergelijken, Kooy heeft voor zijn his toria morbi een pas teruggezet in de geschiedenis van de Achterhoeksesa menleving eri geconstateerd, dat ze op vallend lang, bijna tot deze eeuw toe, geïsoleerd gebleven is. Daardoor heeft die gemeenschap de boot, d.w.z. de in dividualisering gemist. De dorpen ble ven klein en afgelegen, en de bewoners daardoor, als alle primitieven, sterk op elkaar aangewezen. De grond was schraal, met man en macht moest ge werkt worden om in leven te blijven. Een trouwpartij ging niet slechts de beide partners aan, maar heel de fa milie. Het huwelijk had minder eroti sche, meer zakelijke betekenis. Als kin deren niet gemist konden worden, trouwden ze niet en zeker niet buiten het huis. Niet de liefde van de een tot de ander gold, maar het belang van alle betrokkenen. Nu echter weten de zoons en dochters beter, de individualisering heeft ook hen aangetast, ze dromen van liefde en geluk, van een eigen huis, een eigen gezin. Precies zo redeneerde ook Saai die onderscheid maakte tus sen gevoelsintegratie en arbeidsintegra tie, tussen de objectieve en subjectieve houdingen in de Achterhoek zijn er 46% pet. samenwoningen. In de Graaf schap bleek de verhouding zelfs fifty- fjfty. Is 't verzet van de bevolking wer kelijk zo omvangrijk als Kooy meent aannemen en de lezer kan „n3k anders geloven dan ligt de soci;,liS10v?°r de hand: er dreigt een van hpci se' de volksgezondheid een streek is in gevaar. de^Marmldok^trekt' hT*6 di<5f predikanten en h i pas1toors', eerder.Op hun kret?« 5 a' ,?ee' met de vraag: is die campagne tegen de samenwoning wel Moet er inderdaad zosnel In ^°°r"? pend mogelijk aan gedokterd woïden? Is de samenwoning daar inderdaad ai leen maar een instituut waarin de grootmoeder de schoondochter sla vin maakt, haar het kindertal voor- schrijft en haar kinderen opvoedt naar haar verouderde opvattingen? Alleen maar een gemeenschapsvorm waarin oompjes en tantetjes onmondige, goed kope hulpkrachten zijn? Waarin de zoon het bedrijf van zijn grootvader over neemt en zijn vader tussen twee gene raties in ja- en nee-knikker blijft? Uit het materiaal blijkt dat de twee de generatie in zo'n familie-band wer kelijk dreigt te worden overgeslagen. Dat vooral de schoondochter de dupe wordt van de inwoning. Dat heus van de ooms en tantes wordt geprofiteerd. Toch neemt Kooy de anti-propagan- da niet over. Meester van het feitenma teriaal dat hoort bij dit ene. heel de gemeenschap aantastende wrijfpunt, speurt hij naar de dieper liggende oor zaken, naar de structuur, naar het gro- liT? beste) waartot ie samenwoning be- s?2F 'aatste, interessantste deel van zijn boek plaatst hij het Wes terse samen woningsrelict in een rui mer geheel. En hjj vraagi zich af: uit welk grondpatroon stamt dit samenwo- mngstype Waarom zijn er zoveel on^e- huwden? Waarom blijft de grootmoeder bazen ovei haai schoondochter? Ik zei ai- eerst hier wordt dit boek waarlijk in teressant Getallenreeksen zijn slechts hulpmiddelen. Onvrede met een bepaald normenpatroon kan inderdaad worden vastgesteld, maar wat dan nog? Ais iemand zegt: het doet daai en daar pijn, komt men niet veel verder. Men dient de oorzaak te achterhalen, na te speuren dat het hier pijn doet, omdat daar of ergens anders in het organis me een zenuw in de knel zit. Een rönt- gezinsverbondenheid Het ging niet om het eigen hart indertijd, maar om de akkertjes van heel de familie. En als die het celibaat eisten, werd er niet ge trouwd. De mens was toen nog niet ge ïndividualiseerd en legde zich neer bij de adat. "Wat adat was of niet was, bepaalde kerk, familie en noaberschap, de drie instituten van de buurtschap. De buurtschap vormde het samenle vingskader waarin destijds de samen woning ook paste. En daarin was en is nog de noaberschap van overwe gend belang, zijnde het zelfgekozen verlengstuk van de familie. In iede re familie leeft het besef, dat ze het niet zonder buren kan, en ze kiest als ze zich in een buurtschap neerzet, zelf haar noabers of buren, zeven, tien, zestien al naar de omstandigheden. De belangrijkste is de noaste noaber. De noabers konden eertijd^ niet ge mist worden, niet in het dagelijks werk, niet in nood- en sterfgevallen, niet bij feestelijke gelegenheden. Als men zelf geen paard bezat, was een buur met paard onmisbaar. De buren- diensten waren nauwkeurig in ge woonten vastgelegd. Bij overlijden werd de noaste noaber gewaarschuwd, ai? de andere buren verwittigde. Alle buren kwamen bij elkaar en de laagste inschrijver nam de taak op zich de familieleden op de hoogte te brengen. Het bedrag, werd door de overige buren betaald, die ook de rouwbrieven bekostigden. De dooie boer zorgde bil doopsel, trouw en dood voor het gerij. En doet dat nu vaak nog. Het komt zelfs voor dat te genwoordig een niet-autobezittende dooie boe; v^oi een taxi zorgt bij ge legenheid van een doopplechtigheid bij een auto-bezittende familie. Duidelijk teken dat de vanzelfsprekendheid der burendiensten in de moderne tijd ver vaagt. De buurtschap is geen geïsoleerde, onthande miniatuurgemeenschap meer. In de laatste eeuw zijn de grenzen door broken, er is een werktuigen-coöpera tie; ieder die inaar wil kan een taxi nel len; een telegram verwittigt in de kortste keren de verste verwanten, er zqn nieuwe instituten als b.v. gezins hulp, men heeft een begrafenisverzeke ring etc. etc. Wie zich uitsluitend bezint op organische noodzaak, kan moeilijk anders zeggen dan dat de dooie boer aan zijn eigen begrafenis toe is. De men sen zpn meer en meer in staat zichzelf te helpen. De noaberschap heeft aan functionaliteit ingeboet. Waar vervol gens bijkomt dat het individu werd be roerd door de moderne tijdgeest en dus streeft naar eigen intimiteit, en waar schijnlijk juist in droeve omstandighe den zelf zijn rouwpost wil verzorgen. De nabuurschap moet aan innerlijke bin ding verliezen, nu zowel de materiële als de innerlijke behoefte eraan in toe nemende mate afneemt. Dat doet ze dan ook. Maar als de nabuurschap in het geding is, is het tevens de samen woning, die integrerend bestanddeel is van juist genoemde gemeenschaps structuur. Als de hoeksteen verzakt scheurt de muur. En in dit verband dient ook de waarschuwing gezien te worden, die indertijd van de kansels uit ging tegen de massale buurtbruiloften met enkele honderden gasten. Finan cieel zijn .ze soms een ramp voor de huwenden, ze passen niet meer zoals ook de dooie boer zijn tijd gehad heeft. En het is de grote verdienste van Kooy in zjjn boek dat hij, t geroepen bij de scheuren in de muur' van de Achter- hoekse boerderij, naar de fundamenten groef en da&r verzakkingen bespeurde. Door zich tot één wrijfpunt te beper ken, en dit gedegen te onderzoeken, vond hij de oorzaak van nog vele ande re. In zijn conclusies is Kooy voorzich tig. Hij zegt niet: weg met de noaber schap. Hij constateert slechts dat ze in een kritisch stadium komt; dat ze haar wortels heeft in een cultuurperiode die verleden tijd wordt. Hij constateert echter tevens dat de Achterhoekse boer, al heeft hij praktische bezwaren, men taal nog met vele banden aan de buurtschap en de noaberschap gebon den is. En die zal men moeten eer biedigen. Hij concludeerde ook dat de onvrede met de samenwoning er mo menteel een reëel feit is. Hij geeft ech ter niet als onverzoenlijke mening te kennen, dat nu dus naar absolute scheiding tussen ouders en getrouwde kinderen gestreefd moet worden. Daar voor zijn de financiële bezwaren te groot. De bouw van een nieuwe woning drukt te zwaar op de veelal kleine be drijven. Bovendien is de Achterhoeker psychisch niet alleen sterk gebonden aan zijn noabers, maar ook aan zijn ver wanten. Hij is op een eigenlijk toch diep menselijke en dus gezonde wijze fami lieziek. De ouwelui, de ooms en tantes zullen vaak een last zijn. maar ze kun nen op de familie-akker niet gemist worden enze horen er toch eigen lijk bij! Daarom wenst Kooy geen alge hele scheiding door te zetten en ziet hij daarentegen veel meer heil in de verbouwing van de Achterhoekse boer derij, zo, dat de samenwoning niet hoeft te gaan ten koste van de intimiteit van het jonge gezin. Twee groepen in twee woonruimten maar onder één dak. Dat kan de bruine trekken en het hart verdragen. JAN ELEMANS Teneinde het peil van het gymnas tiekonderwijs in de katholieke lagere school aan de Koningstraat op het ge wenste peil te kunnen doen brengen stellen B. en W. de Haarlemse gemeen teraad voor 11.557 beschikbaar te stel len voor het aanvullen en vernieuwen van de inventaris van de gymnastiek zaal van de school. Voorgesteld wordt 724.17 beschikbaar te stelllen voor het aanschaffen van leer- en hulpmiddelen voor de katholieke lagere school aan de Jacobijnestraat. Een bedrag van 4.753 wordt gevraagd voor de eerste aanschaf van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van het thans begonnen twee de leerjaar van de nieuwe katholieke ULO-school aan de Richard Holkade. De stichting van de bijzondere Ulo school aan de Planetenlaan heeft niet 784.800 gekost zoals men aanvankelijk had geraamd en voor welk bedrag de raad een crediet beschikbaar heeft ge steld, maar 858.036,50. Van de raad wordt nu gevraagd het destijds toege stane crediet te verhogen met 73.236,50. De hogere kosten zijn het gevolg van hogere lonqn en bouwkosten en van bijkomstige voorzieningen en van de verhoging van de prijzen voor het inrichten van de school. Voor het aanschaffen van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de gere formeerde lagere school aan het Leid- seplein wordt ƒ562 gevraagd, hoewel een verzoek was ingediend om 699.75. Voor het verbeteren van de centrale verwarmingsinstallatie in de protes tantse lagere school aan de Slachthuis straat, welke verwarming overgescha keld zal worden op oliestook, wordt 18.315 gevraagd. Voor het aanschaffen van leermiddelen aan de Van Zegge- lenschool I, waar twee parallelklassen gevormd moeten worden, is 483 no dig. De boekenvoorraad van de Klaas de Vries-mulo moet worden uitgebreid in verband met het toenemen van het aantal leerlingen. Hiervoor is 1525 no dig. Ten behoeve van het handwerkon- derwijs aan de Meisjes-h.b.s., waar een parallelklas handwerken gevormd moet worden, is 1430 nodig voor de aan schaf van drie naaimachines en tien ta fels. Voor de aanschaf van nieuwe school- meubelen, vloerbedekking, schoolbe- hoeften en hulpmiddelen voor de her vormde kleuterschool aan de Burgwal is nog 2243 nodig. In oktober 1957 vo teerde de Haarlemse raad voor dit doel al ƒ1420 om de allernoodzakelijkste voorzieningen te doen treffen. In de praktijk was 1673 nepdig wegens prijs stijgingen etc. De uitgestelde werken moeten nu gerealiseerd worden. Het voornaamste is, dat twee houten lokaal- vloeren voorzien worden van een mar- moleum-vloerbedekking. Advertentie kers, die een opsomming gaven van haar' voortreffelijke kwaliteiten als bu reau-chef ter Griffie. Kantonrechter mr. Th. Raadt prees haar om haar grote plichtsbesef en haar belangstel ling en sterk gevoel voor de medemens. Mede uit naam van zijn collega's gaf hjj haar een gilde-kan ten geschenke, een fraai antiek kunstvoorwerp dat met rode rozen gevuld was. Mr. H. Lagerwaard, substituut Officier van Justitie, voerde het woord namens het Arrondissements Parket. Hij achtte de koninklijke onderscheiding ten volle verdiend. Dat er tussen Griffie en Par ket zulk een lovenswaardige samen werking bestaat, zo oordeelde spreker, mag voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan het optreden van mejuffrouw Keizer, die door haar goe de karaktereigenschappen steeds alles tot een juiste oplossing weet te bren gen. Haar voorliefde voor kunstvoor werpen kwam ook tot uiting bij het ge schenk waarmee mr. Lagerwaard haar verraste. Nu als haar chef, sprak mr. J. Gerretsen de jubilaresse andermaal toe. Hjj schetste haar ernst voor de be langen van dienst en mens, waarbij hij vooral de nadruk wilde leggen op de diepe interesse voor de menselijke be langen, welke mejuffrouw Keizer bij het uitoefenen van haar taak nastreeft. Het geschenk dat hjj haar mede na mens de griffiers en secretarissen aan bood, bestond uit de draagmedaille in goud van het zojuist ontvangen erete ken. Mr. F. van der Goot, deken van de Orde van Advocaten, sprak daarna na mens de Haarlemse balie. Verder werd het woord nog gevoerd door de heer C. Erbrink in zjjn hoedanigheid als deurwaarder, door de heer Nel na mens het personeel van de Griffies uit Haarlem en Hoofddorp, waarna nota ris J. Brants de rjj van sprekers, die hun gelukwensen vergezeld lieten gaan van fraaie geschenken, afsloot. De jubilaresse dankte allen die deze dag voor haar tot een wel zeer bij zondere hadden gemaakt en sprak de wens uit in de nog resterende jaren, die haar van de pensioengerechtigde leeftijd scheiden, haar taak op dezelfde wijze te mogen vervullen. Kruisstraat 25 - Haarlem - Tel. 12921 BEVERWIJK - HAARLEM - ZAANDAM Van begrip om een stijlvol program ma op te bouwen getuigde de keuze van de zang- en muziekstukken, die gisteravond op de Spaarndamse Kolk vertolkt werden door drie koren en een fanfarekorps. De dirigenten hebben zeer wijs gedaan met Brumel, Diepenbrock en Stradella door andere componisten te vervangen. De diep-religieuze taal van „O Domine Jesu" en „Veni Crea tor" past niet in het kader van opera muziek, marsen en volksliederen, uit gevoerd in een muziektent. Ook Stra- della's „Kerkaria" bewerkt voor koper, zou uit de toon gevallen zijn. Ernst van het Kaar liet zijn mannen- I koor Proza en Poëzie" pittig zingen in het „jagerskoor" van Weber en in „Steuermann" van Wagner. Onder de zelfde leiding gaf het „Velsens Gemengd Koor", gecombineerd met „Proza" een behoorlijke interpretatie van het „Land liedenkoor" en „Kerkkoor" uit de „Ca- valleria Rusticana". Enige lichte wei felingen bij de sopraanpartij vermoch ten het geheel niet te schaden. Iets meer bezieling was echter in deze soort muziek nog mogelijk geweest. Fraai klonk de sopraansolo. Onbedui dend deed „Jeanie Forster" aan in een bewerking van Harry Günther, dat door „Velsen" werd verklankt. Wat ons ten zeerste heeft verrast zijn de werkelijk sublieme prestaties van het kleine koor „Musica Laica". Niet om de mooie stemmen, want het ma teriaal is nogal bescheiden, doch om het eerlijke, spontane en stylistisch- zuivere musiceren. De dirigent Arnold Goossens is zo verstandig niet boven het bereik van 2ijn ensemble te grijpen. De zes uitstekend bewerkte volkslie deren deden het voortreffelijk, en er werd niets te veel aan uitbeelding ge geven en niets te weinig. De christelijke muziekvereniging „Ar- ti et Religioni" besloot onder dirigent J. N. van Osserbruggen met feestelijke fanfares een avond die er mocht zijn. T. DE VR. Advertentie Weet U dat de moderne hoor- toestellen en hoorbrillen niet alleen veel betere resultaten geven dan tot voor kort moge lijk was, maar dat ze bovendien véél goedkoper in het gebruik zijn? Neemt U eens een proef met een van de Wij zijn in dit fabrikaat ge specialiseerd en zullen U gaarne de volledige Audium-kollektie demonstreren. Vraagt gratis brochure bij het van ouds bekende en vertrouwde adres: 4 KONINGSTRAAT 11 HAARLEM TEL 16171 De sterk veranderde en veranderen de maatschappij die mede is zoals zij is doordat zowel de oude ren als de jongeren hun houding tegen over de moderne, onoverzichtelijke maatschappij nog niet hebben kunnen bepalen deze maatschappij is de grondoorzaak van de baldadigheid. Aldus luidt de conclusie van een publi- batie getiteld „Baldadigheid in Neder land", verschenen in de Opvoedkundige Brochurenreeks (uitg. Zwijsen, f"" burg). De auteur H. Sohl heeft voor zijn be schrijving van de baldadigheid als uit gangspunt genomen de gedurende ruim een jaar in de pers verschenen bericn- ten en artikelen over dit onderwerp. Naar zijn oordeel worden bij het signa- leren van excessen in het 8c'rafJ de jeugd verschijnselen van vemchiuen- de aard vaak door elkaar gehaald. De brochure plaatst de verschillende ver schijnselen in een °Pkkmniende reeks als volgt achter elkaaropstandigheid, agressiviteit, baldadigheid, verniel zucht, vandalisme en criminaliteit. Bal dadigheid wordt gedefinieerd al5. im pulsief wangedrag van TanJ°t5°"?®1k£"" evenwichtige jongeren. In de ontwikke lingsfase, waarin de jeugd haar eerste schreden zet op de weg Raar volwas senheid, is de opstandigheid het teken van het „reisvaardig maken Opstan digheid behoeft niet louter negatief be schouwd te worden; het gebeurt im mers regelmatig, dat de jeugd haar evenwicht terugvindt, maar het komt ook voor, dat de jeugdige opstandig blijft slechts om afbraak van de ander. Van deze opstandigheid via agressivi teit (het in stelling komen) tot balda digheid is slechts een kleine stap. Ver nielzucht is een aspect van de balda digheid en het steeds nijpender worden van het gevoel van onevenwichtigheid kan de jeugdige vervolgens gemakke lijk voeren tot vandalisme, de volsla gen ongeremde zucht tot afbrqak. Wan neer deze ontwikkeling haar hoogte punt bereikt, wanneer de omstandighe den de jeugdige overmeesteren, komt men aan de criminaliteit, waarbij ove rigens meerdere factoren een rol spelen. De aldus gemaakte indeling kan al valt er over de termen en hun in houd te twisten bijdragen tot een beter inzicht, maar men moet er zich wel voor hoeden de ontwikkeling te zien als één doorlopend proces met verschillende stadia van verergering. De baldadigheid kan soms, maar be hoeft lang niet altijd een fase te zijn in een verdergaande ontwikkeling. De suggestie dat dit laatste wel het geval zou zijn ligt in de brochurewel enigszins besloten onder meer omdat de auteur, die zich enerzijds zozeer beijvert om de nodige onderscheidin gen aan te brengen, anderzijds zelfde verwarring weer in de hand werkt daar waar hij gegevens opneemt over ontspoorde jeugd-activiteiten m an dere landen. Die activiteiten worden niet nader gerubriceerd, doch voor een groot deel vallen ze zeker niet onder des schrijvers eigen definitie van baldadigheid. In het algemeen moet van deze bro chure gezegd worden, dat ze in sommi ge opzichten te veel tracht te ontleden en in andere opzichten bepaald te wei nig. Zo wordt er ook nogal raar omge sprongen met de wel getelde, maar niet gewogen oorzaken van de balda digheid. Men hoort tal van oorzaken noemen: de oorlog en de beeldromans, de echtscheidingen en het gebrek aan tucht, de woningnood, genotzucht, ver veling enz. De brochure tracht deze factoren te ordenen en onderscheidt dan drie groepen van oorzaken: die, welke liggen bij de oudere generatie, die, welke gelegen zjjn bij de huidige maatschappij en die, welke liggen bij de jongere generatie. De tellingen en indelingen van de krantenknipsels, die aan deze indeling vooraf gaan, zijn ze ker met zonder meer overtuigend. Ove rigens willen we graag vermoeden, dat de auteur het met zijn oordeel bij het rechte eind heeft. Hij zegt: naarmate de maatschappij ingewikkelder wordt, komen de jongeren verder af te staan van de ouderen met alle consequenties van dien. Men mag noch de oudere ge neratie, noch de jongere, noch de maatschappij beschuldigen; ze zijn niet goed op elkaar ingespeeld. De huidi ge maatschappij is de laatste oorzaak van de baldadigheid, doch „de maat schappij" dat zijn wij mede zelf. Op basis van deze analyse ontwik kelt H. Sohl enige gedachten over op voeding van de jeugd tot verantwoor delijkheidsbesef en eerbied voor ander mans eigendom. Men moet de jeugd van nu erkennen, men moet de eigen onvolledigheid erkennen en men moet de huidige maatschappij aanvaarden als uitgangspunt. Het is niet bepaald nieuw wat de auteur in dit opzicht te vertellen heeft, doch van betekenis is ongetwijfeld, dat nog eens onderstreept wordt, dat men het euvel in zijn oor zaken moet aantasten. De klachten over „die jeugd van te genwoordig" zijn al zeer oud. „Kinae ren zijn tegenwoordig dol op weelde; zij hebben slechte manieren en min achten autoriteit, ze hebben geen res pect voor anderen en praten liever oan dat zij lerenzo oordeelde reeds Socrates. Men make zich niet de illu sie, dat de baldadigheid van nu geheel zal verdwijnen, maar de brochure vraagt om een nationale campagne, die er zich op richt de baldadigheid zo veel mogelijk te beperken. Zu, die de jeugd alleen maar verwqten maken, vergeten, dat de jongeren op de ouderen vaak geen koers kunnen aflezen. T. E. Wordt dit spel als baldadigheid ervaren?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 9