In Zuid-Tirol geldt nog steeds: Italia fine al Brennero Fleurig Bozen verrukkelijke camouflage van grimmige verhoudingen 2? Dr, Silvio Magnano: sterke man van Zuid-Tirol ,.DE LITURGIE IN DE MISSIONERING Aanpassing en vernieuwing op Nijmeegs congres Urgente vragen in vertrouwelijke sfeer Dertien jaar na verdrag van Parijs: Advocaat en scherpschutter NOVA ET VETERA ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1959 PAGINA 9 (Van onze speciale verslaggever) C iuseppe, het kwieke Italiaan se ijsverkopertje van de Walterplatz in Bozen, fluit zegt „buon giorno" tegen ieder *he hem maar even in de donkere Ogen kijkt. Voor Giuseppe heeft het leven geen problemen meer. Nog niet zo heel lang geleden is hij als een arme stakkerd vanuit Zuid-Italië naar Bozen gereisd. Een paar weken leek het alsof voor hem ook in het hoge noorden alles bij het oude zou blijven. Weer trok hij met zijn schamele Vlunje in een gammele en vunzige barak. Hadden de hoge heren hem wat op de mouw gespeld? hun sappig verhaal over het ehofde land van Bolzano dan 6en naar en misplaatst grapje ge feest Twee weken later betrok Giu- lim3e me^ een verrukte glimlach elecM^T^T™9- Een e<lht bed' tntn7 lcllt, een vaste was- Nu staat Z n een spierwit tasje bij de9^,l™ gothische Pfarrkirche en verkoopt hij zijn „gelati" in alle kleuren aan talrijke opgewekte landgeno ten, die evenals hij de trek naar het noordelijke grensgebied bij de Brenner waagden. Zij „emigreer den" uit overbevolkte en onder ontwikkelde gebieden naar een iand dat niet Italiaans is: Zuid- Tirol, een nog altijd schrijnende Wonde in het hart van Europa, dertien jaar na het verdrag van Barijs nog geen stap dichter bij do zo nadrukkelijk toegezegde autonomie. PRESLEY EN LIBE- RAGE SLECHT GEKLEED Zischka over Azië Liturgische weekkalender °Bge boeren in Zuid-Tirool, de grote kracht van dr. Magnano's Volkspartij m strijd tegen de Italiaanse politiek in Zuid-Tirool. Van tijd tot tijd geven ze in klederdracht een nummertje propaganda weg Passo dei ïpo^pen' Middellandse en Adriatische va» vormer> een natuurlijke beschutting er?» Italië. Tot 1918 lag de noordelijke het pal onder Oostenrijks Tirol, als On' wai.® ..open" De nederlaag van hn?iei?r"k..ln de Eerste Wereldoorlog Od Italië, dat aan de winnende zijde •treed de gelegenheid om ook hier een natuurlijke beschutting te creëren, door "l'hving van Zuid-TiroJ tot de strate gisch zo belangrijke Brennergrens ••ten verdedigingslijn in de bergen te- een het agressieve Oostenrijk", stelden ue Italianen tijdens de langdurige dis cussies over het vredesverdrag van ?aint Germain. En nadat zij de Ameri kaanse president Wilson wisten te over igen dat de bevolking van het door IriÏV geannexeerde gebied slechts uit "00 Duitstaligen en verder 80.000 ïta,?ermanisee e" Rornanen en 70°00 tien auCn bestond, was het pleit gewon- e" sch llson plaatste zijn handtekening aan dl° Italië de fel begeerde grens 8renner peri ode Moeilijke Voor TOoeiliii, *,veroverde" gebied brak 'e Zuid-T;,.e Periode aan. Mussolini, Was. startte0 een doorn in het oog was, met dez°dra "tl aan de macht Se Plannen ?PVoei'ing van grootscheep- a'gehele moesten leiden tot een Jjplpen doori.duitsing". Bekwaam ge- Tolornei hi ,2«n trouwe dienaar u-ttore °ver de 'de de Duce de verfkwast Zuid-firrl"?,rnen van steden en dorpen. - Pi Se, "de'hn'r,,^61"0 omgedoop' in Alto Adi- ran in ivt» ac1 Bozen in Bolzano. Me- Passeierd?fno' Brixen irl Bressanone en 2rnt„ -f.'. waar het geboortehuis van Tiroolse vrijheidsstrijder An dreas Hofer staat, heet nu Rolle. Gedenktekens werden verwy- derd of van andere opschriften voor zien en men ontzag zich niet om zelfs familienamen en grafschriften te ver anderen. Het land werd overspoeld met Italiaanse „emigranten", carabinieri en ambtenaren. Italiaans werd dé taal op scholen kantoren en gemeentehuizen Duitstaligen konden aan de loketten van officiële instellingen slechts iets bereiken als zij gebruik maakten van een Itali aanse tolk. Het was het streven van Mussolini om van Zuid-Tirol een Itali aanse provincie te maken en met groot genoegen constateerde hij dat in 1939, na een accoord met Hitier, 70.000 Tiro- lers hun geboortegrond verlieten en naar het grote Reich verhuisden. De meesten keerden terug nadat de Italiaanse minister-president Alcide de Gasperi en de Oostenrijkse minister van buitenlandse zaken Gruber in 1946 té Parijs glimlachend hun handtekening plaatsten onder een verdrag, dat voor Zuid-Tirol ogenschijnlijk erg gunstig leek. Dat Zuid-Tirol zou worden terug gegeven aan Oostenrijk, dat toen voor een deel door Rusland bezet was, was natuurlijk uitgesloten. Bovendien hecht te Italië nog zeer veel waarde aan de strategische Brennergrens. Maar men was overeengekomen dat Zuid-Tirol als provincie binnen de Italiaanse grens autonomie zou krijgen, een eigen rege ring die in hoge mate zelfstandig mocht ontreden In werkelijkheid is daar niet veel van terecht gekomen. De Duitstali ge provincie Bozen (Bolzano) werd met de zuiver Italiaanse provincie Trent.no verenigd tot één autonoom gewest. Dit Italiaanse .handigheidje".had tot ge- Italiaanse -d_Tirolers in het gewes- volg dat de zum ine g Uaü_ telijk parlement i-D sj.eri opkijken, aanse meerderheid Duitssprekende be- De belangen van de Dm^^glvende li- volking waren in aai weg a00r chaam slecht te behartigen. Italië een einde gemaakt aal] P bek van Mussolini en Tolomei in d tiger jaren ,de Tirolers zijn van men™= hu? ,wat z'j de ver-Italianisermg van 'and noemen, rustig voortgaat, in fenMif"Sentra verrijzen als paddestoe- le en irivii?rcïld- overal het Patriarcha: z!in wéfvirlca scllone Zuid-Tirol met blanke barok?6 611 kloeke dorpen, zijn steile be?!?h?mrens en burchten op de karakto Dp S?' berovend van zijn haraKter. ue snelle industrialisatie is een wonderlijke zaak als men bedenkt dat de te bewerken grondstoffen van grote afstand naar het bergachtige se- bied moeten komen. Een prnzie nffer dus, maar noodzakelijk om de stroom van arme Italiaanse emigranten uit het zuiden aan werk te helpen, in de jaren van de annexatie is het Italiaanse deel van de bevolkt,.g twintigvoudig in aan tal gegroeid. Toenemende spanning Dit alles leidt tot een toenemende spanning in het gebied ten zuiden van de Brenner. Het Tiroolse verzet laait bij tijd en wijle hoog op en vooral nu bijna een ]aar lang de 150ste stertoag van Andreas Hofer herdacht wordt is er voortdurend aanleiding de zaak van Zuid-Tirol onder de aandacht te bren gen. Meestal gebeurt dit door rustige bezoeken aan het voormalige Wirtshaus van de baardige waard Andreas Hoter in de omgeving van Meran, thans bede vaartplaats en politiek trefpunt van al le Tirolers. Maar soms wordt de twist opgerakeld dooi incidenten zoals het leggen van een bom onder een Itali aans oorlogsmonument en het weige ren van de toegang aan Noordtirooise politici bij de Brennergrens. Dan vallen er in Rome en Wenen waar men zich garant stelde voor het verdrag van Pa rijs waarop Zuid-Tirol nog altijd zijn noop heeft gevestigd harde woorden en beginnen zowel in Italië als Oosten rijk de „perskanonnen" te bulderen. „Italia fine al Brennero" en „Oosten rijk bemoeit zich met de binnenlandse aangelegenbeden van Italië", zijn dan de commentaren uit Rome en in Wenen wordt het onderhand ai weer oude plan om de kwestie Zuid-Tirol voor de V.N, te brengen plotseling weer erg actueel en spreekt men van een: „Tweede Cy prus" Aan deze laatste uitlating heeft het toonaangevende Amerikaanse blad de New York Times onlangs een artikel gewijd, waarin de mogelijkheid van een ondergrondse beweging in Zuid-Ti- rol beslist niet uitgesloten wordt geacht, als in de huidige situatie geen verande ring komt. Het weet te melden dat op Oostenrijks gebied Tiroolse heethoof den bezig zijn om acties in Zuid-Tirol voor te bereiden. Het is begrijpelijk dat de Italiaanse regering door derge lijke reacties verontrust en geprikkeld raakt. Het liefst ziet zij de dagen in rust verstrijken. De tijd werkt immers in haar voordeel. De dag dat er van een Italiaanse minderheid in de provincie Bozen geen sprake meer is, nadert met rasse schreden. Thans wonen er in Zuid-Tirol met een oppervlakte van 7400 km2 216.000 Duitstaligen tegen ruim 122.000 Italia nen. De laatsten hebben voor meer dan de helft domicilie gekozen in de oude handelsstad Bozen bij de samenvloei ing van Eisack en Etsch. Bozen Bol zano moet men nu schrijven telt maar 20.000 Tiroolse bewoners en is by- na een Italiaanse stad geworden. Wie vandaag de dag de Tiroolse hoofdstad bezoekt zal met Italiaans en zelfs met Frans en Engels verder komen dan met Duits De bankbediende op het geldwis selkantoor, de loketbeambte van de spoorwegen, de politieagent in zijn ele gante kleding, voor hen allen geldt op de eerste plaats het „paria Italiano Van de in het vooruitzicht gestelde doorvoering van de twee-taligheid trekt men zich niets aan. Dat ondervond een Tiroolse boer, die een spoorkaartje wilde kopen om naar zijn woonplaats Weidbruck te reizen. De loketbeambte op het sta tion luisterde, duwde zijn oor driftig tegen het gaaswerk en bleef de boer vervolgens met open mond aankijken. Wat de arme man ook gehaarde, de beambte verroerde zich niet. De boer heeft zijn kaartje tenslotte toch gekre sen omdat een achter hem staande Italiaan het wachten moe was en hem de Italiaanse benaming van zijn ge boorteplaats verklapte. „Ponte Gar denia" stamelde de boer, waarna de beambte hem met een gebaar van had dat nu eerder gezegd het biljet overhandigde. Anderzijds hebben de Italiaanse emi granten in de provincie, waar de meer derheid van stoere en oer-conservatieve Tirolers zich zoveel mogelijk schrap zet tegen verordeningen van de Italiaanse overheid, het niet gemakkelijk. De Ti rolers dragen er ondanks het uitdruk kelijk verbod van de Italianen de hele week het z.g. blauwe werkschortje en houden zich van de domme als de Ita lianen in hun broodwinkels om „pane" in plaats van „brot" vragen. Het is voor de twee overwegend christelijke groepen in het prachtige land ten zuiden van de Alpen zaak om zoveel mogelijk een eigen weg te gaan. In Bozen is dat al heel erg gemakkelijk, want m de grote fabrieken langs de wildstromende Eisack waar onder meer auto's Van Lanzia vervaardigd worden en een uitgestrekte aluminium- en magnesiumindustrie gevestigd is werken bijna uitsluitend Italiaanse ar beiders. De Tirolers zijn er op zich zelf De krotwoningen aan de voet van de Sarentheinse Alpen, slechts tijdelijke verblijfplaatsen voor de stroom van arme Italiaanse emigranten uit het Zuiden. Al na enkele weken krijgen zij inderdaad het nieuwe huis dat hun beloofd is. aangewezen. Slechts enkelen kunnen bij hoge uitzondering in Italiaanse be trekking komen. 's Avonds zitten de Italianen in hun bar Milano en bar Ro ma en drinken zij er pana montata en campari met hun druk pratende ega's. De Tirolers zoeken elkaar in de Wein- en Bierstuben en bespreken er het laat ste nieuws uit hun katholieke lijfblad „Dolomiten". Meestal schuiven hun vingers dan secuur over de lijst van toegewezen nieuwe woningen, die vaak meer dan een kolom in beslag neemt. Want in Bozen wordt flink gebouwd, omdat de Italiaanse overheid er kost wat kost voor wil zorgen dat de smeri ge krotten en barakken, onder aan de hellingen van de Alpen, slechts korte tijd dienen als woonplaats voor de Ita liaanse emigranten, die in Bolzano hun geluk beproeven. De kans dat op de lijst van toegewe zen woningen ook een Duitse naam voorkomt is zeer gering. Slechts een en kele keer heeft een Tiroler het geluk om tussen de Italianen in zo'n fraaie comfortabele fiat te mogen wonen. Voor „Dolomiten" is dit herhaaldelijk een aanleiding om felle critiek te leveren. Duits lezen kunnen de meeste Italianen niet, maar als de redactie ter illustra tie van zo'n artikel foto's van bekende Tiroolse leiders plaatst, kan het gebeu ren dat het glas voor de krantenbakken van „Dolomiten" wordt ingeslagen, on danks de voortdurende bewaking van twee carabinieri Voor de vele honderden toeristen, die de oude stad tussen de Alpen en Dolo mieten bezoeken, blijven al deze din gen onopgemerkt. Het fleurige Bozen met zijn bochtige straatjes, zijn knus se winkels en marktstalletjes vol drui ven en meloenen, zijn wijnkelders en eethuisjes en tal van bezienswaardighe den, is een verrukkelijke camouflage voor de grimmige verhoudingen tussen Italianen en Tirolers. Zij zullen wat vreemd opkijken als het vrolijke optre den van een Tiroler kapel wordt ver stoord door het irriterend rondrijden van Italiaanse scooters. Zij zullen zich verbaasd afvragen wat een massale op tocht van jonge Italianen met hun na tionale driekleur te beduiden heeft. Ma-ar voor de rest beantwoordt de stad volkomen aan de verwachtingen die zij er van hadden. Wat kan het hun schelen of het mo nument ter ere van de beroemde Ti roolse minnestreel Walter von der Vo gelweide door Italianen van de Walter platz is verwijderd en in een klein en onbeduidend plantsoen is geplaatst. Hen raakt het niet of de stad nu Bozen of Bolzano heet. Op de gekleurde an sichtkaarten staan omwille van de ve le Duitse toeristen trouwens beide na men precies even groot afgedrukt. De Italianen zijn vriendelijk en le venslustig. De Tirolers gemoedelijk en beleefd. Een paar glazen koele rode wijn en een kopje geurige capncino vormen een uitstekende combinatie en naast de uitgebreide serie stevige schnitzels bliikt een dampende en smeuïge spaghetti op zijn tijd ook wel eens lekker. HAYE THOMAS. miiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiimuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiimmiiiHiiiimmiiiimiiiiimiiiiimmiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ||||||||||||||llllllllllllll1llllllllllilllllllllHHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIlllHIIIIIIIIIIIIIIH'IHII""l"ll|lllll""lllllll|IHIII lltlll 5? (Van onze speciale verslaggever) „Wordt Zuid-Tirol een tweede Cyprus?" D, lange, magere man, die deze vraag hei best kan beantwoorden, aarzelt. De dunne vingers trommelen nerveus op het enorme bureau, bezaaid met papieren en paperassen. Dan komt met een geheim zinnig glimlachje het antwoord dat men kan verwachten: „Ik zeg niet ja en ik zeg niet nee." „Het is natuurlijk mogelijk dat het Tiroolse volk zijn geduld verliest en pre cies zoals 150 jaar geleden naar de wa pens grijpt. Let wel, ik moedig dat niet aan. Ik blijf er de voorkeur aan geven om de zaak van Zuid-Tirol met legale middelen te verdedigen." Dr. Silvio Magnano, hoofd van de Zuid-Tiroolse Volkspartij en leider van de oppositie tegen het Italiaanse bewind, vouwt de knipsels uit een Amerikaanse en een Engelse krant over de groeiende onrust in Zuid-Tirol zorgvuldig dicht. Zijn don kere ogen staren ons onderzoekend aan. „De tijd zal het leren," mompelt ae 45- jarige advocaat, die het vertrouwen ge niet van alle Zuid-Tirolers. Dr Silvio Magnano werd in het begin van de eerste wereldoorlog in Meran aeooren. Een jaar later verhuisden zijn ouaers naar het ongeveer 30 km verder oelegen Bozen. De jonge Silvio bleek een uitstekend leerling op de scholen die hij bezocht en het lag dan ook in de lijn der verwachtingen dat hij doorging met stu deren Als Zuid-Tiroler moest hij daar voor naar een Italiaanse universiteit, wil- de hij tenminste examens doencue door de Italiaanse autoriteiten werden erkend. Hij vestigde zich in Bologna, waar hij in de rechteiafstudeerde. Tijdens de twee de wereldoorlog, toen deze fanatieke Zuid-Tiroler met zijn opvallend Italiaan se naam werd ingedeeld bij het regiment Alpenjagers, moest Silvio Magnano naar het Russische front, waar hij zwaar ge wond raakte aan zijn linker been, dat werd afgezet. Hij keerde in zijn geliefd Hozen terug en met de meeste Zuid-Ti rolers koesterde ook hij aanvankelijk de grootste verwachtingen van het verdrag dat De Gasperi en Gruber vlak na de oorlog in Parijs over ae kwestie-Zuid- Iirol sloten. Spoedig voelde hij zich te leurgesteld. De Zuid-Tiroolse Volkspartij, waarin na de oorlog de Zuid-Tiroolse Volks groep werd opgenomen, ging zich in het bijzonder inspannen voor de rechten van de Zuid-Tiroolse bevolking. Haar voor naamste leider werd dr. Magnano. De aavocaat drong door in het provinciale bestuurswezen van Bolzano maar kon op belangrijke terreinen als de woning bouw, ai beidsvoorziening en onderwijs toch weinig uitrichten. De provincie Bol zano was met de zuiver Italiaanse pro vincie Trentino samengevoegd tot één autonoom gewest, met een Italiaanse meerderheid. De Italianen met hun grote voorkeur vcor het centralisme hielden voor de belangrijke zaken van de „auto nome" gewesten de beslissing aan Rome. Waren e- voor Bolzano, met zijn Duits talige meerderheid belangrijke dingen te bespreken, dan reisde niet dr. Magnano, maar dr Tullio Odorizzi, de grote man van Trentino, naar Rome om als hoofd van het gewestelijke bestuur met de re gering te onaerhandelen. Een volbloed Italiaan moe. de belangen van de Zuid- Tirolers behartigen. Dit alles zit dr. Magnano en zijn Zuid- Tiroolse Volkspartij enorm dwars. Zij stellen dat op deze wijze de rechten van het Zuid-Tiroolse volk niet voldoende beschermd zijn. „Op de eerste plaats wil len wij dan ook onze autonomie en niet zo als velen denken, terugkeer naar Oos tenrijk. Voor een Zuid-Tiroler is de vrijheid alles. Hij is gewend zijn eigen gang te gaan. Vandaar die vastberaden heid in deze zo ontzettend veel geduld eisende zaak," zegt dr. Magnano. Wan neer wij over zijn politieke tegenstan ders in Zuid-Tirol spreken, valt onmid dellijk de naam van Andreas Mitolo, de verbeten leider van de Neo-Fascisten, die in het noorden bij de Brenner steeds meer terrein winnen. Mitolo en de zij nen zitten nog al eens in het vaarwater van de grootste Italiaanse partij in het gewest Bolzano-Trentino, de Democra- zia Cristiana. Dat biedt voor de Zuid- Tirolers nog wel eens de gelegenheid om van die opwinding te profiteren en een succesje weg te halen. Len belletje zoemt driftig, dr. Magna no komt moeizaam overeind en pakt zijn u-mirirpv Een bespreking met Italiaanse collegamaakt een einde aan het ge sprek Voor ae donkere partijleider is dat een dagelijkse aangelegenheid. Zij eist ziin voortdurende aandacht en laat weinig tijd over voor particuliere be sognes waarvan, naast zwemmen, het traditionele schijfschieten de voornaam ste is Dr Magnano is een scherpschutter. Var, voltreffers raakt hij allang niet meer ondersteboven. Of het zou het schot in de roos moeten zijn, dat Zuid-Tirol de „.I u..„aorrie vriiheia. geeft. (Van onze missiologische medewerker) Vandaag wordt In Nijmegen op zeer plechtige wijze het interna tionale congres geopend over „De Liturgie in de missionering". De uitgelezen groep van 130 specialisten komt, alvorens aanstaande maandag in Uden achter compleet afgegrendel de deuren aan de werkvergaderingen te beginnen, in een van de grootste zalen van ons land, in het concertge bouw Do Vereniging te Nijmegen, in een publieke zitting bijeen. Is dit al leen maar vlagvertoon, zo gemakke lijk, omdat er kardinaalsrood en over vloedig bisschoppelijk paars zal schit teren? Waarachtig niet, al is die in druk door de organisatoren de afge lopen weken feitelijk soms gewekt, er werd aan pers en radio immers mee gedeeld, dat de werkvergaderingen een strikt besloten karakter zouden hebben wat omwille van de gevoe lige vraagstukken valt te begrijpen maar dat zij toch „volop aan hun trek. ken zouden komen" bij de grootse pu blieke openingszitting. Dit is een misrekening. Meer dan naar alle openingsfestiviteiten gaat ve ler intense belangstelling zeer direct uit naar het eigenlijk" congresonderwerp: de liturgie in de missionering. Ook in onze landen staat de liturgische herle ving en vernieuwende aanpassing in het middelpunt van de belangstelling, en het zijn goeddeels dezelfde vragen, maar dan in vee] urgenter toespitsing, waar het om gaat bij de liturgie in de missioneringslanden. Laat men dus maar veilig aannemen, dat de openings festiviteiten de aandacht niet afleiden van, doch alleen maar meer richten op de eigenlijke inhoud van het congres. De belangstellende buitenwacht kan en wil het begrijpen, dat de besprekingen in openhartige vrijmoedigheid binnens kamers blijven, maar als zij dit jammer vindt, is dit slechts een bewijs van de eerlijke belangstelling. En het is ook daarom. Cat wj) op deze openingsdag van het congres met nadruk een enkele greep doen uit de drie inleidingen op de missionaire sectie van het Liturgische Congres te Assisi in 1956. Op dit congres wist de grote animator van de liturgische be weging in ae missionering, pater J. Hofinger uit Manilla, een speciale dag te organiseren, gewijd aan de li turgie in de missionering. De pro bleemstellingen die daaruit voortkwa men hebben inderdaad zeer recht streeks de aanleiding gevormd voor het grote internationale congres, dat vandaag wordt geopend, maandag ge sloten en aanstaande vrijdag besloten. De meest opzienbarende inleiding te Assisi hield mgr. W. van Bekkum, apos tolisch vicaris van Ruteng op Flores in Indonesië, over „De liturgische ver nieuwing in dienst van de missionering" Met de missiologische week van Leu ven nog vers in de nerinnering worden we direct aangesproken door het zeer duidelijke uitgangspunt van mgr. Van Bekkum ,dat de religieuze cultus van met-christenen het noodzakelijke aan knopingspunt is voor de christelijke cul tus. De niet-christenen hebben een le- Dr. Silvio Magnano, leider van de Zuid-Tiroolse Volkspartij. vend begrip voor God, die werkzaam is in de wereld en de mens zoekt. Zij we ten van een verheven zoon van de he mel, die gewikkeld is in een dramatisch conflict met de demonen van de onder wereld; zij zoeken de sympathie van God door veelvuldige offers; zij kennen heilige symbolen ais duidelijke tekenen van de verbondenheid van de godheid met de mensen. „Men ziet dus," aldus mgr. Van Bekkum, „hoezeer deze vol ken van nature ontvankelijk zijn voor het christelijk mysterie. Maar hun ge hele religieuze cultus is vermengd met onduidelijkheid en angst, met vrees en onzekerheid en met veie bijgelovighe den en dwalingen". Al die religieuze op vattingen vinden een daadwerkelijke uiting in zeer sprekende cultus-uitingen. De viering van hun religieuze cultus heeft een sterk gemeenschapskarak ter, met een gevarieerde deelneming van allen in gebaren, ritme en dansen, met muziek en heilige gezangen in de volkstaal, met acclamaties, spreekko ren, wisselzangen, en heilige symbolie ken. De godsdienstige feesten worden tot een nachtwake van de gemeenschap, in overgave aan het waarachtige geloof in de aanwezigheid van de godheid, de voorouders en de geesten. „Die zoge naamde heidenen leven in de hoop en uitdrukkelijke verwachting van de komst van de godheid." Tegen de schijn van huidige modernisering in, blijft by de niet-christelijke volken toch nog ver rassend veel van dit alles leven. Zonder omwegen stelt mgr. Van Bek kum dan vervolgens, met hoevee] re spect overigens voor het bereikte, dat de missionering tot nu tóe nauwelfiks begrip toonde voor het religieuze erf goed van deze volken. De missionering sloot zelden aan op deze aanwezige godsdienstige rijkdom. Het was door gaans een werkzaamheid van buiten af, met catechismus en een sobere, stil le privé H. Mis, die ook op de meest eenvoudige niet-christenen wel een mi serabele en onbegrijpelijke indruk moest maken. „Een nieuwe christen en een nieuwe christen-gemeenschap geraakt wel zeer sterk verarmd aan cultus-vor- ™?n, ?'s volk nooit gemeenschap pelijk kan bidden en zingen in de e'igen landstaal bij de meestal stille H. Mis, ii Sezongen Misviering, waarbij alleen het koor mag zingen. Laten wij toch niet geloven, dat nieuwe christe nen zich gelukkig voelen met een litur gie, waarin men niet actief met gebed en zang kan deelnemen. De liturgie moet aan de neofieten niet alleen de overtuiging schenken in de Kerk van Christus het ware geloof te hebben ge vonden, maar ook een waaraéhtige ont moeting met God en de ware cultus, waarin alle authentieke elementen uit hun traditionele cultus hun onverwach te en goddelijke voltooiing vinden". Tegen deze achtergrond liggen de ingrijpende liturgische vraagstukken in de missionering. Op de vraag of liturgische aanpassing nu werkelijk een reële noodzaak is, sprak mgr. van pekkum ronduit van een „abso lute noodzakelijkheid". En dezelfde openhartigheid toonde hü met het aangeven van bepaalde aanpassings mogelijkheden. Allereerst de voor- mis in de landstaal, niet omwille van nationalistische aspiraties en nog min der wegens protestantse invloeden, maar om deze enige reden: men moet de voormis zijn catechetische en missionaire functie teruggegeven, en dat kan alleen in de landstaal. De latjjnse gezongen Mis met volkszang van de vaste gezangen in de lands taal. Een herstel van een zelfstan dige functie van diaken, voor de uit reiking van de communie, de toedie ning van het doopsel, de leiding van de zondagsdienst zonder priester, het godsdienstonderricht en meerdere andere taken. De beide inleidingen van professor J Putz van het groot-seminarie te Kur- seong in Indië, en van pater J. Hofin ger sloten hierop aan. Vooral trachtten 7.Ü een overzicht te geven van de diver se remmingen tot aanpassing van de liturgie: van de kant van de theologie, die hier inderdaad staat voor zeer ge compliceerde vraagstukken, en van de kant der missionarissen, die vaak wei nig liturgisch en niet sterk ecclesioio- gisch georiënteerd zijn. En als we nu het programma van het vandaag geopende congres over- zien, valt direct op hoe sterk de vra gen van Assisi 1956 hier hebben door gewerkt. In het officiële perscom muniqué ter inleiding op het congres luidt het: „primair is niet de aan passing van de liturgie, maar de be leving var de liturgie". Maar uit het programma van de inleidingen blijkt, dat een tiental van de 17 referaten direct vernieuwingen of herzieningen van de liturgie tot onderwerpen heb ben. Vier bisschoppen spreken over de urgentie van liturgische vernieu wing in de missionering van vandaag. Mgr. Eugène D'Souza van Nagpur spreekt over de vraag „Should we work towards Permanent deacons in the Mis sion?" Mgr. Lino Gonzaga y Rasdesa- les van Palo in de Philippijnen refe reert over het missionaire belang van herziening van het rituaal, Mgr. Th. Pothacamury van Bangalore in Indië over de taak van bisschoppen in de missionering ten opzichte van liturgische vernieuwing. Men zal op dit congres dus inder daad in een internationaal overleg da liturgische kernvragen van de missio nering aan de orde stellen. Dit zijn pre caire vragen en dus is grote besloten heid alleen maar dienstig voor een ge concentreerde gedachtenwisseling. Hier zuilen geen directieven worden geno men, maar hoogstens mogelijkheden en wensen als resultaat aan Rome worden voorgelegd. Maar het heeft geen zin om de eerlijke belangstelling van velen als ongepaste nieuwsgierig heid naar pikante nieuwtjes te brand merken. Hiertoe bleek men de afgelo pen weken te gauw geneigd. En we hopen niet, dat het totaal afzijdig hou den van vooraanstaande Afrikaanse en Aziatische leken door zulk een over bodige huiver werd ingegeven. Het gaat in de grond allemaal om de levende en aanspreekbare samenviering van de li turgie door leken en voorgaande pries ters; in dat opzicht zou een samen spraak ook met leken alleen maar be vruchtend kunnen werken. Het gaat op dit congres om zeer belangrijke vragen van de missionering. De grootse plech tigheden van vandaag richten nog in tensiever veler reeds bestaande belang stelling. Laat men daarvan ook door deze regels overtuigd zijn. A. J. KRAMER Advertentie I EEN VOORTREFFELIJK1 r, F B E D EN BOEK j Het Londense herenmodeblad „man about town" heeft een lijst gepubliceerd van de zes slechts geklede mannen ter wereld, onder wie de hertog van Wind sor, Elvis Presley en Liberace. Op de lijst staan ook premier Ha rold Macmillan en de Britse komie ken Tommy Trinder en Spike Milli- gan. Presley draagt veelal een spij kerbroek en Liberace met lovertje! bezaaide kostuums. Hun „uitverkie zing" is geen verrassing. Anton Zischka heeft maar weer eens een reis door China en Aziatisch Rus land gemaakt. Hij is bepaald niet de eerste, die een dergelijk plan heeft uit gevoerd en helaas is hjj ook niet de enige, die daarover verslag uitbrengt. Anton Zischka heeft de voor ons lichtelijk irriterende gewoonte om zijn lezers eerst te suggereren, dat zij over een bepaald probleem te weinig weten of te weinig hebben nagedacht en vervolgens geeft hij „de feiten", aangekleed met veel adjectieven en su perlatieven. Zelfs als men zijn manier tje kent is het toch altijd weer boeiend te zien, hoe hij eri: slaagt de onthul ler te spelen, de man, die de ogen van miljoenen opent. „In Azië dreunt de wereld" (Nederland's Boekhuis, Til burg) bevat het verslag van zijn repor- tagereis door China en Aziatisch Rus land, met een toegiftje over Canada. Ook dit boek wordt weer besloten met een recept voor de sociale en techni sche ontwikkeling van het westen. N. ZONDAG 13 sept.: 17e zondag na Pinkste ren; eigen mis; credo; pref. van de H. Drieëenheid; groen. MAANDAG: Verhef fing van het H. Kruis; eigen mis; credo; pref. van het H. Kruis; rood. DINSDAG: Ze ven Smarten van O. L. Vr.; eigen mis; 2 geb. H. Nicomedes: credo; pref. van O. L. Vr.; wit. WOENSDAG: Quatertemper woensdag; eigen mis; 2 geb. H.H. Corne lius en gez.; 3 geb. H.H. Euphemia en gez.; paars. DONDERDAG: Wondetekenen van de H. Franciscus; eigen mis; wit Den Bosch, Breda en Roermond: H. Lambertus, bisschop-martelaar; eigen mis; 2 geb. Won detekenen van de H. Franciscus; rood. VRIJDAG: H. Jozef van Cupertino, belij der; eigen mis; 2 geb. van Quatertemper vrijdag; wit. ZATERDAG: H.H. Januariu» en gez., martelaren; mis Saius; 2 geb van Quatertemperzaterdag; credo; wit. ZONDAG 20 sept.: 18e zondag na Pinksteren; eigen mis; 2 geb. H.H. Eustachius en gez.; credo; pref. van de H. Drieëenheid; groen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 9