In Zuid-Tirol geldt nog steeds:
Italia fine al Brennero
Fleurig Bozen verrukkelijke camouflage
van grimmige verhoudingen
2?
Dr, Silvio Magnano: sterke
man van Zuid-Tirol
,.DE LITURGIE IN DE MISSIONERING
Aanpassing en vernieuwing
op Nijmeegs congres
Urgente vragen in
vertrouwelijke sfeer
Dertien jaar na verdrag van Parijs:
Advocaat en scherpschutter
NOVA ET VETERA
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1959
PAGINA 9
(Van onze speciale verslaggever)
C iuseppe, het kwieke Italiaan
se ijsverkopertje van de
Walterplatz in Bozen, fluit
zegt „buon giorno" tegen ieder
*he hem maar even in de donkere
Ogen kijkt. Voor Giuseppe heeft
het leven geen problemen meer.
Nog niet zo heel lang geleden is
hij als een arme stakkerd vanuit
Zuid-Italië naar Bozen gereisd.
Een paar weken leek het alsof
voor hem ook in het hoge noorden
alles bij het oude zou blijven.
Weer trok hij met zijn schamele
Vlunje in een gammele en vunzige
barak. Hadden de hoge heren
hem wat op de mouw gespeld?
hun sappig verhaal over het
ehofde land van Bolzano dan
6en naar en misplaatst grapje ge
feest
Twee weken later betrok Giu-
lim3e me^ een verrukte glimlach
elecM^T^T™9- Een e<lht bed'
tntn7 lcllt, een vaste was-
Nu staat Z n
een spierwit tasje bij de9^,l™
gothische Pfarrkirche en verkoopt
hij zijn „gelati" in alle kleuren
aan talrijke opgewekte landgeno
ten, die evenals hij de trek naar
het noordelijke grensgebied bij de
Brenner waagden. Zij „emigreer
den" uit overbevolkte en onder
ontwikkelde gebieden naar een
iand dat niet Italiaans is: Zuid-
Tirol, een nog altijd schrijnende
Wonde in het hart van Europa,
dertien jaar na het verdrag van
Barijs nog geen stap dichter bij
do zo nadrukkelijk toegezegde
autonomie.
PRESLEY EN LIBE-
RAGE SLECHT
GEKLEED
Zischka over Azië
Liturgische weekkalender
°Bge boeren in Zuid-Tirool, de grote kracht van dr. Magnano's Volkspartij m
strijd tegen de Italiaanse politiek in Zuid-Tirool. Van tijd tot tijd geven ze
in klederdracht een nummertje propaganda weg
Passo dei
ïpo^pen' Middellandse en Adriatische
va» vormer> een natuurlijke beschutting
er?» Italië. Tot 1918 lag de noordelijke
het pal onder Oostenrijks Tirol, als
On' wai.® ..open" De nederlaag van
hn?iei?r"k..ln de Eerste Wereldoorlog
Od Italië, dat aan de winnende zijde
•treed de gelegenheid om ook hier een
natuurlijke beschutting te creëren, door
"l'hving van Zuid-TiroJ tot de strate
gisch zo belangrijke Brennergrens
••ten verdedigingslijn in de bergen te-
een het agressieve Oostenrijk", stelden
ue Italianen tijdens de langdurige dis
cussies over het vredesverdrag van
?aint Germain. En nadat zij de Ameri
kaanse president Wilson wisten te over
igen dat de bevolking van het door
IriÏV geannexeerde gebied slechts uit
"00 Duitstaligen en verder 80.000
ïta,?ermanisee e" Rornanen en 70°00
tien auCn bestond, was het pleit gewon-
e" sch llson plaatste zijn handtekening
aan dl° Italië de fel begeerde grens
8renner
peri
ode
Moeilijke
Voor
TOoeiliii, *,veroverde" gebied brak
'e Zuid-T;,.e Periode aan. Mussolini,
Was. startte0 een doorn in het oog
was, met dez°dra "tl aan de macht
Se Plannen ?PVoei'ing van grootscheep-
a'gehele moesten leiden tot een
Jjplpen doori.duitsing". Bekwaam ge-
Tolornei hi ,2«n trouwe dienaar u-ttore
°ver de 'de de Duce de verfkwast
Zuid-firrl"?,rnen van steden en dorpen.
- Pi
Se, "de'hn'r,,^61"0 omgedoop' in Alto Adi-
ran in ivt» ac1 Bozen in Bolzano. Me-
Passeierd?fno' Brixen irl Bressanone en
2rnt„ -f.'. waar het geboortehuis van
Tiroolse vrijheidsstrijder An
dreas Hofer staat, heet nu
Rolle. Gedenktekens werden verwy-
derd of van andere opschriften voor
zien en men ontzag zich niet om zelfs
familienamen en grafschriften te ver
anderen. Het land werd overspoeld met
Italiaanse „emigranten", carabinieri
en ambtenaren. Italiaans werd dé taal
op scholen kantoren en gemeentehuizen
Duitstaligen konden aan de loketten van
officiële instellingen slechts iets bereiken
als zij gebruik maakten van een Itali
aanse tolk. Het was het streven van
Mussolini om van Zuid-Tirol een Itali
aanse provincie te maken en met groot
genoegen constateerde hij dat in 1939,
na een accoord met Hitier, 70.000 Tiro-
lers hun geboortegrond verlieten en
naar het grote Reich verhuisden.
De meesten keerden terug nadat de
Italiaanse minister-president Alcide de
Gasperi en de Oostenrijkse minister
van buitenlandse zaken Gruber in 1946
té Parijs glimlachend hun handtekening
plaatsten onder een verdrag, dat voor
Zuid-Tirol ogenschijnlijk erg gunstig
leek. Dat Zuid-Tirol zou worden terug
gegeven aan Oostenrijk, dat toen voor
een deel door Rusland bezet was, was
natuurlijk uitgesloten. Bovendien hecht
te Italië nog zeer veel waarde aan de
strategische Brennergrens. Maar men
was overeengekomen dat Zuid-Tirol als
provincie binnen de Italiaanse grens
autonomie zou krijgen, een eigen rege
ring die in hoge mate zelfstandig mocht
ontreden In werkelijkheid is daar niet
veel van terecht gekomen. De Duitstali
ge provincie Bozen (Bolzano) werd met
de zuiver Italiaanse provincie Trent.no
verenigd tot één autonoom gewest. Dit
Italiaanse .handigheidje".had tot ge-
Italiaanse -d_Tirolers in het gewes-
volg dat de zum ine g Uaü_
telijk parlement i-D sj.eri opkijken,
aanse meerderheid Duitssprekende be-
De belangen van de Dm^^glvende li-
volking waren in aai weg a00r
chaam slecht te behartigen.
Italië een einde gemaakt aal] P
bek van Mussolini en Tolomei in d
tiger jaren ,de Tirolers zijn van men™=
hu? ,wat z'j de ver-Italianisermg van
'and noemen, rustig voortgaat, in
fenMif"Sentra verrijzen als paddestoe-
le en irivii?rcïld- overal het Patriarcha:
z!in wéfvirlca scllone Zuid-Tirol met
blanke barok?6 611 kloeke dorpen, zijn
steile be?!?h?mrens en burchten op de
karakto Dp S?' berovend van zijn
haraKter. ue snelle industrialisatie is
een wonderlijke zaak als men bedenkt
dat de te bewerken grondstoffen van
grote afstand naar het bergachtige se-
bied moeten komen. Een prnzie nffer
dus, maar noodzakelijk om de stroom
van arme Italiaanse emigranten uit het
zuiden aan werk te helpen, in de jaren
van de annexatie is het Italiaanse deel
van de bevolkt,.g twintigvoudig in aan
tal gegroeid.
Toenemende spanning
Dit alles leidt tot een toenemende
spanning in het gebied ten zuiden van
de Brenner. Het Tiroolse verzet laait
bij tijd en wijle hoog op en vooral nu
bijna een ]aar lang de 150ste stertoag
van Andreas Hofer herdacht wordt is
er voortdurend aanleiding de zaak van
Zuid-Tirol onder de aandacht te bren
gen. Meestal gebeurt dit door rustige
bezoeken aan het voormalige Wirtshaus
van de baardige waard Andreas Hoter
in de omgeving van Meran, thans bede
vaartplaats en politiek trefpunt van al
le Tirolers. Maar soms wordt de twist
opgerakeld dooi incidenten zoals het
leggen van een bom onder een Itali
aans oorlogsmonument en het weige
ren van de toegang aan Noordtirooise
politici bij de Brennergrens. Dan vallen
er in Rome en Wenen waar men zich
garant stelde voor het verdrag van Pa
rijs waarop Zuid-Tirol nog altijd zijn
noop heeft gevestigd harde woorden
en beginnen zowel in Italië als Oosten
rijk de „perskanonnen" te bulderen.
„Italia fine al Brennero" en „Oosten
rijk bemoeit zich met de binnenlandse
aangelegenbeden van Italië", zijn dan
de commentaren uit Rome en in Wenen
wordt het onderhand ai weer oude plan
om de kwestie Zuid-Tirol voor de V.N,
te brengen plotseling weer erg actueel
en spreekt men van een: „Tweede Cy
prus"
Aan deze laatste uitlating heeft het
toonaangevende Amerikaanse blad de
New York Times onlangs een artikel
gewijd, waarin de mogelijkheid van
een ondergrondse beweging in Zuid-Ti-
rol beslist niet uitgesloten wordt geacht,
als in de huidige situatie geen verande
ring komt. Het weet te melden dat op
Oostenrijks gebied Tiroolse heethoof
den bezig zijn om acties in Zuid-Tirol
voor te bereiden. Het is begrijpelijk
dat de Italiaanse regering door derge
lijke reacties verontrust en geprikkeld
raakt. Het liefst ziet zij de dagen in rust
verstrijken. De tijd werkt immers in
haar voordeel. De dag dat er van een
Italiaanse minderheid in de provincie
Bozen geen sprake meer is, nadert met
rasse schreden.
Thans wonen er in Zuid-Tirol met
een oppervlakte van 7400 km2 216.000
Duitstaligen tegen ruim 122.000 Italia
nen. De laatsten hebben voor meer dan
de helft domicilie gekozen in de oude
handelsstad Bozen bij de samenvloei
ing van Eisack en Etsch. Bozen Bol
zano moet men nu schrijven telt
maar 20.000 Tiroolse bewoners en is by-
na een Italiaanse stad geworden. Wie
vandaag de dag de Tiroolse hoofdstad
bezoekt zal met Italiaans en zelfs met
Frans en Engels verder komen dan met
Duits De bankbediende op het geldwis
selkantoor, de loketbeambte van de
spoorwegen, de politieagent in zijn ele
gante kleding, voor hen allen geldt op
de eerste plaats het „paria Italiano
Van de in het vooruitzicht gestelde
doorvoering van de twee-taligheid trekt
men zich niets aan.
Dat ondervond een Tiroolse boer,
die een spoorkaartje wilde kopen om
naar zijn woonplaats Weidbruck te
reizen. De loketbeambte op het sta
tion luisterde, duwde zijn oor driftig
tegen het gaaswerk en bleef de boer
vervolgens met open mond aankijken.
Wat de arme man ook gehaarde, de
beambte verroerde zich niet. De boer
heeft zijn kaartje tenslotte toch gekre
sen omdat een achter hem staande
Italiaan het wachten moe was en hem
de Italiaanse benaming van zijn ge
boorteplaats verklapte. „Ponte Gar
denia" stamelde de boer, waarna de
beambte hem met een gebaar van
had dat nu eerder gezegd het biljet
overhandigde.
Anderzijds hebben de Italiaanse emi
granten in de provincie, waar de meer
derheid van stoere en oer-conservatieve
Tirolers zich zoveel mogelijk schrap zet
tegen verordeningen van de Italiaanse
overheid, het niet gemakkelijk. De Ti
rolers dragen er ondanks het uitdruk
kelijk verbod van de Italianen de hele
week het z.g. blauwe werkschortje en
houden zich van de domme als de Ita
lianen in hun broodwinkels om „pane"
in plaats van „brot" vragen.
Het is voor de twee overwegend
christelijke groepen in het prachtige
land ten zuiden van de Alpen zaak om
zoveel mogelijk een eigen weg te gaan.
In Bozen is dat al heel erg gemakkelijk,
want m de grote fabrieken langs de
wildstromende Eisack waar onder
meer auto's Van Lanzia vervaardigd
worden en een uitgestrekte aluminium-
en magnesiumindustrie gevestigd is
werken bijna uitsluitend Italiaanse ar
beiders. De Tirolers zijn er op zich zelf
De krotwoningen aan de voet van de
Sarentheinse Alpen, slechts tijdelijke
verblijfplaatsen voor de stroom van
arme Italiaanse emigranten uit het
Zuiden. Al na enkele weken krijgen
zij inderdaad het nieuwe huis dat hun
beloofd is.
aangewezen. Slechts enkelen kunnen
bij hoge uitzondering in Italiaanse be
trekking komen. 's Avonds zitten de
Italianen in hun bar Milano en bar Ro
ma en drinken zij er pana montata en
campari met hun druk pratende ega's.
De Tirolers zoeken elkaar in de Wein-
en Bierstuben en bespreken er het laat
ste nieuws uit hun katholieke lijfblad
„Dolomiten". Meestal schuiven hun
vingers dan secuur over de lijst van
toegewezen nieuwe woningen, die vaak
meer dan een kolom in beslag neemt.
Want in Bozen wordt flink gebouwd,
omdat de Italiaanse overheid er kost
wat kost voor wil zorgen dat de smeri
ge krotten en barakken, onder aan de
hellingen van de Alpen, slechts korte
tijd dienen als woonplaats voor de Ita
liaanse emigranten, die in Bolzano hun
geluk beproeven.
De kans dat op de lijst van toegewe
zen woningen ook een Duitse naam
voorkomt is zeer gering. Slechts een en
kele keer heeft een Tiroler het geluk
om tussen de Italianen in zo'n fraaie
comfortabele fiat te mogen wonen. Voor
„Dolomiten" is dit herhaaldelijk een
aanleiding om felle critiek te leveren.
Duits lezen kunnen de meeste Italianen
niet, maar als de redactie ter illustra
tie van zo'n artikel foto's van bekende
Tiroolse leiders plaatst, kan het gebeu
ren dat het glas voor de krantenbakken
van „Dolomiten" wordt ingeslagen, on
danks de voortdurende bewaking van
twee carabinieri
Voor de vele honderden toeristen, die
de oude stad tussen de Alpen en Dolo
mieten bezoeken, blijven al deze din
gen onopgemerkt. Het fleurige Bozen
met zijn bochtige straatjes, zijn knus
se winkels en marktstalletjes vol drui
ven en meloenen, zijn wijnkelders en
eethuisjes en tal van bezienswaardighe
den, is een verrukkelijke camouflage
voor de grimmige verhoudingen tussen
Italianen en Tirolers. Zij zullen wat
vreemd opkijken als het vrolijke optre
den van een Tiroler kapel wordt ver
stoord door het irriterend rondrijden
van Italiaanse scooters. Zij zullen zich
verbaasd afvragen wat een massale op
tocht van jonge Italianen met hun na
tionale driekleur te beduiden heeft.
Ma-ar voor de rest beantwoordt de stad
volkomen aan de verwachtingen die zij
er van hadden.
Wat kan het hun schelen of het mo
nument ter ere van de beroemde Ti
roolse minnestreel Walter von der Vo
gelweide door Italianen van de Walter
platz is verwijderd en in een klein en
onbeduidend plantsoen is geplaatst.
Hen raakt het niet of de stad nu Bozen
of Bolzano heet. Op de gekleurde an
sichtkaarten staan omwille van de ve
le Duitse toeristen trouwens beide na
men precies even groot afgedrukt.
De Italianen zijn vriendelijk en le
venslustig. De Tirolers gemoedelijk en
beleefd. Een paar glazen koele rode
wijn en een kopje geurige capncino
vormen een uitstekende combinatie en
naast de uitgebreide serie stevige
schnitzels bliikt een dampende en
smeuïge spaghetti op zijn tijd ook wel
eens lekker.
HAYE THOMAS.
miiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiimuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiimmiiiHiiiimmiiiimiiiiimiiiiimmiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
||||||||||||||llllllllllllll1llllllllllilllllllllHHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIlllHIIIIIIIIIIIIIIH'IHII""l"ll|lllll""lllllll|IHIII lltlll
5?
(Van onze speciale verslaggever)
„Wordt Zuid-Tirol een tweede Cyprus?"
D, lange, magere man, die deze vraag
hei best kan beantwoorden, aarzelt. De
dunne vingers trommelen nerveus op het
enorme bureau, bezaaid met papieren en
paperassen. Dan komt met een geheim
zinnig glimlachje het antwoord dat men
kan verwachten: „Ik zeg niet ja en ik
zeg niet nee."
„Het is natuurlijk mogelijk dat het
Tiroolse volk zijn geduld verliest en pre
cies zoals 150 jaar geleden naar de wa
pens grijpt. Let wel, ik moedig dat niet
aan. Ik blijf er de voorkeur aan geven
om de zaak van Zuid-Tirol met legale
middelen te verdedigen." Dr. Silvio
Magnano, hoofd van de Zuid-Tiroolse
Volkspartij en leider van de oppositie
tegen het Italiaanse bewind, vouwt de
knipsels uit een Amerikaanse en een
Engelse krant over de groeiende onrust
in Zuid-Tirol zorgvuldig dicht. Zijn don
kere ogen staren ons onderzoekend aan.
„De tijd zal het leren," mompelt ae 45-
jarige advocaat, die het vertrouwen ge
niet van alle Zuid-Tirolers.
Dr Silvio Magnano werd in het begin
van de eerste wereldoorlog in Meran
aeooren. Een jaar later verhuisden zijn
ouaers naar het ongeveer 30 km verder
oelegen Bozen. De jonge Silvio bleek een
uitstekend leerling op de scholen die hij
bezocht en het lag dan ook in de lijn der
verwachtingen dat hij doorging met stu
deren Als Zuid-Tiroler moest hij daar
voor naar een Italiaanse universiteit, wil-
de hij tenminste examens doencue door
de Italiaanse autoriteiten werden erkend.
Hij vestigde zich in Bologna, waar hij in
de rechteiafstudeerde. Tijdens de twee
de wereldoorlog, toen deze fanatieke
Zuid-Tiroler met zijn opvallend Italiaan
se naam werd ingedeeld bij het regiment
Alpenjagers, moest Silvio Magnano naar
het Russische front, waar hij zwaar ge
wond raakte aan zijn linker been, dat
werd afgezet. Hij keerde in zijn geliefd
Hozen terug en met de meeste Zuid-Ti
rolers koesterde ook hij aanvankelijk de
grootste verwachtingen van het verdrag
dat De Gasperi en Gruber vlak na de
oorlog in Parijs over ae kwestie-Zuid-
Iirol sloten. Spoedig voelde hij zich te
leurgesteld.
De Zuid-Tiroolse Volkspartij, waarin
na de oorlog de Zuid-Tiroolse Volks
groep werd opgenomen, ging zich in het
bijzonder inspannen voor de rechten van
de Zuid-Tiroolse bevolking. Haar voor
naamste leider werd dr. Magnano. De
aavocaat drong door in het provinciale
bestuurswezen van Bolzano maar kon
op belangrijke terreinen als de woning
bouw, ai beidsvoorziening en onderwijs
toch weinig uitrichten. De provincie Bol
zano was met de zuiver Italiaanse pro
vincie Trentino samengevoegd tot één
autonoom gewest, met een Italiaanse
meerderheid. De Italianen met hun grote
voorkeur vcor het centralisme hielden
voor de belangrijke zaken van de „auto
nome" gewesten de beslissing aan Rome.
Waren e- voor Bolzano, met zijn Duits
talige meerderheid belangrijke dingen te
bespreken, dan reisde niet dr. Magnano,
maar dr Tullio Odorizzi, de grote man
van Trentino, naar Rome om als hoofd
van het gewestelijke bestuur met de re
gering te onaerhandelen. Een volbloed
Italiaan moe. de belangen van de Zuid-
Tirolers behartigen.
Dit alles zit dr. Magnano en zijn Zuid-
Tiroolse Volkspartij enorm dwars. Zij
stellen dat op deze wijze de rechten van
het Zuid-Tiroolse volk niet voldoende
beschermd zijn. „Op de eerste plaats wil
len wij dan ook onze autonomie en niet
zo als velen denken, terugkeer naar Oos
tenrijk. Voor een Zuid-Tiroler is de
vrijheid alles. Hij is gewend zijn eigen
gang te gaan. Vandaar die vastberaden
heid in deze zo ontzettend veel geduld
eisende zaak," zegt dr. Magnano. Wan
neer wij over zijn politieke tegenstan
ders in Zuid-Tirol spreken, valt onmid
dellijk de naam van Andreas Mitolo, de
verbeten leider van de Neo-Fascisten,
die in het noorden bij de Brenner steeds
meer terrein winnen. Mitolo en de zij
nen zitten nog al eens in het vaarwater
van de grootste Italiaanse partij in het
gewest Bolzano-Trentino, de Democra-
zia Cristiana. Dat biedt voor de Zuid-
Tirolers nog wel eens de gelegenheid
om van die opwinding te profiteren en
een succesje weg te halen.
Len belletje zoemt driftig, dr. Magna
no komt moeizaam overeind en pakt zijn
u-mirirpv Een bespreking met Italiaanse
collegamaakt een einde aan het ge
sprek Voor ae donkere partijleider is
dat een dagelijkse aangelegenheid. Zij
eist ziin voortdurende aandacht en laat
weinig tijd over voor particuliere be
sognes waarvan, naast zwemmen, het
traditionele schijfschieten de voornaam
ste is Dr Magnano is een scherpschutter.
Var, voltreffers raakt hij allang niet meer
ondersteboven. Of het zou het schot in
de roos moeten zijn, dat Zuid-Tirol de
„.I u..„aorrie vriiheia. geeft.
(Van onze missiologische medewerker)
Vandaag wordt In Nijmegen op
zeer plechtige wijze het interna
tionale congres geopend over
„De Liturgie in de missionering". De
uitgelezen groep van 130 specialisten
komt, alvorens aanstaande maandag
in Uden achter compleet afgegrendel
de deuren aan de werkvergaderingen
te beginnen, in een van de grootste
zalen van ons land, in het concertge
bouw Do Vereniging te Nijmegen, in
een publieke zitting bijeen. Is dit al
leen maar vlagvertoon, zo gemakke
lijk, omdat er kardinaalsrood en over
vloedig bisschoppelijk paars zal schit
teren? Waarachtig niet, al is die in
druk door de organisatoren de afge
lopen weken feitelijk soms gewekt, er
werd aan pers en radio immers mee
gedeeld, dat de werkvergaderingen
een strikt besloten karakter zouden
hebben wat omwille van de gevoe
lige vraagstukken valt te begrijpen
maar dat zij toch „volop aan hun trek.
ken zouden komen" bij de grootse pu
blieke openingszitting.
Dit is een misrekening. Meer dan
naar alle openingsfestiviteiten gaat ve
ler intense belangstelling zeer direct uit
naar het eigenlijk" congresonderwerp:
de liturgie in de missionering. Ook in
onze landen staat de liturgische herle
ving en vernieuwende aanpassing in het
middelpunt van de belangstelling, en
het zijn goeddeels dezelfde vragen,
maar dan in vee] urgenter toespitsing,
waar het om gaat bij de liturgie in de
missioneringslanden. Laat men dus
maar veilig aannemen, dat de openings
festiviteiten de aandacht niet afleiden
van, doch alleen maar meer richten op
de eigenlijke inhoud van het congres.
De belangstellende buitenwacht kan en
wil het begrijpen, dat de besprekingen
in openhartige vrijmoedigheid binnens
kamers blijven, maar als zij dit jammer
vindt, is dit slechts een bewijs van de
eerlijke belangstelling.
En het is ook daarom. Cat wj) op
deze openingsdag van het congres
met nadruk een enkele greep doen uit
de drie inleidingen op de missionaire
sectie van het Liturgische Congres te
Assisi in 1956. Op dit congres wist de
grote animator van de liturgische be
weging in ae missionering, pater J.
Hofinger uit Manilla, een speciale
dag te organiseren, gewijd aan de li
turgie in de missionering. De pro
bleemstellingen die daaruit voortkwa
men hebben inderdaad zeer recht
streeks de aanleiding gevormd voor
het grote internationale congres, dat
vandaag wordt geopend, maandag ge
sloten en aanstaande vrijdag besloten.
De meest opzienbarende inleiding te
Assisi hield mgr. W. van Bekkum, apos
tolisch vicaris van Ruteng op Flores in
Indonesië, over „De liturgische ver
nieuwing in dienst van de missionering"
Met de missiologische week van Leu
ven nog vers in de nerinnering worden
we direct aangesproken door het zeer
duidelijke uitgangspunt van mgr. Van
Bekkum ,dat de religieuze cultus van
met-christenen het noodzakelijke aan
knopingspunt is voor de christelijke cul
tus. De niet-christenen hebben een le-
Dr. Silvio Magnano, leider van de Zuid-Tiroolse Volkspartij.
vend begrip voor God, die werkzaam is
in de wereld en de mens zoekt. Zij we
ten van een verheven zoon van de he
mel, die gewikkeld is in een dramatisch
conflict met de demonen van de onder
wereld; zij zoeken de sympathie van
God door veelvuldige offers; zij kennen
heilige symbolen ais duidelijke tekenen
van de verbondenheid van de godheid
met de mensen. „Men ziet dus," aldus
mgr. Van Bekkum, „hoezeer deze vol
ken van nature ontvankelijk zijn voor
het christelijk mysterie. Maar hun ge
hele religieuze cultus is vermengd met
onduidelijkheid en angst, met vrees en
onzekerheid en met veie bijgelovighe
den en dwalingen". Al die religieuze op
vattingen vinden een daadwerkelijke
uiting in zeer sprekende cultus-uitingen.
De viering van hun religieuze cultus
heeft een sterk gemeenschapskarak
ter, met een gevarieerde deelneming
van allen in gebaren, ritme en dansen,
met muziek en heilige gezangen in de
volkstaal, met acclamaties, spreekko
ren, wisselzangen, en heilige symbolie
ken. De godsdienstige feesten worden
tot een nachtwake van de gemeenschap,
in overgave aan het waarachtige geloof
in de aanwezigheid van de godheid, de
voorouders en de geesten. „Die zoge
naamde heidenen leven in de hoop en
uitdrukkelijke verwachting van de
komst van de godheid." Tegen de schijn
van huidige modernisering in, blijft by
de niet-christelijke volken toch nog ver
rassend veel van dit alles leven.
Zonder omwegen stelt mgr. Van Bek
kum dan vervolgens, met hoevee] re
spect overigens voor het bereikte, dat
de missionering tot nu tóe nauwelfiks
begrip toonde voor het religieuze erf
goed van deze volken. De missionering
sloot zelden aan op deze aanwezige
godsdienstige rijkdom. Het was door
gaans een werkzaamheid van buiten
af, met catechismus en een sobere, stil
le privé H. Mis, die ook op de meest
eenvoudige niet-christenen wel een mi
serabele en onbegrijpelijke indruk moest
maken. „Een nieuwe christen en een
nieuwe christen-gemeenschap geraakt
wel zeer sterk verarmd aan cultus-vor-
™?n, ?'s volk nooit gemeenschap
pelijk kan bidden en zingen in de e'igen
landstaal bij de meestal stille H. Mis,
ii Sezongen Misviering, waarbij
alleen het koor mag zingen. Laten wij
toch niet geloven, dat nieuwe christe
nen zich gelukkig voelen met een litur
gie, waarin men niet actief met gebed
en zang kan deelnemen. De liturgie
moet aan de neofieten niet alleen de
overtuiging schenken in de Kerk van
Christus het ware geloof te hebben ge
vonden, maar ook een waaraéhtige ont
moeting met God en de ware cultus,
waarin alle authentieke elementen uit
hun traditionele cultus hun onverwach
te en goddelijke voltooiing vinden".
Tegen deze achtergrond liggen de
ingrijpende liturgische vraagstukken
in de missionering. Op de vraag of
liturgische aanpassing nu werkelijk
een reële noodzaak is, sprak mgr.
van pekkum ronduit van een „abso
lute noodzakelijkheid". En dezelfde
openhartigheid toonde hü met het
aangeven van bepaalde aanpassings
mogelijkheden. Allereerst de voor-
mis in de landstaal, niet omwille van
nationalistische aspiraties en nog min
der wegens protestantse invloeden,
maar om deze enige reden: men
moet de voormis zijn catechetische
en missionaire functie teruggegeven, en
dat kan alleen in de landstaal. De
latjjnse gezongen Mis met volkszang
van de vaste gezangen in de lands
taal. Een herstel van een zelfstan
dige functie van diaken, voor de uit
reiking van de communie, de toedie
ning van het doopsel, de leiding van
de zondagsdienst zonder priester, het
godsdienstonderricht en meerdere
andere taken.
De beide inleidingen van professor
J Putz van het groot-seminarie te Kur-
seong in Indië, en van pater J. Hofin
ger sloten hierop aan. Vooral trachtten
7.Ü een overzicht te geven van de diver
se remmingen tot aanpassing van de
liturgie: van de kant van de theologie,
die hier inderdaad staat voor zeer ge
compliceerde vraagstukken, en van de
kant der missionarissen, die vaak wei
nig liturgisch en niet sterk ecclesioio-
gisch georiënteerd zijn.
En als we nu het programma van
het vandaag geopende congres over-
zien, valt direct op hoe sterk de vra
gen van Assisi 1956 hier hebben door
gewerkt. In het officiële perscom
muniqué ter inleiding op het congres
luidt het: „primair is niet de aan
passing van de liturgie, maar de be
leving var de liturgie". Maar uit het
programma van de inleidingen blijkt,
dat een tiental van de 17 referaten
direct vernieuwingen of herzieningen
van de liturgie tot onderwerpen heb
ben. Vier bisschoppen spreken over
de urgentie van liturgische vernieu
wing in de missionering van vandaag.
Mgr. Eugène D'Souza van Nagpur
spreekt over de vraag „Should we work
towards Permanent deacons in the Mis
sion?" Mgr. Lino Gonzaga y Rasdesa-
les van Palo in de Philippijnen refe
reert over het missionaire belang
van herziening van het rituaal, Mgr.
Th. Pothacamury van Bangalore in
Indië over de taak van bisschoppen
in de missionering ten opzichte van
liturgische vernieuwing.
Men zal op dit congres dus inder
daad in een internationaal overleg da
liturgische kernvragen van de missio
nering aan de orde stellen. Dit zijn pre
caire vragen en dus is grote besloten
heid alleen maar dienstig voor een ge
concentreerde gedachtenwisseling. Hier
zuilen geen directieven worden geno
men, maar hoogstens mogelijkheden
en wensen als resultaat aan Rome
worden voorgelegd. Maar het heeft
geen zin om de eerlijke belangstelling
van velen als ongepaste nieuwsgierig
heid naar pikante nieuwtjes te brand
merken. Hiertoe bleek men de afgelo
pen weken te gauw geneigd. En we
hopen niet, dat het totaal afzijdig hou
den van vooraanstaande Afrikaanse en
Aziatische leken door zulk een over
bodige huiver werd ingegeven. Het gaat
in de grond allemaal om de levende en
aanspreekbare samenviering van de li
turgie door leken en voorgaande pries
ters; in dat opzicht zou een samen
spraak ook met leken alleen maar be
vruchtend kunnen werken. Het gaat op
dit congres om zeer belangrijke vragen
van de missionering. De grootse plech
tigheden van vandaag richten nog in
tensiever veler reeds bestaande belang
stelling. Laat men daarvan ook door
deze regels overtuigd zijn.
A. J. KRAMER
Advertentie
I EEN VOORTREFFELIJK1
r, F B E D EN BOEK j
Het Londense herenmodeblad „man
about town" heeft een lijst gepubliceerd
van de zes slechts geklede mannen ter
wereld, onder wie de hertog van Wind
sor, Elvis Presley en Liberace.
Op de lijst staan ook premier Ha
rold Macmillan en de Britse komie
ken Tommy Trinder en Spike Milli-
gan. Presley draagt veelal een spij
kerbroek en Liberace met lovertje!
bezaaide kostuums. Hun „uitverkie
zing" is geen verrassing.
Anton Zischka heeft maar weer eens
een reis door China en Aziatisch Rus
land gemaakt. Hij is bepaald niet de
eerste, die een dergelijk plan heeft uit
gevoerd en helaas is hjj ook niet de
enige, die daarover verslag uitbrengt.
Anton Zischka heeft de voor ons
lichtelijk irriterende gewoonte om
zijn lezers eerst te suggereren, dat zij
over een bepaald probleem te weinig
weten of te weinig hebben nagedacht
en vervolgens geeft hij „de feiten",
aangekleed met veel adjectieven en su
perlatieven. Zelfs als men zijn manier
tje kent is het toch altijd weer boeiend
te zien, hoe hij eri: slaagt de onthul
ler te spelen, de man, die de ogen van
miljoenen opent. „In Azië dreunt de
wereld" (Nederland's Boekhuis, Til
burg) bevat het verslag van zijn repor-
tagereis door China en Aziatisch Rus
land, met een toegiftje over Canada.
Ook dit boek wordt weer besloten met
een recept voor de sociale en techni
sche ontwikkeling van het westen.
N.
ZONDAG 13 sept.: 17e zondag na Pinkste
ren; eigen mis; credo; pref. van de
H. Drieëenheid; groen. MAANDAG: Verhef
fing van het H. Kruis; eigen mis; credo;
pref. van het H. Kruis; rood. DINSDAG: Ze
ven Smarten van O. L. Vr.; eigen mis;
2 geb. H. Nicomedes: credo; pref. van O.
L. Vr.; wit. WOENSDAG: Quatertemper
woensdag; eigen mis; 2 geb. H.H. Corne
lius en gez.; 3 geb. H.H. Euphemia en gez.;
paars. DONDERDAG: Wondetekenen van
de H. Franciscus; eigen mis; wit Den
Bosch, Breda en Roermond: H. Lambertus,
bisschop-martelaar; eigen mis; 2 geb. Won
detekenen van de H. Franciscus; rood.
VRIJDAG: H. Jozef van Cupertino, belij
der; eigen mis; 2 geb. van Quatertemper
vrijdag; wit. ZATERDAG: H.H. Januariu»
en gez., martelaren; mis Saius; 2 geb van
Quatertemperzaterdag; credo; wit. ZONDAG
20 sept.: 18e zondag na Pinksteren; eigen
mis; 2 geb. H.H. Eustachius en gez.; credo;
pref. van de H. Drieëenheid; groen.