industriearbeider leidt
kommervol bestaan
bedrijven kennen
Egyptische
een
Alleen de
grote
uitstekende sociale condities
Hoe groeit de Kerk
menselijk
Priesters en leken als
gelijkwaardigen bijeen
in
samenzijn
I
Redt eerst IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIi
de anderen
IN DUISTERE VERTREKKEN KLEPPEREN DE WEEFGETOUWEN
Sterk ontwikkeld
nationaal besel
„Off er-vrij dag"
voor de missie
Katholieke Actie studeert op congres
81
Hendrik Pierson
vereniging 75 jaar
Oudste watermolen
van ons land wordt
gerestaureerd
Onderscheidingen
Koelhuisboter blijft
gemerkt
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1959
PAGINA 9
Armenwet 1912 behoeft
dringend verandering
I li
"Mi
Examens
(Van onze speciale verslaggever)
n aanwezigheid van mgr. J.
Baeten, bisschop van Breda,
en mgr. W. Bekkers, bisschop
coadjutor van Den Bosch, is gis
teren op Bouvigne een nationaal
studiecongres geopend van het
landelijk centrum voor Katholieke
Actie, met als thema: „Hoe groeit
in menselijk samenzijn de Kerk?"
De keuze van dit onderwerp
hangt ten nauwste samen zowel
met het wereldcongres van leken-
apostolaat, in 1957 te Rome ge
houden, als met de laatste vasten
brief van het Nederlands episco
paat. Op dit congres is het uit
drukkelijk de bedoeling na te gaan
hoe de medemens het best te be
naderen is om hem te helpen een
zuivere apostolische levenshou
ding te bereiken. Wezenlijk is
daarbij in elk geval een dubbele
benaderingswijze: een samenzijn
door echte gemeenschap (com
munion) in kleine groepen, maar
óók een samenzijn in institutio
neel verband. Dit is het uitgangs
punt van de vier preadviezen, die
het werkschema bevatten voor de
verschillende subsecties wan het
congres. Men discussieert over de
waarde en de relativiteit van for
meel gezag, van kennisoverdracht,
van het groepsgesprek en van het
zo-maar-samen-zijn in de groei
naar het Kerk-zijn.
door
inwinmin MARGUERITE BOURCET
i
/n het oude Egypte hadden de handwerkslieden die
ceder- en ebbenhout uit Syrië en Nubië, goud uit het
land Punt, steen en koper uit Cyprus en de mijnen
van Sindi verwerkten in kostbare, met ivoor en lazunet
bewerkte voorwerpen, in liet buitenland al een faam van
buitengewone kunde verworven en lang daarna, onclfZ af
Ptolemeeën die klassieke vormen uit de nationale bloei
tijd lieten imiteren, onder de Romeinse zetbazen, de le
ningen, die voor zichzelf het monopolie van one- enp -
Vierbereiding gereserveerd hadden en daaruit
winsten putten en nóg later toen de verschillende taKKen
van nijverheid nieuwe vormimpulsen kregen uit j
en Bagdad en Teheran, lieten de Egyptischegildebroeders
hun collega's uit andere landen verbaasd staan over
vaardigheid en verfijnde smaak.
Gekleurd glas voor de ramen, houten panelen, kunstig
opgebouwd uit in elkaar grijpende &aagfs knopjes
waaruit de naar voren springende erkers van de harem-
vertrekken en soms hele gevels van de nenplaatsen
zijn vervaardigd Kundig geprepareerd leerwerk, gedreven
koperen en zilveren serviezen, fijn geweven katoen en
grote tapijten voor de muur. Wat voor begerenswaardige
artikelen vonden de Turken niet toen zij zich op hun
beurt meester maakten van het land. Sultan Salim was
er bij zijn verovering in de 16e eeuw verrukt van. Hij
bracht duizenden handwerkers over van Cairo naar Con-
stantinopel. Zo stierf het industriecentrum van Egypte en
werd dat van Turkije niet in leven geroepen. Sinds die
tijd is het met het Egyptische handwerk bergafwaarts
gegaan, zoals de kwaliteit van alle handwerk in de Ara
bische wereld daalde. Als in de meeste plaatsen op de
wereld heeft ook in Egypte het handwerk het al la.ng
verloren van het industrieel produkt, ook al is dit laatste
nog nauwelijks op de markt De met de hand vervaar
digde „luxe" voorwerpen die alleen nog maar de schijn
van rijkdom ophouden en in wezen verarmde naboot
singen zijn van fantasievolle en geraffineerde vormen van
vroeger, zijn eigenlijk alleen nog maar goed voor toeris
ten of het nu de gedreven koperen bladen die als tafel
blad dienst doen en met haastig gedane decoratie versierd
zijn betreft, of het goud- en zilverwerk dat zonder veel
aandacht wordt uitgevoerd.
De redenen voor deze achteruitgang
liggen in een isolement van Egypte,
waardoor het handwerk hoe langer hoe
meer alleen voo. binnenlands gebruik
bestemd werd verdei in een toenemen
de verarming van de consument met
bescheiden middelen en in het feit dat
de werkelük koonkrachtigen hun luxe
artikelen uit riuropa lieten komen. Er
is een uitzondering op de slechte stand
van zaken bij het handwerk en dat is
de textiel.
...nken in Cairo hoort de
In bepaalde VOOrtdurend klappen.
gandglaar,efoi houtblokken, verbon-
iin door kettingen, tegen elkaar ge
slagen worden. Het zijn de weefgetou
wen die met de hand worden be-
dienc. Ais de wandelaar een kleine
poort ingaat komt hij op een binnen
plaats. Een paar garageachtige ver
trekken komen hierop uit.. De ver
trekken staan vol met 4 tot 8 weef
stoelen zoda' d mannen die achter
aan in het halfduister staan te wer
ken onder de voorste getouwen door
moeten kruipen om hun plaats te be
reiken. Zilverbrocaat maken ze en
dat wordt nog steeds goed naar alle
Arabische landen verkocht
In de poort ernaast zil een verver.
Enorme strengen katoen hangen op
ladders it te lekken. Een hond drinkt
uit een wijnrode plas er krijgt een
schop De arbeiders lopen met armen,
donkerblauw tot boven de elleboog Het
is er een reusachtig lawaai, van alle
kanten klepperen de weefstoelen. Van
achter: de tarocaatwevers, aan de an-
kant: lui die grote grof geweven
doeken maken, prachtig met hun boers
dessjn En stérk dat die doeken ziin!
srder de hele straat door weven ze
gestreepte zijde voor sudeyri's, vesten
??et ontzettend vee! kleine knoopjes
die nooit toegeknoopt worden of mous
seline van uitstekende kwaliteit, of
donkere stot, even onopvallend als de
ftof van onze colberts, voor de elegan
te overjassen van de Egyptisch gekle
de mannen.
De arbeiders, die in die donkere hoe
ken over hun stof gebogen staan, zijn
evengoed industrie-arbeiders ais dege
nen die in de uiterst moderne textiel
fabrieken va: Mohalla el Kubra onder
Uitstekende sociale condities werken.
Maar zij zijn onbeschermd. Tot nog
toe vallen zij niet onder de wet voor
individueel arbeidscontract die in 1944
inging omdat deze wet niet van toe-
Passing is op fabrieken die minder dan
arbeiders in dienst of geen mechani-
ook" installatie hebben. Deze wet geldt
noch vm voor kinderen onder de 17,
arbeiders, lijdelijke, noch voor seizoen-
70 pet. van T, komt hier op neer dat
miljoen) zich eblilndustriearbeiders (1
werkloosheid maar2,ikte. ongeluk en
den. De overigen zijn bwt z,!|n te red"
lil de werkelijk grote h cl
de Eastern Tobacco Company énzï! 8
halla worden ze vergeleken mét a
overige bevolking, vertroeteld. Natuur?
lijk bestaat er een streven om ook de
arbeiders in de kleinste bedrijven bij
ziekte en ongeval uitkeringen te ver
strekken en in Egypte is men zich
maar al te zeer bewust dat juist deze
arbeiders de meeste behoefte aan be-
scherming hebben. Gezien de aandacht
die de regering aan de ontwikkeling
van de industrie besteedt, zal het zeker
Piet lang duren o. ook de kleine levens
vatbare bedrijven zijn gemechaniseerd
en uitgebreid zodat ook zij hun werk
nemers sociale verzekeringen kunnen
"leden.
De spinnerijen en weverijen van Mo
halla el Kubra zijn het paradepaardje
van de Egyptische industrie, zowel wat
Produkt als sociale voorzieningen be-
treft. Ze zijn monsterachtig groot. Men
Werkt er op de meest efficiënte wijze
•Pet de nieuwste machines in hyper
moderne hallen. De voorrechten die
werkman daar sreniet moeten zeer
IZonder 'in. Gok een verslaggever
ordt echter soms beïnvloed door on
gelukkige omstandigheden, dit in dit
geval vertegenwoordigd werden door
ri,nij0mnie Kids met getallen goo-
£e ,Tn een marathon langs de
en d»j kn,j de ,?ntsPanningsgebouwen
alleen mb*,?erswilkerl rPe Tk kan dus
noga" ko,j p„ZSn dat dat alles me
drijfspolitie liep ^verigtn"^^ mi?itair
uniform. Nogmaals: het moet aHemaal
zeer bijzonder zijn maar laat ik uToeh
maar liever wat vertelle van de Eas
tern Tobacco Company, een bedrijf da'
"Pd en groot is en nr niet helemaal
gemoderniseerd, maar heel vriendelijk
menselijk van sfeer.
0 de Eastern Tobacco staan op de
jJPerste verdieping no6 ouderwetse
/■aehines van hout met veel glimmend
vl beslag. Bij elke machine staan
é?el ma.tnen in grijskatoenen werkkle-
d'in?- Ae zien er niet uit of ze het bar
«ruk hebben; in veel takken van in-
]Hn„'e ligt de arbeidsprestatie nog
teJ,g' De fabriek heeft een eigen dok
kant®" eerl eif?ei tandarts, een eigen
«me en een eigen coöperatieve win-
inkn Waar de arbeiders na r iekstijd
re I-u?" doen- Rond 12 uur en op ande-
ziin u van de dag da' een Moslim
ondo,? ed doet' gaan de orthodoxen
dak e' ev.en dr P'aats o, het platte
m °P n bidden op hun kousevoeten
de s e nd to' Allah. Op het eind van
hoe u gaar de jongeren onder hen
aan naar let ontspanningscentrum,
«aan j an(iere kant van de weg die
«aar de pyramiden leidt.
Het ontspanningscentrum zag er uit like the U.A.R. Het is geen beleefd-
als een kruising tussen een Franse heidsvraag: het antwoon, wordt met
--j-i-j-■-• spanning afgewacht. Het demonstreert
de emotioneel-persoonlijke houding
waarmee de Egyptenaar de ander te
gemoet treedt, zijn verlangen naar er
kenning en vriendschap (de mogelijk
heid hiertoe is hij, na a* wat Wester
lingen Arabieren en het bijzonder
de Egyptenaren hebben aangedaan, in
twijfel gaan trekken). Het demonstreert
bovendien dat de gewone Egyptenaar
zich nog niet vereenzelvigt met „de
Arabieren".
jeugdherberg en een padvindersbiokhut.
Er was een bibliotheek, met 400 be
duimelde romans, een pingpongta-
fel eei klein biljart, wa. tijdschriften.
In de 'uin achter het bloemperk ston
den een paar gewichtheffers zich te
trainen, de radio hadder ze keihard aan
in de vensterbank gezet. Er heerste
een nonchalante gezelligheid.
Aan de ;ana hingen tekeningen
over Suez: vluchtende moeders met
kinderen, ter redding snellende dap
peren, brunende, vuurspuwende bom
menwerpers, vastbesloten tegemoet
getreden door soldaten. Kortom de
hele inventari.' van puberachtige
heroïek die jonge mannen uit de hele
wereld naar voren brengen als het
er om gaat heldendaden te memore
ren. De tekeningen waren pas ge
maakt. Er vielen twee dingen aan
op: ten eerste dat ze bijzonder goed
en fris getekend waren en ten tweede
dat ze, terwijl ze toch twee jaar na
het gebeuien getekend waren, bar
stensvol geladen war met veront
waardiging en protest.
Het was niet toevallig dat die teke
ningen daar hingen Op veel middel
bare scholen is dit onderwerp een ge
liefkoosde opgave van de tekenleraar
en hele muurschilderingen zijn er over
gemaakt boven de ingang van scholen.
Weinig gebeurtenissen van de laatste
tijd hebben het Egyptische nationalisme
zo gestimuleerd als deze actie van
Europese militairen, die zich nog in de
tijd van overste Arabi waanden. (Arabi
was een van de eerste Egyptische na
tionalisten, hij moest capituleren voor
Engelse en Franse oorlogsbodems) En
aan weinig gebeurtenissen worden de
Egyptenaren zo regelmatig herinnerd
als aan de-, korte oorlog, waarvan de
Egyptische leerboekjes van de Engel
se taal het einde samenvatten in:
Egypt won a great victory over her
enemies. Aan de leerlingen wordt dan
overgelaten de zin in passieve vorm en
in verschillende tijden te zetten, onge
twijfeld een uitstekende oefening in na
tionaal besef.
Nationaal besel is in Egypte in over
vloed aanwezig. Het is typisch dat
nooit iemand vraagt: „How do you
like Arabs" maar altijd: „How do you
like Egyptians" of „How do you like
Egypt" en weer nooit: „How do you
prijs verlaagd en de bedrijven moeten
zónder beschermende maatregelen ren
dabel gemaakt, worden.
Wie het wél moeilijk hebben zijn de
kleine fabrieken die met te weinig ka
pitaal werken. Dat was het geval met
een kleine aluminiumfabriek die wij
(een paar buitenlandse journalis
ten) toevallig bezochten.
i
Geen klassebesef
Is er een nationaal besef dat soms
meer weg heeft van nationale self-
consciousness, een klassebesef zoals wij
dat hier ennen is onder de industrie
arbeiders niet ontwikkeld. Een van de
redenen is: doordat er meer dan 25.000
fabrieken met minder dan 10 man wer
ven tegen 65 met meer dan 500, ken
nen de arbeiders elkaar weinig. En
doord: ze weinig georganiseerd zijn
denken ze nog niet aan hun noden als
groepsnoden. Er bestaan twee soorten
organisaties, die van de grote fabrie-
ken en verschillende vakorganisaties.
Beide worden door de staat gecontro
leerd. Het staken is verboden.
De in sociaal opzicht uitzonderlijke
condities waaronder de arbeiders in
de fabrieken van de Société Misr wer
ken. zijn geenszins door kwijnende vak
bonden afgedwongen privileges, ze zijn
gegeven teneinde een betere selectie
toe te kunnei. passen, om de arbeiders
vaster aan de fabriek te binden en zo
het verloop d't vroeger groot was. te
gen te gaan.
Ook in de middelgrote bedrijven
heerst veelal een vriendelijk paternalis
me. Men kan het zich permitteren want
de winsten die gemaakt worden zijn,
dank ZÜ beschermende maatregelen en
gebrek aan binnenlandse en Arabische
concurrentie, behoorlijk. Daarom ook
kan een bedrijf dat betrekkelijk oneco
nomisch werk. omdat het peil van de
werkkrachten laag is en omdat er
slecht gepland en veel materiaal ver
knoeid wordt, zich toch handhaven. Op
het ogenblik bestaat er een streven in
regeringskringen om zich met de par
ticuliere bedrijven te gaan bemoeien
teneinde deze euiciënter te laten wer
ken, de locale produkten moeten in
Ter gelegenheid van het 75-jarig be
staan van de Hendrik Piersonvereni-
ging, christelijke organisatie voor Bij
zonder Maatschappelijk Werk, is don
derdagmiddag een bijeenkomst in de
Beatrixzaal te Rotterdam gehouden. De
minister van Maatschappelijk werk,
mej. dr. M. A. M. Klompé, de minis
ter van justitie, mr. A. C. W. Beerman,
en de commissaris van de koningin in
Zuid-Holland, mr. J. Klaasesz, gaven
hierbij van hun belangstelling blijk.
Mej. Klompé memoreerde in een toe
spraak, hoe het maatschappelijk werk
sinds de oprichting van de Hendrik
Piersonvereniging veranderd is. Het is
niet meer synoniem met armenzorg,
alleen financiële ondersteuning. De ar
menwet van 1912 behoeft eigenlijk drin
gende verandering, aldus de minister.
Degenen die in het algemeen maatschap
pelijk werk werkzaam zijn vergeleek
zij met de huisarts. Men moet dan ook
terug kunnen vallen op het gespeciali
seerd maatschappelijk werk. Voorjs
bepleitte mej. Klompé een goede samen
werking tussen de beroepskrachten en
de vrijwilligers. Tenslotte uitte de mi
nister haar grote waardering en dank
'epn aulden vermeerder»"^r,en aan- aie nKl y ""9 ongeveer I voor wat de Hendrik Piersonvereniging
een guiaen vermeerderen. Zy hebben 's avonds nog geen behoefte aan de waterpijp. I heeft gedaan.
arbeiders vóór hun hZ kr^ende stoelen of zo maar op de stoeprand rusten de
trtaatsen treft men nniun },dt van de vermoeienissen van de dagtaak. In ae werk-
een cZldenveZeerdL^t^aa^ die het gezinsinkomen per dag rnet ongeveer I
De fabriek stond midden in een
volkswijk waar boven de toonbank of
bij de ingang van f winkel het be
stofte arousset el kamh, het van ko
renaren gevlochten gelukspoppetje,
hangt, waar de oritveide schapenlijven
en kamelenpotc n, overdekt met paarse
stempels, aan de haken voor de slagers
winkels te kijk hangen en waar het van
het ogenblik dat de melkventer le-
baaaan, lèèèban, roept in de nog lege
straat totdat de laatste rolluiken met
een daverende slag naar beneden ge-
scheuru zijn, een enorme herrie is. De
fabriek maakt primussen (er wordt bij
na overal op petroleum gekookt), fooi-
potten. (fooi. d.i. bonen zijn het ontbijt
en de lunch van de kl ine man) pan
nen en allerlei huishoudelijke artikelen.
De regering wil alle industrieën bui
ten de stad vestigen maar de aange
wezen plaats is voor deze fabriek te
duur. Zij is in '53 opgericht. Zij is
van twee eigenaars, van oorsprong^ me
taalbewerkers. Ze hebben weinig kapi
taal achter de hand. Daarom staat een
man met de hand te lassen naast een
electrische lasmachine. Daarom wordt
er mechanisch èn met de hand ge-
Ponst. Alhoewel, als de regering met
de import van machines gestopt had,
hadden ze al lang een nieuwe ponsma-
nieuw^1 bpOTmachdne^uft *Pofen, d^ls De Nijl in Cairo met aan de overkant het onlangs gereed gekomen Hilton-hotel.
goedkoper en beter dan de Engelse,
vindt de bedrijfsleider, maar het is wei
moeilijk om er onderdelen bij te krij
gen. Jongetjes geven gereedschap en
materiaal aan. Jonge werklieden doen
het verantwoordelijke werk. In een
kringetje zit een stel kinderen te vij
len. En daar weer, een kaalgeschoren
knaapje, de enige in galabeya, sjouwt
een te hoge stapel bakjes weg.
Wat moet zo iets kleins hier toch?
Hij verdient als de andere jongens
15 piaster per dag (lPt. is ongeveer--
714 cent): zijn ouders hebben het geld
hard nodig. Hij doet ongeschoold
werk en hij zit in de tweede klas
van de avondschool. Hij is dertien
jaar. Zo gauw hij oud genoeg is om
te mogen solderen als die man daar,
verdient hij 25 Pt. en als hij het tot
stempelmaker brengt: 55 Pt. Voor
het eten met een vrouw en twee kin
deren mag je wel 35 Pt. rekenen en
de huren zijn hoog, 4 tot 6 Pond. Maar
het is beter dan landarbeider te zijn
want die verdient 12 tot 18 Pt.
Bovendien zijn de Ionen in de indus
trie omhoog gegaan, in de landbouw
niet, dat belooft goeds vooi de toe
komst van de industriearbeider. Het is
zijn werkgever niet gemakkelijk ge
maakt hem te ontslaan en als hij ziek
wordt krijgt hij *0 dagen ondersteu
ning. Als hij eenmaal die 25 en 55 Pt.
verdient zal het hem gaan zoals alle
mannen die werk hebben: zijn broers
en zijn neven en de neven van zijn neven
en wie al niet sullen vraren: „Is er
soms t'ir jou op de fabriek een plaatsje
voor mts? 'roe kijk eens uit." Want
overal hebben familieleden voorrang,
tot in de Shell, de kanaalmaatschappij
en Mohalla toe. En hij zal dan, zich be
wust van zijn benijdenswaardige positie
die hij inneemt, zijn ene wenkbrauw op
trekken. „Nou, ik zal wei eens zien."
Alsof hij de directeur zelf is. Heerlijk
vooruitzicht!
Mcr.
Gezien de steeds stijgende geestelijke
en materiële noden in de missielanden,
heeft het Nederlands Episcopaat beslo
ten tot de instelling van een jaarlijkse
„Offer-vrijdag", welke voortaan gehou
den zal worden in de week vóór de
Wereld-Missiedag.
Het molenrestauratie bedrijf De Gel
der uit Oegstgeest is begonnen met de
restauratie van de Boenderpasmolen
langs de Vlist, de oudste watermolen
van Nederland. Deze molen verrees in
1430 met goedkeuring van de toenma
lige gravin van Holland. Jacoba van
Beieren. Men acht het een grote bij
zonderheid. dat deze oudste waterwip
molen, welke nog goed functioneert, be
houden is gebleven. De waterwipmolens
van latere data zijn in de Krimpener-
waard vrijwel verdwenen, zoals bijvoor
beeld de zeven molens aan de voorma
lige grote boezem achter Haastrecht,
waarin het Vlistwater bij iage IJssel-
stand werd „opgeslagen". Ook de wa
termolens van Stolwijk en Ouderkerk,
die na de Boenderpasmolen de oudste
in jaren waren (ze werden eveneens in
de vijftiende eeuw gebouwd) zijn reeds
lang verdwenen.
Hengelo (Mgr. Hoogveld kweek-
(hoofdacte) de heren P. H. L. Spee uit
school) eindexamen leerkring III
)hoofdactë) de heren P. H. L. Spee uit
Enschedé. F. H. Gelefert en A. A.
Kok uit Oldenzaal, G. J. Leus uit De
venter, J. H. B. Rikmans Poel uit Al-
bergen, F. G. Scholten uit Beckum, F.
H. Weghorst uit Almelo, en de dames
J. L. Leeferink uit Delden, G. H. F.
Grijpma en A. M. J. Groothuis uit De
nekamp. Eén kandidaat werd afgewe
zen en Cén moet herexamen doen.
De sfeer van het congres is in één
woord bewonderenswaardig. In oprech.
te bewogenheid met de problematiek
van de huidige christen ziet men in een
eerljjk en open gesprek in kleine groe
pen de verschillende vragen onder de
ogen, die zo spoedig mogelijk tot een al
gemeen aanvaarde en toegepaste oplos-
32
Als oud-militair was hij een man van snelle beslui
ten en weinig woorden. In minder dan geen tijd
had hij zonneklaar aangetoond, dat men op weg
was dit kind langzaam te doden in dit moordende
klimaat en dat men het onverwijld naar een streek
met een milder klimaat moest sturen. Hij bood
het jonge echtpaar zijn residentie in Palermo
wist de hertog van Nemours te bewegen er zijn
goedkeuring aan te hechten, sprak de hertog van
Alengon moed in en deed Sofie Charlotte opleven.
Met hem verloor iémand nooit veel tijd. De eerste
opwelling was volgens hem de beste.
Hij was niet gewend een blad voor de mond te
nemen en had veel van de vreugden van het leven
genoten. Waarschijnlijk heeft hij de hertog van
Aiengon terzijde genomen en onder vier ogen enke-
JL"art'ge woordjes met hem gewisseld. Dat het
L„ manier van doen was je wittebroodsweken
len brengen in een ijskelder. En al hield
wpHllThoia Z0Y?el van ie vrouw, als het aan vertrou-
vreemden vonr iu' liep je gevaar op den duur
vreemden voor elkaar te worden.
noihió tS Vq" Auï?ulG zou altijd een warme sym-
u -Sj ?or e, Charlotte behouden. Het leven
scheidde hen, bracht hen weer bij elkaar en scheidde
opnieuw. De dood zou hen voorgoed verenigen.
Hij stieif door zijn motie, toen hij het verschrikkelijk
einde van de hertogin van Alengon vernam! Zou God
de ziel van de oude soldaat met opzet tot zich ge
roepen hebben op hetzelfde ogenblik als Sofie Char
lotte, opdat zij een goed woordje kon doen voor hem,
die in vroeger dagen haar gered had?
Een week later gingen de hertog en de hertogin
van Alengon scheep en namen de kleine prinses
Louise, toen een baby van vijf maanden, met
zich mee.
Het werd een lange reis Zij moesten om de Franse
kust en Spanje heen zeilen teneinde door de Straat
van Gibraltar de Middellandse Zee te bereiken.
Hoeveel eenvoudiger zou het geweest zijn het Kanaal
over te steken, dwars door Frankrijk te sporen
en zich in Marseille opnieuw in te schepen! Maar
als bannelingen hadden zij er het recht niet toe.
De boot vertrok in de mist, terwijl de sirene huil
de en stormvogels schorre kreten uitstieten. Leunend
tegen de reling zagen zij de Engelse kust in de
grijze nevels van de horizon verzinken.
Hun ware jeugd begon, tegelijk met de mooiste
tfld van hun leven.
HOOFDSTUK III
Op
een decembermorgen kwamen zij in Palermo
aan. Op (je voorplecht van hun boot hadden zij
gezien, hoe het water van de Noordzee allengs ver-
Kteurde van asgrauw tot parelgrijs en van parelgrijs
tot saffierblauw.
ZU gingen aan land bij volle zonneschijn. Nooit
is het zuiden zo verblindend als 's winters tegen de
effen achtergrond van stille dagen.
Palermo, „gelukkig Palermo", zoals een oude
romance uit die tijd zingt. De zee, op welker fel
indigoblauw kleurige zeilen wiegelen; sinaasappelen
die als het ware in vergulde beken daverend van
de stapelplaatsen naar de havens rollen; een stad
van klokketorens, puntgevels en okergele of rose
muurvlakken; een zilver-groene bergketen aan de
einder, overdekt met olijven en oranjebomen.
De eerste dagen kwam Sofie Charlotte ternauwer
nood buiten het paleis van Orleans. Zij was doodmoe
van de reis. Het kostte haar even tijd om aan de
uitbundigheid van het zuidelijk klimaat te wennen.
Het paleis was een groot wit gebouw. Het zag er
goedig uit: een soort Italiaans „Possenhofen", met
gepolijste rode tegelvloeren, proper en fris, getuigend
van een glimmende zindelijkheid tot in alle uithoe
ken, welke de eigenlijke élégance van de ruime,
van zonlicht overstroomde vertrekken vormden.
Men woonde er bijna buiten. IJzeren trappen
verbonden de verschillende verdiepingen met de tuin
Overal kon men het huis via een balkondeur verlaten
en afdalen in een soort aards paradijs.
De kunstmatige „schoonheid" van het paleis in
München, met de klamme atmosfeer van haar serres
en de valse kopersulfaatkleuren van haar namaak-
meertje, viel bij al deze heerlijkheid in het niet
Hier was het azuur echt en men had er ge'-n decors
nodig om in vervoering te raken. Rondom het paleis
schoot een overdaad van bloemen op De tuin was
een wildernis van clematis, jasmijn, laurier, van
palmen, veelkleurige rozen en andere planten waar
van de vreemdelingen zelfs de name^ niet kenden.
i"ven de Palmen verder uiteen, de tuin
ging geleidelijk over in een sinaasappelgaard. Som-
^'H?vo°h?,en Wafe" £ehuld in ee" wolk van bloesems,
Weer andfre j °nder de last van hun vruchten.
Hier I°e?en zowel vruchten als bloesems.
de J0.nge vrouw, in een hoek van de
Haa'r !L ,d?g Ult' van d® volheid van het leven,
he^ kind r' Aan hun voeten slieP
h-F"" '??;f??mYrh?nd keerden haar krachten terug:
h,?t „gl,lmlach- kaar opgewektheid, haar levens-
f..' was een stralende tijd.
bici ie was een heerlijk land!
?e ruines van Segesta die hun ranke zuilen
ophieven naar de fel blauwe hemel.
...De kerk van Monreale, als het ware een gouden
sennjn tussen een overdaad van bomen en bloemen.
......De oude schilderachtige straatjes van Palermo,
geblakerd door eeuwen zonneschijn, met hun slente
rende bevolking, hun tarantella-dansers, met hun
trappen, hun sloppen en hun viskraampjes, met de
glorieus wapperende bonte rafels voor alle ramen.
....De huiskapel van het paleis met haar schemer
duister, verlicht door de schittering van kostbare
edelstenen.
En dan de zee!
Soms huurden zij een boot. Urenlang kruisten zij
rond op de licht-deinende golven, terwijl de stralen
van de zon de omtrek van alles deden vervagen.
(Wordt vervolgd)
der Neuzeit" en hij wilde dit funda
menteel verstaan. Het menselijke zelf,
de cultuur, staat op het spel. De gro
te vraag is, of w|j de intermenselijke
ontmoeting moeten losmaken van de
feitelijke samenlevingsstructuren, of
moeten de structuren worden hervormd
en beleefd vanuit en naar intetmen-
seljjkheid?
Wanneer men zich bezint op het ge
sprek tussen onze Kerk en onze
wereld, dan moet die vraag worden ge
steld zowel ten aanzien van de hiërar
chische Kerk als van de Kerk voor zo
ver deze zich openbaart in de wereld-
taak van de gelovigen en daarmee in
de wereld, waarin wij samenleven met
allen.
Dit congres is een Nederlands con
gres, derhalve afgestemd op onze
vaderlandse situatie, die gekenmerkt
wordt door een verregaande organisa
torische gebondenheid. Dit hebben wil
te erkennen. Niet allen hebben ver
trouwen in de mogelijkheid, het ge
sprek tussen Kerk en wereld voort te
zetten. Defaitisme is hier echter de
grote vijand. Deze studiebijeenkomst
van de K.A. wil de betrouwbare weg
vinden om dit in elke tijd noodzake
lijke gesprek tussen de Nederlandse
Katholieke Kerk en de Nederlandse
gemeenschap op echt apostolische
wijze het gestructureerde en het
interpersoonlijke als een eenheid te
benaderen. Dat mag de wereld van
de Kerk verwachten. Niet om con
crete vragen van de wereld op te los
sen, maar om de Kerk te leren ken
nen ais een hiërarchisch gestructu
reerd sacrament van de broederlief
de.
In dit licht trachten de verschillende
studiegroepen het antwoord te vinden
sing moeten worden gebracht. Terecht
mag men constateren, dat op dit con
gres de Kerk haar „normale" zending
vervult: priesters én leken groeien hier
samen vanuit een echt menselijk sa
menzijn naar een samenzijn als Kerk,
als christenen. Mgr. Baeten wees hier
op met nadruk in zijn warm welkomst-
wóórd.De menselijke gemeenschap,
zo zei hü, moet met aller inspanning
als onze grootste rijkdom gecultiveerd
worden. God werd mens om met de
mensen mens te zijn. Wij zijn mensen,
maar onze moeilijke opdracht is het
„mens te blijven'.Dit kan alleen in
een levende gemeenschap. Daarom wil
de de bisschop het congres er uitdruk
kelijk op wijzen,, dat hij zelf hier niet
op de eerste plaats aanwezig was als
exponent van „het instituut", maar als
een gelijkwaardig lid van de christen
gemeenschap.
Op deze bemoedigende wijze ge-ug-
gesteund, hebben de aanwezigen de
zekerheid als een levende eenheid
met de discussies te kunnen begin
nen. Nadat mr. L. C. Baas de ver
gadering geopend had met een aan
grijpend en geheel op deze samen
komst afgestemd gebed, gaf prof.
dr. ir. F. Ph. A. Teliegen een inlei
ding op het congresthema.
Mens en wereld
Mens en wereld zijn wezenlijk op el-
kaar betrokken. Dit is de gemeen-,alllv
schappelijke overtuiging van allen, die I op het congresthema: „hoe groeit de
h?hhp>? "Ft" tr ?a" dlt congres Kerk in menselijk samenzijn?
hebben meegewerkt. Het menselijke be-
staan is oorspronkelijk, bestemd voor "HHiiiliiiHlHlllilillllliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiMiii
zelfstandigheid en overgave. De mens
is zichzelf én sociaal in een onverbre
kelijke eenheid. Vanuit de kleine we
reld van het gezin groeit hij naar de
grote wereld der cultuur. Mens-ziin is
een voortgaan, dat reikt zowel naar de
ander als naar de volle ontplooiing van
het menselijke, die wij echter niet be
reiken. Daarin staat de christen en dat
moet hij zichzelf steeds opnieuw bewust
maken. Maar als gelovige kent h
oorsprong en bestemming van mens en
pehonrii Hy h6eft 06 B!«de Boodschap
g ooid en aanvaard en weet, dat ziin
bestaan met voorbijgaand is en z«a
vragen met zonder antwoord zijn. Hü
in God0rWeg "aar ee" °pe" samenzÜ"
Met alle anderen moet de gelovige
de aarde bewoonbaar maken, maar
dan in het perspectief der Blijde
Boodschap. Dat geeft de spanning
aan zijn leven. „Het christelijk le
ven", zegt prof. Schillebeeckx, „is
als het ware een slingerbeweging tus
sen de twee momenten van kerkelijk
heid: tussen de Kerk, daar waar zij
haar hiërarchisch geiaat vertoont
(sacramenten, prediking, pastora
le activiteit) en de Kerk, die in de
wereldtaal van de gelovigen, in hun
beroep, gezin en elke mensenontmoe,
ting eveneens een manifestatie is
van haar heiligheid".
De actuele cultuursituatie
De huidige cultuursituatie lokt het
gesprek tussen Kerk en wereld uit. Dit
is wei tijdgebonden, maar daarom nog
niet zonder zin. Integendeel, het is
vruchtbaar voor deze tijd en verhel
dert hem.
Wij zijn de erfgenamen van Descar
tes en Marx. De eerste stelde, dat het
vertrouwen in de ratio heel het mense
lijk leven doorzichtig maakt, maar hij
scheidt daardoor ziel en lichaam haast
volledig. De tweede verwacht van het
vertrouwen in de arbeid een klasselo
ze maatschappij, waarin „communion"
en „institution" geheel in elkaar op
gaan.
De hedendaagse natuurwetenschap
pretendeert niet meer het wezen van
haar object geheel te kunnen openba
ren; zij voert met de natuur een be
perkt gesprek.
De moderne mens gelooft niet meer
in geluk garanderende structuren. Men
kan alles „hebben" en toch elkaar
kwijt zijn, niet leven in één wereld.
Met Guardini stelde prof. Teilegen,
dat wjj kinderen zijn van „das Ende
Aan de heer H. H. Snelder te Ensche
de is door deken N. S. van Dijk de pau
selijke onderscheiding Pro Ecclesia et
Pontifice uitgereikt. Dit op grond van
de bijzondere verdiensten van de heer
Snelder gedurende vele jaren voor de
organisatie van de Maria-bedevaart
vanuit Enschede naar Kevelaar.
Aan prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen,
directeur van de Provinciale Limburg
se Electriciteitsmaatschappij, is in de
ambtswoning van de Duitse ambassa
deur in ons land in 's-Gravenhage de
gouden legpenning van de Nederlands-
Duitse Kamer van Koophandel uitge
reikt door dr. J. Horatz, de huidige
voorzitter van deze Kamer.
Prof. Gelissen is van 1939 tot juni van
dit jaar voorzitter geweest van de Ne
derlands-Duitse Kamer van Koophandel.
Het bestuur van de r.-k. Stu
dentenvereniging „Sanctus Augustinus"
te Leiden heeft aan het bestuur 1959-
1960 als assesor toegevoegd de heer J.
J. P. van de Kamp.
iiliiiilliilllllliillllliillillitllilllllllllllllllillilltliiiiiliiililililtli
Koelhuisboter dient voorlopig als zo
danig gemerkt te blijven, aldus de mi
nister van Landbouw, mr. Marijnen in
antwoord op vragen uit de Tweede Ka
mer.
Om te zorgen dat de consument niet
wordt gedupeerd geldt al sinds enige ia-
ren het voorschrift dat boter, die bij
het verlaten van het koelhuis ouder is
dan acht weken, moet worden omge-
pakt in wikkels met de opdruk „koel
huisboter". Daar deze regeling niet
sluitend is, wordt thans met het geor
ganiseerde bedrijfsleven overleg ge
pleegd of de bestaande regeling moet
worden aangevuld of dat de belangen
van de consument op andere wjjze kun
nen worden beschermd. Maar naar het
oordeel van de minister is er geen re-
den om het voorschrift ongedaan te ma-
ken zolang hiervoor geen oplossing ge-
vonden is._ Mr. Marijnen merkt overi
gens hierbij op, dat de voorraden boter
op het moment uiterst gering zijn.