industriearbeider leidt kommervol bestaan bedrijven kennen Egyptische een Alleen de grote uitstekende sociale condities Hoe groeit de Kerk menselijk Priesters en leken als gelijkwaardigen bijeen in samenzijn I Redt eerst IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIi de anderen IN DUISTERE VERTREKKEN KLEPPEREN DE WEEFGETOUWEN Sterk ontwikkeld nationaal besel „Off er-vrij dag" voor de missie Katholieke Actie studeert op congres 81 Hendrik Pierson vereniging 75 jaar Oudste watermolen van ons land wordt gerestaureerd Onderscheidingen Koelhuisboter blijft gemerkt VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1959 PAGINA 9 Armenwet 1912 behoeft dringend verandering I li "Mi Examens (Van onze speciale verslaggever) n aanwezigheid van mgr. J. Baeten, bisschop van Breda, en mgr. W. Bekkers, bisschop coadjutor van Den Bosch, is gis teren op Bouvigne een nationaal studiecongres geopend van het landelijk centrum voor Katholieke Actie, met als thema: „Hoe groeit in menselijk samenzijn de Kerk?" De keuze van dit onderwerp hangt ten nauwste samen zowel met het wereldcongres van leken- apostolaat, in 1957 te Rome ge houden, als met de laatste vasten brief van het Nederlands episco paat. Op dit congres is het uit drukkelijk de bedoeling na te gaan hoe de medemens het best te be naderen is om hem te helpen een zuivere apostolische levenshou ding te bereiken. Wezenlijk is daarbij in elk geval een dubbele benaderingswijze: een samenzijn door echte gemeenschap (com munion) in kleine groepen, maar óók een samenzijn in institutio neel verband. Dit is het uitgangs punt van de vier preadviezen, die het werkschema bevatten voor de verschillende subsecties wan het congres. Men discussieert over de waarde en de relativiteit van for meel gezag, van kennisoverdracht, van het groepsgesprek en van het zo-maar-samen-zijn in de groei naar het Kerk-zijn. door inwinmin MARGUERITE BOURCET i /n het oude Egypte hadden de handwerkslieden die ceder- en ebbenhout uit Syrië en Nubië, goud uit het land Punt, steen en koper uit Cyprus en de mijnen van Sindi verwerkten in kostbare, met ivoor en lazunet bewerkte voorwerpen, in liet buitenland al een faam van buitengewone kunde verworven en lang daarna, onclfZ af Ptolemeeën die klassieke vormen uit de nationale bloei tijd lieten imiteren, onder de Romeinse zetbazen, de le ningen, die voor zichzelf het monopolie van one- enp - Vierbereiding gereserveerd hadden en daaruit winsten putten en nóg later toen de verschillende taKKen van nijverheid nieuwe vormimpulsen kregen uit j en Bagdad en Teheran, lieten de Egyptischegildebroeders hun collega's uit andere landen verbaasd staan over vaardigheid en verfijnde smaak. Gekleurd glas voor de ramen, houten panelen, kunstig opgebouwd uit in elkaar grijpende &aagfs knopjes waaruit de naar voren springende erkers van de harem- vertrekken en soms hele gevels van de nenplaatsen zijn vervaardigd Kundig geprepareerd leerwerk, gedreven koperen en zilveren serviezen, fijn geweven katoen en grote tapijten voor de muur. Wat voor begerenswaardige artikelen vonden de Turken niet toen zij zich op hun beurt meester maakten van het land. Sultan Salim was er bij zijn verovering in de 16e eeuw verrukt van. Hij bracht duizenden handwerkers over van Cairo naar Con- stantinopel. Zo stierf het industriecentrum van Egypte en werd dat van Turkije niet in leven geroepen. Sinds die tijd is het met het Egyptische handwerk bergafwaarts gegaan, zoals de kwaliteit van alle handwerk in de Ara bische wereld daalde. Als in de meeste plaatsen op de wereld heeft ook in Egypte het handwerk het al la.ng verloren van het industrieel produkt, ook al is dit laatste nog nauwelijks op de markt De met de hand vervaar digde „luxe" voorwerpen die alleen nog maar de schijn van rijkdom ophouden en in wezen verarmde naboot singen zijn van fantasievolle en geraffineerde vormen van vroeger, zijn eigenlijk alleen nog maar goed voor toeris ten of het nu de gedreven koperen bladen die als tafel blad dienst doen en met haastig gedane decoratie versierd zijn betreft, of het goud- en zilverwerk dat zonder veel aandacht wordt uitgevoerd. De redenen voor deze achteruitgang liggen in een isolement van Egypte, waardoor het handwerk hoe langer hoe meer alleen voo. binnenlands gebruik bestemd werd verdei in een toenemen de verarming van de consument met bescheiden middelen en in het feit dat de werkelük koonkrachtigen hun luxe artikelen uit riuropa lieten komen. Er is een uitzondering op de slechte stand van zaken bij het handwerk en dat is de textiel. ...nken in Cairo hoort de In bepaalde VOOrtdurend klappen. gandglaar,efoi houtblokken, verbon- iin door kettingen, tegen elkaar ge slagen worden. Het zijn de weefgetou wen die met de hand worden be- dienc. Ais de wandelaar een kleine poort ingaat komt hij op een binnen plaats. Een paar garageachtige ver trekken komen hierop uit.. De ver trekken staan vol met 4 tot 8 weef stoelen zoda' d mannen die achter aan in het halfduister staan te wer ken onder de voorste getouwen door moeten kruipen om hun plaats te be reiken. Zilverbrocaat maken ze en dat wordt nog steeds goed naar alle Arabische landen verkocht In de poort ernaast zil een verver. Enorme strengen katoen hangen op ladders it te lekken. Een hond drinkt uit een wijnrode plas er krijgt een schop De arbeiders lopen met armen, donkerblauw tot boven de elleboog Het is er een reusachtig lawaai, van alle kanten klepperen de weefstoelen. Van achter: de tarocaatwevers, aan de an- kant: lui die grote grof geweven doeken maken, prachtig met hun boers dessjn En stérk dat die doeken ziin! srder de hele straat door weven ze gestreepte zijde voor sudeyri's, vesten ??et ontzettend vee! kleine knoopjes die nooit toegeknoopt worden of mous seline van uitstekende kwaliteit, of donkere stot, even onopvallend als de ftof van onze colberts, voor de elegan te overjassen van de Egyptisch gekle de mannen. De arbeiders, die in die donkere hoe ken over hun stof gebogen staan, zijn evengoed industrie-arbeiders ais dege nen die in de uiterst moderne textiel fabrieken va: Mohalla el Kubra onder Uitstekende sociale condities werken. Maar zij zijn onbeschermd. Tot nog toe vallen zij niet onder de wet voor individueel arbeidscontract die in 1944 inging omdat deze wet niet van toe- Passing is op fabrieken die minder dan arbeiders in dienst of geen mechani- ook" installatie hebben. Deze wet geldt noch vm voor kinderen onder de 17, arbeiders, lijdelijke, noch voor seizoen- 70 pet. van T, komt hier op neer dat miljoen) zich eblilndustriearbeiders (1 werkloosheid maar2,ikte. ongeluk en den. De overigen zijn bwt z,!|n te red" lil de werkelijk grote h cl de Eastern Tobacco Company énzï! 8 halla worden ze vergeleken mét a overige bevolking, vertroeteld. Natuur? lijk bestaat er een streven om ook de arbeiders in de kleinste bedrijven bij ziekte en ongeval uitkeringen te ver strekken en in Egypte is men zich maar al te zeer bewust dat juist deze arbeiders de meeste behoefte aan be- scherming hebben. Gezien de aandacht die de regering aan de ontwikkeling van de industrie besteedt, zal het zeker Piet lang duren o. ook de kleine levens vatbare bedrijven zijn gemechaniseerd en uitgebreid zodat ook zij hun werk nemers sociale verzekeringen kunnen "leden. De spinnerijen en weverijen van Mo halla el Kubra zijn het paradepaardje van de Egyptische industrie, zowel wat Produkt als sociale voorzieningen be- treft. Ze zijn monsterachtig groot. Men Werkt er op de meest efficiënte wijze •Pet de nieuwste machines in hyper moderne hallen. De voorrechten die werkman daar sreniet moeten zeer IZonder 'in. Gok een verslaggever ordt echter soms beïnvloed door on gelukkige omstandigheden, dit in dit geval vertegenwoordigd werden door ri,nij0mnie Kids met getallen goo- £e ,Tn een marathon langs de en d»j kn,j de ,?ntsPanningsgebouwen alleen mb*,?erswilkerl rPe Tk kan dus noga" ko,j p„ZSn dat dat alles me drijfspolitie liep ^verigtn"^^ mi?itair uniform. Nogmaals: het moet aHemaal zeer bijzonder zijn maar laat ik uToeh maar liever wat vertelle van de Eas tern Tobacco Company, een bedrijf da' "Pd en groot is en nr niet helemaal gemoderniseerd, maar heel vriendelijk menselijk van sfeer. 0 de Eastern Tobacco staan op de jJPerste verdieping no6 ouderwetse /■aehines van hout met veel glimmend vl beslag. Bij elke machine staan é?el ma.tnen in grijskatoenen werkkle- d'in?- Ae zien er niet uit of ze het bar «ruk hebben; in veel takken van in- ]Hn„'e ligt de arbeidsprestatie nog teJ,g' De fabriek heeft een eigen dok kant®" eerl eif?ei tandarts, een eigen «me en een eigen coöperatieve win- inkn Waar de arbeiders na r iekstijd re I-u?" doen- Rond 12 uur en op ande- ziin u van de dag da' een Moslim ondo,? ed doet' gaan de orthodoxen dak e' ev.en dr P'aats o, het platte m °P n bidden op hun kousevoeten de s e nd to' Allah. Op het eind van hoe u gaar de jongeren onder hen aan naar let ontspanningscentrum, «aan j an(iere kant van de weg die «aar de pyramiden leidt. Het ontspanningscentrum zag er uit like the U.A.R. Het is geen beleefd- als een kruising tussen een Franse heidsvraag: het antwoon, wordt met --j-i-j-■-• spanning afgewacht. Het demonstreert de emotioneel-persoonlijke houding waarmee de Egyptenaar de ander te gemoet treedt, zijn verlangen naar er kenning en vriendschap (de mogelijk heid hiertoe is hij, na a* wat Wester lingen Arabieren en het bijzonder de Egyptenaren hebben aangedaan, in twijfel gaan trekken). Het demonstreert bovendien dat de gewone Egyptenaar zich nog niet vereenzelvigt met „de Arabieren". jeugdherberg en een padvindersbiokhut. Er was een bibliotheek, met 400 be duimelde romans, een pingpongta- fel eei klein biljart, wa. tijdschriften. In de 'uin achter het bloemperk ston den een paar gewichtheffers zich te trainen, de radio hadder ze keihard aan in de vensterbank gezet. Er heerste een nonchalante gezelligheid. Aan de ;ana hingen tekeningen over Suez: vluchtende moeders met kinderen, ter redding snellende dap peren, brunende, vuurspuwende bom menwerpers, vastbesloten tegemoet getreden door soldaten. Kortom de hele inventari.' van puberachtige heroïek die jonge mannen uit de hele wereld naar voren brengen als het er om gaat heldendaden te memore ren. De tekeningen waren pas ge maakt. Er vielen twee dingen aan op: ten eerste dat ze bijzonder goed en fris getekend waren en ten tweede dat ze, terwijl ze toch twee jaar na het gebeuien getekend waren, bar stensvol geladen war met veront waardiging en protest. Het was niet toevallig dat die teke ningen daar hingen Op veel middel bare scholen is dit onderwerp een ge liefkoosde opgave van de tekenleraar en hele muurschilderingen zijn er over gemaakt boven de ingang van scholen. Weinig gebeurtenissen van de laatste tijd hebben het Egyptische nationalisme zo gestimuleerd als deze actie van Europese militairen, die zich nog in de tijd van overste Arabi waanden. (Arabi was een van de eerste Egyptische na tionalisten, hij moest capituleren voor Engelse en Franse oorlogsbodems) En aan weinig gebeurtenissen worden de Egyptenaren zo regelmatig herinnerd als aan de-, korte oorlog, waarvan de Egyptische leerboekjes van de Engel se taal het einde samenvatten in: Egypt won a great victory over her enemies. Aan de leerlingen wordt dan overgelaten de zin in passieve vorm en in verschillende tijden te zetten, onge twijfeld een uitstekende oefening in na tionaal besef. Nationaal besel is in Egypte in over vloed aanwezig. Het is typisch dat nooit iemand vraagt: „How do you like Arabs" maar altijd: „How do you like Egyptians" of „How do you like Egypt" en weer nooit: „How do you prijs verlaagd en de bedrijven moeten zónder beschermende maatregelen ren dabel gemaakt, worden. Wie het wél moeilijk hebben zijn de kleine fabrieken die met te weinig ka pitaal werken. Dat was het geval met een kleine aluminiumfabriek die wij (een paar buitenlandse journalis ten) toevallig bezochten. i Geen klassebesef Is er een nationaal besef dat soms meer weg heeft van nationale self- consciousness, een klassebesef zoals wij dat hier ennen is onder de industrie arbeiders niet ontwikkeld. Een van de redenen is: doordat er meer dan 25.000 fabrieken met minder dan 10 man wer ven tegen 65 met meer dan 500, ken nen de arbeiders elkaar weinig. En doord: ze weinig georganiseerd zijn denken ze nog niet aan hun noden als groepsnoden. Er bestaan twee soorten organisaties, die van de grote fabrie- ken en verschillende vakorganisaties. Beide worden door de staat gecontro leerd. Het staken is verboden. De in sociaal opzicht uitzonderlijke condities waaronder de arbeiders in de fabrieken van de Société Misr wer ken. zijn geenszins door kwijnende vak bonden afgedwongen privileges, ze zijn gegeven teneinde een betere selectie toe te kunnei. passen, om de arbeiders vaster aan de fabriek te binden en zo het verloop d't vroeger groot was. te gen te gaan. Ook in de middelgrote bedrijven heerst veelal een vriendelijk paternalis me. Men kan het zich permitteren want de winsten die gemaakt worden zijn, dank ZÜ beschermende maatregelen en gebrek aan binnenlandse en Arabische concurrentie, behoorlijk. Daarom ook kan een bedrijf dat betrekkelijk oneco nomisch werk. omdat het peil van de werkkrachten laag is en omdat er slecht gepland en veel materiaal ver knoeid wordt, zich toch handhaven. Op het ogenblik bestaat er een streven in regeringskringen om zich met de par ticuliere bedrijven te gaan bemoeien teneinde deze euiciënter te laten wer ken, de locale produkten moeten in Ter gelegenheid van het 75-jarig be staan van de Hendrik Piersonvereni- ging, christelijke organisatie voor Bij zonder Maatschappelijk Werk, is don derdagmiddag een bijeenkomst in de Beatrixzaal te Rotterdam gehouden. De minister van Maatschappelijk werk, mej. dr. M. A. M. Klompé, de minis ter van justitie, mr. A. C. W. Beerman, en de commissaris van de koningin in Zuid-Holland, mr. J. Klaasesz, gaven hierbij van hun belangstelling blijk. Mej. Klompé memoreerde in een toe spraak, hoe het maatschappelijk werk sinds de oprichting van de Hendrik Piersonvereniging veranderd is. Het is niet meer synoniem met armenzorg, alleen financiële ondersteuning. De ar menwet van 1912 behoeft eigenlijk drin gende verandering, aldus de minister. Degenen die in het algemeen maatschap pelijk werk werkzaam zijn vergeleek zij met de huisarts. Men moet dan ook terug kunnen vallen op het gespeciali seerd maatschappelijk werk. Voorjs bepleitte mej. Klompé een goede samen werking tussen de beroepskrachten en de vrijwilligers. Tenslotte uitte de mi nister haar grote waardering en dank 'epn aulden vermeerder»"^r,en aan- aie nKl y ""9 ongeveer I voor wat de Hendrik Piersonvereniging een guiaen vermeerderen. Zy hebben 's avonds nog geen behoefte aan de waterpijp. I heeft gedaan. arbeiders vóór hun hZ kr^ende stoelen of zo maar op de stoeprand rusten de trtaatsen treft men nniun },dt van de vermoeienissen van de dagtaak. In ae werk- een cZldenveZeerdL^t^aa^ die het gezinsinkomen per dag rnet ongeveer I De fabriek stond midden in een volkswijk waar boven de toonbank of bij de ingang van f winkel het be stofte arousset el kamh, het van ko renaren gevlochten gelukspoppetje, hangt, waar de oritveide schapenlijven en kamelenpotc n, overdekt met paarse stempels, aan de haken voor de slagers winkels te kijk hangen en waar het van het ogenblik dat de melkventer le- baaaan, lèèèban, roept in de nog lege straat totdat de laatste rolluiken met een daverende slag naar beneden ge- scheuru zijn, een enorme herrie is. De fabriek maakt primussen (er wordt bij na overal op petroleum gekookt), fooi- potten. (fooi. d.i. bonen zijn het ontbijt en de lunch van de kl ine man) pan nen en allerlei huishoudelijke artikelen. De regering wil alle industrieën bui ten de stad vestigen maar de aange wezen plaats is voor deze fabriek te duur. Zij is in '53 opgericht. Zij is van twee eigenaars, van oorsprong^ me taalbewerkers. Ze hebben weinig kapi taal achter de hand. Daarom staat een man met de hand te lassen naast een electrische lasmachine. Daarom wordt er mechanisch èn met de hand ge- Ponst. Alhoewel, als de regering met de import van machines gestopt had, hadden ze al lang een nieuwe ponsma- nieuw^1 bpOTmachdne^uft *Pofen, d^ls De Nijl in Cairo met aan de overkant het onlangs gereed gekomen Hilton-hotel. goedkoper en beter dan de Engelse, vindt de bedrijfsleider, maar het is wei moeilijk om er onderdelen bij te krij gen. Jongetjes geven gereedschap en materiaal aan. Jonge werklieden doen het verantwoordelijke werk. In een kringetje zit een stel kinderen te vij len. En daar weer, een kaalgeschoren knaapje, de enige in galabeya, sjouwt een te hoge stapel bakjes weg. Wat moet zo iets kleins hier toch? Hij verdient als de andere jongens 15 piaster per dag (lPt. is ongeveer-- 714 cent): zijn ouders hebben het geld hard nodig. Hij doet ongeschoold werk en hij zit in de tweede klas van de avondschool. Hij is dertien jaar. Zo gauw hij oud genoeg is om te mogen solderen als die man daar, verdient hij 25 Pt. en als hij het tot stempelmaker brengt: 55 Pt. Voor het eten met een vrouw en twee kin deren mag je wel 35 Pt. rekenen en de huren zijn hoog, 4 tot 6 Pond. Maar het is beter dan landarbeider te zijn want die verdient 12 tot 18 Pt. Bovendien zijn de Ionen in de indus trie omhoog gegaan, in de landbouw niet, dat belooft goeds vooi de toe komst van de industriearbeider. Het is zijn werkgever niet gemakkelijk ge maakt hem te ontslaan en als hij ziek wordt krijgt hij *0 dagen ondersteu ning. Als hij eenmaal die 25 en 55 Pt. verdient zal het hem gaan zoals alle mannen die werk hebben: zijn broers en zijn neven en de neven van zijn neven en wie al niet sullen vraren: „Is er soms t'ir jou op de fabriek een plaatsje voor mts? 'roe kijk eens uit." Want overal hebben familieleden voorrang, tot in de Shell, de kanaalmaatschappij en Mohalla toe. En hij zal dan, zich be wust van zijn benijdenswaardige positie die hij inneemt, zijn ene wenkbrauw op trekken. „Nou, ik zal wei eens zien." Alsof hij de directeur zelf is. Heerlijk vooruitzicht! Mcr. Gezien de steeds stijgende geestelijke en materiële noden in de missielanden, heeft het Nederlands Episcopaat beslo ten tot de instelling van een jaarlijkse „Offer-vrijdag", welke voortaan gehou den zal worden in de week vóór de Wereld-Missiedag. Het molenrestauratie bedrijf De Gel der uit Oegstgeest is begonnen met de restauratie van de Boenderpasmolen langs de Vlist, de oudste watermolen van Nederland. Deze molen verrees in 1430 met goedkeuring van de toenma lige gravin van Holland. Jacoba van Beieren. Men acht het een grote bij zonderheid. dat deze oudste waterwip molen, welke nog goed functioneert, be houden is gebleven. De waterwipmolens van latere data zijn in de Krimpener- waard vrijwel verdwenen, zoals bijvoor beeld de zeven molens aan de voorma lige grote boezem achter Haastrecht, waarin het Vlistwater bij iage IJssel- stand werd „opgeslagen". Ook de wa termolens van Stolwijk en Ouderkerk, die na de Boenderpasmolen de oudste in jaren waren (ze werden eveneens in de vijftiende eeuw gebouwd) zijn reeds lang verdwenen. Hengelo (Mgr. Hoogveld kweek- (hoofdacte) de heren P. H. L. Spee uit school) eindexamen leerkring III )hoofdactë) de heren P. H. L. Spee uit Enschedé. F. H. Gelefert en A. A. Kok uit Oldenzaal, G. J. Leus uit De venter, J. H. B. Rikmans Poel uit Al- bergen, F. G. Scholten uit Beckum, F. H. Weghorst uit Almelo, en de dames J. L. Leeferink uit Delden, G. H. F. Grijpma en A. M. J. Groothuis uit De nekamp. Eén kandidaat werd afgewe zen en Cén moet herexamen doen. De sfeer van het congres is in één woord bewonderenswaardig. In oprech. te bewogenheid met de problematiek van de huidige christen ziet men in een eerljjk en open gesprek in kleine groe pen de verschillende vragen onder de ogen, die zo spoedig mogelijk tot een al gemeen aanvaarde en toegepaste oplos- 32 Als oud-militair was hij een man van snelle beslui ten en weinig woorden. In minder dan geen tijd had hij zonneklaar aangetoond, dat men op weg was dit kind langzaam te doden in dit moordende klimaat en dat men het onverwijld naar een streek met een milder klimaat moest sturen. Hij bood het jonge echtpaar zijn residentie in Palermo wist de hertog van Nemours te bewegen er zijn goedkeuring aan te hechten, sprak de hertog van Alengon moed in en deed Sofie Charlotte opleven. Met hem verloor iémand nooit veel tijd. De eerste opwelling was volgens hem de beste. Hij was niet gewend een blad voor de mond te nemen en had veel van de vreugden van het leven genoten. Waarschijnlijk heeft hij de hertog van Aiengon terzijde genomen en onder vier ogen enke- JL"art'ge woordjes met hem gewisseld. Dat het L„ manier van doen was je wittebroodsweken len brengen in een ijskelder. En al hield wpHllThoia Z0Y?el van ie vrouw, als het aan vertrou- vreemden vonr iu' liep je gevaar op den duur vreemden voor elkaar te worden. noihió tS Vq" Auï?ulG zou altijd een warme sym- u -Sj ?or e, Charlotte behouden. Het leven scheidde hen, bracht hen weer bij elkaar en scheidde opnieuw. De dood zou hen voorgoed verenigen. Hij stieif door zijn motie, toen hij het verschrikkelijk einde van de hertogin van Alengon vernam! Zou God de ziel van de oude soldaat met opzet tot zich ge roepen hebben op hetzelfde ogenblik als Sofie Char lotte, opdat zij een goed woordje kon doen voor hem, die in vroeger dagen haar gered had? Een week later gingen de hertog en de hertogin van Alengon scheep en namen de kleine prinses Louise, toen een baby van vijf maanden, met zich mee. Het werd een lange reis Zij moesten om de Franse kust en Spanje heen zeilen teneinde door de Straat van Gibraltar de Middellandse Zee te bereiken. Hoeveel eenvoudiger zou het geweest zijn het Kanaal over te steken, dwars door Frankrijk te sporen en zich in Marseille opnieuw in te schepen! Maar als bannelingen hadden zij er het recht niet toe. De boot vertrok in de mist, terwijl de sirene huil de en stormvogels schorre kreten uitstieten. Leunend tegen de reling zagen zij de Engelse kust in de grijze nevels van de horizon verzinken. Hun ware jeugd begon, tegelijk met de mooiste tfld van hun leven. HOOFDSTUK III Op een decembermorgen kwamen zij in Palermo aan. Op (je voorplecht van hun boot hadden zij gezien, hoe het water van de Noordzee allengs ver- Kteurde van asgrauw tot parelgrijs en van parelgrijs tot saffierblauw. ZU gingen aan land bij volle zonneschijn. Nooit is het zuiden zo verblindend als 's winters tegen de effen achtergrond van stille dagen. Palermo, „gelukkig Palermo", zoals een oude romance uit die tijd zingt. De zee, op welker fel indigoblauw kleurige zeilen wiegelen; sinaasappelen die als het ware in vergulde beken daverend van de stapelplaatsen naar de havens rollen; een stad van klokketorens, puntgevels en okergele of rose muurvlakken; een zilver-groene bergketen aan de einder, overdekt met olijven en oranjebomen. De eerste dagen kwam Sofie Charlotte ternauwer nood buiten het paleis van Orleans. Zij was doodmoe van de reis. Het kostte haar even tijd om aan de uitbundigheid van het zuidelijk klimaat te wennen. Het paleis was een groot wit gebouw. Het zag er goedig uit: een soort Italiaans „Possenhofen", met gepolijste rode tegelvloeren, proper en fris, getuigend van een glimmende zindelijkheid tot in alle uithoe ken, welke de eigenlijke élégance van de ruime, van zonlicht overstroomde vertrekken vormden. Men woonde er bijna buiten. IJzeren trappen verbonden de verschillende verdiepingen met de tuin Overal kon men het huis via een balkondeur verlaten en afdalen in een soort aards paradijs. De kunstmatige „schoonheid" van het paleis in München, met de klamme atmosfeer van haar serres en de valse kopersulfaatkleuren van haar namaak- meertje, viel bij al deze heerlijkheid in het niet Hier was het azuur echt en men had er ge'-n decors nodig om in vervoering te raken. Rondom het paleis schoot een overdaad van bloemen op De tuin was een wildernis van clematis, jasmijn, laurier, van palmen, veelkleurige rozen en andere planten waar van de vreemdelingen zelfs de name^ niet kenden. i"ven de Palmen verder uiteen, de tuin ging geleidelijk over in een sinaasappelgaard. Som- ^'H?vo°h?,en Wafe" £ehuld in ee" wolk van bloesems, Weer andfre j °nder de last van hun vruchten. Hier I°e?en zowel vruchten als bloesems. de J0.nge vrouw, in een hoek van de Haa'r !L ,d?g Ult' van d® volheid van het leven, he^ kind r' Aan hun voeten slieP h-F"" '??;f??mYrh?nd keerden haar krachten terug: h,?t „gl,lmlach- kaar opgewektheid, haar levens- f..' was een stralende tijd. bici ie was een heerlijk land! ?e ruines van Segesta die hun ranke zuilen ophieven naar de fel blauwe hemel. ...De kerk van Monreale, als het ware een gouden sennjn tussen een overdaad van bomen en bloemen. ......De oude schilderachtige straatjes van Palermo, geblakerd door eeuwen zonneschijn, met hun slente rende bevolking, hun tarantella-dansers, met hun trappen, hun sloppen en hun viskraampjes, met de glorieus wapperende bonte rafels voor alle ramen. ....De huiskapel van het paleis met haar schemer duister, verlicht door de schittering van kostbare edelstenen. En dan de zee! Soms huurden zij een boot. Urenlang kruisten zij rond op de licht-deinende golven, terwijl de stralen van de zon de omtrek van alles deden vervagen. (Wordt vervolgd) der Neuzeit" en hij wilde dit funda menteel verstaan. Het menselijke zelf, de cultuur, staat op het spel. De gro te vraag is, of w|j de intermenselijke ontmoeting moeten losmaken van de feitelijke samenlevingsstructuren, of moeten de structuren worden hervormd en beleefd vanuit en naar intetmen- seljjkheid? Wanneer men zich bezint op het ge sprek tussen onze Kerk en onze wereld, dan moet die vraag worden ge steld zowel ten aanzien van de hiërar chische Kerk als van de Kerk voor zo ver deze zich openbaart in de wereld- taak van de gelovigen en daarmee in de wereld, waarin wij samenleven met allen. Dit congres is een Nederlands con gres, derhalve afgestemd op onze vaderlandse situatie, die gekenmerkt wordt door een verregaande organisa torische gebondenheid. Dit hebben wil te erkennen. Niet allen hebben ver trouwen in de mogelijkheid, het ge sprek tussen Kerk en wereld voort te zetten. Defaitisme is hier echter de grote vijand. Deze studiebijeenkomst van de K.A. wil de betrouwbare weg vinden om dit in elke tijd noodzake lijke gesprek tussen de Nederlandse Katholieke Kerk en de Nederlandse gemeenschap op echt apostolische wijze het gestructureerde en het interpersoonlijke als een eenheid te benaderen. Dat mag de wereld van de Kerk verwachten. Niet om con crete vragen van de wereld op te los sen, maar om de Kerk te leren ken nen ais een hiërarchisch gestructu reerd sacrament van de broederlief de. In dit licht trachten de verschillende studiegroepen het antwoord te vinden sing moeten worden gebracht. Terecht mag men constateren, dat op dit con gres de Kerk haar „normale" zending vervult: priesters én leken groeien hier samen vanuit een echt menselijk sa menzijn naar een samenzijn als Kerk, als christenen. Mgr. Baeten wees hier op met nadruk in zijn warm welkomst- wóórd.De menselijke gemeenschap, zo zei hü, moet met aller inspanning als onze grootste rijkdom gecultiveerd worden. God werd mens om met de mensen mens te zijn. Wij zijn mensen, maar onze moeilijke opdracht is het „mens te blijven'.Dit kan alleen in een levende gemeenschap. Daarom wil de de bisschop het congres er uitdruk kelijk op wijzen,, dat hij zelf hier niet op de eerste plaats aanwezig was als exponent van „het instituut", maar als een gelijkwaardig lid van de christen gemeenschap. Op deze bemoedigende wijze ge-ug- gesteund, hebben de aanwezigen de zekerheid als een levende eenheid met de discussies te kunnen begin nen. Nadat mr. L. C. Baas de ver gadering geopend had met een aan grijpend en geheel op deze samen komst afgestemd gebed, gaf prof. dr. ir. F. Ph. A. Teliegen een inlei ding op het congresthema. Mens en wereld Mens en wereld zijn wezenlijk op el- kaar betrokken. Dit is de gemeen-,alllv schappelijke overtuiging van allen, die I op het congresthema: „hoe groeit de h?hhp>? "Ft" tr ?a" dlt congres Kerk in menselijk samenzijn? hebben meegewerkt. Het menselijke be- staan is oorspronkelijk, bestemd voor "HHiiiliiiHlHlllilillllliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiMiii zelfstandigheid en overgave. De mens is zichzelf én sociaal in een onverbre kelijke eenheid. Vanuit de kleine we reld van het gezin groeit hij naar de grote wereld der cultuur. Mens-ziin is een voortgaan, dat reikt zowel naar de ander als naar de volle ontplooiing van het menselijke, die wij echter niet be reiken. Daarin staat de christen en dat moet hij zichzelf steeds opnieuw bewust maken. Maar als gelovige kent h oorsprong en bestemming van mens en pehonrii Hy h6eft 06 B!«de Boodschap g ooid en aanvaard en weet, dat ziin bestaan met voorbijgaand is en z«a vragen met zonder antwoord zijn. Hü in God0rWeg "aar ee" °pe" samenzÜ" Met alle anderen moet de gelovige de aarde bewoonbaar maken, maar dan in het perspectief der Blijde Boodschap. Dat geeft de spanning aan zijn leven. „Het christelijk le ven", zegt prof. Schillebeeckx, „is als het ware een slingerbeweging tus sen de twee momenten van kerkelijk heid: tussen de Kerk, daar waar zij haar hiërarchisch geiaat vertoont (sacramenten, prediking, pastora le activiteit) en de Kerk, die in de wereldtaal van de gelovigen, in hun beroep, gezin en elke mensenontmoe, ting eveneens een manifestatie is van haar heiligheid". De actuele cultuursituatie De huidige cultuursituatie lokt het gesprek tussen Kerk en wereld uit. Dit is wei tijdgebonden, maar daarom nog niet zonder zin. Integendeel, het is vruchtbaar voor deze tijd en verhel dert hem. Wij zijn de erfgenamen van Descar tes en Marx. De eerste stelde, dat het vertrouwen in de ratio heel het mense lijk leven doorzichtig maakt, maar hij scheidt daardoor ziel en lichaam haast volledig. De tweede verwacht van het vertrouwen in de arbeid een klasselo ze maatschappij, waarin „communion" en „institution" geheel in elkaar op gaan. De hedendaagse natuurwetenschap pretendeert niet meer het wezen van haar object geheel te kunnen openba ren; zij voert met de natuur een be perkt gesprek. De moderne mens gelooft niet meer in geluk garanderende structuren. Men kan alles „hebben" en toch elkaar kwijt zijn, niet leven in één wereld. Met Guardini stelde prof. Teilegen, dat wjj kinderen zijn van „das Ende Aan de heer H. H. Snelder te Ensche de is door deken N. S. van Dijk de pau selijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice uitgereikt. Dit op grond van de bijzondere verdiensten van de heer Snelder gedurende vele jaren voor de organisatie van de Maria-bedevaart vanuit Enschede naar Kevelaar. Aan prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen, directeur van de Provinciale Limburg se Electriciteitsmaatschappij, is in de ambtswoning van de Duitse ambassa deur in ons land in 's-Gravenhage de gouden legpenning van de Nederlands- Duitse Kamer van Koophandel uitge reikt door dr. J. Horatz, de huidige voorzitter van deze Kamer. Prof. Gelissen is van 1939 tot juni van dit jaar voorzitter geweest van de Ne derlands-Duitse Kamer van Koophandel. Het bestuur van de r.-k. Stu dentenvereniging „Sanctus Augustinus" te Leiden heeft aan het bestuur 1959- 1960 als assesor toegevoegd de heer J. J. P. van de Kamp. iiliiiilliilllllliillllliillillitllilllllllllllllllillilltliiiiiliiililililtli Koelhuisboter dient voorlopig als zo danig gemerkt te blijven, aldus de mi nister van Landbouw, mr. Marijnen in antwoord op vragen uit de Tweede Ka mer. Om te zorgen dat de consument niet wordt gedupeerd geldt al sinds enige ia- ren het voorschrift dat boter, die bij het verlaten van het koelhuis ouder is dan acht weken, moet worden omge- pakt in wikkels met de opdruk „koel huisboter". Daar deze regeling niet sluitend is, wordt thans met het geor ganiseerde bedrijfsleven overleg ge pleegd of de bestaande regeling moet worden aangevuld of dat de belangen van de consument op andere wjjze kun nen worden beschermd. Maar naar het oordeel van de minister is er geen re- den om het voorschrift ongedaan te ma- ken zolang hiervoor geen oplossing ge- vonden is._ Mr. Marijnen merkt overi gens hierbij op, dat de voorraden boter op het moment uiterst gering zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 9