PEKING VIERT TWEEDE LUSTRUM
van
Communisten hebben geprofii
de tekortkomingen van de Kuomintang
ifiteerd
N
I
Socialistische motie inpolde
ring Lauwerszee van agenda
Nationale aanpak van de
astmabestrijding
's Lands Kroniek-
Winnaar Reinaertprijs
i
g
EVC dient klacht
in over Waarheid
Steekspel
Regering blijft waakzaam ten
aanzien van prijsverloop
Hume
veroordeeld tot
levenslang
Overeenstemming:
grafische C.A.O.
Vreemde schapen
ziekte op Texel
Garuda staakt
dienst on Ambon
DONDERDAG 1 OKTOBER 1959
PAGINA
v
met minder werk
de mooiste glans
HET KAMERDEBAT
Nederlandse Astma
stichting opgericht
Kunstkelder in Leeuwarden Koperen ketel,
gijlbak en iijklakens verdwenen
O
Behoudens enige punten
van secundaire aard
Govert A. Homburg
China onder rode dynastie
Dit is liet beeld, dat men ieder jaar te Peking ziet bij de herdenking van de
stichting van de communistische Volksrepubliek. Een onafzienbare rij mensen,
die met bloemen zwaaien en rode vlaggen en spandoeken meedragen.
Op het Plein van de Hemelse Vreug
de te Peking wordt vandaag het
tweede lustrum gevierd van de
Chinese Volksrepubliek. Er zijn perio
den geweest in de wereldgeschiedenis,
dat er in honderd jaar schijnbaar wei
nig of niet gebeurde. De ritmiek van
de historie heeft zich versneld. Tussen
de beide Wereldoorlogen dacht men in
decaden: „the roaring twenties", „the
flaming thirties". Thans heeft een be
wind, dat nauwelijks tien jaar geleden
op revolutionaire wjjze aan de macht
kwam, reeds een onmiskenbaar patina
gekregen. Communistisch China is niet
bij voorbaat bezweken onder de scep.
•is waarmee zijn verschijnen op het
wereldtoneel is begroet. Het is een poli
tieke, maatschappelijke en militaire
realiteit geworden en al schijnen de in
terne spanningen de laatste tijd weer te
riin toegenomen, de stelling, die tien
iaar geleden zo dikwijls werd gepo
neerd dat de Volksrepubliek ieder
ogenblik ineen kan storten zou nu be
trekkelijk weinig geloof vmden. Dat wil
intussen niet zeggen, dat communis
tisch China in onze ogen een aantrek-
keliike realiteit is. Wij kunnen de naam
van het «and eenvoudig met noemen
donder tevens te denken aan kerkver-
ïobrlnv massale terreur, hersenspoe-
Hng, militaire -Kjessie^en, laatstelijk
de volkscommunes. Maar
de volksrepubliek met deze
nog
Wa^mlng" van gruwelen volledig ge-
jou zijn. dan blijft er in dit ge-
vil van de oude stelling uit de weten-
bon der politiek, n.l. dat ieder bewind
schap «ter po. ere mate van althans
r"nl mkoliik „consent of the governed"
aeeu draad heel. Wat men zich du8 bij
tweede lustrum moet afvragen, is:
Hoe valt het te verklaren, dat Mao Tse-
toenir c s. tien jaar geleden aan de
macht zijn gekomen en wat zijn de re
denen die de brede massa der Chine
zen er althans in de eerste jaren toe
hebben gebracht haar „consent" aan
•Ie communistische partij te geven?
Een bijzonder verhelderend en objectief
antwoord op deze vragen wordt gege
ven in het boek van een Australische
hoogleraar, „Flood Tide in China" van
Mi CT P- Fitzgerald (The Cresset
London 1958, 25 s. net).
'ress,
Tn de eerste plaats mag men stellen,
aot de communisten misschien nooit
on de macht waren gekomen, indien
ün Nationalistische Partij, de Kuomin-
„jet zoveel machtige groeperingen
iand van zich had vervreemd.
!J. Kuomintang was m feite een coali
tie van nationalistische officieren (met
ni ion<? Kai-sjek op het eerste plan) en
hnnkiprs Uit Sjanghai (met aan het
hoofd de familie ,^oen?)- Ee" party
voS deze samenstelling had wemig aan-
doohtvoor de boeren en ook niet voor de
oude intellectuele aristocratie, de man-
Hariinen of Enun
Daarom Was het besluit van Mao
Tse toeng en Tsjoe-teh om de revolu-
ifmer te brengen van de steden.
mislukt was, naar het piat-
w?aId heslissend voor het welslagen
!n het karakter van de Chinese coV
S™»™ Nationftllaten
in %i7a shtrUdengevoerd!mSenli,te1gen!ük
guei öotwintig iaar heeft geduurd en
wf ondenkbaar geweest zou zijn zonder
dL6 hulD van de boeren. Het grote lok-
•aa 1 waarmee Mao werkte, was de
Softe en zodra dat mogelijk was
rok de praktijk - van een verdeling
het grootgrondbezit.
Boerse trekken
Van hun verblijf temidden van de
boeren hebben de Chinese communis
ten bepaalde typische kenmerken over
gehouden. Een demonstratief sobere le
venstrant komt o.a. tot uiting in de gro
ve hobbezak-kledijdie zij dragen, ai
spelen bij dit laatste ook andere facto
ren een rol, zoals een aanvankelijke tex-
tielschaarste en de behoefte om te ge
tuigen tegen de luxueuze decadentie
van de oude „bourgeoisie".
Een consequentie van bijkomstige
aard is het volstrekt ontbreken in het
huidige China van de haveloze troepen
honden, die vroeger tot de kenmerken
van de natie behoorden.
De „Oude Kameraden" uit Yenan
hadden bij hun guerilla namelijk hevig
te lijden onder de onpartijdige waak
zaamheid van de kamponghonden en zij
namen daarom de gewoonte aan alle
honden, die zij tegenkwamen, op te
ruimen.
Er wordt wel' eens misprijzend gespro
ken, zegt prof. Fitzgerald, over de za
kelijkheid, die de moderne Chinese
jeugd kenmerkt, en men vraagt zich
met een lichte ergernis af, of de jon-
fens en de meisjes alleen maar mogen
enken aan de vervulling van industrië
le en academische normen en of bij
voorbeeld de liefde taboe voor hen is.
H(j antwoordt daarop, dat men niet
moet vervallen in het misverstand, dat
vroeger over het exotische Azië be
stond, waar de potentaten, naar het
woord van Macaulay, hun tjjd doodden
met „het kauwen van hashish en het
strelen van hun concubines". De grote
massa van de Aziatische volkeren heeft
nimmer beantwoord aan de zwoele ver
halen, waarmee zeelieden en roman
schrijvers uit het Oosten znn terugge
keerd.
En wanneer men de „zakelijkheid"
van de Chinese jeugd vertaalt als „de
centie" of „kuisheid", dan is dat geen
levenstrant, die haar is opgedrongen
door de communisten, maar de voort
zetting van een oud patroon.
Dat de communisten zekere kenmer-
„fi1.)0P eIen,d?n aan hun verblijf op hel
h!u u er «htussen niet toe,
peerdpn21^ "?,61 d„? boerenstand identifi-
verde?W L tef.ten zeer goed' dat do
rhdizeif Lï h,et grootgrondbezit op
zichzelf geen voldoende en vooral eeen
marxistische oplossing was voor het
&n dTchtaê* chronia<*a «moede
van de Chinese boeren. De Kunmin
tang had het middel twinül jaar
der zonder gewetensbezwaar kunnen
toepassen en misschien was er dan
nooit een communistisch China geko
men.
Vandaar, dat de Volksrepubliek al
vrij spoedig voorbereidingen trof voor
verdergaande hervormingen en voor
een begin van mechanisatie. Zo werden
het „lagere stadium" en het „hogere
stadium van de coöperatieve landbouw"
ingeluid en prof. Fitzgerald stelde in
mei 1956 vast, dat de reacties van de
boeren op dat ogenblik in ieder geval
nog tamelijk willig waren.
De mandarijnen
De tweede belangrijke groep, die
werd aangetrokken door de communis
ten, die van de mandarijnen of Chün
Tzu dus, was vanouds de betrouwbare
steunpilaar geweest van alle dynas
tieën. De Kuomintang zegde de leden
van deze geleerde aristocratie de dienst
op en zij keerden geprikkeld en ge-
frusteerd terug naar het platteland,
waar zjj weliswaar hun economische
basis hadden, maar waar zjj naar eigen
oordeel in ballingschap leefden.
Sommigen trokken naar universitei
ten in het Westen om daar, zoals de
uitdrukking luidde, „vreemde inkt te
gaan drinken". In het buitenland kre
gen zjj vaak pas goed oog voor de arme
tierige rol, die China, dat er honderd
jaar tevoren nog prat op was gegaan
het centrum van de beschaving te zijn,
onder de Kuomintang in de wereld ver
vulde.
Overweldigend was de reactie, toen de
communistische leiders voor een
goed deel uit deze zelfde groep afkom
stig een beroep op hen deden hun ta
lenten in dienst te stellen van het nieu
we regime. Voor de buitenwereld leek
dit een „trahison des clercs", maar
voor de betrokkenen zelf was het bijna,
alsof de dynastie was hersteld.
Wie thans in Peking deelneemt aan
de zondagse pantoffelparade of een
bezoek brengt aan een universiteit,
een hospitaal of een regeringsbureau,
zo schrijft prof. Fitzgerald, hoort
overal het „Kuan Hua", het typische
accent van de geleerde mandarijnen,
dat tegenwoordig „Pu Tung Hua" of
„Standaard Chinees" heet. De Chün
Tzu worden, ais zij geen lid zijn van
de communistische partij, gerang
schikt bij de „Nationale Bourgeoisie"
en althans tot voor kort was dat veel
meer de betiteling van een bevoor
rechte groep dan een invectief.
Zelfs ln de betrekkelijk ontspannen
sfeer, waarin prof. Fitzgerald China te
rugzag, was het trouwens opmerkelijk
vast te stellen, hoe groot het vermogen
van het Chinese communisme is om
antagonistische elementen te absorbe
ren.
Een jongere broer van de in 1908 ge
storven keizer Kuang Hsü, prins Tsai
T'ao, voorheen chef van de keizerlijke
generale staf en een van de machtigste
leden van de keizerlijke regering, be
kleedt thans het ambt van directeur
van de Nationale Stoeterij en vertegen
woordigt de minderheid der Mandsjoes-
in het Nationale Volkscongres.
Slager van Canion
Nog sterker Is het voorbeeld van ge
neraal Li Tsji-sjen. Te Canton is enke
le jaren geleden een fraai gedenkteken
opgericht voor de „Martelaren van de
Cantonese commune in 1928".
Verantwoordelijk voor dit bloedbad
onder de communisten was Li Tsji-sjen,
die daarom wel „de slager van Canton"
werd genoemd.
Hjj zelf was op het ogenblik, dat prof.
Fitzgerald zijn reis maakte, waarne
mend premier en leider van de Natio
nale Revolutionaire Kuomintang, een
van de mantelorganisaties van de com
munistische partij
a het aan de macht komen van de
communisten, de „Nationale Be
vrijding" zoals zjj het zelf noe
men, heeft niet de terreur (waaraan
volgens de schrijver 50.000 mensen ten
offer zijn gevallen) de grootste indruk
gemaakt op het Chinese volk, maar de
aanhoudende propaganda en overre
ding.
Als er in die eerste jaren van het be
staan van de Volksrepubliek één motief
zou zijn geweest voor een massale op
stand, dan was het de onophoudelijke
reeks vergaderingen, betogingen en
cursussen. Zoals de schoonmoeder van
Kar] Eskelund het uitdrukte: „Always
go meeting, talkie-talkie Mao Tse-
toeng".
Waarschijnlijk is deze constante ideo
logische doordrenking voor een groot
deel identiek met wat wij verstaan on
der „hersenspoeling", een proces,
waarvan men het belang voor de stabi
lisatie van het communistische regime
moeilijk kan overschatten.
Het is onmogelijk uit te maken, in
hoeverre het beeld, dat prof. Fitzgerald
van China geeft, thans nog van toepas-
Slng is, d.w.z. na de hervatting van de
Advertentie
Mao Tse-Toeng (rechts), zelf afkomstig
uit een welgestelde boerenfamilie, po
seert gaarne als de vaderlijke vriend en
adviseur van de Chinese boer.
campagne tegen het „rechtse deviatio-
nisme" en na de invoering van het ex
periment der z.g. „volkscommunes"
Maar om een enigszins verantwoorde
indruk te krijgen van althans de eerste
acht jaren van de Volksrepubliek is dit
boek onmisbaar.
H. J. NEUMAN.
(Van een verslaggever)
Bij de Baad van Tucht van de Fede
ratie van Nederlandse journalisten
heeft men een klacht ontvangen van
het bestuur van de Eenheids-Vakcen
trale (EVC) tegen de N.V. Persorga
nen l.o., de uitgeefster van De Waar
heid. De EVC die zoals men weet kwa
de vrienden is met Paul de Groots com
munistische partij en ook met het partij
blad, protesteert tegen een artikel in
De Waarheid van 25 september. Daar
in wordt gesproken over het bijeenroe
pen van de EVC ter bespreking van
een voorstel tot opheffing van de com
munistische vakcentrale. Volgens het
voorstel zouden de EVC-leden moeten
toetreden tot het N.V.V.
In het partijblad werd bedoeld de
EVC '58, de aan Paul de Groot trouw
gebleven vakcentrale, die het bij uit
spraak van de Amsterdamse rechtbank
verboden is zich EVC te noemen. De
voorstellen tot opheffing golden dus de
EVC '58, maar er werd geschreven
over de concurrent. Het bestuur van de
EVC verzoekt de Raad van Tucht na te
gaan wie voor het misleidende artikel
verantwoordelijk is en verlangt van de
ze redacteur rectificatie. Het heeft in
zijn klacht gesproken over de uitgeef
ster van De Waarheid in plaats van
over de hoofdredacteur. Sedert enkele
jaren is er voor de buitenwereld geen
vaste hoofdredacteur.
's-GRAVENHAGE 29 sept. Bij beschik
king van de staatssecretaris van O.K.
en W., mr. Y. Scholten, is ingesteld de
„Regelingscommissie voor de staats
examens voor de danskunst 1959". In
deze commissie zijn benoemd: tot lid
en voorzitter: K. van Baaren te Oegst-
geest; tot lid: mej. H. Bouman te 's-Gra-
venhage, mej. C. Hartong te Rotterdam
en I. Kamadjojo te Amsterdam; tot se
cretaris: J. Boelsma te 's Gravenhage.
Alleen
wrijfwas
bovend
Vlidosol
houtworm
grote doos 58 ct reulll bus 115 ct
'n Erdal produkt, dus goed!
(Van onze Haagse redactie)
„Uit onderzoekingen in de laatste ja
ren Is duidelijk geworden dat de astma
in Nederland de kenmerken van een
volksziekte maar al te zeer bezit. De
oprichting van de Nederlandse Astma
Stichting acht ik uit een oogpunt van
volksgezondheid een bijzonder heuglijk
feit." De directeur-generaal van de
Volksgezondheid, prof. dr. P. Munten
dam, zei dit woensdagmiddag op een
persconferentie, die in Den Haag ge
houden werd ter gelegenheid van de op
richting van de Nederlandse Astma
Stichting.
Deze stichting is in het leven geroe
pen om een nationale aanpak mogelijk
te maken van de bestrijding van astma.
Tot nu toe ontbrak in Nederland een
vertegenwoordigend lichaam op het
terrein van de astmabestrijding. Van de
stichting maken momenteel zes organi
saties deel uit, die vier astmacentra in
Nederland exploiteren. Vele andere or-
„Er moet nog een kelder onder jouw
huis zitten," zei enkele jaren geleden
iemand tegen de Leeuwarder kunst
handelaar A. van Hulsen, toen die zich
goed en wei op de Nieuwestad had
gevestigd. En het was waar. Tijdens
een verbouwing werd een fraai gebo
gen kelder ontdekt, hetgeen eigenlijk
niet zo verwonderlijk was, want in de
stoffige paperassen van het oude
stadsarchief werd met betrekking tot
het bewuste pand ook gesproken over
een „sekere heerlijcke ende voortref
felijke huisinge staende op de smalle
sijde van de Nieuwstadt langsheen,
versien van schone opcamers, met
poort in de gangh, sampt keuken,
plaetse, put, back ende gemack,
staande op een heerlijcke geboogde
kelder."
Enfin, een en ander bestond uit een
voorhuis en een achterhuis. In 1582
woonde er een wijntapper Asmus Mei-
cmorszoon, en aan zijn bedrijf zal de
uit omstreeks 1450 daterende kelder
njet vreemd zijn. Later hebben er
in het pand koperslagers, bakkers,
brouwers, een apotheek, een kachel-
srmd cn bierhandelaars gewoond.
Voor- en achterhuis verwisselden van
eigenaars, evenals de meest uiteenlo
pende zaken, zoals in 1723 brouwers-
gereedschap bestaande uit een „def
tige koperen ketel, een gijlkuip met
lood beset en een heerlijcke koelbak"
of in 1804 „een mantelpars met rouw
mantels en iijklakens". En wat doet
nu in de twintigste eeuw een kunst
handelaar met een pas ontdekte kel
der waarin en waarop zich een deel
afgespeeld?6" in vroeger eeuwen heeft
Het was voor de heer Van Hulsen
niidoS'if zdn in Leeuwarden
meer oude kelders, maar die dienen
slechts als pakhuis of worden hele
maal niet gebruikt. Oe „heerliiok ee-
boogde kelder" op de Nieuwestad is
in enkele jaren evenwel een centrum
van cultureel leven geworden Een
maal per maand vergaderen hier de
jonge beeldende kunstenaars van het
Fries Palet. En op en om deze kelder
begon op 28 september met een optre
den van de hoboïst Dick de Vries van
het Overijssels Orkest een nieuwe
reeks muziekavonden met een unieke
sfeer, waarin een nauw persoonlijk
contact bestaat tussen kunstenaar en
publiek. Voor het eerst worden er dit
jaar in samenwerking met het Neder
lands impresariaat concerten gege
ven. Een volgende stap is, dat jonge
kunstenaars hier zuilen kunnen 'debu
teren en wellicht zal dat nog in het
komende seizoen het geval zjjn Bo
yendien worden er geregeld in en om
deze kelder exposities van beeldende
kunst gehouden. Waar eens de wün
belegen lag te worden, waar de ha-
merklop van de koperslager klonk
daar in en om die helder, waarvan
men volgens een oud kinderliedje zou
moeten geloven, dat het er bepaald
donker is, vindt men geen spoor meer
van „deftighe koperen ketels, van een
gylbak met lood beset, of zelfs van
een mantelpars met Iijklakens en een
heerlijcke koelbak". Daar valt nu het
glanzende spotlight over waardevolle
zaken van kunst en cultuur
ganisaties en instellingen, die zich spe
ciaal met astma bezig houden, zijn
uitgenodigd toe te treden.
De Nederlandse Astma Stichting stelt
zich ten doel de kennis omtrent astma
en de bestrijding en Preventie daarvan
te bevorderen. De stichting is een cen
traal trefpunt, waar alle problemen
omtrent deze ziekte behandeld warden
en van waaruit onderzoekingen en ac
ties zullen worden gevoerd. De stichting
is ontstaan uit een sterke behoefte naar
meer eenheid en bovenal samenwer
king. Deze samenwerking is noodzake
lijk. Dat blijkt wel uit het feit dat men
de oorzaak en de juiste behandeling
van astma nog niet definitief heeft kun
nen vaststellen. Een uitgebreid onder
zoek moet daarom worden ingesteld en
moet financieel mogelijk worden ge
maakt, zo is de mening van de jonge
stichting. Bij de verdeling Van over
heidsgelden ter bestryding van volks
ziekten kan nu de Astma Stichting in
aanmerking worden genomen.
Over het optreden van astma en over
de rechtstreekse gevolgen is maar be
trekkelijk weinig bekend. De voorzitter
van de medische raadl van de Astma
Stichting, prof. dr. N. Orie, is van oor
deel dat globaal genomen waarschijn
lijk vijf procent van de bevolking op de
een of andere manier aan astma lijdt,
welk percentage neerkomt op vijfhon
derdduizend personen. Nodig is aller
eerst een zuiver statistisch onderzoek
aldus prof. Orie, maar dan zeer zorg
vuldig opgezet en geykt. Dat onderzoek
zal zich uitstrekken over de veelvuldig
heid van voorkomen, de invloeden van
diverse factoren en jjaaruit voortvloei
ende behandelingswijzen, de sociale
consequenties en tenslotte over de fun
damentele oorzaken van de ziekte.
De Brit Donald Brian Hume is giste
ren te Winterthiir in Zwitserland tot
levenslange dwangarbeid veroordeeld
wegens het doodschieten van een taxi
chauffeur na een overval op een Zürich-
sche bank.
Humes verdediger had vergeefs
gepleit voor een lichtere straf van 20
jaar cellulair, waardoor Hume in een
gesticht ondergebracht had kunnen wor
den. Hume weigerde gebruik te maken
van het recht op het laatste woord voor
het vellen van het vonnis. De openbare
aanklager drong erop aan Hume bij
eventuele kwijtschelding wegens goed
gedrag van een gedeelte van zijn straf
voorgoed uit Zwitserland te bannen.
Hume, die zich buiten het gerechts
gebouw nogal recalcitrant betoonde en
kans zag een persfotograaf een kaak
slag toe te dienen, bleek zich echter al
aan het idee van de gevangenschap ge
wend te hebben. Hij had althans de open-
oare aanklager om toestemming ver
zocht een deel van zijn geld te mogen
besteden voor de aankoop van een trom
pet waarmee hjj zich een plaats in de
gevangenisband wil veroveren.
(Vervolg van pag. 1)
Dat de minister-president prof. De
Quay de heer Burger mededeelde, dat
wat het standpunt ten aanzien van
Nieuw Guinea van het kabinet treft,
hjj geen enkele twijfel hoefde te koes
teren, had op de socialistische fractie
leider niet de geringste uitwerking. De
minister-president liet hiermede echter
wel duidelijk uitkomen, dat hjj begre
pen had waarom mr. Burger met zo
veel hartstocht vragen rond oud-minis
ter Stikker bleef stellen: om iets over
de Nieuw Guinea-politiek van de rege
ring te vernemen.
Het incasseringsvermogen van de
fractieleider van de PvdA is nog enige
malen meer op de proef gesteld. De ur
gentie van de inpoldering van de Lau
werszee, door de PvdA eveneens als po
litieke stunt naar voren gehaald, wilde
hjj voortijdig in een motie neerleggen.
Uit mededelingen van de minister van
Verkeer en Waterstaat, drs. Korthals,
kwam vast te staan, dat de Raad voor
de Waterstaat over deze zaak nog eind
advies zal moeten uitbrengen. Behalve
het reeds in de begrotingsstukken aan
gekondigde technisch waterstaatkundig
advies, is nu ook een economisch ad
vies binnengekomen, dat aan deze Raad
is toegezonden. De motie werd daarop
op de stapel gelegd van de stukken,
die in het debat over de begroting van
Waterstaat aan de orde zullen komen.
Spanje en de Nato
Tenslotte heeft mr. Burger zich nog
vergaloppeerd door de minister-presi
dent verwijten te maken, dat hij over
de toelating van Spanje tot de NATO
zo weinig positief had geantwoord.
Na afloop van de besprekingen die
dinsdagavond zijn gehouden tussen het
College van Rijksbemiddelaars en ver
tegenwoordiger der werkgevers- en
werknemersbonden in de grafische
branche, is het volgende communiqué
uitgegeven:
Het centraal bureau voor de grafische
bedrijven maakt bekend, dat wederom
een bespreking heeft plaats gehad over
de drie grafische c.a.o's tussen het Col
lege van Rijksbemiddelaars en de ver
tegenwoordigers der werkgevers en
werknemersorganisaties, waarbij onder
meer is gebleken, dat het College bereid
is de overeengekomen verhoging van
lonen en salarissen, inclusief de verwer
king der huurcompensatie 1957, alsmede
de invoering der arbeidsverkorting
(deze laatste met ingang van 1 januari
1960) goed te keuren.
Het totale resultaat, waaronder ook
enige punten van secundaire aard waar
mede het college zich, op grond van de
„algemene aanwijzing", niet kon ver
enigen, zal op korte termijn aan de be-
stuursinstanties der werkgevers- en
werknemers-organisaties ter goedkeu
ring worden voorgelegd, aldus het com
muniqué.
(Van onze correspondent)
Onder de duizenden schapen, die op
het bekende eiland Texel gehouden wor
den, en die er naast het toerisme prac-
tisch de voornaamste bron van inkom
sten betekenen, heerst momenteel een
ziekte, waar de deskundigen vooralsnog
geen oorzaak, laat staan een geneeswij
ze voor weten. De ziekte openbaart zich
in de vorm van ernstige verlammings
verschijnselen en is thans overal op het
eiland geconstateerd. De eerste mel
dingen dateren van ongeveer drie weken
geleden. De door de ziekte aangetaste
dieren gedragen zich. alsof zij danig on
der de invloed van alcohol verkeren en
hollen voor zover de verlamming dat
toelaat blindelings door hun weiden.
Tijdens deze „bokkesprongen" zijn er
al vele schapen in sloten gevallen en
verdronken. Als zij niet door een onge-
luh worden getroffen, dan blyken de
meeste dieren na enige tijd weer te
herstellen. Men veronderstelt, dat de
heersende droogte wel eens de schuldige
zou kunnen zijn. Er is namelijk op het
gehele eiland bijna geen gras meer te
vinden en daarom worden de dieren op
een geheel andere wijze gevoed dan ge
bruikelijk is.
Prof. De Quay had niet eens duide
lijk gezegd, dat deze zaak nog onder
werp van discussie in het kabinet zal
uitmaken. „Maar natuurlijk zal het
dat", was de repliek van prof. De Quay.
„En natuurlijk deel ik dat de Kamer
niet nog eens net evenveel woorden
mee. Men zou er a contrario uit af
kunnen leiden, dat de ministers daar
toe alleen te vinden zouden zijn, wan
neer de Kamer het apart gaat vragen".
Waakzaam
In zjjn discussie met de Kamer heeft
de minister-president „,a. nog de vol
gende mededelingen gedaan: de rege
ring zal bijzonder waakzaam zjjn ten
aanzien van prijsverloop. De stij
ging - an de kosten van levensonderhoud
moet echter in verband worden ge
bracht et de invloed van de droogte.
De mogelijkheid om de prijzen op de
voet te volgen ziet de regering aanwe
zig, nu het georganiseerd bedrijfsle
ven alle medewerking heeft toegezegd.
Indien zou blijken dat loonsverhogingen
worden doorberekend, zal niet ge
schroomd worden maatregelen te tref
fen.
De regering is niet van plan het
landbouwbeleid, met name wat betreft
de prijsgaranties, nader te preciseren,
wanneer niet eerst met het georgani
seerd bedrijfsleven (Landbouwschap)
uitvoerig overleg is gepleegd. Dit deel
de de minister-president mede naar aan
leiding van de vrees die meerdere frac
ties hadden te kennen gegeven omtrent
de ^ontwikkeling van de landbouwpoli-
De Kamer was met name ongerust
dat zij voor voldongen feiten zou wor
den gesteld bij de behandeling van de
begroting. Deze zal vermoedelijk eerst
aan de orde komen nadat de minister
van Landbouw zijn garantieprijzen voor
het komende jaar reeds heeft vastge
steld. Dit laatste nu is voor de nadere
koersbepaling van zijn beleid van groot
belang.
Een steekspel, geen ernstige aan
vallen heeft het kabinet-De Quay bij
de algemene politieke beschouwingen
te doorstaan gehad. Het was de oppo
sitie, door de P.v.d.A. buiten de Ka
mer, met name in „Het Vrije Volk",
gevoerd, welke - met de overigens in
teressante vraag hoever de antwoord-
plicht van de regering tegenover in
dividuele Kamerleden gaat tot de
levendigste momenten ervan aanlei
ding gaf. Dat tekent het beeld van dit
tweedaagse debat. Er was inderdaad
voor de regering geen reden om zich
geschokt te voelen.
De beschuldiging van „vals spel",
door prof. Romme aan „Het Vrije
Volk" gericht, heeft de heer Burger
uiteraard niet op zich laten zitten.
Maar zijn verontwaardiging kon zijn
gebrek aan tegenargumenten niet
goedmaken. Aan de gewraakte publi
caties kan men onmogelijk het karak
ter ontzeggen van een poging om het
gezag van het College van Rijksbemid
delaars en daarmee de spelregels van
de vrijere loonvorming in discrediet te
brengen. Het betrof hier niet een al
gemeen gehouden kritiek op het
systeem, maar een positie kiezen in
een conflict. Hoe dit met loyale oppo
sitie te rijmen valt is ons niet duide
lijk. En het werd ons te onduidelijker,
nu de heer Burger in zijn eerste op
treden van het inzicht blijk had ge
geven, dat de vrijheid aan werk
geverszijde in de huidige hoogconjunc
tuur wel eens van slechts formele be
tekenis kon worden. Aangezien ook
voor de oppositie het algemeen wel
zijn als hoogste richtsnoer moet gel
den, kan het nooit op haar weg liggen
de instrumenten van de loonpolitiek
te ontkrachten, zonder welke de loon
ontwikkeling zeker tot een chaos
voert. De socialisten mogen hun twij
fels koesteren inzake de realiseerbaar
heid van het nieuwe loonsysteem,
maar dat is geen reden om het door
hen verwachte ongunstige resultaat
via een bewuste ondergraving van dit
systeem met meer zekerheid naderbij
te willen brengen. Men „haalt er dan
niet uit wat er in zit", zoals mr. Bur
ger het optreden rechtvaardigde, maar
men duwt er iets in, wat er niet in
zat.
Wij constateren enerzijds met vol
doening, dat de heer Roemers in zijn
kwaliteit van waarnemend N.V-V.-
voorzitter juist gisteren te Utrecht
nogmaals van zijn bereidheid getuigde
om zich aan de spelregels te houden,
maar anderzijds met bezorgdheid, dat
de heer Burger als P.v.d.A.-woord-
voerder een minder duidelijk stand
punt innam.
Wanneer de heer Burger in een
ander verband de loyaliteit van zijn
oppositie afhankelijk stelt van de
mate van loyaliteit, welke naar zijn
inzicht de regering tegenover zijn
partij betracht, ook hier dus wrik
kend aan het algemeen welzijn als be
palend voor zijn handelen, dan lijkt
ons de opmerking van prof. Oud juist,
dat de P.v.d.A. moeite heeft met het
vinden van de juiste oppositionele
houding. Teleurstellend i eel moeite-
Volgens een mededeling van de Ga
ruda Indonesian Airways zijn de lijn-
vluchten op Ambon vervallen. De Ga
ruda, die op Ambon tweemaal 's weeks
vloog, heeft deze vluchten op 9 septem
ber gestaakt. Hierdoor is Ambon prak
tisch afgesloten van de rest van Indo
nesië en van de wereld. Als reden wordt
opgegeven gebrek aan benzine op Am-
bon, waardoor de retourvluchten van
het eiland naar Makassar en Djakarta
niet mogelijk zouden zijn.
Woensdag is in New York de pre
mière gegaan van „Vincent", een to
neelstuk over de schilder Vincent van
Gogh. Bij de receptie, die na de voor
stelling gegeven werd in het cricket
theatre waren de Nederlandse perma
nente vertegenwoordigers bij de V.N.,
meester Schürmann, de consulgeneraal
en mevrouw van Rijckevorssel, de con
sul, en mevrouw De Leeuw, aanwezig.
„Mijn beide grootvaders kon
den geioeldig goed vertellen.
Mijn vader was erg kunstzinnig.
Hij kon prachtig bloemen schik
ken. Hij was tuinbaas in Haar-
zuilens bij Utrecht en later ho
venier en hij won heel wat prij
zen met zijn bloemschikkunst.
Ik heb één broer. Hij is officier
en hij schildert in zijn vrije tijd.
Ook hij is wel eens bekroond."
De heer Govert Homburg laat
er weinig twijfel over bestaan
dat er in zijn familie wel artis
tieke aanleg schuilt. Hij denkt
daar wel eens over na. Van wie
zou hij bijvoorbeeld de gave
hebben geërfd om zijn fantasie
op papier zo goed weer te ge
ven. Zo goed, dat hij dinsdag
met zijn echtgenote naar Brus
sel mocht reizen om daar de let
terkundige Reinaertprijs voor
het beste speurdersverhaal in
ontvangst te nemen.
Eens in de twee jaar organi
seert de uitgeverij S. V. Arbei
derspers, de uitgeverij van de
christelijke arbeidersbeweging
in België de literaire strijd om
de Reinaertprijzen. Vier worden
er uitgeloofd, voor de beste ro
man, het beste reisverhaal, het
beste speurdersverhaal en het
beste jeugdverhaal. Deze keer werd de romanprijs niet toegekend. André
Pols schreef het beste reisverhaal en Julien van Remoortere kreeg de prijs
voor het beste jeugdverhaal. De drie prijswinnaars kregen een feestmaal
aangeboden in „Le directoire" in Brussel. De minister van het verkeers
wezen waarom hij eigenlijk, kan men zich afvragen zat voor aan het
copieuze feestmaal. „Het was een hele gebeurtenis voor ons," zegt de heer
Homburg, „je eet nu eenmaal niet elke dag met een minister."
De heer Homburg schrijft in zijn vrije tijd. Hij is rijksambtenaar, evenals
zijn vrouw. De heer Homburg dient Defensie, mevouw verleent haar dien
sten aan Justitie. Zij bewonen een tweede etage in een rustig hoog huis in
Scheveningen, vlakbij het kanaal dat bij Seinpost uitmondt. Het moet goed
en rustig werken zijn op dit fraaie plekje in Scheveningen. Met de kanarie
piet, die hoog tussen de ramen met zijn kooi een plaatsje heeft gekregen,
als inspirerende fluiter. „Ik heb al twee periodes afgesloten," zegt de heer
Homburg. „Ik heb vier streekromans geschreven. Daarna ben ik hoorspelen
gaan schrijven. Zeven zjjn er uitgevoerd. En nu is mijn eerste detective
roman met de Reinaertprijs bekroond." In dit genre hoopt de heer Hom-
burg door te gaan.
In 1908 werd hij in Haarzuilens bij Utrecht geboren. Na de handelsschool
te hebben doorlopenkwam hij op een kantoor te werken. En, aldus de
omslag van zijn bekroonde detective-roman, hij begon te schrijven toen hij
hoorde van een fabrieksarbeider die een geslaagd romanschrijver was ge
worden. Vier jaar ook was hij rechercheur bij de Utrechtse politie. Maar
dat werk lag me niet zo,*' zegt de heer Homburg. Maar misschien heeft die
ervaring bij de politie er wel aan meegewerkt, dat hij met succes de detec
tive-roman „De verkeerde moordenaar" bij de Belgische Arbeiderspers heeft
afgeleverd. En nu dan is hij al weer vijf jaar rijksambtenaar. En dat blijft
hij_ voorlopig. Wat hij met schrijven verdient legt hij opzij voor een eigen
huisje m de omgeving van Den Haag. Maar voorlopig staat zijn bureau nog
in Scheveningen en hangt de kanariepiet nog hoog voor de ramen.