Moderne O OFS T O I ^oven krijgen een plaats in „horende" maatschappij gijn nu niet stom meer onze 1 KINDERPOSTZEGELACTIE MET WANDELSCHOENEN EN SLOBKOUSEN^ DE WERELD IN KARL BAEDEKER een onomkoopbaar vorser 1 A OPVOEDINGSMETHODEN IN ST. MICHIELSGESTEL dialoog over God m /J ■HPL Volgende week begint: Oerdegelijke en welgecon gidsen rh A S" Leven op de Faröer John Cockcroft lezing in Delft HONDERD JAAR GELEDEN OVERLEDEN Diepzeeduiken in beeld ZATERDAG 10 OKTOBER 1959 PAGINA 11 BW ÜP roO t i VljJ Mil., "Gummin inn in iiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mm M minium ii mi ui mini minimi mi M, in iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii """""iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiHiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiimiiiiii 'P's ven en ook het brabbelen, dat elk kind van dc geboorte af eigen is en dit zó, dat verstomming wordt voor komen. Bovendien moet zo gauw mo; gelijk een hoorprothese worden aan gepast, zodat het dove kind zich van jongsafaan op het geluid richt. Zo doende wordt „verdoving" voorko men. Dit alles moet gebeuren by do ve kinderen van twee a drie jaar. De ouders moeten daarbij dus worden in geschakeld. M rar zij hebben dus in dezen instructie nodig. Daarom heeft het instituut een tweetal dames opge leid, die regelmatig de ouders thuis bezoeken en hun de nodige instruc tie metterdaad geven. Deze zomer is het instituut begonnen met een observatie-centrum voor ge hoorgestoorde kinderen. De gemiddel de duur van het verblijf daar is zes da gen. Een huisarts, een oorarts, een kin derarts, een androloog, een psychologe, een neurologe en een pedagoog onder zoeken het kindje grondig en het is dui delijk dat voor het succes van de opname deze voorbereiding zeer belangrijk is. In St.-Michielsgestel gebruikt men technisch en wetenschappelijk zeer mo derne middelen en methoden om dove kinderen op te voeden. Belangrijker echter is, menen wij, de geest van lief derijke, belangeloze toewijding waar mee dat onderwijs wordt gegeven. Klei ne dingen kunnen in dit opzicht teke nend zijn. Wij mochten er getuige van zijn hoe een broeder „gemechaniseerde" spraakles gaf aan enkele dove kinde ren. En hij vroeg dus aan een van zijn geringe pupillen: „Wie heeft jouw trui gemaakt?" Het knaapje dacht diep na en ant woordde bereidwillig: „God". Ziehier een klein opvoedkundig pro bleem. Maar deze broeder aarzelde geen moment. Hij ging verder en vroeg: „Waarvan is jouw trui gemaakt?" „Van wol" was het antwoord. En de conversatie verliep verder al dus: „Waar komt de wol vandaan?" „Van het schaap." „En wie heeft het schaap gemaakt?" „God." Wij willen maar zeggen: men kan de pedagogie ook bedrijven op basis van de poëzie. Dat gebeurt in St.-Mi chielsgestel. Dat het ook gebeurt in andere en anders geaarde inrichtin gen in Nederland hopen wij u in een volgend artikel aan te tonen. „Home-training", ouders worden ingeschakeld bij de „voorzorg". Folgende week begint de jaar lijkse Kinderpostzegelactie weer te draaien. Eenieder in Nederland weet nu langzaamaan wel waarom het daarbij gaat: om geld in te zamelen voor die inrichtingen in Nederland, die kinderen van alle gezindten uiteraard onder haar hoede nemen, die op een of andere manier gehandicapt zijn; hetzij phy- siek of psychisch, hetzij in beide op zichten. Vorig jaar bracht deze actie meer dan twee miljoen gulden op. Wil men echter de tot nu toe geboden hulp op enigszins doeltreffende wijze voortzetten, dan zal de opbrengst dit jaar drie miljoen moeten bedragen. Een niet bereikbaar doel lijkt ons. De kinderen beginnen op 13 okto ber met de verkoop van de gebrui kelijke zegels en mapjes prentbrief kaarten. De prijs van de mapjes blijft één gulden, de zakjes kinder zegels gaan ƒ1.50 kosten, maar zij bevatten nu negen in plaats van 6 zegels. De verdeling van de opbrengst over de verschillende kindertehuizen wordt met ingang van dit jaar enigszins anders gericht. De honderden in stellingen houden wat zij hebben. Het ligt echter in de bedoeling uit de meeropbrengst een „groter object" te financieren. Dit jaar zal dat dan de bouw van een paviljoen voor het astma-centrum „Heideheuvel" (kos ten f250.000) in Hilversum betreffen. Het spreekt vanzelf dat volgende ja ren ook inrichtingen op andere le vensbeschouwelijke grondslag aan de beurt komen. De kinderpostzegel actie is en blijft een nationale zaak, die het welzijn van ons volk in al zijn geledingen beoogt. Ook gaat men incidenteel de nood van kinderen in het buitenland lenigen. Zo denkt men er dit jaar over f40.000 uit te trekken om de kosten te kunnen dekken, verbonden aan het twee jaar „onderhouden" van een Nederlandse verpleegster, die in Zuid-Korea werkt om de t.b.c. onder de kinderen te bestrijden. Maar deze incidentele hulp aart het buitenland zal natuurlijk nooit ten koste gaan van het Nederlandse kind. Een onzer verslaggevers heeft de zer dagen een aantal inrichtingen en tehuizen, waar „gebrekkige" kinde ren worden opgevoed, bezocht en hij zal van zijn bevindingen in ons blad vertellen. if Leren liplezen in de spiegel. v (Van onze speciale verslaggever) lieren, die lijden, doen dat in schuldeloosheid. Van welke aard dat Vl? 00k is: Physiek of psychisch. Men kan aan dit feit tal van theore- lKae beschouwingen ophangen, van welke de teneur varieert van ge- V*HC eerd, larmoyant meeleven tot koel-statistisch registreren. Een ding Ij- hten niet: de mate van hun lijden peilen. Men kan, als volwassene, ktats fc>. hts constateren, dat er noodzakelijkerwijs iets moet schorten aan het ^bewustzijn, dat ook kinderen eigen kan zijn. En beter dan de S^ie is in dit geval dan ook de daad. Kan men een doof kind dusdanig rPn rlr.4- nninr riool -P+- v* V-> ^4- -wnnvdnvn rrnltilr xron non Lnron/Io dat het enig deel heeft aan het méérdere geluk van een horende men een blind kind, al is het maar enigszins, invoeren tot de ge aringen van een ziende wereld? Kan men een „moeilijk opvoedbaar genezen tot een open ontvankelijkheid voor wat er goed is in deze 1? Op deze vragen is dus, dunkt ons, maar één antwoord: de nuch- Öaad. Het merkwaardige en troostende in deze „eeuw van het kind" b v?®nen wij eft wij spreken nu in Nederlandse verhoudingen dat w'tijd wel meer mensen zijn te vinden die iets willen doen om het, op Qie 6 manier dan ook, achtergebleven kind te beschermen dan mensen Hl, °ver het „probleem" willen praten. Al geloven wij dat het bij velen *Wak der volwassenheid is om het een met het ander te combineren. t E Woord „beschermen" is geval- 0( flan daar Kaat bet in eerste instan- J Bhv °ok wel om' <->m het Psychisch k „onvolwaardige" kind voor t?at één dan nie* meestal samen h her?et kat ander in bescherming !|J 6p„en tegen een maatschappij, die pet ntnaal ove- het geheel genomen is toegespitst op een mee- Jrijp-' aanvaarden en een toegewijd be- y (.„"'Bescherming is echter slechts S'lg „s*e fase. De volgende is een po- )v ^ai kind ondanks gebreken en t0Seluu te brengen tot een zo soepel üke aanpassing in die gecompli- ls 's hiaatschappij. Dat laatste voor- ri-. an ongemene betekenis. En het ^frieneen verheugend verschijnsel te D"r»; dat zovelen zich met zoveel V ki insPannen om het „gebrekki- b'Sit ad op te voeden. Die opvoeding 5%jv.'n °ns land uiteraard ter hand lioii h °p grond van een levensbe- A>r ebjke gevarieerdheid. Dat ligt itui® hand en het is ook goed. Maar boller dan alle verschil in le- i.schouwelijkheid lijkt ons de één- in Va® ten grondslag ligt aan het stre kel n allen oi ook het gehandicapte "uk e "Oen delen in het beschikbare een inrichting als het Doof- Jei. jJhen-instituut in St.-Michielsges- tot' p at is onderhand wel uitgegroeid blaa-jh n'et alleen in ons land ver gui» en roemrijke instelling, die -f..heeft gebracht aan duizen- *tee\ Al doet dat steeds meer en Jitio s beter. Zozeer dat de uitdruk- ittff ."doofstom" onderhand wel tot een hWlnol°gie i_ gaan behoren, die *ieh Plet meer kan gebruiken zonder <Lr- belachelijk te maken. Dove kin dse? zÜn in het geheel niet „stom" Mecvi ze spreken. De tijd dat zij jtaprt v'a een gebarentaal met el- Kon3er en met anderen in contact komei ligt achter ons. Dat o J?1 hun aanpassing in de norma- ijkeï.aa^scbaPPÜ uiteraard gemakke- Des te fnuikender is het stre- 'h Adat men nog altijd en vooral hw merika waarneemt om te ko- Jim** een organisatie van doven 2ij elkaar. Men organiseert zelfs t)e>, 'Jd en wijle een „doven-olympia- 'Pvö„T-at is fataal. Doel van iedere tï1®. van dove kinderen is dat zp thuis gaan voelen ih een h d e maatsrhArmii en dat kinderen, dio zich thuis voelen in een horende maatschappij, dat is er het richtsnoer van de opvoeding. Daar is echter gradueel verschil in „doofheid". Men kent matige slechthorendheid, zware slechthorendheid, grensgevallen tussen slechthorendheid en doofheid, doofheid met gehoorresten en vibratie- gevallen. Het zou te ver voeren om elk van deze soorten doofheid te gaan „de termineren", gezega kan slechts zijn dat men alleen de vibratie-gevallen kli nisch „totaal doof" kan noemen. Het onderwijs aan de kinderen in het monumentale instituut van St.-Michiels gestel is zeer geavanceerd. Men voert er tal van nieuwigheden in. Zoals bij voorbeeld de groepsgehoor-apparatuur. De draadloze groepsgehoor-apparatuur zelfs. Zij is zó ingericht dat primair het kind zichzelf hoort of voelt spreken. Zo veel mogelijk worden beide oren inge schakeld, want men moet gebruiken wat gebruikt kan worden. Ieder kind kan het volume van het geluid zelf re gelen en wanneer het hoorverlies in bei de oren verschillend is, kan het kind met één volume-knop beide oren ver schillend versterken. Er is dus aan het apparaat een balans-volume-regelaar. De verworvenheden van de tech niek worden dus ingeschakeld. Er zijn ook verworvenheden in een ander minder materieel vlak. Men heeft het systeem van de home-training ont worpen. Het principe daarvan is: de gelaatsgerichtheid, die iedere baby eigen is, bij het dove kind te handha- De Friese journalist T. Tj. Piebenga heeft zijn avontuurlijke zwerftochten over de Faröer, de noordelijkste ei landen groep in de Atlantische Oceaan tussen Groot-Brittannië en IJsland, vastgelegd in zijn „Bergtoppen in de oceaan". Van de Faröer met hun steile rotskusten is in Nederland weinig bekend. Piebenga gaat uitvoerig in op het bijzonder interessante volksleven met zijn oer-oude gebruiken en gewoon ten, de wonderlijke ervaringen bij de vogelvangst, die er een van de belang rijkste middelen van bestaan is en de „Grindadrab", de barbaarse „moord" op de z.g. grindwalvissen die na een enerverende jacht met veel schreeu wen en slaan in ondiep water worden gejaagd, waar zij met scherpe messen, bevestigd aan lange stokken, worden afgemaakt. Het boeiende verhaal van Piebenga over de achttien grillige berg toppen in de oceaan is voor ieder die iets meer wil weten over het geheim zinnige land en volk van de Faröer, zeker aan te bevelen. „Bergtoppen in de oceaan", uitgegeven bij C. de Boer jr., bevat een fraaie serie foto's. H. Th. De juffrouw bereikt haar pupillen met draadloze apparaten. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuiiiiHiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiHiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitniiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiinimmiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiiiiiin !'eh~ni .Us teder geval in, dat men ctlnf °P welke wijze dan ook, col- V moet gaan isoleren. naar St.-Michielsgestel. Dove zal de Engelse kern- *iaï?aae„ t, "tohn Cockcroft tijdens een 'ddaD ,ez°eh aan Nederland in de zaf Delft een lezing houden, V oeaetor^r5?n georganiseerd door vEih Ghtrn„i'buut Delft en het Reac- !Vtöevomvi„ !?erland- Het onderwerp V' de p„,dht zal zijn: „Ervaringen der Hall-kemenergiecentra- Het was afgelopen zondag een eeuw gele den dat Karl Baedeker overleed. Zijn reisgidsen hebben generaties reislustigen „op het recht pad" gehouden. Onder het ge tal der gidsen verdienen die van Baedeker met twee sterren gemerkt te worden, de hoogste waardering die Baedeker zelf weggaf en door de Rembrandts in het Louvre niet eens ver worven werd. Voor de benige Engelsman die ooit de mysteriën van gans een Victoriaans rijk wilde ontsluieren en toch in beschaafde hotels slapen, bestond er geen veiliger toever laat. En de Duitser die alle Renaissancistische bouwwerken wilde bestuderen alvorens zijn twaalfdelig overzicht te construeren, droeg de gids in zijn knapzak. Wie een restaurant be trad, nam de rode Baedeker in zijn hand en de waard waagde het niet de vreemdeling te bedriegen met „speciale" tarieven. Karl Baedeker stamde uit een familie van boekhandelaren. In 1827 begon hij, 26 jaar oud, een uitgeverij in Koblenz. Van die stad, toen nog dromend alsof Doornroosje er sliep, liet hij twee jaar later een beschrijving van bezienswaardigheden verschijnen. Enkele jaren bezorgde Karl Baedeker de derde druk van „Rheinreise von Mainz bis Köln Handbuch für Snellreisende" door de overleden prof. J. A. Klein. Persoonlijk was Karl Baedeker er op uitgetrokken met pet en parapluie, met dik ke wandelschoenen en slobkousen om kleine opsommingen van touristische attracties te controleren. Aan de Rijn moet Karl Baedeker inspiratie hebben gevonden voor zijn grote pro ject. De Rijn met zijn schone vergezichten en zijn sagen trok van overal touristen. Sinds Het volgend jaar was hij voor een nieuwe reis alweer vertrokken nog voor zijn gids verschenen was. Qeze beleefde al spoedig druk na druk. Voor elke nieuwe druk werden de gegevens nog getoetst aan de wer kelijkheid, want Karl Baedeker wilde tot in de kleinste onderdelen een betrouwbare voor lichting geven. Hij nam medewerkers in dienst die met de zelfde opdracht als hij Europa af reisden, veelal nog per postkoets en per boot, maar al meer en meer per trein (gemiddelde snelheid twintig kilometer per uur). Als hem in een restaurant een slechte behandeling ten een jaar of wat voeren vanuit Nederland die wonderbaarlijke stoomschepen regelmatig de oude stroom op. Trouwens, in heel West-Europa had men het genoegen van het reizen heront dekt. De Romantiek had de mensen de ogen geopend voor de wilde natuur. Elk land had weer zijn Marco Polo's, die naar onbekende streken trokken. Het reizen werd dus mode en Karl Baedeker, zelf van de onrust der avon turiers bezeten, wilde de touristen van dienst zijn. Hij zou reisgidsen maken. Nu was voor heen elk aardrijkskundeboek al een gids met bezienswaardigheden en historische schetsen. De Engelsman John Murray had dat ten behoe ve van zijn reislustige landgenoten toegespitst in handboekjes vol nuttige touristische gege vens. Karl Baedeker, zoon van een volk dat de gelijkheid als eer^ der hoogste deugden beziet en het vorsen is aangeboren, wilde uitmunten in precisie en volledigheid. Elk voorjaar ging Karl Baedeker, een ge drongen, ijzersterke kerel, de einder tegemoet. Uit aardrijkskundige, geschiedkundige en kunsthistorische handboeken had hij zijn pro gramma samengesteld. Hij ging controleren of het aantal opgegeven zuilen van Bernini's Sint-Pieter-galerij klopte met het aantal dat hij telde, bekijken of de Mona Lisa nog steeds in het Louvre hing, noteren hoe laat de mis sen waren in de Weense Stephans-kathedraal, ondervinden hoe de service en de kookkunst waren in het Venetiaanse Danieli en informeren wat kosten en tijdsduur waren van de trein- rit Antwerpen-Brussel (respectievelijk: zestien zilveren stuivers en twee uur). Als hij in de herfst terugkeerde in Koblenz ging hü al zijn gegevens rubriceren en zijn ervaringen be schreven. He beval voor Noord-Ialië wollen on- derkleding aan drong erop aan elke avond de ramen en de deur van het hotel goed te slui ten, he adviseerde bij misselijkheid het gebruik vermijden, kortom, met Karl Baedeker kon men op reis gaan deei viel, maakten ze daar onverbiddelijk ge wag van in de gidsen. Hoteliers probeerden hem om te kopen door hun dure wijnen thuis te zenden. Ze kregen de partij terug met een beleefd briefje dat het hotel geen bijzondere vermelding verdiende zolang het niet heel zijn clientèle flessen wijn achterna stuurde. België en Holland, Duitsland en Oostenrijk, Hongarije en Salzburg, Parijs, Berlijn en Londen, enzo voort vonden gretige aftrek, vooral nadat ze ook in het Frans en Engels werden vertaald. Om zijn anonimiteit te bewaren, verbood Karl Baedeker dat er portretten van hem gepubli ceerd werden. Op de enkele portretten die hij, na zijn vroege dood in 1859. naliet her kennen wij in zijn brede gezicht (het lijkt iets op dat van Potgieter) zijn sterke karakter eigenschappen en zijn intelligentie. Hij moet gevoelig zijn geweest, maar tegelijk een hard zakenman. Zijn zoons hebben het bedrijf voort gezet en uitgebreid. Zij werkten met de nauw gezetheid die zij van hun vader geërfd had den. Ze verplaatsten hun bedrijf naar Leipzig en zochten, wat hun gidsen betreft, een onder- zoek-terrein in Azië. Daar lagen grote Britse gebieden. En waren niet vooral de Engelsen de grootse afnemers van de Baedekers? Teke naars, historici en geologen, een uitgebreide staf van medewerkers bereidden de gidsen voor, die door verre correspondenten gecontro leerd en aangevuld werden. Er konden in latere jaren Michelin-gidsen of Guides Blues verschijnen, ze werden aanvankelijk toch „Baedekers" genoemd, want dat was het begrip voor „reisgidsen". En bovendien: ze volgden het systeem dat Karl Baedeker ontwikkeld had en ze maakten gebruik van Baedekers gegevens. Het verhaal gaat dat de Duitsers aan de hand van de Baedeker enkele bombardementen hebben uit gevoerd op Engelse bouwwerken. Andere verha len willen dat de Engelsen voor hun bombar dementen op Duitsland de Baedeker raadpleeg den. Dat zou, zo wil het grapje, ertoe geleid hebben, dat de Britten bij hun aanval op de Keulse Dom slechts het 19e-eeuws ge deelte vernield hebben en het gotische gedeel te gespaard omdat het niet in de Baedeker vermeld stond. Na de afgelopen oorlog is de firma Baedeker bescheiden opnieuw begonnen in Hamburg. Thans vervaardigen zij autogidsen, die hevig moeten concurreren met die van andere fir ma's. Het systeem van grondigheid en volledig heid heeft men al enigszins moeten laten schie ten, want de haastige tourist gunt zich tegen woordig de tijd niet meer om alles over iets te lezen. Men koopt liever die fleurige boek jes met die aanlokkelijke foto's. Maar wat daarin vermeld staat, is doorgaans een huis- vlijtprodukt, een geëxcerpeerde, met WV- lyriek opgetuigde Baedeker, Guide Blue of Michelin He. S. Klein maar fijn kan men zeggen van het boekje, dat Ferdinand van Leeuwen wijdde aan diepzeeduiken en onder wa- terzwemmen. Het bevat een schat van gegevens, die variëren van de Griek se spons- en parelvissers tot de weten schappelijke diezee-onderzoekingen van de Franse zeekapitein Jacques Yves Cousteau. De schrijver gaat uit voerig in op het duiken en de verschil lende complicaties die zich hierbij kun nen voordoen, zoals de gevreesde com- pressie-ziekte op grote diepte en de z.g. „kronkel", het vrijkomen van gro te hoeveelheden ingeademde stikstof, dat bijzonder pijnlijk is. Tal van duik- uitrustingen zeer eenvoudige en ge compliceerde passeren de revue. Het boekje „Diepzeeduiken en onder water- zwemmen", dat voorzien is van inte ressante foto's en tekeningen, is als beeldencyclopedie 39 verschenen bij Arti in Alkmaar. H. Th. t.. •'luii.-yaö t* '"/•■■■if

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 11