en
cha
mpagne zijn
ourgogne
beter dan ooit sinds 1893
Het alcoholpercentage is zeer hoog
W
B
Stuurt GOMULKA aan op
Nationale Kerk55
Bisschop van
te oefenen
een
De regering verbiedt de
Kielce zijn ambt uit
E
FUNCTIE
VAN HET EIWIT
1959 EEN VOORTREEFELIJK WIJNJAAR
Voorde Fransman
niet goedkoper
Opbrengst in Bourgondië
200.000 hectoliter
VERWEY en
Vlaanderen
Episcopaat protesteert bij
Bureau Kerkelijke Zaken
H
fcsSswa
E
p
t l'
jp'd- v I
!I!1
ZATERDAG 24 OKTOBER 1959
PAGINA 14
ii
ln Nederland is men geneigd de waarde van
het eiwit te onderschatten
aan'
It
nil
tiik»
c «K w
«Af»
.Alt''
tot
sen yf
■et
dit
tf-
eiJ
9<l
-in'
B
(Van onze Parijse correspondent)
£jeskundige liefhebbers van een goed glas wijn zul-
'en in de toekomst zich nog menigmaal op de
j ngaiaamste wijze kunnen laten herinneren aan het
Zo -^59 met zijn onwaarschijnlijke zomer en na-
jJ®eri waarin droogte en zonneschijn maar niet op
oyn,'en' Vanaf de winter, die betrekkelijk mild was,
if]^ ^et v°orjaar, dat de juiste hoeveelheden vocht
de grond bracht en uitblonk door het uitblijven
(jjI schadelijke, late vorst tot en met de uiterst sta
te zomer en na-zomer die ongehoord rijk aan warm-
s en zonneschijn was en maar zeer sporadisch ver
eerd werd door met verwoestende hagel gepaard
ande onweders, zijn in het merendeel van de gere
animeerde Franse wijngebieden op de meest ideale
'JZe de condities verenigd geweest voor een perfect
■'Pen van de vrucht aan de wijnstokken. In het
®rendeel, niet in alle. Want, voor wat Frankrijk
treft, is het een karakteristiek van deze merk
aardige zomer geweest, dat juist in het zuiden veel
eer regen is gevallen en de zon veel vaker verstek
®eft laten gaan dan daar overeenkomt met zoveel als
'reatologische wet. Het grote wijngebied, dat zich
Ustrekt van de zuidelijke zee-alpen tot benoorden de
0st-pyreneeën en dat meer dan de helft produceert
an de totale Franse wijnoogst en daaronder het gros
an hetgeen Frankrijks wijndrinkende bevolking da-
ge"jks pleegt te consumeren aan „vin ordinaire"
wijn, geoogst veelal van „plaines", in tegenstelling
p 1de wijn der „bonnes bouteilles" of van de „grands
rUs", die merendeels afkomstig is uit wijngaarden,
gePlaatst op „coteaux" is in de weken voorafgaan-
;:e aan of samenvallende met de oogst geteisterd
door wolkbreuken, onweders en onbedaarlijke,
dagen aanhoudende regens. Te veel regen, te weinig
°n het gevolg is, dat daar het suikergehalte van de
druif nogal eens beneden de maat is gebleven en dus
dok het alcoholgehalte van de eruit bereide „most". In
djt wijngebied, en vooral in de Rousillon, is het boven
dien voorgekomen, dat nog te velde staande oogsten
door hagelslag zijn verwoest of bij overstromingen zijn
^dronken. In dit gebied dus is er geen opgetogen-
zeker niet voor wat de kwaliteit betreft.
De wijndruiven worden fijngestampt. Deze
foto werd genomen in het uiterste zuiden van
Frankrijk nabij Perpignan.
druivenoogst in de omgeving van Reims. Uit deze druiven wordt de champagne
bereid.
hetgeen het bijzonder mooi
zulks in een globale hoeveel-
waarmede het eveneens alle an-
Bet beeld wordt dit jaar evenwel
roskleuriger, naarmate men in Frank-
bp s ..géographie viticole" noordelij
ker. klimt en men bovendien te maken
ten 1 met wijnstreken, die de produk-
h voortbrengen, godendranken, waar-
j-?h de namen klinken als fanfares.
biear is °P de eerste plaats het ge-
van Bordeaux, met een rijker gam-
«n Van gevarieerde kwaliteitswijnen
ré Van "grands crus" dan welke ande-
nn. Wereldvermaarde Franse wijnstreek
Sr et
blaakt
tep .voorname Wijngebieden ver ach
bep-z,c^ laat. De verwachting was hier
«o oktober, dat de totale opbrengst
j0e°hgeveer de drie en een half mil-
biii?. hectoliter zou halen. Daarmede
hol do oogst van dit jaar weliswaar
tfen Hteeds een miljoen hectoliter bene-
10 oe oogst van een normaal goed jaar
50 ",et verleden. Maar tussen dit jaar
tasfw "Verleden" liggen de twee ca-
grQ. otale jaren 1958 en 1957, waarin
floor i uitgestrektheden wijngaarden
hou!! aat in het voorjaar ingezette, aan-
VrorFnde vorst volkomen kapot zijn ge-
gelsin 'n de zomer door zware ha-
heett wer(ien verwoest. En deswege
biilin de verwachte drie en een half
Wijnu hectoliter van dit jaar in de
dan 'bouwende millieus van de streek
ktyain een uitstekend resultaat. Ook
taf ïilT-wf was dit het geval. Het jaar-
de in zou zeker niet onder doen voor
de nf F^len 1949 en 1955, de beste van
Hen ige'°Pen tien jaar. Niettemin schij-
gebinlf wijngaarden van het Bordeaux-
Zuikn niet te hebben genoten van
baan„ ot het einde van de gehele cam-
ï«k'
es
of
volgehouden optimale weercon-
als weer noordelijker in Frank-
.■continentaler".
brengst van 120.000. Het alcoholpercen
tage is eveneens ongewoon hoog, en het
haalt in veel gevallen zelfs 16 graden;
zelfs de vermaarde wijnen van Masca
ra in Algerije blijven daarbij achter. Als
gevolg van het hoge suikergehalte der
druiven zijn alcoholpercentages geregi
streerd van 16 procent en de Bourgon
dische wijnboeren vernemen tot hun
grote voldoening en verbazing, dat hun
product daarmede dit jaar dat van de
gerenommeerde Mascarawijnen te Alge
rije achter zich zal laten. Werd van de
„Cötes de Beaune" en van de „Cótes
de Nuits" niet gemeld, dat, als gevolg
van het hoge suikergehalte der druiven,
het gistingsproces zo stormachtig ver
liep, dat het nodig was de kuipen per
manent af te koelen door er overvloe
dig koud water tegen aan te plenzen,
teneinde aldus het gistingsproces af te
remmen tot een aanvaardbaar tempo?
Terwijl het anderzijds gewenst was de
kuipen zo spoedig mogelijk weer vrij te
krijgen voor wat er van de oogst nog
te velde stond. Voorwaar, een moeilijk
dilemma. Een hoog alcoholpercentage
van de most zegt alléén natuurlijk nog
lang niet alles aangaande de kwaliteit
van de toekomstige wijn. De soort druif,
de „afkomst" - de „cépage" - de grond,
waarop hij groeit, de zorg, die de grond
en wat erop groeit krijgt en de zorg be-
steeds aan het grootbrengen van de
nieuwe wijn, zijn al evenzeer medebe
palende factoren.
naar kennismaking met het jaartal 1959
uitziet knope derhalve deze bijzonder
heid in zijn oren. Op vermaarde „crus"
uit de Beaujolais, zoals de „Moulin-
a-Vent" of de „Cóte de Brouilly"
-„millésime" 1959 - zal het echter
eveneens wachten zijn tot over enkele
jaren. In het gebied van Beaujolais ver
eert men de H. Maagd in het bijzonder
als Notre Dame de Brouilly. Tot haar,
zo lezen wij in een verslag, hebben de
wijnboeren van het gewest dit jaar
- naar wij persoonlijk aannemen krach
tig voorgegaan door de regionale gees
telijkheid - onder de indruk van twee
slechte voorgaande jaren vuriger
smeekbeden gericht dan zij meesten
tijds plegen te doen; en wanneer die
boeren thans het samenstel van facto
ren opsommen, dat hun de historische
oogst van dit jaar heeft opgeleverd,
luidt deze opsomming: het weer, Notre
Dame de Brouilly en de scheikunde. De
ze laatste in de vorm van diverse
grondverbeterende en parasietbestrij-
500.000 hectoliter, twintig procent meer
dan het gemiddelde van de laatste tien
jaar. De overvloed aan druiven was in
de Champagne zo groot, dat de boeren
er zelfs van hebben gegeten aan tafel,
hetgeen een heel uitzonderlijk gebeuren
moet zijn. Het suikergehalte garan
deerde een alcoholgraad van 12 tot
15 procent. Particuliere liefhebbers
met relaties hebben zich gehaast om
by de producenten zich een „stuk"
(tweehonderd liter) te doen reserve
ren en de wynbouwers zelf hebben dit
eveneens gedaan. Zü zijn er dan ook
zeker van, dat wat de kwaliteit betreft
het jaar 1959 de jaren 1911, 1914, 1921,
1929 en 1947, om de totdusver grootste
champagnejaren van deze eeuw te
noemen, in de schaduw zal stellen.
Evenwel, alle genot moet betaald
worden en daarom geven wij tot be
sluit van deze beschouwing iets uit de
eerste verwachtingen omtrent: „de
prijzen". Zulks vanuit de interne Fran
se verbruikseconomie gezien. De re
percussies in de internationale wijnne
gotie hebben hun eigen gecompliceerd
karakter. Daar de totale Franse wijn
oogst, van de hoogst geplaatste, aris
tocratische „grand cru" tot en met de
meest ordinaire „gros rouge", en met
inbegrip van de rond 18 miljoen hecto
liter uit Algerije, wel niet veel minder
dan 75 miljoen hectoliter zal bedragen,
zal dit jaar, na rijkelijke laving van
alle dorst, zeker een overschot laten
van 10 miljoen hectoliter.
De regering zal de wijnbranche ver
plichten dit overschot, dat uit wijn voor
dagelijks gebruik zal bestaan, te be
waren voor een eventueel benarde toe
komst: het volgende wijnjaar zou weer
bijzonder slecht kunnen zijn.
De Fransman hoeft er niet op te
rekenen, dat hij over enige weken,
wanneer hij begint te drinken van de
nieuwe, wonderbare oogst, zijn da
gelijks litertje noemenswaard goed
koper zal betrekken dan hij in de af
gelopen maanden deed. Daarentegen
zal hij voor zijn op zon- en feestdagen
genoten „bonne bouteille", een wijn
met het etiket van „appellation d'ori-
gine controlée 'n Médoc, 'n Cóte
du Rhóne, 'n Beaujolais, 'n Chablis
enz. enz. zeker iets meer moeten
neertellen. Het zal niet veel zijn, zo
wordt hem voorgehouden, en in dit
geringe prijsverschil zal hij de on
vergelijkbaar superieure kwaliteit
van het jaar 1959 verdisconteerd vin
den.
Voor wat betreft de werkelijk heel
grote „crus", de geheel uitzonderlijke
„gewassen", zoals zekere „chateaux"
van dit of dat onder de Bordeaux-wij
nen, de Gevrey-Chambertin, de Cham-
bolle-Musigny, de Meursault, de Mon-
traehet onder de Bougognes en, ge
lukkig, nog een aanzienlijk aantal an
dere, waarvan de namen met eerbied
dienen te worden uitgesproken er
zal zo'n vraag naar zijn, dat de prijs
voor een fles met het jaartal 1959 on
getwijfeld eveneens zeer warm zal zijn.
Het
che„ 'heeste reden tot volborstig jui-
tle in de wgnbouw en de wijnnego-
helij- ,5°urgondië en in Champagne. En
day)™ ttlnnaar van het nobele en wel-
Ih'chp vocllt ls niet bereid om mee te
Serve "l ®nct nochtans een tikkeltje re-
Re prijken °°K Sericht op de toekomsti-
z° ove?aFgo?.dië kondigde zich de oogst
Vreesrtl^ ,d!g aan' dat de wijnboeren
hien to p'ukkers te kort te zullen ko-
hpui1ileer °mdat het rijpingsproces
l^oon snoi Perfect, ook in een onge-
et wa« ^mP° had voltrokken. En
Ven zo „XS toch alle kostelijke drui-
!?.er>. onttVoti g mogeHjk binnen te heb-
'sico var, o aan altijd geduchte
!6, Plukk °nWe0r met hagelslag. Fran-
®chaar„-, zyn en „.-.„a
te in' ,r ma
voora' Van
anneer de Bourgondische wijnboe
ren verzekeren, dat, voor wat
hun produkt betreft, het jaar
1959 historie zal maken en dat men,
om herinnering te vinden aan een even
goede kwaliteit, als die waarop het
jaartal 1959 zal kunnen bogen, moet te
ruggaan tot het jaartal 1893 dan mag
men ze geloven. Hetgeen in het boven
staande is opgemerkt in het algemeen
voor de wijnen van Bourgondië, geldt
ook voor de wijnen van „Beaujolais",
de grote populariteit genietende wijn-
streek tussen Mapon en Lyon.
De „Beaujolais" wordt tot de „Bour
gogne" gerekend, maar de daarvan
daan komende wijnen onderscheiden
zich van de overige Bourgognewijnen
o.a. doordat zij gekweekt worden op
granietbodem, en niet op kalkgrond.
Het zijn wynen, die veelal reeds enkele
maanden na de oogst volwassen zijn en
ten volle genoten kunnen of zelfs moe
ten worden. Wie heel erg ongeduldig
Het chateau de Clos de Vougeot, de middeleeuwse Cisterciëncer abdij, waar jaar
lijks de „Confrérie des Chevaliers du Tastevin" bijeen komt.
dende preparaten. Al even hooggestem
de relazen komen uit andere vermaarde
„vignobles", zo uit die van het dal van
de Loire - de wijnen van Anjou, Mus
cadet, Vouvray, Touraine enz. - en die
van het Rhóne-dal, waaronder de „Chó-
teau neuf du Pape".
gen
tj Sanderus in Oudenaarde is een
studie verschenen van dr. M. Ha-
not over De literaire betrekkin-
tussen Albert Verwey en Vlaan
deren, als overdruk uit Handelingen
XII der Zuidnederlandse Maatschappij
voor Taal- en Letterkunde en Geschie
denis.
De overtuiging dat Noord en Zuid
slechts contrasteren als broeders van
eenzelfde moeder, slechts in de secun
daire toevoeging verschillen en het
naamwoord Nederlanden gemeen heb
ben, die overtuiging behoort reeds tot
de geesteiyke verworvenheden van de
samenstellers der populaire bloemle
zingen. Niemand heeft er nog behoefte
aan, de Nederlandse stam in twee helf
ten te spalken. Dat dit vooral een winst
is van de twintigste eeuw, wordt op
de eerste bladzij van Hanots studie al
gedemonstreerd. Daarop is n.l. sprake
van twee congressen. In 1886 werd te
Amsterdam het twintigste Taal- en
Letterkundig Congres gehouden. In een
verslag daarvan in De Nieuwe Gids
kenschetst Verwey de Vlamingen als
„gasten die men niet au sérieux
neemt", als „een grensvolk.
Maar op het vijftiende Nederlands
Filologencongres in 1933 kwam Verwey
op die visie terug. Een aanmerkelijk
deel van zijn leven heeft hij dan in
dienst gesteld van de Noord-Zuidneder
landse verbondenheid. Zjjn betrekkin
gen tussen Nederland en Vlaanderen
heeft Hanot nagegaan. En zo treft men
in deze studie gegevens over Verweys
Zuidnederlandse contacten, met Buys-
se, de Mont, Vermeylen, Gezelle, He-
genscheidt, Van Langendonck, Teir-
linck, Streuvels, Van de Woestijne, de
Cneudt, Herckenrath, Van Nijlen,
Boens en nog vele anderen. Dat Ver
wey Gezelle opzocht maar niet thuis
trof, is een typerende bijzonderheid:
de bekendheid van Verwey in Vlaan
deren bleef maar betrekkelijk. Hij was
de Vlamingen te verstandelijk en werd
bij hen niet populair. Is het in Noord-
Nederland eigenlijk wel anders ge
steld? ELEM.
Stefan kardinaal Wyszynski, Primaat van Polen en Aartsbisschop van Warschau
en Gniezno.
r schijnen weer sombere tijden
voor de Kerk in Polen aan te
breken. Aldus een verklaring
van kardinaal Wyszynski van de al
lerlaatste tijd. Dit hele jaar reeds is
de regering bezig op allerlei v ijzen
de zeer betrekkelijke rust, die in Po
len heerst, te verstoren. Het begon
in februari 11., toen het ministerie
van Financiën plotseling een nieuwe
maatregel afkondigde, waardoor goe
deren, door geestelijken beheerd,
zwaar belast werden. In april volgde
een besluit van het ministerie van
Economische Zaken, dat zonder meer
een reeds dertien jaar geldende be
slissing herriep, waardoor het recht
der Poolse bisschoppen op de goede
ren van Duitse priesters die uit de
door Polen geannexeerde gebieden
verdreven waren, erkend werd. Eind
april verplichtte de regering, recht
streeks in strijd met het accoord tus
sen Kerk en staat van 14 april 1950,
de priesters tot militaire dienst. Bis
schoppen en kloosteroversten krij
gen praktisch geen verlof meer naar
Rome te reizen. Het godsdienst
onderwijs in de scholen ondervindt
nieuwe en talrijke moeilijkheden.
Vrouwelijke religieuzen mogen dit
onderwijs niet meer geven. Waar dit
godsdienstonderwijs wel mag gege
ven worden eist men een schriftelijk
verzoek van beide ouders. Dit moet
echter vóór een bepaalde datum, die
men niet bekend maakt, ingediend
zijn, zodat het niet zelden te laat
binnenkomt en bij gevolg afgewezen
wordt. De bouw en het herstel van
kerken is een voortdurende bron van
wrijving tussen Kerk en staat.
Na dit alles, overigens nog maar een
summiere weergave van de bestaande
moeilijkheden, is het begrijpelijk, dat de
maatregel, op 5 juni van dit jaar geno
men tegen mgr. Kaczmarek, bisschop
van Kielce, als de klap op de vuurpijl
werd aangevoeld. Op die dag immers
beschuldigde het Bureau voor Kerkelij
ke Zaken de bisschop van allerlei mis
dragingen en verbood hem de uitoefe
ning van zijn ambt.
Tegen deze achtergrond moet de ver
klaring van de kardinaal worden gezien.
Reeds op 28 mei j.l. waarschuwde hij
zijn gelovigen voor nieuwe moeilijkhe
den. Hij deed dat toen in dezelfde kerk,
waarin hij in 1953 protesteerde tegen de
veroordeling van mgr. Kaczmarek. En
kele dagen later werd hij toen zelf ge
vangen genomen.
Ofschoon het Poolse Hoge Gerechts
hof bij de herziening van het proces
tend aan de Paus toe, zoals erkend is in
het Akkoord tussen Kerk en Staat van
1950. De beschuldigingen ingebracht te
gen mgr. Kaczmarek worden afgewezen
en de tegen hem genomen maatregel be
streden. Een dergelijke belangrijke
kwestie, aldus het Episcopaat, mag niet
zo lichtzinnig behandeld worden als de
regering doet.
tegen mgr. Kaczmarek in 1957 de be
schuldigingen, waarop hij in 1951 werd
gearresteerd en in 1953 veroordeeld,
nadrukkelijk ongegrond heeft ver
klaard. heeft het Bureau voor Kerke
lijke Zaken diezelfde beschuldigingen
opnieuw opgerakeld tegen de bisschop
van Kielce en hem de uitoefening van
zijn ambt verboden, zowel wat zijn
bisschoppelijk bestuur als wat zijn
kerkelijke functies betreft.
De staatssecretaris voor Kerkelijke
Zaken, J. Sztachelski, verwijt de bis
schop een staatsvijandige houding (dit
zou blijken uit preken en toespraken),
het ontslaan van regeringsgetrouwe gees
telijken, het oprichten van een parochie
in Niziny zonder toestemming van de
staat, het niet-straffen van geestelijken,
ofschoon de politie daarom had gevraagd
en tenslotte collaboratie met de Duitsers.
Tegen deze beschuldigingen rechtvaar
digt mgr. Kaczmarek zich uitvoerig in
een schrijven aan de kardinaal. Terecht
beroept hij zich op de uitspraak van 1957
van het Hoge Gerechtshof. Hij toont aan,
dat de woorden uit zijn preken en toe
spraken onjuist zijn weergegeven en/of
verdraaid. Te Niziny bestaat geen paro
chie. Het ontslag van patriottische pries
ters is geschied na jverleg met de we
reldlijke autoriteiten.
et gezamenlijke Poolse Episcopaat
heeft zich tot het Bureau voor
Kerkelijke Zaken gewend en ver
klaard, dat er geen maatregelen zijner
zijds zullen worden genomen tegen de
bisschop van Kielce. Dit komt uitslui-
Maar wij willen nu nog slechts enige
bijzonderheden geven uit het wijnge
bied, dat zijn naam geeft aan het pro
dukt, waarmede aan openbare en in
tieme feestelijkheden overal ter be
schaafde wereld een bijzondere luister
en warmte wordt bijgezet: la Cham
pagne. Ook daar zün de wünverbou-
wers het over eens, dat om een even
voortreffelijk jaar te vinden men in de
geschiedenis moet teruggaan tot 1893,
hoewel in hun persoonlüke herinnering
uiteraard nog slechts weinige hoogbe
jaarden over dat jaar iets terugvinden.
De totale opbrengst van de oogst werd
er begin oktober geschat op ongeveer
worden steeds
maar met een versterk-
»y°ral uit rw. Pakkers, gerecruteerd
H„av'ë, is .iF j._s,and' Italië en Joego-
kuipen verhuisd,
een stevig hand-
weer bleef bovendien
h v»e. i„ I"itane en joego-
cLsaarden 6 toch tijdig van
i?'5 zigenno ?r kuipen verhuisd.
Bo-^flhbouw oLL""** u,ra uuvejiuicii
Wi?adig De an?aar m hoogste graad
ïShooeat totale opbrengst van de
Bourgondië rond de
tegen een normale op-
Een van de grote champagnehuizen nabij Reims.
(„klompje
iwlt is een verza
melnaam voor een
grote groep orga
nische stoffen welke
met elkaar gemeen heb
ben, dat z;j stikstof be
vatten. Deze gecompli
ceerde grote moleculen,
opgebouwd uit aminozu
ren, zijn als voornaam
ste bouwstof van het
protoplasma de dragers
van het leven. Een cel
proto[)lasma met een
kern") zonder eiwit is een contradic
tio in terminis.
Zonder eiwit geen groei, verzorging
en reparatie van de weefsels. In Ne
derland is men geneigd de betekenis
van eiwit in de voeding te onderschat
ten, zoals men de betekenis van het
veelal overschat.
Het genuttigde eiwit wordt tijdens
het spijsverteringsproces geheel of
gedeeltelijk afgebroken tot aminozu
ren en uit de darm eerst naar de lever
gevoerd, die deze aminozuren aan
stonds verwerkt en opbouwt tot li
chaamseigen eiwitten die wij meestal
in twee hoofdgroepen indelen: albu-
mine en globuline.
Het albumine heeft in het lichaam
nog een andere functie. Het is onder
de grote eiwitmoleculen een van
de kleinste en speelt daardoor een rol
bij de bepaling van de osmotische
waarde van het bloed. Er is een voort
durende uitwisseling van vocht in de
bloedvaten en daarbuiten in de weef
selspleten („milieu intérieur" van alle
lichaamscellen). Het vocht moet daar
toe steeds een membraan (de bloed-
vatwand) passeren, die niet onver
schillig staat tegenover de stoffen die
met het water meewillen. Een derge
lijke wand noemt men wel semi-per-
miabel: half doorlaatbaar. In het al
gemeen laten de kleinste bloedvaten
(haarvaten) water en daarin opgelos
te stoffen (zouten, glucose) door. Nor
maliter kunnen grotere deeltjes (eiwit
moleculen) deze wand echter niet pas
seren. Dit heeft tot gevolg dat het
eiwitgehalte van het bloed aanmerke-
ïs, omdat de nieren als gevolg van de
lagere osmotische waarde van bloed
en weefselvocht minder water uit de
urine zullen kunnen terugresorberen
waardoor het oedeem geleidelijk wordt
uitgewaterd en de overbelasting van
het hart wordt verminderd.
Bij een te laag eiwitgehalte van het
bloed kan zoutloos dieet eveneens nut-
lijk hoger is dan dat van het weefsel-
vocht, waardoor de osmotische waar
de (wateraanzüigend vermogen) van
het bloed hoger is dan van het weef
selvocht. Hoewel de opgeloste zouten
een veel hogere osmotische waarde
hebben dan de eiwitten spelen de eer
ste voor de osmotische waarde van
het bloed in de bloedbaan geen rol
omdat de zouten vrij uit de bloed
baan diffunderen, zodat de osmoti
sche waarde van het vocht binnen en
buiten de bloedbaan gelijk zou zijn
als er geen eiwitten waren. Het is nu
niet moeilijk in te zien dat een flinke
verlaging van hef eiwitgehalte van
het bloed een van de oorzaken van
oedeemvorming kan zijn.
De lezers van de vorige kroniek zul
len zich herinneren dat ook hartzwakte
(verlaging hydrostatische druk) een
van de oorzaken van algemene
oedeemvorming kan zijn en dat zout
loos dieet daarbij van grote betekenis
tig zijn, maar het effect is niet zo
groot als bij hartzwakte.
ku
De oorzaken van een
minegehalte van het bloed kunnen
zeer verschillend zijn. Bij sommige le
verziekten is dit orgaan niet meer in
staat om uit de met het voedsel in nor
male hoeveelheid aangeboden amino
zuren voldoende albumine te bereiden.
Anderzijds gaat bij sommige nierziek
ten veel albumine met de urine ver
loren. Er bestaat gelukkig een ruime
marge, zodat bijvoorbeeld een niet te
groot eiwitverlies met de urine niet
aanstonds oedeem ten gevolge zal
hebben. Het hongeroedeem dat de be
volking in het westen van het land in
de hongerwinter van 19441945 heeft
gekend, was vooral een gevolg van de
sterk verminderde spanning van de
weefsels en niet in de eerste plaats
van een laag albuminegehalte van -et
bloedserum, S.
Zoals te verwachten was, verklaarde
het Bureau voor Kerkelijke Zaken zich
niet te kunnen verenigen met het stand
punt der bisschoppen (20 juni j.l.) en de
maatregel tegen mgr. Kaczmarek te
handhaven.
Hierop volgde een nieuwe, uiteraard
vruchteloze briefwisseling tussen Kerk
en regering, die bovendien steeds korter
werd. Op 29 juni schrijven de bisschop
pen: „In antwoord op Uw schrijven van
20 juni betreffende de kwestie-mgr.
Kaczmarek delen wij U mede, dat het
Episcopaat zijn houding, zoals uiteen
gezet in zijn brief van 19 juni, niet kan
wijzigen."
Het regeringsantwoord van 1 juli luid
de: „Ik deel U mede Uw verklaring, ge
daan in Uw brief van 29 juni, niet te er
kennen."
Men heeft het daarbij niet gelaten.
Het Episcopaat diende een klacht in
bij de Raad van State, waarin gesteld
wordt, dat de eis der regering onwet
tig en willekeurig is. Hiervoor beroe
pen de bisschoppen zich vooreerst op
het Akkoord tussen Kerk en Staat
van 14 april 1950, waarin de hoogste
autoriteit van ie Paus op het terrein
van kerkelijke jurisdictie wordt erkend,
en bovendien nog op een dergelijk de
creet van 31 december 1956. Verder
wordt geëist, dat de regering haar be
schuldigingen tegen de bisschop van
Kielce zal bewijzen. Het is zonder
meer onzinnig, zeggen de bisschoppen,
dat de regering beschuldigingen hand
haaft, die door het Hoge Gerechtshof
als ongegrond onjuist zijn verwor
pen. Zij eisen dan ook, dat de maat
regelen tegen mgr. Kaczmarek wor
den ingetrokken.
Tot dusver is nog niet bekend of deze
klacht bij de Raad van State enig resul
taat heeft gehad. Kardinaal Wyszynski
staat in persoonlijke briefwisseling met
premier Gomulka met de bedoeling om
langs deze diplomatieke weg de span
ningen te verzachten.
Het tragische van al deze gebeurtenis
sen is, dat het Episcopaat goede redenen
heeft aan te nemen, dat het hiei niet
om een losstaand geval gaat, maar om
het begin van eqn nieuwe actie tegen de
Kerk. Verscheidene andere bisschoppen,
zoals mgr. Baziak van Krakau en mgr.
Baraniak van Poznan verkeren in het
zelfde gevaar. Het schijnt, dat de Poolse
communisten met behulp van enkele
„patriottische" geestelijken een nationale
kerk willen stichten. Het is weliswaar
een feit, dat Gomulka in 1956 heeft toe
gegeven, dat een toenmalige poging in
die richting een volledige mislukking
was geworden ~n in Polen onuitvoer
baar, maar. hoewel de bisschoppen ho
pen, dat de premier deze <s niet verge
ten heeft, weten zij toch ook wat com
munistische verklaringen en beloften
waard zijn.
Advertentie
WAT DEED UW OVERGROOTMOEDER I
Bij kriebelhoest en opkomende verkoud
heid n»m zij vlug een paar Pouertjel
in de mond. Dat hielp! Nog steeds is
Potter's Linia hét probate middel. Draag
daarom altijd een doosje bij U!
In handige
platte doosjet d SS cent
a i a a 11 a.v. «itiiiita