en cha mpagne zijn ourgogne beter dan ooit sinds 1893 Het alcoholpercentage is zeer hoog W B Stuurt GOMULKA aan op Nationale Kerk55 Bisschop van te oefenen een De regering verbiedt de Kielce zijn ambt uit E FUNCTIE VAN HET EIWIT 1959 EEN VOORTREEFELIJK WIJNJAAR Voorde Fransman niet goedkoper Opbrengst in Bourgondië 200.000 hectoliter VERWEY en Vlaanderen Episcopaat protesteert bij Bureau Kerkelijke Zaken H fcsSswa E p t l' jp'd- v I !I!1 ZATERDAG 24 OKTOBER 1959 PAGINA 14 ii ln Nederland is men geneigd de waarde van het eiwit te onderschatten aan' It nil tiik» c «K w «Af» .Alt'' tot sen yf ■et dit tf- eiJ 9<l -in' B (Van onze Parijse correspondent) £jeskundige liefhebbers van een goed glas wijn zul- 'en in de toekomst zich nog menigmaal op de j ngaiaamste wijze kunnen laten herinneren aan het Zo -^59 met zijn onwaarschijnlijke zomer en na- jJ®eri waarin droogte en zonneschijn maar niet op oyn,'en' Vanaf de winter, die betrekkelijk mild was, if]^ ^et v°orjaar, dat de juiste hoeveelheden vocht de grond bracht en uitblonk door het uitblijven (jjI schadelijke, late vorst tot en met de uiterst sta te zomer en na-zomer die ongehoord rijk aan warm- s en zonneschijn was en maar zeer sporadisch ver eerd werd door met verwoestende hagel gepaard ande onweders, zijn in het merendeel van de gere animeerde Franse wijngebieden op de meest ideale 'JZe de condities verenigd geweest voor een perfect ■'Pen van de vrucht aan de wijnstokken. In het ®rendeel, niet in alle. Want, voor wat Frankrijk treft, is het een karakteristiek van deze merk aardige zomer geweest, dat juist in het zuiden veel eer regen is gevallen en de zon veel vaker verstek ®eft laten gaan dan daar overeenkomt met zoveel als 'reatologische wet. Het grote wijngebied, dat zich Ustrekt van de zuidelijke zee-alpen tot benoorden de 0st-pyreneeën en dat meer dan de helft produceert an de totale Franse wijnoogst en daaronder het gros an hetgeen Frankrijks wijndrinkende bevolking da- ge"jks pleegt te consumeren aan „vin ordinaire" wijn, geoogst veelal van „plaines", in tegenstelling p 1de wijn der „bonnes bouteilles" of van de „grands rUs", die merendeels afkomstig is uit wijngaarden, gePlaatst op „coteaux" is in de weken voorafgaan- ;:e aan of samenvallende met de oogst geteisterd door wolkbreuken, onweders en onbedaarlijke, dagen aanhoudende regens. Te veel regen, te weinig °n het gevolg is, dat daar het suikergehalte van de druif nogal eens beneden de maat is gebleven en dus dok het alcoholgehalte van de eruit bereide „most". In djt wijngebied, en vooral in de Rousillon, is het boven dien voorgekomen, dat nog te velde staande oogsten door hagelslag zijn verwoest of bij overstromingen zijn ^dronken. In dit gebied dus is er geen opgetogen- zeker niet voor wat de kwaliteit betreft. De wijndruiven worden fijngestampt. Deze foto werd genomen in het uiterste zuiden van Frankrijk nabij Perpignan. druivenoogst in de omgeving van Reims. Uit deze druiven wordt de champagne bereid. hetgeen het bijzonder mooi zulks in een globale hoeveel- waarmede het eveneens alle an- Bet beeld wordt dit jaar evenwel roskleuriger, naarmate men in Frank- bp s ..géographie viticole" noordelij ker. klimt en men bovendien te maken ten 1 met wijnstreken, die de produk- h voortbrengen, godendranken, waar- j-?h de namen klinken als fanfares. biear is °P de eerste plaats het ge- van Bordeaux, met een rijker gam- «n Van gevarieerde kwaliteitswijnen ré Van "grands crus" dan welke ande- nn. Wereldvermaarde Franse wijnstreek Sr et blaakt tep .voorname Wijngebieden ver ach bep-z,c^ laat. De verwachting was hier «o oktober, dat de totale opbrengst j0e°hgeveer de drie en een half mil- biii?. hectoliter zou halen. Daarmede hol do oogst van dit jaar weliswaar tfen Hteeds een miljoen hectoliter bene- 10 oe oogst van een normaal goed jaar 50 ",et verleden. Maar tussen dit jaar tasfw "Verleden" liggen de twee ca- grQ. otale jaren 1958 en 1957, waarin floor i uitgestrektheden wijngaarden hou!! aat in het voorjaar ingezette, aan- VrorFnde vorst volkomen kapot zijn ge- gelsin 'n de zomer door zware ha- heett wer(ien verwoest. En deswege biilin de verwachte drie en een half Wijnu hectoliter van dit jaar in de dan 'bouwende millieus van de streek ktyain een uitstekend resultaat. Ook taf ïilT-wf was dit het geval. Het jaar- de in zou zeker niet onder doen voor de nf F^len 1949 en 1955, de beste van Hen ige'°Pen tien jaar. Niettemin schij- gebinlf wijngaarden van het Bordeaux- Zuikn niet te hebben genoten van baan„ ot het einde van de gehele cam- ï«k' es of volgehouden optimale weercon- als weer noordelijker in Frank- .■continentaler". brengst van 120.000. Het alcoholpercen tage is eveneens ongewoon hoog, en het haalt in veel gevallen zelfs 16 graden; zelfs de vermaarde wijnen van Masca ra in Algerije blijven daarbij achter. Als gevolg van het hoge suikergehalte der druiven zijn alcoholpercentages geregi streerd van 16 procent en de Bourgon dische wijnboeren vernemen tot hun grote voldoening en verbazing, dat hun product daarmede dit jaar dat van de gerenommeerde Mascarawijnen te Alge rije achter zich zal laten. Werd van de „Cötes de Beaune" en van de „Cótes de Nuits" niet gemeld, dat, als gevolg van het hoge suikergehalte der druiven, het gistingsproces zo stormachtig ver liep, dat het nodig was de kuipen per manent af te koelen door er overvloe dig koud water tegen aan te plenzen, teneinde aldus het gistingsproces af te remmen tot een aanvaardbaar tempo? Terwijl het anderzijds gewenst was de kuipen zo spoedig mogelijk weer vrij te krijgen voor wat er van de oogst nog te velde stond. Voorwaar, een moeilijk dilemma. Een hoog alcoholpercentage van de most zegt alléén natuurlijk nog lang niet alles aangaande de kwaliteit van de toekomstige wijn. De soort druif, de „afkomst" - de „cépage" - de grond, waarop hij groeit, de zorg, die de grond en wat erop groeit krijgt en de zorg be- steeds aan het grootbrengen van de nieuwe wijn, zijn al evenzeer medebe palende factoren. naar kennismaking met het jaartal 1959 uitziet knope derhalve deze bijzonder heid in zijn oren. Op vermaarde „crus" uit de Beaujolais, zoals de „Moulin- a-Vent" of de „Cóte de Brouilly" -„millésime" 1959 - zal het echter eveneens wachten zijn tot over enkele jaren. In het gebied van Beaujolais ver eert men de H. Maagd in het bijzonder als Notre Dame de Brouilly. Tot haar, zo lezen wij in een verslag, hebben de wijnboeren van het gewest dit jaar - naar wij persoonlijk aannemen krach tig voorgegaan door de regionale gees telijkheid - onder de indruk van twee slechte voorgaande jaren vuriger smeekbeden gericht dan zij meesten tijds plegen te doen; en wanneer die boeren thans het samenstel van facto ren opsommen, dat hun de historische oogst van dit jaar heeft opgeleverd, luidt deze opsomming: het weer, Notre Dame de Brouilly en de scheikunde. De ze laatste in de vorm van diverse grondverbeterende en parasietbestrij- 500.000 hectoliter, twintig procent meer dan het gemiddelde van de laatste tien jaar. De overvloed aan druiven was in de Champagne zo groot, dat de boeren er zelfs van hebben gegeten aan tafel, hetgeen een heel uitzonderlijk gebeuren moet zijn. Het suikergehalte garan deerde een alcoholgraad van 12 tot 15 procent. Particuliere liefhebbers met relaties hebben zich gehaast om by de producenten zich een „stuk" (tweehonderd liter) te doen reserve ren en de wynbouwers zelf hebben dit eveneens gedaan. Zü zijn er dan ook zeker van, dat wat de kwaliteit betreft het jaar 1959 de jaren 1911, 1914, 1921, 1929 en 1947, om de totdusver grootste champagnejaren van deze eeuw te noemen, in de schaduw zal stellen. Evenwel, alle genot moet betaald worden en daarom geven wij tot be sluit van deze beschouwing iets uit de eerste verwachtingen omtrent: „de prijzen". Zulks vanuit de interne Fran se verbruikseconomie gezien. De re percussies in de internationale wijnne gotie hebben hun eigen gecompliceerd karakter. Daar de totale Franse wijn oogst, van de hoogst geplaatste, aris tocratische „grand cru" tot en met de meest ordinaire „gros rouge", en met inbegrip van de rond 18 miljoen hecto liter uit Algerije, wel niet veel minder dan 75 miljoen hectoliter zal bedragen, zal dit jaar, na rijkelijke laving van alle dorst, zeker een overschot laten van 10 miljoen hectoliter. De regering zal de wijnbranche ver plichten dit overschot, dat uit wijn voor dagelijks gebruik zal bestaan, te be waren voor een eventueel benarde toe komst: het volgende wijnjaar zou weer bijzonder slecht kunnen zijn. De Fransman hoeft er niet op te rekenen, dat hij over enige weken, wanneer hij begint te drinken van de nieuwe, wonderbare oogst, zijn da gelijks litertje noemenswaard goed koper zal betrekken dan hij in de af gelopen maanden deed. Daarentegen zal hij voor zijn op zon- en feestdagen genoten „bonne bouteille", een wijn met het etiket van „appellation d'ori- gine controlée 'n Médoc, 'n Cóte du Rhóne, 'n Beaujolais, 'n Chablis enz. enz. zeker iets meer moeten neertellen. Het zal niet veel zijn, zo wordt hem voorgehouden, en in dit geringe prijsverschil zal hij de on vergelijkbaar superieure kwaliteit van het jaar 1959 verdisconteerd vin den. Voor wat betreft de werkelijk heel grote „crus", de geheel uitzonderlijke „gewassen", zoals zekere „chateaux" van dit of dat onder de Bordeaux-wij nen, de Gevrey-Chambertin, de Cham- bolle-Musigny, de Meursault, de Mon- traehet onder de Bougognes en, ge lukkig, nog een aanzienlijk aantal an dere, waarvan de namen met eerbied dienen te worden uitgesproken er zal zo'n vraag naar zijn, dat de prijs voor een fles met het jaartal 1959 on getwijfeld eveneens zeer warm zal zijn. Het che„ 'heeste reden tot volborstig jui- tle in de wgnbouw en de wijnnego- helij- ,5°urgondië en in Champagne. En day)™ ttlnnaar van het nobele en wel- Ih'chp vocllt ls niet bereid om mee te Serve "l ®nct nochtans een tikkeltje re- Re prijken °°K Sericht op de toekomsti- z° ove?aFgo?.dië kondigde zich de oogst Vreesrtl^ ,d!g aan' dat de wijnboeren hien to p'ukkers te kort te zullen ko- hpui1ileer °mdat het rijpingsproces l^oon snoi Perfect, ook in een onge- et wa« ^mP° had voltrokken. En Ven zo „XS toch alle kostelijke drui- !?.er>. onttVoti g mogeHjk binnen te heb- 'sico var, o aan altijd geduchte !6, Plukk °nWe0r met hagelslag. Fran- ®chaar„-, zyn en „.-.„a te in' ,r ma voora' Van anneer de Bourgondische wijnboe ren verzekeren, dat, voor wat hun produkt betreft, het jaar 1959 historie zal maken en dat men, om herinnering te vinden aan een even goede kwaliteit, als die waarop het jaartal 1959 zal kunnen bogen, moet te ruggaan tot het jaartal 1893 dan mag men ze geloven. Hetgeen in het boven staande is opgemerkt in het algemeen voor de wijnen van Bourgondië, geldt ook voor de wijnen van „Beaujolais", de grote populariteit genietende wijn- streek tussen Mapon en Lyon. De „Beaujolais" wordt tot de „Bour gogne" gerekend, maar de daarvan daan komende wijnen onderscheiden zich van de overige Bourgognewijnen o.a. doordat zij gekweekt worden op granietbodem, en niet op kalkgrond. Het zijn wynen, die veelal reeds enkele maanden na de oogst volwassen zijn en ten volle genoten kunnen of zelfs moe ten worden. Wie heel erg ongeduldig Het chateau de Clos de Vougeot, de middeleeuwse Cisterciëncer abdij, waar jaar lijks de „Confrérie des Chevaliers du Tastevin" bijeen komt. dende preparaten. Al even hooggestem de relazen komen uit andere vermaarde „vignobles", zo uit die van het dal van de Loire - de wijnen van Anjou, Mus cadet, Vouvray, Touraine enz. - en die van het Rhóne-dal, waaronder de „Chó- teau neuf du Pape". gen tj Sanderus in Oudenaarde is een studie verschenen van dr. M. Ha- not over De literaire betrekkin- tussen Albert Verwey en Vlaan deren, als overdruk uit Handelingen XII der Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschie denis. De overtuiging dat Noord en Zuid slechts contrasteren als broeders van eenzelfde moeder, slechts in de secun daire toevoeging verschillen en het naamwoord Nederlanden gemeen heb ben, die overtuiging behoort reeds tot de geesteiyke verworvenheden van de samenstellers der populaire bloemle zingen. Niemand heeft er nog behoefte aan, de Nederlandse stam in twee helf ten te spalken. Dat dit vooral een winst is van de twintigste eeuw, wordt op de eerste bladzij van Hanots studie al gedemonstreerd. Daarop is n.l. sprake van twee congressen. In 1886 werd te Amsterdam het twintigste Taal- en Letterkundig Congres gehouden. In een verslag daarvan in De Nieuwe Gids kenschetst Verwey de Vlamingen als „gasten die men niet au sérieux neemt", als „een grensvolk. Maar op het vijftiende Nederlands Filologencongres in 1933 kwam Verwey op die visie terug. Een aanmerkelijk deel van zijn leven heeft hij dan in dienst gesteld van de Noord-Zuidneder landse verbondenheid. Zjjn betrekkin gen tussen Nederland en Vlaanderen heeft Hanot nagegaan. En zo treft men in deze studie gegevens over Verweys Zuidnederlandse contacten, met Buys- se, de Mont, Vermeylen, Gezelle, He- genscheidt, Van Langendonck, Teir- linck, Streuvels, Van de Woestijne, de Cneudt, Herckenrath, Van Nijlen, Boens en nog vele anderen. Dat Ver wey Gezelle opzocht maar niet thuis trof, is een typerende bijzonderheid: de bekendheid van Verwey in Vlaan deren bleef maar betrekkelijk. Hij was de Vlamingen te verstandelijk en werd bij hen niet populair. Is het in Noord- Nederland eigenlijk wel anders ge steld? ELEM. Stefan kardinaal Wyszynski, Primaat van Polen en Aartsbisschop van Warschau en Gniezno. r schijnen weer sombere tijden voor de Kerk in Polen aan te breken. Aldus een verklaring van kardinaal Wyszynski van de al lerlaatste tijd. Dit hele jaar reeds is de regering bezig op allerlei v ijzen de zeer betrekkelijke rust, die in Po len heerst, te verstoren. Het begon in februari 11., toen het ministerie van Financiën plotseling een nieuwe maatregel afkondigde, waardoor goe deren, door geestelijken beheerd, zwaar belast werden. In april volgde een besluit van het ministerie van Economische Zaken, dat zonder meer een reeds dertien jaar geldende be slissing herriep, waardoor het recht der Poolse bisschoppen op de goede ren van Duitse priesters die uit de door Polen geannexeerde gebieden verdreven waren, erkend werd. Eind april verplichtte de regering, recht streeks in strijd met het accoord tus sen Kerk en staat van 14 april 1950, de priesters tot militaire dienst. Bis schoppen en kloosteroversten krij gen praktisch geen verlof meer naar Rome te reizen. Het godsdienst onderwijs in de scholen ondervindt nieuwe en talrijke moeilijkheden. Vrouwelijke religieuzen mogen dit onderwijs niet meer geven. Waar dit godsdienstonderwijs wel mag gege ven worden eist men een schriftelijk verzoek van beide ouders. Dit moet echter vóór een bepaalde datum, die men niet bekend maakt, ingediend zijn, zodat het niet zelden te laat binnenkomt en bij gevolg afgewezen wordt. De bouw en het herstel van kerken is een voortdurende bron van wrijving tussen Kerk en staat. Na dit alles, overigens nog maar een summiere weergave van de bestaande moeilijkheden, is het begrijpelijk, dat de maatregel, op 5 juni van dit jaar geno men tegen mgr. Kaczmarek, bisschop van Kielce, als de klap op de vuurpijl werd aangevoeld. Op die dag immers beschuldigde het Bureau voor Kerkelij ke Zaken de bisschop van allerlei mis dragingen en verbood hem de uitoefe ning van zijn ambt. Tegen deze achtergrond moet de ver klaring van de kardinaal worden gezien. Reeds op 28 mei j.l. waarschuwde hij zijn gelovigen voor nieuwe moeilijkhe den. Hij deed dat toen in dezelfde kerk, waarin hij in 1953 protesteerde tegen de veroordeling van mgr. Kaczmarek. En kele dagen later werd hij toen zelf ge vangen genomen. Ofschoon het Poolse Hoge Gerechts hof bij de herziening van het proces tend aan de Paus toe, zoals erkend is in het Akkoord tussen Kerk en Staat van 1950. De beschuldigingen ingebracht te gen mgr. Kaczmarek worden afgewezen en de tegen hem genomen maatregel be streden. Een dergelijke belangrijke kwestie, aldus het Episcopaat, mag niet zo lichtzinnig behandeld worden als de regering doet. tegen mgr. Kaczmarek in 1957 de be schuldigingen, waarop hij in 1951 werd gearresteerd en in 1953 veroordeeld, nadrukkelijk ongegrond heeft ver klaard. heeft het Bureau voor Kerke lijke Zaken diezelfde beschuldigingen opnieuw opgerakeld tegen de bisschop van Kielce en hem de uitoefening van zijn ambt verboden, zowel wat zijn bisschoppelijk bestuur als wat zijn kerkelijke functies betreft. De staatssecretaris voor Kerkelijke Zaken, J. Sztachelski, verwijt de bis schop een staatsvijandige houding (dit zou blijken uit preken en toespraken), het ontslaan van regeringsgetrouwe gees telijken, het oprichten van een parochie in Niziny zonder toestemming van de staat, het niet-straffen van geestelijken, ofschoon de politie daarom had gevraagd en tenslotte collaboratie met de Duitsers. Tegen deze beschuldigingen rechtvaar digt mgr. Kaczmarek zich uitvoerig in een schrijven aan de kardinaal. Terecht beroept hij zich op de uitspraak van 1957 van het Hoge Gerechtshof. Hij toont aan, dat de woorden uit zijn preken en toe spraken onjuist zijn weergegeven en/of verdraaid. Te Niziny bestaat geen paro chie. Het ontslag van patriottische pries ters is geschied na jverleg met de we reldlijke autoriteiten. et gezamenlijke Poolse Episcopaat heeft zich tot het Bureau voor Kerkelijke Zaken gewend en ver klaard, dat er geen maatregelen zijner zijds zullen worden genomen tegen de bisschop van Kielce. Dit komt uitslui- Maar wij willen nu nog slechts enige bijzonderheden geven uit het wijnge bied, dat zijn naam geeft aan het pro dukt, waarmede aan openbare en in tieme feestelijkheden overal ter be schaafde wereld een bijzondere luister en warmte wordt bijgezet: la Cham pagne. Ook daar zün de wünverbou- wers het over eens, dat om een even voortreffelijk jaar te vinden men in de geschiedenis moet teruggaan tot 1893, hoewel in hun persoonlüke herinnering uiteraard nog slechts weinige hoogbe jaarden over dat jaar iets terugvinden. De totale opbrengst van de oogst werd er begin oktober geschat op ongeveer worden steeds maar met een versterk- »y°ral uit rw. Pakkers, gerecruteerd H„av'ë, is .iF j._s,and' Italië en Joego- kuipen verhuisd, een stevig hand- weer bleef bovendien h v»e. i„ I"itane en joego- cLsaarden 6 toch tijdig van i?'5 zigenno ?r kuipen verhuisd. Bo-^flhbouw oLL""** u,ra uuvejiuicii Wi?adig De an?aar m hoogste graad ïShooeat totale opbrengst van de Bourgondië rond de tegen een normale op- Een van de grote champagnehuizen nabij Reims. („klompje iwlt is een verza melnaam voor een grote groep orga nische stoffen welke met elkaar gemeen heb ben, dat z;j stikstof be vatten. Deze gecompli ceerde grote moleculen, opgebouwd uit aminozu ren, zijn als voornaam ste bouwstof van het protoplasma de dragers van het leven. Een cel proto[)lasma met een kern") zonder eiwit is een contradic tio in terminis. Zonder eiwit geen groei, verzorging en reparatie van de weefsels. In Ne derland is men geneigd de betekenis van eiwit in de voeding te onderschat ten, zoals men de betekenis van het veelal overschat. Het genuttigde eiwit wordt tijdens het spijsverteringsproces geheel of gedeeltelijk afgebroken tot aminozu ren en uit de darm eerst naar de lever gevoerd, die deze aminozuren aan stonds verwerkt en opbouwt tot li chaamseigen eiwitten die wij meestal in twee hoofdgroepen indelen: albu- mine en globuline. Het albumine heeft in het lichaam nog een andere functie. Het is onder de grote eiwitmoleculen een van de kleinste en speelt daardoor een rol bij de bepaling van de osmotische waarde van het bloed. Er is een voort durende uitwisseling van vocht in de bloedvaten en daarbuiten in de weef selspleten („milieu intérieur" van alle lichaamscellen). Het vocht moet daar toe steeds een membraan (de bloed- vatwand) passeren, die niet onver schillig staat tegenover de stoffen die met het water meewillen. Een derge lijke wand noemt men wel semi-per- miabel: half doorlaatbaar. In het al gemeen laten de kleinste bloedvaten (haarvaten) water en daarin opgelos te stoffen (zouten, glucose) door. Nor maliter kunnen grotere deeltjes (eiwit moleculen) deze wand echter niet pas seren. Dit heeft tot gevolg dat het eiwitgehalte van het bloed aanmerke- ïs, omdat de nieren als gevolg van de lagere osmotische waarde van bloed en weefselvocht minder water uit de urine zullen kunnen terugresorberen waardoor het oedeem geleidelijk wordt uitgewaterd en de overbelasting van het hart wordt verminderd. Bij een te laag eiwitgehalte van het bloed kan zoutloos dieet eveneens nut- lijk hoger is dan dat van het weefsel- vocht, waardoor de osmotische waar de (wateraanzüigend vermogen) van het bloed hoger is dan van het weef selvocht. Hoewel de opgeloste zouten een veel hogere osmotische waarde hebben dan de eiwitten spelen de eer ste voor de osmotische waarde van het bloed in de bloedbaan geen rol omdat de zouten vrij uit de bloed baan diffunderen, zodat de osmoti sche waarde van het vocht binnen en buiten de bloedbaan gelijk zou zijn als er geen eiwitten waren. Het is nu niet moeilijk in te zien dat een flinke verlaging van hef eiwitgehalte van het bloed een van de oorzaken van oedeemvorming kan zijn. De lezers van de vorige kroniek zul len zich herinneren dat ook hartzwakte (verlaging hydrostatische druk) een van de oorzaken van algemene oedeemvorming kan zijn en dat zout loos dieet daarbij van grote betekenis tig zijn, maar het effect is niet zo groot als bij hartzwakte. ku De oorzaken van een minegehalte van het bloed kunnen zeer verschillend zijn. Bij sommige le verziekten is dit orgaan niet meer in staat om uit de met het voedsel in nor male hoeveelheid aangeboden amino zuren voldoende albumine te bereiden. Anderzijds gaat bij sommige nierziek ten veel albumine met de urine ver loren. Er bestaat gelukkig een ruime marge, zodat bijvoorbeeld een niet te groot eiwitverlies met de urine niet aanstonds oedeem ten gevolge zal hebben. Het hongeroedeem dat de be volking in het westen van het land in de hongerwinter van 19441945 heeft gekend, was vooral een gevolg van de sterk verminderde spanning van de weefsels en niet in de eerste plaats van een laag albuminegehalte van -et bloedserum, S. Zoals te verwachten was, verklaarde het Bureau voor Kerkelijke Zaken zich niet te kunnen verenigen met het stand punt der bisschoppen (20 juni j.l.) en de maatregel tegen mgr. Kaczmarek te handhaven. Hierop volgde een nieuwe, uiteraard vruchteloze briefwisseling tussen Kerk en regering, die bovendien steeds korter werd. Op 29 juni schrijven de bisschop pen: „In antwoord op Uw schrijven van 20 juni betreffende de kwestie-mgr. Kaczmarek delen wij U mede, dat het Episcopaat zijn houding, zoals uiteen gezet in zijn brief van 19 juni, niet kan wijzigen." Het regeringsantwoord van 1 juli luid de: „Ik deel U mede Uw verklaring, ge daan in Uw brief van 29 juni, niet te er kennen." Men heeft het daarbij niet gelaten. Het Episcopaat diende een klacht in bij de Raad van State, waarin gesteld wordt, dat de eis der regering onwet tig en willekeurig is. Hiervoor beroe pen de bisschoppen zich vooreerst op het Akkoord tussen Kerk en Staat van 14 april 1950, waarin de hoogste autoriteit van ie Paus op het terrein van kerkelijke jurisdictie wordt erkend, en bovendien nog op een dergelijk de creet van 31 december 1956. Verder wordt geëist, dat de regering haar be schuldigingen tegen de bisschop van Kielce zal bewijzen. Het is zonder meer onzinnig, zeggen de bisschoppen, dat de regering beschuldigingen hand haaft, die door het Hoge Gerechtshof als ongegrond onjuist zijn verwor pen. Zij eisen dan ook, dat de maat regelen tegen mgr. Kaczmarek wor den ingetrokken. Tot dusver is nog niet bekend of deze klacht bij de Raad van State enig resul taat heeft gehad. Kardinaal Wyszynski staat in persoonlijke briefwisseling met premier Gomulka met de bedoeling om langs deze diplomatieke weg de span ningen te verzachten. Het tragische van al deze gebeurtenis sen is, dat het Episcopaat goede redenen heeft aan te nemen, dat het hiei niet om een losstaand geval gaat, maar om het begin van eqn nieuwe actie tegen de Kerk. Verscheidene andere bisschoppen, zoals mgr. Baziak van Krakau en mgr. Baraniak van Poznan verkeren in het zelfde gevaar. Het schijnt, dat de Poolse communisten met behulp van enkele „patriottische" geestelijken een nationale kerk willen stichten. Het is weliswaar een feit, dat Gomulka in 1956 heeft toe gegeven, dat een toenmalige poging in die richting een volledige mislukking was geworden ~n in Polen onuitvoer baar, maar. hoewel de bisschoppen ho pen, dat de premier deze <s niet verge ten heeft, weten zij toch ook wat com munistische verklaringen en beloften waard zijn. Advertentie WAT DEED UW OVERGROOTMOEDER I Bij kriebelhoest en opkomende verkoud heid n»m zij vlug een paar Pouertjel in de mond. Dat hielp! Nog steeds is Potter's Linia hét probate middel. Draag daarom altijd een doosje bij U! In handige platte doosjet d SS cent a i a a 11 a.v. «itiiiita

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 11