lü ROTTERDAM geen clochards, maar „SHOWCARDS" 4rbeidsschuwen en alcoholisten zoeken nacht logies in de haven Een gedachteniskapel voor Titus Brandsma Zinloze interpellatie Redt eerst" de anderen 50 O 'M De haven hun slaapkamer, de sleepboot hun bed -Kerdag rondhangend bij het Centraal Station Het verschil tussen politiek vertoon en sociale bewogenheid M commentaar 'S* SS S? >*STn, Katholiek Nederland kan proces tot zaligverklaring bevorderen Beslist geen romantiek A 0v xA ^5?§&.aguur heeft fl WITTE II KRUIS WITTE KRUIS Wetenschappelijke prijsvragen uit de tijd ZATERDAG 24 OKTOBER 1959 PAGINA 7 if 'fi4 u 1 Ve e$eA M: Teo is 36 jaar. Hij heeft zijn papieren voor machinist op de grote J'aart. Zes jaar geleden is hij aan de drank geraakt. Nu werkt l^tst aHeen nog maar om te kunnen drinken. Als 's nachts de We t kroeg haar klanten de straat opstuurt, gaat hij naar de waar hi) een bootje zoekt om zijn roes uit te kunnen bed wordt dan meestal het ketelhuis van een sleepboot, Wakens een paar oude jasjes en zijn kussen een pak opgerolde er>- De Rotterdamse haven is zijn slaapkamer geworden. Th Vjjj 60 is een van de ongeveer vijftig mannen, die nabij het centrum do- Otterdam op binnenschepen of sleepboten slapen, die de nacht k Wngen in de portieken van flatgebouwen of in de laadbakken ^achtauto's. Hill* ahaF Ha geslagen bij ^bhl Jubilaris Een korte nachtelijke „raid", een vluchtig bezoek aan een paar boten op de bekende plaatsen en de politie had om drie uur in de nacht zeven van deze mensen op het bureau Haagseveer verzameld. Om twee uur in de nacht gaat de patrouille op weg. Een auto, vier agenten en een brigadier, die de zwervers bij naam en toenaam kent en hun verblijfplaatsen bijna blindelings weet te vinden. Hij licht hen zo nu en dan maar eens van hun „bed" om na te gaan of er zich soms echte misdadigers bij hen hebben gevoegd. Mogelijk pakt hij wat nieuwelingen op, voor wie nog iets gedaan kan worden, zodat zij niet definitief tot deze categorie van rampzaligen gaan behoren. Deze nacht moet er bovendien worden uitgekeken naar Huub, die verdacht wordt van een kraakje en al eens eerder in de haven is gesignaleerd. Ouwe jongen door MARGUERITE BOURCET l;\Ni DE £Ckte PIJNSTILLER Een maand gaat vlug! Stop dat opzien naar nare dagen met WITTE KRUIS. Liturgische weekkalender I 11$ ober -dl-jr Sr'voor de ogen ze stelden geen prijs op een be 0p weg naar de auto. Op de achtergrond de Zalmhaven. ^Arnatisch bijna gaat <je patrouille J?(ih ZalmKaven, een f' het centrum van de almhaven, "een stil haventje stad, waar °Pgelegde sleepboten liggen, een h-.g vaste verblijfplaats van de zwer- N\v ,?en lang plankier schuift daar J%e|ijks verlicht het water in. Aan 2Üden liggen de schepen er naar- o'g te trekken aan hun trossen. Uit -f. 2,°nker doemen in eens meerpalen t%i1r8ens kraakt er iets, maar ove- heerst er de rust van het wa- fjj"' een stille najaarsnacht. H op de twee boten links, niets Is he,p he derde, maar bij de vierde Piiiv,1 raak. „Twee man in het stuur- 5figa ..hieldt een agent fluisterend. De clf, er klimt naar hen toe, maakt ^hta»Ur l°s en beschijnt met zijn zak ih 4Ug_ 1vjO til 1UCI s?.h&pJ"n niet twee maar vier dicht op- h hlu °ngen slapende mannen. Het er in die paar vierkante meter alcohol en zware shag. De kerels vaster dan ooit de rechtvaardi- slapen, eens wakker, jongens! Geen de hoogste tijd! Eén geeft e^aan, tip iÜ van leven. J ÏV^bet flink aan de schouders ge- N® .„.Worden, voordat er twee volle- Sf bhi bewustzijn zijn teruggekeerd. ®h] 'Radier kent ze niet. Ze staan er keh lijkbleke gezichten. Zonder aiin ^°orri fe zeggen kijken ze naar - ken?? slapende makkers, van wie ih^ok j 'tih hulp verwachten. Tig. j,y.e derde keert tot het leven te- vloekt een keer als hij de ,h ft. .ziet en begint zijn schoenen l Hok Vrekken. \h bet je gemakkelijk willen ma- r®en -,acht? informeert de brigadier, yierrt'lk had pijn aan mijn poten. iW?aa§se meegelopen? .Pe gewerkt. Llt W,6rde is bijna niet tot de reali- rtehe h g Ve voeren. Hij is een heel h®hd j?ckende van de brigadier. Schel der vloekend wordt hij eindelijk Alie bhes, jongen ga niet zo te keer. t gh, rJj'bhertjes slapen, wordt er ge- Jbrfin aar Hannes is niet tot bedaren bat bgen. I flvati s ook wat moois. Sla ik jMg .een figuur. Heb ikvan- le.. w6e logeetjes en dan komen jul- Ifbs..' °P bezoek. Wat moeten die jon- *h te'u'Wel van mij denken. Het is de nnhoü a.er_ hat ze op sleepboten slapen loge,: >e-abnes 2®b openten a hlaiV em voor een overigens ongewil- Ik uahne, he haven te vrijwaren, h heb i?' wat zie je er uit vannacht, te di> uw?l eens mooier gezien, pro- t,» teUen 'Sadier hem op zijn gemak al gelijk dit. T- Ha^bies zitten al in de wagen eraan komt gestrompeld, moeten hem vasthou- i\\l Mi fines kan er niet over uit, i'u Huub, Hannes «ev ®t dp "'et. tija6ar. fjgagen gaan ze naar het Haag- rji.' 'ogeof.bbes druk redenerend tegen SJ de 'Jes- die echter bijzonder on- vOQhP°litiehi'uk z«n- B« de ingang van or. "«bureau eaat hil ziin .casten" aa!,ullie maar mee Jongens, er an de hand hoor, ik weet hier "hits tóbder assistentie bereikt het vier- l(1bu'r Die n"o°eri"g, Yan Hannes ..het ^hbteau^ ,paai vierkante meter poli zÜn bh heter dan de zak ^rafelde broek. W0\°bcle,. reP! hebben allemaal een ais der J5 getrainde engelbe- So^de p meent een van de agenten neemt "i1' weer onherweg is. Mperdscr i engelbewaarder een niif an 's het ook onmid- ^apbee, 'Weet de brigadier en hij WekB« e man- die ze een F"o 'v'c'i h.-KK geleden uit de oeu- \s°bde hnu»er! gehaald. Het was jA bois^. ande, Bart genaamd Hii autQ Pt en verdronken. *0ettllCjPaa't een opslagterrein op. scheert over wat balen en kisten. Het felle koude licht van de lamp trekt zwarte schaduwen over de kade en het water. Het decor is sinis ter als van een onwaarschijnlijk realis tische Franse film. Er wordt niets ge vonden, ook niet in de vrachtwagens. We gaan Theo zoeken, beslist de bri gadier die ongerust is over de afwezig heid van zijn oude „vriend". De auto zwenkt naar de Kaasbruggen en rijdt er de kade op. Er liggen twee sleep boten met brandende ketels. Een echt bootje voor Theo wordt er gezegd. Drie mannen hebben het zich hier gemakkelijk gemaakt. Ze liggen dicht tegen de ketelhuizen aangedrukt en slapen diep. Een van hen heeft zelfs niet de moeite genomen om'de rivier zijde van het bootje te pikken en heeft zich op het gangboord aan de walkant te rusten gelegd. Een weinig verbaasd wordt hij wakker en mompelt iets van: zo, zijn jullie er weer eens een keer. Zijn er nog meer aan boord? roept een agent. Weet ik niet. Dan weten wij genoeg. Aan de andere kant liggen de ande re twee. Een van hen is Theo. De bri gadier is opgelucht dat hij hem gevon den heeft. Hun „dekens" en „kussens" laten zij op de kade achter. Niemand zal het in zijn hoofd halen om het zaakje mee te nemen. De hoeveelste keer ls het nou, dat ik je mee moet nemen Theo? Weet ik niet brigadier, ik houd het niet bij, zo ver kan ik niet meer tel len. Hij zegt het gelaten en het is niet komisch bedoeld. Zijn gezicht is opge zet en spierwit. Ook zij gaan naar het Haagseveer, waar Hannes inmiddels weer helemaal bjj de tijd is gekomen. Enthousiast be groet hij de drie aangekomenen. Als een jubilaris staat hij midden in „het hok" te recipiëren. Hij schudt elk har telijk de hand en informeert luidruch tig naar hun welstand. weg is. „Met dit gezelschap ga je naar de donder, man." Als hij weggaat kjjkt de brigadier hem na. Een smalle gebogen figuur. Zou h\j een vaste klant worden? Ook de tweede is een logeetje van Hannes. Hij is een man. aan wie men kan zien, dat hij betere tijden heeft ge kend. Hü kijkt pienter uit zün ogen en vertelt de brigadier in keurig Neder lands, dat hy „best kan begrijpen dat de maatschappy het slapen op sleepbo ten niet kan tolereren." Hoeveel biertjes heeft Hannes van je gedronken? Niet één mynheer, Hannes is geen slecht mens. hjj kan een hoop missen. De derde, van wie de brigadier dacht dat hy een nieuweling was, komt er rond voor uit, dat hij al een ouwe jongen is. Ben hier een half jaar geleden al eens een keer geweest. Ik mag niet meer in logementen komen, ben over al uitgegooid. Ja, ik drink een borrel, en een stevige ook. De een heeft er nu eenmaal aan twee genoeg, een an der aan vijf en een derde is met een fles nog niet tevreden. Hy zegt niet, tot welke categorie hij behoort, rolt een zwaar shagje en laat het sermoen van de brigadier aan zich voorbygaan. Hjj weet het allemaal wel. Vast werk, een dak boven je hoofd, niet meer drinkenmooie woorden, miinheer. Hij is een van de geharden. Met hem is niets meer te beginnen, zomin als met de rest, die nog in het hok zit. zy hoeven niet te komen. De bri gadier kent hun triest levensverhaal alcohol, huwelijksmoeilijkheden en openiyke weerzin tegen werken. Theo heeft het eeriyk tegen de brigadier ge zegd: ik wil en ik kan niet anders meer. Om even over vieren moeten ze het hok weer uit, de straat op. Dat vin den ze het ergste ogenblik van deze nacht. Uit het warme hok de stad weer in, kil en grauw in de morgen. Alleen Hannes mag blijven. Hy heeft nog zes dagen tegoed wegens open bare dronkenschap. Behaagiyk heeft hij zich op de grond geviyd en slaapt al. Hy vindt het best. Zes dagen on der dak, hoewel hy het liever in het winterseizoen op had willen nemen. Theo geeft een van de agenten een hand. „Tot ziens, ik ga weer naar myn bootje, nog een paar uur sla pen. Nog even en jullie hebben geen last meer van me, want op een goeie dag stap ik ook wei een keer mis. Net als Bart." £'->.WW^AV.« Vier man In de paar vierkante meter van het stuurhuis van een opgelegde sleepboot. De man wiens handen op de voorgrond zichtbaar zijn is al wakker, maar wacht rustig op de instructies van de agenten. Zeven zyn er nu. Huub werd niet gevonden, maar wel drie nieuwelingen, met wie de brigadier toch wel even een onderhoud wil hebben. Nee mynheer, nooit eerder op sleep boten geslapen. Ik ben twee dagen aan de borrel geweest en had geen centen meer voor een logement. Morgen ga ik weer werken. Mijn vrouw wordt op het ogenblik verpleegd in een inrich ting. Als ik een gemeubileerde kamer kan huren, mag ze thuiskomen van de dokter. Hy is een jonge kerel van nog geen dertig jaar. Nooit eerder met de poli tie in aanraking geweest. Ik ben met Hannes meegekomen, ik heb hem ontmoet in een café. Hy wist wel een goed plaatsje om vannacht te slapen, zei htj De brigadier houdt hem voor, dat hy nu wel helemaal op de verkeerde et een zeldzaam \ertoon van vrij moedigheid heeft de heer J. G. Suurhoff, oud-minister van Soci ale Zaken, de nu een half jaar oud zpn- de regering op de korrel genomen over het loonbeleid. Op zich is het uiteraard het goed recht van elk Kamerlid, om iedere vraag aan de regering te stellen, die nodig wordt geoordeeld om de ver- antwoordeiyke taak van het Kamerlid maatschap goed te kunnen vervullen. Men hoelt daarby ook niet altyd te wachten tot een regeringsdaad hele maal „rond" is. Wanneer men van oor deel is, dat een bepaalde handeling, welke een langere duur vereist, halver wege sporen vertoont van niet in 's-lands belang te zpn, dan kan het ge wetensplicht worden om de regering wat men noemt te interpelleren. Het was bepaald een dramatisch gezicht, de heer Suurhoff aan het eind van zpn In het begin van dit jaar is een co- beschermheerschap heeft aanvaard, be- mité gevormd, dat zich ten doel staat uit: G H. J. B. Bodewes Nijme- *telt kn.v.en tot rto houw van een Sen, voorzitter; Pater F. Wezenbeek O. Carm., Boxmeer, secretaris; dr. P. A. v.d. Dungen, Nijmegen, penningmees ter; H. Aukes, Witmarsum; J. Boerrig- ter, Amsterdam; mgr. C. van Dijck, Nijmegen; Louis Frequin, Nijmegen; dr. C. Hendriks O. Carm., Nijmegen; mr. Ch. Hustinx, Nijmegen; J. Kuipers, Rotterdam; prof. dr. F. Rutten, Nijme gen; drs. A. A. V. Tummers, Nijmegen; mgr. prof. dr. F. van Welie, Nijmegen en S. H. Zoetmulder, Eindhoven. De grote roep van heiligheid, het feit van zün marteldood en de talrpke ge bedsverhoringen hebben er al spoedig toe geleid, dat een proces voor de za ligverklaring van pater Titus werd in geleid. Het onderzoek vanwege de bis schop van Den Bosch, ingesteld door een kerkelü'ke rechtbank, werd het vo rig jaar afgesloten. De stukken zün thans in Rome om de verdere proces gang te doorlopen. Evenals het Neder landse heeft ook het Duitse episcopaat aan Rome laten weten, dat het alle ter men aanwezig acht voor de zaligverkla ring van pater Titus als martelaar. Vanuit Rome is daarop duideiyk ge maakt, dat voor de bevordering van een gunstige afloop van het proces een gedachteniskapel alleszins dienstig is, omdat daaruit immers zou kunnen blü- ken, dat de belangstelling voor en de aandrang tot zaligverklaring bp de ge lovigen groot is. n het begin van dit jaar is een co mité gevormd, dat zich ten doel stelt, te komen tot de bouw van een kapel ter nagedachtenis aan pater prof. dr. Titus Brandsma O. Carm., die in 1942 in het concentratiekamp Dachau is omgekomen. Het comité, waarvan Paolo kardinaal Giobbe te Rome het lllllliltmilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli pi'; Op een sleepboot die onder stoom ligt is het goed slapen. Twee man hebben de openlucht verkozen. Met een moeilijk gebaar worden ze wakker. T~~\ e „showcards" heten ze in Rot- M terdam. Het zijn de tientallen zwervers, die 's avonds rond de telefooncellen van het Centraal Station hangen en op de dag in het nabij gelegen wachtlokaal rondlum- melen. Als de nacht warm genoeg is slapen ze in de gemakkelijke rieten stoelen van het terras voor het Groot handelsgebouw. Tegen de winter zoe ken sommigen de logementen op, an deren overnachten in vrachtauto's en portieken, op haventerreinen of op de sleepboten. Rotterdam noemt deze zwervers, die zich zo dicht bij zijn belangrijkste stadsentree, het station, ophouden, een beetje ironisch zijn „visitekaartjes". Werk behoeven de kerels niet eens te zoeke1", want het wordt hun aan geboden. De havenstad komt arbeids krachten tekort en bazen van classi- ficeerbedrijven maken zelf de gang naar het wachtlokaal om de heren vriendelijk te vragen of ze zouden willen werken. Eerst zetten ze hem een kop koffie af, vervolgens vragen ze om een voorschot en tenslotte in formeren ze naar de aard van de werkzaamheden. Dikwijls vinden ze het aangeboden werk te vies.Eerst als ze helemaal aan de grond, zitten gaan ze een dag werken. Men kan de kerels, tussen de 30 en 50 jaar oud, geen clochards noemen. Hun ongeregelde en onmaatschappe lijke levenswijs wordt niet veroor zaakt door een onstuitbare drang naar vrijheid en is geen protest te nen een verburgerlijkt bestaan. Het zijn gewoon arbeidsschuwe alcoholis ten, slappelingen, die knock-out gin gen bij de eerste klap, welke het leven voor hen in petto had. Zoek geen romantiek bij de „showcards", de verluisde zwervers van Rotter dam. Een stuk of vijftig van hen. een steeds wisselende groep, slaapt in de portieken of op de sleepboten. Soms worden ze door de politie opgepakt, maar hun arrestatie blijft zonder enige gevolgen. Van landloperij kun nen ze niet worden beticht, geverba liseerd kunnen ze niet worden. Al leen de eigenaar van een sleepboot zou een aanklacht kunnen indienen wegens huisvredebreuk. De kerels vernielen echter niets en van een aanklacht komt niet veel. In het centrum van Rotterdam staat ook het asiel voor daklozen. Dertig bedden heeft De Lichtboei be schikbaar, maar zelden zijn er meer dan vijftien bezet. Drie nachten achter elkaar mogen ze hier voor niets slapen. Daarna zijn ze aangewezen op het hotel, annex het asiel, waar een bed drie gulden per nacht kost. Wanneer ze willen, kunnen ze in de haven in twee dagen en één nacht een royaal weekgeld verdienen. De directeur van De Lichtboei, een majoor van het Leger des Heils, kent beter dan wie ook de levenshouding van de zwervers of juister wellicht Jiun volkomen gebrek daaraan. De remedie, die hij ziet, is maar één woord lang: werken. Hard werken, desnoods onder lichte dwang. 'lllllllllllllllllllllllllllllllë Slllllllllllllllllllll! 57 In die tyd zond men zün vrouw een heel pal extreem linkse kranten, waarop sommige regel.' zorgvuldig met blauw potlood onderstreept waren Op een bepaalde datum verzekerden de betreffen de artikelen, dat de militaire verdiensten van d( „kapitein-hertog" niets dan „een schandalig verzin sel van vlefers" waren, „een even groteske als leugen achtige geschiedenis." Op een andere dag insinueer den zij, dat de hertog van Alengon zijn toevluch had genomen tot het leger uit winstbejag: „Hy behoort niet voor niets tot zün familie. Mijn begrijpt vrüwillig afstand doen van zijn soldü, dat gaat zün krachten te boven." Die kranten weiden gestuurd zoals men later te weten kwam, door een vrouw uit betere kringen, die door de hertogin van Alengor vroeger uit een bijna wanhopige situatie was gerei en voor wie deze dienst, overigens helemaal in he geheim bewezen, blükbaar niet meer dan een ppnlpki herinnering was. Natuurlijk pijnigde die stortvloer van smaad haar dubbel. Het is gemakkelijker eer persoonlijke belediging te verkroppen dan een dier baar wezen uitgejouwd te zien. „Ik lees op het ogenblik het leven van de H. Catha rina van Siëna. Ik vind een diepe troost in de studh van deze engelachtige ziel. Haar liefde tot de naastf was zo groot, zij weerstond haar vijanden met zuil een moedige goedheid. Haar leven geeft me te denker en ik zou haar na willen volgen. Maar hoe zou ik dat kunnen, ik die mezelf niet weet te overwinnen noch tot een offer te bewegen?" De nieuwe Kamer azt intussen niet stil. In één jaar tijds had zij het klaargespeeld amnes tie te verlenen aan de leden van de ommune het Lager Onderwijs te laïceren en een wetsvoorstel tot confiscatie van de schenkingen aan Montmartre aanhangig te maken. En op 29 januari 1880 nam zü een wet aan tot uitwijzing van de religieuze congre gaties, in zover zü geen toestemming kregen om te blüven. De Jezuïeten waren de eerste slachtoffers. Drama tische taferelen speelden zich in hun kloosters af. Veel FranSen meenden opnieuw aan de vooravond van een revolutie te staan. In de kerken weerklonk iet Miserere. De katholieken zweefde het schrik beeld van de guillotine voor de geest. Begin november, nadat de toestand verscheidene naanden geluwd was geweest, bereidden de Domini- ■anen in de Faubourg St.-Honoré zich voor op het- :elfde lot als de Jezuïeten hadden ondergaan. „Onnodig te zeggen," schreef de hertogin van Alen- on op 2 november 1880 de vooravond van de litwijzing aan pater Raynal, „dat ik met u mee- ijd. De gebeurtenissen van Sint-Maximin hebben mij liep geschokt. Elk ogenblik verwacht men hier over- allen te worden. Onze angst groeit met het uur. 'k acht me gelukkig te behoren tot een Orde die ervolgd wordt en die men uit wil roeien. Wü gaan telkens informeren, hoe de toestand is ■n u begrypt wel, dat mijn man niet vreest zich ipenlpk huisvriend te tonen. Laat er gebeuren wal vil, maar hy staat erop te getuigen van zpn ympathie voor onze dierbare paters. Hun lüden aat hem aan het hart." „U begrijpt welMet een soort onbewuste prechtheid heeft Sofie Charlotte in haar briel ütdrukking gegeven aan haar innige bewondering voor haar man. Het is alsof zij wilde zeggen: „Mijn man is moedig, ridderiyk, trouw, ook aan een vriendschap die hem in gevaar brengt. Waarom iou ik hem beschrijven? Ge kent hem, dat is genoeg om niet te weinig van hem te verwachten: „U be grijpt wel In de morgen van 3 november, een regenachtigt grauwe morgen, werd het klooster omsingeld. De politie sloeg de ruiten in, men verzegelde de deuren van de kapel. Een opgewonden menigte dromde op straat tezamen. „Laat er gebeuren wat wil Een troep agenten nam de hertog van Alengon samen met enkele andere vooraanstaande rüke beto gers in hechtenis. „De helden werden overgebracht naar het Huis van BewaringNog nooit was een satirisch-bedoelde journalistieke uitdrukking zo pre cies op haar plaats geweest. De volgende dag gaven de kranten een „rectificatie. De rüzige heer met zün blonde baard die men tussen twee agenten had zien lopen, was slechts een dubbel ganger van de hertog van Alengon, die op het uur van de uitwüzing zelf elders vertoefde. Ja, er zün zo van die „toevalligheden"Het lijkt alleszins aannemelijk, dat een of ander invloed- rpk lid van de groep Orleans de houding van zün bloedverwant heeft weten goed te praten. De hertog van Alen'on dreigde met zijn onvoorzichtige moed en zpn openiyk verkondigde overtuigingen immers het onheil af te roepen over heel zijn familie. Men had geen ongeiyk: na de religieuzen kwamen de prinsen aan de beurt. Tegen het einde van het jaar 1880 ging het gerucht, dat de regering van plan zou zijn de prinsen van Orleans uit het leger te verwüderen. Men durfde er echter niet toe over te gaan uit vrees voor de zogenaamde middenklasse, die nog metterdaad ge hecht was aan de monarchistische idee en zich al bitter geërgerd had aan de godsdienstvervolging. Men diende tenminste een voorwendsel af te wach ten. Het voorwendsel kwam op 16 januari 1883 in de vorm van een manifest van prins Napoleon, dat de Republiek ter verantwoording riep en een volks stemming eiste. Het bracht een reusachtige opschudding teweeg. Men vroeg zich af, wat prins Napoleon tot die on doordachte stap had kunnen drüven. Sommigen veronderstelden, dat de prins bang voor een spoedige beslissing die de restauratie iedere kans zou ontnemen alles op één kaart had willen zetten. Zeker was, dat er in Parys vreemde geruchten de ronde deden zonder dat iemand wist wie ze in omloop bracht en of' ze geloofwaardig waren. Er zou een clandestien leger van niet minder dan 150.000 manschappen opgeroepen zijn, gereed om bij het eer ste sein onder aanvoering van generaal baron De Charette op te rukken „voor God en voor de Koning." (Wordt vervolgd). Mgr. W. Mutsaerts, bisschop van Den Bosch, heeft zün goedkeuring gehecht aan bet streven om tot die gedachtenis kapel te komen. De stad Nijmegen is uitgekozen, omdat pater Titus daar ge durende een belangrijk deel van zün le ven gewoond en gewerkt heeft en om dat hy ook daar gearresteerd werd. In middels heeft het comité aan de archi tect, ir. Pieter Dykema, opdracht gege ven tot het ontwerpen van de kapel, die zal worden gebouwd aan het voor plein van de Carmeikerk en klooster aan de Doddendaal, de plaats waar pa ter Titus zijn Nümeegse jaren tot aan zün arrestatie doorbracht. Het inwendi ge van deze moderne kapel zal aan het einde een altaarnis bevatten, waarin een wandschildering zal worden aange bracht. Rondom de eigenlijke kapel komt een met glas overdekte omgang, waarin herinneringen aan het heldhaf tige leven van pater Titus een plaats zullen vinden. Vóór de kapel zal een be tonnen gedachteniszuil worden ge plaatst. De bouwkosten worden ge raamd op ca. ƒ60.000,- en om dit be drag büeen te krügen, meent het comi té een beroep te mogen doen op ge heel katholiek Nederland, dat daarme de daadwerkelijk zal kunnen laten blü- ken hoe het een spoedige zaligverkla ring van de Dienaar Gods Titus Brands ma op pr;js stelt. Het comité roept derhalve katholiek Nederland op om door ruime geldelijke bijdragen de bouw van de gedachtenis kapel mogelqk te maken en het ver- loekt giften te storten op: postgirore kening 96 66 99, ten name van het Ti tus Brandsma Gedachteniskapelfonds Nijmegen. Advertentie Tabletten, poeders of cachets! (Van onze Haagse redactie) Het uitschrijven van wetenschappelijke prüsvragen door de universiteiten be gint uit de tijd te raken, zo wordt gezegd in het verslag van de Tweede Kamer op de onderwüsbegroting. Kan het wetenschappeiyk onderzoek niet op betere wijze worden gestimuleerd b.v. door het verlenen van reisstipendia, door beloning voor opvallende presta ties en door financiële hulp by de voort zetting van wetenschappeiyke onder zoekingen, die bij gebrek aan voldoende middelen voortüdig moeten worden be ëindigd? eerste optreden een bezwerende hand te zien opsteken: Ik waarschuw de re gering nadrukkelijk, zy is op een heil loze weg en ik hoop, dat zü van de dwalingen haars weegs zal terugkeren. Nu is er wel enige reden tot kritiek. En die werd ook van de zijde van de K.V.P .(van welke zyde naar onze me ning de meest constructieve bydrage in het debat werd geleverd) ook wel de- geiyk geuit. Maar deze kritiek betrof dan voornamelijk het feit, dat de weg, welke op het stuk van het loonbeleid thans wordt gevolgd, zo onduidelijk is. Het laatste nummer van „Ruim Zicht", het Kaderbiad der KAB, heeft hier ook de aandacht op gevestigd. En we we ten uit persoonlijke ervaring, hoe ont zaglik moeiiyk het is, aan de mensen duideiyk te maken, waarom het in de nieuwe methode van de loonpolitiek nu eigenlyk gaat. Kenneiyk speculeerde de heer Suurhoff daarop. Het is helemaal geen kunst, om het nieuwe loonsys teem belacheiyk te maken. Wanneer men gaat schermen met uitdrukkingen als „ruimteblokken", honder-een of hon- derd-twee-iyn, ruimteberekening-zus en ruimteberekening-zo, dan zeggen de mensen over wie het gaat: Alles goed en wel, maar vertel me nu 'ns gewoon, wanneer ik eV wat bü krijg en hoeveel. De staatssecretaris, die overigens voortreffeiyk partij leverde, ,zag inder daad geen kans zich los te worstelen uit de vaktermen. Maar we hebben de indruk, dat hy dat wel leren zal. Ten slotte is hy nog maar èen blauwe maan dag onderminister en beseft kenneiyk nog niet, dat zijn woord niet alleen door Kamerleden, waaronder vele vaklieden, wordt beluisterd, maar ook moet wor den verstaan door het krantenlezend publiek, dus door de mensen om wie het gaat. Maar nu even terug naar de interpellatie Suurhoff. We noemen dit zonder meer een zeldzaam vertoon van vrijmoedigheid, juist omdat het de heer Suurhoff is, een kenner van de sociale politiek bü uitstek, die meende de re gering te moeten waarschuwen dat zij op de verkeerde weg is. We hebben er al meer dan eens de aandacht op ge vestigd, dat de heer Suurhoff thans een geheel andere beleidsfiguur blijkt te zün dan toen hy als excellentie achter de regeringstafel zetelde. We zün van de socialisten heus wel acrobatentoeren in de politiek gewend, maar wat nu werd vertoond was zo'n klaar staaltje van onwaarachtigheid, dat we niet hadden durven denken, zulk een vertoning ooit mee te maken. Volkomen terecht herinnerde de heer Andriessen van de K.V.P. aan het feit, dat de interpellant nog geen jaar gele den de verdediger was van de loonstop. Een we citeren weer vrij „Ruim Zicht". Indien men daar spreekt over de loon stop van de laatste jaren, spreekt men over de loonstop Suurhoff. Het was Suurhoff, die onder de socialistische mi nister-president Drees en met medewer king van de socialistische heren Hof- stra. Vondeling en Samkalden in de Troonrede 1958 liet opnemen, dat er rust moest zün op het loonfront. En dit over geheel 1959. Het was deze zelfde regering, die aan de Sociaal-Economi sche Raad om advies vroeg -let wel: - niet hoe de welvaartsstijging kon wor den bevorderd, maar hoe de regerings uitgaven konden worden verlaagd door huurstijging en melkprüsverhoging. Toen Andriessen Suurhoff daaraan her innerde, werd hy, Andriessen, van drie, vier kanten tegelijk geïnterrumpeerd door de socialisten, dat dat niet waar was. En op de constatering over die subsidieverlagingskwestie had Suurhoff de zeldzame brutaliteit te interrumpe ren, dat subsidieverlaging, dus uitslui tend prü'sverhogingen van woningen en melk, slechts werd overwogen! Maar ja, de socialisten zyn er blijkbaar op uit nieuwe legenden te kweken en met name de legende dat onder de vo rige regeringen alles zo best is gegaan en dat het nu hopeloos spaak loopt. )k dezerzijds hebben we niet ver heeld niet over te lopen van ver trouwen In de aanvankeiyke plan nen van de regering. Zeker niet toen de regerings-nota van juli aan de orde was. Maar we hebben te erkennen, dat de re gering bereid bleek naar de bezwaren van de Kamer te luisteren. Zü weet,dat ze niet op de Kamer, noch op de K.V.P., noch op de A.R. of C.H. hoeft te reke nen met de komende huurverhoging, in dien niet vooraf aan de werkers een re delijk aandeel in de gestegen welvaart zal zün toegevallen. Daarop was haar soepele houding in juli gebaseerd. En wie nu de daden op een rij zet van deze regering moet wel iets van zijn aanvankelük wantrouwen laten varen. Er wordt daar met vaart gewerkt. Daarby mogen we denken aan de ver vroegde invoering van de Weduwen- en Wezenwet, aan de nu tot stand geko men ambtenarenspaarregeling, aan de eerste resultaten van de nieuwe loonpo litiek. Volkomen terecht merkte staats secretaris Roolvink op een gegeven mo ment op aan het adres van de mensen, die hem voortdurend interrumpeerden: Praat maar eens met uw metaalbewer kers, met uw werkers in de grafische industrie. De kwestie van de minder- draagkrachtigen was uiteraard ook een prachtig aanvalspunt van de heer Suur hoff. Maar zo ergens, dan kreeg hy hier een voortreffeiyk antwoord. Onder de geleide loonpolitiek werd de afstand tussen de minst-betaalden en de beter- gehonoreerden steeds groter. Feit blijft immers nog altyd, dat wanneer iemand met zes tientjes per week 5 pet erbij krq'gt, zo iemand dan maar ƒ3,- per week opslag heeft, maar iemand met 100,- krijgt er 5,- bü, terwijl de prijs stijgingen voor beiden gelijk blijven. In het starre schema van de geleide loon politiek was hiervoor geen oplossing. Nu, aldus de heer Roolvink, hebben de vakbonden van werkgevers en werknemers het zelf in handen, voor de minderbetaalden Iets meer te doen dan voor de mensen met een hoger loon. Zo zouden we uit dit debat nog tal van andere punten kunnen aanhalen. Alhoewel wü waakzaam zullen blüven volgen wat er gebeurt en waarachtig niet kritiekloos, hebben wü toch de overtuiging, dat de regering versterkt uit deze strüd is gekomen maar we hopen tevens verrijkt met het inzicht, dat haar beleid niet alleen voor Ka merleden en voor economisten duide lijk moet zijn, maar ook voor de ge wone man. ZONDAG 25 oktober: Feest van Onze Heer Jezus Christus, Koning; eigen mis; 2 geb. van de 23e zondag na Pinksteren; credo; eigen pref.; wit. MAANDAG: Mis van de 23e zondag na Pinksteren; 2 geb. H. Evaristus: groen. DINSDAG: Mis van de 23e zondag na Pinksteren; groen. WOENS DAG: H.H. Simon en Judas, apostelen; eigen mis; credo; pref. v. d. apostelen: rood. DON DERDAG: Mis van de 23e zondag na Pink steren; groen. VRIJDAG: Mis van de 23e zondag na Pinksteren: groen. ZATERDAG: Mis van O. L. Vr. op zaterdag; pref. van O. L. Vr.; wit. ZONDAG 1 november: Al lerheiligen; eigen mis; 2 geb. van de 24e zondag na Pinksteren; credo; wit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 7