Sunil wast stralend wit en spaart uw linnenkast Te weinig katholieken in hog ere ambtelijke functies O.a. wegens intellectuele achterstand en indirecte discriminatie Goede jeugdvoorlichting is van het grootste belang Overheid moet voor ambtenaren eigen loonmaatstaven trachten te vinden Spoedige loonsverhoging voor overheidspersoneel geëist VORMING VAN DUUR ZAAM PRODUKTIEF BEZIT Over bepaalde details zal SER-advies worden gevraagd Pullovers VRON koopt Duits lichtschip Verzameling schilderijen na 44 jaar naar Ierland Peeks Cloppenburg WITTER DAN HET WITSTE LAM CONCLUSIE IN ARKA-RAPPORT Touwtrekkerij in de politiek elke woensdag Voor Sinterklaas uitzendingen 4711 Sirfix fixeert um kaar! Vergelijk in kibbelpartij met Londen ARK A-VOORZITTER OP CONGRES: Spelregels gevraagd jongensmarkt Monumentale polder molen uitgebrand DINSDAG 10 NOVEMBER 1959 PAGINA 3 Hier is met Sunil gewassen,dat hemels blauwe Sunil, waarin al het wasgoed stralend wit wordt, werkelijk stralend wit! Bleken en blauwen kunt u zelfs ver geten, met Sunil hebt u minder was- werk, minder te wringen, dus... minder 'slijtage. Waar Sunil de was doet,blijft alles veel langer nieuw, ook wasmachine en wringer varen er wel bij! Neem meteen het voordelige reuzenpak net B0- :ein- voor van ;ker een en von- Advertentie s- -av+xw <%v A (Van onze speciale verslaggever) ROTTERDAM. 10 nov. Hoe men het ook wendt of keert, de achterstand in bezetting van de hogere ambtelijke functies door katholieken is er nog steeds, zelfs als men even zou kunnen wegdenken, dat er nog steeds niet meer dan één katholieke secretaris-generaal is, de katholieken bij de rechterlijke •nacht en het officierenraorps wel heel slecht vertegenwoordigd zijn en som mige instellingen de indruk geven, dat *ij ook in de toekomst uitsluitend door "iet-katholieken kunnen worden be heerd. Het moet toch voor iedere wel denkende Nederlander duidelijk zijn dat "et een landsbelang ls, dat Belangrijke groeperingen zich niet als tweederangs Burgers beschouwd zien, doch volwaar- S hun bijdrage kunnen leveren aan s lands bestuur en 's lands welzijn. Al- ?hs schrijft het hoofdbestuur van de AR KA in een ten geleide bij het rapport, nat de vereniging over het probleem an de achterstand heeft laten samen- ''ilen en dat vandaag op het jaarlijkse ''gres is vrijgegeven. L Uet rapport is samengesteld door de n^ren F. A. A. M. Fiévez, mr. ar. L. de y°u, majoor mr. M. J. Koeken, mr. H. M. Nas, prof. dr. J. Ponsioen r U prof dr U. J. Rogier, dr. H. P. fl;_ van Waesberghe SJ en de ARKA- iaerV«n2rissen mr. E. J. N. M. Bo- f DUsselbïo^. J" B" öens en W' J" WoordSadattlziie e6r? ze88en in hun voor- O.,,,!,, de pretentie hebben pÜn je akK^Punten te openen na het- ll Root hl "l954°nZltter' mr- G- A- A- AVi. isoot, in iy&4 over de flphtPrctanH gezegd heeft, welke rede toen veei stof heeft doen opwaaien. Men heeft trouwens de gegevens uii deze d Uitgangspunt aangehouden en ceen Uieuw feitelijk onderzoek ingesteld De samenstellers hebben zich voorts be perkt tot de sociologische aspecten van "et vraagstuk en hieraan een probleem stellende nota gewijd, waarin zjj con cluderen dat de onderbezetting der ka tholieken in de hogere overheidslunc hes niet aan één enkele oorzaak kan borden toegeschreven. Als een oer eerste zeer wezenlijke factoren wordt genoemd de intellectuele Achterstand der katholieken, die zich steeds doet gevoelen. In verband "'ermee moet een aandeel van twintig °cent in de hogere ambtelijke tunc- 'c? voor de katholieken thans nog als 1 maximaal plaïond gelden, gelet op Percentages katholieke academisch c„f crniden, uit welke groep zestig pro- cr" van bedoelde ambtenaren gere- lie. eeru wordt. Het percentage katho- V6j onder hen bedraagt echter slechts vau ,en Procent (volgens Ge gegevens ho„ *954), hetgeen er op wijst, dat ook tej, Shdere factoren ter verklaring moe- ^'orden aangevoerd. trgc?| de andere tactoren betreft, be- Portnten de samenstellers van het rap- Uqjj. grote voorzichtigheid. Zo er al van is, Lersteliing en discriminatie sprake "Cfzé n deze niet meer vooral hun te vinden in een bewust ge- sten? oeleid van uitsluiting en achter- ét g hg. Ln de negentiende eeuw heeft tie twjjiej een directe üisciimina- Sta&n 'mclele van de katholieken be- de A maat mede dooi de stijging van lieke 11 en hel Prestige van de katho- if groep is de spanningsverhouding dat Iaatste decennia zodanig verzwakt, een directe achterstelling door- moeilijk aantoonbaar meer is. 6aan, UiP'1 fid" echter de mogelijkheid niet vvelhoK.s het raPP°rt. dat er thans recto no-8 sPrake is van een indi- maM,„k minatie- d.w.z. „het in de Uer mro?.PeU-ke bedrijvigheid zon- hiet-D.„f. opzet buitensluiten van direct,,?'),.rten en het zicl1 zonder °P eicp^ vdP' bamelijk oriënteren e eigen groepsleden". De samenstellers menen te mogen stellen, „dat het verschil lussen het per centage katholieken onder de acade misch geyormden en onder de hogere ambtenaren wellicht voor een deel ver klaard kan worden door indirecte dis criminatie. De katholieken behoeven de „steun" van objectieve selectiemetho den voor hun accres in het ambtenaren apparaat. Op de meeste departementen immers kunnen de katholieken de fac tor onbewuste discriminatie niet te hun nen gunste aanwenden en is deskundig heid hun enige wapen". Een derde factor, die de katholie ken de gelegenheid ontneemt om in het ambtenarenkorps een belangrijk aandeel te hebben, noemen de samen stellers de sociaal-geografische stijuc- tuut van het overheidsapparaat. „Waar ongeveer vijftig procent van de katholieke bevolking in het zuiden des lands woonachtig is (in het ver leden nog meer) vormt de sterke con centratie van het centrale overheids apparaat in het westen des lands (zes tig procent) een natuurlijke omstan digheid die de werfkracht van het overheidsapparaat op het katholieke volksdeel beperkt. Dit geldt te meer, daar de katholieken zelf zich niet aangetrokken voelen tot het ambte lijk beroep, dat in zijn typisch Hol landse gestalte een levensstijl verte genwoordigt, die hen weinig aan spreekt". In welke intensiteit elk van deze fac toren de ondervertegenwoordiging be ïnvloedt, valt moeilijk te zeggen aldus de samenstellers. Ook valt moeilijk te voorspellen, welke invloed elk van de ze factoren in de toekomst zal blijven uitoefenen. Wel zijn er verschillende aan wijzingen voor de veronderstelling, dat elk der genoemde factoren geleidelijk aan betekenis inboet. Voor de wellicht belangrijkste factor, namelijk de intel lectuele achterstand der katholieken, behoeft dit nog nauwelijks afzonderlijk te worden gestipuleerd. Ook de discriminatie ten nadele van de katholieken neemt ongetwijfeld steeds verder af, niet alleen omdat de benoe ming der ambtenaren in toenemende mate steunt op objectieve selectiemid- delen, maar ook omdat het groepsex- clusivisme van levensbeschouwelijke groepen in ons land steeds meer ver zwakt. De ambtelijke levensstijl en de soei- a geografische structuur van het amb. 5rp,s Saan eveneens een be langrijk deel van hun frustrerende wer. «iP dï!£lezen- De ambtelijke levens- stip neett ondei invloed van een toene mende sociale en geografische mobili teit en van de uitbreiding van het over heidsapparaat in de laatste halve-eeuw veel van zijn scherpte verloren. Het is deze zelfde ontwikkeling in sociaal- geografisch opzicht, die de regionale verschillen in levensstijl doet verzwak- ken en die met name ook de voor ka tholieken nadelige positie in betekenis doet verminderen. Desalniettemin aarzelen de samen stellers te concluderen, dat de te gerin ge vertegenwoordiging van de katholie ken m ie hogere ambtelijke functies in de onmiddellijke toekomst* staat te ver dwijnen en dat deze dus in feite geen reëel probleem meer vormt Zij noe men dit een al te optimistische conclu sie Weliswaar worden de omstandig heden voor de katholieken steeds beter en is er om die reden aanleiding tot een zeker optimisme. Maar dit neemt niet weg, dat de frustrerende werking van de genoemde factoren nog geruime tijd kan blijven bestaan, tenzij men erin zou slagen het ontwikkelingsproces te versnellen. Deze mogelijkheden zijn voor elk dei genoemde factoren verschillend. Ten aanzien van verwezenlijking der basis voorwaarde, namelijk een evenredig aandeel der katholieken onder de aca demisch gevormden, zijn de beïnvloe dingsmogelijkheden van de A.R.K.A. uiteraard gering. Hetzelfde geldt voor de consequenties van de sociaal-geogra fische structuur van het overheidsappa raat. Ten aanzien van de beide andere fac toren zijn de beïnvloedingsmogelijkhe- den groter, aldus de samenstellers. Wat betreft de factor discriminatie, zowel bewuste als onbewuste, ligt er, voorzo ver hierbij de machtsfactor een rol speelt, ongetwijfeld ook een taak voor de politiek. De katholieken zijn overi gens meer dan andere bevolkingsgroe pen gebaat bij een zo objectief moge- lpke selectie bij de benoemingen en be vorderingen. De belangrijkste beïnvloedingsmoge lijkheid voor de A.R.K.A. ligt vermoe delijk in de sfeer van de ambtelijke le vensstijl. Een goede voorlichting aan de jeugd omtrent het beroep van ambte naar is van het grootste belang, omdat daardoor in de toekomst meer capabe le katholieken in de hogere overheids functies zouden kunnen worden be noemd. Hiermede is een factor aange wezen, die aan een instantie als o.a. de A.R.K.A. een belangrijk programma punt in handen geeft en welke als volgt is te omschrijven: door middel van voorlichting en propaganda de bij katho lieken bestaande reserve tegen over heidsfuncties weg te nemen. Teneinde de vraag te kunnen beant woorden ot langs deze weg een belang rijke bijdrage kan worden geleverd ter oplossing van het probleem van de ach terstand, zou het gewenst zijn, zowel onder katholieke als niet-katholieke in tellectuelen (of studenten) de beeld inhouden te Peilen, die bij hen ten aan zien van het bekleden van functies be staan. Het komt de commissie voor, dat het aanbevolen onderzoek van groot nut kan zijn bij de oplossing van het vraagstuk. Een dergelijk onderzoek is echter zo veelomvattend en vertoont zo veel aspecten, dat het niet kan worden gerekend tot een exclusieve taak van de A.R.K.A. De commissie beveelt daarom aan, dat op dit punt een zo groot mogelijke samenwerking tot stand komt tussen alle bij het vraag stuk geïnteresseerde instanties. Hier ligt niet alleen een taak voor de sociale en politieke organisaties, maar ook voor de regermg. (Van onze speciale verslaggever) ROTTERDAM, 10 nov. Het gevaar, dat de gedifferentieerde loonvorming voor het overheidspersoneel te sterk af hankelijk zal worden gemaakt van de ontwikkeling in het particuliere bedrijfs leven, was een van de thema's, waarop de voorzitter van de Algemene R.-K. Ambtenarenvereniging, mr. G. A. A. M. Boot, de rede gebouwd had, die hij he denmorgen alhier heeft uitgesproken bij de opening van het jaarlijkse ARKA- congres. De overheid zal samen met de belanghebbenden moeten streven naar een eigen methodiek van loonvor ming en eigen maatstaven moeten trachten te vinden, welke deze loonvor ming beheersen. Pas daarna zal de co ördinatie van deze loonvorming met die van het particuliere bedrijfsleven ge zocht moeten worden. De voorzitter kon er niet mee akkoord gaan, dat de mi nister zjjn maatstaven en normen van het loonbeleid met betrekking tot het overheidspersoneel zal ontlenen aan het particuliere bedrijfsleven omdat de maatstaven van produktiviteit en ren tabiliteit in de meeste sectoren v: n het overheidsapparaat geen rol spelen. Mr. Boot juichte een doorvoering van grotere efficiëncy, simplificatie en zui nigheid in het overheidsapparaat ten zeerste toe, maar benadrukte tevens, dat de ARKA nooit ofte nimmer kan gedogen, dat de bezuiniging eenzijdig •lllllllllllllllllllllllllillllllllllMllllllllllllllllllllllllllllllllllllli (Van onze speciale*verslaggever) ROTTERDAM, 10 nov. Het is dringend noodzakelijk dat er spelregels worden opgesteld, welke de verhouding tussen de sociale organisaties en de politiek soepel maar duidelijk régelen. Dit verklaarde hedenmorgen mr. G. A. A. M. Boot, voorzitter van de ARKA, tijdens de opening van het ARKA-congres. Hij wees in dit verband op spannin gen rond de kandidaatstelling in de KVP (voorkeurstemmen voor mr. Van Rij- ckevorsel en dr. Sens) en zei te vre zen, dat zonder spelregels wel eens een touwtrekkerij zou kunnen ontstaan, welke voor de politiek en voor de so ciale organisaties funest zou kunnen worden. Erkennend, dat het een uiterst moeilijk probleem betreft, vroeg mr. Boot zich af of het niet op de weg van de KVP ligt een initiatief te ontwikke len en zo mogelijk gemeenschappelijk met de organisaties spelregels op te stellerr. (Vervolg van pagina 1) De nota geeft een samenvatting van de betekenis van de wjjde verbreiding van duurzaam persoonlijk bezit, waarbij de nadruk wordt gelegd op de wense lijkheid van de vorming van duurzaam produktief bezit, uit sociaal Oogpunt en uit economisch eoverwegingen. Vervol gens wordt aandacht besteed aan de ont wikkeling van het loonmkomen, de con sumptie en de besparingen in de laat ste tien jaren. Uit de cijfers wordt o.m. de conclusie getrok :en, dat het met het oog op de groei van de sociale voor- zware kwaliteit zuiver wol, luxe afwerking met dubbele boorden, Italiaans importmodel, met extra kraag. speciale J.M. prijs 5 jaar 14 jaar 19 AMSTERDAM, 10 nov. De N.V. „Vrije Radio Omroep Nederland" i.o. heeft voor ƒ65.000,- het 400 brt meten de Duitse lichtschip „Borkum-Riff", bouwjaar 1912, aangekocht. Daarop zal de zendinstallatie worden gebouwd, waarmede men buiten de territoriale wateren rcclameiiitzendingen naar Ne derland wil gaan geven. Het schip, dat zich in goede staat bevindt, krijgt de liaan „VRON" en zal onder Panamese vlag in de vaart komen. Een jaar gele den was het als reserve lichtschip te Einden opgelegd en anderhalve maand geleden aan een rederij aldaar verkocht. Vandaag gaat het schip in dok om op gekalefaterd te worden. Tegelijkertijd zullen de vijf kilowatt kortegolf-, de FM-zender en twee hulpzenders met bij behorende apparatuur worden inge bouwd. Verwacht wordt, dat met de werkzaamheden ongeveer 4 weken ge moeid zullen zijn. Getracht zal worden het schip nog voor Sinterklaas op zee te krijgen. Mocht de minister van Ver keer en Waterstaat niet goedgunstig op de aanvraag van de VRON om 'n zend vergunning voor van Huizen uit te ver zorgen reclameuitzendingen beschikken, dan kan het schip dcor de N.V. VRON zonder verlies worden verkocht. zieningen en de stijging van het inko- menspeil zaak is, dat tijdig de vraag aan de orde komt hoe een groter deel van de bevolking geleidelijk enig duur zaam bezit zal kunnen vormen. Wat de vermogensvorming in de volkshuishouding aangaat, kan in het totaal van een belangrijke groei worden gesproken. Zo stegen de nationale be sparingen van ƒ1.714.000,— in 1949 tot ƒ6.490.000.000,— in 1958, resp. van 11,1 pet tot 19,7 pet van het nationale inko men. De ontwikkeling van de vermo gensvorming in de N.V.'s hield met die algemene stijging gelijke tred, de ver mogensvorming door de overheid bleef hierbij duidelijk ten achter. De vermo gensvorming in de gezinnen (inel. be drijven in niet-N.V.-vorm) ontwikkelde zich daarentegen vrij snel. Er is echter aanleiding te veronderstellen dat bij de lagere inkomens afgezien van aan spraken op sociale voorzieningen, pen sioen e.d. nauwelijks sprake is ge weest van enige vermogensvorming. Verolgens wordt opgemerkt dat een beleid, gericht op de bevordering van de vorming van duurzaam bezit, beoogt mede bij te dragen tot het bereiken van een meer evenwichtige ontwikkeling in de vermogensverhoudingen. Gestreefd wordt naar een wijdere verbreiding van het vermogen, dat in de toekomst bin nen de volkshuishouding nieuw wordt gevormd. De bevordering van de be zitsvorming is wel allereerst een taak voor de burgers persoonlijk en van het maatschappelijk leven zelf, maar de regering heeft daarbij een eigen verant woordelijkheid. Zij wil met een alge meen sociaal-economisch beleid de voor- waardei en het klimaat scheppen, waardoor bezitsvorming in brede kring mogelijk wordt. Met name wil zij stre ven naar zo hoog mogelijke inkomens bij brede lagen van het volk, waarde vastheid van het geld en de ontwikke ling van de persoonlijke verantwoorde lijkheid ook in het sociaal-economisch leven. Ook vindt de regering specifie ke, op bezitsvorming gerichte, maatre gelen gewenst. Een gunstig algemeen sociaal-economisch klimaat acht zij niet voldoende. Naast de bestaande con sumptieprikkels zijn spaarprikkels no dig, die de aandacht vestigen op het be lang van duurzaam persoonlijk bezit. In het recente verleden is met een drietal specifieke maatregelen een begin gemaakt (Jeugdspaarwet, de in voorbereiding zijnde premiespaar regeling rijksambtenaren en de vrij stelling van sociale en fiscale lasten van werkgeversbijdragen in bouw- snaarfondsen). Thans wordt het ge wenst geacht enige nieuwe maatrege len uit te werken Het gaat om brede lagen van ons volk fdus werknemers en zelfstandigen) en om produktief bezit. Het schijnt de bedoeling van de rege ring te zijn, dat over bepaalde de tails nog het advies van de S.E.R. wordt gevraagd Eerst zal echter de Kamer zich over dit algemene plan-de-campag ne moeten uitspreken, waarin op de eerste plaats de staatssecretaris voor de bezitsvorming, drs. Schmelzer, de hand heeft gehad. Bij ,e behandeling in de Kamer zal hij vooral de verdediging voeren. Het is de bedoeling van de re gering om een eventueel nader advies van de S.E.R. over concrete nader uit te weiken punten aan een bepaalde ter mijn te binden, om de wettelijke voor bereiding in zo kort mogelijke tijd te doen verlopen. op de schouders van het overheidsper soneel wordt gelegd. Zij kan dit niet ge dogen om wille van de ambtenaren en hun gezinnen zelf, maar evenzeer om wille van het algemeen belang, dat niet gediend is met een overheidskorps, dat voor een belangrijk deel zou gaan be staan uit maatschappelijke kneusjes, omdat het beter gekwalificeerd perso neel er op de duur niet aan denkt bij een werkgever in dienst te treden, die wèl meent te weten hoe andere werk gevers met het personeel moeten om gaan, doch die zelf omtrent de arbeids voorwaarden met zijn eigen personeel voortdurend overhoop ligt". Mede omwille van het algemeen be lang moest de voorzitter dan ook eisen, dat er „een spoedige bevredigende op lossing valt omtrent de loonsverhoging voor het gehele overheidspersoneel en moeten wij op grond van het beginsel der rechtvaardigheid blijven staan op het inhalen van de achterstand". De voorzitter zei vanzelfsprekend de bedenkingen te kennen, welke te gen een loonsverhoging bestaan (ge vaar voor inflatie), maar benadrukte, dat het overheidspersoneel niet een zijdig dit gevaar kan bezweren. „Ook wjj geven de voorkeur aan kostprijs verlaging. Maar men moet niet op twee gedachten hinken. Men kiest al te gemakkelijk de weg van de min ste weerstand ten nadele van het over heidspersoneel. Het eind zal de las ten dragen. Wij kunnen dan ook niet af zien van de eis tot inhaling van de achterstand en zullen kost wat kost strijden tegen een verder afglijden door verbreding van de achterstand. Wij zijn vastbesloten de vooruitgang ook hier te blijven nastreven en wjj zijn ervan overtuigd, dat een bevre digende vooruitgang ook hier kan wor den bereikt als bij de regering en de volksvertegenwoordiging de wil hier toe aanwezig is", aldus mr. Boot. Sprekend over de secundaire arbeids voorwaarden herhaald' de voorzitter de wens van een eigen ziektekosterege ling voor het overheidspersoneel, geba seerd op het verrichtingenstelsel, tegen betaling van een redelijke premie, wel ke dient te worden gedragen door de ambtenaren en de overheid. „Wjj begrij pen", aldus mr. Boot, „dat het gemeen schappelijk overleg van ziekenfondsor- ganisaties bezwaren heeft tegen de eigen ziektekostenregeling voor het over heidspersoneel, zoals het dit in een adres aan de regering tot uiting heeft gebracht, doch wij begrijpen niet, dat het 't daarbij doet voorkomen alsof het beter de ambtenarenbelangen kan behartigen op dit gebied dan alle orga nisaties van overheidspersoneel teza men. Het gemeente- en provinciaal per soneel, voor wie reeds een eigen ziek tekostenregeling bestaat, is hierover in het algemeen zeer voldaan. Het is toch een redelijke eis, dat het Rijksperso neel eindelijk eens dezelfde voldoening wil genieten". Zijn voldoening erover uitsprekend dat er thans een gepremi eerde spaarregeling voor Rijksambtena- ven op komst is, noemde mr. Boot het echter een grote schaduw op de vreug de, dat er nog steeds geen objectieve spaarcapaciteit voor alle lagere en mid delbare ambtenaren aanwezig is. Ge noemde maatregelen tot bezitsvorming accentueren de onbevredigende toe stand, omdat de nood in vele, vooral jongere, ambtenarengezinnen blijft en zij bovendien de voordelen van de spaar regeling zullen moeten missen. Tevoren waarschuwde de voorzit ter tegen het gevaar, dat men de om vang van de deelname van de lagere en middelbare ambtenaren aan de spaarregeling zal uitspelen. Als men bijvoorbeeld stelt, dat zestig procent van het lagere personeel aan reeds geldende spaarregelingen deelneemt, mag hieruit niet de conclusie worden getrokken, dat het dus met de sala riëring wel goed zit. Daarom moet de ARKA haar eis tot inhaling van de achterstand in bezoldiging van de la gere en middelbare ambtenaren hand- Met betrekking tot het georganiseerd overleg herhaalde mr. Boot zjjn plei dooi van verleden jaar voor een zelf standig bureau, dat gelijkelijk ten dien ste staat van de regeringsdelegatie. Een dergelijk bureau kan een belangrij ke bijdrage leveren om een beter wer kend overleg in de ware betekenis van het woord mogelijk te maken. Wanneer het een bezwaar is, Jat de minister hiervoor geen ambtenaren zou kunnen afstaan, meende mr. Boot, dat dit niet doorslaggevend behoeft te zijn, omdat de ambtenarenorganisaties ongetwijfeld het Jeskundig personeel zullen willen leveren. Een onafhankelijk bureau be hoeft immers niet per se door ambte naren van de minister bezet te worden. Advertentie Sirfix - mei hef actieve "Capfol T" tegen roos - verzorgt uw haar! Sirfix regelmatig goed in de haarbodem ingemasseerd - dit beschermt tegen roos en is een radicale verzorging voor uw haar. Het wordt zacht en glanzend, is gemakkelijk te friseren en ver krijgt vorm en vastheid. Sirfix is werkelijk een haarverzorgings-middel! Voor gezond haar en een onbe rispelijke coiffure Sirfix Friseercreme van het wereldhuis "4711" Grote tube f 1.95 (Van onze Londense correspondent) LONDEN, 10 nov. Gedurende 44 jaren hebben de regeringen van Groot- Brittannië en Ierland gekibbeld over een kostbare verzameling schilderijen, de zogenaamde Lane-collectie. Deze bestaat nit 39 waardevolle Franse schilderijen, van de impressionistische school, o.a. van Renoir, Manet en De- gas. De verzameling was het eigendom van Sir Hugh Lane, die in de eerste wereldoorlog omkwam bij de ramp van de Lusitania. Lane heeft de verzame ling indertijd bij testament vermaakt aan de Britse staat. Maar aan dit tes tament was een clausule toegevoegd, waarin dit oesluit werd herroepen en de verzameling werd nagelaten aan Ierland. Lane had evenwel verzuimd deze clausule te ondertekenen, en de Britse regering hield zich aan de let ter van de wet, en nam bezit van de verzameling. Na jaren van twist en wederzijdse verwijten is nu eindelijk een vergelijk in het zicht. Donderdag wordt een me dedeling verwacht van zowel de pre mier van Groot-Brittannië als van die van Ierland, waarin bijzonderheden omtrent het bereikte compromis zul len worden meegedeeld. Het is waar schijnlijk dat Engeland het eigendom van de verzameling za) blijven behou den, maar dat het de schilderijen, of althans een groot deel van de verza meling, in permanente lening zal af staan aan Ierland. BOLSWARD, 9 nov. Vanmiddag is in korte tijd de monumentale polder molen van de Aylvapolder, de oudste polder van Friesland, door brand ver woest. Voor deze molen, die enkele ja ren geleden dreigde te verdwijnen, door dat windkracht niet rendabel bleek en de onderhoudskosten te groot werden, is destijds een grote actie gevoerd, waar door met steun van het rijk, de provin cie en de gemeente Hennaarderadeel de molen behouden kon blijven. Vanmorgen heeft de molen gemalen, doch daarbij is hij vermoedelijk te warm gelopen. Van middag, toen de molen stil stond, ont dekte men dat er vlammen boven uit de rieten kap sloegen. Onmiddellijk werd de brandweer van de gemeente Hennaar deradeel, gestationeerd in Wommels, gewaarschuwd, doch deze kon niet voor komen, dat de molen binnen een kwar tier tot de grond toe afbrandde. Per soonlijke ongevallen deden zich niet voor. De Friese molens worden niet be woond. ukken :heden bevel it Bel heden. ,g toe- llmeld onder* deze ior de ijn de van pale'5 loning ersers irusse' or de r, d« reken- te be- jvend tardi' ;ram- an de n het leeld. van boren gaat. het ingen kan iwing npas- -ende paald iwing ering ivaar van nken ordig imen ïlpe ngen naar nnen leten leren be- zou gen- De bin- de i en hier -aan de duk- tise- aven ar- kens vor- on- til'd de lek- af, ilost van J.K.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 3