De LONDENAAR bespied Makelaar draagt geen hoge hoed meer LEVEN VAN STRIJD TEGEN DE „RAJ" Jawaharlal Nehroe Oosterling met zeventig jaar westerse inslag H I ln het zomerse rosavloeide -alle muziek dooreen DUJAXD1N Paraplu hoort bij regen niet te worden geopend A1 FONSVITAE Weet je, eigenlijk speel ik het al veertig jaar uit mijn hoofd Symbool van het nieuwe. Indié WITTE KRUIS WITTE KRUIS HERINNERINGEN AAN HET 75-JARIGE AMSTERDAMSE CONSERVATORIUM ZATERDAG 14 NOVEMBER 1959 PAGINA 11 De meeste Nederlanders behoeven er niet van over tuigd te worden, dat Parijs een bekoorlijke stad is. De naam van de stad alleen al heeft voor velen een feestelijke klank. In Parijs behoeft men zich zo vinden de meeste van onze landgenoten niet te vervelen. Maar in Londen? Met onze waardering van de Britse hoofdstad schijnt het anders te liggen. De Nederlander pleegt zich over Londen niet zo lyrisch te uiten, als over de stad die het hart is van „la belle France" Hij komt er ook minder gemakkelijk toe om in zijn vakantie de Noordzee over te steken, dan om de trein naar het zuiden te nemen. Goed, Londen heeft niet van die gezellige terrasjes, de Westminster Abbey heeft niet de spirituele schoonheid van de Notre Dame, Strand is niet zo joyeus als de Champs Elysées en de Parijse verkeersagenten die als ballet dansers met hun batons zwaaien, vinden wij aardiger om te zien dan hun correcte en onverstoorbare Lon- dense collega's. Maar Londen heeft een eigen charme! Van de sfeer van Londen kan men net zo gaan houden als van die van Parijs, hoe verschillend de twee steden ook zijn. De arts en fotograaf Nico Jesse, die al eerder blijk gegeven heeft van zijn ontvankelijkheid voor de gratie van Parijs, toont nu, dat Londen hem ook bijzonder aanspreekt. Hij heeft een prachtige en hoogst gevarieerde collectie foto's gemaakt van „M ensen in Lorde n", en de uitgeverij Van Loghum Slaterus te Arnhem heeft zijn platen in een fraai album gebundeld. Men kan zich uren kostelijk amuseren met deze rake opnamen van figuren uit alle lagen van de bevolking, en de fotograaf heeft weer eens zijn poëtisch talent getoond. huid? Babyderm-zeep Is men naar de leeftijd zóu moeten raden van premier Nehroe van Indië, zou men hem gemak kelijk een jaar of tien te jong schatten. Maar Nehroe wordt vandaag al zeventig. Hij werd op 14 november 1889 te Allahabad geboren, twaalf jaar nadat Victoria uitgeroepen was tot keizerin van Indië en vier jaar nadat de Indische Congrespartij was opgericht, de na tionalistische beweging die in 1947 Indië de onafhan kelijkheid zou brengen. Toen Jawaharlal Nehroe ge boren werd, was de Britse macht in Indië op een hoogtepunt gekomen. De Britten waren de gevolgen van de opstand van 1857 al lang weer te boven ge raakt, en zij hadden hun bewind weten te consolideren. Het Britse bestuur, de R a j, scheen door niets of niemand bedreigd te kunnen worden. Het initiatief tot de oprichting van het „Indian National Congress" in 1885 was merkwaardigerwijs genomen door een En gelsman, Alan Octavian Hume, een gepensioneerde ambtenaar van het Brits-Indische bestuur, en de toen malige onderkoning, Lord Dufferin, had zijn toestem ming gegeven voor de vorming van deze beweging. De Congres-partij had aanvankelijk geenszins het ka rakter van een revolutionaire beweging. Op de eerste vergadering van de organisatie, die te Bombay werd gehouden, getuigden alle sprekers van hun trouw aan de Kroon. De doelstellingen van de partij waren van zeer beperkte aard, en zij kwamen vooral hier op heer, dat de Indische intellectuelen een belangrijker rol wil den spelen in het openbare leven. De oprichters van de Congrespartij wilden meer invloed uitoefenen op het bestuur van het land, maar zij wilden het bestaande regime bepaald niet omver werpen. Eerst veel latei- heeft het Congres het karakter gekregen van een on afhankelijkheidsbeweging, en Jawaharlal Nehroe zou een dominerende rol spelen in de strijd om de zelf standigheid van zijn land. PE^ICkte PIJNSTILLER Kiespijn... maar ook andere plagende pijnen stilt u het snelst met WITTE KRUIS. Niets intiemer dan kaarslicht... GOUDA kaarsen! WAGNER-FESTIVAL IN BAYREUTH Jas, hoed en paraplu zouden, aldus Van der Vat in hel boek Mensen in Londen", deze Engelsman kunnen stempelen tot een garde-officier in burger. Maar hij is het niet. Een garde officier in burger behoort in het publiek nooit een pakje, koffer of tas te dragen. Advertentie De premier van Indië, Jawaharlal Nehroe, bij een bezoek aan Kasjmir in 1948. Maar onze „dichter" is niet zwaar op de hand. Hij heelt veel gevoel voor humor; en ook de typisch Britse hu mor is hem niet vreemd. De fotograaf is bovendien zo gelukkig geweest, om zich te kunnen verzekeren van de me dewerking van een Nederlander, die buna de hele na-oorlogse- ontwikkeling van Londen heeft meegemaakt en die in talloze dagbladartikelen en verschei dene boeken zijn landgenoten deelge noot heeft gemaakt van zijn impressies. Het is onze eigen Londense correspon dent: Daan van der Vat. die de pla ten van Nico Jesse voorzien heeft van een interessante inleiding en instructie ve en geestige onderschriften. Yan der Vat merkt in zijn voor woord op, dat Londen de meest kosmopolitische is van alle we reldsteden. Het internationale karakter van de stad wordt zijns inziens vooral bepaald door twee factoren; de aanwe zigheid van een groot aantal vluchte lingen (onder wie vooral veel Polen) en de gastvrijheid die Engeland ver leent aan de bewoners van de Gemene- bestlanden en de Britse koloniën. Het is dan ook opvallend, dat men in Lon den zoveel uitheemse figuren kan te genkomen, en dat men er vooral zoveel kleurlingen ziet. Maar Van der Vat vaJ* "itdrukkelijk vast, dat deze vloed Xfi] ..vreemdelingen Londen niet over- echtfS heeft- Het zijn nog steeds de L, <Je Engelse Londenaars die het stadsbeeld beheersen. Van die Advertentie Tabletten, poeders of cachets! „echte" mannelijke en vrouwelijke Lon denaars worden er ons in dit boek ve len getoond: een pijprokende hoogle raar van University College, een twee- bijzonder louche onder hun petten uit kpkende jonge Eastenders, een im pressie van Hyde Parks beroemde „sprekershoek", enige met pruiken ge tooide advocaten, een paar „tramps" (collega's van de Parijse „clochards"), en een echte Londense werkster met die onvermijdelijke geïmproviseerde tulband op het hoofd. Wist ge overigens dat de pruiken van de advocaten niet meer van paardehaar maar van nylon worden vervaardigd, dat de makelaar op de Londense effectenbeurs geen ho ge hoed meer draagt, en dat in de City de hoge hoed nu nog slechts door beurs- en bankknechten wordt gedra gen? Dat daarentegen de bolhoed ver plicht is voor garde-officieren in bur ger en bijna verplicht voor bankiers en makelaars? Dat de paraplu van een zich goed kledende Engelsman netjes opgerold dient te zijn, niet mag wor den geopend bij regen, en niet voor zien mag zijn van een hoes? Dit zijn zo een paar van die met ironie gekruide wetenswaardigheden waarop Van der Vat ons in zijn bijschriften vergast. Zo schrijft hij bij een plaat waarop een ty- Eisch Engels amusement wordt afge- eeld: „Darts is een spel waarin men met de hand pijlen werpt naar een met nummers en ringen afgetekend bord. Het wordt beoefend in café's waar van de meeste het standsbesef hel pen ophouden door het handhaven van aparte bars voor twee soorten dorstigen. De ene bar heet „saloon bar" en is bestemd voor eerste-klas- se drinkers, de andere heet „public bar" en voorziet slechts in het les sen van tweedeklas dorst. „Darts" wordt alleen gespeeld in de „public bar". Sommige deftige en oude Londense zaken laten hun waren nog bezorgen met paard en wagen. et boek bevat ook een aantal mooie portretstudies van beroemdheden als de dramaturg Christopher Fry, de toneelspeelster Peggy Ashcroft en de acteur Sir John Guilgud. Maar de bekoring van dit album ligt voor ons toch vooral in de manier waarop de gewone Londenaar in zijn dagelpks leven heeft 'betrapt: de T,aA„me V z5n jas aan en zijn hoed JDTA T PU> b°ven z'jn glaasje zit te ren die zich aan de vooravond van Kerstmis op een straat- markt vermaken, en de imposante por tier van de opera, die met een weids gebaar een taxi opcommandeert en wiens hoge hoed en geklede jas'hem 0gn figuur doen schijnen uit een voor® bije eeuw. „Mensen in Londen" is een boek voor al wie van de Britse hoofdstad houdt, en het kan anderen inspireren zelf nu eens ginds te gaan kijken, en eventuele vooroordelen te overwinnen. H. Br. Advertentie Sinds de dood van Gandhi in 1948 is Nehroe het levende symbool van het nieuwe Indië. Samen met de Mahatma heeft hij het grootste deel van zijn leven gewijd aan de emancipatie van zijn volk, en hij heeft zich grote offers moeten getroosten voor de verwezen lijking van zijn idealen. Deze telg uit een vooraanstaand Indisch geslacht had een rustige, maar toch ook succes volle carrière kunnen maken, als hij zich niet reeds op jeugdige leeftijd in de strijd had gestort tegen het Britse bewind. Nu heeft hij zjjn verzet moeten bekopen met veie jaren gevangenschap en bittere vernederingen. Nehroe is in zekere zin de levende ontkenning van Kiplings uitspraak dat O' _t en west elkaar nooit zullen ont moeten. Want in de persoon van de Indische premier vindt men niet min der westerse dan oosterse trekken. Zijn vader, Motilal Nehroe, behoorde tot de hoogste kaste, en Jawaharlal is dus ook als een Brahmin op de wereld ge komen. Motilal was een nationalistische Indiër, een man die trots was op de oude en rijke cultuur van zijn land. Maar hij had ook veel respect voor de Britten. Zelf had hij zijn rechtenstudie bij Britse leermeesters in Indië ge daan, maar zijn zoon wilde hij in Enge land laten opvoeden. Zo werd Jawa harlal naar de beroemde „public school" Harrow gestuurd, het instituut waar ook zjjn latere grote tegenstander Sir Winston Churchill diens middel baar onderwijs genoten heeft. Na Har row ging de jonge Nehroe naar de universiteit van Cambridge, en vervol gens was hij in Londen enige tijd als advocaat. werkzaam. Deze Britse vor ming heeft op Nehroe een onuitwisbaar stempel gedrukt, en ondanks alles wat hij van de Britten heeft meegemaakt, denkt hij nog vaak met dankbaarheid terug aan wat hij in zijn Engelse tijd heeft geleerd. Het is een merkwaardig feit, dat Nehroe ook nu nog eei anglo fiel is. In zijn schaarse vrije ogen blikken leest hij vooral Keats en andere Engelse dichters, en onder zijn beste vrienden vindt men enkele vooraan staande Britten, als bijvoorbeeld Mountbatten, die toch eens de hoogste vertegenwoordiger was van het Britse gezag in Indië. Toen Nehroe Indië tot een zelfstan dige staat had gemaakt, nam hij veel over van het Britse bestuur. Het In- Advertentie gebedenboek voor I JONGE MANNEN 1884 tot 1895: na hem kwamen Daniël de Lange, Julius Röntgen en Sem Dres den, volgens wiens aanwijzingen het nieuwe gebouw in de Bachstraat werd opgezet. Dat j Kien had in Jan Odé. De uitbreiding had zich intus sen doorgezet: Odé, als hoofdleraar piano, wist daar alles van. Het was een nare grap geworden om van een pia nist te zeggen: nou, maar die komt er Vt i 411 Ulo I liC UUUf lil tl ci i uxc ivuiltt Cl 1908 reeds het geDouw aan de Nieuwe wel, met zijn trompet. Niemand kon Achtergracht verwisseld voor het Huis zich verhelen dat, de heel talentvollen met de Hoofden aan ae Keizersgracht, daargelaten, een grote groep straks on- In 1936 gaf Dresden de leiding over aan voorbereid in de maatschappij terecht Willem Andriessen. i°en kwamen de zou komen. Het is niet erg moeilijk om oorlogsjaren, met al nun narigheid. Met uit te rekenen, hoe groot bijvoorbeeld hun zorgen om de joodse leerlingen, om de behoefte aan orkestmusici in de ko- het voedsel dat er rnet was. Maar de mende jaren zal zjjn. Het aanbod zal de muziek bleef, en trots verklaart nu nog vraag zeker overtreffen. Daarom wordt dische parlementaire stelsel is geïn spireerd op het Britse, en ook de rechtspraak werd naar het Britse voorbeeld ingericht. Tenslotte is in feite het Engels nog altijd de be langrijkste officiële taal in Indië, al zou Nehroe het Hindi ingevoerd wil len zien als de nationale taal van zijn land. Nehroe heeft ook in zijn karakter en kele trekken die men als typisch Brits zou kunnen beschouwen. Hij is zeer gereserveerd van aard, hij stelt bij zonder veel prijs op goede manieren, en zijn subtiele humor heeft een typisch Britse inslag. Hij kleedt zich zorgvul dig, en zijn Engelse uitspraak is in één woord: perfect. Hij is zelfver zekerd en zelfs enigszins arrogant. Hij be :hikt over een dictatoriale macht, maar hij gelooft oprecht in de demo cratie en hij tracht op te treden als het hoofd van een democratische re gering. n de oosterling Nehroe treden de westerse trekken meer op de voor grond dan de oosterse, maar zijn Indische aard spreekt het duidelijkst als hij zich onder de massa van zijn volk beweegt. Als Nehroe een Indisch dorp bezoekt is hij helemaal mdiër met de Indiërs. Hij koestert een diepe genegenheid voor zijn volk, en de be heerste staatsman, die zijn gevoelens niet pleegt te uiten, kan zijn ontroering vaak niet bedwingen, als uit een dui zendkoppige menigte van eenvoudige boeren het „Jawaharlal ki jai!" (Leve Jawaharlal) opklinkt. De simpele en ongeletterde Indiër ziet in Nehroe niets van de westerling. Voor de massa is hij slechts de oosterse nationalist, de verpersoonlijking van het Indië dat zich los heelt gemaakt van het westen. Nehroe's besluit om zijn land lid te doen blijven van het Gemenebest was vooral gebaseerd op economi sche overwegingen, maar wellicht heeft er toch ook een gevoelselement meegespeeld. Sinds 1950, toen Indië een republiek werd, heeft hij echter alle staatkundige banden met de Britse Kroon verbroken. Hij heeft geen bondgenootschappen willen aan gaan met Engeland, of met welk westers land dan ook, en hij heeft zijn neutralistisch beleid betiteld als een „positieve politiek voor de vre de". Twaalf jaar lang is het goed gegaan, maar hij ziet zich nu ge plaatst voor de noodzaak van een „agonizing reappraisal", een hart verscheurende herziening, om een term van wijlen minister Dulles te gebruiken. Rood China's agressie dwingt Nehroe zich te bezinnen op de wijsheid van zijn buitenlands beleid. Tweeduizend jaar heeft Indië met China in vrede geleefd, maar het huidige communistische be wind in Peking schijnt aan deze toe stand een einde te willen maken. Zal Nehroe tot het inzicht komen, lat de communistische mogendheden niet te vertrouwen zijn. en dat men de com munistische agressiviteit niet kan be zweren met een niet-aanvalsovereen- komst. zoals die vervat is in de Pantsj Sjiia, de Vijf Beginselen, die Nehroe en Tsjoe En-lai indertijd samen hebben aanvaard? Nehroe heeft in zijn politieke carrière meerdere malen voor kritieke situaties gestaan, maar de crisis waarin hij zich nu bevindt, is wel zeer ernstig, vooral ook. omdat hij moet oppassen bij zijn landgenoten niet aan gezag in te boeten door zijn voor zichtige reacties op Pekings uitdaging. Zal China's vijandige politiek ten aanzien van Indié Nehroe steun doen zoeken bij het westen, en zal de In dische premier tenslotte zijn wan trouwen tegenover de westerse mo gendheden weten te overwinnen? Be- fin volgende maand krijgt Nehroe ezoek van de president van de Ver enigde Staten. Deze ontmoeting van de leider van de Westerse wereld met de machtigste vertegenwoordi ger van het neutraiistische kamp kan van grote betekenis zijn voor het toekomstige buitenlandse beleid van Indië en andere onverbonden Zuid- Aziatische landen. Nehroe beschikt op zijn zeventigste jaar nog over een grote fysieke vitali teit. Hij zal nu moeten tonen, dat hij ook nog genoeg psychische levens kracht heeft om de consequenties te trekken uit de situatie die geschapen is door het Chinees-communistische verraad aan Indië. HANS BRONKHORST Den Haag, 11 nov. Van 23 juli tot 25 augustus 1960 wordt in Bayreuth een Wagnerfestiva] gehouden. In een nieuwe enscenering zullen worden op gevoerd: de Ring der Nibelungen, Rheingold, de Walküre, Siegfried, de Meistersinger von Nürnberg, Lohengrin, De Vliegende Hollander en Parsifal, fal. Advertentie Alleenverkoop WENNEKER Schiedam Christopher Fry, schrijver van toneelstukken als „Venus Observed" en „The Lady is not for burning", doceert hier in een Londense toneelschool. JAN ODÉ Preek met Soloviev toe Het was er meestal zo vol, dat we na elke grote vakantie half en half verwachtten, dat men in on ze afwezigheid aan het gebouw in de Bachstraat een verdieping zou hebben toegevoegd. In feite is het maar één keer gebeurd, dat we na de vakantie een octaaf hoger moesten wezen dan gewoonlijk. Willem Andriessen knipte een feestiint door. en betrok onmiddel lijk de nieuwe uitbouw van het conser vatorium in zijn hartelijke grapjes. Wat niet wegnam dat het er naar verf, ce ment en „onbewoond" rook. De nootjes klonken er hard en een beetje vijandig, en we waren blij toen we weer naar be neden konden, vanwaar het geroeze moes ons op de trap tegemoet kwam. Maar het duurde niet lang of ook de nieuwe, derde verdieping werd tot in de uiterste hoeken niet muziek gevuld, en het verlangen naar een eigen plek, waar je nog gauw voor de les een roffel kon geven, was weer even vruchteloos als voorheen Op het ogenblik betreden meer dan driehonderdvijftig leerlingen op geregel de en ongeregelde tijden het gebouw in de Bachstraat. De muziekschool, die aan het Amsterdams conservatorium verbonden is, voegt daar nog eens ne genhonderd pupillen aan toe. Dat is be slist iets anders dan vijfenzeventig jaar geleden, toen tweeëndertig leerlingen, samen met tien hospitanten, onder de opperste leiding van de directeur Frans Coenen, pionierden aan de Nieuwe Ach tergracht. Coenen was directeur van Andriessen, dat zpn school in die tijd geen dag gesloten is geweest. De op bloei na de bevrijding nam ongekende vormen aan. De leerlingen kwamen van heinde en ver. uit Amerika, Indonesië, Zuid-Afrika. Het was een bont gezel schap, dat zich aan deze bron kwam la ven. Pianisten natuurlijk, de meesten, die soms met een zoet lijntje werden ge. wonnen voor een mmder gangbaar in strument, waar behalve muziek, ook nog een beetje brood in zat. Andriessen ging rond, hield spreekuur, en spande zich in om de honderden te leren ken nen, door in klasseverband theorieles te geven. De administratieve kant van zijn di recteurschap moet "em niet altijd licht zijn gevallen, boms kwam hij bin nen, alsof hij m een gevecht gewikkeld was geweest. En ais hij dan achter de piano ging zitten en zich zonder nadere aanduiding stortte in de Toccata uit Le Tombeau de Couperin, dan wisten wij dat hii zojuist de zoveelste moeder van een wonderkind tot andere ge dachten had trachten te brengen. Soms bracht hij dikke boeken mee, die hij overigens niet nodig had Want als toevallig een opkomende stortbui het daglicht uit de leskamer wegnam. dan ging het spelen gewoon door. Wie naar het knopje van het licht wilde sluipen, kon zich de moeite besparen, want „weet je, eigenlijk speel ik het al veertig jaar uit mijn hoofd". Dat spelen bleef een verademing, tussen alle beslommeringen door, zelfs in de eindexamentijd, wanneer zijn ge kwelde oren hem deden geloven, „dat Bach een ellendeling en Beethoven een knoeier was". George Stam nam in 1953 de leiding over, om die in 1956 door te geven aan op het ogenblik hard gewerkt aan een meer aan de praktijk aangepaste oplei ding. Er zijn tenslotte vele manieren om muziek te maken en de smaak er van aan anderen door te geven. Dat rooster is een van de moeilijkheden waar directeur Odé mee te kampen heeft. Verder zijn er de huisvesting, de studieruimte, de salariëring van de le raren; er zal voor al die problemen een oplossing gevonden moeten worden. Maar de directeur is een vindingrijk man. V'elcn bewaren een goede herinne ring aan de oplossingen die vroeger, op kleinere schaal, tijdens de pianoles ge vonden werden. Er was een heel gam ma van mogelijkheden, en al naar de behoefte van het ogenblik kregen we te maken met, om een variant op The Wa- terbabies te gebruiken, hem-die-je-doet- wat-je-deed en hem-die-je-doet-wat-je- gedaan-vvilt-zijn. Dat varieerde van een uitbrander tot zitten in de zon, van koek bij de thee tot een preek met So loviev ioe. Van de leerlingen van vroeger is een deel (Anthon van der Horst o.a.) nu zelf weer hoofdleraar: George Stam, Wim Hjjstek, Johan van den Boogert en Wim Goedhart zijn directeur geworden van de conservatoria in Rotterdam, Maastricht, Utrecht en Tilburg. Ande ren hebben hun weg naar het podium gevonden: Cor de Groot. Gerard Hen- geveld, George van Renesse, Piet van Egmond, Albert de Klerk, Nap de Klijn. Jan Bresser, Annie Hermes, Erna Spoo- renberg; als dirigent: Bernard Haitink, Willem van Otterloo, Hein Jordans, Jan Out, André Rieu. Ook vele componis ten hebben hun opleiding in Amsterdam genoten. Onder hen bevindt zich Ber- tus van Lier. van wie a.s. zondag, als in het Amsterdamse Concertgebouw het WILLEM ANDRIESSEN Na de moeder een toccata jubileum feestelijk wordt gevierd, een „Concertante muziek" in première zal gaan. Ook twee delen van Van der Horsts derde symfonie staan op het programma, dat het Conservatoriumor kest onder leiding van Felix Hupka ten gehore zal brengen. Het zal een groot feest worden, met een reünie en een re ceptie, plus de onthulling van een borst beeld van Andriessen, in tweeërlei zin. Maar wie nu eens echt wil weten hoe het toegaat, zou op een mooie voorjaarsdag op een bankje in het „rosarium" moeten gaan zitten, het conservatoriumtuintje dat aan vier zijden door de muren van het gebouw wordt begrensd, en waar de mussen dik en talrijk zijn vanwege de vele on- opgegeten zenuwen-boterhammen. Op zo'n mooie dag staan alle ramen open, en een wirwar van geluiden daalt op je neer. Drie hoog klinkt Rachmaninoff, op de tweede verdie ping een strijktrio. Chauson, Brahms en Wolf dartelen naar buiten uit meer of minder begenadigde kelen, achter je dreunt het orgel uit de Bachzaal. Dan wil je in de zon zitten en meeleven met al die loopjes en trillers, tot het bonst en gonst in je hoofd. HERMINE HELLING.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 11