Stereofone opera: Verdis
IL TROVATORE
De suggestie van ruimte
Colovinyl
m
Het tover-tafeltje
jeroen in
Hazevoet
sKük
Het mooie, historische Bath
Het spook
vi in de molen
krommenie
Zingende hart
van Vlaanderen
mm\
jflNDBERGH
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1959
PAGINA 15
v.a.f 74.50
11
11
N VL
Slaapt men beter op zijn rug
Advertentie
of op zijn buik
De meningen verschillen, maar één ding is zeker:
u slaapt pas goed op een EPEDA matras.
Wagemans 4 var» Tuinen NV
fabrikante van Artifort meubelen
en Epeda matrassen
Te beginnen met deze kroniek zul
len voortaan stereofone gram-
'hofoonopnamen besproken wor
den. Geleidelijk aan meer, naarmate
de stroom zich uitbreidt. Stereofo
nie schijnt niet voorbestemd om de
markt stormenderhand te verove
ren, gelijk de langspeelplaat dit een
jaar of twaalf geleden gedaan heeft.
I>e langspeelplaat en de met haar
verbonden vervolmaking van de
high-fidelity techniek hebben de
meest wezenlijke verbeteringen ge
bracht, Waarop de grammofoon voor
haar definitieve uitbloei wachtte.
Stereofonie is een bijkomende ver
betering, minder wezenlijk dan de
langspeelplaat, maar zeker niet zon
der betekenis. Haar naam duidt aan
het ruimtelijk horen, maar dat is er i zich daar harmonisch op aangepast, jio-
toch niet de voornaamste kant van, 1 r..
althans niet in die zin, waarin men
het geredelijk verstaat. Het is leuk
de suggestie te krijgen de geluids
bronnen op verschillende plaatsen in
de ruimte te horen. Dit opent voor
de opera allerlei mogelijkheden, om
dat men bij de opnamen geluidsregie
kan toepassen als bij een klankspel.
Artisten kunnen zich bewegen over
het toneel, zij kunnen spelen en
daardoor hun emoties natuurlijker
de vrije loop laten. De luisteraar
neemt hun verplaatsingen waar.
Daardoor ontstaat de suggestie van
ruimte. Speciaal ook koren profite
ren hiervan. Men hoort hen gespreid
en daardoor echter.
Voor het concertrepertoire gelden de-
bijzondere voordelen niet. Daar is al
leen sprake van een spreiding van de
Wank en dat is dan ook de voornaam-
ste verworvenheid, die dc stereofonie
verschaft. De spreidingsmogelpkheid
maakt de klank losser en opener, min
der samengedrukt, dan in de monaura-
'e opname. Daardoor is zij levendiger
en natuurlijker. Maar in een ander op
zicht is de stereofone klank niet natuur
lijker dan de monaurale. Dat is de tim-
brering. Vooropgesteld, dat beide sys
temen werken met de hoog ontwikkel
de high-fidelity techniek, is de over
dracht der timbres dezelfde. Het hand
haven van de kwaliteit der timbrering
Jvordt bij de stereofonie eerder een pro
bleem, doordat men voor de noodzaak
van verdubbeling staat. Aangezien ech
ter particuliere woningen beperkte ge-
'hidscapaciteiten hebben, moet het vo-
hjtne toch gedrukt worden. Doet men
jh niet, dan heeft men veel te veel ca
lamiteit en moet men op het afstel-
„phleau van de versterker het volume
btlvoudig afsnijden, at wezenlijke
t»r Sde tüebrengt aan de klank. Het
daariv^ni' 's dus een versterker met
l<en 9. Passende luidsprekers te ma-
die
ziin en niet te groot van capaciteit
heid eeven ,-?e klank voldoende open
door weinieDit probleem is nog slechts
Goor wunig fabrikanten opgelost.
Oök bij stereofonie blijkt evenals bh
monauraliteit, dat de grote moeilijk
heid niet meer bestaat in het vervaar
digen van hoogwaardige platen. Dat
heeft men wel ade- de knie. Het gaat
er in toenemende mate om aangepaste
reproductie-apparatuur te maken, die
het kwalitatieve en kwantitatieve ver
mogen van de platen aan en.op
een betaalbare prijs uitkomt.
De gecompliceerde samentreffing
van al deze geschetste omstandigheden
zal er wel de oorzaak van zpn, dat de
Producenten voorzichtig aan doen met
de stereofonie, althans in Europa. Het
zai wel lang duren voor deze de mo-
haurale langspeelplaat heeft overvleu
geld op dezelfde manier, waarop deze
laatste de oude standaardplaat van 78
toeren als verouderd terzijde heeft ge
steld. Toch breidt de stereofonie zich
gestadig uit. De handelaren zijn menig
maal zelf verrast door de verkoopresul
taten. Het blijkt ook uit corresponden
tie van discophile lezers dezer rubriek,
die ik ontvang. Vandaar dat nu met de
bespreking van stereofone opnamen
een aanvang wordt gemaakt.
Een schoon voorbeeld om ermee te
Starten is de door Decca op drie platen
(SXL 2129/31) uitgebrachte opname
van Verdi's .,11 Trovatore" onder lei
ding van Alberto Erede met het orkest
van het Grand Theatre te Genève, het
koor van de Maggio te Florence en als
voornaamste solisten Mario del Mona
co als Manrico, Renata Tebaldi als
Leonora, Giulietta Simionato als Azuce-
na, Urgo Savarese als graaf Luna en
Giorgio Tozzi als Ferrando. Decca
heeft in deze opname een gematigde
toepassing gegeven van de mogelijkhe
den om er een dramatisch klankspel
van te maken. Daar is bij de „Trouba
dour" ook niet zoveel aanleiding voor,
omdat de scènes gemeenlijk van lyri
sche en dus statische aard zijn. Het is
hier niet zozeer een kwestie van bewe
ging als van de juiste opstelling der ar
tisten op de verschillende plaatsen van
de scène, waar zij verondersteld worden
zich te bevinden. Daaraan heeft Decca
wel grote aandacht besteed. De opna.
me geeft daar voorbeelden te over van,
maar bijzonder frappant is wel de fa-
menze miserere-scène aan het begin
van de vierde acte. Men hoort in de
voorgrond het orkest met zijn afgebeten
koperaccoorden in 32sten, op de ach
tergrond het ook in het theater onzicht
baar uit de verte zingende koor en dan
de twee gelieven, Leonora en Manrico,
die daar hun liefdesduet bovenuit zin
gen. Leonora midden op het toneel,
Manrico opgesloten in de toren, haar
antwoordend. De ruimtelijke illusie is
hier volkomen.
Men mag hier dus spreken van een
akoestisch zeer geslaagde opname,
die ook door de geluidskwaliteit ge
heel gedragen wordt. Daarbij komt de
bezetting onder Erede's zeer krachti
ge en markante leiding, terecht want
Verdi geeft in de Troubadour muziek
van een onuitputtelijk viriele
kracht, niet grof weliswaar maar wel
ruig en ongeschaafd. Del Monaco is
van nature voorbestemd om daarbij
de hoofdrol te vertolken. Hij is een
heel ongeschaafd zanger, die de par
tij volkomen in de stem heeft en haar
dus schallend laat klinken.
Renata Tebaldi
geheel
zozeer
Tebaldi maakt het wederom
duidelijk, waarom Callas haar
als rivale vreest. Zij heeft niet de hoge
intellectualiteit en de toegespitste zang
techniek van Callas. Zij is ook een ta
melijk eenvoudige persoonlijkheid,
maar haar natuurstem is zoveel prach
tiger en de kunst van haar zingen heeft
Advertentie
■J.'Cohvfnyt,veel gevraagd in'
Nederlanden ver daarbuiten
is eenprodukt van'
linoleum Krommenie
FABRIKAAT
Caracas en Maracaibo: centra van wel
varend wonen. Luxueuze flats, modern
'comfort, moderne vloeren... krommenie—
vloeren!
Dit is het flatgebouw "Luz Electrica de
Venezuela", waarin 10.000 m2 Colovinyl
tegels werden gelegd.
dat zich tenslotte een zeer groot vermo
gen heeft ontwikkeld, dat door een heel
warme ontroerende macht bezield
wordt. De derde is Giulietta Simionato,
de meesteres, wier Azucena een niet
minder grote dramatische rol is, dan
haar „Cenerentola" groot was in het
komische. Zij zingt vervoerend en haar
stem dekt de grootste hoogten en de
diepste laagten volkomen gaaf. UGO
Savarese is een minder sterke persoon
lijkheid als Luna, maar zijn stem is
heel fraai, wel heel week, tenoraal ge-
timbreerd, wat juist voor deze hoge
partij vereist wordt, zij het dat hij het
geluid wat ho! moet maken om het dra
matisch te houden. Gorgio Tozzi's
Ferrando is kernachtig en beeldend ge
zongen.
Zo heeft men hier dus een nieuwe
Troubadour in driedimensionaal ge
luid. Een waanzinnig verhaal, dat al
tijd wordt overwonnen door deze over
stelpende uitstorting van muziek, een
weelde van vondsten en invallen, die
zelfs voor Verdi nog uitzonderlijk is.
Men kan het libretto laten voor wat het
is. Aan de muziek en de kracht, waar
mee zij van vale situaties gebeurtenis
sen van waarachtige emoties maakt, zal
men nooit voorbij kunnen horen.
L. H.
Advertentie
KERST- en WINTERSPORT
REIZEN PER TREIN, TOU
RINGCAR OF VLIEGTUIG
AMSTERDAM, DAMRAK 56, TEl. 225766
HAARLEM, Kt. HOUTSTR. 1, TEL. 17229
ARNHEM. OELE RIJDERSPl. 2J, TEL. 21662
Illlllllllllllllllllllllllllir-:
llllllllllllllllllllllllllllll:
^•aw!vV''X,X
TiiiiimmiimiiiiiiiiHjii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
'xx*xxxv>xxv>>xxw:xxf>i\-xw>xv
'.'-•.WAV.V^AV
was in het hele dorp geen jongen men, vertelde de timmerman, 't Was
te vinden - i - a
Vlnden' ?ie armer was dan alleen maar jammer, dat je zoiets
Hans, Maar ik moet er bij vertel- maar een keertje kon doen. Dan was
len, dat er ook geen jongen te vinden het tafeltje geen tovertafeltje meer.
was, die onhandiger was dan hij. Hans Dank U wei, zei Hans tegen de timmer-
vvas zo verschrikkelijk onhandig, dat man. Hij zette het tafeltje op zijn
hp mets kon doen om aan de kost te schouder en ging er mee naar zijn huis-
komen. Niet dat hij lui was, o nee. Hans je, aan de rand van het bos.
wilde wel werken, maar het lukte niet. Arme Hans, nu had hij al weer geen
Hans was in de leer geweest bij de baantje en hij wilde zo graag iets gaan
smid, n?aa^ hp had het werk telkens doen. Nu en dan mocht hij een boer
verkeerd geaaan en de smid had gezegd: helpen op het land. Of koeien naar de
ga maar ergens anders naar toe, Hans. markt brengen. Daar verdiende hij 'n
Jou kan ik met gebruiken. klein beetje geld mee. Net genoeg om
Toen was jS na'ar de bakker ge- wat brood te kopen. En 'n beetje sui-
gaan. Maar omdat hij daar alle brood- ker. Of een stukje worst. Je kunt nu
jes liet verbranden en bovendien nog dus begrijpen, waarom die Hans zo arm
'n keer per ongeluk in de mokkataart was. Het tovertafeltje stond midden in
ging zitten, stuurde de bakker hem ook zijn kamertje. Soms, als Hans erge hon-
alr»we?' a h ger had, dacht hij: zou ik het nu eens
Zo had ™.n® net geprobeerd bij de laten toveren? Maar nee, hij had er nog
molenaar, tip de slager. Bij de kruide- nooit toe kunnen besluiten. Misschien
nier. En op ue scnaresliep. Maar over- zal ik dat eten nog wel eens harder no-
al had hp het werk verprutst en hadden dig hebben dan vandaag, zei hij tegen
ze hem *iurd- Het langst had zichzelf. En daarom stond het toverta-
Hans t nog uit^enouden bij de timmer- feitje daar dus, jaar in jaar uit, terwijl
man. Daar naa np drie weken achter Hans rondliep met reuze honger in zijn
elkaar gewerkt. De timmerman zag wel, maag.
dat Hans heel erg Zpn best deed. Maar J
hij sloeg alle spijkers krom En hij Nu woonde er in 't land een koning,
hield de zaag verkeerd vast' En hij die het er£ Ë°ed met de mensen meen-
schaafde zó onhandig, dat de timmer- de- Vooral de arme mensen wilde hp
man hem tenslotte ook niet in dienst graaë helpen. Hij wilde ze allemaal ont-
kon houden. vangen op zijn kasteel. Maar aan de
.a me Hanc ,i„ poort van het kasteel stond een grote
'ift vd iS iP ,n immerman; strenge portier met een gouden pet.
VnliandiK. En daarom l™ -b' Die portier vond het helemaal niet no-
ün timmcrwinkel hnrfriV 'xi" d'S. orn arme mensen in het kasteel te
I. hpInnine zal ik ie len t", V'YY '^n. Hp stuurde ze allemaal weg en
voor b J over-tafel- aueen baronnen en graven liet hij bin
nen komen. O, wat was die goede ko-
„Laten we verder gaan," zei de oude naar de Raadseik. Eaar 'fT'p11 J.et'oen staart tweestemmig, en hp stak zijn
Rogier, „en zien of de dieren rustig en Pluimstaart afscd.eld n„?.ixogIer en beide koppen in de veren.
slapen." zij gingen vlug door de. jd?HF teru Jeroen ging wederom op de Ga-waar-.1e
„Graag," zei Jeroen die zijn oude naar de vestibule van nei Kumnklpk pa- wil-deur toe en schreef op het leitje
vrienden van Maanberg weer wilde zien leis van Hazevoet. h „Alexanderbaai". Vervolgens trad hij
ook al lagen ze allemaal vreedzaam te „Het spijt mp .ve IdK' zei door de deur naar binnen. Alle woon-
slapen in hun holen en nesten. Pluimstaart huilerig, wen ze weer terug schepen lagen roerloos gemeerd op het
Op hetzelfde ogenblik verstijfden de waren. „Ik wist eerip« mei aat ik een windstille water in het donker. Er was
oude Rogier en Jeroen van schrik. Het vlo had. Had ik het geweien aan was slechts op een woonschip een licht te
bos was plotseling vervuld van een ver- ik nooit met je mee gega^an naar de bespeuren, en dat op het schip van
schrikkelpk lawaai. Alle beesten en alle Maanberg, want ik heD zen lang genoeg Isidoor de Ezel, die op zijn schip een
gehele bos begonnen op de Maanberg gewiwrM om te weten woning had in de vorm van een ver-
te loeien, te sissen, te hoe erg het is als een vio doordringt vallen hut met een rieten dak.
vogels van het
tegelijk te brullen,
kakelen, te krijsen en te fluiten, dat
horen en zien verging. En toen Jeroen
van zijn schrik begon te bekomen, kon
hij duidelijk horen dat alle leeuwen en
krokodillen en zebra's en olifanten en
ezels en koeien en kranen en reigers
en alle andere dieren dreigend riepen:
„Adam!"
Daar kwam Adam het Everzwijn, die
de poort bewaakte van de Maanberg,
zenuwachtig aanhollen vanonder de bo
men.
„Het is eerlijk niet mijn schuld!" riep
hp wanhopig tegen de oude Rogier.
„Hij is niet door de poort naar binnen
gekomen. Ik heb mijn plicht gedaan. De
hemei alleen weet hoe hij binnen ge
smokkeld is op de Maanberg."
„Wat is er in 's hemelsnaam aan de
hand?" vroeg de oude Rogier. „En
waarom al dat lawaai in het holst
van de nacht?"
„Er is een vio op de Maanberg,"
knorde Adam het Everzwijn verontwaar.
digd, „en de andere dieren zeggen dat
ik hem door de poort naar binnen ge
laten heb."
Daar kwam Adam het Everzwijn, die
aanvliegen, terwijl in het bos nog steeds
de dieren verontwaardigd de naam
„Adam!" riepen. Pluimstaart vertoon
de een diepe blos rond beide snavels.
„Ik schaam me dood," zei hij tegen
Jeroen en de oude Rogier, en zijn bei
de stemmen trilden. „Maar ik kon er
eerlijk niets aan doen. Ik heb bij ongeluk
in het bos." T Jeroen trok zijn schoenen uit en sloop
„Stil maar, stil maar, zei Jeroen sus- langs de loopplank aan boord van het
betere portier. Iemand die ook voor ar
me mensen vriendelijk is.
Maar dat viel niet mee. De mensen,
die altijd zo beleefd voor hem gebogen
hadden, liepen hem nu voorbij met een
vies gezicht. En sommigen lachten hem
zelfs uit. Als hij hier en daar wat te eten
vroeg gaven ze hem hoogstens een
oude korst brood, die ze zelf niet meer
lustten.
Toen kwam de koning by Hans, die
aan de deur van zgn huisje stond. Goeie
morgen, zei Hans vriendeiyk. Vind jy
't ook zo moeiiyk om aan de kost te ko
men? Ahumja ja, zei de koning in
zyn aangeplate baard.
Met mij is het verschrikkelijk, vertel
de Hans. Ik ben zo onhandig zie je.
Maar kom eventjes binnen, zeg. Dan
praten wé nog wat. Dat is tenminste
vriendelijk, vond de koning. Hij ging op
zijn gemak aan het tover-tafeltje zitten.
Maar Hans zei: wat zie jij er hongerig
uit! Ik héb ook honger, geeuwde de ko
ning, die van zijn hele leven nog niet
zo lang zonder eten was geweest. Ik val
haast van de graat. Dan ben je er er
ger aan toe dan ik, zei Hans. Daarom
let maar eens op: Tafeltje, zijn maagje
knort. Zorg eens dat het voller wordt.
De koning was geweldig verbaasd, toen
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
het tafeltje opeens vol lekkere spullen
stond. Maar toen Hans vertelde, dat hij
zoiets maar één enkei keertje doen kon,
was hij nog veel verbaasder. Maar man,
riep hij verrast en je geeft het aan mij!
Nou ja, zei Hans, jij viel haast van de
graat en ik nog niet.
Dan ben jy de man die ik zoek, riep
de koning. Hy gooide zijn oude hoed
op de grond en zette zijn kroontje op.
Toen trok hy zijn aangeplakte baard
van zijn kin en zei plechtig: jy wordt
de portier met de gouden pet op myn
kasteel.
Nu zag Hans pas, wie h;j eigenlpk op
visite had. Portier, stamelde hij. O
maar Majesteit, als ik daarvoor maar
niet te onhandig ben! Niks hoor, zei de
koning. Je hoeft alleen maar de poort
open en dicht te doen. En vriendelijk
te zijn voor iedereen. Ook voor de arme
mensen. Dat eerste leer je zó en dat
tweede ken je al. Toen aten ze samen
het tovertafeltje leeg en gingen naar
het kasteel. Hans kreeg een gouden pet
op zijn hoofd en een sleutel in zijn hand.
En omdat dit een baantje was, waar
voor hij niet te onhandig was, heeft hij
zijn gouden pet nooit meer afgezet.
Nooit meer, nu ja, behalve dan als hij
naar bed ging!
LEA SMULDERS
tje geven. Ik heb het eens van oude npn Knmpn
toverfee g' l;l< 11 j^j.^ t 'S jhet ning bedroefd en boos, toen hij dat hoor
niet. Maar t is alt.jd nog beter dan de Hy nam zelf de gouden £et van de
m ,j ti-v,™portier zijn hoofd en stuurde hem het
Toen haalde ae timmerman 'n klein land uit. Toen deed hij de poort van
tafeltje voor de aag, waar je niets bij- het kasteel op slot, trok stilletjes heel
zonders aan j1, t°ch was oude kleren aan, plakte een valse baard
er wat met dat laieiije Met dat ta- aan zijn kin en sloop door de achter-
feitje kon je een Keer ai net lekkere deur naar buiten. Zijn gouden kroontje
eten, waar je zi» ia tov?ren. Dan jn zyn binnenzak en in plaats
moest je zeggen: laieitje, mun maag- daarvan zette hij een verschoten hoed
je knort. Zorg eens dat nel \^ier wordt! op zijn hoofd. Nu kon niemand nog zien,
Nou en dan zou het geueuren. Lten uit dat hij de koning was. Ziezo, zei hij te-
Luilekkerland zou er op te voorschijn ko- gen zichzelf. Nu ga ik op zoek naar een
«mmmi
De historische abdij van Bath (Eng.) in strijklicht.
„Daar zit ze me meer mt te Lachen om mijn vats gebit."
send. „Ik zal de vlo voor je vangen.
Je kunt er heus mets 9^n doen."
Met behulp van de Zilveren Sleutel
ving Jeroen de vlo, en hp wierp het
diertje door de paleistuindeur naar bui
ten.
een "vio meegenomen in mijn veren uit D,"P< denk 4S.dr'ukt1U Mjiif'hel^1' Zvf]
het rijk van koning Hazevoet. En nu f1door dié nare vto C t
denken allef dieren dat Adam het ge- slapen," antwoordde Je-
daan neen. jj0n er eerlijk niets aan
woonschip van Isidoor. Hij keek door
het venster naar binnen. Daar zag hij
Isidoor met een somber gezicht bij
de tafei staan. Hij had zijn grijze hoed
afgezet. Zijn voorhoofd was vol rim
pels en het zweet droop hem langs de
kop. Hfj hield zpn ogen stijf gesloten
en hp hield zpn rechtervoorpoot om
hoog tegen zijn borst. Isidoor kon blijk
baar niet slapen, want hij was nog
Ga jy maar slapen,
'"Wnar'k 1e vlo nu7" vroeg Jeroen roen- "En je.k0Iï e5„?erT1Uï niets aan steeds bezig met zpn grote gedicht. Je-
het moeilijk vond zijn lachen in te do«n dat ie die vlo had. Iedereen heeft roen kon hem zelfs door het gesloten
tiTol oonc OPTl VIO. tronetor nil on don dinn W nron Tllfhtpn
wel eens een vlo.
„Nette honden hebben geen vlooien
die
houden.
„Onder mijn rechtervleugel," ant- etonrt „ors
woordde Pluimstaart tweestemmig en zei j^iar^je bent op
b0Ophda?dogenblik vloog een van ver- een moof kalkoentje61 Jel0en" "Je ^ent'
ontwaardiging luid snaterende gans over ^j^ebt gelV," zuchtte Pluimstaart
e,?Gerrit!" riep de oude Rogier, „Kom ,,Een dier kan niet alles
eens hier, wil je?" neDDen.
De gans beschreef een wijde boog en Opeens zei Pluimstaart, die stond op
streek neer voor de voeten van Rogier de rand van de gouden olielamp welke
en Jeroen. neerhing van het plafond: „Gosjemeine,
,,Wil je aanstonds rondgaan door het ik neb iets vergeten,
bos," zei Rogier, „en aan alle dieren „Wat heb je vergeten?" vroeg Jeroen,
zeggen dat de vlo niet binnen is gelaten „ik had om zes uur moeten proberen
door Adam en dat de vlo onmiddellpk 0f ik berengedachten kon lezen. Want
van de Maanberg zal vertrekken?" je hebt tegen Alexander de Beer gezegd,
„En maar goed ook!" snaterde de dat hy iedere dag om elf en zes uur,
gans verontwaardigd, en hij vloog heen als er tenminste iets aan de hand was,
om het bevel van Rogier uit te voeren, in het want van de Houten Piraat beren-
„Het spyt me heel erg," zei de oude gedachten moest gaan zitten denken,
Rogier tegen Jeroen en Pluimstaart, zodat ik ze van hier kon lezen. En ik
„maar het is het beste als jullie nu heb het helemaal vergeten."
maar meteen weggaan door de Ga-waar „Morsen beter' 'zei Jeroen Maak
je-wil-deur. Want zolang er een vlo op le niet ongerust Ga iii maar Vlanen
m6eerIatotbriist "S' komen de dieren niet Ik ga nog even door de Ga-waar-je-wil-
Ik schaam me dood." kermde Pluim-
staart tweestemmig. staart."
Hij volgde Jeroen en de oude Rogier „Welterusten," antwoordde Pluim-
venster, nu en dan diep horen zuchten.
Hy nad medelpden met de arme Isidoor
die vanwege het dichten niet kon slapen.
X U.IV y .f Wjjv UlVAltVll ti'y A
„Maar je bent op net ogenblik niet Hy opende voorzichtig de deur van Isi-
i-a i»i .iprnon t„ - doors woonkamer en liep op kouse
voeten naar binnen. Isidoor hoorde hem
niet. Hp zuchtte alleen maar en ging
verder met nadenken terwp'l hem de
zweetdruppels langs de wangen liepen.
„Isidoor!" zei Jeroen.
Isidoor wendde zpn hoofd een beetje
terzijde zonder zpn ogen te openen en
zei ongelovig: „Zei daar iemand „Isidoor"
Is er werkelijk iemand op de wereld
die in het holst van de nacht, terwpl
ik zo zwoeg aan mpn gedicht, zo maar
„Isidoor" tegen mp komt zeggen? Ik
geloof dat ik nachtmerries begin te
krygen van het dichten."
„Isidoor!" zei Jeroen weer.
Nog steeds zonder zpn ogen te openen
zei Isidoor, terwpl hp bedachtzaam knik
te: „Iemand zei inderdaad „Isidoor".
Ik heb me niet vergist. Iemand zei
„Isidoor". En dat nog we] in het holst
van de nacht.
Wie je ook mag zijn, zei je werkelpk
„Isidoor"?"
„Ik zei heus „Isidoor"," antwoordde
Jeroen.
Isidoor opende heel, heel langzaam
Bath, (Groot-Brittannië) een stad
met ongeveer 80.000 inwoners, ligt aan
de rivier de Avon, die door het grote
industriegebied van Bristol stroomt.
Ten noord-oosten liggen de Cotswold
heuvels, een van de meest aantrekke-
lpke en gevarieerde landstreken van
Engeland, en ongeveer 12 mpl ten zui
den van Bath figgen de oude kalkstenen
Mendip heuvels, waarvan de hoogste
top ongeveer 350 meter hoog is.
De Romeinen kozen Bath ais vesting
en bemoeiden zich, speciaal met de
mineraalbronnen in de stad. Zp plaat
sten er installaties die zelfs in Rome
nog niet bestonden. Maar de eêr voor
de ontdekking van de geneeskrachtige
werking van het water gaat naar de
zoon van een Saksische koning die dit
toevallig ontdekte, toe.i hij door de le
pra aangetast, zijn brood als zwpnen-
hoeder verdiende in de omgeving van
Bath, ver weg van het hof van zpn va
der. Na de ontdekking van de genees
krachtige werking liet hp er baden
bouwen, uit dankbaarheid voor zpn ge
nezing.
Driehonderd jaar lang was Bath een
Romeins gezondheidsoord. De baden
die zij in die tijd bouwden kan men
nu nog bewonderen.
Het grote bad is 24 meter lang, 12
meter breed, en 1.80 meter diep. Het
water komt in het bad door een loden
pijpleiding, die 2000 jaar geleden door
een loodgieter werd aangelegd. Achter
het grote bad is een rond bad, 10 meter
doorsnee, dat waarschpnlpk werd ge
bruikt door vrouwen en kinderen.
De Angelsaksen die de stad in 577
verwoestten schonken geen byzondere
aandacht aan de baden, zp dachten dat
ze het teken waren van een luxueus
volk, dat alleen pret kon maken. De ba-
d' verzoutten, en vele bouwwerken ge
raakten volkomen in verval. Toen men
dit alles in de negentiende eeuw dan ook
opgroef, beschouwde men het als een
vaa d® grootste vondsten van deze eeuw.
Bath werd in de achttiende eeuw
weer een druk bezochte stad. De lig
ging van de stad met haar mooie uit-
zumten en het omliggende heuvelland
schap zal hier een van de oorzaken van
geweest zpn. Bath werd zeer druk be
zocht door rijke, en vooraanstaande per
sonen, en op de weg naar Bath kon
men in die tijd de koetsen zien voort-
iiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Zo werd Guido Gezelle wel genoemd.
Hij was een van de bekendste Vlaam
se dichters (1830-1899), wiens 60ste
sterfdag 27 november wordt herdacht.
Gezelle was priester en dichter, een
natuurminaar, vriend van bloemen en
gewassen, van dieren, zon en water
en van goede mensen. Daar zijn vader
bloem- en 'boomkweker was, leefde
Guido Gezelle van jongsaf te midden
van een bloemenhof. Vaak ging hp
met Guido wandelen en dan wees hy
zoon op de pracht en de kracht van
de bomen en op het wonder van een
opengaande bloem. Guido's moeder
was een godsdienstige vrouw en van
haar erfde Guido zyn liefde voor het
katholieke geloof, welke hem het pries
terambt deed kiezen.
Guido's jeugd is onbekommerd en
vol vreugde geweest. Van de zorgen,
die zijn ouders hadden, merkte hy
niets. Toen hp echter vpftien jaar was,
gingen hem de ogen open en zag hp
de moeilpkheden, waarmee vader en
moeder hadden te kampen. Dadelpk
nam hp een kloek besluit en werd por-
llllilllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
zijn linkeroog en keek naar Jeroen. Toen
opende hy ontsteld plotseling beide ogen
zo wijd als hij maar kon. Hp sperde
zpn bek open tot Jeroen hem in de keel
kon kpken en stiet een verschrikkelpke
kreet uit. En op hetzelfde ogenblik viel
hp flauw.
DAAN ZONDERLAND
(Wordt vervolgd)..
rollen om hun passagiers naar het vro-
ïyke leven te brengen. Binnen korte tpd
werd Bath een aanzienlpke stad.
De Abdy van Bath dateert uit 1499, op
die plaats stond voor die tijd reeds een
Saksische Abdij, waar in 973 Edgar tot
koning van Engeland werd gekroond.
Het schip van de kerk heeft een prach
tig, in waaiervorm gewelfd dak en een
raam met schitterend gebrandschilderd
flas, waar 56 taferelen uit het Nieuwe
estament zpn afgebeeld.
illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliillllllllllllllllllllllll
Dolgraag zou hp gevlucht zpn naar
vader en moeder, maar alles ging zo
vlug net als in een droom zonder dat
Epinar er helemaal erg in had.
Geruisloos, door de zware tappten,
liepen ze door allerlei prachtige zalen,
totdat de heer eindelpk een lage brede
eikenhouten deur opende.
Een grote bruine hond kwam hen te
gemoet. Hp deed Epinar niets. Een be
haaglijk blokkenvuur brandde onder de
schoorsteen en voor Epinar het wist
zat hij op een tabouretje aan de voe
ten van de oude heer bp het vuur.
En hoe het kwam wist Epinar zelf
niet, maar hp vertelde over zijn leven
in de molen met vader en moeder en
van zpn idealen en dat hp dolgraag stu
deren wilde.
Lang spraken de grpsaard en het kind
bp het vuur totdat de woeste wind een
sparrekegel tegen het venster sloeg.
Dit bracht de oude heer tot bezin
ning. „Je moet naar huis Epinar",
sprak hp. Plotseling bedacht Epinar
met schrik dat vader en moeder mis
schien al lang terug waren en wel vre-
selpk ongerust zouden zpn. De defti
ge heer gaf Epinar tot afscheid een kus
en een prachtig sprookjesboek en ziels
gelukkig stapte Epinar in een rijtuig
je dat hem naar zijn ouders terug zou
brengen.
Twee palfreniers zaten achterop.
In woeste galop reden ze over de don
kere hei. De lampen zwaaiden hun licht
wild her- en derwaarts heen. Dicht bij de
molen hoorde Epinar twee jongens heel
in de verte schreeuwen: „Wat is er aan
de hand?
Je molen staat in brand."
Toen zakte Epinars vreugde ineens.
Het was alles wel vreemd geweest.
Ook vader en moeder vonden alles
toch wel heel vreemd.
(Wordt vervolgd).
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiii
tier aan het seminarie, waar hij stu
deerde, waardoor hij zijn studie gedeel
telijk kosteloos kon beëindigen.
In 1854 werd hp priester gewijd en
Gezelle heeft verscheidene kerkelpke
ambten bekleed. Een groot aantal ge
dichten heeft hij geschreven en het
spreekt haast vanzelf, dat vele gedich
ten de bloemen tot onderwerp hebben.
GUIDO GEZELLE