CHURCHILL vijfentachtig jaar
Op geen titel is hij so trots als op die van
Memher of
|Xl
Muziek propageren: praten of doen
D
DUJARDIN
DE VADER VAN HET BRITSE LAGERHUIS
DE BONTE WERELD VAN DE CARMELMARKT
Geen geboren
redenaar
Conservatief die twintig jaar
liberaal is geweest
De politicus
WITTE
KRUIS
KRUIS 1
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1959
PAGINA 9
DE £Ckte PIJNSTILLER
H
H
m
Boek der zeven zeeën
ch?rr8ens
'engoff Street is in Tel-Aviv de straatwaar men flaneertwaar men kijkt en
bekeken wordt.
Advertentie
Hoofdpijn... maar ook andere
plagende pijnen verjaagt u
prompt met WITTE KRUIS.
Tabletten, poeders
of cachets!
Enige tijd geleden (12 nov. j.L.)
hebben wij het verslag gepubliceerd
van een reis, die een onzer redac
teuren aan boord van een vliegtuig
van de „El Al" naar Israël heeft ge
maakt. Het nevenstaande artikel is
het eerste van een reeks, waarin de
ervaringen staan beschreven, die onze
redacteur tijdens zijn verblijf in Is
raël heeft opgedaan.
55J
Wie wel eens vergaderingen van het Britse Lager
huis heeft meegemaakt waarbij Churchill aan
wezig was, zal iets gevoeld hebben van de betovering
die van deze man juist in deze omgeving uitgaat. Van
alle „Honourable Members" is hij de meest aanzien
lijke. Geen lid van het eerbiedwaardige college kan
zich beroemen op een zo glorierijke carrière, als de
man die in de donkerste dagen van de tweede wereld
oorlog het moreel van de Britten en dat van de vol
keren in de bezette gebieden wist te sterken met zijn
inspirerende woorden. Churchill heeft in het Lager
huis, vooral in 1940, met zijn prachtige rollende vol
zinnen, die langzaam en op grommende toon werden
uitgesproken, de hysterisch schreeuwende Führer keer
op keer op vernietigende wijze van repliek gediend.
„Niemand kap zeggen hoever het rijk van Herr Hitier
zich zal uitstrekken voor deze oorlog voorbij is", zo
sprak Churchill op 5 september 1940, „maar ik twijfel
er niet aan, of het zal even snel voorbij gaan, of mis
schien nog sneller, als Napoleons rijk, al zal dat dan
natuurlijk zonder die schittering en die roem geschie
den".
Churchill heeft in het Lagerhuis waarschijnlijk de
mooiste ogenblikken van zijn leven beleefd. Men drukt
zich te zwak uit als men zegt, dat hij er zich thuis
voelt als een vis in het water. Hij is inderdaad nergens
zo in zijn element als in het parlementsgebouw, maar
hij is er niet slechts helemaal thuis, hij heeft er ook
altijd een dominerende rol willen spelen. Dat begon al
in februari 1901, toen hij in zijn „maiden speech" bij
zonder de aandacht trachtte te trekken, en dat is
zo meer dan een halve eeuw doorgegaan.
Maandag is het 85 jaar geleden, dat
Winston Leonard Spencer Churchill,
de zoon van Lord en Lady Randolph
Churchill, op het buitengoed Blen
heim geboren werd. Churchill zal
door latere geschiedschrijvers waar
schijnlijk beschouwd worden als een
van de meest geniale figuren van de
eerste helft van de twintigste eeuw.
Hij is een uitermate veelzijdig man.
Hij heeft zich cp briljante wijze on
derscheiden als staatsman, als schrij
ver en als redenaar. Hij heeft zich
doen kennen als historicus, soldaat,
schilder, wijsgeer en sportsman, om
maar een paar voorbeelden te noe
men.
Verreweg het grootste deel van
zijn leven was gewijd aan de politiek.
Churchill heeft zich. zelf altijd op de
eerste plaats gezien als lid van het
Lagerhuis. Aan dit aspect van Enge-
lands meest kleurrijke figuur is
nevenstaand herdenkingsartikel ge
wijd.
Het „Boek der zeven zeeën", waar
in Anthony van Kampen een reeks ver
halen over de zee en haar geheimen
heeft verzameld, is aan een tweede,
herziene druk toegekomen. En terecht,
want deze bundel van zilte avonturen
behoort tot de beste, die er in dit gen
re zijn. Het is een waardevol bezit
voor ieder die houdt van de goede zee-
mansromantiek. De uitgever is C. d«
Boer jr. Hilversum.
Churchill heeft in de loop der jaren
talloze malen van zijn respect voor
het „House of Commons" getuigd. „Het
is de citadel van de Britse vrijheid",
zo verklaarde hij in oktober 1942. „Het
is de fundering van onze wetten". Sir
Winston heeft het Lagerhuis betiteld
als „The Mother of Parliaments". Het
is in zijn ogen de meest voorbeeldige
volksvertegenwoordiging ter wereld.
Tel-Aviv weerspiegelt
dynamiek van ISRAEL
TEL-AVIV, nov. In de officiële reisgidsen wordt er maar een enkel
woord aan gewijd: aan de Carmelmarkt in Tel-Aviv. En toch is dit
Gen van de meest fascinerende wijken' van de stad. Als de duisternis is
gevallen en dat is op het ogenblik al vrij kort na vier uur plaatselijke
'3d wordt er bij het licht van stormlampen, oliepitjes en neonbuizen
geoffreerd, afgedongen en verkocht. De bezoeker uit Europa raakt niet
Ze ^^eken op het assortiment van waren: groen-gele mandarijnen, blo-
jrr granaatappelen, zilverwitte knoflook en donkerpaarse aubergines,
op stn stalletjes, die overdekt zijn met modieuze damestruitjes. Midden
maaitiiriat bevindt zich een houtskoolkomfoor, waarop een Levantijnse
geroosterrt'0rdt bereid: stukjes lamsvlees, geregen aan pennen, worden
de geur 6n de blauwe walm> die daarvan opstijgt, vermengt zich met
vreemd Van geraden sjalotten en tomaten. Kunstbloemen, snoepgoed en
bewoerrf atte broden worden aan de man gebracht. En langs de stalletjes
blik ko Z'°'1 een dichte menigte kopers en kijkers. Op een gegeven ogen-
twee „rn°n twee neringdoenden als kemphanen tegenover elkaar te staan,
gr°entehandelaren, die elkaar met fonkelende ogen en in ondoor
zichtig Hebreeuws de waarheid zeggen. Er is maar één woord, dat ons
bekend voorkomt. Allebei slingeren ze het hun tegenstander in het gelaat:
„Idiooten het is nauwelijks te geloven, dat dit een zeer oud Talmoedisch
Woord isDe marktbezoekers maken vol verwachting plaats voor het
relletje en zij praten nog na, als de ruzie al lang is verflauwd en de beide
°Pponenten naar hun stalletjes zijn teruggekeerd. Hacarmel Street is een
soort geconcentreerde Albert Cuyp, met misschien een vleugje Pasar
°aru; de weeë lucht van de guava's doet sterk denken aan de durian.
Iet is er kleurig, bont en beweeglijk; er hangen duizend geuren tegelijk en
er flaneert een verrukkelijk slag mensen.
ï"ra'6rre Gilbert, die zeven jaar lang
We ambassadeur in Israël is ge-
8eh beeft dezer dagen op zijn af-
J-heidstournee gesproken over het ge-
rtj waarmee de Israëliërs in opwin-
ï"1? kunnen raken. „U bent toch bljjk-
0aar heel sterk een mediterraan volk
gebleven", zei hij en dat was een waar
yoord. Niet alleen op de markt, maar
"Pk over de straten en pleinen beweegt
w?een mediterraan volk, levendig,
*tisch en met een aanstekelijke nei-
om de conversatie door middel
te* handgebaren breedte en perspec-
*5 te verlenen.
de zaterdagavond, wanneer de
Li]!, a's geëindigd wordt beschouwd,
V|' het, of alle 360.000 inwoners van
iJJ-Aviv de grote winkelstraten bevol-
Ojb' Zij slenteren langs Allenby Road
Zitten op de terrasjes van de Di-
6|igoff Street.
ItjLaar, in het centrum van de stad,
VgVgt men een kaleidoscopische indruk
het moderne Israël. Bijna alle nu-
van J°odse orthodoxie zijn er ver
banhwoordigd: ascetische mannen met
den den en breedgerande zwarte hoe-
Va,}' modieus gekWde vrouwen, die
Ziet, zo onwezenlijk knap zijn, dat men
}sa aanhoudend verbaast, dat er in
lien el niet iedere dag een nieuw Hoog-
thpt wordt geschreven: kleine jongetjes
lüL °P het hoofd stemmig-zwarte of
ItinT'g geborduurde schedelkapjes, de
bei, ,s- Men loopt, men kijkt, men wordt
keken.
meest opmerkelijke groep vormen
bonhien de sabra's, die in het land ge-
den n Israëliërs, die zo genoemd wor-
dip naar de vrucht van de cactussen,
*tof°ueral langs de buitenwegen in het
Za0, "Urken: stekelig van buiten en
van binnen. Er wordt van hen ge-
be?P' dat hun omgangsvormen niet on-
diet e'Ük zijn. Inderdaad schromen zjj
A„rii °m in het hyper-luxueuze Mann-
llsoh 'Um een meert van het Israë-
Won,f Philharmonische Orkest bij te
Of en dan gekleed te gaan in shorts
«VenS?.s" Uitermate toeschietelijk zijn zij
ganso'i1 en Ilet aantal hunner, dat de
zieriijsdag op kauwgom kauwt, is aan
gier)011 kan dat onwellevendheid noe-
steij' "laar men kan het ook anders
b'ettw ?Ien kan °°k zeggen, dat deze
jcuwp t
0 idio °°dse generatie is verlost van
ih de °ii.yncrasieën, die het voorgeslacht
"'aspora en wie weet in de
Jh
ka:
ztin opgedrongen.
dinK a„ r' die ogenblikkelijk de hou-
tot hemlne-emt' wailneer men het woord
1 komt ''abt, is bepaald geen sabra.
£e'eerrl Ult HonSarije en heeft zijn vak
blijft 'n Boedapest. Als hij in Israël
Zuil» z«n kinderen sabra's zijn.
DÏCt IHPPr n rit liouHinir cnrin.
stuk zal 'ijken, oi zij langer van
Jfjn geworden en of zij blonder
evriiii •ilun vader. De sabra's zijn
tfUste tr'a het Shetto en met zelfbe-
J^ienden Wandelen zij temidden van
aKoff vriendinnen over de Di-
Street.
°om e,en Ualiaans eetpaleis van
fetrokl<R„ j8 s wordt onze aandacht
?®®1. Qrr'' °,r epn merkwaardig tafe
lt hun lviad0r en grootmoedei gaan
n- Er fltind .buiten de deur"
rt-r> klein i nPg oen vierc hongerige:
dÜr °P ha JUln ,hondje. dat grootmoe-
aagt. g J „tWei""ecaP't°nneerde heup
Grootvader bestelt één bord
Met welbehagen nuttigt hjj onge
veer twee-derde van het gerecht en
dan roept hij de kelner. Hij wijst met
afgrijzen naar zijn bord en somt in
enkele Jiddische zinnen zijn klachten
op: „In de eerste plaats smaakt het
naar niets en in de tweede plaats is
het veel te weinig."
„Falafel" is een van de meest geliefde oriëntaalse gerechten b?IsraH' ifen ?°°rt
soep. Hu neemt zelf een paar lepels 'h0ue'pannekoek, Pittageheten, wordt doormidden gesneden, in het aldus
vol, veegt dan zyn mond en zyn snor verkregen eetbare „zakje" wordt een rijke hoeveelheid gepe1ke
af met dc rug van zyn hand en schuift, groentesoorten gestopt, alsmede gebakken balletjes, gemaakt wten-
met een meesterlyk geacteerde verach- y t „koning van de Falafel" treft men in Tel-A™ aan.
ting voor de overige bezoekers van het
restaurant, het bord door naar groot
moeder, die zwijgend het restant deelt
met het kind. Het hondje wordt geluk
kig gemaakt met een of ander onder
deel van de kip.
Grootvader laat nu de tweede gang
komen, wederom één bord, ditmaal ge
vuld met een of andere „pasta". Het
protocol wordt gewijzigd. Grootmoeder
en kleinkind mogen er eerst iets van
nemen: zij haasten zich, om zoveel mo
gelijk naar binnen te krijgen. Maar de
regie van grootvader is onverbiddelijk.
Hij geeft -en bevelend tikje op het
tafelblad en gedwee wordt hem de
„pasta" toegeschoven.
it jaar bestaat Tel-Aviv een halve
eeuw. 7 leir Dizengoff, naar wie
de grote winkelstraat en een fraai
plein zijn genoemd, behoorde tot de op
richters en hij was de eerste burge
meester van de stad. Vijftig jaar ge
leden L :vcnd zich op deze plaats een
verlaten duinlandschap. In Jaffa woon
den wel Joden, maar zij huisden voor
namelijk in gebouwen, die door de Ara
bieren waren neergezet <_n die bijster
primitief en onhygiënisch waren.
Sommige Joden sloten zich aaneen in
een bouwverenig'ng, de „Ahuzat-
Bayit". Het was hun bedoeling een
woonwijk in Europese stijl te stichten.
Zij kochten ren stuk duingrond ten
noorden van Jaffa en in 1909 begonnen
zij te bouwen met een krediet, dat hun
was verstrekt door het Joods Nationaal
Fonds. Zij gaven hun woonwijk de naam
Tel-Aviv, de Heuvel van de Lente; zo
luidde ook de titel van de Hebreeuwse
vertaling van het boek van Theodor
Herzl „Altneuland". ,V^lqi7 hde. in
tocht van Lord Allenby m j317 breidde
Tel-Aviv zich snel uit. Het ^"vleugel-
de het oude Jaffa, MeeZ "M®.21 een
semi-autonome statfSj,f o-rnntctL zIcb
thans ontwikkeld tot de g ste. stad
van Israël.
Tel-Aviv, zo zegt op
wissels. Een ander .verhaal is, dat de
„Ahuzat-Bayit" vuftig -,aa J®'edfn is
begonnen te bouwen °p L 1'0t, fat
werd verleend op ee.n n 'epeltje.
Op dat eerste krediet werden nieuwe
kredieten gegeven en pa .laar, nu
er een Joodse metropolis is verrezen,
heeft men ontdekt, J ]fiE niet
van zilver wasNatU"rj^ ,z"n
sterk apocrieve lezingen, mar ker is,
dat Tel-Aviv, zoals het er nu staat, een
goed voorbeeld is va" ulta,ten,
waartoe een weinig orthodoxe en geheel
cntraditionele economie m Israel heeft
geleld' H. J. NEUMAN
e lichte ergernis, waarmee som
mige aanwezigen zich onder
wierpen aan het experiment
een mondelinge inleiding op een mo
dern werk, in casu Wouter Pa-ap die
Bartóks Muziek voor snaarinstrumen
ten, slagwerk en celesta toelichtte vóór
de uitvoering onlangs door het N. Holl.
Philh. Orkest onder leiding van Henri
Arends bracht ons het strafuur in
herinnering, dat wij op middelbare-
schoolleeftijd diverse malen hebben
moeten uitzitten wegens het spijbelen
van de uitleg der Jeugdconcerten. Het
was vlak voor de oórlog, het modernste
wat de jeugd toen voorgezet kreeg, was
eigenlijk wel Debussy, maar een uit
leg van Coriolanus of de Pastorale
achtte men evenzeer nuttig en noodza
kelijk. De instinctieve afkeer van dit
praten over muziek, alvorens er naar
te mogen luisteren, was destijds trou
wens algemeen, en naar aanleiding
van het Haarlemse experiment willen
wij ons er hier nog eens op bezinnen.
Is het inderdaad mogelijk, dé compo
sitie toegankelijker, de luisteraar ont
vankelijker te maken door zulk een in
troductie'' En aan w^lke voorwaarden
moet deze dan voldoen? Op de eerste
plaats moet zij zo beknopt mogelijk
zijn, en zodoende meer tijd laten voor
de tweede helft van het experiment,
het herhalen van het onderhavige werk
na afloop van het concert. Ten tweede
moet zij rekening houden met de ge
differentieerdheid van het auditorium,
met andere woorden gericht zyn zowel
tot de vergevorderde amateurs als de
volkomen muzikaal-niet-actieve leken
onder het publiek de aanwezige be
roepsmusici laten wij hier even buiten
beschouwing. Ten derde moet zii dié
gegevens vermijden, die in het pro
gramma opgenomen kunnen worden, zo
als biografische of karakteristieke
over de componist, samenstelling van
het orkest of beschrijving van minder
„alledaagse" instrumenten. Ten laatste
rest, dat zij bestaat uit woorden, di
rect naast het orkest uitgesproken, zo
dat laten spelen van de thema's en
fragmenten van hun doorwerking, hun
combinaties en instrumentaties haar
unieke taak in deze situatie blijkt te
zijn.
Een vooral overzichtelijke! ana
lyse in het programma kan de toch al
tijd spoedig vervluchtigende en meer
concentratie verlangende opname van
het gesproken woord onzes inziens zeker
wel evenaren. Aan het ontberen van het
in de realiteit horen van de door het
orkest gespeelde thema's (die daardoor
tijdens de uitvoering gemakkelijker
herkend worden) valt aanzienlijk tege
moet te komen door het afdrukken van
enige notenvoorbeelden, die later thuis
nog con aardige geheugensteun kunnen
vormen bij het oproepen en herbeleven
van de ondergane luisteremoties. Om
het mogelijk te maken, zoki gedrukte
uiteenzetting tijdens de uitvoering te
raadplegen, moet het licht in de zaal
niet gedoofd worden, wat trouwens ook
erg hinderlijk is voor hen. die de par
tituur willen volgen.
Men zou zich terzijde nog kunnen af
vragen, of het een bedenkelijk teken is
ten aanzien van de muziek zelf, de
wei-Kwijze en de geestelijke instelling
van onze contemporaine componisten,
dat er over gepraat moet worden, al
vorens men enig begrip of waardering
kan verwachten. Men kan zich troosten
met de gedachte, dat in andere heden
daagse kunstuitingen en bijv. ook in
politicis de algemene belangstelling
traag te prikkelen en burgerlijk-be
grensd is, en dat er dus sprake is van
een gebrek aan openheid voor de uitin
gen van deze tijd. (Kan men liederen
van Fauré, Duparc. Debussy waarde
ren zonder enig aanvoelingsvermogen
voor de gedichten van Baudelaire. Ver-
laine. Mallarmé op zich? Of mutatis mu
tandis Wclf-Eichendorff. Mörike?)
Een averechtse uitwerking zou zo'n
inleiding ook nog kcinneri Krijgeri wan
neer zij het idee zou sterken: het mo
derne oeuvre kan geen puur-muzik^le
emoties meer verwekken, er moet
eerst met behulp van het intellect in
gewroet worden en is uiteindelijk een
aangelegenheid voor een handjevol uit
verkorenen, die de verschuldigde eer
bied voor zoveel vakmanschap kunnen
opbrengen.
De grondfout bij het tegenwoordige
concertpubliek, een van de voornaam
ste hindernissen voor het verwerken
van voor hen onontwarbare en onver
staanbare klankmijmeringen of -uitbar
stingen, wordt gevormd door de geheel
harmonisch-georiënteerde luisterge-
woonte, die het pure begrip melodie
heeft doen vervagen tot een leidraad of
aanleiding voor een schone opeenvol
ging van akkoorden, die r>u elke melodie
een begeleiding denkt ot wenst en het
samenklinken van meerdere stemmen
of instrumenten te zeer. als momentele
harmonieën wil zien, met als (als het
ware willekeurig) cc®- °f dissonerend
samentreffen van zelfstandig verlopen
de melodieën. De hedenda.agse compo
nisten hebben, om een uitdrukking van
prof. J. Smits van Waesberghe te ge
bruiken. van de harmonisch gehoorde
melodie genoeg. Er is een herleving
van het zuiver melodisch horen gaan
de. Het aankweken van dit melodisch
gehoor zal toch weer via de concert
zaal moeten gebeuren, bijv. door mid
del van het veelvuldiger doen optreden
van a cappella-koren met de oude poly
fone (en wonderlijk boeiende) scheppin
gen uit de middeleeuwen. Dit kan het
zij als afwisseling op de eeuwige solist
in het programma, hetzij in zelfstandi
ge concerten en vooral ook in jeugd-
en schoolseries. Een concertgebouw is
uiteindelijk een plaats om muziek tot
klinken ie brengen, niet om erover te
praten!
MIA ALEVEN-VRANKEN.
Churchill heeft al in 1899, toen hij
pas 25 jaar oud was, een poging ge
daan om een zetel in het Lagerhuis te
bemachtigen, maar hij slaagde er
niet in om zijn tegenstander te ver
slaan. Fen jaar later, toen hij zo
van de Boerenoorlog thuis kwam, had
hij meer succes. Hij werd gekozen
als lid voor het district Oldham, met
de wel zeer bescheiden meerderheid
van tweehonderddertig stemmen. In
zijn boek „My Early Life" merkt hij
bij de beschrijving van deze overwin
ning op: „Ik was zes en twintig. Was
het te verwonderen, dat ik meende,
dat ik er nu gekomen was? Maar
gelukkig is het leven zo gemakkelijk
niet: anders zouden wij ai te gauw
het einde ervan bereiken". Als Chur
chill overigens zijn herinneringen op
haalt uit zijn eerste tijd in het Lager
huis, schildert hij zich als een suc
cesvol politicus. Maar in het opstel
van Earl Winterton in het zes jaar ge
leden verschenen boek „Churchill by
His Contemporaries" wordt een an
der beeld van de situatie gegeven.
Churchill was, volgens Winterton,
evenals eens Disraeli) in zijn eerste
Lagerhuisjaren niet populair en hij
werd aanvankelijk over het algemeen
niet ernstig genomen. De jonge, eer
zuchtige politicus werd voortdurend
met spot en hoon bejegend. Maar die
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiniiiiiuiiiiiniiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:
tegenwerking heeft hem niet geremd
in zijn ontwikkeling. Misschien zou
men moeten zeggen: integendeel.
Vechtlust is altijd een typische ka
raktereigenschap van Churchill ge
weest. Zowel op het slagveld als in de
vergaderzaal heeft hij zich steeds een
moedig strijder getoond, en als rede
naar schitterde hij meer, naarmate hij
feller werd aangevallen, hetzij in de
radio-toespraken van de .Nazi's tijdens
de oorlog, hetzij, in vredestijd, door de
Labour-leiders van „Hare Majesteits
loyale oppositie".
Churchill beschikt over een groot
meesterschap over de taal, maar
hoe paradoxaal het ook moge
klinken: hij is geen geboren spreker.
Over de moeilijkheden die hij in zijn
eerste Lagerhuistijd moest overwinnen
heeft hij later geschreven: „In die da
gen (1901), en inderdaad jarenlang, kon
ik nooit iets zeggen (behalve een zin als
antwoord), dat ik niet had opgeschre
ven en van te voren uit mijn hoofd had
geleerd. Ik had nooit de praktijk gehad
om voor de vuist te spreken, welke de
jonge studenten aan de universiteiten
opdoen in hun debatingclubs". Maar
Churchill is in de loop der jaren zijn
handicap glansrijk te boven gekomen,
en in de tweede wereldoorlog heeft de
hele wereld hem leren kennen als een
weergaloos redenaar, wiens toespraken
op het ogenblik terecht zijn opgeno
men. in letterkundige bloemlezingen
voor het middelbaar onderwijs. Uitspra
ken uit 1940 als „I have nothing to
offer you but blood, toil, tears and
sweat" en „Never in the field of human
conflict was so much owed by so ma-
De 49-jarige Winston Churchill tijdens een verkiezingstoespraak op 4 oktober 1924.
Churchill in 1910. Hij was toen 35 jaar
oud.
ny to so few" behoren tot de meest
geciteerde historische woorden die in
de oorlog geklonken hebben.
Churchill is gedurende verreweg
het grootste deel van zijn lange leven
lid geweest van het Lagerhuis, maar
zijn parlementaire loopbaan is be
paald niet zonder ernstige tegensla
gen verlopen. De grootste slag die hij
in de politiek te incasseren heeft ge
had, was de nederlaag van zijn par
tij bij de verkiezingen van 1945. Hij
kon eenvoudig niet begrijpen, dat het
Britse volk hem niet voor een nieu
we regeringsperiode het vertrouwen
had willen geven, nadat hij zich in
de oorlogsjaren zo met hart en ziel
aan de redding van zijn land had ge
wijd. Maar des te groter was zijn
voldoening, toen hij in oktober 1951
opnieuw premier werd, welke functie
hij tot april 1955 heeft bekleed.
Geen Lagerhuislid heeft zoveel mi
nisteriële posten bekleed als hij. Reeds
in 1908 werd hij minister van Handel,
en sindsdien heeft hij aan het hoofd ge
staan van de departementen van Bin
nenlandse Zaken, Marine, Munitie, Oor
log, Koloniën en Financiën, waarna hij
tweemaal met de leiding van het kabi
net werd belast.
Voor de jongere generatie is Chur
chill het type van de Conserva
tieve staatsman, maar het is niet
algemeen bekend, dat hij niet altijd de
belangen van de „Conservative Party"
heeft gediend. Churchill is zijn parle
mentaire carrière als Conservatief be
gonnen, maar reeds in 1904 liep hij
over naar de Liberalen. Twintig jaar
lang bleef hij de Liberale beginselen
toegedaan, maar in 1924 keerde hij te
rug tot de partij van zijn jeugd, en in
1940 zou hem de leiding van deze par
tij worden toevertrouwd. In de laatste
59 jaar is hij niet onafgebroken lid van
het Lagerhuis geweest. Van 1922 tot
1924 heeft hij bijvoorbeeld niet actief
deel kunnen nemen aan het parlemen
taire leven, en dit moet een bittere
periode voor hem zijn geweest. Ook
heeft hij in het House of Commons niet
altijd hetzelfde kiesdistrict vertegen
woordigd. Hij is, behalve van Oldham,
ook afgevaardigde geweest van Noord
West Manchester. Dundee en Epping.
Het kiesdistrict Woodford vertegen
woordigt hij pas sinds 1945.
Bij de jongste verkiezingen, die van
8 oktober j.l„ wist de 84-jarige Sir Win
ston zijn zetel te behouden met een
ruime stemmenmeerderheid. Hij heeft
nu de onofficiële titel van: „Father of
the House".
Als Churchill gewild had, zouden
Koning George de Zesde of diens op
volgster, Koningin Elizabeth de Twee
de hem gaarne in de adelstand heb
ben verheven. Misschien zou hem wel
de titel van Hertog ten deel geval
len zijn, waarmee hij dan in het voet
spoor zou zijn getreden van zijn
roemrijke voorvader de Duke of Marl
borough. Maar Churchill heeft zich
steeds tegen een dergelijke onder
scheiding verzet, omdat dit zou be
tekenen, dat hij het Lagerhuis moest
verlaten en hij wenste niet bijgezet
Advertentie
te worden in het House of Lords,
waar hij in de verste verte niet zo
veel invloed zou kunnen uitoefenen
als in Brittannië's Tweede Kamer.
Churchill heeft verscheidene letters
achter zijn naam staan, die een aantal
hoge onderscheidingen aanduiden. Zo is
hij bijvoorbeeld sinds 1953 Ridder in de
Orde van de Kouseband. Maar van al
die letters achter zijn naam zijn er hem
een tweetal het meest dierbaar: M.P.
De titel waarop hij het meest trots is,
is die van „Memher of Parliament".
HANS BRONKHORST
Advertentie
Alleenverkoop WENNEKER Schiedam