iQe nieuwe staatssecretaris voor Nieuw-Guineayeje Vragen rond
55Een fascinerende opgave
Mr. Th. Bot, man van het
buitendijkse denken
Heer in de horeca-sfeer
J
'sfunc
Woningbouwactiviteit dit jaar
aanzienlijk hoger dan in 1958
Lands Kroniek-
Gesprek over
reclame-T.V.
DE BESTE
REEP
T
JGT
Een nieuwe Flora
I
f
reclame-televisie
Volgend jaar vrij sterke afremming
in het westen van het land
Minister Van Aartsen op „baksteendag"
Naar onafhankelijke
programma-mij
De zaligverklaring
van mgr. Ariëns
Prof. dr. J. Heimans
WOENSDAG 16 DECEMBER 1959
PAGINA 3
„Nederland heeft op grond van zijn ervaring en traditie een
*^iat van kennis met betrekking tot de tropische gebieden. Die
Roeten wij gebruiken nu wij de verantwoordelijkheid hebben voor
^ieuw-Guinea. Er wordt in de wereld allerwegen ingezien, dat de
Onderontwikkelde gebieden moeten worden geholpen. Wel, wij heb
ben zelf een onderontwikkeld gebied en daarmee heb ik rekening
te houden. Mijn taak zal het zijn, in nauwste samenwerking met
°e gouverneur, de Papoea's zo snel mogelijk een meer menswaardig
bestaan te geven en hen uit te rusten voor de toekomst, die hun
wacht.
Iemand heeft eens enigszins raillerend gezegd: „Geef het Neder
landse volk een roeping en ge zult zien, waartoe het in staat is".
Wy zijn de democratie deelachtig geworden, daarom hebben we, ook
^vat Nieuw-Guinea betreft, de plicht naar beste vermogen mede te
berken om de democratische beginselen te beschermen en tot ver
dere ontwikkeling te brengen, niet slechts in Europa of in de Wes-
erse wereld alleen, doch ook daarbuiten, en waar mogelijk een dam
?P te werpen tegen totalitaire bedreigingen door de bevolking te
ftelpen by haar geleidelijke zelfontplooiing in vrijheid.
Een commerciële en zeevarende natie als de onze heeft daar-
**aast natuurlijkerwijze behoefte aan recht en geordende toestan-
Het is voorts ook van nationaal belang de ervaring, die wij
bben, voortdurend levend en up to date te houden via de eman-
Patie 'Van een primitief volk. Dat prikkelt ons tot grotere krachts-
Pspanning. Maar tegelijkertyd heeft het ook een gunstige weerslag
PP ons zelf, want het werk, dat we daar te doen hebben, werkt
bevruchtend op onze eigen inspanningen. Denk eens aan Wagenin-
&en wat de Landbouw betreft, aan Delft voor het oplossen van
technische moeilijkheden, aan Leiden en Amsterdam in verband
met talen en tropische geneeskunde.
Zo gezien en zo moet men het zien is het beschaven van
dit onderontwikkelde gebied zowel een geestelijk voorrecht als een
geesteiyk voordeel. Hier meet men wellicht met onzichtbare maten,
ftiaar wy zouden niet zijn wat we nu zijn, indien een onrust als
deze ons niet voortdurend had bezig gehouden. Dit zijn concrete
doordelen, die aan ons werk ginds verbonden zijn".
ft 1.K van h„,p
OVER DE GOEDE TOON EN GLADSTONE
-i
Wie gaat er vóór in café of
restaurant? Daarover is men
Let wel eens: de heer. Hij
„verkent" het terrein en leidt
zijn dame dan naar een goede
plaats. Hij helpt haar natuurlijk
ook galant uit haar mantel!
„Wat zullen we gaan eten?"
Uw dame oppert wellicht iets,
U bent (met hulp van de ober) de
vriendelijke adviseur. En vraagt
U de ober gerust wat men op de
menukaart nu eigenlijk
bedoelt met deze of gene Franse
benaming. Ook de dranken
worden in gezamenlijk overleg
gekozen, en dan doet U de
bestelling. De sigaretten die U
daarna presenteert? Gladstone
natuurlijk. Want Gladstone is -
met of zonder Silk Filter - een
sigaret die iedereen voldoening
schenkt
VOORNAAM EN AANGENAAM
Geen rijkere glans dan kaarslichtGOUDA kaarsen I
Schiere monnik voor Schiermonnikoog -
Volgend jaar onthulling Een erezaak
Dit zegt ons de nieuwe staatssecreta
ris voor Nieuw-Guinea, mr. Th. Bot, in
?Ün woning aan de Sijzenlaan in Den
Haag. „Het is eigenlijk een fascineren
de opgave", zegt hij. „Wij moeten vooral
dok met moderne middelen trachten
Ie bereiken, dat de Papoea's zelf be-
pVgstelling krijgen in hun eigen evolu-
Dan maken wij hen intern weer-
i„ar en minder vatbaar voor verkeerde
invloeden. Mijn taak zal dus een geheel
cterne zijn. De externe verhoudingen
ijjsen Nieuw-Guinea, Nederland en de
fpteld vallen formeel buiten mijn com-
Ntie".
Het
bir Bol bekend, dat staatssecretaris,
Vattineen °P zÜn wijze en met zijn op-
thi„J.i„(rph&or een moderne aanpak op
«tetrfc een ki-heeft geijverd, waarbij hij
w4?t van deftig voorstander is ge-
- SL - ^nauwste samenwerking
Staatssecretaris mr. Bot en mevrouw E.
W. Botvan Hal.
lliiliiilllllillilllllllllllllllllllillliiiillllliliilllllliillllllllllllllli
pleuritis. Op 21 maart 1946 kwamen zij
in Holland aan. Mevrouw Bot werd op
genomen in het ziekenhuis in Apeldoorn.
Het tekent de persoon van de nieuwe
staatssecretaris, dat hij na een afwezig,
heid van bijna tien jaar met negen da
gen vakantie genoegen nam, omdat men
hem nodig had op het ministerie van
Overzeese Gebieden waar hij al spoe
dig hoofd werd van de afdeling Staat
kundige Hervormingen. Hij bleef daar
tot juni 1948, maakte intussen een reis
naar de West en naar Amerika en stel
de een concept op voor de herziening
van de Staatsregelingen voor de Neder
landse Rijksdelen in de West. Daarna
trad hij op als secretaris-generaal van
de eerste West-Indische Conferentie. Na
weer met dr. Beel en mr. Jonkman eni
ge malen Indonesië te hebben bezocht,
werd hij in juni 1948 plaatsvervangend
hoofd van de politieke afdeling van de
In een laconiek communiqué van
het ministerie van O.K. en W. wordt
een tip opgelicht van een der best
bewaarde politieke geheimen, nl.
van de plannen van de staatssecreta
rissen Scholten en Veldkamp inzake
de reclametelevisie. Wat daarin ge
zegd wordt is allerminst geëindigd
om met vertrouwen de nadere ont
wikkeling af te wachten. Hoewel
door het Kabinet nog geen beslissin
gen genomen zijn en de mogelijk
heid tot verwezenlijking van de oog
merken nog in nadere besprekingen
moeten worden onderzocht, wordt
intussen alvast te verstaan gegeven,
dat de voorkeur van de overheid
uitgaat naar een „onafhankelijke
programma-maatschappij".
Deze voorkeur wordt zonder enige
argumentatie bekend gemaakt. Waar
op zij steunt is geenszins duidelijk.
Welke houding de regering inneemt
tegenover de ernstige bezwaren, die
tegen een dergelijke ontwikkeling
zijn aangevoerd, is eveneens in het
duister gebleven. De vele grote
strijdvragen echter zijn door dit
communiqué ineens volop actueel
geworden. Wat wordt hier verstaan
'onder „onafhankelijk"? Onafhanke
lijk van de overheid? Van de kijkers?
Van geestelijke en maatschappelijke
stromingen? Van machtige belangen
groepen? Van de (georganiseerde)
adverteerders? Waarom kiest deze
regering voor een monopolisering
van de televisiereclame? En hoe
rechtvaardigt de regering dan een
eventuele keuze uit de verschillen
de concessie-aanvragen? Doch voor
al: waarom wordt er niet naar ge
streefd om de televisiereclame in te
passen binnen het bestaande televi
siekader, eventueel op een tweede
net? Hoe meent de regering, indien
zij een geheel vreemd element in
voert in het televisie-bestel, te kun
nen voorkomen dat de door een zeer
groot deel van de kijkers gedragen
zendorganisaties worden ondergra
ven?
Een antwoord op deze en vele an
dere vragen geeft dit communiqué
niet. Maar en dat is het grote nut
ervan het dwingt ertoe, dat men
zich zowel in de Kamer als daarbui
ten zeer intensief op de komende
nota inzake de reclametelevisie gaat
voorbereiden Met het televisieme
dium staan grote geestelijke volks
belangen op het spel. De botsing der
meningen omtrent de toekomst van
dit medium is vooral daarom terecht
een heet hangijzer ook in de po
litiek. Het communiqué heeft dit
hangijzeralvast vóór-verhit.
iiiinmimiiiiiimiiiiimmiiiiimimuim
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii||ll|i|l"|iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiii
9?
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiumiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiN",lllllll,lll,lll|i'iiiiiiiiii"|i|i'ii'
algemene secretarie in Djakarta en ver
volgens politiek adviseur van de Hoge
Vertegenwoordiger van de Kroon
(H.V.K.). Op 1 januari 1950, na de sou-
vereiniteitsoverdracht, werd mr. Bot
adjunct-secretaris-generaal van de Ne
derlands-Indonesische Unie. De eerste
Unie-conferentie in Djakarta liep nog
goed, zegt hij, maar daarna liep de
kwestie Nieuw-Guinea er al doorheen.
Vervolgens werd hij in 1954 Chef Direc-
yat hii zelf noemde h"?n geweest van
5ebken' waarmee
*igeïe^"tlan<^n ïa^de^kath dan z^jri
.'Sen dnken en aai oe Katho)ipupn un:
z'ch zelf moeten kunnen tr *den in
gedachtenleven van an<ieren Zelf
hij daarvan 't voorbeeld gege£f^
i^ers hij was niet alleen voorzitter van
fc Alma?maar oo" een van wan
W °'ieke leden van de I.C.C L. (ln_
j fi&tional Council for Christian Lea»
waarmee hij de openheid VOot
t^htenwerking met niet-kathoheken op
til^rein demonstreerde. De"
U, heeft hij nu natuurlek neergelegd,
datar zUn mening is niet ve
K* missie en zending een belangrijke
In Nieuw-Guinea vervullen en d
moeten samenwerken, zoa
de oorlog
-"Wi niucLCii öaiucimv*
ln v te lande tijdens, en na
w toenemende mate is gebeui
w «'enemende mate is gebeurd. Die sa-
fiv ^Werking is noodzakelijk ook al zal
h6jj met de realiteit der verscheiden-
Q rekening moeten houden.
ij^?e verrassend tot op zekere hoogte
^benoeming zelf voor mr. Bot ook
toe toch lag in zijn loopbaan tot nu
bot een benoeming als deze wel ver-
'ijku11' M-en kan zeggen, dat het eigen-
tltrP ?&°nnen is, toen hij studeerde in
W ^t aan de Verenigde Faculteiten,
dootl doctoraal Indologie en daarna
bijy^raai Indisch recht deed met als
dejkken Japans en Chinees. De dienst
die ost—Aziatische Zaken in Batavia,
Ke^w n onder leiding stond van de te-
de v°0rdige -mbassadeur in Australië,
<vr D°vink, riep in 1936 mensen
*etdn JaPMts kenden en zo kwam hij
k>a„ar in Indonesië dan aanvankelijk
v'hgYerwacht. Met een jaar onderbre-
Pestui Boerwakarta en Soekaboemi als
bjj darsambtenaar kwam hij in '40 terug
ken Dienst van Oost-Aziatische Za-
o1 Batavia. Toen kwam de dag
<W>rl Harbour, en brak de grote
j^°g uit.
Hrv-^f^eriand was hij opgeleid tot re-
hnö bij de Bereden Artillerie
kr'ige« I1 by nu wegens zijn functie was
'd van militaire dienst, vroeg
'e Uin enke'G anderen toch in dienst
do ?n„treden. Het einde daarvan
e krijgsgevangenschap op 8 maarl
het zelf aldus: „Wij wer-
5?Oq 1 t700 man afgevoerd naar Ran-
a®ïid rlrma, een reis die bijna een
duurde. Die 1700 lagen daar
De nieuwe staatssecretaris mr. Th. Bot, in zijn woning in Den Haag.
werkelijk als sardines in een blikje. Aan
dysenterie en andere ziekten stierven
er onderweg 250 man, die overboord
^v®rden gezet. De overlevenden, die er
Ran ergst aan toe waren, werden in
riat ,°on naar een ziekenhuis gebracht,
tien biaren er"' vijftien. Van die vijf
van wasej{er twee in lev'en, een daar-
vaT"aande reis naar Thambyuza-
ivat 't aani?olf van Moulmein, het doel
cnnrirliui wffSen van de beruchte Birma-
S er been, zegt hjj nu
n ftnrvi- 8|,nhumor, in een wagon,
waarop stond. „For fish onlv" Fr werk
ten aann 33S Dc°trTe 60 000 Europeanen
waarvan 33 pet om het leven kwam.
Twee 6nrltin gewerktarr>bebben we aan
die spoorhjn gewerkt p)^ is fn de let.
terlijke zin v£in het^^woord „handwerk"
geweest. Met houwelen moest men een
weg door de dijken van
vijftien meter hoog moesten worden
aangelegd door het aanreiken van mand
jes zand en men werkte vaak in moe
rassen, waar de mensen tot het middel
in het water stonden. Een mensenleven
telde daar niet. In Moulmein werden
we door de Japanse commandant als
volgt begroet; „Wij zullen deze spoor
lijn cementeren met jullie bloed en bou
wen op jullie skeletten." Zijn vrouw zat
intussen met de drie oudste kinaeren
in het Tjideng-kamp in Batavia.
Ruim twee en een half jaar heeft
de ellende geduurd, maar nu zegt hij:
„Toch heeft het, afgezien van alle of
fers, ook een nuttige zijde voor de
mens gehad namelijk eens een keer te
worden teruggeslagen tot de naakte es
sentie van je bestaan: men vergeet
soms te veel waar het eigenlijk om
gaat en wat in het leven telt."
Op 30 september 1945 wordt hij be
vrijd en als bestuursambtenaar afge
voerd naar Batavia. Mevrouw Bot was
daar nog in het kamp, zij leed toen aan
tie Westelijke Samenwerking 0p het Mi
nisterie van Buitenlandse Zaken. Als
algemeen secretaris van de Vereniging
voor Internationale Rechtsorde was
hij enkele jaren tevoren reeds betrok
ken geweest bij de oprichting van de
Atlantische Commissie- in zijn nieuwe
functie kreeg hij te maken met de Raad
van Europa, de K.S.G- en de verdragen
van Rome, welke l?ldden tot de Ge
meenschappelijke Markt en Euratom.
Toen deze verdragen op 1 januari 1958
in werking traden, kreeg hij a]s gevolg
van een daarmee verband houdende re
organisatie op Buitenlandse Zaken de
leiding van de directie N.a.T.O. en de
W.E.U.-aangelegenheden, welke hem in
voortdurend en nauw contact brachten
met het departement van Defensie en
de chefs van taven.
Al deze werkzaamheden zjjn een voor
treffelijke voorbereiding geweest voor
zijn nieuwe functie als staatssecretaris
voor Nieuw-Guinea. Begin januari zal
hij naar Nieuw Guinea gaan om, zoals
hij zegt, na de bestudering van dossiers
en gesprekken met personen en groepe
ringen zich nader te oriënteren. Een
van zijn hobbies is bergbeklimmen. Hij
zal wel niet in de letterlijke zin bergen
gaan beklimmen in Nieuw-Guinea,
maar hij zal evenmin opzien tegen de
bergen moeilijkheden, die hem wachten.
FRANS SCHNEIDERS.
Advertentie
'AV-
KING A S|ZE
20 STUKS F f..
ARNHEM, 15 dec. De minister
van Volkshuisvesting en Bouwnijver
heid, mr. J. van Aartsen, heeft op de
vandaag gehouden „baksteendag" een
rede gehouden, waarin hij meedeelde,
dat het aantal woningen waaraan in de
eerste tien maanden van dit jaar is be
gonnen ongeveer 3500 ligt boven dat van
dezelfde periode in 1958, terwijl in de
eerste negen maanden van 1959 over de
gehele sector gebouwen 42 miljoen
gulden meer aan bouwvergunningen is
afgegeven dan in dezelfde periode van
1958. Het bedrag aan begonnen werken
lag in deze periode zelfs tweehonderd
miljoen gulden hoger en aan het einde
van de periode was er voor een bedrag
van 241 miljoen gulden aan werk meer
in uitvoering, aldus minister Van Aart-
Ook voor het komende jaar verwacht
de minister geen gebrek aan werk: op
zfjn departement liggen premie-aanvra
gen voor 37.000 woningen. Voor de wo
ningwetwoningen is elk element van on
zekerheid weggenomen door de daar
toe in 1960 door het Rijk te verlenen
subsidies. Ook in de sectoren industrie,
handel en verkeer valt een sterke aan
drang tot bouwen op te merken.
Sprekende over de arbeidsmarkt zei
de minister, dat de situatie in vele de
len van het land weer de grootste waak
zaamheid gebiedt om overspanning te
voorkomen. Er moest hierdoor een hoe
veelheid werk van de markt gehouden
worden door het onthouden van rijks
goedkeuring. Op 1 oktober waren dit
768 plannen met een totale bouwsom
van ongeveer vijfhonderd miljoen gul
den.
In het westen van het land zullen
ook volgend jaar de bouwactiviteiten
in sommige sectoren vrij sterk afge
remd moeten worden. Er bestaat na
melijk een tekort aan betontimmer-
Adverte itie
k.
Het eiland Schiermonnikoog krijgt
een meer dan levensgroot stand
beeld van een schiere of grijze
monnik. De schilder-beeldhouwer Mar
tin van Waning is in zijn atelier druk
aan het werk met het vervaardigen
van een meer dan levensgroot gips
model, dat in brons zal worden gego
ten. De kunstenaar schenkt het gips
model uit dankbaarheid voor het feit,
dat hfj meer dan 25 jaar op het eiland
heeft mogen leven en werken en dat
hij daar al die jaren steeds is geïnspi
reerd door rust en schoonheid, sinds
hfj zich na vele rusteloze en avon
tuurlijke jaren in zijn leven op het stil
le Schiermonnikoog vestigde. Het gips
model krijgt het eiland gratis, maar
het afgieten daarvan moet aan de
bronsgieterij worden betaald. De tota
le kosten worden geraamd op ƒ8000,-.
Br is thans een actiecomité gevormd,
waarvan de commissaris der koningin
in Friesland, mr. H. P. Linthorst Ho-
man voorzitter is. Het comité zal een
actie ondernemen om de benodigde gel-
den, zo mogelijk met steun van
de rijks-, provinciale- en gemeentelij
ke overheid, bijeen te brengen, zodat
het standbeeld van de grijze monnik
in de zomer van i960 kan worden ont
huld.
Het volgend jaar is voor Schiermon
nikoog een gedekjaar in meerdere op
zichten. Het is dan acht eeuwen gele
den, dat de Cisterciënser monniken
het klooster Claerkamp stichtten bij
Rinsumageest, van waaruit zfj op
Schiermonnikoog een uithof vestigden
en een bijdrage leverden tot de kerste
ning van de bevolking en door het
aanleggen van een kustverdediging,
waar dat nodig w?s' ,vo<? het voortbe
staan van het eiland. De kustverde
diging had na het vertrek van de Cis-
terciënsers niet steeds de nodige aan
dacht en het is in 1960 precies 200 jaar
geleden, dat het oude dorp van Schier
monnikoog in een stormnacht weg
spoelde. Honderd jaar later was het
eiland de zee te slim af. Er werd een
stuk land volledig aan de zee ontwor
steld door het gereedkomen van de
Bancks-Polder, waarmee de toenmali
ge eigenaar van het eiland belangrijk
betere levensvoorwaarden voor de
eilander boeren schiep. Het is niet zon
der zin dat het beeld in 1960 wordt ont
huld want 1960 is niet alleen voor het
eiland zelf een gedenkjaar. Volgend
jaar wordt de schilder en beeldhou
wer Van Waning zeventig jaar en in
dit standbeeld zal ook hfj worden ge-
eerd, de man, die het kleine stukje
grond in het hoge Noorden trouw bleef,
die er werd geïnspireerd door wat
schoon is, door hetgeen mede als ge
volg van de activiteit van de schiere
monnik bleef voortbestaan. Martin
van Waning werkt in zijn atelier al
aan het gipsmodel voor het monument,
dat voor Schiermonnikoog zo zinvol zal
zijn. Het comité is aan de slag gegaan
om de middelen bijeen te brengen, die
Het gipsmodel voor de Schiere Mon
nik, dat Van Waning reeds enkele
jaren geleden vervaardigde en dat nu
uitgangspunt is voor het definitieve
model.
het mogelijk zullen maken, dat het
gipsmodel naar Haarlem wordt gezon
den en dat er een levensgrote schiere
monnik gegoten zal worden. „Dat af
gieten moet gebeuren, het standbeeld
moet er nu komen, dat is een ere
zaak," zegt burgemeester O. G. de
Boer van Schiermonnikoog.
lieden, timmerlieden, stukadoors en
metselaars.
In de sector materialen zal de bak
steenvoorziening volgend jaar zorgen
kunnen baren. Wanneer er geen met-
selbaksteen in 1960 uitgevoerd zou wor
den, zou aan de vraag geheel voldaan
kunnen worden. Blijft de export echter
op het huidige niveau, dan zal de pro-
duktie aanzienlijk moeten worden ver
hoogd, ofwel de uitvoer zou aan ban
den gelegd moeten worden. De minis
ter geeft er echter de voorkeur aan,
dat de baksteenindustrie zelf zodanige
voorzieningen treft, dat aan de vraag
naar metselstenen kan worden voldaan.
In ieder geval moet met alle midde
len de produktiviteit opgevoerd worden
om het grote tekort aan woningen en
andere gebouwen op te heffen, aldus de
minister.
DEN HAAG, 15 dec. (ANP) De
staatssecretarissen Scholten en Veld
kamp hebben vandaag een eerste be
spreking gevoerd met de N.T.S., een
comité uit de dagbladen, die een con
cessie voor reclametelevisie hebben
gevraagd, en met de Otem.
In een communiqué van de minister
van O., K. en W. wordt bekend gemaakt
dat, zoals bij de mondelinge behande
ling van de begroting van O., K. en W.
reeds is medegedeeld, de regering nog
geen definitieve beslissing heeft geno
men met betrekking tot het verlenen
van een concessie voor het uitzenden
van reclame-televisie. Wel heeft de re
gering zich beraden over een aantal
prealabele punten en daarbij met name
de mogelijkheid bezien tot het verlenen
van een concessie aan een onafhanke
lijke programma-maatschappij.
De staatssecretarissen Scholten en
Veldkamp zullen thans besprekingen
voeren over de bij een dergelijke con
cessie te stellen voorwaarden, teneinde
na te gaan, of een regeling in deze zin
voor verwezenlijking vatbaar is.
Ten overvloede zij er nog aan herin
nerd dat, overeenkomstig de reeds ge
dane toezeggingen, pas dan tot uitvoe
ring van een regeringsbeslissing zal
worden overgegaan, nadat de Tweede
Kamer de gelegenheid heeft gehad over
deze materie een discussie te voeren,
aldus wordt in het communiqué nog op
gemerkt.
ENSCHEDE, 15 dec. In het dr.
Ariëns Bejaardencentrum heeft de bis
schoppelijke rechtbank ter zaligverkla
ring van mgr. dr. Alphons Ariëns de
achttiende zitting gehouden. Dit gebeur
de om de heer H. C. J. Nijkamp, oud
wethouder van Enschedé en oud-lid van
de Eerste Kamer, als getuige te kunnen
horen. De heer Nijkamp verblijft
thans in het bejaardencentrum en zijn
gezondheidstoestand laat een verhoor
elders niet toe.
Reeds eerder heeft de rechtbank als
getuigen gehoord mr. J. R. H. van
Schaik, minister van Staat, pastoor J.
H. Beutener uit Vleuten, prof. dr. G.
Brom z.g., pastoor R. Peters uit Rijs-
sen, mgr. W. van den Hengel uit Amers
foort, pastoor A. S. Uyttewaal uit Does
burg en rector N. van Dieden uit Vin-
keveen. In totaal zal de rechtbank nog
dertig tot veertig getuigen moeten ho
ren, waarmee nog ongeveer een jaar tot
anderhalf jaar zal zijn gemoeid.
T T et is wat vreemd nu nog
f~~l prof. dr. J. Heimans voor
te stellen. De zeventigja
rige hoogleraar in de bijzondere
plantkunde en de genetica aan
de gemeentelijke universiteit te
Amsterdam heeft enkele dagen
geleden een indrukwekkende af
scheidsrede gehouden. Onder de
biologen, en dan vooral de plant
kundigen, is hij een autoriteit.
Voor duizenden studenten in de
medicijnen en honderden in de
biologie is hij een hoog aange
slagen leermeester. In de Flora's,
zoals die o.a. op de middelbare
scholen worden gebruikt, vindt
men al tientallen jaren zijn
naam als de gewetensvolle be
werker van de druk waarvoor
zijn vader E. Heimans, samen
met de niet minder bekende Jac.
P. Thijsse, de grondslagen heeft
gelegd. Als oprichter van de
Nederlandse Jeugdbond voor Na
tuurstudie, bestuurslid van de
Vereniging tot behoud van Na
tuurmonumenten (door zijn va
der mede opgericht) en de ver
enigingen Hei Noordhollandse
landschap en Het Limburgse
landschap, is hij ook buiten de
kring van wetenschapsmensen
bekend geworden, zoals hij dat
ook is door zijn vele minutieus
verzorgde, maar heldere publi-
katies. Dat prof. Heimans nu be
noemd is tot ridder in de Orde
van de Nederlandse Leeuw, mag
een welverdiende onderschei
ding heten.
„Och kom," zegt hij, als wij er iets over opmerken na hem in het Hugo de
Vrieslaboratorium te hebben opgezocht. Hij heeft een zachte stem, waarin
wel eens ironie doorklinkt, is klein en fragiel van gestalte. Men vraagt zich
af hoe hij die jaarlijkse buitenlandse excursies met zijn studenten lichame
lijk kan volbrengen. Naar Lapland (in het voetspoor van Linnaeus), naar
Ierland, naar Corsica, naar de Sierra Nevada in Spanje of naar de groene
Alpenweiden voerden die tochten. Elke dag lange marsen, klauterpartijen
en ontberingen in afgelegen gebieden en 's avonds geen rust, maar studie
en onderwijs, te midden van de meegevoerde microscopen en boeken. Ex
cursies maakt hij al vanaf zijn vroegste jeugd toen hij met zijn vader of
Jac. Thijsse het veld in trok, maar hij geeft toch wel toe dat ze „uiterst
vermoeiend" kunnen zijn. „Maar wat wilt u? Dat behoort evenals de on
derzoekingen in het laboratorium tot het werk." Veel meer dan als een
sportieve vreugde heeft hij deze honderden tochten door binnen- en buiten
land als wetenschappelijke arbeid beschouwd. Lapland bijvoorbeeld is voor
hem het land van de korte zomer, waarin alle gewassen tegelijk bloeien,
Ierland biedt hem een totaal andere flora dan de rest van Europa, Corsica
is voor hem het eiland met de plantkundige unica. Later in het gesprek
bekent hij dat een bioloog vaak wel een ietsje maniakaal is, iemand die
slechts voor zijn vak oog heeft en daarin ook zijn liefhebberij vindt.
Hugo de Vries is zijn grote leermeester geweest. „Een lastig mens, duister
in zijn geschriften en een beetje kort gehouden, maar ook een man die men
niet naar waarde geschat heeft en die ten onrechte in de schaduw van zijn
geniale voorloper pater Mendel is gebleven," vindt prof. Heimans, en hij
wijst op het portret van de gebaarde, steile De Vries boven aan de wand
van de werkkamer.
Zolang de Amsterdamse gemeenteraad nog geen opvolger voor hem als
hoogleraar en directeur van het Hugo de Vrieslab. heeft benoemd, blijft
prof. Heimans zijn functie vervullen. En daarna? De 20e druk bezorgen van
de alom vermaarde Flora, een arbeid van enkele jaren, waarin heel het
1200 bladzijden tellende boekwerk opnieuw getekend en samengesteld wordt
volgens de nieuwste en nog te controleren gegevens. Ook enige wetenschap
pelijke verhandelingen staan nog op het programma.