iQe nieuwe staatssecretaris voor Nieuw-Guineayeje Vragen rond 55Een fascinerende opgave Mr. Th. Bot, man van het buitendijkse denken Heer in de horeca-sfeer J 'sfunc Woningbouwactiviteit dit jaar aanzienlijk hoger dan in 1958 Lands Kroniek- Gesprek over reclame-T.V. DE BESTE REEP T JGT Een nieuwe Flora I f reclame-televisie Volgend jaar vrij sterke afremming in het westen van het land Minister Van Aartsen op „baksteendag" Naar onafhankelijke programma-mij De zaligverklaring van mgr. Ariëns Prof. dr. J. Heimans WOENSDAG 16 DECEMBER 1959 PAGINA 3 „Nederland heeft op grond van zijn ervaring en traditie een *^iat van kennis met betrekking tot de tropische gebieden. Die Roeten wij gebruiken nu wij de verantwoordelijkheid hebben voor ^ieuw-Guinea. Er wordt in de wereld allerwegen ingezien, dat de Onderontwikkelde gebieden moeten worden geholpen. Wel, wij heb ben zelf een onderontwikkeld gebied en daarmee heb ik rekening te houden. Mijn taak zal het zijn, in nauwste samenwerking met °e gouverneur, de Papoea's zo snel mogelijk een meer menswaardig bestaan te geven en hen uit te rusten voor de toekomst, die hun wacht. Iemand heeft eens enigszins raillerend gezegd: „Geef het Neder landse volk een roeping en ge zult zien, waartoe het in staat is". Wy zijn de democratie deelachtig geworden, daarom hebben we, ook ^vat Nieuw-Guinea betreft, de plicht naar beste vermogen mede te berken om de democratische beginselen te beschermen en tot ver dere ontwikkeling te brengen, niet slechts in Europa of in de Wes- erse wereld alleen, doch ook daarbuiten, en waar mogelijk een dam ?P te werpen tegen totalitaire bedreigingen door de bevolking te ftelpen by haar geleidelijke zelfontplooiing in vrijheid. Een commerciële en zeevarende natie als de onze heeft daar- **aast natuurlijkerwijze behoefte aan recht en geordende toestan- Het is voorts ook van nationaal belang de ervaring, die wij bben, voortdurend levend en up to date te houden via de eman- Patie 'Van een primitief volk. Dat prikkelt ons tot grotere krachts- Pspanning. Maar tegelijkertyd heeft het ook een gunstige weerslag PP ons zelf, want het werk, dat we daar te doen hebben, werkt bevruchtend op onze eigen inspanningen. Denk eens aan Wagenin- &en wat de Landbouw betreft, aan Delft voor het oplossen van technische moeilijkheden, aan Leiden en Amsterdam in verband met talen en tropische geneeskunde. Zo gezien en zo moet men het zien is het beschaven van dit onderontwikkelde gebied zowel een geestelijk voorrecht als een geesteiyk voordeel. Hier meet men wellicht met onzichtbare maten, ftiaar wy zouden niet zijn wat we nu zijn, indien een onrust als deze ons niet voortdurend had bezig gehouden. Dit zijn concrete doordelen, die aan ons werk ginds verbonden zijn". ft 1.K van h„,p OVER DE GOEDE TOON EN GLADSTONE -i Wie gaat er vóór in café of restaurant? Daarover is men Let wel eens: de heer. Hij „verkent" het terrein en leidt zijn dame dan naar een goede plaats. Hij helpt haar natuurlijk ook galant uit haar mantel! „Wat zullen we gaan eten?" Uw dame oppert wellicht iets, U bent (met hulp van de ober) de vriendelijke adviseur. En vraagt U de ober gerust wat men op de menukaart nu eigenlijk bedoelt met deze of gene Franse benaming. Ook de dranken worden in gezamenlijk overleg gekozen, en dan doet U de bestelling. De sigaretten die U daarna presenteert? Gladstone natuurlijk. Want Gladstone is - met of zonder Silk Filter - een sigaret die iedereen voldoening schenkt VOORNAAM EN AANGENAAM Geen rijkere glans dan kaarslichtGOUDA kaarsen I Schiere monnik voor Schiermonnikoog - Volgend jaar onthulling Een erezaak Dit zegt ons de nieuwe staatssecreta ris voor Nieuw-Guinea, mr. Th. Bot, in ?Ün woning aan de Sijzenlaan in Den Haag. „Het is eigenlijk een fascineren de opgave", zegt hij. „Wij moeten vooral dok met moderne middelen trachten Ie bereiken, dat de Papoea's zelf be- pVgstelling krijgen in hun eigen evolu- Dan maken wij hen intern weer- i„ar en minder vatbaar voor verkeerde invloeden. Mijn taak zal dus een geheel cterne zijn. De externe verhoudingen ijjsen Nieuw-Guinea, Nederland en de fpteld vallen formeel buiten mijn com- Ntie". Het bir Bol bekend, dat staatssecretaris, Vattineen °P zÜn wijze en met zijn op- thi„J.i„(rph&or een moderne aanpak op «tetrfc een ki-heeft geijverd, waarbij hij w4?t van deftig voorstander is ge- - SL - ^nauwste samenwerking Staatssecretaris mr. Bot en mevrouw E. W. Botvan Hal. lliiliiilllllillilllllllllllllllllllillliiiillllliliilllllliillllllllllllllli pleuritis. Op 21 maart 1946 kwamen zij in Holland aan. Mevrouw Bot werd op genomen in het ziekenhuis in Apeldoorn. Het tekent de persoon van de nieuwe staatssecretaris, dat hij na een afwezig, heid van bijna tien jaar met negen da gen vakantie genoegen nam, omdat men hem nodig had op het ministerie van Overzeese Gebieden waar hij al spoe dig hoofd werd van de afdeling Staat kundige Hervormingen. Hij bleef daar tot juni 1948, maakte intussen een reis naar de West en naar Amerika en stel de een concept op voor de herziening van de Staatsregelingen voor de Neder landse Rijksdelen in de West. Daarna trad hij op als secretaris-generaal van de eerste West-Indische Conferentie. Na weer met dr. Beel en mr. Jonkman eni ge malen Indonesië te hebben bezocht, werd hij in juni 1948 plaatsvervangend hoofd van de politieke afdeling van de In een laconiek communiqué van het ministerie van O.K. en W. wordt een tip opgelicht van een der best bewaarde politieke geheimen, nl. van de plannen van de staatssecreta rissen Scholten en Veldkamp inzake de reclametelevisie. Wat daarin ge zegd wordt is allerminst geëindigd om met vertrouwen de nadere ont wikkeling af te wachten. Hoewel door het Kabinet nog geen beslissin gen genomen zijn en de mogelijk heid tot verwezenlijking van de oog merken nog in nadere besprekingen moeten worden onderzocht, wordt intussen alvast te verstaan gegeven, dat de voorkeur van de overheid uitgaat naar een „onafhankelijke programma-maatschappij". Deze voorkeur wordt zonder enige argumentatie bekend gemaakt. Waar op zij steunt is geenszins duidelijk. Welke houding de regering inneemt tegenover de ernstige bezwaren, die tegen een dergelijke ontwikkeling zijn aangevoerd, is eveneens in het duister gebleven. De vele grote strijdvragen echter zijn door dit communiqué ineens volop actueel geworden. Wat wordt hier verstaan 'onder „onafhankelijk"? Onafhanke lijk van de overheid? Van de kijkers? Van geestelijke en maatschappelijke stromingen? Van machtige belangen groepen? Van de (georganiseerde) adverteerders? Waarom kiest deze regering voor een monopolisering van de televisiereclame? En hoe rechtvaardigt de regering dan een eventuele keuze uit de verschillen de concessie-aanvragen? Doch voor al: waarom wordt er niet naar ge streefd om de televisiereclame in te passen binnen het bestaande televi siekader, eventueel op een tweede net? Hoe meent de regering, indien zij een geheel vreemd element in voert in het televisie-bestel, te kun nen voorkomen dat de door een zeer groot deel van de kijkers gedragen zendorganisaties worden ondergra ven? Een antwoord op deze en vele an dere vragen geeft dit communiqué niet. Maar en dat is het grote nut ervan het dwingt ertoe, dat men zich zowel in de Kamer als daarbui ten zeer intensief op de komende nota inzake de reclametelevisie gaat voorbereiden Met het televisieme dium staan grote geestelijke volks belangen op het spel. De botsing der meningen omtrent de toekomst van dit medium is vooral daarom terecht een heet hangijzer ook in de po litiek. Het communiqué heeft dit hangijzeralvast vóór-verhit. iiiinmimiiiiiimiiiiimmiiiiimimuim iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii||ll|i|l"|iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiii 9? iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiumiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiN",lllllll,lll,lll|i'iiiiiiiiii"|i|i'ii' algemene secretarie in Djakarta en ver volgens politiek adviseur van de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon (H.V.K.). Op 1 januari 1950, na de sou- vereiniteitsoverdracht, werd mr. Bot adjunct-secretaris-generaal van de Ne derlands-Indonesische Unie. De eerste Unie-conferentie in Djakarta liep nog goed, zegt hij, maar daarna liep de kwestie Nieuw-Guinea er al doorheen. Vervolgens werd hij in 1954 Chef Direc- yat hii zelf noemde h"?n geweest van 5ebken' waarmee *igeïe^"tlan<^n ïa^de^kath dan z^jri .'Sen dnken en aai oe Katho)ipupn un: z'ch zelf moeten kunnen tr *den in gedachtenleven van an<ieren Zelf hij daarvan 't voorbeeld gege£f^ i^ers hij was niet alleen voorzitter van fc Alma?maar oo" een van wan W °'ieke leden van de I.C.C L. (ln_ j fi&tional Council for Christian Lea» waarmee hij de openheid VOot t^htenwerking met niet-kathoheken op til^rein demonstreerde. De" U, heeft hij nu natuurlek neergelegd, datar zUn mening is niet ve K* missie en zending een belangrijke In Nieuw-Guinea vervullen en d moeten samenwerken, zoa de oorlog -"Wi niucLCii öaiucimv* ln v te lande tijdens, en na w toenemende mate is gebeui w «'enemende mate is gebeurd. Die sa- fiv ^Werking is noodzakelijk ook al zal h6jj met de realiteit der verscheiden- Q rekening moeten houden. ij^?e verrassend tot op zekere hoogte ^benoeming zelf voor mr. Bot ook toe toch lag in zijn loopbaan tot nu bot een benoeming als deze wel ver- 'ijku11' M-en kan zeggen, dat het eigen- tltrP ?&°nnen is, toen hij studeerde in W ^t aan de Verenigde Faculteiten, dootl doctoraal Indologie en daarna bijy^raai Indisch recht deed met als dejkken Japans en Chinees. De dienst die ost—Aziatische Zaken in Batavia, Ke^w n onder leiding stond van de te- de v°0rdige -mbassadeur in Australië, <vr D°vink, riep in 1936 mensen *etdn JaPMts kenden en zo kwam hij k>a„ar in Indonesië dan aanvankelijk v'hgYerwacht. Met een jaar onderbre- Pestui Boerwakarta en Soekaboemi als bjj darsambtenaar kwam hij in '40 terug ken Dienst van Oost-Aziatische Za- o1 Batavia. Toen kwam de dag <W>rl Harbour, en brak de grote j^°g uit. Hrv-^f^eriand was hij opgeleid tot re- hnö bij de Bereden Artillerie kr'ige« I1 by nu wegens zijn functie was 'd van militaire dienst, vroeg 'e Uin enke'G anderen toch in dienst do ?n„treden. Het einde daarvan e krijgsgevangenschap op 8 maarl het zelf aldus: „Wij wer- 5?Oq 1 t700 man afgevoerd naar Ran- a®ïid rlrma, een reis die bijna een duurde. Die 1700 lagen daar De nieuwe staatssecretaris mr. Th. Bot, in zijn woning in Den Haag. werkelijk als sardines in een blikje. Aan dysenterie en andere ziekten stierven er onderweg 250 man, die overboord ^v®rden gezet. De overlevenden, die er Ran ergst aan toe waren, werden in riat ,°on naar een ziekenhuis gebracht, tien biaren er"' vijftien. Van die vijf van wasej{er twee in lev'en, een daar- vaT"aande reis naar Thambyuza- ivat 't aani?olf van Moulmein, het doel cnnrirliui wffSen van de beruchte Birma- S er been, zegt hjj nu n ftnrvi- 8|,nhumor, in een wagon, waarop stond. „For fish onlv" Fr werk ten aann 33S Dc°trTe 60 000 Europeanen waarvan 33 pet om het leven kwam. Twee 6nrltin gewerktarr>bebben we aan die spoorhjn gewerkt p)^ is fn de let. terlijke zin v£in het^^woord „handwerk" geweest. Met houwelen moest men een weg door de dijken van vijftien meter hoog moesten worden aangelegd door het aanreiken van mand jes zand en men werkte vaak in moe rassen, waar de mensen tot het middel in het water stonden. Een mensenleven telde daar niet. In Moulmein werden we door de Japanse commandant als volgt begroet; „Wij zullen deze spoor lijn cementeren met jullie bloed en bou wen op jullie skeletten." Zijn vrouw zat intussen met de drie oudste kinaeren in het Tjideng-kamp in Batavia. Ruim twee en een half jaar heeft de ellende geduurd, maar nu zegt hij: „Toch heeft het, afgezien van alle of fers, ook een nuttige zijde voor de mens gehad namelijk eens een keer te worden teruggeslagen tot de naakte es sentie van je bestaan: men vergeet soms te veel waar het eigenlijk om gaat en wat in het leven telt." Op 30 september 1945 wordt hij be vrijd en als bestuursambtenaar afge voerd naar Batavia. Mevrouw Bot was daar nog in het kamp, zij leed toen aan tie Westelijke Samenwerking 0p het Mi nisterie van Buitenlandse Zaken. Als algemeen secretaris van de Vereniging voor Internationale Rechtsorde was hij enkele jaren tevoren reeds betrok ken geweest bij de oprichting van de Atlantische Commissie- in zijn nieuwe functie kreeg hij te maken met de Raad van Europa, de K.S.G- en de verdragen van Rome, welke l?ldden tot de Ge meenschappelijke Markt en Euratom. Toen deze verdragen op 1 januari 1958 in werking traden, kreeg hij a]s gevolg van een daarmee verband houdende re organisatie op Buitenlandse Zaken de leiding van de directie N.a.T.O. en de W.E.U.-aangelegenheden, welke hem in voortdurend en nauw contact brachten met het departement van Defensie en de chefs van taven. Al deze werkzaamheden zjjn een voor treffelijke voorbereiding geweest voor zijn nieuwe functie als staatssecretaris voor Nieuw-Guinea. Begin januari zal hij naar Nieuw Guinea gaan om, zoals hij zegt, na de bestudering van dossiers en gesprekken met personen en groepe ringen zich nader te oriënteren. Een van zijn hobbies is bergbeklimmen. Hij zal wel niet in de letterlijke zin bergen gaan beklimmen in Nieuw-Guinea, maar hij zal evenmin opzien tegen de bergen moeilijkheden, die hem wachten. FRANS SCHNEIDERS. Advertentie 'AV- KING A S|ZE 20 STUKS F f.. ARNHEM, 15 dec. De minister van Volkshuisvesting en Bouwnijver heid, mr. J. van Aartsen, heeft op de vandaag gehouden „baksteendag" een rede gehouden, waarin hij meedeelde, dat het aantal woningen waaraan in de eerste tien maanden van dit jaar is be gonnen ongeveer 3500 ligt boven dat van dezelfde periode in 1958, terwijl in de eerste negen maanden van 1959 over de gehele sector gebouwen 42 miljoen gulden meer aan bouwvergunningen is afgegeven dan in dezelfde periode van 1958. Het bedrag aan begonnen werken lag in deze periode zelfs tweehonderd miljoen gulden hoger en aan het einde van de periode was er voor een bedrag van 241 miljoen gulden aan werk meer in uitvoering, aldus minister Van Aart- Ook voor het komende jaar verwacht de minister geen gebrek aan werk: op zfjn departement liggen premie-aanvra gen voor 37.000 woningen. Voor de wo ningwetwoningen is elk element van on zekerheid weggenomen door de daar toe in 1960 door het Rijk te verlenen subsidies. Ook in de sectoren industrie, handel en verkeer valt een sterke aan drang tot bouwen op te merken. Sprekende over de arbeidsmarkt zei de minister, dat de situatie in vele de len van het land weer de grootste waak zaamheid gebiedt om overspanning te voorkomen. Er moest hierdoor een hoe veelheid werk van de markt gehouden worden door het onthouden van rijks goedkeuring. Op 1 oktober waren dit 768 plannen met een totale bouwsom van ongeveer vijfhonderd miljoen gul den. In het westen van het land zullen ook volgend jaar de bouwactiviteiten in sommige sectoren vrij sterk afge remd moeten worden. Er bestaat na melijk een tekort aan betontimmer- Adverte itie k. Het eiland Schiermonnikoog krijgt een meer dan levensgroot stand beeld van een schiere of grijze monnik. De schilder-beeldhouwer Mar tin van Waning is in zijn atelier druk aan het werk met het vervaardigen van een meer dan levensgroot gips model, dat in brons zal worden gego ten. De kunstenaar schenkt het gips model uit dankbaarheid voor het feit, dat hfj meer dan 25 jaar op het eiland heeft mogen leven en werken en dat hij daar al die jaren steeds is geïnspi reerd door rust en schoonheid, sinds hfj zich na vele rusteloze en avon tuurlijke jaren in zijn leven op het stil le Schiermonnikoog vestigde. Het gips model krijgt het eiland gratis, maar het afgieten daarvan moet aan de bronsgieterij worden betaald. De tota le kosten worden geraamd op ƒ8000,-. Br is thans een actiecomité gevormd, waarvan de commissaris der koningin in Friesland, mr. H. P. Linthorst Ho- man voorzitter is. Het comité zal een actie ondernemen om de benodigde gel- den, zo mogelijk met steun van de rijks-, provinciale- en gemeentelij ke overheid, bijeen te brengen, zodat het standbeeld van de grijze monnik in de zomer van i960 kan worden ont huld. Het volgend jaar is voor Schiermon nikoog een gedekjaar in meerdere op zichten. Het is dan acht eeuwen gele den, dat de Cisterciënser monniken het klooster Claerkamp stichtten bij Rinsumageest, van waaruit zfj op Schiermonnikoog een uithof vestigden en een bijdrage leverden tot de kerste ning van de bevolking en door het aanleggen van een kustverdediging, waar dat nodig w?s' ,vo<? het voortbe staan van het eiland. De kustverde diging had na het vertrek van de Cis- terciënsers niet steeds de nodige aan dacht en het is in 1960 precies 200 jaar geleden, dat het oude dorp van Schier monnikoog in een stormnacht weg spoelde. Honderd jaar later was het eiland de zee te slim af. Er werd een stuk land volledig aan de zee ontwor steld door het gereedkomen van de Bancks-Polder, waarmee de toenmali ge eigenaar van het eiland belangrijk betere levensvoorwaarden voor de eilander boeren schiep. Het is niet zon der zin dat het beeld in 1960 wordt ont huld want 1960 is niet alleen voor het eiland zelf een gedenkjaar. Volgend jaar wordt de schilder en beeldhou wer Van Waning zeventig jaar en in dit standbeeld zal ook hfj worden ge- eerd, de man, die het kleine stukje grond in het hoge Noorden trouw bleef, die er werd geïnspireerd door wat schoon is, door hetgeen mede als ge volg van de activiteit van de schiere monnik bleef voortbestaan. Martin van Waning werkt in zijn atelier al aan het gipsmodel voor het monument, dat voor Schiermonnikoog zo zinvol zal zijn. Het comité is aan de slag gegaan om de middelen bijeen te brengen, die Het gipsmodel voor de Schiere Mon nik, dat Van Waning reeds enkele jaren geleden vervaardigde en dat nu uitgangspunt is voor het definitieve model. het mogelijk zullen maken, dat het gipsmodel naar Haarlem wordt gezon den en dat er een levensgrote schiere monnik gegoten zal worden. „Dat af gieten moet gebeuren, het standbeeld moet er nu komen, dat is een ere zaak," zegt burgemeester O. G. de Boer van Schiermonnikoog. lieden, timmerlieden, stukadoors en metselaars. In de sector materialen zal de bak steenvoorziening volgend jaar zorgen kunnen baren. Wanneer er geen met- selbaksteen in 1960 uitgevoerd zou wor den, zou aan de vraag geheel voldaan kunnen worden. Blijft de export echter op het huidige niveau, dan zal de pro- duktie aanzienlijk moeten worden ver hoogd, ofwel de uitvoer zou aan ban den gelegd moeten worden. De minis ter geeft er echter de voorkeur aan, dat de baksteenindustrie zelf zodanige voorzieningen treft, dat aan de vraag naar metselstenen kan worden voldaan. In ieder geval moet met alle midde len de produktiviteit opgevoerd worden om het grote tekort aan woningen en andere gebouwen op te heffen, aldus de minister. DEN HAAG, 15 dec. (ANP) De staatssecretarissen Scholten en Veld kamp hebben vandaag een eerste be spreking gevoerd met de N.T.S., een comité uit de dagbladen, die een con cessie voor reclametelevisie hebben gevraagd, en met de Otem. In een communiqué van de minister van O., K. en W. wordt bekend gemaakt dat, zoals bij de mondelinge behande ling van de begroting van O., K. en W. reeds is medegedeeld, de regering nog geen definitieve beslissing heeft geno men met betrekking tot het verlenen van een concessie voor het uitzenden van reclame-televisie. Wel heeft de re gering zich beraden over een aantal prealabele punten en daarbij met name de mogelijkheid bezien tot het verlenen van een concessie aan een onafhanke lijke programma-maatschappij. De staatssecretarissen Scholten en Veldkamp zullen thans besprekingen voeren over de bij een dergelijke con cessie te stellen voorwaarden, teneinde na te gaan, of een regeling in deze zin voor verwezenlijking vatbaar is. Ten overvloede zij er nog aan herin nerd dat, overeenkomstig de reeds ge dane toezeggingen, pas dan tot uitvoe ring van een regeringsbeslissing zal worden overgegaan, nadat de Tweede Kamer de gelegenheid heeft gehad over deze materie een discussie te voeren, aldus wordt in het communiqué nog op gemerkt. ENSCHEDE, 15 dec. In het dr. Ariëns Bejaardencentrum heeft de bis schoppelijke rechtbank ter zaligverkla ring van mgr. dr. Alphons Ariëns de achttiende zitting gehouden. Dit gebeur de om de heer H. C. J. Nijkamp, oud wethouder van Enschedé en oud-lid van de Eerste Kamer, als getuige te kunnen horen. De heer Nijkamp verblijft thans in het bejaardencentrum en zijn gezondheidstoestand laat een verhoor elders niet toe. Reeds eerder heeft de rechtbank als getuigen gehoord mr. J. R. H. van Schaik, minister van Staat, pastoor J. H. Beutener uit Vleuten, prof. dr. G. Brom z.g., pastoor R. Peters uit Rijs- sen, mgr. W. van den Hengel uit Amers foort, pastoor A. S. Uyttewaal uit Does burg en rector N. van Dieden uit Vin- keveen. In totaal zal de rechtbank nog dertig tot veertig getuigen moeten ho ren, waarmee nog ongeveer een jaar tot anderhalf jaar zal zijn gemoeid. T T et is wat vreemd nu nog f~~l prof. dr. J. Heimans voor te stellen. De zeventigja rige hoogleraar in de bijzondere plantkunde en de genetica aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam heeft enkele dagen geleden een indrukwekkende af scheidsrede gehouden. Onder de biologen, en dan vooral de plant kundigen, is hij een autoriteit. Voor duizenden studenten in de medicijnen en honderden in de biologie is hij een hoog aange slagen leermeester. In de Flora's, zoals die o.a. op de middelbare scholen worden gebruikt, vindt men al tientallen jaren zijn naam als de gewetensvolle be werker van de druk waarvoor zijn vader E. Heimans, samen met de niet minder bekende Jac. P. Thijsse, de grondslagen heeft gelegd. Als oprichter van de Nederlandse Jeugdbond voor Na tuurstudie, bestuurslid van de Vereniging tot behoud van Na tuurmonumenten (door zijn va der mede opgericht) en de ver enigingen Hei Noordhollandse landschap en Het Limburgse landschap, is hij ook buiten de kring van wetenschapsmensen bekend geworden, zoals hij dat ook is door zijn vele minutieus verzorgde, maar heldere publi- katies. Dat prof. Heimans nu be noemd is tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, mag een welverdiende onderschei ding heten. „Och kom," zegt hij, als wij er iets over opmerken na hem in het Hugo de Vrieslaboratorium te hebben opgezocht. Hij heeft een zachte stem, waarin wel eens ironie doorklinkt, is klein en fragiel van gestalte. Men vraagt zich af hoe hij die jaarlijkse buitenlandse excursies met zijn studenten lichame lijk kan volbrengen. Naar Lapland (in het voetspoor van Linnaeus), naar Ierland, naar Corsica, naar de Sierra Nevada in Spanje of naar de groene Alpenweiden voerden die tochten. Elke dag lange marsen, klauterpartijen en ontberingen in afgelegen gebieden en 's avonds geen rust, maar studie en onderwijs, te midden van de meegevoerde microscopen en boeken. Ex cursies maakt hij al vanaf zijn vroegste jeugd toen hij met zijn vader of Jac. Thijsse het veld in trok, maar hij geeft toch wel toe dat ze „uiterst vermoeiend" kunnen zijn. „Maar wat wilt u? Dat behoort evenals de on derzoekingen in het laboratorium tot het werk." Veel meer dan als een sportieve vreugde heeft hij deze honderden tochten door binnen- en buiten land als wetenschappelijke arbeid beschouwd. Lapland bijvoorbeeld is voor hem het land van de korte zomer, waarin alle gewassen tegelijk bloeien, Ierland biedt hem een totaal andere flora dan de rest van Europa, Corsica is voor hem het eiland met de plantkundige unica. Later in het gesprek bekent hij dat een bioloog vaak wel een ietsje maniakaal is, iemand die slechts voor zijn vak oog heeft en daarin ook zijn liefhebberij vindt. Hugo de Vries is zijn grote leermeester geweest. „Een lastig mens, duister in zijn geschriften en een beetje kort gehouden, maar ook een man die men niet naar waarde geschat heeft en die ten onrechte in de schaduw van zijn geniale voorloper pater Mendel is gebleven," vindt prof. Heimans, en hij wijst op het portret van de gebaarde, steile De Vries boven aan de wand van de werkkamer. Zolang de Amsterdamse gemeenteraad nog geen opvolger voor hem als hoogleraar en directeur van het Hugo de Vrieslab. heeft benoemd, blijft prof. Heimans zijn functie vervullen. En daarna? De 20e druk bezorgen van de alom vermaarde Flora, een arbeid van enkele jaren, waarin heel het 1200 bladzijden tellende boekwerk opnieuw getekend en samengesteld wordt volgens de nieuwste en nog te controleren gegevens. Ook enige wetenschap pelijke verhandelingen staan nog op het programma.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 3