Oude Kerstgebruiken
in Engeland
hmmmsmsm j
De dans van hupperjan-
deisie en knipperdewip
1
Kerstklokken over
Frankrijk
En toen gebeurde het op
de
fe.
J
K
Winterslaap
Jeroen in
HaTevoetsRëfe
m
i
nsniiMrai
SS ™nh*« Z'l"£h,T 2
ZATERDAG 19 DECEMBER 1959
PAGINA 15
an hupper-jandeisie en Tcnipperdewip.
De haan danst een polka met Mietje de kip.
Ze dansen zo jolig en vlot op z'n boers.
De andere kippetjes tokken jaloers.
uku lacht het haantje. Wat zien ze toch
sip.
Van hupper-jandeisie en knipperdewip.
„Kom gauw in de kring en niet langer getreurd.
Ik dans langs de rij en geef ieder een beurt".
haan gaat steeds sneller het kringetje
rond.
De kippetjes dansen met lachende mond.
„Zo doen wij de ronde" lacht Mietje de kip.
Van hupper-jandeisie en knipperdewip.
VERA WITTE.
De Kersttijd is in Engeland reeds eeu-
de gebruikelijke tijd voor festivi-
ï®'ten. Zo is de geest van het goede
^"igeiand van vroeger bewaard gehle-
en in de nog bestaande Kersttradities.
-Een van de schilderachtigste van de-
gebruiken en het meest overeen-
bomend met een Kerstmis volgens de
Opvatting van Dickens, waarmee mil-
hoenen mensen vertrouwd zijn geraakt
is wel het feest te Oxford.
0öIn deze oude universiteitsstad wordt
e«n Kerstdag jn het Queens College
met vS£eK°P. prachtig opgemaakt
mariin ^es' laurier, hulst en roze-
een si nana'* een kroon op zijn kop en
liike ve?sWaPpel in z«n bek' de vro-
ihif h t zaal binnengedragen,
Middelpunt vormt van een
reeds eeuwenlang in
van geest stootte hij het hoek met
kracht in de keel van het zwijn, waar
door het stikte.
Een ander oud Kerstgebruik wordt
ieder jaar in ere gehouden in YorK-
shire. Dit gebruik, bekend ondfr de
naam „Tolling the Devil's Kneri <de
doodsklok van de duivel luiden) ,vmdt
reeds sinds 700 jaar.plaats met
een korte onderbreking in de oorlogsja
ren, toen, ter bevordering van de vei
ligheid, het luiden van klokken verbo-
deOokadit jaar zal orKerstavond een
eroeb klokkenluiders de tenor-klok van
de parochiekerk luiden en wel 1959
maal eenmaal voor elk jaar sedert
de Geboorte van Christus waarbij de
laatste slag precies om middernacht
moet klinken.
Volgens de legende stamt dit gebruik
uit de dertiende eeuw, toen een in de
nabijheid wonende baron als boetedoe
ning voor het doden van een van zijn
bedienden de kerk een klok te ge-
schenke gaf, met de opdracht deze elk
jaar op Kerstavond te luiden, om
hem te herinneren aan zijn misdaad.
Vele jaren heeft de bevolking van
Dewsbury geloofd dat het luiden van
de klok de duivel uit hun parochie zou
houden voor de eerstvolgende twaalf
maanden.
Een zeer oud gebruik op Kerst
avond, dat in Somerset plaats vindt, is
het verbranden van een essenhouten
takkenbos. Dit gebruik is al meer dan
duizend jaar oud. Alvorens zich in de
strijd te werpen, tijdens de gevechten
in Wenssex in «78, maakten de West-
saksische krijgslieden vuren van essen-
takken om zich 's nachts warm te kun
nen houden. Zij hadden namelijk ont
dekt dat essenhout het enige hout was
dat goed wilde branden ais het nog
groen was. De achtenswaardige bevol
king van Dunster houdt dit gebruik nog
steeds in ere, doch de brandende tak
kenbos is thans niet meer het voorspel
tot een wreed gevecht, maar is een
vreugdevuur geworden waarom ronde
dansen gemaakt worden.
Al deze gewoonten en gebruiken, eeu
wenlang gekoesterd, zullen ook kerst
mis 1959 omgeven met iets vaïï.?® öe~
tovering van „de goede oude tyü
Een Engelse Kerstmis is echter on
danks al deze festiviteiten op de achter
grond, een godsdienstig inest en m het
gehele land zullen in de kerken specia
le diensten worden gehouden.
plechtigheid die
gebruik is.
In tegenwoordigheid van de Provoost
het Hoofd en de leden van het College'
die met hun gasten zijn samengekomen
m de zaal, wordt het binnendragen van
,op aangekondigd met trompetge
schal en koorzang.
.fladat de kop op schouderhoogte op
en grote zilveren schaal door de zaal
gedragen, wordt deze op de tafel van
af Provoost geplaatst, terwijl het koor
laatste regels van een lied zingt. Nu
v emt de Provoost de ornamenten en
opsieringen een voor een van de kop
hp schenkt ze aan de koorknapen en de
wakers. De solist van dat jaar ont-
Jiet de sinaasappel welke de bek van
1 zwijn versierde.
1p Plechtigheden in het Queens Col-
hebben echter een speciale eigen
traditie. De geschiedenis zegt, dat in
het beginstadium van het College een
van de studenten een wandeling maak
te in een nabij gelegen bos. al wande
lend verdiept in een boekwerk, toen hij
aangevallen werd door een wild zwijn.
Met buitengewone tegenwoordigheid
De Kerstnacht daalt neer over Frank
rijk. Zwaar verheffen zich de bronzen
stemmen der kerkklokken, speels be
geleid door het ijle geklepel dat op
klinkt uit de nederige kapelletjes. Zij
verkondigen dezelfde boodschap, deze
klokken en roepen de gelovigen op tot
kerkgang. In Bretagne schuift men voor
het vertrek naar de kerk het grote
houtblok in de haard dat daags tevoren
gehakt is en dat men versierd heeft
met maretakken en omwonden met
klimop. Niemand weet meer waarom
men dit doet. Men heeft dit zo gezien
van ouders en grootouders en geen
rechtgeaarde Breton zal inbreuk ma
ken op deze traditie.
Zo zal men nimmer vergeten na de
nachtmis de dieren te voederen daar
men gelooft dat deze de Kerstnacht wa
kend doorbrengen. Ook zal men zich in
deze nacht niet gaarne wagen nabij de
„menhirs", de reusachtige zwerfstenen,
die in deze provincie bij tientallen te
vinden zijn, want vertellen ni&t de ou
den dat de machtige steenklompen zich
na het middernachtelijk uur losmaken
van hun plaats om hun dorst van een
jaar te gaan lessen bij een der fontei
nen, die in deze streek zo talrijk zijn.
Wee degeen, die hen bij dit drinken be
trapt! Neen, dan zijn de kinderen ge
lukkiger die in de Kerstnacht geboren
worden en dank zij dit feit de taal der
Iedere dag reed de gele autobus
wel drie keer heen en terug over
de Bubbelweg. Ik denk, dat de
gele autobus de Bubbelweg wel dro
men kon. Die hele lange Bubbelweg,
ïïft alle bomen die er langs stonden
de-R'ie kuilen die er in zaten. Hubbel-
raarn^l. deed de autobus en de
de autofc rammelden. De meïïae? in
den allems rammelden mee. Ze had-
over deai- knikkebol-hoofden
als
sen met hun hoofd haast tegen het dak
en de raampjes rammelden zó hard of
ze eruit zouden vliegen. Maar dat ge
beurde gelukkig nooit. Als ieder dan
weer gewoon op zijn bankje zat, reed de
gele autobus langs het huisje van de
houthakker. De vrouw van de houthak
ker wuifde ook wel eens. Niet altijd,
want daar had ze natuurlijk geen tijd
voor. Maar wel als het gelegen kwam.
Als ze in het tuintje de was ophing bij
voorbeeld.
rVëë'weer tio*ëQ°g van hun bankje. De autobus rammelde verder en reed
Sttrate' er 'n Pak-le omlaaS langS df Wppen-boerderij. Maar de men-
dd nfl zei- sen m de autobus konden de kippe
wipten ze o^bbelweg reden.Jmns
omlaag
mpnsen 'óT Tiorigeionge, zei- sen in de autobus konden de kippen niet
lijk geen doen voor as: het is eigen- horen kakelen, want de raampjes maak-
over de Bubbelweg If^HeUiTt rammelden^ 'Xng tof
bels l'de weg kom^ k«len en Lob- stil hield aan het eindfi va
Aan hpt einde van de R
Was het dorp. En aan het^lweg
dat dorp was een groot caf .8me van
speeltuin eraan. Bij m«café bonden
de mensen, die met de bus ?eden
ten veel te veel lawaai. Ze rinkelden en
,ot de autobus
van de Bubbel
weg. Dan stapte iedereen uit en zei:
hé-hé, dat hebben we weer gehad.
Maar op een dag werd de autobus
ziek. Dat is natuurlijk niet te verwon
deren, maar niemand had er eigenlijk
1"= mensen, uic - 7 stakVn°es- erg in. De chauffeur had 's morgens wel
ten altijd te wachten, TO
even gedacht: wat trekt de bus vanmor-
band op. als ze de gen toch moeilijk weg! Maar toen leek
het of alles weer gewoon was en hij ver
gat het weer. De autobus rammelde pre
cies even hard als eerst en alle mensen
knikkebolden op hun bankje. Het was
p'® .dag juist bijzonder druk. Voor het
boei met de speeltuin stonden een hele-
heler?6nsen te wachten. De autobus zat
Boem al volDie arme zieke autobus!
de ur,,i8ine het over de overweg, langs
kinderen bde spoor-wachter met zijn
**gen komen Vlak voor het café këët-
de de notohns om. Dan mochten df;
de autobus om. - t r-
Mensen, die in de autobM»ten«iruit.
daarna stapten
de mensen die
Mee wilden pas in.
chauffeur gaf ze aUemaal efp
<i de mensen gaven een kwartj
të J?je ging dicht en daar r&mT. met
Weg. weg van het grote cafér. rst
ltLsPeeltuin, de Bubbelweg op. Eersi
beladen ze over de overweg. Daar hOD
der~6 de autobus nog harder dan an-
kjnë' Voorbij de overweg stonden oe
Wui en van de spoor-wachter altijd te
w'lfen. En de mensen in de autobus
brn n terug. Dan kwamen ze over een
Weetje. Dat hobbelde gelukkig niet,
bru bet was Pas gemaakt. Maar na het
fgetje kwamen zeven diepe kuilen
"oep-hoep-hoep, dan vlogen de men-
eeUe^en^h!? het over het gladde brug-
ZWk de vrouw van f^Ltobus MaS
°okn?® Vdat de lumeKhouthakker merk-
te nie o,Vtnhus ritt0bus ziek was. Die
arme autobus, die iangs de kippen.
boerderij rammelde, hubbelde-bubbel
tot bijna aan het einde van de Bub
belweg. En toen gebeurde het. Rang
deed de motor opeens. Rang, pang,
peng! En daar had je het, de auto
bus stond één ogenblikje stil en be
gon toen met 'n vaartje achteruit te
rijden. De mensen hielden allemaal
hun adem in. De chauffeur begon aan
alle knopjes te draaien en liet van
de zenuwen al zijn dubbeltjes en
kwartjes over de vloer rollen. Maar
het hielp niet. Het was duidelijk dat
de autobus de ziekte-van-achteruit ge
kregen had. Achteruit rammelde de
gele autobus weer langs de kippen-
boerderij. Achteruit langs het huisje
van de houthakker. De vrouw van de
houthakker zette grote oge«n op, toen
ze de autobus achteruit voorbij zag
rammelen. Ze stapte van verbazing
met haar been in de emmer water, die
ze had klaar gezet om haar stoepje
te schrobben. Maar de bus rammelde
voort. Hoplala door de zeven diepe
kuilen en achteruit nog wel. Achter
uit over het bruggetje, rammelend
langs de kinderen van de spoorweg
wachter en de overweg over. Die ar
me zieke gele autobus kon enkel nog
maar achteruit rijden. Het was ver
schrikkelijk om aan te zien. Maar vlak
bii het grote cafe met de speeltuin,
aan het einde van de Bubbelweg zei de
autobus „krak" on stond stil.
Iedereen uitstappen!, riep de chauf
feur. En dat deden de mensen, die nu wel
genoeg gekregen hadden van al dat ge
rammel, maar al te graag. De autobus
is ziek, zei de chauffeur. Het is de ziek-
te-van-achteruit. Dat is niet mooi hoor!
Het zal wel het autoziekenhuis wor
den. Er moet een nieuwe bus komen uit
de stad, maar dat kan nog wel een uur
tje aanlopen.
Er zat niet anders op, dan dat de men
sen naar het grote café gingen en een
kopje koffie, of wat anders, namen voor
de schrik. En de kinderen? Die mochten
natuurlijk allemaal naar de speeltuin en
ze vonden het geweldig van de gele auto
bus, dat hij juist bij het café had stil
gehouden. Dank je wel, autobus en beter
schap hoor! riepen ze nog en toen hol
den ze naar de schommels, de schuitjes,
de draaimolen en de wip. De gele auto
bus zei niets. Een uur later werd hij
weggesleept naar de garage, waar hij
helemaal uit elkaar werd gehaald. Het
duurde wel drie maanden voor de gele
autobus beter was. Maar in die tijd had
den de mensen van de Bubbelweg een
mooie gladde weg gemaakt.
Weer reed de gele autobus toen drie
maal per dag over de Bubbelweg heen
en weer Maar tot op de dag van van
daag heeft de gele autobus nooit meer
de ziekte-van-achteruit gekregen. Dat is
maar gelukkig ook, zegt de chauffeur en
alle grote mensen knikken ijverig van
ja.
Maar de kinderen denken stilletjes aan
de speeltuin. En ze fluisteren tegen el
kaar: gebeurde het nóg maar 'n keer!
LEA SMULDERS
i"
a
vogels verstaan, aldus de aloude legen
de.
Simpel en puur is de Kerstviering ge
bleven in de kleine dorpjes van de Sa-
voie. waar indachtig de Middeleeuwse
traditie, het gebeuren in de stal van
Bethlehem door de inwoners wordt uit
gebeeld. In de echte kribbe ligt een zeer
prille baby, liefderijk gekoesterd door
het mooiste meisje van het dorp onder
het toeziend oog van een bezorgde Jo
zef. Echte herders komen het Kindeke
aanbidden en slechts het uiterlijk van
de zwarte koning uit het Oosten schept
enkele problemen.
Een der indrukwekkendste nachtmis
sen van Frankrij is clie van het Pro-
vengaalse dorpje Les Baux, dat zich als
een adelaarsnest heeft vastgehecht aan
grimmige rotsen Het. is maar een nie
tig plaatsje met krap 150 inwoners,
maar dit aantal wordt verveelvoudigd
op de 24e december door de komst van
gelovigen uit naburige plaatsen, die bij
tientallen de smalle weg bestijgen, die
naar Les Baux voert. Zij komen voor
de nachtmis en de processie. En wat
voor een processie. Langzaam trekt de
lange stoet door de bochtige straatjes
van het dorp naar het kerkje. Voorop
lopen de muzikanten met fluiten en
trommels die de gezangen begeleiden,
die door alle aanwezigen worden mee
gezongen. Na de muziek komt een een
voudige houten wagen, getrokken dooi
een met linten versierde ram. In de wa
gen ligt op een kussen een lammetje.
Nu komen de herders m hun bruine pij
en, de kleine meisjes in hun lange witte
jurken met op de rug twee enorme wit
te vleugels en de dorpelingen in hun
zondagse kleding. Bi) de kerk gekomen
neemt de oudste der aanwezige herders
het lam in de armen en treedt binnen,
een oude stramme man voor wie dit
misschien het mooiste moment in zijn
leven betekent. Hij ka!eij "eer voor het
altaar en kust het Kmdeke van rose
was, dat in de kribbe ligt. Nu wordt de
mis opgedragen, waarby de aanwezi
gen van hun vreugde getuigen in het
zeggen van simpele, vaak geïmprovi
seerde teksten, die het geheel een zeld
zame bekoring verlenen, zo weet
„France" van het nationaal Frans ver
keersbureau ons mede te delen.
In de gehele Provence draagt trou
wens het Kerstfeest een zeer eigen ka
rakter. Ongeacht hun godsdienstige
overtuiging richten de Provengalen hun
kerstkribben in, die in geheel Frankrijk
niet zo uitgebreid zijn. Behalve het Kin
deke, de blijde ouders, de os, de ezel,
de engelen en de drie Wijzen uit het
De dassen, die wij ook in de zomer
slechts bij hoge uitzondering in het zui
den of oosten van het land eens In de
schemer zullen ontmoeten, blijven hoe
langer hoe meer in hun warm onder
grondse nest in een toestand, die men
met een beetje goede wil winterslaap
zou kunnen noemen.
Ook de vleermuizen zijn uit de lucht
verdwenen en hangen verscholen op
oude zolders, in grotten of elders,
wachtende op een nieuw lentezonnetje
en de egel, die nu zo nu en dan eens
even te voorschijn komt om wat wor
men of slakken te vergaren, zal zo
dra het nog even kouder wordt zich
ook „voor goed" oprollen in zijn nest
van bladeren om in een „echte win
terslaap te vallen.
Deze „echte" winterslaap, die wij
o.a. ook nog bij zogenaamde slaapmui-
zen aantreffen, kenmerkt zich door het
feit, dat het lichaam alle levensfunc
ties tot een minimum terugbrengt.
De temperatuur zakt vaak tot minder
dan de helft van het normale, hartslag
en ademhaling worden eveneens enorm
vertraagd, voedselopname vindt dan
niet meer plaats, zo lezen wij in „het
nieuws van Dierenpark Wassenaar.
Nog tal van andere dieren brengen
de winter slapende door, zeer vele in
secten bijvoorbeeld zoals steekmuggen,
vliegen en vlinders en ook onze inland
se reptielen en amphibieën.
Oosten vindt men hier de burgemees
ter met zijn driekleurige sjerp, de mo
lenaar, de bakker, de visser, de jager,
ja zelfs de soldaat uit de Eerste We
reldoorlog. In alle afmetingen bestaan
deze handgevormde en beschilderde
kleifiguren. Er zijn er zo groot als een
vingernagel, maar ook reuzen met een
lengte van twee meter.
Een feest van blijdschap is het Kerst
feest, blijdschap vermengd met een
lichte weemoed, want die oude herder
uit Les Baux is misschien niet meer
het volgend jaar en die baby uit de Sa-
voie kan maar eens in aanmerking ko
men voor de rol van het Kindeke Jezus.
Het leven zal verder gaan en anderen
zullen hun plaatsen innemen. Want zo
lang er mensen zijn op deze aarde zal
het Kerstfeest gevierd worden. Ook in
Frankrijk.
XIX
Haze voet en Jeroen en alle hovelingen
stapten in de koetsen, en juist zou de
stoet zich in beweging stellen, toen er
opeens een luid rumoer ontstond onder
de menigte. Er was een hevig gedrang
en gewoel en er klonk dreigend
geschreeuw. En daar verscheen, voort
geduwd door een aantal woeden
de kabouters, een lange magere kabou
ter met een bril op zjjn lange spitse
neus en met een verschrikkelijk lange
hals en blote spillebenen. Hij had alle
maal rimpels op zijn gezicht, zijn hals
en zijn benen en hij zag er doodonge
lukkig uit.
„Wie is dat?" vroeg Jeroen, die ge
schrokken was van het lawaai.
„Dat is Robbetje Rimpelnek," zei
koning Haze voet. „Hij is vast weer
gegroeid."
„Majesteit, majesteit!" riepen de
opgewonden kabouters. „Robbetje Is
alweer gegroeid."
Koning Hazevoet stapte met een
streng gezicht uit zjjn staatsiekoets. De
kabouters plaatsten Robbetje Rimpel-
nek met zijn rug tegen de rug van
koning Hazevoet en riepen verontwaar
digd: „Hij is groter dan de koning!
Krimpwater! Krimpwater!"
En zij sleepten de hevig tegenstribbe
lende Robbetje Rimpelnek weg.
„Wat is krimpwater?" vroeg Jeroen
toen Hazevoet weer plaats had genomen
in de koninklijke koets
„Dat is een medicijn voor onderdanen
die mij boven het hoofd groeien," ant
woordde koning Hazevoet. „Daar krim
pen ze van. Robbetje heeft het al
dikwijls moeten drinken. Daar heeft hij
al die rimpels van in zijn gezicht, zijn
hals en zijn benen. Maar het is z«n
eigen schuld. Hij eet veel te veel spina
zie en hij loopt altijd zonder muts in de
regen. Geen wonder dat hij mij telkens
weer boven het hoofd groeit en krimp
water moet drinken."
De stoet zette zich in beweging, terwijl
de muziekkapel weer uit alle macht en
zo vals mogelijk het Niet-Volkslied in
zette. En terwijl Hazevoet het Griekse
volkslied zong en Jeroen Het Lied van
de Hoed en terwijl Baron Knoflook in
de koets achter hen met zijn luide bas
stem iets zong met lammetjes en beek
jes er in, verliet de stoet de stadsweide.
„Is het niet verschrikkelijk?" vroeg
Hazevoet, terwijl hun koets voortrolde
langs de weg onder luid belgerinkel.
„Begrijp je nu waarom ik zo'n hekel
heb aan woensdagen waarop altijd alles
mis loopt en ik in optocht naar de
stadsweide moet gaan om mijn weke
lijkse bad te nemen?"
„Ik vond het erg gezellig", zei Jeroen.
„Natuurlijk vond je het erg gezellig",
zei Hazevoet kribbig. „Maar jij hoefde
niet in het bad, omringd door zingende
onderdanen."
„Dat is waar," antwoordde Jeroen,
„maar ik vond het zingen erg mooi,
vooral Het Lied van de Zakdoek."
„Het mooiste lied van allemaal heb
je niet gehoord," zei Hazevoet.
„Welk lied is dat?" vroeg Jeroen
nieuwsgierig.
„Het Lied van de Drie Paarlemoeren
Knopen," antwoordde Hazevoet.
„Volgens de grondwet moet dit lied ook
op woensdagmorgens worden gezongen
tijdens de badplechtigheid. Het is een
heel mooi lied, maar zo verschrikkelijk
lang dat wij de woorden hebben verge
ten. Het lied staat natuurlijk in de
grondwet. Maar de grondwet is zoek.
zoals je weet, en nu stellen we het
zonder het Lied van de Drie Paarle
moeren Knopen. Maar wii vinden het
allemaal een verschrikkelijk gemis."
Terwijl de staatsiekoets voortrolde,
bemerkte Jeroen dat Hazevoet, of
schoon hij de hele morgen gemopperd
had over woensdags. narigheden,
ergens plezier in had. Hij zat alsmaar in
zijn baard te lachen en Jeroen meende
duidelijk te kunnen zien dat zijn vriend
moeite had om zijn lachen in te houden.
Eindelijk kon Jeroen zich niet langer
bedwingen.
„Je hebt de hele dag lopen moppe
ren," zei hij tot Hazevoet, „en nu zit je
„Niets," antwoordde Hazevoet met
een rood gezicht, en stopte zijn baard
.in zijn mond.
Maar opeens kon hij het niet langer
uithouden. Hjj barstte in lachen uit en
rolde schaterend over de kussens van
de staatsiekoets.
Jeroen begon boos te worden.
„Als je me niet aanstonds vertelt
waarom je zo'n pret hebt, laat ik Je
alleen in de koets en loop op mpn eentje
naar huis," zei hij kwaad.
Hazevoet greep hem krampachtig bij
de arm. l±
Hu-hu-hu!" schaterde hi). „Hoe-hoe
hoe! Heb even geduid. Ha-ha-ha. Ik zal
het je aanstonds vertellen. Hie-hie-hie!
Klop me alsjeblieft op mijn rug. Ik kan
niet meer van het lachen."
Jeroen klopte Hazevoet behulpzaam
op de rug, tot hij een beetje op zijn
verhaal begon te komen.
„Luister," zei Hazevoet fluisterend,
„en houd je oor dicht b« m«n mond,
want ik wil niet dat de koetsiers of
palfreniers het horen. Het gaat om een
verschrikkelijk belangrijk staatsgeheim,
waarvan niemand iets weet behalve ik
zelf. Zelfs Baron Knoflook en Baron
Meerschuim van het Ministerie van
Volksreiniging weten van niets. Maar ik
zal het aan jou vertellen, als je zweert
bij mijn koninklijke baard dat je mijn
groot staatsgeheim aan niemand zult
verraden."
Jeroen beloofde plechtig met de hand
aan Hazevoets baard dat hij altijd zou
zwijgen en nooit het grote staatsgeheim
zou onthullen.
„Ik heb helemaal geen bad genomen,"
fluisterde Hazevoet, terwijl hij opnieuw
vuurrood werd in het gezicht van inge
houden lachen en onmachtig aan zijn
baard plukte. „Ik neem nooit een bad.
Ik maak alleen mijn haren maar nat.
En de plons die iedereen hoort en
waarom iedereen hard hoera roept is
het lawaai dat ik maak met mijn
zwaard in het badwater. Ik steek het
stuk badzeep aan mijn zwaard en roer
dan hevig in het water. Dat klinkt
precies alsof ik zelf in het badwater
plons. En dan ga ik rustig op de rand
van de badkuip zitten en roer nu en dan
opnieuw in net badwater met mijn
zwaard. En dan verkondigt de kanselier
in ie vuistje over iets te lachen Waar! Plechtig dat ik schoon bén. En hij kan
e ac en. aar- flet weten| want hy is kanseiier; En
om moet je lachen?"
„Ik?" antwoordde Hazevoet met een
verbaasd gezicht. „Ik lachen? En dat
nog wel op een nare woensdagmorgen?
Hoe kun je zoiets in je hoofd halen? Je
vergist je. Mijn baard jeukt een beetje
en misschien vertrok ik daarom mijn
gezicht".
„O. is het dót?" vroeg Jeroen, die van
terzijde Hazevoet achterdochtig bleef
gadeslaan.
De laatste trok de zonderlingste
gezichten in zijn pogingen om ernstig te
kijken. Tenslotte liepen hem de tranen
over zijn wangen, welke vuurrood
begonnen te worden.
„Wat is er toch?" vroeg Jeroen weer.
dan trek ik schone kleren aan onder
plechtig gezang en dan maak ik mijn
haren nat en kom plechtig uit de bad-
tent naar buiten."
„Je moest je schamen," zei Jeroen,
„dat je onder begeleiding van zoveel
plechtigheid en muziek je nele rijk voor
de gek houdt".
Maar hij barstte evenals Hazevoet in
lachen uit. En toen de staatsiekoets stil
hield voor het koninklijk paleis hadden
ze amper de tijd zich de tranen uit de
ogen te vegen en ernstige gezichten te
trekken.
DAAN ZONDERLAND.
(Wordt vervolgd)