Oude Kerstgebruiken in Engeland hmmmsmsm j De dans van hupperjan- deisie en knipperdewip 1 Kerstklokken over Frankrijk En toen gebeurde het op de fe. J K Winterslaap Jeroen in HaTevoetsRëfe m i nsniiMrai SS ™nh*« Z'l"£h,T 2 ZATERDAG 19 DECEMBER 1959 PAGINA 15 an hupper-jandeisie en Tcnipperdewip. De haan danst een polka met Mietje de kip. Ze dansen zo jolig en vlot op z'n boers. De andere kippetjes tokken jaloers. uku lacht het haantje. Wat zien ze toch sip. Van hupper-jandeisie en knipperdewip. „Kom gauw in de kring en niet langer getreurd. Ik dans langs de rij en geef ieder een beurt". haan gaat steeds sneller het kringetje rond. De kippetjes dansen met lachende mond. „Zo doen wij de ronde" lacht Mietje de kip. Van hupper-jandeisie en knipperdewip. VERA WITTE. De Kersttijd is in Engeland reeds eeu- de gebruikelijke tijd voor festivi- ï®'ten. Zo is de geest van het goede ^"igeiand van vroeger bewaard gehle- en in de nog bestaande Kersttradities. -Een van de schilderachtigste van de- gebruiken en het meest overeen- bomend met een Kerstmis volgens de Opvatting van Dickens, waarmee mil- hoenen mensen vertrouwd zijn geraakt is wel het feest te Oxford. 0öIn deze oude universiteitsstad wordt e«n Kerstdag jn het Queens College met vS£eK°P. prachtig opgemaakt mariin ^es' laurier, hulst en roze- een si nana'* een kroon op zijn kop en liike ve?sWaPpel in z«n bek' de vro- ihif h t zaal binnengedragen, Middelpunt vormt van een reeds eeuwenlang in van geest stootte hij het hoek met kracht in de keel van het zwijn, waar door het stikte. Een ander oud Kerstgebruik wordt ieder jaar in ere gehouden in YorK- shire. Dit gebruik, bekend ondfr de naam „Tolling the Devil's Kneri <de doodsklok van de duivel luiden) ,vmdt reeds sinds 700 jaar.plaats met een korte onderbreking in de oorlogsja ren, toen, ter bevordering van de vei ligheid, het luiden van klokken verbo- deOokadit jaar zal orKerstavond een eroeb klokkenluiders de tenor-klok van de parochiekerk luiden en wel 1959 maal eenmaal voor elk jaar sedert de Geboorte van Christus waarbij de laatste slag precies om middernacht moet klinken. Volgens de legende stamt dit gebruik uit de dertiende eeuw, toen een in de nabijheid wonende baron als boetedoe ning voor het doden van een van zijn bedienden de kerk een klok te ge- schenke gaf, met de opdracht deze elk jaar op Kerstavond te luiden, om hem te herinneren aan zijn misdaad. Vele jaren heeft de bevolking van Dewsbury geloofd dat het luiden van de klok de duivel uit hun parochie zou houden voor de eerstvolgende twaalf maanden. Een zeer oud gebruik op Kerst avond, dat in Somerset plaats vindt, is het verbranden van een essenhouten takkenbos. Dit gebruik is al meer dan duizend jaar oud. Alvorens zich in de strijd te werpen, tijdens de gevechten in Wenssex in «78, maakten de West- saksische krijgslieden vuren van essen- takken om zich 's nachts warm te kun nen houden. Zij hadden namelijk ont dekt dat essenhout het enige hout was dat goed wilde branden ais het nog groen was. De achtenswaardige bevol king van Dunster houdt dit gebruik nog steeds in ere, doch de brandende tak kenbos is thans niet meer het voorspel tot een wreed gevecht, maar is een vreugdevuur geworden waarom ronde dansen gemaakt worden. Al deze gewoonten en gebruiken, eeu wenlang gekoesterd, zullen ook kerst mis 1959 omgeven met iets vaïï.?® öe~ tovering van „de goede oude tyü Een Engelse Kerstmis is echter on danks al deze festiviteiten op de achter grond, een godsdienstig inest en m het gehele land zullen in de kerken specia le diensten worden gehouden. plechtigheid die gebruik is. In tegenwoordigheid van de Provoost het Hoofd en de leden van het College' die met hun gasten zijn samengekomen m de zaal, wordt het binnendragen van ,op aangekondigd met trompetge schal en koorzang. .fladat de kop op schouderhoogte op en grote zilveren schaal door de zaal gedragen, wordt deze op de tafel van af Provoost geplaatst, terwijl het koor laatste regels van een lied zingt. Nu v emt de Provoost de ornamenten en opsieringen een voor een van de kop hp schenkt ze aan de koorknapen en de wakers. De solist van dat jaar ont- Jiet de sinaasappel welke de bek van 1 zwijn versierde. 1p Plechtigheden in het Queens Col- hebben echter een speciale eigen traditie. De geschiedenis zegt, dat in het beginstadium van het College een van de studenten een wandeling maak te in een nabij gelegen bos. al wande lend verdiept in een boekwerk, toen hij aangevallen werd door een wild zwijn. Met buitengewone tegenwoordigheid De Kerstnacht daalt neer over Frank rijk. Zwaar verheffen zich de bronzen stemmen der kerkklokken, speels be geleid door het ijle geklepel dat op klinkt uit de nederige kapelletjes. Zij verkondigen dezelfde boodschap, deze klokken en roepen de gelovigen op tot kerkgang. In Bretagne schuift men voor het vertrek naar de kerk het grote houtblok in de haard dat daags tevoren gehakt is en dat men versierd heeft met maretakken en omwonden met klimop. Niemand weet meer waarom men dit doet. Men heeft dit zo gezien van ouders en grootouders en geen rechtgeaarde Breton zal inbreuk ma ken op deze traditie. Zo zal men nimmer vergeten na de nachtmis de dieren te voederen daar men gelooft dat deze de Kerstnacht wa kend doorbrengen. Ook zal men zich in deze nacht niet gaarne wagen nabij de „menhirs", de reusachtige zwerfstenen, die in deze provincie bij tientallen te vinden zijn, want vertellen ni&t de ou den dat de machtige steenklompen zich na het middernachtelijk uur losmaken van hun plaats om hun dorst van een jaar te gaan lessen bij een der fontei nen, die in deze streek zo talrijk zijn. Wee degeen, die hen bij dit drinken be trapt! Neen, dan zijn de kinderen ge lukkiger die in de Kerstnacht geboren worden en dank zij dit feit de taal der Iedere dag reed de gele autobus wel drie keer heen en terug over de Bubbelweg. Ik denk, dat de gele autobus de Bubbelweg wel dro men kon. Die hele lange Bubbelweg, ïïft alle bomen die er langs stonden de-R'ie kuilen die er in zaten. Hubbel- raarn^l. deed de autobus en de de autofc rammelden. De meïïae? in den allems rammelden mee. Ze had- over deai- knikkebol-hoofden als sen met hun hoofd haast tegen het dak en de raampjes rammelden zó hard of ze eruit zouden vliegen. Maar dat ge beurde gelukkig nooit. Als ieder dan weer gewoon op zijn bankje zat, reed de gele autobus langs het huisje van de houthakker. De vrouw van de houthak ker wuifde ook wel eens. Niet altijd, want daar had ze natuurlijk geen tijd voor. Maar wel als het gelegen kwam. Als ze in het tuintje de was ophing bij voorbeeld. rVëë'weer tio*ëQ°g van hun bankje. De autobus rammelde verder en reed Sttrate' er 'n Pak-le omlaaS langS df Wppen-boerderij. Maar de men- dd nfl zei- sen m de autobus konden de kippe wipten ze o^bbelweg reden.Jmns omlaag mpnsen 'óT Tiorigeionge, zei- sen in de autobus konden de kippen niet lijk geen doen voor as: het is eigen- horen kakelen, want de raampjes maak- over de Bubbelweg If^HeUiTt rammelden^ 'Xng tof bels l'de weg kom^ k«len en Lob- stil hield aan het eindfi va Aan hpt einde van de R Was het dorp. En aan het^lweg dat dorp was een groot caf .8me van speeltuin eraan. Bij m«café bonden de mensen, die met de bus ?eden ten veel te veel lawaai. Ze rinkelden en ,ot de autobus van de Bubbel weg. Dan stapte iedereen uit en zei: hé-hé, dat hebben we weer gehad. Maar op een dag werd de autobus ziek. Dat is natuurlijk niet te verwon deren, maar niemand had er eigenlijk 1"= mensen, uic - 7 stakVn°es- erg in. De chauffeur had 's morgens wel ten altijd te wachten, TO even gedacht: wat trekt de bus vanmor- band op. als ze de gen toch moeilijk weg! Maar toen leek het of alles weer gewoon was en hij ver gat het weer. De autobus rammelde pre cies even hard als eerst en alle mensen knikkebolden op hun bankje. Het was p'® .dag juist bijzonder druk. Voor het boei met de speeltuin stonden een hele- heler?6nsen te wachten. De autobus zat Boem al volDie arme zieke autobus! de ur,,i8ine het over de overweg, langs kinderen bde spoor-wachter met zijn **gen komen Vlak voor het café këët- de de notohns om. Dan mochten df; de autobus om. - t r- Mensen, die in de autobM»ten«iruit. daarna stapten de mensen die Mee wilden pas in. chauffeur gaf ze aUemaal efp <i de mensen gaven een kwartj të J?je ging dicht en daar r&mT. met Weg. weg van het grote cafér. rst ltLsPeeltuin, de Bubbelweg op. Eersi beladen ze over de overweg. Daar hOD der~6 de autobus nog harder dan an- kjnë' Voorbij de overweg stonden oe Wui en van de spoor-wachter altijd te w'lfen. En de mensen in de autobus brn n terug. Dan kwamen ze over een Weetje. Dat hobbelde gelukkig niet, bru bet was Pas gemaakt. Maar na het fgetje kwamen zeven diepe kuilen "oep-hoep-hoep, dan vlogen de men- eeUe^en^h!? het over het gladde brug- ZWk de vrouw van f^Ltobus MaS °okn?® Vdat de lumeKhouthakker merk- te nie o,Vtnhus ritt0bus ziek was. Die arme autobus, die iangs de kippen. boerderij rammelde, hubbelde-bubbel tot bijna aan het einde van de Bub belweg. En toen gebeurde het. Rang deed de motor opeens. Rang, pang, peng! En daar had je het, de auto bus stond één ogenblikje stil en be gon toen met 'n vaartje achteruit te rijden. De mensen hielden allemaal hun adem in. De chauffeur begon aan alle knopjes te draaien en liet van de zenuwen al zijn dubbeltjes en kwartjes over de vloer rollen. Maar het hielp niet. Het was duidelijk dat de autobus de ziekte-van-achteruit ge kregen had. Achteruit rammelde de gele autobus weer langs de kippen- boerderij. Achteruit langs het huisje van de houthakker. De vrouw van de houthakker zette grote oge«n op, toen ze de autobus achteruit voorbij zag rammelen. Ze stapte van verbazing met haar been in de emmer water, die ze had klaar gezet om haar stoepje te schrobben. Maar de bus rammelde voort. Hoplala door de zeven diepe kuilen en achteruit nog wel. Achter uit over het bruggetje, rammelend langs de kinderen van de spoorweg wachter en de overweg over. Die ar me zieke gele autobus kon enkel nog maar achteruit rijden. Het was ver schrikkelijk om aan te zien. Maar vlak bii het grote cafe met de speeltuin, aan het einde van de Bubbelweg zei de autobus „krak" on stond stil. Iedereen uitstappen!, riep de chauf feur. En dat deden de mensen, die nu wel genoeg gekregen hadden van al dat ge rammel, maar al te graag. De autobus is ziek, zei de chauffeur. Het is de ziek- te-van-achteruit. Dat is niet mooi hoor! Het zal wel het autoziekenhuis wor den. Er moet een nieuwe bus komen uit de stad, maar dat kan nog wel een uur tje aanlopen. Er zat niet anders op, dan dat de men sen naar het grote café gingen en een kopje koffie, of wat anders, namen voor de schrik. En de kinderen? Die mochten natuurlijk allemaal naar de speeltuin en ze vonden het geweldig van de gele auto bus, dat hij juist bij het café had stil gehouden. Dank je wel, autobus en beter schap hoor! riepen ze nog en toen hol den ze naar de schommels, de schuitjes, de draaimolen en de wip. De gele auto bus zei niets. Een uur later werd hij weggesleept naar de garage, waar hij helemaal uit elkaar werd gehaald. Het duurde wel drie maanden voor de gele autobus beter was. Maar in die tijd had den de mensen van de Bubbelweg een mooie gladde weg gemaakt. Weer reed de gele autobus toen drie maal per dag over de Bubbelweg heen en weer Maar tot op de dag van van daag heeft de gele autobus nooit meer de ziekte-van-achteruit gekregen. Dat is maar gelukkig ook, zegt de chauffeur en alle grote mensen knikken ijverig van ja. Maar de kinderen denken stilletjes aan de speeltuin. En ze fluisteren tegen el kaar: gebeurde het nóg maar 'n keer! LEA SMULDERS i" a vogels verstaan, aldus de aloude legen de. Simpel en puur is de Kerstviering ge bleven in de kleine dorpjes van de Sa- voie. waar indachtig de Middeleeuwse traditie, het gebeuren in de stal van Bethlehem door de inwoners wordt uit gebeeld. In de echte kribbe ligt een zeer prille baby, liefderijk gekoesterd door het mooiste meisje van het dorp onder het toeziend oog van een bezorgde Jo zef. Echte herders komen het Kindeke aanbidden en slechts het uiterlijk van de zwarte koning uit het Oosten schept enkele problemen. Een der indrukwekkendste nachtmis sen van Frankrij is clie van het Pro- vengaalse dorpje Les Baux, dat zich als een adelaarsnest heeft vastgehecht aan grimmige rotsen Het. is maar een nie tig plaatsje met krap 150 inwoners, maar dit aantal wordt verveelvoudigd op de 24e december door de komst van gelovigen uit naburige plaatsen, die bij tientallen de smalle weg bestijgen, die naar Les Baux voert. Zij komen voor de nachtmis en de processie. En wat voor een processie. Langzaam trekt de lange stoet door de bochtige straatjes van het dorp naar het kerkje. Voorop lopen de muzikanten met fluiten en trommels die de gezangen begeleiden, die door alle aanwezigen worden mee gezongen. Na de muziek komt een een voudige houten wagen, getrokken dooi een met linten versierde ram. In de wa gen ligt op een kussen een lammetje. Nu komen de herders m hun bruine pij en, de kleine meisjes in hun lange witte jurken met op de rug twee enorme wit te vleugels en de dorpelingen in hun zondagse kleding. Bi) de kerk gekomen neemt de oudste der aanwezige herders het lam in de armen en treedt binnen, een oude stramme man voor wie dit misschien het mooiste moment in zijn leven betekent. Hij ka!eij "eer voor het altaar en kust het Kmdeke van rose was, dat in de kribbe ligt. Nu wordt de mis opgedragen, waarby de aanwezi gen van hun vreugde getuigen in het zeggen van simpele, vaak geïmprovi seerde teksten, die het geheel een zeld zame bekoring verlenen, zo weet „France" van het nationaal Frans ver keersbureau ons mede te delen. In de gehele Provence draagt trou wens het Kerstfeest een zeer eigen ka rakter. Ongeacht hun godsdienstige overtuiging richten de Provengalen hun kerstkribben in, die in geheel Frankrijk niet zo uitgebreid zijn. Behalve het Kin deke, de blijde ouders, de os, de ezel, de engelen en de drie Wijzen uit het De dassen, die wij ook in de zomer slechts bij hoge uitzondering in het zui den of oosten van het land eens In de schemer zullen ontmoeten, blijven hoe langer hoe meer in hun warm onder grondse nest in een toestand, die men met een beetje goede wil winterslaap zou kunnen noemen. Ook de vleermuizen zijn uit de lucht verdwenen en hangen verscholen op oude zolders, in grotten of elders, wachtende op een nieuw lentezonnetje en de egel, die nu zo nu en dan eens even te voorschijn komt om wat wor men of slakken te vergaren, zal zo dra het nog even kouder wordt zich ook „voor goed" oprollen in zijn nest van bladeren om in een „echte win terslaap te vallen. Deze „echte" winterslaap, die wij o.a. ook nog bij zogenaamde slaapmui- zen aantreffen, kenmerkt zich door het feit, dat het lichaam alle levensfunc ties tot een minimum terugbrengt. De temperatuur zakt vaak tot minder dan de helft van het normale, hartslag en ademhaling worden eveneens enorm vertraagd, voedselopname vindt dan niet meer plaats, zo lezen wij in „het nieuws van Dierenpark Wassenaar. Nog tal van andere dieren brengen de winter slapende door, zeer vele in secten bijvoorbeeld zoals steekmuggen, vliegen en vlinders en ook onze inland se reptielen en amphibieën. Oosten vindt men hier de burgemees ter met zijn driekleurige sjerp, de mo lenaar, de bakker, de visser, de jager, ja zelfs de soldaat uit de Eerste We reldoorlog. In alle afmetingen bestaan deze handgevormde en beschilderde kleifiguren. Er zijn er zo groot als een vingernagel, maar ook reuzen met een lengte van twee meter. Een feest van blijdschap is het Kerst feest, blijdschap vermengd met een lichte weemoed, want die oude herder uit Les Baux is misschien niet meer het volgend jaar en die baby uit de Sa- voie kan maar eens in aanmerking ko men voor de rol van het Kindeke Jezus. Het leven zal verder gaan en anderen zullen hun plaatsen innemen. Want zo lang er mensen zijn op deze aarde zal het Kerstfeest gevierd worden. Ook in Frankrijk. XIX Haze voet en Jeroen en alle hovelingen stapten in de koetsen, en juist zou de stoet zich in beweging stellen, toen er opeens een luid rumoer ontstond onder de menigte. Er was een hevig gedrang en gewoel en er klonk dreigend geschreeuw. En daar verscheen, voort geduwd door een aantal woeden de kabouters, een lange magere kabou ter met een bril op zjjn lange spitse neus en met een verschrikkelijk lange hals en blote spillebenen. Hij had alle maal rimpels op zijn gezicht, zijn hals en zijn benen en hij zag er doodonge lukkig uit. „Wie is dat?" vroeg Jeroen, die ge schrokken was van het lawaai. „Dat is Robbetje Rimpelnek," zei koning Haze voet. „Hij is vast weer gegroeid." „Majesteit, majesteit!" riepen de opgewonden kabouters. „Robbetje Is alweer gegroeid." Koning Hazevoet stapte met een streng gezicht uit zjjn staatsiekoets. De kabouters plaatsten Robbetje Rimpel- nek met zijn rug tegen de rug van koning Hazevoet en riepen verontwaar digd: „Hij is groter dan de koning! Krimpwater! Krimpwater!" En zij sleepten de hevig tegenstribbe lende Robbetje Rimpelnek weg. „Wat is krimpwater?" vroeg Jeroen toen Hazevoet weer plaats had genomen in de koninklijke koets „Dat is een medicijn voor onderdanen die mij boven het hoofd groeien," ant woordde koning Hazevoet. „Daar krim pen ze van. Robbetje heeft het al dikwijls moeten drinken. Daar heeft hij al die rimpels van in zijn gezicht, zijn hals en zijn benen. Maar het is z«n eigen schuld. Hij eet veel te veel spina zie en hij loopt altijd zonder muts in de regen. Geen wonder dat hij mij telkens weer boven het hoofd groeit en krimp water moet drinken." De stoet zette zich in beweging, terwijl de muziekkapel weer uit alle macht en zo vals mogelijk het Niet-Volkslied in zette. En terwijl Hazevoet het Griekse volkslied zong en Jeroen Het Lied van de Hoed en terwijl Baron Knoflook in de koets achter hen met zijn luide bas stem iets zong met lammetjes en beek jes er in, verliet de stoet de stadsweide. „Is het niet verschrikkelijk?" vroeg Hazevoet, terwijl hun koets voortrolde langs de weg onder luid belgerinkel. „Begrijp je nu waarom ik zo'n hekel heb aan woensdagen waarop altijd alles mis loopt en ik in optocht naar de stadsweide moet gaan om mijn weke lijkse bad te nemen?" „Ik vond het erg gezellig", zei Jeroen. „Natuurlijk vond je het erg gezellig", zei Hazevoet kribbig. „Maar jij hoefde niet in het bad, omringd door zingende onderdanen." „Dat is waar," antwoordde Jeroen, „maar ik vond het zingen erg mooi, vooral Het Lied van de Zakdoek." „Het mooiste lied van allemaal heb je niet gehoord," zei Hazevoet. „Welk lied is dat?" vroeg Jeroen nieuwsgierig. „Het Lied van de Drie Paarlemoeren Knopen," antwoordde Hazevoet. „Volgens de grondwet moet dit lied ook op woensdagmorgens worden gezongen tijdens de badplechtigheid. Het is een heel mooi lied, maar zo verschrikkelijk lang dat wij de woorden hebben verge ten. Het lied staat natuurlijk in de grondwet. Maar de grondwet is zoek. zoals je weet, en nu stellen we het zonder het Lied van de Drie Paarle moeren Knopen. Maar wii vinden het allemaal een verschrikkelijk gemis." Terwijl de staatsiekoets voortrolde, bemerkte Jeroen dat Hazevoet, of schoon hij de hele morgen gemopperd had over woensdags. narigheden, ergens plezier in had. Hij zat alsmaar in zijn baard te lachen en Jeroen meende duidelijk te kunnen zien dat zijn vriend moeite had om zijn lachen in te houden. Eindelijk kon Jeroen zich niet langer bedwingen. „Je hebt de hele dag lopen moppe ren," zei hij tot Hazevoet, „en nu zit je „Niets," antwoordde Hazevoet met een rood gezicht, en stopte zijn baard .in zijn mond. Maar opeens kon hij het niet langer uithouden. Hjj barstte in lachen uit en rolde schaterend over de kussens van de staatsiekoets. Jeroen begon boos te worden. „Als je me niet aanstonds vertelt waarom je zo'n pret hebt, laat ik Je alleen in de koets en loop op mpn eentje naar huis," zei hij kwaad. Hazevoet greep hem krampachtig bij de arm. l± Hu-hu-hu!" schaterde hi). „Hoe-hoe hoe! Heb even geduid. Ha-ha-ha. Ik zal het je aanstonds vertellen. Hie-hie-hie! Klop me alsjeblieft op mijn rug. Ik kan niet meer van het lachen." Jeroen klopte Hazevoet behulpzaam op de rug, tot hij een beetje op zijn verhaal begon te komen. „Luister," zei Hazevoet fluisterend, „en houd je oor dicht b« m«n mond, want ik wil niet dat de koetsiers of palfreniers het horen. Het gaat om een verschrikkelijk belangrijk staatsgeheim, waarvan niemand iets weet behalve ik zelf. Zelfs Baron Knoflook en Baron Meerschuim van het Ministerie van Volksreiniging weten van niets. Maar ik zal het aan jou vertellen, als je zweert bij mijn koninklijke baard dat je mijn groot staatsgeheim aan niemand zult verraden." Jeroen beloofde plechtig met de hand aan Hazevoets baard dat hij altijd zou zwijgen en nooit het grote staatsgeheim zou onthullen. „Ik heb helemaal geen bad genomen," fluisterde Hazevoet, terwijl hij opnieuw vuurrood werd in het gezicht van inge houden lachen en onmachtig aan zijn baard plukte. „Ik neem nooit een bad. Ik maak alleen mijn haren maar nat. En de plons die iedereen hoort en waarom iedereen hard hoera roept is het lawaai dat ik maak met mijn zwaard in het badwater. Ik steek het stuk badzeep aan mijn zwaard en roer dan hevig in het water. Dat klinkt precies alsof ik zelf in het badwater plons. En dan ga ik rustig op de rand van de badkuip zitten en roer nu en dan opnieuw in net badwater met mijn zwaard. En dan verkondigt de kanselier in ie vuistje over iets te lachen Waar! Plechtig dat ik schoon bén. En hij kan e ac en. aar- flet weten| want hy is kanseiier; En om moet je lachen?" „Ik?" antwoordde Hazevoet met een verbaasd gezicht. „Ik lachen? En dat nog wel op een nare woensdagmorgen? Hoe kun je zoiets in je hoofd halen? Je vergist je. Mijn baard jeukt een beetje en misschien vertrok ik daarom mijn gezicht". „O. is het dót?" vroeg Jeroen, die van terzijde Hazevoet achterdochtig bleef gadeslaan. De laatste trok de zonderlingste gezichten in zijn pogingen om ernstig te kijken. Tenslotte liepen hem de tranen over zijn wangen, welke vuurrood begonnen te worden. „Wat is er toch?" vroeg Jeroen weer. dan trek ik schone kleren aan onder plechtig gezang en dan maak ik mijn haren nat en kom plechtig uit de bad- tent naar buiten." „Je moest je schamen," zei Jeroen, „dat je onder begeleiding van zoveel plechtigheid en muziek je nele rijk voor de gek houdt". Maar hij barstte evenals Hazevoet in lachen uit. En toen de staatsiekoets stil hield voor het koninklijk paleis hadden ze amper de tijd zich de tranen uit de ogen te vegen en ernstige gezichten te trekken. DAAN ZONDERLAND. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 15