Franse school-
Onthaal van
wet belooft weinig goeds
Minister Boulloche eist hoge prijs
voor zijn handtekening
De „Commen datore"
J
Colo vinyl
Behoud
Utrechtse
veilig
voorlopig
Raad aanvaardt in beginsel
verkeersplan-Feuchtmger
singels
gesteld
Een
mens leeft niet van
-brood alleen
VAN DE HAK
OP DE TAK
D
J. G«
Hobby
BIJZONDER ONDERWIJS BEDREIGD?
krommenie
Sociaal
commentaar
V. A.R. houdt een
Grieks schip aan
DE
Mn!6
Uitnodiging aan
stedebouwkundige
GESLAAGD.... dank zij
RESA-HILVERSUM
400 ton Israëlisch
cement aan boord
ZATERDAG 19 DECEMBER 1959
PAGINA 7
■Parijs, 18 dec. Het schoolwets-
"tvverp, dat premier Debré donderdag-
inderdaad bij de Nationale Ver-
5*r'n8 heeft ingediend, met de be
uling jat het dinsdag a.s. in open-
UJjT behandeling zou komen, draagt
2t de ondertekening door de pre-
Va'r slechts de medeondertekening
Ian de ^eer Boulloche, de minister van
Lr;'on ale opvoeding. De mede-onderte-
j.^'og van de minister van financiën,
he neer Plnay, ontbreekt. Naar het
k_ wag tenslotte deze mede-onderte-
H "ing niet strikt noodzakelijk geoor-
eld; De vraag of de minister van 'l~
.«nciën, omtrent wiens oppositie tegen
ontwerp wjj donderdag reeds ne-
'ohtten, zijn handtekening eve_ntueei
5fWe'gerd zon hebben, blijft op die m-
officieel open. Gisteren is het
vptsontwerp inmiddels „voor ndv s
ï»orgelegd aan de kamercommissie
culturele zaken fwa""deJ-
Fjifs) en welk een ongunstig °[o1thans
P'terst gereserveerd onthaal het daar
"eeft gekregen, blijkt uit het feit dat
Seen jer commissieleden bereid was
j's „rapporteur" op te treden. Ten ein-
99
JOSEPH
door-
ALSOP
NVL
door JAN VAN CENT
-19
*Van onze Parjjse correspondent)
j® raad heeft de commissievoorzitter,
§e heer Durbet. van de Unie voor de
•"fuwe Republiek, partijgenoot derhal-
ve van de eerste minister, deze taak
kinbtshalve zelf op zich moeten nemen.
°e heer Lizop, de man die leiding geeft
*an het zo geheten „studiesecretariaat
t'oor de vrijheid van onderwijs", welk
•ecretarlaat verbinding onderhoudt
biet de katholieke kerkelijke hiërar
chie, heeft een communiqué uitgege
ven. waarin het wetsontwerp onaan
vaardbaar wordt genoemd voor bet
*i?e onderwijs; aanvaarding zou bete
kenen dat dit onderwijs „afziet zowel
j'®n zijn vrijheid als van zijn specifiek
«arakter, dat de rechtvaardiging is
keweest voor de keuze der gezinnen
,„Pe heer Lizop had gistermorgen een
nrn? VrHg onderhoud met de heer Pi-
diade 5 z«n kant heeft de afgevaar-
rerhtc „P°?cary-Monsservin (van de
van de nilainkeIiiken) die v0:°l"7itter 1»
Ho „„uhk'Jj mentaire vereniging voor
hL 'o? ^an onderwijs", eveneens
doen weten dat de ingediende tekst on
aanvaardbaar is, omdat hij noch be
antwoordt aan de gedane beloften noch
»aifs aan de m de ministerraad
oinsdag vastgelegde bepalingen.
Van de „parlementaire vereniging
voor de vrijheid van onderwijs" ma
ken in de Nationale Vergadering
oPH 300 afgevaardigden rechts
^hankelijken. Unie voor de Nieu-
Vou ^ePubliek en Republikeinse
oiksbeweging deel uit, een royale
kamermeerderheid.
ïi gemeenschappelijke tot de rege-
d»J gerichte nota van de voorzitters
rpo dr>e grote fracties die in de Ka-
r de regeringsmeerderheid vormen.
van
rechts-onafhankelljken, Unie Nieuwe
Republiek en Republikeinse Volksbewe
ging, tnsisteerde donderdag eveneens
op de uiterst geringe kans die het in
gediende ontwerp maakt.
Een Iets minder ongunstig geluid is
daarna tot nu toe nog slechts vernomen
voor wat betreft het kamp van de
voorstanders van het vrije onderwijs en
van daaraan te verlenen staatssteun
vanuit de Republikeinse Volksbewe
ging. Men heeft daar verklaard dat het
ontwerp, zoals het is ingediend niet
kan worden goedgekeurd; op diverse
punten vereist het ingrijpende wijziging.
Al deze bezwaren, die voor het ka
merdebat weinig goeds lijken te voor
spellen, zijn op de eerste plaats wel ge
richt op het volgende erg subtiel lij
kende maar zeer essentieel geachte
punt.
In de tekst zoals die bij de Nationale
Vergadering is ingediend heet het ou
der meer „dat bij de particuliere instel
lingen die, met behoud van hun eigen
karakter, een der voorziene contracten
met de staat afsluiten, het onder con
tractregime geplaatste onderwijs onder
worpen wordt aan de controle van de
staat. Dit onderwijs moet gegeven
worden in algehele eerbiediging van de
vrijheid van geweten".
Vergeleken met de tekst, zoals die
was vastgesteld in de ministerraad van
dinsdag jl. stelt men in deze passage
een verplaatsing vast van de zinsnede
..met behoud van hun eigen karakter"
deze zinsnede volgde daar achter de
zin: ,.dit onderwijs moet worden gege
ven in algehele eerbiediging van de
vrijheid van geweten"
Tengevolge van deze verplaatsing,
aldus de bezwaren, lijkt de wet „het
behoud van eigen karakter" te willen
ontzeggen aan het op de particuliere
instellingen te geven onderwijs om het
nog slechts toe te laten voor de instel
lingen als zodanig. Of, zoals de heer
Lizop zich uitdrukt: „men laat ons de
dop, maar men bedreigt de inhoud
Naar verluidt heeft premier Debré
deze hoogst belangrijke wijziging moe
ten aanbrengen, alvorens het wetsont
werp bij het kam.erbureau te depone
ren, als concessie voor het verkrijgen
van 's heren Boulloche mede-onderte-
kening, zelfs naar verluidt voor het
verkrijgen van diens bereidheid om
van de regering deel te blijven uitma
ken.
Het standpunt van de heer Boulloche
heet te zim dat hij er wel i„ wil berus
ten dat de staat het particuliere vrije
omlerwys mede financiert, maar dan
slechts op voorwaarde dat dit onder
wijs neutraal is.
Algemeen verluidt ook, dat presi
dent De Gaulle persoonlijk tussenbeide
is gekomen zowel bij zijn premier als
bij zijn minister van onderwijs om het
aanblijven van deze laatste veilig
PARIJS De reusachtige, myste
rieuze en ijzige figuur van Char
les de Gaulle torent hoog boven
het Atlantische toneel alhier uit,
enigszins op de imponerende wijze
van het standbeeld van de „com-
mendatore" in Mozarts „Don Gio
vanni". Velen vrezen zelfs, dat De
Gaulle tenslotte het Westelijk bond
genootschap naar de ondergang zal
helpen, zoals het standbeeld van de
commandant, tot leven gekomen,
aan het eind van de opera Don Juan
naar de hel sleurt.
Deze vrees is buitensporig; noch
tans wordt het tijd het mysterie te
doorgronden en de motieven van de
man te analyseren. Een mogelijkheid
tot begrip ligt misschien in De Gaul
le's wijze van spreken over zichzelf,
soms in de eerste persoon, soms in
de derde persoon.
In zijn prachtige memoires over
de tweede wereldoorlog wordt deze
eigenaardigheid zo ver doorgevoerd,
dat in één zin wordt gesproken van
toS, menigte „die Charles de Gaulle
scK&ht" en „die mi) de hand
de vUjEen vriend vroeg hem eens
gramm^Pring van deze vreemde
woordde: Caie constructie. Hij ant-
'Eenvoudigweg, omdat de
mensenmenigte niet het
Gaulle toejuichte. Zij be'.ndmdu De
symbool Charles de Gau„
ï'rankriiks hoop en Frankriit.'
heW waï gaan verbeelden vrij
de derde persoon m dit deel Van
jm. Maar de hand die ze or <ie
behoorde aan Charles de Gaun6)
Persoon dé al te menselijke naan
vandaar de eerste persoon op de-,e
PlHetisneen grote en deemoedig-ma-
kende schok feweest, aldus vervolg.
de De Gaulle, toen hl], een eenvou-
dige brigade-generaal, voor
d®rst de macht van het symboo
dekte, dat de oorlog van ztjn P
(Ppa had gemaakt. Van toen af
SVles de Gaulle-het-symbool
ppeds een zware last geweest voo
«-Partes Marie André Joseph de
Prille-de-persoon. Maar de last moet
'ettemin op eervolle wijze worden
gedragen.
v.Ur is geen tweede voorbeeld te
jhden van deze eigenaardige men-
fmg van persoonlijke beschei
denheid en het diepe, niet te schok-
en gevoei een zending te hebben,
■pet doet ons ook de grote lichtge-
aaktheid begrijpen waarover zich
„merikaanse leiders, van Franklin
oosevelt af tot Dwight D. Eisenho
wer toe, hebben beklaagd. De Gauile
d er vlug bij, om over een of an-
„jje behandeling gepikeerd te zijn,
'et omdat deze hem persoonlijk treft
aar omdat eer veronderstelde be-
diging aan het adres van Charles
Ev Gaulle-het-symbool inhoudt dat
bèferj ^k ze^ op indirecte wijze is
i®r is nog een eigenaardigheid, die
et schijnbare mysterie nog duister
st jpaakt. De kwestie van rang en
mnd is niet interessant voor de
rpfeste Amerikanen, maar voor De
auile is ze uitermate belangrijk,
tisschien komt het, doordat hij in
et intens hiërarchische Franese le
ger is gevormd.
n 'eder geval veroorzaakt, daar
—..Gaulle zo rang-bewust is, ieder
mogendheden te erkennen, bij hem
een woede-uitbarsting, die ons irra
tioneel kan toeschijnen maar die hen?
volkomen gewettigd voorkomt. Er
behoeft geen twijfel over te bestaan,
dat iets dergelijks ook een rol speelt
in de manier waarop De Gaulle over
de opperbevelhebber van de NAVO,
generaal Lauris Norstad, spreekt
als „ce général americain qui me
gêne". Norstad bezorgt De Gaulle
persoonlijk geen last. Maar De Gaul
le maakt zich zeker zorgen over de
gevolgtrekking over Frankrijks groot
heid die te maken is nu een Amen-
kaan aan het hoofd van alle NAVO-
strijdkrachten staat.
Indien dit kleinzielig lijkt, en dat
niet zonder redenen, is er nog een
ander element in het mysterie-De
Gaulle dat een zekere „grandeur"
heeft. Zijn gevoel voor en zijn visie
op de geschiedenis zijn groots in de
meest letterlijke betekenis van het
woord. Hij denkt over de loop van de
geschiedenis niet in nietszeggende
algemene termen van het ogenblik,
ook niet In termen van louter decen
nia, maar altijd in eeuwen en in dui
zenden jaren. Naties beschouwt
hij eenvoudig als de grote acteurs in
dit proces. Eveneens in alle eerlijk
heid gelooft hij, dat naties blijven be
staan terwijl politieke systemen ten
onder gaan. Er zijn derhalve vele
tekenen, dat De Gaulle het commu
nistische systeem oeschouwt als een
voorbijgaande episode in de geschie
denis van de grote Russische natie.
Bij tussenpozen schijnt hij inderdaad
de Verenigde Staten bijna te beschou
wen als een kolossale toevallige ge
beurtenis in de geschiedenis van de
Britse natie. In plaats van de „Brit
se en Amerikaanse" spreekt hij bij
na onveranderlijk van de „Angel
saksische" machten.
Het zou daarom van weinig wijs
heid getuigen te lachen over iets als
de thans befaamde passage in de me
moires, waarin De Gaulle spreekt
van een Franco-Russische overeen
komst die eventueel dienstig zou kun-
t£? niet alleen als bescherming
het1 Duitse agressie, maar ook om
hoo-p^, Angelsaksische streven naar
ie ziet0>ile" te weerstreven. De Gaul-
door hedendaagse wereld niet
dere W« '?,e bril als die van de an-
zeer in deeJ, e leiders. Indien hij te
?n s'taat toth°aecLge™ worK 5?
schuw zoucw es die bepaald de af
schuw zouden op wekken, niet slechts
c van H„Westelijke leiders,
meesten van
zijn
^hijnbaa? verzuil
aditionele plaats
om
onder
Frankrijks
de groot
van de
maar ook van de
landgenoten.
Deze feiten over n
ten in ogenschouw word^f genomen'
omdat het feiten zijn Bovendien heeft'
te moedig, te magnifiek_ Ajs
verwachte politieke uitdrukking van
de briljante herleving van Frankrijk
is hij, uiteraard, maar al te belang
rijk. Om al deze rfd®nPnzpn klein
zielige geërgerdheid. hooghartigheid,
spot en een verongelijkte houding
niet op hun plaats in de omgang met
De Gaulle. -
De omgang zal zeker moeilijk blij
ven, tot een meer krachtige Ameri
kaanse regering het initiatie! neemt
tot een ernstig hernieuwd onderzoek
naar de strategische basis van het
Westelijk bondgenootschap. Maar als
en wanneer dit al te lang uitgestel
de hernieuwde onderzoek tenslotte
wordt begonnen, mag men hopen,
dat De Gaulle niet zal zijn de onder
gang van het bondgenootschap, maar
een van zijn grootste krachten.
(Copyright De Tijd - New York
Herald Tribune)
stellen. Een heengaan van Boulloche
zou waarschijnlijk gevolgd worden door
een heengaan van de andere overtuigde
„laïclst" in de regering, de heer Jean-
neny, minister van industrie: en pre
sident De Gaulle zou met het oog op
de andere taken die hij zich gesteld
heeft voornamelijk de liquidatie van
het Algerijnse probleem, waarvoor hij
de steun heeft van „links" het kwijt
raken van zijn twee enige als links te
beschouwen ministers hoogst onge
wenst achten. In deze geest van ..ho
ger zien" wordt aan president De Gaul
le ook de bedoeling toegeschreven zo
nodig in Let schoolprobleem in te grij
pen met een vertoog tot het parlement.
Vermelden wjj nog, in afwachting
van het eventueel op gang komen van
de openbare parlementaire discussie,
dat de voorstanders van het vrije on
derwijs aan het ingediende wetsont
werp eveneens hoogst bedenkelijk ach
ten, dat het geen enkele waarborg
biedt dat het stelsel van de vrije con
tracten na een periode van twaalf jaar
zal kunnen voortduren.
Tenslotte; ook de tegenstanders van
het vrfje onderwijs en van staatssteun
daaraan, de „laïcisten" en hun diverse
organisaties, die zich reeds het hele
jaar inspannen om de_ suggestie te wek
ken dat staatssubsidie aan de vrije
school het land in vuur en vlam zou
zetten, roeren zich weer geducht. Hun
„comité van actie" heeft een opwek
king uitgevaardigd om van dinsdag
„een plechtige dag van afwijzing" te
maken, met op de openbare scholen
in de Franse les een becommentari
ëring van „de brief aan de onderwij
zers". een prozastuk van Jules Ferry,
een der vaders van de openbare laï-
cistische school, de zangles gewijd aan
het lied chant du cinqnantenaire de
I'école laique" en de geschiedenisles
aan „de geschiedenis van de Iaïcis-
tische school".
Advertentie
B tn Nederland en overat
elders ter wereld,
op ieder uur van de dag,
worden Cotoviny! tegels gelegd.
FABRIKAAT
Afrika bouwt modem en uiterst zorgvuldig.
Klimatologische omstandigheden stellen
hogeeisen.duistdaaromKrommenie vloeren
In Nigeria en in Ghana, in Mozambique en
in de Kongo - in geheel Afrika. Kleurrijk en
stijlvol werden in dit fraaie Donovan Maule
Theater te Nairobi Colovinyl tegels gelegd.
Folders Ir» kleurendruk worden u gaarne toegezonden
door afdeling Publiciteit van Linoleum Krommenie
(Van onze Utrechtse redacteur)
UTRECHT, 19 dec. De gemeente
raad heeft het verkeersplan Feuchtin-
ger niet zonder meer aanvaard. Men is
tot een soort compromis gekomen,
waarbij althans voorlopig het behoud
van de singels is veilig gesteld. Dit is
het gevolg van het aannemen met 34
tegen 31 stemmen, tien minuten na mid
dernacht, van een motie geboren uit
een intern beraad van de fracties, wel
ke motie werd ingediend door de heer
Hessing (PvdA) en mede ondertekend
door enige andere tegenstanders van de
singeldemping. Het betreurende, dat in
het kader van het verkeersplan de sin
gels zouden moeten worden gedempt,
met name de fraaiste gedeelten daar-
van, besloot de raad overigens de be
ginselen van het plan wei te aanvaar
den. De wenselijkheid werd uitgespro
ken, dat een onafhankelijke stedebouw
kundige wordt uitgenodigd om plannen
te ontwerpen voor de reconstructie van
de oude stad. In afwachting daarvan
mogen geen doorbraken ter hand wor
den genomen. Voorts drong men erop
aan een ringweg te ontwerpen op grond
van de door prof. Feuchtinger verschaf
te gegevens. Tevens werden B. en W.
uitgenodigd aan prof. Feuchtinger op
dracht te geven om in overleg met de
aan te wijzen stedebouwkundige een par-
keeronderzoek in te stellen.
In zijn verdediging van het verkeers
plan Feuchtinger zei wethouder mr.
W. Derks, die in de middagzitting aan
het woord kwam, met grote nadruk dat
het ontwerp slechts een principeplan is
en dat zo spoedig mogelijk de beste ste
debouwkundige zal worden gezocht om
gestalte te geven aan wat is voorge
steld. Deze stedebouwkundige moet re
kening houden met de belasting van de
Advertentie
(Bekende Schriftelijke Cursus)
Mulo A en B - Middenst.dipl Kerklatijn
Praktiikd. Boekhouden M.B.A. Wisk. M.O
Handelscorr. Fr.. D. Eng. en Nederlands
wegen. Zou het plan niet worden aan
vaard. dan moeten B. en W. met nog
meer rigoreuze voorstellen komen,
waarbij aan een grote doorbraak van
de binnenstad niet te ontkomen valt. Te
gen sluiting van de binnenstad ver
wacht de heer Derks ook protesten uit
de burgerij.
Burgemeester jhr. mr. C. J. A. de Ra-
nitz voelde zich genoopt zijn standpunt
voor de singeldemping te rechtvaardi
gen. Het denkbeeld dat als onafscheide
lijk onderdeel van het verkeersplan de
singels zouden moeten worden gedempt
is hem van stonde af aan zwaar aan het
hart gegaan. Hji echter op dat
zjjn verantwoordelijkheid ook de ver
keersveiligheid omvat, die in Utrecht in
voortdurend groeiende mate ernstig in
het gedrang komt. De harde cijfers der
ongevallenstatistiek, spreken een aller
droevigste taal. Hij acht het plan een
logisch sluitend geheel, dat Utrecht tot
een vrij verre toekomst zou kunnen vei
lig stellen. Het trekken van een conclu
sie, zo zei hii, was met gemakkelijk; in
zijn ambtelijk leven is deze opgave wel
de moeilijkste geweest.
Grote publieke belangstelling
Tijdens de avondzicting was de be
langstelling van de zijde van het pu
bliek bijzonder groot. Behalve op de
stampvolle tribune volgden talrijke
belangstellenden in een der trouwza
len door middel van luidsprekers de
besprekingen'
De burgemeester deelde mee dat het
college van B. en W. in het resultaat
van het intern beraad geen aanleiding
vond andere toezeggingen te doen dan
wethouder Derks had gegeven. Als sa
menvatting van het standpunt van B.
en W. werd het volgende ontwerp-be-
sluit aan de raad voorgelegd: het ver
keersplan te aanvaarden als grondslag
voor de ten behoeve van het verkeer te
treffen voorzieningen; voor de oude
stad met inachtneming van het voor
dat gebied in .het verkeersplan aange
geven grondprincipes van twee noord
zuid- en twee oost-west-verbindingen
een stedebouwkundig basisplan te doen
opstellen door een onafhankelijke stede
bouwkundige en in afwachting daarvan
geen doorbraak in de oude stad ter hand
te nemen; in de opdracht aan deze ste
debouwkundige mede te begrijpen het
gestalte geven aan de ringweg; ter ver
krijging van het bh het opstellen van
een stedebouwkundig basisplan nodige
inzicht in de behoefte aan en de situe
ring van parkeergelegenheid aan prof.
Feuchtinger opdracht te geven om in
overleg met de stedebouwkundige een
parkeeronderzoek in te stellen.
Motie van tegenstanders
De heer Hessing (PvdA) diende daar
na, mede namens enige andere tegen
standers, zijn motie in. De communist
de heer De Vries vond het onverstandig
van wethouder Derks dat hij door deze
motie niet over te nemen verzuimt een
weg in te slaan om een behoorlijke
meerderheid voor het plan te verwer
ven. De heer Derks, zo zei hij, moet
maar zien hoe hij met een eventuele
kleine meerderheid het geld in Den
Haag los krijgt. Het was de heer Bek
kering (KVP) bekend, dat een lid van
het college van B. en W. met de mötie
akkoord gaat. Blijkbaar heeft deze wet
houder niet het hele college kunnen
meekrijgen.
Mevr. Beiaart-Drost (KVP) merkte
op dat in de voortreffelijke berekenin
gen van prof. Feuchtinger de menselij
ke factor niet voldoende is meegeteld.
Zij had bezwaren tegen de te vergaan
de concessies in de motie die een stede
bouwkundige te veel binden. Toch zal
zij contre coeur haar stem geven uit
vrees dat er niets overblijft wanneer
het plan-Feuchtinger wordt afgestemd.
Wethouder Derks erkende dat de mo
tie wel iets had om tot overeenstem
ming te komen. Men kan er echter, zo
meende hij. niet onder uit. dat de sin
gels zullen moeten worden gedempt. B.
en W. willen de burgerij dit liever
rechtstreeks zeggen.
PORT SAID, 19 dec. (Reuter) De
Griekse vrachtboot .Astypalea"
is gisteren door de autori
teiten van de Verenigde Arabische Re-
publick in het Suezkanaai aangehouden,
omdat ze 400 ton Israëlisch cement
voor Djiboeti aan boord heeft. De ge
zagvoerder heeft de opdracht gekregen
deze lading te lossen als hjj het kanaal
wil passeren. In afwachting van in
structies van de rederij het schip te
Port Said voor anker gegaan.
Daar ligt al sinds mei j.l. het 4.000
ton metende Deense vrachtschip „Inge
Toft" dat eveneens met een lading Is
raëlisch cement het Suezkanaai wilde
passeren.
(Van eén medewerker)
e afgelopen week bood, voor wie
het sociale leven van nabij wil
volgen en nu en dan van kant
tekeningen wil voorzien, een overladen
menu. Eerst de verbondsraad van de
KAB, waarin volkomen begrijpelijk
de ontwikkeling van de nieuwe aan
pak van het loonbeleid nogal centraal
werd geplaatst. Vervolgens de begro
tingsbehandeling van sociale zaken,
waarin staatssecretaris Roolvink die
verbondsraad meer dan eens citeerde,
en als sluitstuk de begroting van maat
schappelijk werk in de Kamer, welke
zeker ook enig commentaar vraagt.
Er is iets aantrekkelijks in, een beet
je van de hak op de tak te springen,
omdat er meerdere aanrakingspunten
tussen de drie bovengenoemde gebeur
tenissen zitten. Om te beginnen de ver
bondsraad van de KAB.
De heer Middelhuis hield een uitste
kend betoog. Het was waarachtig niet
alleen economisch, maar wel degelijk
ook sociaal structureel. Nadat hij had
gesproken over de onmisbare bijdrage
voor een gezonde maatschappij-ontwik
keling, welke we met welvaartssprei
ding aanduiden, schonk hij brede aan
dacht aan de wijziging van de verhou
dingen binnen de bedrijfsgemeenschap-
pen via PBO en ondernemingsraden.
Daartoe wees hij onder meer op de
noodzaak van goede verstandelijke vor
ming en ontwikkeling en toenemende
zin voor verantwoordelijkheid. Daar
naast beklom de heer Kortink, de
voorzitter van de Haarlems-Rotter
damse diocesane bond van de KAB,
het spreekgestoelte, om in een kort
maar niet minder goed betoog te vra
gen, waarom de verbondsvoorzitter
met geen woord had gerept over het
standsorganisatorische werk. Daarna
was er een spreker, die van deze op
merking meende te moeten zeggen, dat
zij wat onwerkelijk idealisme betrof.
En daarmee kwam de oude tegenstel
ling tussen stands- en vakorganisatie
weer om de hoek kijken.
Het was een bijna onmerkbaar dis
sonantie in deze overigens uitstekende
vergadering, een minder welluidend
klinkende toon, die misschien alleen
aan „vakmensen" opviel. Het betoog
van Kortink had uiteraard niets te ma
ken met de vraag, in welke organisa
torische vorm dat z.g. standsorganisa
torische werk moet worden voortgezet.
Voor wat zijn uitgangspunt betreft
staan we onvoorwaardelijk aan zijn
kant. Ook het Bisschoppelijk Mande
ment heeft in 1954 er nog eens de aan
dacht op gevestigd, dat dit werk niet al
leen behouden moet blijven, maar ver
sterkt dient te worden, ook omwille van
de totale vruchtbaarheid van het werk
van de vakbeweging. Ook de mensen
van de standsorganisatie moeten even
wel tegen overdrijving waken. De om
groei in de maatschappelijke verhou
dingen, die zich al sinds jaren aan het
voltrekken is, is uiteraard op de eerste
plaats een mentaliteitskwestie, maar
niet vergeten mag worden, dat deze
ook vorm vindt in een grotere of klei
nere bereidheid om b.v. de werknemers
mee te laten delen in toenemende wel
vaart, mee te laten delen ook in hun
zeggingsmacht bij het beheer van be
drijf en onderneming. En aan dat laat
ste hoeft men, zeker voor wat de tota
liteit betreft, niet te denken, wanneer
èn door karakter èn door verstandelij
ke inhoud het werknemersdeel van on
ze bevolking niet op een behoorlijk ni
veau staat. Anders blijft het een mede
zeggenschap van slechts een gering
aantal topfiguren.
En waar ligt nu de relatie tussen
die vergadering en wat zich van
de week in dé Tweede Kamer
heeft afgespeeld? De hele dinsdag en
woensdag zijn gewijd geweest aan de
bespreking van de materiele positie
vooral van de werknemer. Op zich is dit
hoogst gedenkwaardig feit. Vooral
ilieke
in de replieken was het betoog van
staatssecretaris Roolvink bijna(l) ge
lijk aan de ouderwetse anti-kapitalisti
sche speech, die men op de eerste
plaats van doorgewinterde socialisten
zou hebben verwacht. Niet dat we het
er niet mee eens waren. Integendeel,
en heel wat deelnemers aan gespreks
groepen, die nogal eens scherp kriti
sche opmerkingen hebben over het toe
nemend aantal miljonairs in ons land
en de grote winsten, die vooral door
grootbedrijven worden gemaakt, zou-
Advertentie
WAT DEED UW OVERGROOTMOEDER t
Bij kr»«b«lhoesc en opkomende verkoud
heid nam zij vlug een paar Pottertje!
in de mond. Dat hielp! Nog steeds is
Potter's Linia hét probate middel. Draag
daarom altijd een doosje bij U!
In handige
platte doosjes SS cent
IMA N. TIN NIIKIl M.V. NIIVIUIN
Een
speurdersverhaal
18
Hij mikte de hoorn op de haak en liep snel naar
bulten. De taxi was meteen gevonden en het zie
kenhuis was binnen het kwartier bereikt. De portier
herkende hem al van verre en groette ernstig. Met
lange passen liep de inspecteur de gangen door. Hij
vond Victor Segers en De Koninck voor de deur
van de kamer, waarin Watimena werd verpleegd.
„We meenden op u te wachten," zei Segers. „Zo
horen we het allemaal tegelijk."
„Dank je. Kunnen we naar binnen?"
„Ik denk het wel, maar de dokter heeft ons be
zworen dat we het niet lang mogen maken en het
zo voorzichtig mogelijk dienen aan te pakken. Hp
had de hele medische mond vol van allerlei frac
turen."
„Daar is hjj dokter voor. Zullen we?"
Ue Koninck opende voorzichtig de deur. Zo op het
HorH .gezicht leek er in de kamer weinig veran-
a de gordjjnen waren nog steeds dicht en sche
mering omsloot nog de man op het bed. Er zat nu
wei een andere verpleegster, een oudere, die op
stond toen de drie mannen binnen kwamen. Ze wil-
de iets zeggen maar Segers was haar voor.
„We weten het al, lieveke."
Verongelukt verliet ze de kamer. Inspecteur Sluiter
stapte naar het bed. Segers ging aan de andere
kant staan en De Koninck stelde zich op aan het
voeteneinde. Martin Watimena had nu de ogen open
en keek van de een naar de ander. Het bruin van
zijn huid had iets van de ziekelijke tint verloren,
maar de ogen stonden nog dof. Het verband om zjjn
hoofd was pijnijjk wit. Het was stil in de kamer. Op
de gaog h.®P een vrouw voorbij, een verpleegster
waarschijnlijk. Het snelle tikken van haar hakken
scandeerde de stilte.
„Politie?"
Watimena zei het woord fluisterend en berustend.
Sluiter knikte. De inspecteur had moeite zich voor
te stellen dat deze stil liggende man had deelgeno
men aan het huzarenstukje in Den Haag en aan de
vele andere, daarvoor.
„Ik weet niets," zei hjj.
„Helemaal niets?" vroeg Sluiter.
Het hoofd op het kussen bewoog even, maar di
rect daarna vloog een pjjnljjke trek over het gezicht.
Het lag stil. ,,U moet rustig zjjn en niet te veel
spreken. Daarom zal ik het u vertellen, voor zover
wu het weten. Ik doe het langzaam en als u iets
zeggen wilt kunt u dat doen. Afgesproken?"
Alleen de ogen antwoordden.
„U trad op in de Gouden Haan. In de nacht van
de overvaj verliet u de club. U ging recht naar
uw hotel?" 6
„Ja."
„Nergens meer iets gedronken, iemand gesproken
op straat, een bezoek afgelegd7"
„Nee." b 6
„Deed u dat anders wel eens7"
„Nooit."
„U ging dus rechtstreeks naar uw hotel in de
Carnotstraat. Lopend7"
„Ja."
„Zoals gebruikelijk was de deur open en u liep
naar binnen. U ging de trap op, opende de deur, sloot
die weer, kleedde u uit en ging op het bed liggen."
„Ik sliep meteen... Ik werd wakker..."
Er kwam meer glans in de ogen. De antwoor
den werden fluisterend gegeven, met maar even ge
opende lippen.
„En toen?"
„Er stond iemand..."
„Hoe?"
„Over me heen. Ik heb hem nog vastgepakt..."
„Hoe zag de man eruit? Groot? Klein?"
„Niet gezien... Donker..."
„En toen?"
Watimena antwoordde niet maar wees met de hand
flauwtjes naar het verband om zjjn hoofd. Ja, dat
was alles geweest. Sluiter boog zich over hem heen,
keek hem strak aan en vroeg dringend:
„Wie was het, Martin?"
De man reageerde er niet aanstonds op. Onthutst
keek hjj naar de inspecteur en van hem naar Se
gers. Sluiter drong aan;
„Het was iemand die jou kende, want je wordt
niet zomaar op het hoofd geslagen. Denk even goed
na."
„Maar ik ken hier toch niemand?"
Watimena was eerljjk verbaasd. Sluiter richtte zich
op.
„Het kan ook iemand zjjn geweest uit Amsterdam,"
zei hjj losjes.
„Komt u uit Amsterdam?"
De vraag kwam met een verrassende snelheid.
„Inderdaad."
„Kunt u mjjn vrouw..."
„Is al gebeurd. We hebben haar gezegd dat ze
zich niet ongerust behoeft te maken."
„Bent u bjj haar geweest?"
De ogen van de man stonden nu rond en groot
open.
„In de Kinkerstraat, ja. Maar u moet zich ook
niet ongerust maken. Het komt allemaal wel weer in
orde, zegt de dokter." En tot Segers: „We moesten
dan maar gaan, niet?"
„Maar meneer Sluiterbegon de Koninck.
„Straks," zei Segers kort.
De jongen kleurde licht. Hij knikte naar de man
op het bed en de twee anderen volgden hem. Bij
de deur zei Sluiter nog:
„Het allerbeste. En beterschap."
Watimena scheen hem niet te horen. Hjj lag met
gesloten ogen. De verpleegster schoof langs Sluiter
heen en liep naar het bed. De inspecteur sloot zacht
de deur. Op de gang liep hij recht in een levensles,
die Victor Segers aan zjjn jongere collega gaf.
„Als er nogal duideljjk een gesprek wordt afge
sloten, goede vriend, dan zult ge daar niet meer
tussen komen. In onze stiel zult ge altjjd bedenken,
dat er voor alles een reden is, zells al lijkt dat niet
altjjd zo."
(Wordt vervolgd)
den met instemming geluisterd hebben
wanneer ze het betoog hadden gehoord.
Helemaal akkoord. Maar ook hier geldt
dat er een evenwicht moet zijn tussen
toenemende materiële welstand en
evenwichtige mensontplooiing. We me
nen helemaal te kunnen instemmen
met de katholieke woordvoerder bij
maatschappelijk werk, die stelde:
„Maatschappelijk werk is voor mij het
onmisbare cement, dat de bouwstenen:
technische vooruitgang, toenemende
materiële welvaart en verbetering in de
bedrijfsverhoudingen tezamen voegt tot
een bewoonbaar gemeenschapsgebouw
voor nu en voor komende generaties'
Maar zoals in de sociale sector, zo
zijn er ook in de politieke arena heel
wat, die deze stellingname het liefst als
wat naïef idealisme zouden willen be
stempelen. Goed, goed, men mag wel
wat aandacht schenken aan maatschap
pelijk werk, maar het is toch sterk
overdreven, om daarvoor een eigen de
partement te vragen. Laat het maar
een staatssecretariaat van Sociale Za
ken zijn. Dit zou, in 't kader van wat wt
nu eenmaal door dit betoog hebben wil
len tekenen, gelijk staan met te zeg
gen: standsorganisatorisch werk? Best,
maar laat het dan toch een onderdeel
zijn van de vakbewegingsarbeid. En
hiermee zou de hiërarchie van waarden
op zijn kop gezet worden. De centrale
aandacht voor de mens verdient een
zodanig apart accent en er is in dat
opzicht zoveel te doen, dat een aparte
institdtie hieraan zeker leiding moet ge
ven.
Duidelijk moge zijn, dat noch in de
sociale, noch in de politieke sector de
ze zaken los van elkaar gezien mogen
worden. Wie over mensvorming wil
spreken en de materiële kant verwaar
loost, moet er gauw mee uitscheiden,
want hij is gedoemd te mislukken.
Maar wie de zaken omdraait maakt het
nog erger, omdat hij aan materialisme
werkt. En materialisme is als de be
ruchte zieken die men aanvankelijk
niet waarneemt, maar die men jaren
lang met zich kan dragen, totdat ze
plotseling manifest worden en dan ls
het als regel te laat.
Dit alles is zo maar een overdenking
naar aanleiding van twee belangrijke
gebeurtenissen, maar we zullen in de
komende weken stellig gelegenheid heb
ben om minder actief en meer „be
schouwend" te leven. Misschien kan
het nut hebben, ook deze gedachten
weer eens voor te leggen en wat te
laten bezinken.
Het is, geloof ik, wel al
gemeen bekend, dat journa
listen tijdens hun interview
aan de betrokkene nogal
eens willen vragen wat zijn
hobby is. Ik vind dat een
goed gebruik. Hobby's ont
hullen veel omtrent een
mens. En ik heb in mijn
rijk met vraaggesprekjes doorspikkel
de leven dan ook altijd die vraag
naar vrijetijdsbesteding gesteld. De
uitwerking er van was soms verras
send. Eens heb ik een gewezen minis
ter geïnterviewd die zich na een uur
van obligaat geklets op mijn verzoek
verklaarde als een fervent, zij het ge
camoufleerd aanhanger, van het ver
tellen van moppen, geschikt voor de
kerstboom. Tsjonge, wat hebben wij
daarna gelachen. Ik wijs er nog eens
met enige nadruk op, dat het een
gewezen minister was. Niemand
van het huidige kabinet hoeft het dus
op zijn fatsoen te trekken.
Maar in ernst, mensen zonder enige
hobby zijn over het algemeen nare
mensen. Een mens moet wat hebben
in zijn vrije tijd, als is het maar net
schrijven van onduidelijke politieke
artikelen in een ochtendblad.
Een mens moet wét hebben. Dat is
overigens een mij door mijn moeder
opgelegd levensmotto. En zy heeft
recht van spreken, want zij brengt
haar ledige tijd door met het bidden
van Rozenhoedjes; onder andere ove
rigens met de kennelijke bijbedoeling
om van de hemel af te smeken dat
ik in mijn leven nog eens wat anders
mag gaan uitvoeren dan het schrijven
van min of meer loszinnige stukjes.
Maar een mens moet inderdaad wat
hebben. En mensen zonder hobbys
zijn werkelijk nare mensen. Neem de
dictatoren. Wat deed Hitler in zijn
weinige vrije tijd? Ik weet het niet.
Niemand weet het. Maar als u het
mij vraagt, zal hij tijdens de pauzes
wel gewoon verder gegaan zijn met
schreeuwen. En Mussolini droomde
tussen de bedrijven door natuurlijk
onverveerd verder over zijn geweldig
imperium. Hij is er dan ook voor ge
hangen.
Aan Eisenhower, géén dictator, we
ten wij precies wat wij hebben. Hij
beoefent in zijn vrije tijd de golf-
sport; een onbenullige bezigheid, naar
mijn smaak, maar hij hééft wat. Wat
echter is de hobby van een Khroesj-
tsjev? Hoe gelukkig zou ik zijn als ik
zou weten dat hij bij tijd en wijle en
in het geheim een passie voor het
kienen ontwikkelt. Al was het pand
verbeuren. Maar die man denkt na
tuurlijk voortdurend in krachtcentra
les. Lelijk.
Ik hoop dat u dat toneelstuk (of de
film) kent van „Je kunt het toch
niet meenemen". Dat verrukkelijke
verhaal over die fijne mensen, die
niet anders deden dan hun hobby be
oefenen: het vervaardigen van on
deugdelijk vuurwerk, het schrijven
van mooie, maar waardeloze romans,
het bakken van oneetbare snoepjes,
het ten onrechte balletlessen nemen
bij een volslagen incompetente, zij het
hongerige dansleraar of zelfs zoiets
summiers als het niet invullen van
een belastingbiljet. De boel vloog ten
slotte in de lucht, dat is waar. maar
wat daarna bij de mensen overbleef
was toch altijd nog een blij aanvaar
den van het onvermijdelijke leven.
Men kan het natuurlijk ook verdrie
tig doen. Let op Hugo Claus, ook al
zo'n jongen die in zijn vrije tijd goede
toneelstukken schrijft.
Waarom drukken wij onze hobby's
weg? Omdat wij leven in het nood
lottige misverstand dat men slechts
verdienstelijk kan zijn door alleen die
dingen te doen, aan welke ieder rede
lijk mens een hartgrondige hekel
heeft Waarmee ik niets wil afdoen
aan de verdienstelijkheid van dege
nen, die de dingen, die zij haten doen
met een lachend gezicht. Aan hen is
de glorie, die slechts aan weinigen is
voorbehouden.
Er is dus, het een en ander samen
vattend, alles voor te zeggen dat wij
ons werk tot hobby verheffen.
Maar ik mag niet denken aan de
roze wereld van mensen, die hun
hobby tot werk hebben gedegradeerd.