Franse school- Onthaal van wet belooft weinig goeds Minister Boulloche eist hoge prijs voor zijn handtekening De „Commen datore" J Colo vinyl Behoud Utrechtse veilig voorlopig Raad aanvaardt in beginsel verkeersplan-Feuchtmger singels gesteld Een mens leeft niet van -brood alleen VAN DE HAK OP DE TAK D J. G« Hobby BIJZONDER ONDERWIJS BEDREIGD? krommenie Sociaal commentaar V. A.R. houdt een Grieks schip aan DE Mn!6 Uitnodiging aan stedebouwkundige GESLAAGD.... dank zij RESA-HILVERSUM 400 ton Israëlisch cement aan boord ZATERDAG 19 DECEMBER 1959 PAGINA 7 ■Parijs, 18 dec. Het schoolwets- "tvverp, dat premier Debré donderdag- inderdaad bij de Nationale Ver- 5*r'n8 heeft ingediend, met de be uling jat het dinsdag a.s. in open- UJjT behandeling zou komen, draagt 2t de ondertekening door de pre- Va'r slechts de medeondertekening Ian de ^eer Boulloche, de minister van Lr;'on ale opvoeding. De mede-onderte- j.^'og van de minister van financiën, he neer Plnay, ontbreekt. Naar het k_ wag tenslotte deze mede-onderte- H "ing niet strikt noodzakelijk geoor- eld; De vraag of de minister van 'l~ .«nciën, omtrent wiens oppositie tegen ontwerp wjj donderdag reeds ne- 'ohtten, zijn handtekening eve_ntueei 5fWe'gerd zon hebben, blijft op die m- officieel open. Gisteren is het vptsontwerp inmiddels „voor ndv s ï»orgelegd aan de kamercommissie culturele zaken fwa""deJ- Fjifs) en welk een ongunstig °[o1thans P'terst gereserveerd onthaal het daar "eeft gekregen, blijkt uit het feit dat Seen jer commissieleden bereid was j's „rapporteur" op te treden. Ten ein- 99 JOSEPH door- ALSOP NVL door JAN VAN CENT -19 *Van onze Parjjse correspondent) j® raad heeft de commissievoorzitter, §e heer Durbet. van de Unie voor de •"fuwe Republiek, partijgenoot derhal- ve van de eerste minister, deze taak kinbtshalve zelf op zich moeten nemen. °e heer Lizop, de man die leiding geeft *an het zo geheten „studiesecretariaat t'oor de vrijheid van onderwijs", welk •ecretarlaat verbinding onderhoudt biet de katholieke kerkelijke hiërar chie, heeft een communiqué uitgege ven. waarin het wetsontwerp onaan vaardbaar wordt genoemd voor bet *i?e onderwijs; aanvaarding zou bete kenen dat dit onderwijs „afziet zowel j'®n zijn vrijheid als van zijn specifiek «arakter, dat de rechtvaardiging is keweest voor de keuze der gezinnen ,„Pe heer Lizop had gistermorgen een nrn? VrHg onderhoud met de heer Pi- diade 5 z«n kant heeft de afgevaar- rerhtc „P°?cary-Monsservin (van de van de nilainkeIiiken) die v0:°l"7itter 1» Ho „„uhk'Jj mentaire vereniging voor hL 'o? ^an onderwijs", eveneens doen weten dat de ingediende tekst on aanvaardbaar is, omdat hij noch be antwoordt aan de gedane beloften noch »aifs aan de m de ministerraad oinsdag vastgelegde bepalingen. Van de „parlementaire vereniging voor de vrijheid van onderwijs" ma ken in de Nationale Vergadering oPH 300 afgevaardigden rechts ^hankelijken. Unie voor de Nieu- Vou ^ePubliek en Republikeinse oiksbeweging deel uit, een royale kamermeerderheid. ïi gemeenschappelijke tot de rege- d»J gerichte nota van de voorzitters rpo dr>e grote fracties die in de Ka- r de regeringsmeerderheid vormen. van rechts-onafhankelljken, Unie Nieuwe Republiek en Republikeinse Volksbewe ging, tnsisteerde donderdag eveneens op de uiterst geringe kans die het in gediende ontwerp maakt. Een Iets minder ongunstig geluid is daarna tot nu toe nog slechts vernomen voor wat betreft het kamp van de voorstanders van het vrije onderwijs en van daaraan te verlenen staatssteun vanuit de Republikeinse Volksbewe ging. Men heeft daar verklaard dat het ontwerp, zoals het is ingediend niet kan worden goedgekeurd; op diverse punten vereist het ingrijpende wijziging. Al deze bezwaren, die voor het ka merdebat weinig goeds lijken te voor spellen, zijn op de eerste plaats wel ge richt op het volgende erg subtiel lij kende maar zeer essentieel geachte punt. In de tekst zoals die bij de Nationale Vergadering is ingediend heet het ou der meer „dat bij de particuliere instel lingen die, met behoud van hun eigen karakter, een der voorziene contracten met de staat afsluiten, het onder con tractregime geplaatste onderwijs onder worpen wordt aan de controle van de staat. Dit onderwijs moet gegeven worden in algehele eerbiediging van de vrijheid van geweten". Vergeleken met de tekst, zoals die was vastgesteld in de ministerraad van dinsdag jl. stelt men in deze passage een verplaatsing vast van de zinsnede ..met behoud van hun eigen karakter" deze zinsnede volgde daar achter de zin: ,.dit onderwijs moet worden gege ven in algehele eerbiediging van de vrijheid van geweten" Tengevolge van deze verplaatsing, aldus de bezwaren, lijkt de wet „het behoud van eigen karakter" te willen ontzeggen aan het op de particuliere instellingen te geven onderwijs om het nog slechts toe te laten voor de instel lingen als zodanig. Of, zoals de heer Lizop zich uitdrukt: „men laat ons de dop, maar men bedreigt de inhoud Naar verluidt heeft premier Debré deze hoogst belangrijke wijziging moe ten aanbrengen, alvorens het wetsont werp bij het kam.erbureau te depone ren, als concessie voor het verkrijgen van 's heren Boulloche mede-onderte- kening, zelfs naar verluidt voor het verkrijgen van diens bereidheid om van de regering deel te blijven uitma ken. Het standpunt van de heer Boulloche heet te zim dat hij er wel i„ wil berus ten dat de staat het particuliere vrije omlerwys mede financiert, maar dan slechts op voorwaarde dat dit onder wijs neutraal is. Algemeen verluidt ook, dat presi dent De Gaulle persoonlijk tussenbeide is gekomen zowel bij zijn premier als bij zijn minister van onderwijs om het aanblijven van deze laatste veilig PARIJS De reusachtige, myste rieuze en ijzige figuur van Char les de Gaulle torent hoog boven het Atlantische toneel alhier uit, enigszins op de imponerende wijze van het standbeeld van de „com- mendatore" in Mozarts „Don Gio vanni". Velen vrezen zelfs, dat De Gaulle tenslotte het Westelijk bond genootschap naar de ondergang zal helpen, zoals het standbeeld van de commandant, tot leven gekomen, aan het eind van de opera Don Juan naar de hel sleurt. Deze vrees is buitensporig; noch tans wordt het tijd het mysterie te doorgronden en de motieven van de man te analyseren. Een mogelijkheid tot begrip ligt misschien in De Gaul le's wijze van spreken over zichzelf, soms in de eerste persoon, soms in de derde persoon. In zijn prachtige memoires over de tweede wereldoorlog wordt deze eigenaardigheid zo ver doorgevoerd, dat in één zin wordt gesproken van toS, menigte „die Charles de Gaulle scK&ht" en „die mi) de hand de vUjEen vriend vroeg hem eens gramm^Pring van deze vreemde woordde: Caie constructie. Hij ant- 'Eenvoudigweg, omdat de mensenmenigte niet het Gaulle toejuichte. Zij be'.ndmdu De symbool Charles de Gau„ ï'rankriiks hoop en Frankriit.' heW waï gaan verbeelden vrij de derde persoon m dit deel Van jm. Maar de hand die ze or <ie behoorde aan Charles de Gaun6) Persoon dé al te menselijke naan vandaar de eerste persoon op de-,e PlHetisneen grote en deemoedig-ma- kende schok feweest, aldus vervolg. de De Gaulle, toen hl], een eenvou- dige brigade-generaal, voor d®rst de macht van het symboo dekte, dat de oorlog van ztjn P (Ppa had gemaakt. Van toen af SVles de Gaulle-het-symbool ppeds een zware last geweest voo «-Partes Marie André Joseph de Prille-de-persoon. Maar de last moet 'ettemin op eervolle wijze worden gedragen. v.Ur is geen tweede voorbeeld te jhden van deze eigenaardige men- fmg van persoonlijke beschei denheid en het diepe, niet te schok- en gevoei een zending te hebben, ■pet doet ons ook de grote lichtge- aaktheid begrijpen waarover zich „merikaanse leiders, van Franklin oosevelt af tot Dwight D. Eisenho wer toe, hebben beklaagd. De Gauile d er vlug bij, om over een of an- „jje behandeling gepikeerd te zijn, 'et omdat deze hem persoonlijk treft aar omdat eer veronderstelde be- diging aan het adres van Charles Ev Gaulle-het-symbool inhoudt dat bèferj ^k ze^ op indirecte wijze is i®r is nog een eigenaardigheid, die et schijnbare mysterie nog duister st jpaakt. De kwestie van rang en mnd is niet interessant voor de rpfeste Amerikanen, maar voor De auile is ze uitermate belangrijk, tisschien komt het, doordat hij in et intens hiërarchische Franese le ger is gevormd. n 'eder geval veroorzaakt, daar —..Gaulle zo rang-bewust is, ieder mogendheden te erkennen, bij hem een woede-uitbarsting, die ons irra tioneel kan toeschijnen maar die hen? volkomen gewettigd voorkomt. Er behoeft geen twijfel over te bestaan, dat iets dergelijks ook een rol speelt in de manier waarop De Gaulle over de opperbevelhebber van de NAVO, generaal Lauris Norstad, spreekt als „ce général americain qui me gêne". Norstad bezorgt De Gaulle persoonlijk geen last. Maar De Gaul le maakt zich zeker zorgen over de gevolgtrekking over Frankrijks groot heid die te maken is nu een Amen- kaan aan het hoofd van alle NAVO- strijdkrachten staat. Indien dit kleinzielig lijkt, en dat niet zonder redenen, is er nog een ander element in het mysterie-De Gaulle dat een zekere „grandeur" heeft. Zijn gevoel voor en zijn visie op de geschiedenis zijn groots in de meest letterlijke betekenis van het woord. Hij denkt over de loop van de geschiedenis niet in nietszeggende algemene termen van het ogenblik, ook niet In termen van louter decen nia, maar altijd in eeuwen en in dui zenden jaren. Naties beschouwt hij eenvoudig als de grote acteurs in dit proces. Eveneens in alle eerlijk heid gelooft hij, dat naties blijven be staan terwijl politieke systemen ten onder gaan. Er zijn derhalve vele tekenen, dat De Gaulle het commu nistische systeem oeschouwt als een voorbijgaande episode in de geschie denis van de grote Russische natie. Bij tussenpozen schijnt hij inderdaad de Verenigde Staten bijna te beschou wen als een kolossale toevallige ge beurtenis in de geschiedenis van de Britse natie. In plaats van de „Brit se en Amerikaanse" spreekt hij bij na onveranderlijk van de „Angel saksische" machten. Het zou daarom van weinig wijs heid getuigen te lachen over iets als de thans befaamde passage in de me moires, waarin De Gaulle spreekt van een Franco-Russische overeen komst die eventueel dienstig zou kun- t£? niet alleen als bescherming het1 Duitse agressie, maar ook om hoo-p^, Angelsaksische streven naar ie ziet0>ile" te weerstreven. De Gaul- door hedendaagse wereld niet dere W« '?,e bril als die van de an- zeer in deeJ, e leiders. Indien hij te ?n s'taat toth°aecLge™ worK 5? schuw zoucw es die bepaald de af schuw zouden op wekken, niet slechts c van H„Westelijke leiders, meesten van zijn ^hijnbaa? verzuil aditionele plaats om onder Frankrijks de groot van de maar ook van de landgenoten. Deze feiten over n ten in ogenschouw word^f genomen' omdat het feiten zijn Bovendien heeft' te moedig, te magnifiek_ Ajs verwachte politieke uitdrukking van de briljante herleving van Frankrijk is hij, uiteraard, maar al te belang rijk. Om al deze rfd®nPnzpn klein zielige geërgerdheid. hooghartigheid, spot en een verongelijkte houding niet op hun plaats in de omgang met De Gaulle. - De omgang zal zeker moeilijk blij ven, tot een meer krachtige Ameri kaanse regering het initiatie! neemt tot een ernstig hernieuwd onderzoek naar de strategische basis van het Westelijk bondgenootschap. Maar als en wanneer dit al te lang uitgestel de hernieuwde onderzoek tenslotte wordt begonnen, mag men hopen, dat De Gaulle niet zal zijn de onder gang van het bondgenootschap, maar een van zijn grootste krachten. (Copyright De Tijd - New York Herald Tribune) stellen. Een heengaan van Boulloche zou waarschijnlijk gevolgd worden door een heengaan van de andere overtuigde „laïclst" in de regering, de heer Jean- neny, minister van industrie: en pre sident De Gaulle zou met het oog op de andere taken die hij zich gesteld heeft voornamelijk de liquidatie van het Algerijnse probleem, waarvoor hij de steun heeft van „links" het kwijt raken van zijn twee enige als links te beschouwen ministers hoogst onge wenst achten. In deze geest van ..ho ger zien" wordt aan president De Gaul le ook de bedoeling toegeschreven zo nodig in Let schoolprobleem in te grij pen met een vertoog tot het parlement. Vermelden wjj nog, in afwachting van het eventueel op gang komen van de openbare parlementaire discussie, dat de voorstanders van het vrije on derwijs aan het ingediende wetsont werp eveneens hoogst bedenkelijk ach ten, dat het geen enkele waarborg biedt dat het stelsel van de vrije con tracten na een periode van twaalf jaar zal kunnen voortduren. Tenslotte; ook de tegenstanders van het vrfje onderwijs en van staatssteun daaraan, de „laïcisten" en hun diverse organisaties, die zich reeds het hele jaar inspannen om de_ suggestie te wek ken dat staatssubsidie aan de vrije school het land in vuur en vlam zou zetten, roeren zich weer geducht. Hun „comité van actie" heeft een opwek king uitgevaardigd om van dinsdag „een plechtige dag van afwijzing" te maken, met op de openbare scholen in de Franse les een becommentari ëring van „de brief aan de onderwij zers". een prozastuk van Jules Ferry, een der vaders van de openbare laï- cistische school, de zangles gewijd aan het lied chant du cinqnantenaire de I'école laique" en de geschiedenisles aan „de geschiedenis van de Iaïcis- tische school". Advertentie B tn Nederland en overat elders ter wereld, op ieder uur van de dag, worden Cotoviny! tegels gelegd. FABRIKAAT Afrika bouwt modem en uiterst zorgvuldig. Klimatologische omstandigheden stellen hogeeisen.duistdaaromKrommenie vloeren In Nigeria en in Ghana, in Mozambique en in de Kongo - in geheel Afrika. Kleurrijk en stijlvol werden in dit fraaie Donovan Maule Theater te Nairobi Colovinyl tegels gelegd. Folders Ir» kleurendruk worden u gaarne toegezonden door afdeling Publiciteit van Linoleum Krommenie (Van onze Utrechtse redacteur) UTRECHT, 19 dec. De gemeente raad heeft het verkeersplan Feuchtin- ger niet zonder meer aanvaard. Men is tot een soort compromis gekomen, waarbij althans voorlopig het behoud van de singels is veilig gesteld. Dit is het gevolg van het aannemen met 34 tegen 31 stemmen, tien minuten na mid dernacht, van een motie geboren uit een intern beraad van de fracties, wel ke motie werd ingediend door de heer Hessing (PvdA) en mede ondertekend door enige andere tegenstanders van de singeldemping. Het betreurende, dat in het kader van het verkeersplan de sin gels zouden moeten worden gedempt, met name de fraaiste gedeelten daar- van, besloot de raad overigens de be ginselen van het plan wei te aanvaar den. De wenselijkheid werd uitgespro ken, dat een onafhankelijke stedebouw kundige wordt uitgenodigd om plannen te ontwerpen voor de reconstructie van de oude stad. In afwachting daarvan mogen geen doorbraken ter hand wor den genomen. Voorts drong men erop aan een ringweg te ontwerpen op grond van de door prof. Feuchtinger verschaf te gegevens. Tevens werden B. en W. uitgenodigd aan prof. Feuchtinger op dracht te geven om in overleg met de aan te wijzen stedebouwkundige een par- keeronderzoek in te stellen. In zijn verdediging van het verkeers plan Feuchtinger zei wethouder mr. W. Derks, die in de middagzitting aan het woord kwam, met grote nadruk dat het ontwerp slechts een principeplan is en dat zo spoedig mogelijk de beste ste debouwkundige zal worden gezocht om gestalte te geven aan wat is voorge steld. Deze stedebouwkundige moet re kening houden met de belasting van de Advertentie (Bekende Schriftelijke Cursus) Mulo A en B - Middenst.dipl Kerklatijn Praktiikd. Boekhouden M.B.A. Wisk. M.O Handelscorr. Fr.. D. Eng. en Nederlands wegen. Zou het plan niet worden aan vaard. dan moeten B. en W. met nog meer rigoreuze voorstellen komen, waarbij aan een grote doorbraak van de binnenstad niet te ontkomen valt. Te gen sluiting van de binnenstad ver wacht de heer Derks ook protesten uit de burgerij. Burgemeester jhr. mr. C. J. A. de Ra- nitz voelde zich genoopt zijn standpunt voor de singeldemping te rechtvaardi gen. Het denkbeeld dat als onafscheide lijk onderdeel van het verkeersplan de singels zouden moeten worden gedempt is hem van stonde af aan zwaar aan het hart gegaan. Hji echter op dat zjjn verantwoordelijkheid ook de ver keersveiligheid omvat, die in Utrecht in voortdurend groeiende mate ernstig in het gedrang komt. De harde cijfers der ongevallenstatistiek, spreken een aller droevigste taal. Hij acht het plan een logisch sluitend geheel, dat Utrecht tot een vrij verre toekomst zou kunnen vei lig stellen. Het trekken van een conclu sie, zo zei hii, was met gemakkelijk; in zijn ambtelijk leven is deze opgave wel de moeilijkste geweest. Grote publieke belangstelling Tijdens de avondzicting was de be langstelling van de zijde van het pu bliek bijzonder groot. Behalve op de stampvolle tribune volgden talrijke belangstellenden in een der trouwza len door middel van luidsprekers de besprekingen' De burgemeester deelde mee dat het college van B. en W. in het resultaat van het intern beraad geen aanleiding vond andere toezeggingen te doen dan wethouder Derks had gegeven. Als sa menvatting van het standpunt van B. en W. werd het volgende ontwerp-be- sluit aan de raad voorgelegd: het ver keersplan te aanvaarden als grondslag voor de ten behoeve van het verkeer te treffen voorzieningen; voor de oude stad met inachtneming van het voor dat gebied in .het verkeersplan aange geven grondprincipes van twee noord zuid- en twee oost-west-verbindingen een stedebouwkundig basisplan te doen opstellen door een onafhankelijke stede bouwkundige en in afwachting daarvan geen doorbraak in de oude stad ter hand te nemen; in de opdracht aan deze ste debouwkundige mede te begrijpen het gestalte geven aan de ringweg; ter ver krijging van het bh het opstellen van een stedebouwkundig basisplan nodige inzicht in de behoefte aan en de situe ring van parkeergelegenheid aan prof. Feuchtinger opdracht te geven om in overleg met de stedebouwkundige een parkeeronderzoek in te stellen. Motie van tegenstanders De heer Hessing (PvdA) diende daar na, mede namens enige andere tegen standers, zijn motie in. De communist de heer De Vries vond het onverstandig van wethouder Derks dat hij door deze motie niet over te nemen verzuimt een weg in te slaan om een behoorlijke meerderheid voor het plan te verwer ven. De heer Derks, zo zei hij, moet maar zien hoe hij met een eventuele kleine meerderheid het geld in Den Haag los krijgt. Het was de heer Bek kering (KVP) bekend, dat een lid van het college van B. en W. met de mötie akkoord gaat. Blijkbaar heeft deze wet houder niet het hele college kunnen meekrijgen. Mevr. Beiaart-Drost (KVP) merkte op dat in de voortreffelijke berekenin gen van prof. Feuchtinger de menselij ke factor niet voldoende is meegeteld. Zij had bezwaren tegen de te vergaan de concessies in de motie die een stede bouwkundige te veel binden. Toch zal zij contre coeur haar stem geven uit vrees dat er niets overblijft wanneer het plan-Feuchtinger wordt afgestemd. Wethouder Derks erkende dat de mo tie wel iets had om tot overeenstem ming te komen. Men kan er echter, zo meende hij. niet onder uit. dat de sin gels zullen moeten worden gedempt. B. en W. willen de burgerij dit liever rechtstreeks zeggen. PORT SAID, 19 dec. (Reuter) De Griekse vrachtboot .Astypalea" is gisteren door de autori teiten van de Verenigde Arabische Re- publick in het Suezkanaai aangehouden, omdat ze 400 ton Israëlisch cement voor Djiboeti aan boord heeft. De ge zagvoerder heeft de opdracht gekregen deze lading te lossen als hjj het kanaal wil passeren. In afwachting van in structies van de rederij het schip te Port Said voor anker gegaan. Daar ligt al sinds mei j.l. het 4.000 ton metende Deense vrachtschip „Inge Toft" dat eveneens met een lading Is raëlisch cement het Suezkanaai wilde passeren. (Van eén medewerker) e afgelopen week bood, voor wie het sociale leven van nabij wil volgen en nu en dan van kant tekeningen wil voorzien, een overladen menu. Eerst de verbondsraad van de KAB, waarin volkomen begrijpelijk de ontwikkeling van de nieuwe aan pak van het loonbeleid nogal centraal werd geplaatst. Vervolgens de begro tingsbehandeling van sociale zaken, waarin staatssecretaris Roolvink die verbondsraad meer dan eens citeerde, en als sluitstuk de begroting van maat schappelijk werk in de Kamer, welke zeker ook enig commentaar vraagt. Er is iets aantrekkelijks in, een beet je van de hak op de tak te springen, omdat er meerdere aanrakingspunten tussen de drie bovengenoemde gebeur tenissen zitten. Om te beginnen de ver bondsraad van de KAB. De heer Middelhuis hield een uitste kend betoog. Het was waarachtig niet alleen economisch, maar wel degelijk ook sociaal structureel. Nadat hij had gesproken over de onmisbare bijdrage voor een gezonde maatschappij-ontwik keling, welke we met welvaartssprei ding aanduiden, schonk hij brede aan dacht aan de wijziging van de verhou dingen binnen de bedrijfsgemeenschap- pen via PBO en ondernemingsraden. Daartoe wees hij onder meer op de noodzaak van goede verstandelijke vor ming en ontwikkeling en toenemende zin voor verantwoordelijkheid. Daar naast beklom de heer Kortink, de voorzitter van de Haarlems-Rotter damse diocesane bond van de KAB, het spreekgestoelte, om in een kort maar niet minder goed betoog te vra gen, waarom de verbondsvoorzitter met geen woord had gerept over het standsorganisatorische werk. Daarna was er een spreker, die van deze op merking meende te moeten zeggen, dat zij wat onwerkelijk idealisme betrof. En daarmee kwam de oude tegenstel ling tussen stands- en vakorganisatie weer om de hoek kijken. Het was een bijna onmerkbaar dis sonantie in deze overigens uitstekende vergadering, een minder welluidend klinkende toon, die misschien alleen aan „vakmensen" opviel. Het betoog van Kortink had uiteraard niets te ma ken met de vraag, in welke organisa torische vorm dat z.g. standsorganisa torische werk moet worden voortgezet. Voor wat zijn uitgangspunt betreft staan we onvoorwaardelijk aan zijn kant. Ook het Bisschoppelijk Mande ment heeft in 1954 er nog eens de aan dacht op gevestigd, dat dit werk niet al leen behouden moet blijven, maar ver sterkt dient te worden, ook omwille van de totale vruchtbaarheid van het werk van de vakbeweging. Ook de mensen van de standsorganisatie moeten even wel tegen overdrijving waken. De om groei in de maatschappelijke verhou dingen, die zich al sinds jaren aan het voltrekken is, is uiteraard op de eerste plaats een mentaliteitskwestie, maar niet vergeten mag worden, dat deze ook vorm vindt in een grotere of klei nere bereidheid om b.v. de werknemers mee te laten delen in toenemende wel vaart, mee te laten delen ook in hun zeggingsmacht bij het beheer van be drijf en onderneming. En aan dat laat ste hoeft men, zeker voor wat de tota liteit betreft, niet te denken, wanneer èn door karakter èn door verstandelij ke inhoud het werknemersdeel van on ze bevolking niet op een behoorlijk ni veau staat. Anders blijft het een mede zeggenschap van slechts een gering aantal topfiguren. En waar ligt nu de relatie tussen die vergadering en wat zich van de week in dé Tweede Kamer heeft afgespeeld? De hele dinsdag en woensdag zijn gewijd geweest aan de bespreking van de materiele positie vooral van de werknemer. Op zich is dit hoogst gedenkwaardig feit. Vooral ilieke in de replieken was het betoog van staatssecretaris Roolvink bijna(l) ge lijk aan de ouderwetse anti-kapitalisti sche speech, die men op de eerste plaats van doorgewinterde socialisten zou hebben verwacht. Niet dat we het er niet mee eens waren. Integendeel, en heel wat deelnemers aan gespreks groepen, die nogal eens scherp kriti sche opmerkingen hebben over het toe nemend aantal miljonairs in ons land en de grote winsten, die vooral door grootbedrijven worden gemaakt, zou- Advertentie WAT DEED UW OVERGROOTMOEDER t Bij kr»«b«lhoesc en opkomende verkoud heid nam zij vlug een paar Pottertje! in de mond. Dat hielp! Nog steeds is Potter's Linia hét probate middel. Draag daarom altijd een doosje bij U! In handige platte doosjes SS cent IMA N. TIN NIIKIl M.V. NIIVIUIN Een speurdersverhaal 18 Hij mikte de hoorn op de haak en liep snel naar bulten. De taxi was meteen gevonden en het zie kenhuis was binnen het kwartier bereikt. De portier herkende hem al van verre en groette ernstig. Met lange passen liep de inspecteur de gangen door. Hij vond Victor Segers en De Koninck voor de deur van de kamer, waarin Watimena werd verpleegd. „We meenden op u te wachten," zei Segers. „Zo horen we het allemaal tegelijk." „Dank je. Kunnen we naar binnen?" „Ik denk het wel, maar de dokter heeft ons be zworen dat we het niet lang mogen maken en het zo voorzichtig mogelijk dienen aan te pakken. Hp had de hele medische mond vol van allerlei frac turen." „Daar is hjj dokter voor. Zullen we?" Ue Koninck opende voorzichtig de deur. Zo op het HorH .gezicht leek er in de kamer weinig veran- a de gordjjnen waren nog steeds dicht en sche mering omsloot nog de man op het bed. Er zat nu wei een andere verpleegster, een oudere, die op stond toen de drie mannen binnen kwamen. Ze wil- de iets zeggen maar Segers was haar voor. „We weten het al, lieveke." Verongelukt verliet ze de kamer. Inspecteur Sluiter stapte naar het bed. Segers ging aan de andere kant staan en De Koninck stelde zich op aan het voeteneinde. Martin Watimena had nu de ogen open en keek van de een naar de ander. Het bruin van zijn huid had iets van de ziekelijke tint verloren, maar de ogen stonden nog dof. Het verband om zjjn hoofd was pijnijjk wit. Het was stil in de kamer. Op de gaog h.®P een vrouw voorbij, een verpleegster waarschijnlijk. Het snelle tikken van haar hakken scandeerde de stilte. „Politie?" Watimena zei het woord fluisterend en berustend. Sluiter knikte. De inspecteur had moeite zich voor te stellen dat deze stil liggende man had deelgeno men aan het huzarenstukje in Den Haag en aan de vele andere, daarvoor. „Ik weet niets," zei hjj. „Helemaal niets?" vroeg Sluiter. Het hoofd op het kussen bewoog even, maar di rect daarna vloog een pjjnljjke trek over het gezicht. Het lag stil. ,,U moet rustig zjjn en niet te veel spreken. Daarom zal ik het u vertellen, voor zover wu het weten. Ik doe het langzaam en als u iets zeggen wilt kunt u dat doen. Afgesproken?" Alleen de ogen antwoordden. „U trad op in de Gouden Haan. In de nacht van de overvaj verliet u de club. U ging recht naar uw hotel?" 6 „Ja." „Nergens meer iets gedronken, iemand gesproken op straat, een bezoek afgelegd7" „Nee." b 6 „Deed u dat anders wel eens7" „Nooit." „U ging dus rechtstreeks naar uw hotel in de Carnotstraat. Lopend7" „Ja." „Zoals gebruikelijk was de deur open en u liep naar binnen. U ging de trap op, opende de deur, sloot die weer, kleedde u uit en ging op het bed liggen." „Ik sliep meteen... Ik werd wakker..." Er kwam meer glans in de ogen. De antwoor den werden fluisterend gegeven, met maar even ge opende lippen. „En toen?" „Er stond iemand..." „Hoe?" „Over me heen. Ik heb hem nog vastgepakt..." „Hoe zag de man eruit? Groot? Klein?" „Niet gezien... Donker..." „En toen?" Watimena antwoordde niet maar wees met de hand flauwtjes naar het verband om zjjn hoofd. Ja, dat was alles geweest. Sluiter boog zich over hem heen, keek hem strak aan en vroeg dringend: „Wie was het, Martin?" De man reageerde er niet aanstonds op. Onthutst keek hjj naar de inspecteur en van hem naar Se gers. Sluiter drong aan; „Het was iemand die jou kende, want je wordt niet zomaar op het hoofd geslagen. Denk even goed na." „Maar ik ken hier toch niemand?" Watimena was eerljjk verbaasd. Sluiter richtte zich op. „Het kan ook iemand zjjn geweest uit Amsterdam," zei hjj losjes. „Komt u uit Amsterdam?" De vraag kwam met een verrassende snelheid. „Inderdaad." „Kunt u mjjn vrouw..." „Is al gebeurd. We hebben haar gezegd dat ze zich niet ongerust behoeft te maken." „Bent u bjj haar geweest?" De ogen van de man stonden nu rond en groot open. „In de Kinkerstraat, ja. Maar u moet zich ook niet ongerust maken. Het komt allemaal wel weer in orde, zegt de dokter." En tot Segers: „We moesten dan maar gaan, niet?" „Maar meneer Sluiterbegon de Koninck. „Straks," zei Segers kort. De jongen kleurde licht. Hij knikte naar de man op het bed en de twee anderen volgden hem. Bij de deur zei Sluiter nog: „Het allerbeste. En beterschap." Watimena scheen hem niet te horen. Hjj lag met gesloten ogen. De verpleegster schoof langs Sluiter heen en liep naar het bed. De inspecteur sloot zacht de deur. Op de gang liep hij recht in een levensles, die Victor Segers aan zjjn jongere collega gaf. „Als er nogal duideljjk een gesprek wordt afge sloten, goede vriend, dan zult ge daar niet meer tussen komen. In onze stiel zult ge altjjd bedenken, dat er voor alles een reden is, zells al lijkt dat niet altjjd zo." (Wordt vervolgd) den met instemming geluisterd hebben wanneer ze het betoog hadden gehoord. Helemaal akkoord. Maar ook hier geldt dat er een evenwicht moet zijn tussen toenemende materiële welstand en evenwichtige mensontplooiing. We me nen helemaal te kunnen instemmen met de katholieke woordvoerder bij maatschappelijk werk, die stelde: „Maatschappelijk werk is voor mij het onmisbare cement, dat de bouwstenen: technische vooruitgang, toenemende materiële welvaart en verbetering in de bedrijfsverhoudingen tezamen voegt tot een bewoonbaar gemeenschapsgebouw voor nu en voor komende generaties' Maar zoals in de sociale sector, zo zijn er ook in de politieke arena heel wat, die deze stellingname het liefst als wat naïef idealisme zouden willen be stempelen. Goed, goed, men mag wel wat aandacht schenken aan maatschap pelijk werk, maar het is toch sterk overdreven, om daarvoor een eigen de partement te vragen. Laat het maar een staatssecretariaat van Sociale Za ken zijn. Dit zou, in 't kader van wat wt nu eenmaal door dit betoog hebben wil len tekenen, gelijk staan met te zeg gen: standsorganisatorisch werk? Best, maar laat het dan toch een onderdeel zijn van de vakbewegingsarbeid. En hiermee zou de hiërarchie van waarden op zijn kop gezet worden. De centrale aandacht voor de mens verdient een zodanig apart accent en er is in dat opzicht zoveel te doen, dat een aparte institdtie hieraan zeker leiding moet ge ven. Duidelijk moge zijn, dat noch in de sociale, noch in de politieke sector de ze zaken los van elkaar gezien mogen worden. Wie over mensvorming wil spreken en de materiële kant verwaar loost, moet er gauw mee uitscheiden, want hij is gedoemd te mislukken. Maar wie de zaken omdraait maakt het nog erger, omdat hij aan materialisme werkt. En materialisme is als de be ruchte zieken die men aanvankelijk niet waarneemt, maar die men jaren lang met zich kan dragen, totdat ze plotseling manifest worden en dan ls het als regel te laat. Dit alles is zo maar een overdenking naar aanleiding van twee belangrijke gebeurtenissen, maar we zullen in de komende weken stellig gelegenheid heb ben om minder actief en meer „be schouwend" te leven. Misschien kan het nut hebben, ook deze gedachten weer eens voor te leggen en wat te laten bezinken. Het is, geloof ik, wel al gemeen bekend, dat journa listen tijdens hun interview aan de betrokkene nogal eens willen vragen wat zijn hobby is. Ik vind dat een goed gebruik. Hobby's ont hullen veel omtrent een mens. En ik heb in mijn rijk met vraaggesprekjes doorspikkel de leven dan ook altijd die vraag naar vrijetijdsbesteding gesteld. De uitwerking er van was soms verras send. Eens heb ik een gewezen minis ter geïnterviewd die zich na een uur van obligaat geklets op mijn verzoek verklaarde als een fervent, zij het ge camoufleerd aanhanger, van het ver tellen van moppen, geschikt voor de kerstboom. Tsjonge, wat hebben wij daarna gelachen. Ik wijs er nog eens met enige nadruk op, dat het een gewezen minister was. Niemand van het huidige kabinet hoeft het dus op zijn fatsoen te trekken. Maar in ernst, mensen zonder enige hobby zijn over het algemeen nare mensen. Een mens moet wat hebben in zijn vrije tijd, als is het maar net schrijven van onduidelijke politieke artikelen in een ochtendblad. Een mens moet wét hebben. Dat is overigens een mij door mijn moeder opgelegd levensmotto. En zy heeft recht van spreken, want zij brengt haar ledige tijd door met het bidden van Rozenhoedjes; onder andere ove rigens met de kennelijke bijbedoeling om van de hemel af te smeken dat ik in mijn leven nog eens wat anders mag gaan uitvoeren dan het schrijven van min of meer loszinnige stukjes. Maar een mens moet inderdaad wat hebben. En mensen zonder hobbys zijn werkelijk nare mensen. Neem de dictatoren. Wat deed Hitler in zijn weinige vrije tijd? Ik weet het niet. Niemand weet het. Maar als u het mij vraagt, zal hij tijdens de pauzes wel gewoon verder gegaan zijn met schreeuwen. En Mussolini droomde tussen de bedrijven door natuurlijk onverveerd verder over zijn geweldig imperium. Hij is er dan ook voor ge hangen. Aan Eisenhower, géén dictator, we ten wij precies wat wij hebben. Hij beoefent in zijn vrije tijd de golf- sport; een onbenullige bezigheid, naar mijn smaak, maar hij hééft wat. Wat echter is de hobby van een Khroesj- tsjev? Hoe gelukkig zou ik zijn als ik zou weten dat hij bij tijd en wijle en in het geheim een passie voor het kienen ontwikkelt. Al was het pand verbeuren. Maar die man denkt na tuurlijk voortdurend in krachtcentra les. Lelijk. Ik hoop dat u dat toneelstuk (of de film) kent van „Je kunt het toch niet meenemen". Dat verrukkelijke verhaal over die fijne mensen, die niet anders deden dan hun hobby be oefenen: het vervaardigen van on deugdelijk vuurwerk, het schrijven van mooie, maar waardeloze romans, het bakken van oneetbare snoepjes, het ten onrechte balletlessen nemen bij een volslagen incompetente, zij het hongerige dansleraar of zelfs zoiets summiers als het niet invullen van een belastingbiljet. De boel vloog ten slotte in de lucht, dat is waar. maar wat daarna bij de mensen overbleef was toch altijd nog een blij aanvaar den van het onvermijdelijke leven. Men kan het natuurlijk ook verdrie tig doen. Let op Hugo Claus, ook al zo'n jongen die in zijn vrije tijd goede toneelstukken schrijft. Waarom drukken wij onze hobby's weg? Omdat wij leven in het nood lottige misverstand dat men slechts verdienstelijk kan zijn door alleen die dingen te doen, aan welke ieder rede lijk mens een hartgrondige hekel heeft Waarmee ik niets wil afdoen aan de verdienstelijkheid van dege nen, die de dingen, die zij haten doen met een lachend gezicht. Aan hen is de glorie, die slechts aan weinigen is voorbehouden. Er is dus, het een en ander samen vattend, alles voor te zeggen dat wij ons werk tot hobby verheffen. Maar ik mag niet denken aan de roze wereld van mensen, die hun hobby tot werk hebben gedegradeerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 7