Süf M annendi ie de win len proeven en voe d De listige krantenverkoper oce uuu Veertien dagen volstrekte eenzaamheid op de woedende zee bij de Haakse gronden MOORDENAAR VAN NACHTELIJK VOORBIJTREKKENDE VOGELS Kerstzegels uit het Vaticaan. Australië, België en Congo ftp VAN DER GRINTEN DONDERDAG 24 DECEMBER 1959 PAGINA 13 99 99 De felle zuid-wester blaast de golftoppen weg, de zee gaat stuiven. Uit de donkerte komen ze aanstormen, de schui mende rollers met driftige gekromde ruggen, groots en dreigend in hun macabere dans. Het wonderlijke vaartuig wiet zijn hoge glazen koepel tussen twee korte masten, is een ge- ^llige partner. Onvermoeibaar laat het zich leiden, arm in arm met de ene waterreus na de andere, zonder echter een ogenblik van zijn Plaats te wijken. Want in dit opzicht is het bijzonder hardnekkig. De Positie blijft 53°.01'.23" noorderbreedte en 40.21'.48" oosterlengte, kost wat kost. Tweehonderdvijftig meter ketting van een polsdikte en een omvangrijk paddestoelanker, dat zich onwrikbaar in de zan derige zeebodem heeft vastgezet, houden deze Cerberus van de gevreesde Haakse Gronden boven de kop van Noord-Holland. Op de zeekaarten staat hij aangegeven als lichtschip „Texel", de drij vende waarschuwing voor een van 's werelds meest verraderlijke ondiepten. Overdag steekt zijn knalrode kleur scherp af tegen het groen van de zee, 's nachts jagen zijn felle lichtbundels elkaar na en bij mist, als de dichte nevels hem aan het oog onttrekken, is hij herkenbaar aan de monotone, klagende muziek uit de misthoorn. 'T f> A "SKr"*?®?' b'=T a Prijs- en structuur beleid in de landbouw Rapport van Dr. Wiardi Beekman Stichting De waarde van de historie IISspi Scherp simpel snel en*»* voordelig v dat zijn diazo-kopieën I 105 - combine eiland Texel en de vaste wal. Een pit tige tocht, ongeveer 15 mijl, want de zuid-wester neemt gestadig in kracht toe en de lichte boeg van de Zaandam yerkiest de weg van de min ste weerstand en duikt over iedere golf heen. Maar op een schip dat vaart is zoiets voor enigszins geoefenden nog best uit te houden. Vol goede moed wachten wij op onze beurt om in de nerveus dansende motorvlet onder te gen de scheepswand te springen, voor de laatste etappe naar het lichtschip. „De golven doen het werk" wordt ons wel duizendmaal gezegd. ,,Als dat bak kie omhoog komt, stapt u gewoon over." Dat gewoon is een nogal ruim begrip, maar met de hulp van de be manningsleden springen wij veilig over in het ranke scheepje. Naast ons plof fen de dozen met meel, manden met verse groente en een zak vol pakjes en brieven van thuis. De mannen in het bootje met hun stoere koppen boven het 'glimmende oliegoed knikken tevreden. Dat is nu precies wat ze nodig hebben; brieven van moeder de vrouw en krab beltjes van hun kroost. Er wordt afge stoten en koers gezet naar de Texel. Spoedig daarna staan wij tegenover de man die op het lichtschip Texel de soeDter zwaait: kapitein Theoville Jon kers wiens felle ogen ons van onder zijn 'donkere alpino nauwkeurig opne men. Kapitein Jonkers is een van de weinigen, die het lange tijd op de licht- schepen hebben uitgehouden. Al meer dan twintig jaar leidt deze „Nieuwedie- per-in-hart-en-nieren" dit zilte be staan en hij heeft er vrede mee. Per slot van rekening is hij opgeklommen van gewoon matroos tot een van de meest gewaardeerde gezagvoerders OP de vloot van drijvende bakens. Hu ging ?ns zwijgend voor naar de scheepska- juit, een gezellige ruimte met veel ko perwerk. op de Texel deelt hij daar j Sozelschap van ,,de meester en ,,de stuur". Gedrieën vormen zó het kader het aureool van het achterdek, waar de bemanning zijn gemak houdt en de kok beleefd vraagt of hij „op kan bakken Een lichtschip ligt voor zijn anker, met de kop in de wind. Maar dit belet het niet m zijn zij. en opwaart se beweginoen- "et schip gaat mee, zo snel en zo hoog als de wind en de golven dat willen. De nieuweling die 3e eerste voet aan dek zet, onder vindt onmiddellijk wat dit betekent. maakt vreemde gebaren en doet flenken aan een voetballer die na een tevr flitsende SChiJnbewegmgen een feeder passeert En dan komt Sêxer/slalfc ^"deriyic Met de ..Terschelling ..Goeree" en de „Noordh^ank de lands?UcMSchepVcn0 .Neder- dopr middel van zijn vers 'ilAn^°^- Jnissarissen de gang van lichtschepen regelt. Schepen het Loodswezen zorgen dan ook voo et *°ntact met de thuishaven. Nu eens brengen zij de verversingen ,.e" P ^an thuis, dan weer naderen zó niet a Ploeg aflossers, die hün torn oftewe 'eebeurt gaan maken. Op de Texel geschiedt deze anos- •ing om de veertien dagen. Dan stap pen de elf bemanningsleden opge wekt over op het loodsvaartuig Zaan- ?am, dat hen terugbrengt naar Den fielder en nemen collega's voor twee weken hun taak over. De lichtsche pen spelen op de drukke scheepvaart route langs de Nederlandse kust een jnterst belangrijke rol. Zij zijn drijven de bakens, vaste punten in de koers. Nachts draaien hun lichten, ieder jnet een eigen karakter, zoals dat ook op de zeekaarten staat aangege ven. Bvj de Texel bijvoorbeeld wordt "et ritme van drie lichtbundels dicht °P elkaar onderbroken door een ®fraal die wat langer op zich laat wachten, drie plus één in de twintig seconden, heet dat precies. Het zijn zo op het oog wonderlijke schepen, in 3e voor- en achtersteven, vpl in de flanken en stevig van con structie, in staat om de zwaarste ele- njGnten te doorstaan. Hoog boven het middenschip verheft zich de glazen met z^n zo op het °°S inge wikkeld lenzenstelsel, waarachter de i®,mp van maar liefst 4200 Watt, die bofi1 van zonsondergang tot een «air uur voor zonsopgang. In een spe ciale ruimte bevinden zich de radio- 'Pljatatiiiir en een vernuftig seintoe- ■tei, dat om de paar minuten auto matisch de positie van het lichtschip opgeeft. erX? hebben een kleine, speciaal ge- s„ufer3e torn aan boord van het Iicht- VaniS Texe] meegemaakt. Het loods- toeh» lg Zaa«dam heeft voor de over- BeiJ. gezorgd en ons tot op 100 meter "ïacht, via het Molengat tussen het de trek zoals een praaiende visserman uit IJmuiden had verteld, moeten wij ons excuseren en wankelen haastig naar de verschansing, staren witjes en met betraande ogen in het donkere water en vertrouwen het al onze el lende toe. Je kunt daar van opknap pen maar iets van dat zwevende, „kat terige" zoals de vakterm luidt, blijft nog lange tijd hangen. De troostende woorden van kapitein Jonkers, dat zoiets heel normaal is en de meeste opvarenden na twee weken thuis weer moeten wennen aan het „steigerende onding", doen het maar half en van het verse „braadje" wil len wij niets weten, al geuren en glimmen de schollen nog zo sterk Je zit nu in het schuitje en Je moet mee. Wezenloos laat je over je heen gaan dat gestamp en geschommel, ge piep en gekraak, waaraan niet te ontkomen valt. Het is over al om je heen, nu weer op, dan weer omlaag, waar je je ook bevindt. De kajuit laat je weer gauw in de steek. De gouden meter die in cijfers de kracht van het slingeren regis treert werkt op je zenuwen. Alle dingen hangen zo duizelig zwaar en zo nu en dan lijkt het wel alsof op het grote schilderij aan de muur de oude loodskotter de lijst uitzeilt. Een bed schgnt de enige oplossing en om dat het op lichtschepen toch de ge woonte is dat iedereen, op de wacht na, een „middagtukkie" doet, is het niet eens vreemd dat wij het verblijf opzoeken, waarin de kooien gapen, keurig voorzien van heldere gordijn tjes, die even gehoorzaam meewie- gen als de bonte scheurkalender waarop de dagen met dikke strepen worden doorgekrast. De gordijntjes gaan dicht en dodelijk alleen ver wens je het moment waarop je het lichtschip hebt betreden. Het is moei lijk uit te maken, of bij zeeziekte nu aan een horizontale of verticale hou ding de voorkeur moet worden gege ven. Liggend wiegelen en schomme len in plaats van staande is slechts een verschil in houding. Nu eens zak ken de voeten, dan weer daalt het hoofd met het hellende vlak van de bedstee, slaat het bonzend tegen de wand en bij een al te snelle correctie zwiep je bijna het gat van de bed stee uit. De helse wip weet van geen ophouden en tenslotte sta je weer aan dek omdat al na een korte er varing is gebleken dat het buiten in de frisse lucht nog het minst slecht is uit te houden. De vaste bemanningsleden bemerken van dit alles niets. Ze springen als ge oefende koorddansers door de gangen en op de trapjes. Het kan hun niets schelen hoe hard het waait, als de Het wordt langzamerhand een goede gewoonte om ook door middel van postzegels in de laatste maand van het jaar aandacht voor het Kerstge beuren te vragen. Door de weldadig heidszegels, welke voor een groot deel in december verschijnen, wordt men dikwijls aangespoord om gulheid en medeleven te betrachten. Het is geen wonder, dat dan tevens een mooie ge legenheid kan worden gevonden het grote feest der naastenliefde nog eens op de voorgrond te plaatsen. Tot nu toe was het aantal zegels dat speciaal met het oog op Kerstmis werd uitgegeven, niet groot, en Kerstafbeel dingen op postzegels kwamen slechts sporadisch voor. Ditmaal kwam het Vaticaan echter met een reeks waarop men een tekening van Christus' ge boorte naar een schilderij van Rafaël aantreft. In Australië verscheen een ze gel met een Driekoningen-voorstelling en thans is een der waarden uit de nieuwe Belgische charitasreeks ook aan het Kerstfeest gewijd. Op de hierbó' af gedrukte 6 2 fr. ziet men nl. een moderne tekening van Maria met het Kindje en St. Jozef, en er boven het woord: Pax. Van deze Belgische serie komt voorts Het landbouwbeleid moet gericht rün op het leveren van een op langere termijn, aan andere groepen gelijk waardige bijdrage van de landbouw tot de nationale welvaart. Van deze doel stelling uit dient de landbouwpolitiek te streven naar: een redelijk inkomen per hoofd van de op sociaal en econo misch verantwoorde wijze Jn de land bouw werkzame beroepsbevolking en liaar een sociaal en economisch verant woorde prijsvorming van landbonwpro- dukten voor de consument. Tot deze conclusie komt een commis sie van de Dr. Wiardi Beekman Stich ting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA in een rapport over „Prijs- en Structuurbeleid in de landbouw". Als centraal thema wordt gesteld, dat, wil de noodzakelijke aanpassing van de Ne derlandse landbouw aan de verhoudin gen op de wereldmarkt en de technische ontwikkeling zich goed voltrekken, be halve een actief markt- en prijsbeleid eveneens een actief structuurbeleid moet worden gevoerd. De beloning van de factor arbeid be hoort te zijn afgeleid van een algemene loonpolitiek, door de overheid in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven gelied Aan deze loonpolitiek dient het beginsel van gelijk loon voor gelijkwaar dige arbeid ten grondslag te liggen. De werkklassificatie is een belangrók hulp middel voor de verwezenlijking van dit beginsel. Bó de behandeling van de grond spreekt het rapport als zijn mening uit, dat de bedrijfsuitkomsten een verhoging van het pachtprijsniveau niet recht vaardigen. Handhaving van het pacht- prjjsniveau 195657 betekent echter in vele gevallen dat de gebouwenlasten niet uit de pachtprijs bestreden kunnen worden. Als oplossing voor het gebou- wenvraagstuk geeft de commissie een systeem van pachtprijsbepaling in over weging, waarbó rekening is gehouden met: a) afschaffing der grondbelasting op agrarische eigendommen, b) halve ring van polder- en waterschapslasten, c) subsidiëring van boerderijenbouw. Spontane bedrijfsvergroting kan niet de oplossing brengen van het structure le vraagstuk der te kleine bedrijven. Het streven dient er op gericht te zijn te komen tot gezinsbedrijven waarop twee arbeidskrachten volledig produk- tief werk kunnen vinden. De laatste etappe naar het lichtschip geschiedt per motorvlet, die wild danst op de golven. Zaandam om het hulpeloze rode ge vaarte weer op de vaste positie terug te brengen. Daar ligt het dan weer dom en vadserig te slapen, berustend in zijn lot, zonder een vonkje temperament. En ach, wat is er anders te zien dan de grote snelle vrachtvaarders, die ter hoogte van de Texel hun koers wijzi gen, de kleine en bazige „kusters", ploeterend onder een indrukwekkende vracht hout en vissersscheepjes, die in imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniiHiiiiiiiiiiiimiiiHiiiimiiiiimiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiii nare gevoel, hrt weeïge dat van- Ult de maa» langzaam maar zeker oprukt, totale rillingen over je rug S en huid van het gezicht ziel spant en oppn een trieste uitdruk king krijgen. 5 kajuit vechten er manmoedig teJ gen en hopen dat een forse mok vm dampende koffie eroverheen zal hel pen. Maar ..iedere keer, dat wij dqor dezelfde patrijspoort nu eens de grauwe lucht dan weer ae golvende zee opmer ken, zakken wij die per in de narigheid die men zeeziekte noemt. Dan is ieder woord dat tegen je gesproken wordt te veel en betekent al leen al de gedachte aan eten een vol ledige capitulatie. En als de kapitein enthousiast mee deelt dat de hap voor de afwisse ling nu eens niet bestaat uit gort, rats, nasi, of de meest gebenedijde spijs van de zeeman: snert, maar uit een heerló'k „braadje schol", vers van Het glazen oog iiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiii windkracht op de dag van aflossing maar niet boven de 6 komt. Want dan is hun verlof in gevaar, dan kan het gebeuren dat de Zaandam verstek laat gaan en zij gedwongen zijn langer te blijven. Dat is een hard gelag, iedere lichtwachter hunkert naar de wal als een welkome onderbreking van een eentonige zeebeurt. Want hoe de gol ven ook langs stromen, het lichtschip zal nooit aankomen. De zware ketting houdt het op zijn plaats en mocht in een al te hevige storm het anker wat gekrabd hebben, dan komt direct de van de „Texel", met zijn ingewikkeld lenzenstelsel. luiiiimiMiiiiiiminiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii kiellinie door het Molengat tokkeren. Of het nu door die eentonige regelmaat komt, weten wij niet, maar de licht- wachters zien er ook anders uit dan men van varensgezellen zou verwach ten. Wjj misten de zongebruinde zee mansgezichten, het waren merendeels geel-bleke mannen, met kamgaren broeken in plaats van baai, en als schoeisel niet alleen laarzen en klom pen, maar zelfs modieuze mocca sinsWaarom ook niet. Niemand die hen ziet en wat er buiten het lo pen van de honden-, achtermiddag, of platvoetwacht te doen is, valt heel erg mee. De „meester" en zijn motordrij vers smeren de „ingewanden" en con troleren voortdurend de machines die van het lichtschip een drijvende elek trische centrale maken. De kok schar relt in zijn kombuis en de maten vul len de scheepstijd met het optrekken van putsen zeewater, schrobben van de dekken, koper poetsen, verrichten van herstelwerkzaamheden en „tjetten" als de schipper vindt dat ergens een nieuw kleurtje noodzakelijk is. Alle maal zijn zó ergens gegrepen door de speciale bekoring van het lichtschip, de „stalen kuip" die dag en nacht in het oog loopt. Dat komt vooral tot uiting in hun verhalen, 's avonds als zij ge schoren en opgefrist in het manschap penverblijf byeenhokken, zuinig nip pend aan hun ene potje oier en met veel vaardigheid een strootje van zwaar kaliber draaiend. Dan komen de vogels ter sprake, die in oktober en novem ber, de tó'd van de trek, in groten getale overvliegen, 's Nachts als het licht draait, en er geen ster te zien is, draaien de vogels in steeds kleinere cir kels om het licht, om zich tênslotte te pletter te vliegen. Dan liggen 's morgens de toren en het dek bezaaid met vogels, waar van vele nog leven: eenden, ganzen, spreeuwen, enz. Vroeger werden die in manden verzameld en gebraden en nog zfln er lichtwachters die een portie gebraden spreeuw als een gro te delicatesse beschouwen. Ze pluk ken de vogeltjes eigenhandig en heb ben in de kombuis een speciale ma nier van klaar maken. Op de Texel is deze gewoonte uit de mode ge raakt. Kapitein Theoville Jonkers is een groot dierenvriend en hij heeft de gehele bemanning enthousiast weten te maken voor zijn hobby: het ver zorgen van de gewonde vogels, die hy direct van een ring voorziet en zodra het mogelijk is de vrijheid geeft. Ka pitein Jonkers doet het ringen in sa menwerking met het bureau voor vo- gelonderzoek in Leiden. De mannen zó'n geboren vertellers en als ze ons de brief laten lezen van een landelijke speelgoedactie, waarin ze hartelijk bedankt worden voor de paar den, garages, bootjes en poppen die ze in hun vrije tijd voor kinderen maak ten, begrijpen wij de jonge Urker, die ons met de hand op het hart verklaart, dat het met een beetje goede wil best is uit te houden op de „rode bak". Wij hebben de hondenwacht gelopen met deze lichtwachter, wiens warrige kruin fel beschenen werd als hij zo nu en dan buiten de wachthut poolshoogte ging nemen. Als zoon van de vuurtoren wachter op Urk kent hij de betekenis en de noodzaak van het lichtbaken door en door. Hij houdt van het licht dat rusteloos doorwentelt over de woelige zee en het werk dat dit met zich mee brengt. Eén hap lucht buiten de hut en hij bepaalt de windkracht. Zijn natge maakte vinger in de hoogte en hij weet de windrichting. En hoe nauwkeurig! Weerkundigen hebben aan de hand van hun onfeilbare instrumenten deze man nen op hun waarnemingen getest en het verschil was nauwelijks op te merken. De rapporten over de aard van de bewolking, de sterkte van de stroom, de hoogte van de golven, de watertem peratuur aan de oppervlakte en op een bepaalde diepte, en de windkracht zijn betrouwbaar en vormen een belangrijke schakel in de organisatie van het KNMI voor de dagelijkse weerberichten. De wind fluit gierend door het want. De nacht op het lichtschip Is vol van geluiden. Deuren klapperen en touw werk kraakt. De wachtman loopt zwij gend op en neer, hoog in de toren gloeit het licht, dat iedere 20 sec. viermaal knipoogt. HAVE THOMAS (Van onze Romeinse correspondent) ROME, dec. Er is in Rome iets heel naars ge beurd, iets waarover een mens-met-snaren-in-'t-ge- moed bedroefd wordt en geschokt. Het was avond en hondeweer, het nor male weer van de laatste maanden in de Eeuwige Stad. De wind floot door ie kale platanen op de Monte Mario, de regen joeg met vlagen door de straten. De hemel alleen weet, welke bittere nood een strillone (een „grote schreeuwer", de naam der Romeinse krantenventers) onder deze weersomstan digheden met een nat pak kranten de straat op dreef. Boven wind en regen uit hoorde men: „Ernstig ongeluk op de Monte Ma rio! Extra editie! Leest de bijzonderheden!" De mensen, die uit de bus stapten, de lui, die zojuist in een espresso corretto (een kleintje koffie met een scheut sterke drank) kracht gezocht hadden om verder te gaan en haastige voorbijgangers, zó koch ten de krant en stopten hem in hun jaszakken om hem dadelijk thuis te le zen. „Extra editiebij zonderheden. .1" Het pak werd kleiner en kleiner en binnen het half uur had de kundige strillone zijn exemplaren nagenoeg ge sleten. Tot een der laat- sten afgenomen werd door iemand, die zó nieuwsgie- rig was, dat hij onder een lantaarn de krant nat liet regenen en uit elkaar waaien, terwijl hij zo goed en zo kwaad als het ging met de rug tegen de storm de koppen doorliep. De stem van de venter klonk op vijftig meter afstand. De nieuwsgierige zei: por- ca miseria! (vuile ellende) en ging de venter achter na. Weer ging een extra editie-nummer van de hand. De nieuwsgierige hield de jongste koper aan: geen ongeluk, ner gens een ongeluk op de Monte Mario en dus geen ijselijke bijzonderheden. Toen volgde (uiteraard) een discussie met de stril lone, een goed opgezette en naar de regels van de cunst verlopende Italiaan se discussie, die de aan dacht van een agent trok. Op het politiebureau bleek, dat men hier in het geheel niet te doen had met de extra uitgave van een Romeins dagblad, maar met nummers van enkele maanden oud. Tegen de strillone is een proces-verbaal opgemaakt. Maar het oplichtertje, dat Joor een „weefsel van ver- lichtselen" en begunstigd ioor noodweer en avond lijk duister oude waar voor nieuw verkocht, zal vervolgd worden wegens. het verspreiden van valse berichten. Dit geeft in de dagen voor Kerstmis krantenlezers en kranten makers stof tot overden king. Wat u heden leest en wij heden bijeengaren, is dus overmorgen vals En hoe moet het met de Rogiers, de Brugmansen, de Geyls, de Poelhekkes? Volgens de Romeinse Openbare Orde is het be trekkelijke van een krant voor de delvers naar eer gisteren absoluut gewor den: vals. Wellicht kunnen de ephemeren, kranten lezers en krantenmakers, nog onopgepikt door Ro me's straten gaan, Rogier c.s. wacht het cachot. Overdreven wij, zeiden wij te veel met: bedroefd en geschokt? op de. hoogste waarde 7 3 fr. een re productie voor van een houten Regina Pacis-beeldje uit de Luikse barokstijl- school van omstreeks 1700. De overige zegels bevatten tekeningen van folk loristische voorstellingen zoals wij die aantreffen bij optochten en feestelijk heden, welke nog jaarlijks in diverse Belgische plaatsen worden gehouden. Zo ziet men op 40 10 ct folklore te Antwerpen (de Spuiter), 1 fr. 50 ct Bergen (Doudou), 2 fr. 50 ct. Eupen Malmédy (prins Carnaval), 2.50 4- 1 fr. Stavelot (Blancs Moussis) en 3 1 fr. leper (het kattefeest). Belgisch Congo. Bij gelegenheid van het Kerstfeest kwamen drie postzegels van de pers, welke alle een Madonna te zien geven; waarden 50 ct, 1 fr en 2 fr. Finland. Het feit, dat een eeuw gele den een wet tot stand kwam waarbij het handelsverkeer werd vrij gemaakt, was aanleiding tot de emissie van een 30 Mk. Er staat een pe troleumlamp op zo als die in 1859 alge meen werd gebruikt. InnmiÉiiÉón»! Frankrijk. Zoals elk jaar kwamen ook thans tegen Kerstmis twee zegels in omloop met een toeslag ten bate van het Rode Kruis. Als tekening komt op de 20 10 fr. voor Abbé de l'Epée, die bekendheid verwierf door zijn werk on der de doofstommen, terwijl de 25 -I- 10 fr. een afbeelding te zien geeft van Va lentine Hauy, een vooraanstaande fi guur bij het onderwijs aan blinden. Oostenrijk. Op de dag van de post zegel verscheen als naar gewoonte ook een nieuwe zegel; ditmaal een 2.40 Sch. -f 60 gr. met als tekening een Romein se postkoets, gebeeldhouwd op een grafmonument te Maria Saai in Karin- thië. Suriname. De bevestiging van het statuut voor het Koninkrijk is ook hier nog postaal herdacht. Op 15 december, toen het vijf jaar geleden was dat de ondertekening van de akte plaats vond. kwam een 20 ets in omloop, terwijl de beide andere waarden (8 ct en 10 ct) uit deze serie volgende maand zullen verschijnen. De statuutgedachte komt tot uiting In de afbeeldingen: op de 8 ct het wapen van Suriname, op de 10 ct de vlag van de Nederlandse An tillen, terwijl de 20 ct drie typische planten uit de drie gebiedsdelen van het Koninkrijk laat zien: de paloeloe voor Suriname, de tulp voor Nederland en de cactus voor de Antillen. Verenigde Arabi sche Republiek. De zer dagen kwam de reeds geruime tijd verwachte nieuwe 55 m. in koers. Men vindt er symbolisch op getekend de voornaamste land- bouwprodukten in de vorm van een bloeiende katoen, plant en een kore naar, met op de achtergrond de adelaar van de repu bliek. Advertentie op aanvraag wordt de folder „Maak het u lichter - Tover met licht" u graag toegezonden door: N.V. Wed. J. Ahrend Zoon N.V. Blikman Sartoriua en door de fabrikantt Chemische Fabriek L. van der Grinten N.V. te Venlo of haar servicekantoor Statenlaan 126, Oen Haag VENLO DEN HAAG

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 13