Süf
M
annendi
ie de win
len
proeven en voe
d
De listige krantenverkoper
oce
uuu
Veertien dagen
volstrekte
eenzaamheid
op de
woedende zee
bij de
Haakse gronden
MOORDENAAR VAN NACHTELIJK
VOORBIJTREKKENDE VOGELS
Kerstzegels uit het Vaticaan.
Australië, België en Congo
ftp
VAN DER GRINTEN
DONDERDAG 24 DECEMBER 1959
PAGINA 13
99
99
De felle zuid-wester blaast de golftoppen weg, de zee gaat
stuiven. Uit de donkerte komen ze aanstormen, de schui
mende rollers met driftige gekromde ruggen, groots en
dreigend in hun macabere dans. Het wonderlijke vaartuig
wiet zijn hoge glazen koepel tussen twee korte masten, is een ge-
^llige partner. Onvermoeibaar laat het zich leiden, arm in arm met
de ene waterreus na de andere, zonder echter een ogenblik van zijn
Plaats te wijken. Want in dit opzicht is het bijzonder hardnekkig. De
Positie blijft 53°.01'.23" noorderbreedte en 40.21'.48" oosterlengte,
kost wat kost. Tweehonderdvijftig meter ketting van een polsdikte
en een omvangrijk paddestoelanker, dat zich onwrikbaar in de zan
derige zeebodem heeft vastgezet, houden deze Cerberus van de
gevreesde Haakse Gronden boven de kop van Noord-Holland. Op
de zeekaarten staat hij aangegeven als lichtschip „Texel", de drij
vende waarschuwing voor een van 's werelds meest verraderlijke
ondiepten. Overdag steekt zijn knalrode kleur scherp af tegen het
groen van de zee, 's nachts jagen zijn felle lichtbundels elkaar na
en bij mist, als de dichte nevels hem aan het oog onttrekken, is hij
herkenbaar aan de monotone, klagende muziek uit de misthoorn.
'T
f> A
"SKr"*?®?' b'=T a
Prijs- en structuur
beleid in de landbouw
Rapport van Dr. Wiardi
Beekman Stichting
De waarde van
de historie
IISspi
Scherp
simpel
snel
en*»*
voordelig v
dat zijn
diazo-kopieën I
105 - combine
eiland Texel en de vaste wal. Een pit
tige tocht, ongeveer 15 mijl, want
de zuid-wester neemt gestadig in
kracht toe en de lichte boeg van de
Zaandam yerkiest de weg van de min
ste weerstand en duikt over iedere golf
heen. Maar op een schip dat vaart is
zoiets voor enigszins geoefenden nog
best uit te houden. Vol goede moed
wachten wij op onze beurt om in de
nerveus dansende motorvlet onder te
gen de scheepswand te springen, voor
de laatste etappe naar het lichtschip.
„De golven doen het werk" wordt ons
wel duizendmaal gezegd. ,,Als dat bak
kie omhoog komt, stapt u gewoon
over." Dat gewoon is een nogal ruim
begrip, maar met de hulp van de be
manningsleden springen wij veilig over
in het ranke scheepje. Naast ons plof
fen de dozen met meel, manden met
verse groente en een zak vol pakjes en
brieven van thuis. De mannen in het
bootje met hun stoere koppen boven het
'glimmende oliegoed knikken tevreden.
Dat is nu precies wat ze nodig hebben;
brieven van moeder de vrouw en krab
beltjes van hun kroost. Er wordt afge
stoten en koers gezet naar de Texel.
Spoedig daarna staan wij tegenover
de man die op het lichtschip Texel de
soeDter zwaait: kapitein Theoville Jon
kers wiens felle ogen ons van onder
zijn 'donkere alpino nauwkeurig opne
men. Kapitein Jonkers is een van de
weinigen, die het lange tijd op de licht-
schepen hebben uitgehouden. Al meer
dan twintig jaar leidt deze „Nieuwedie-
per-in-hart-en-nieren" dit zilte be
staan en hij heeft er vrede mee. Per slot
van rekening is hij opgeklommen van
gewoon matroos tot een van de meest
gewaardeerde gezagvoerders OP de
vloot van drijvende bakens. Hu ging
?ns zwijgend voor naar de scheepska-
juit, een gezellige ruimte met veel ko
perwerk. op de Texel deelt hij daar
j Sozelschap van ,,de meester en
,,de stuur". Gedrieën vormen zó het
kader het aureool van het achterdek,
waar de bemanning zijn gemak houdt en
de kok beleefd vraagt of hij „op kan
bakken
Een lichtschip ligt voor zijn anker,
met de kop in de wind. Maar dit
belet het niet m zijn zij. en opwaart
se beweginoen- "et schip gaat mee,
zo snel en zo hoog als de wind en de
golven dat willen. De nieuweling die
3e eerste voet aan dek zet, onder
vindt onmiddellijk wat dit betekent.
maakt vreemde gebaren en doet
flenken aan een voetballer die na een
tevr flitsende SChiJnbewegmgen een
feeder passeert En dan komt
Sêxer/slalfc ^"deriyic
Met de ..Terschelling
..Goeree" en de „Noordh^ank de
lands?UcMSchepVcn0 .Neder-
dopr middel van zijn vers 'ilAn^°^-
Jnissarissen de gang van
lichtschepen regelt. Schepen het
Loodswezen zorgen dan ook voo et
*°ntact met de thuishaven. Nu eens
brengen zij de verversingen ,.e" P
^an thuis, dan weer naderen zó niet a
Ploeg aflossers, die hün torn oftewe
'eebeurt gaan maken.
Op de Texel geschiedt deze anos-
•ing om de veertien dagen. Dan stap
pen de elf bemanningsleden opge
wekt over op het loodsvaartuig Zaan-
?am, dat hen terugbrengt naar Den
fielder en nemen collega's voor twee
weken hun taak over. De lichtsche
pen spelen op de drukke scheepvaart
route langs de Nederlandse kust een
jnterst belangrijke rol. Zij zijn drijven
de bakens, vaste punten in de koers.
Nachts draaien hun lichten, ieder
jnet een eigen karakter, zoals dat
ook op de zeekaarten staat aangege
ven. Bvj de Texel bijvoorbeeld wordt
"et ritme van drie lichtbundels dicht
°P elkaar onderbroken door een
®fraal die wat langer op zich laat
wachten, drie plus één in de twintig
seconden, heet dat precies. Het zijn
zo op het oog wonderlijke schepen,
in 3e voor- en achtersteven,
vpl in de flanken en stevig van con
structie, in staat om de zwaarste ele-
njGnten te doorstaan. Hoog boven het
middenschip verheft zich de glazen
met z^n zo op het °°S inge
wikkeld lenzenstelsel, waarachter de
i®,mp van maar liefst 4200 Watt, die
bofi1 van zonsondergang tot een
«air uur voor zonsopgang. In een spe
ciale ruimte bevinden zich de radio-
'Pljatatiiiir en een vernuftig seintoe-
■tei, dat om de paar minuten auto
matisch de positie van het lichtschip
opgeeft.
erX? hebben een kleine, speciaal ge-
s„ufer3e torn aan boord van het Iicht-
VaniS Texe] meegemaakt. Het loods-
toeh» lg Zaa«dam heeft voor de over-
BeiJ. gezorgd en ons tot op 100 meter
"ïacht, via het Molengat tussen het
de trek zoals een praaiende visserman
uit IJmuiden had verteld, moeten wij
ons excuseren en wankelen haastig
naar de verschansing, staren witjes en
met betraande ogen in het donkere
water en vertrouwen het al onze el
lende toe. Je kunt daar van opknap
pen maar iets van dat zwevende, „kat
terige" zoals de vakterm luidt, blijft
nog lange tijd hangen.
De troostende woorden van kapitein
Jonkers, dat zoiets heel normaal is en
de meeste opvarenden na twee weken
thuis weer moeten wennen aan het
„steigerende onding", doen het maar
half en van het verse „braadje" wil
len wij niets weten, al geuren en
glimmen de schollen nog zo sterk Je zit
nu in het schuitje en Je moet mee.
Wezenloos laat je over je heen gaan
dat gestamp en geschommel, ge
piep en gekraak, waaraan niet
te ontkomen valt. Het is over
al om je heen, nu weer op, dan
weer omlaag, waar je je ook bevindt.
De kajuit laat je weer gauw in de
steek. De gouden meter die in cijfers
de kracht van het slingeren regis
treert werkt op je zenuwen. Alle
dingen hangen zo duizelig zwaar en
zo nu en dan lijkt het wel alsof op
het grote schilderij aan de muur de
oude loodskotter de lijst uitzeilt. Een
bed schgnt de enige oplossing en om
dat het op lichtschepen toch de ge
woonte is dat iedereen, op de wacht
na, een „middagtukkie" doet, is het
niet eens vreemd dat wij het verblijf
opzoeken, waarin de kooien gapen,
keurig voorzien van heldere gordijn
tjes, die even gehoorzaam meewie-
gen als de bonte scheurkalender
waarop de dagen met dikke strepen
worden doorgekrast. De gordijntjes
gaan dicht en dodelijk alleen ver
wens je het moment waarop je het
lichtschip hebt betreden. Het is moei
lijk uit te maken, of bij zeeziekte nu
aan een horizontale of verticale hou
ding de voorkeur moet worden gege
ven. Liggend wiegelen en schomme
len in plaats van staande is slechts
een verschil in houding. Nu eens zak
ken de voeten, dan weer daalt het
hoofd met het hellende vlak van de
bedstee, slaat het bonzend tegen de
wand en bij een al te snelle correctie
zwiep je bijna het gat van de bed
stee uit. De helse wip weet van geen
ophouden en tenslotte sta je weer
aan dek omdat al na een korte er
varing is gebleken dat het buiten in
de frisse lucht nog het minst slecht
is uit te houden.
De vaste bemanningsleden bemerken
van dit alles niets. Ze springen als ge
oefende koorddansers door de gangen
en op de trapjes. Het kan hun niets
schelen hoe hard het waait, als de
Het wordt langzamerhand een goede
gewoonte om ook door middel van
postzegels in de laatste maand van
het jaar aandacht voor het Kerstge
beuren te vragen. Door de weldadig
heidszegels, welke voor een groot deel
in december verschijnen, wordt men
dikwijls aangespoord om gulheid en
medeleven te betrachten. Het is geen
wonder, dat dan tevens een mooie ge
legenheid kan worden gevonden het
grote feest der naastenliefde nog eens
op de voorgrond te plaatsen.
Tot nu toe was het aantal zegels dat
speciaal met het oog op Kerstmis werd
uitgegeven, niet groot, en Kerstafbeel
dingen op postzegels kwamen slechts
sporadisch voor. Ditmaal kwam het
Vaticaan echter met een reeks waarop
men een tekening van Christus' ge
boorte naar een schilderij van Rafaël
aantreft. In Australië verscheen een ze
gel met een Driekoningen-voorstelling
en thans is een der waarden uit de
nieuwe Belgische charitasreeks ook aan
het Kerstfeest gewijd. Op de hierbó' af
gedrukte 6 2 fr. ziet men nl. een
moderne tekening van Maria met het
Kindje en St. Jozef, en er boven het
woord: Pax.
Van deze Belgische serie komt voorts
Het landbouwbeleid moet gericht
rün op het leveren van een op langere
termijn, aan andere groepen gelijk
waardige bijdrage van de landbouw tot
de nationale welvaart. Van deze doel
stelling uit dient de landbouwpolitiek te
streven naar: een redelijk inkomen
per hoofd van de op sociaal en econo
misch verantwoorde wijze Jn de land
bouw werkzame beroepsbevolking en
liaar een sociaal en economisch verant
woorde prijsvorming van landbonwpro-
dukten voor de consument.
Tot deze conclusie komt een commis
sie van de Dr. Wiardi Beekman Stich
ting, het wetenschappelijk bureau van
de PvdA in een rapport over „Prijs- en
Structuurbeleid in de landbouw". Als
centraal thema wordt gesteld, dat, wil
de noodzakelijke aanpassing van de Ne
derlandse landbouw aan de verhoudin
gen op de wereldmarkt en de technische
ontwikkeling zich goed voltrekken, be
halve een actief markt- en prijsbeleid
eveneens een actief structuurbeleid
moet worden gevoerd.
De beloning van de factor arbeid be
hoort te zijn afgeleid van een algemene
loonpolitiek, door de overheid in nauwe
samenwerking met het bedrijfsleven
gelied Aan deze loonpolitiek dient het
beginsel van gelijk loon voor gelijkwaar
dige arbeid ten grondslag te liggen. De
werkklassificatie is een belangrók hulp
middel voor de verwezenlijking van dit
beginsel.
Bó de behandeling van de grond
spreekt het rapport als zijn mening uit,
dat de bedrijfsuitkomsten een verhoging
van het pachtprijsniveau niet recht
vaardigen. Handhaving van het pacht-
prjjsniveau 195657 betekent echter in
vele gevallen dat de gebouwenlasten
niet uit de pachtprijs bestreden kunnen
worden. Als oplossing voor het gebou-
wenvraagstuk geeft de commissie een
systeem van pachtprijsbepaling in over
weging, waarbó rekening is gehouden
met: a) afschaffing der grondbelasting
op agrarische eigendommen, b) halve
ring van polder- en waterschapslasten,
c) subsidiëring van boerderijenbouw.
Spontane bedrijfsvergroting kan niet
de oplossing brengen van het structure
le vraagstuk der te kleine bedrijven.
Het streven dient er op gericht te zijn
te komen tot gezinsbedrijven waarop
twee arbeidskrachten volledig produk-
tief werk kunnen vinden.
De laatste etappe naar het lichtschip geschiedt per motorvlet, die wild danst
op de golven.
Zaandam om het hulpeloze rode ge
vaarte weer op de vaste positie terug
te brengen. Daar ligt het dan weer dom
en vadserig te slapen, berustend in zijn
lot, zonder een vonkje temperament.
En ach, wat is er anders te zien dan
de grote snelle vrachtvaarders, die ter
hoogte van de Texel hun koers wijzi
gen, de kleine en bazige „kusters",
ploeterend onder een indrukwekkende
vracht hout en vissersscheepjes, die in
imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniiHiiiiiiiiiiiimiiiHiiiimiiiiimiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiii
nare gevoel, hrt weeïge dat van-
Ult de maa» langzaam maar zeker
oprukt, totale rillingen over je rug
S en huid van het gezicht ziel
spant en oppn
een trieste uitdruk
king krijgen. 5
kajuit vechten
er manmoedig teJ
gen en hopen dat
een forse mok vm
dampende koffie
eroverheen zal hel
pen. Maar ..iedere
keer, dat wij dqor
dezelfde patrijspoort
nu eens de grauwe
lucht dan weer ae
golvende zee opmer
ken, zakken wij die
per in de narigheid
die men zeeziekte
noemt. Dan is ieder
woord dat tegen je
gesproken wordt te
veel en betekent al
leen al de gedachte
aan eten een vol
ledige capitulatie.
En als de kapitein
enthousiast mee
deelt dat de hap
voor de afwisse
ling nu eens niet
bestaat uit gort,
rats, nasi, of de
meest gebenedijde
spijs van de zeeman:
snert, maar uit een
heerló'k „braadje
schol", vers van Het glazen oog
iiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiii
windkracht op de dag van aflossing
maar niet boven de 6 komt. Want dan
is hun verlof in gevaar, dan kan het
gebeuren dat de Zaandam verstek laat
gaan en zij gedwongen zijn langer te
blijven. Dat is een hard gelag, iedere
lichtwachter hunkert naar de wal als
een welkome onderbreking van een
eentonige zeebeurt. Want hoe de gol
ven ook langs stromen, het lichtschip
zal nooit aankomen. De zware ketting
houdt het op zijn plaats en mocht in
een al te hevige storm het anker wat
gekrabd hebben, dan komt direct de
van de „Texel", met zijn ingewikkeld
lenzenstelsel.
luiiiimiMiiiiiiminiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
kiellinie door het Molengat tokkeren.
Of het nu door die eentonige regelmaat
komt, weten wij niet, maar de licht-
wachters zien er ook anders uit dan
men van varensgezellen zou verwach
ten. Wjj misten de zongebruinde zee
mansgezichten, het waren merendeels
geel-bleke mannen, met kamgaren
broeken in plaats van baai, en als
schoeisel niet alleen laarzen en klom
pen, maar zelfs modieuze mocca
sinsWaarom ook niet. Niemand
die hen ziet en wat er buiten het lo
pen van de honden-, achtermiddag, of
platvoetwacht te doen is, valt heel erg
mee. De „meester" en zijn motordrij
vers smeren de „ingewanden" en con
troleren voortdurend de machines die
van het lichtschip een drijvende elek
trische centrale maken. De kok schar
relt in zijn kombuis en de maten vul
len de scheepstijd met het optrekken
van putsen zeewater, schrobben van de
dekken, koper poetsen, verrichten van
herstelwerkzaamheden en „tjetten"
als de schipper vindt dat ergens een
nieuw kleurtje noodzakelijk is. Alle
maal zijn zó ergens gegrepen door de
speciale bekoring van het lichtschip, de
„stalen kuip" die dag en nacht in het
oog loopt. Dat komt vooral tot uiting
in hun verhalen, 's avonds als zij ge
schoren en opgefrist in het manschap
penverblijf byeenhokken, zuinig nip
pend aan hun ene potje oier en met
veel vaardigheid een strootje van zwaar
kaliber draaiend. Dan komen de vogels
ter sprake, die in oktober en novem
ber, de tó'd van de trek, in groten getale
overvliegen, 's Nachts als het licht
draait, en er geen ster te zien is,
draaien de vogels in steeds kleinere cir
kels om het licht, om zich tênslotte te
pletter te vliegen.
Dan liggen 's morgens de toren en
het dek bezaaid met vogels, waar
van vele nog leven: eenden, ganzen,
spreeuwen, enz. Vroeger werden die
in manden verzameld en gebraden
en nog zfln er lichtwachters die een
portie gebraden spreeuw als een gro
te delicatesse beschouwen. Ze pluk
ken de vogeltjes eigenhandig en heb
ben in de kombuis een speciale ma
nier van klaar maken. Op de Texel
is deze gewoonte uit de mode ge
raakt. Kapitein Theoville Jonkers is
een groot dierenvriend en hij heeft de
gehele bemanning enthousiast weten
te maken voor zijn hobby: het ver
zorgen van de gewonde vogels, die hy
direct van een ring voorziet en zodra
het mogelijk is de vrijheid geeft. Ka
pitein Jonkers doet het ringen in sa
menwerking met het bureau voor vo-
gelonderzoek in Leiden.
De mannen zó'n geboren vertellers
en als ze ons de brief laten lezen van
een landelijke speelgoedactie, waarin ze
hartelijk bedankt worden voor de paar
den, garages, bootjes en poppen die ze
in hun vrije tijd voor kinderen maak
ten, begrijpen wij de jonge Urker, die
ons met de hand op het hart verklaart,
dat het met een beetje goede wil best
is uit te houden op de „rode bak".
Wij hebben de hondenwacht gelopen
met deze lichtwachter, wiens warrige
kruin fel beschenen werd als hij zo nu
en dan buiten de wachthut poolshoogte
ging nemen. Als zoon van de vuurtoren
wachter op Urk kent hij de betekenis
en de noodzaak van het lichtbaken door
en door. Hij houdt van het licht dat
rusteloos doorwentelt over de woelige
zee en het werk dat dit met zich mee
brengt. Eén hap lucht buiten de hut en
hij bepaalt de windkracht. Zijn natge
maakte vinger in de hoogte en hij weet
de windrichting. En hoe nauwkeurig!
Weerkundigen hebben aan de hand van
hun onfeilbare instrumenten deze man
nen op hun waarnemingen getest en het
verschil was nauwelijks op te merken.
De rapporten over de aard van de
bewolking, de sterkte van de stroom,
de hoogte van de golven, de watertem
peratuur aan de oppervlakte en op een
bepaalde diepte, en de windkracht zijn
betrouwbaar en vormen een belangrijke
schakel in de organisatie van het KNMI
voor de dagelijkse weerberichten.
De wind fluit gierend door het want.
De nacht op het lichtschip Is vol van
geluiden. Deuren klapperen en touw
werk kraakt. De wachtman loopt zwij
gend op en neer, hoog in de toren gloeit
het licht, dat iedere 20 sec. viermaal
knipoogt. HAVE THOMAS
(Van onze
Romeinse correspondent)
ROME, dec. Er is in
Rome iets heel naars ge
beurd, iets waarover een
mens-met-snaren-in-'t-ge-
moed bedroefd wordt en
geschokt. Het was avond
en hondeweer, het nor
male weer van de laatste
maanden in de Eeuwige
Stad. De wind floot door
ie kale platanen op de
Monte Mario, de regen
joeg met vlagen door de
straten. De hemel alleen
weet, welke bittere nood
een strillone (een „grote
schreeuwer", de naam der
Romeinse krantenventers)
onder deze weersomstan
digheden met een nat pak
kranten de straat op dreef.
Boven wind en regen
uit hoorde men: „Ernstig
ongeluk op de Monte Ma
rio! Extra editie! Leest
de bijzonderheden!" De
mensen, die uit de bus
stapten, de lui, die zojuist
in een espresso corretto
(een kleintje koffie met
een scheut sterke drank)
kracht gezocht hadden om
verder te gaan en haastige
voorbijgangers, zó koch
ten de krant en stopten
hem in hun jaszakken om
hem dadelijk thuis te le
zen. „Extra editiebij
zonderheden. .1" Het pak
werd kleiner en kleiner en
binnen het half uur had
de kundige strillone zijn
exemplaren nagenoeg ge
sleten. Tot een der laat-
sten afgenomen werd door
iemand, die zó nieuwsgie-
rig was, dat hij onder een
lantaarn de krant nat liet
regenen en uit elkaar
waaien, terwijl hij zo goed
en zo kwaad als het ging
met de rug tegen de storm
de koppen doorliep. De
stem van de venter klonk
op vijftig meter afstand.
De nieuwsgierige zei: por-
ca miseria! (vuile ellende)
en ging de venter achter
na. Weer ging een extra
editie-nummer van de
hand. De nieuwsgierige
hield de jongste koper
aan: geen ongeluk, ner
gens een ongeluk op de
Monte Mario en dus geen
ijselijke bijzonderheden.
Toen volgde (uiteraard)
een discussie met de stril
lone, een goed opgezette
en naar de regels van de
cunst verlopende Italiaan
se discussie, die de aan
dacht van een agent trok.
Op het politiebureau
bleek, dat men hier in het
geheel niet te doen had
met de extra uitgave van
een Romeins dagblad,
maar met nummers van
enkele maanden oud.
Tegen de strillone is een
proces-verbaal opgemaakt.
Maar het oplichtertje, dat
Joor een „weefsel van ver-
lichtselen" en begunstigd
ioor noodweer en avond
lijk duister oude waar
voor nieuw verkocht, zal
vervolgd worden wegens.
het verspreiden van valse
berichten. Dit geeft in de
dagen voor Kerstmis
krantenlezers en kranten
makers stof tot overden
king. Wat u heden leest
en wij heden bijeengaren,
is dus overmorgen vals
En hoe moet het met de
Rogiers, de Brugmansen,
de Geyls, de Poelhekkes?
Volgens de Romeinse
Openbare Orde is het be
trekkelijke van een krant
voor de delvers naar eer
gisteren absoluut gewor
den: vals. Wellicht kunnen
de ephemeren, kranten
lezers en krantenmakers,
nog onopgepikt door Ro
me's straten gaan, Rogier
c.s. wacht het cachot.
Overdreven wij, zeiden
wij te veel met: bedroefd
en geschokt?
op de. hoogste waarde 7 3 fr. een re
productie voor van een houten Regina
Pacis-beeldje uit de Luikse barokstijl-
school van omstreeks 1700. De overige
zegels bevatten tekeningen van folk
loristische voorstellingen zoals wij die
aantreffen bij optochten en feestelijk
heden, welke nog jaarlijks in diverse
Belgische plaatsen worden gehouden.
Zo ziet men op 40 10 ct folklore te
Antwerpen (de Spuiter), 1 fr. 50 ct
Bergen (Doudou), 2 fr. 50 ct. Eupen
Malmédy (prins Carnaval), 2.50 4- 1 fr.
Stavelot (Blancs Moussis) en 3 1 fr.
leper (het kattefeest).
Belgisch Congo. Bij gelegenheid van
het Kerstfeest kwamen drie postzegels
van de pers, welke alle een Madonna
te zien geven; waarden 50 ct, 1 fr en 2
fr.
Finland. Het feit,
dat een eeuw gele
den een wet tot stand
kwam waarbij het
handelsverkeer werd
vrij gemaakt, was
aanleiding tot de
emissie van een 30
Mk. Er staat een pe
troleumlamp op zo
als die in 1859 alge
meen werd gebruikt.
InnmiÉiiÉón»!
Frankrijk. Zoals elk jaar kwamen
ook thans tegen Kerstmis twee zegels
in omloop met een toeslag ten bate van
het Rode Kruis. Als tekening komt op
de 20 10 fr. voor Abbé de l'Epée, die
bekendheid verwierf door zijn werk on
der de doofstommen, terwijl de 25 -I- 10
fr. een afbeelding te zien geeft van Va
lentine Hauy, een vooraanstaande fi
guur bij het onderwijs aan blinden.
Oostenrijk. Op de dag van de post
zegel verscheen als naar gewoonte ook
een nieuwe zegel; ditmaal een 2.40 Sch.
-f 60 gr. met als tekening een Romein
se postkoets, gebeeldhouwd op een
grafmonument te Maria Saai in Karin-
thië.
Suriname. De bevestiging van het
statuut voor het Koninkrijk is ook hier
nog postaal herdacht. Op 15 december,
toen het vijf jaar geleden was dat de
ondertekening van de akte plaats vond.
kwam een 20 ets in omloop, terwijl de
beide andere waarden (8 ct en 10 ct)
uit deze serie volgende maand zullen
verschijnen. De statuutgedachte komt
tot uiting In de afbeeldingen: op de
8 ct het wapen van Suriname, op de
10 ct de vlag van de Nederlandse An
tillen, terwijl de 20 ct drie typische
planten uit de drie gebiedsdelen van
het Koninkrijk laat zien: de paloeloe
voor Suriname, de tulp voor Nederland
en de cactus voor de Antillen.
Verenigde Arabi
sche Republiek. De
zer dagen kwam de
reeds geruime tijd
verwachte nieuwe
55 m. in koers. Men
vindt er symbolisch
op getekend de
voornaamste land-
bouwprodukten in
de vorm van een
bloeiende katoen,
plant en een kore
naar, met op de
achtergrond de adelaar van de repu
bliek.
Advertentie
op aanvraag wordt de folder
„Maak het u lichter -
Tover met licht"
u graag toegezonden door:
N.V. Wed. J. Ahrend Zoon
N.V. Blikman Sartoriua
en door de fabrikantt
Chemische Fabriek
L. van der Grinten N.V.
te Venlo
of haar servicekantoor
Statenlaan 126, Oen Haag
VENLO DEN HAAG