SAHARA heeft een ontzaglijke gedaanteverandering ondergaan Nog steeds doemen de mysteries als spiegelbeelden op uit het zand Vlamingen en Nederlanders leren in Gent het eeuwenoude brouwersvak Wat is het ideale brouwprocédé Bisschoppelijke bieracademie StLieven DE WOESTIJN BEDWONGEN (SLOT) Bierwetenswaardigheden van kanunnik dr. W. T. Blancquaert Grote stukken nog niet verkend S ft? *KS: Wereldfederatie van katholieke jonge vrouwen JNieuwe boekjes van Annie Schmidt DONDERDAG 24 DECEMBER 1959 PAGINA 16 TOUGGOURT, dec. Op een klein pleintje in Touggourt, waar ka melen en auto's elkaar regelmatig ontmoeten, verheft zich het mo nument van de „Zwarte Kruistocht". In de schaduw van het kleine koepel graf van een maraboe herinnert een drie meter hoge steen aan de prestatie, die een karavaan kleine rupswagens van Citroën een kwart eeuw geleden heeft verricht door de Sahara van noord naar zuid te door kruisen, door de duinen van de grote Erg, de bergen van de Hoggar en de verschrikkelijke eenzaamheid van Tanezrouft. In twintig dagen werd een afstand van 3000 kilometer afgelegd, van Touggourt naar de boorden van de Niger. Diezelfde prestatie is nu een heel alledaagse aangelegen heid geworden. Geweldige „zwaargewicht"-vrachtwagens, die uit Algiers komen, stoppen hier iedere avond in Touggourt, en de volgende morgen vertrekken zij weer naar het zuiden. De „vrachtrijders van de woestijn", energieke en vastbesloten jongemannen, hebben vast geen idee van het bestaan van het monument voor de helden van de „Zwarte Kruistocht"' De Sahara is zo grondig gewijzigd, dat alles, wat hier minstens een kwart eeuw geleden is gebeurd, in vergetelheid raakt. Hebben we hier niet eefl paar maanden geleden, zonder noemenswaardige ongelukken, een auto* rally gehad op een parcours, dat langs ae oases in de Sahara liep, even als een rally voor scooters van Algiers naar Hassi Messaoud? Maaf toch, al lijken op sommige tijdstippen de wegen en paden in de woestijn even druk als een verkeersweg in Europa, en al verwondert men er zich niet meer over als men, dank zij het vliegtuig, 's morgens Parijs verlaat en 's avonds in het hart van de woestijn in een zacht en koel bed stapt# toch blijft de Sahara de ontginners voor onmetelijke problemen plaatsen. Menig rechtgeaard brouwer maakt zich wel eens ongerust over de toekomst vein het bier. Niet uit overdreven bezorgdheid voor een eventuele daling van de bieromzet, maar meer omdat hij de huidige ontwikkeling van het brouwersvak enigszins arg wanend meent te moeten gadeslaan. De brouwerij, eertijds een zuiver ambachtelijke onderneming, evolueert iets te veel in de richting van het industriële grootbedrijf en het brouwproces, vroeger veelal een kwestie van overgeërfd vakmanschap, wordt hoe langer hoe weten schappelijker. Het is vooral deze laatste ontwikkeling, die de echte brouwer verontrust. Als hedendaags ondernemer is ook hij voor stander van gedegen wetenschappelijk onderzoek, zonder daarmee evenwel de gehele bierbereiding louter en alleen als een kwestie van research te willen zien. Naar zijn smaak zou een dergelijke over waardering van de wetenschap gemakkelijk kunnen leiden tot ae fabricage van een produkt, waaraan prof. Luers uit München gedacht moet hebben, toen hij de waarschuwende woorden sprak: „Das Hier schmeckt nicht mehr nach Bier, sondern nach Wissenschaft Hen biertype, dat op dit moment de markt beslist nog niet „overspoelt Het is trouwens zeer de vraag of dit wel ooit gebeuren zal. De meeste bierproducenten van dit ogenblik zijn daarvoor gelukkig nog te veel brouwer. Zij verstaan de kunst om bier-met-karakter te produceren. Dit bier dankt zijn ontstaan aan wat wij zouden willen noemen ae- oud-en-nieuw-methode, waarbij gebruik wordt gemaakt van net goede zowel van vroegere, als van hedendaagse brouwprocede s. In april congres in Rome Hop met aroma is onmisbaar voor bier met karakter. Langs zintuiglijke weg stelt prof. lsebaert met zijn studenten het aroma-gehalte van de hop vast. Ter geruststelling van de bierconsu ment zij hierbij vermeld, datook de opleiding van de huidige brouwersge neratie nog altijd op dit principe be rust. Wellicht is dit nergens zozeer het feval als in de bieracademie van de lenelux: de Hogere Technische Brou- werijschool „St.-Lieven" te Gent. .Dit instituut beantwoordt in alles aan het oud en nieuw principe. De gebouwen zijn even eerbiedwaardig van buiten als goed geoutilleerd van binnen; het onderwijsprogramma is zowel con servatief degelijk als vooruitstrevend modern; de bestuursvorm doet enigs zins middeleeuws aan, zonder dit in werkelijkheid te zijn; kortom er heerst een sfeer, die ons uitermate geschikt lijkt om aspirant-brouwers op te leiden tot bier-met-karakter-produ- centen. Van de vier brouwerlJscholen. die België het bierland bij uitstek telt, is „St.-Lieven" niet de oudste, maar wel de grootste en de voor naamste. De betekenis van deze school reikt verder dan de grenzen van het land van vestiging. Zij recru- teert haar studenten immers uit Bel gië en Nederland. Ons land, dat zelf geen brouwerijschool rijk is, bezit in „St.-Lieven" min of meer zijn eigen bieracademie. Het onderwijs ge schiedt er volledig in het Neder lands; het percentage studenten uit ons land is vrij groot en in het professorencorps zpn ook de Neder landse brouwers in de persoon van de Amersfoortse biochemicus prof. drs. B. D. Hartong vertegenwoor digd. De vernederlandsing van de bieraca demie, die voorheen „Eeole Supérieure de Brasserie" heette, begon in 1931 Toen immers viel het besluit om van het instituut een Nederlandstalige school te maken. Een omstandigheid, die er toe geleid heeft, dat heel wat Nederlandse bruuwers sindsdien hun opleiding tot brouwer-ingenieur, niet meer in München zoals vroeger re gel was maar in Gent hebben ontvan gen. Sinds 1931 is in deze situatie geen verandering meer gekomen. Bisschop als oprichter De Nederlands-Belgische bierschool dateert uit 1892. Op verzoek van enke le vooraanstaande brouwers richtte de bisschop van Gent de school op. De bisschoppelijke bieracademie was be doeld als tegenhanger van de Vijf jaar tevoren eveneens te Gent gestichte vrijzinnige bierschool „L'Institut de fermentation". De nieuwe school met internaat kreeg de beschikking over een gebouw van het bisschoppelijk college aan de Gildestraat. Beschermheilige werd niet „St.-Arnoldus", de patroon van de brouwers, maar St.-Lieven", de spe cifieke heilige van het Gentse, bekend als geloofsverkondiger van Vlaande ren en om zijn goedheid algemeen ,,de lieve" genoemd. Tot directeur benoem de de bisschop een '.id van het kathe drale kapittel, kanunnik Vander Gayn. Blijkbaar allemaal waarborgen om aan het verlangen van de katholieke brouwers van Gent, die „voor hun zo nen, behalve grondige kennis, ook een moreel gezond en voornaam opvoe dingsmilieu wensten te vinden", te vol doen. Ook thans nog berust de leiding van de bieracademie bij een van de naaste medewerkers van de bisschop, kanunnik dr. W. T. Blancquaert. Hoewel van origine geen brouwer, maar medicus, is dr. Blancquaert in de praktijk een all-round bierbrouwer geworden. Gedurende zijn bijna vijf entwintigjarig directeurschap van „St. 'Lieven" heeft hij zich een schat aan brouwerswijsheid vergaard, waarop menig beroepsbrouwer jaloers is. Bierbrouwen is zijn grote hobby ge worden. Dagelijks brengt kanunnik Blancquaert uren in de proefbrouwe- rij van zijn school door. Zelf bezig met interessante experimenten of vol be langstelling kijkend naar de verrich tingen van de brouwers-in-spe, die el ke veertien dagen vrij zelfstandig tien hectoliter bier voor eigen gebruik moe ten brouwen. De derdejaarsstudenten fungeren om de beurt als brouwmees ter, de tweede- en eerstejaars als as sistenten. Prof. ir. L. lsebaert een joviaal bierbrouwer uit Zwevezele en net als kanunnik Blancquaert sinds 1936 als bierdocent aan „St.-Lieven" verbonden geeft zijn studenten daarbij waardevolle, wetenschappelij ke adviezen. Kanunnik Blancquaert onthaalt de jeugdige brouwers meer dan eens op kostelijke bierwetenswaar digheden. Een tweetal hiervan willen we onze lezers niet onthouden, al zagen we de man van de bierwetenschap, prof. lse baert bedenkelijk kijken, toen kanun nik Blancquaert ze ons in smakelijk Vlaams vertelde; „Wilt ge weten of een brouwer u bier-met-karakter levert, ga dan na 't eten, zonder vooraf koffie te drinken, met een man of tien een stevige pint van dat bier tot u nemen. Moe- ten meer dan drie personen zich vóór het vijfde potteke naar een ze kere plaats begeven, zeg dan in mijn naam aan uwen brouwer, dat zijn bier niet al te best is. Open baart het gesignaleerde verschijnsel zich daarentegen pas na het acht ste biertje, weet dan dat ge goed bier drinkt!". Om te verhinderen, dat w;1 net als prof. lsebaert de geloofwaardigheid van zijn verhaal in twijfel zouden trek ken, vermeldde kanunnik Blancquaert er nadrukkelijk bij, dat hü meer dan eens deze kwaliteitsproef met succes heeft genomen. Een keer nog wel bij gelegenheid van een brouwerscongres te Zürich. Proefondervindelijk meent de direc teur van ,,St.-Lieven" ook de juistheid van zijn stelling te hebben aangetoond, „dat een borreldrinker rapper dron ken, maar ook weer rapper nuchter is dan een bierdrinker." Met deze stelling heeft kanunnik Blancquaert de Gentse rechtbank er van proberen te overtuigen dat het re sultaat van de bloedproef bij een „bier chauffeur" nadeliger moet uitvallen dan bjj een „borrelchauffeur". Of dit gelukt is, vertelde hij er niet bi). Prof. lsebaert waagt het te betwijfelen... Overigens willen wij hiermee be slist niet suggereren, dat beide bier deskundigen het meestal niet eens met elkaar zijn. Het tegendeel is eerder waar, zeker wanneer het de opleiding van de ruim honderd bierstudenten, onder wie mej. Monique Frigne uit Gent als enige vrouwelijke brouwer, betreft. Dan immers zijn kanunnik Blancquaert en prof. lsebaert eensge zinde voorstanders van het bekende oud-en-nieuw-principe. Eeuwenoude geheimen Samen met de overige professoren en assistenten brengen zij de studen ten de geheimen van het eeuwenoude brouwersvak 1 'j. Een boeiend, maar bijzonder gecompliceerd vak, omdat de brouwer nooit helemaal zeker is van het brouwproces. Buiten de belang rijke bestanddelen: water, mout, hop en gist, speelt immers nog een andere factor, „hel milieu", een rol van be tekenis bij de bierfabricage. Pogingen om een bepaald soort bier precies na te maken, strandden steeds weer op de ze niet nader te analyseren factor. De overige bestanddelen zijn wel nauwkeurig te ontleden en dat gebeurt dan ook. De samenstelling van de grondstof fen: hard of zacht water; mout zonder of met aroma, bittere of niet-bittere hop; is immers bepalend voor het type bier, dat de brouwer wil produceren. Van enorm belang is de gist, die de vakman niet voor niets „de ziel" van het bier noemt. Het karakter van het bier wordt bepaald door de Juiste vermenging van de grondstoffen, maar vooral door de zuiverheid van de bierbestanddelen. Het gebruik van ,,ersatz"-producten, waartoe al te we tenschappelijk ingestelde brouwers zich wel eens laten verleiden, komt soms de houdbaarheid van het bier, maar meestal niri de kwaliteit ten goede. Beducht voor kwaliteitsverminde ring heeft Duitsland het z.g.n. „Rein- heitsgebot" afgekondigd. Een gebod dat in België en Nederland niet be staat, maar dat de Gentse bieracade mie desondanks toch aan haar studenten als een groot goed voor houdt. Buiten de leer van de grondstoffen moet de toekomstige brouwer natuur lijk ook alles weten van de eigenlijke brouwkunde: het koken en afkoelen van de wort (moutextract opgelost in water), het toevoegen van hop aan de kokende wort, het afscheiden van niet oplosbare stoffen uit het afgekoelde brouwsel, het gistingsproces en de la- gering. Andere vakken, die hiermee ten Een land, waar het veef lorou1 aanzien staat, teït uiter|ar brQ werijen. Het getal Bel^drukwekkend ruim U dan het twaalfvoud van t ons wil voorkomen. °°k met vrcUKde' Geen toekornstzor9en Geen brouwerijen geen toekomst mogelijkheden voor i brouwinge- nieurs en derhalve geen plaats voor een bieracademie. Voor Gent's bisschoppelijke brouwe rijschool „St. Lieven is er wel nog Bierbrouwen, grotendeels een kwestie van chemisch onderzoek. Met behulp van een zgn. „maische-bad" bepalen de toekomstige brouwers de samenstelling van een van de hoofdbestanddelen van bier: mout. nauwste samenhangen zijn: de koel techniek, de chemische analyse, het filtreren, bottelen en pasteuriseren, ja zelfs het inschenken van bier. Vakkun dig inschenken is beslist geen te ver waarlozen onderdeel van de brouwers opleiding. Zeker niet voor een Belgisch brouwer, van wie verwacht mag wor den, dat hij de specifieke in de fles gegiste biersoorten als het Brusselse Gueuze Lambik het type Rodenbach of de bovengistende abdijbieren, op de juiste wijze weet in té schenken. De Nederlandse brouwer heeft hier veel minder last van. omdat ons land vrijwel uitsluitend ondergistende bie ren produceert, evenals Duitsland. Engeland daarentegen is verzot op bovengistend bier en de Belgen zijn liefhebber van beide soorten. Geen wonder, aangezien de Belg de grootste bierdrinker van de wereld is. Met een jaaromzet van 13.682.000 hecto liter bier (meer dan Azië en Afrika samen!), hetgeen overeenkomt met een bierverbruik van 130 liter per hoofd per jaar, is België het eerste bierland ter wereld. Een verbruik, dat zes keer gro ter is dan in Nederland, twee keer gro ter dan in Duitsland en zelfs groter dan het bierverbruik inBeieren. dergelijke prestatie van moten is kanunnik Blanc- Op een zijn landgenoten quaert zelf een fameus bierproe ver niet weinig trots. Het pleit voor het verstand van de Belgen, zo zegt hij, want bier is voedzaam en gezond. Het bewijs voor deze stelling is weer echt a la Blancquaert. „Ware bier niet gezond, dan zou het Vlaamse volk Vlamingen zijn grotere bier liefhebbers dan Walen ai lang ge degenereerd moeten zijn". Ook net hoge aantal nierzieken onder de vrou- plaats en royaal ook. Deze uitsluitend vlaamstalige bieracademie van België verkeert immers in een zeer bevoor rechte positie, omdat drie-kwart van alle Belgische brouwerijen in het Vlaamssprekende deel van dit land ge concentreerd is. Zorgen over het ver dwijnen van sen brouwerij kent „St. Lieven" dan ook niet, te meer niet, nu tal van tropische landen een opmerke lijke brouwactiviteit aan de dag leggen Het ontstaan van brouwerijen met na me in de Belgische Congo wijt kanunnik Blancquaert aan de ontdekking van de koelkast. Een goed gekoeld glas bier is in de tropen een welkome verfrissing. Wat de Vlaming al eeuwenlang ge weten heeft, ervaart thans ook de tropische mens: „bier-met-karakter is een edele drank!" COR BERTRAND Want in weerwil van zijn wegennet, dat zich bliksemsnel uitbreidt, van zijn talrijke vliegvelden en van zijn grote en comfortabele hotels er zijn zelfs taxi's in Touggourt! blijft de woes tijn de woestijn. Grote stukken zijn nog niet verkend. En nog steeds doemen als spiegelbeelden de mysteries op uit het zand. Er zit echt nog wel toekomst in het vak van woestijnonderzoeker. Dat bewijst de expeditie „Ténéré-Berliet", die onlangs in vrachtauto's uit Algiers is vertrokken op weg naar het zuiden van de diepe en geheimzinnig Hoggar om de ongeschonden Ténéré te ontdek ken. Geologen, ethnologen, zoölogen en nog vele andere deskundigen zullen bijna twee maanden lang trachten de raadselen te ontcijferen van dit gebied, dat, naar men meent, vroeger de bodem is geweest van een kolossale binnenzee, die thans is verdwenen. Ondertussen heeft de gedaantever andering, die zich sinds de ontdekking van het zwgrte goud in de Sahara heeft afgespeeld, op het menselijk vlak ge leid tot omwentelingen, zoals die zich nergens anders hebben voorgedaan. Want in de Sahara treft men niet alleen zand en olie; er zijn ook mensen, in betrekkelijk grote aantallen en sterk geconcentreerd in enkele zones. Na over honderden kilometers duinen en rotsgebieden te hebben gevlogen, ont dekt de reiziger tot zijn verbazing plot seling oases, waar het krioelt van de mensen Touggourt, Chardaïa, Ouargla en El Golea zijn ware steden, waar, merkwaardig genoeg, zelfs gebrek aan woonruimte heerst, volgens de officiële schattingen telt de grote woestijn met minder dan een half miljoen inwoners, ongeveer evenveel nomaden als men sen met een vaste woonplaats. De rijk geworden slaven De Islamietische bevolking Ara bieren én Berbers van oorsprong leeft van veeteelt en landbouw. Het blijft erg moeilijk hun bestaansvorm te vergelijken met die van Europese vol keren. De maatstaven, die ln het wes ten gelden voor de levensstandaard, zijn ontoereikend om de welvaart van de nomade in de woestijn naar waarde te schatten. Zijn voedsel wordt voor namelijk gevormd door de dadels van de oasen; deze mooie, goudkleurige, bijna doorschijnende dadels, die het voornaamste landbouwprodukt vormen van de streek, zijn de beste ter wereld. Wat tarwe, wat gerst en enkele groen ten; dat zijn wel zowat de voornaamste voedingsmiddelen. Vooral aan de noor delijke rand van de Sahara komen daar nog bij de voortbrengselen van de vee teelt, de schapen, waaraan kenners de voorkeur geven boven die van de Schotse weiden. De komst van de „oliemensen" en de behoefte aan arbeidskrachten, die ontstond toen men de rijkdom van de bodemschatten had ontdekt, hebben dit evenwicht, dat zich eeuwen ge leden gevestigd had, verstoord. Som mige bewoners van de Sahara heb ben hun traditionele levensstijl weten te bewaren, maar tallozen hebben zich als loontrekkers op de nieuwe ondernemingen gestort. In een wereld, die zo lang van alles afgesloten is geweest en volkomen op zichzelf was aangewezen, heeft dit een plotselinge verandering met zich meegebracht, die de vorm heeft aangenomen van een wezenlijke sociale revolutie. Terwijl de Toearegs en de andeie Deze brochure onderstreept heel bij zonder de christelijke betekenis van het werk om God met Zijn scheppend en verlossend werk behulpzaam te zijn. UTRECHT, 22 dec. (K.N.P.) Van 19 tot 24 april houdt de Wereldfederatie van katholieke jonge vrouwen en meis jes in Rome haar vierjaarlijkse congres Afgevaardigden van do vrouwenbewe gingen en hun nevenorganisaties uit de gehele wereld zullen eraan deelnemen. Onderwerp van het congres is; „Dè jon ge vrouw en haar werk". Een brochure van 28 pagina's is sa mengesteld als werkbasis voor het con gres, dat enerzijds gericht is op het werk en anderzijds op de psychologie van het werkende meisje. In verscheidene landen worden geld inzamelingen gehouden om de reis ook van afgevaardigden uit verafgelegen en van minder kapitaalkrachtigen naar Rome mogelijk te maken. Enige jeugd bewegingen hebben het geld voor de reis van een "onge leidster uit Bangel- ore reeds bijeengebracht, maar er zijn nog andere leidsterr in Afrika en Azië, voor wie de reis naar Rome door ande ren mogelijk gemaakt dient te worden. „grands seigneürs" van de woestijn een grote afkeer koesteren van hand werk, dat zij als iets onterends be schouwen, iets onwaardigs voor verte genwoordigers van het ras waar zij deel van uitmaken, zijn hun vroegere slaven zonder tegenzin naar de nieuwe werkplaatsen getrokken. De Toearegs „heersen" over enorme gebieden, waar ze hun kamelen laten grazen. Hun jaar lijks inkomen bedvaast niet meer dan enkele tienduizenden francs; De slaven, die de Toearegs in vroeger jaren zelfs van de boorden van de Niger hebben weggehaald en die door de Fransen uit hun slavernij zijn verlost, laten de een na de ander hun vroegere meesters in de steek om hun tenten op te slaan in Hassi Messaoud. Binnen één maand verdienen zij dan evenveel geld als hun vroegere meesters in een jaar. Lang zamerhand komt er een geheel nieuwe hiërarchie tot stand en deze ontwikke ling gaat niet. zonder de nodige moei- Ujkneden op sociaal terrein gepaard. De ontmoeting van vrachtwagens en kamelen in de asfaltstraten van de oase Touggourt, de met neon-buizen hel verlichte winkels tussen de palmen, de schetterende radiomu- ziek, die de stilte van de woestijn ver scheurt, het zijn allemaal voorbeelden van de schrille contrasten, die een duidelijk beeld geven van de enorme problemen waarvoor de Franse rege ring verantwoordelijk zowel voor de verdere technische ontwikkeling van het gebied als voor de sociale ontwik keling zich geplaatst ziet. De man, die al deze problemen het hoofd moet bieden, is Jacques Soustel- le de minister die verantwoordelijk is voor de gang van zaken bij de „Organi satie voor de gebieden van de Sahara die tot taak heeft de woestijn tot bloei te brengen. Wat de werkzaamheden van deze organisatie zijn, heeft de Soustelle als volgt omschreven: -ajl OP „Indien Frankrijk prat kan fbracht, hetgeen reeds tot stand is s[t moet als het zonder aarzelen vo dje gaan met de inspanningal |iet zich nu al getroost, dan t de mens niet moeten vergeten sabara is njet boven alles gaat. D® trekt, verlaten alleen maar een ®"§emschatten Het gebied met rijke £eWoont Wordt d is een gebied dat .®n dle onze o r mannen en vro" hebben de nlirht al burgers eznn wu Qm ^plicht gdlt zÜ ,eSuhun kinderen ook de vruchten van de snelle ontwikkeling van dlt herboren land. wil hebben m de Sahara een aantal ndministratieve en politieke hervor mingen doorgevoerd die. door de be- wonSrs --ongeacht afkomst of ge loofsovertuiging 0p democratische wijze e enrol te laten spelen in de taak die wij °P ons hebben genomen, het land openstellen voor de vooruitgang. Zonder de ogen te sluiten voor de plaat selijke omstandigheden, die bepaalde voorzieningen of bepaalde aanpas- singen noodzakelijk maakten, hebben WU er aan vast gehouden dat de be woners van de Sahara in het gebied zelf hun plaatselijke besturen kregen en »n Parijs door hun parlementariërs ver tegenwoordigd werden. De nieuwe Sa hara bouwt in vertrouwen en in gelijk heid aan zijn toekomst. De enorme inspanningen voor de in voering van onderwijs, de verhoging van het loonpeil, het tot standkomen van sociale zekerheid en de invoering van arbeidswetten hebben inmiddels al vruchten afgeworpen. Er zijn belang rijke vorderingen gemaakt op het ge bied van de volksgezondheid. In afge legen dorpjes in het zuiden van de Sahara zijn ziekenhuizen, verpleegin richtingen en poliklinieken verre zen. En er worden ook daar scholen gesticht, waarvan het aantal leerlingen met de dag groeit. Maar de taak, die wij ons hebben ge steld, is zeer uitgebreid. Er moeten nog allerlei problemen worden opgelost. Er moeten nog meer wegen worden aan- Olieopslagplaats in Hassi Messaoud, moderne, stalen gevaartes midden in een onafzienbare woestijn. Er is weer een nieuw boekje over J»P en Jan-ne-ke verschenen van An-nie p' G. Schmidt: P-s op, Jip en Jan-ne-ke. weer met een reek? verhaaltjes 8» kleine avontuurtjes van het tweetal. vallen bij de kleintjes weer evenzeer v de smaak als de vorige. Ook is er e® nieuw bundeltje kinderversjes van Aj nie Schmidt: „Iedereen heeft ee staart" waaruit het lied van JankeP1 erg inslaat: Dit is het lied van Jankepiet, die altijd zat te schreeuwen. Jankepiet had zo'n verdriet Waarom precies dat wist ht) m® Hij jammerde sinds eeuwen. „Ik zal nem we) troosten," zegt daj» onze dochter van twee jaar bemoeu gend. „En nu van Hoempedoemp. van de radijsjes Dit laatste is nieuw vers over de altijd nog tavori rj Pippeloentje. Vandaal belanden dan bij het bedje dat rijden kon en ftI, de twee vleugelt es, dat onze zoem ).ar vier jaar hevig intrigeert. Dit wil mhe\e zeggen, dat de twee boekjes de j, kleintjes al bezighouden. Maar ook doende voor bo,-n#t»n gelegd, om de mensen in staat te stek len zich te verplaatsen en het vervoer van goederen mogelijk te maken. L» moeten putten worden geslagen voor 'L rigatie-doeleinden en voor de drinkW®, ter voorziening. E>e olektriciteitSVQ0'*?' nmg moet worden uitgebreid en de strijding van alle mogelijke ziekten mo®* worden geïntensifeerd. Kortom, ff' mqeten een moderne, bewoonbare Sa* hara maken. „De bewoners van de Sahara," z® besloot de heer Soustelle, „hebben uiteraard het onbetwistbare recht even* eens de vruchten te plukken van ingrijpende sociale en economische WU" zigingen die zich in hun land voltrek: ken. Wanneer men in een gebied me* een traditioneel cultuur-patroon een dustriële revolutie ontketent, hoge sa" larissen, een volkomen andere levens stijl en geheel nieuwe gewoontes in voert, dan biedt men daarmee de be trokkenen tal van uitstekende moge lijkheden, maar men laat hen teven» de nodige risico's lopen. Op iedereen rust de taak die risico's uit te schake len en er voor te zorgen, dat de be volking zoveel mogelijk van de nieuw® mogelijkheden profiteert." Over Touggourt is de nacht geval' len, een rustige nacht, die ®'"f?t» verstoord wordt door het onder de rijzige palmen voortkabbelt"® wa ter. Van tijd tot tijd weerkim^JJ" het duister het scherpe gek®» djp «en „fennec" een woestü;y°francs Arabiertjes voor enke p(Ien toeristen te koop a* meer d h(l woestijn vloeit, e^joos door de buiS- zand. de o'ie k en Voortgestuwd tot 1 M?dVP"»n< se Zee. Het grot® avontuur v®",rrankr«'« ln dit nog onge- aehöndën <*ef van d( wereld gaat weinig oP*>et. gepaard. Het is er nie4 weinig cr00ts on] MAURICE HER* Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1959 | | pagina 16