SAHARA heeft een ontzaglijke
gedaanteverandering ondergaan
Nog steeds doemen de mysteries als
spiegelbeelden op uit het zand
Vlamingen en Nederlanders leren in
Gent het eeuwenoude brouwersvak
Wat is het ideale brouwprocédé
Bisschoppelijke bieracademie StLieven
DE WOESTIJN BEDWONGEN (SLOT)
Bierwetenswaardigheden van
kanunnik dr. W. T. Blancquaert
Grote stukken
nog niet verkend
S ft? *KS:
Wereldfederatie van katholieke jonge vrouwen
JNieuwe boekjes van
Annie Schmidt
DONDERDAG 24 DECEMBER 1959
PAGINA 16
TOUGGOURT, dec. Op een klein pleintje in Touggourt, waar ka
melen en auto's elkaar regelmatig ontmoeten, verheft zich het mo
nument van de „Zwarte Kruistocht". In de schaduw van het kleine koepel
graf van een maraboe herinnert een drie meter hoge steen aan de
prestatie, die een karavaan kleine rupswagens van Citroën een kwart
eeuw geleden heeft verricht door de Sahara van noord naar zuid te door
kruisen, door de duinen van de grote Erg, de bergen van de Hoggar en
de verschrikkelijke eenzaamheid van Tanezrouft. In twintig dagen werd
een afstand van 3000 kilometer afgelegd, van Touggourt naar de boorden
van de Niger. Diezelfde prestatie is nu een heel alledaagse aangelegen
heid geworden. Geweldige „zwaargewicht"-vrachtwagens, die uit Algiers
komen, stoppen hier iedere avond in Touggourt, en de volgende morgen
vertrekken zij weer naar het zuiden. De „vrachtrijders van de woestijn",
energieke en vastbesloten jongemannen, hebben vast geen idee van het
bestaan van het monument voor de helden van de „Zwarte Kruistocht"'
De Sahara is zo grondig gewijzigd, dat alles, wat hier minstens een kwart
eeuw geleden is gebeurd, in vergetelheid raakt. Hebben we hier niet eefl
paar maanden geleden, zonder noemenswaardige ongelukken, een auto*
rally gehad op een parcours, dat langs ae oases in de Sahara liep, even
als een rally voor scooters van Algiers naar Hassi Messaoud? Maaf
toch, al lijken op sommige tijdstippen de wegen en paden in de woestijn
even druk als een verkeersweg in Europa, en al verwondert men er zich
niet meer over als men, dank zij het vliegtuig, 's morgens Parijs verlaat
en 's avonds in het hart van de woestijn in een zacht en koel bed stapt#
toch blijft de Sahara de ontginners voor onmetelijke problemen plaatsen.
Menig rechtgeaard brouwer maakt zich wel eens ongerust over
de toekomst vein het bier. Niet uit overdreven bezorgdheid
voor een eventuele daling van de bieromzet, maar meer omdat
hij de huidige ontwikkeling van het brouwersvak enigszins arg
wanend meent te moeten gadeslaan. De brouwerij, eertijds een zuiver
ambachtelijke onderneming, evolueert iets te veel in de richting van
het industriële grootbedrijf en het brouwproces, vroeger veelal een
kwestie van overgeërfd vakmanschap, wordt hoe langer hoe weten
schappelijker. Het is vooral deze laatste ontwikkeling, die de echte
brouwer verontrust. Als hedendaags ondernemer is ook hij voor
stander van gedegen wetenschappelijk onderzoek, zonder daarmee
evenwel de gehele bierbereiding louter en alleen als een kwestie van
research te willen zien. Naar zijn smaak zou een dergelijke over
waardering van de wetenschap gemakkelijk kunnen leiden tot ae
fabricage van een produkt, waaraan prof. Luers uit München gedacht
moet hebben, toen hij de waarschuwende woorden sprak: „Das Hier
schmeckt nicht mehr nach Bier, sondern nach Wissenschaft Hen
biertype, dat op dit moment de markt beslist nog niet „overspoelt
Het is trouwens zeer de vraag of dit wel ooit gebeuren zal. De meeste
bierproducenten van dit ogenblik zijn daarvoor gelukkig nog te veel
brouwer. Zij verstaan de kunst om bier-met-karakter te produceren.
Dit bier dankt zijn ontstaan aan wat wij zouden willen noemen ae-
oud-en-nieuw-methode, waarbij gebruik wordt gemaakt van net
goede zowel van vroegere, als van hedendaagse brouwprocede s.
In april congres in Rome
Hop met aroma is onmisbaar voor bier met karakter. Langs zintuiglijke weg stelt prof. lsebaert met zijn studenten het
aroma-gehalte van de hop vast.
Ter geruststelling van de bierconsu
ment zij hierbij vermeld, datook de
opleiding van de huidige brouwersge
neratie nog altijd op dit principe be
rust. Wellicht is dit nergens zozeer het
feval als in de bieracademie van de
lenelux: de Hogere Technische Brou-
werijschool „St.-Lieven" te Gent. .Dit
instituut beantwoordt in alles aan het
oud en nieuw principe. De gebouwen
zijn even eerbiedwaardig van buiten
als goed geoutilleerd van binnen; het
onderwijsprogramma is zowel con
servatief degelijk als vooruitstrevend
modern; de bestuursvorm doet enigs
zins middeleeuws aan, zonder dit in
werkelijkheid te zijn; kortom er
heerst een sfeer, die ons uitermate
geschikt lijkt om aspirant-brouwers op
te leiden tot bier-met-karakter-produ-
centen.
Van de vier brouwerlJscholen. die
België het bierland bij uitstek
telt, is „St.-Lieven" niet de oudste,
maar wel de grootste en de voor
naamste. De betekenis van deze
school reikt verder dan de grenzen
van het land van vestiging. Zij recru-
teert haar studenten immers uit Bel
gië en Nederland. Ons land, dat zelf
geen brouwerijschool rijk is, bezit
in „St.-Lieven" min of meer zijn
eigen bieracademie. Het onderwijs ge
schiedt er volledig in het Neder
lands; het percentage studenten
uit ons land is vrij groot en in het
professorencorps zpn ook de Neder
landse brouwers in de persoon van
de Amersfoortse biochemicus prof.
drs. B. D. Hartong vertegenwoor
digd.
De vernederlandsing van de bieraca
demie, die voorheen „Eeole Supérieure
de Brasserie" heette, begon in 1931
Toen immers viel het besluit om van
het instituut een Nederlandstalige
school te maken. Een omstandigheid,
die er toe geleid heeft, dat heel wat
Nederlandse bruuwers sindsdien hun
opleiding tot brouwer-ingenieur, niet
meer in München zoals vroeger re
gel was maar in Gent hebben ontvan
gen. Sinds 1931 is in deze situatie geen
verandering meer gekomen.
Bisschop als oprichter
De Nederlands-Belgische bierschool
dateert uit 1892. Op verzoek van enke
le vooraanstaande brouwers richtte de
bisschop van Gent de school op. De
bisschoppelijke bieracademie was be
doeld als tegenhanger van de Vijf jaar
tevoren eveneens te Gent gestichte
vrijzinnige bierschool „L'Institut de
fermentation".
De nieuwe school met internaat
kreeg de beschikking over een gebouw
van het bisschoppelijk college aan de
Gildestraat. Beschermheilige werd
niet „St.-Arnoldus", de patroon van de
brouwers, maar St.-Lieven", de spe
cifieke heilige van het Gentse, bekend
als geloofsverkondiger van Vlaande
ren en om zijn goedheid algemeen ,,de
lieve" genoemd. Tot directeur benoem
de de bisschop een '.id van het kathe
drale kapittel, kanunnik Vander Gayn.
Blijkbaar allemaal waarborgen om
aan het verlangen van de katholieke
brouwers van Gent, die „voor hun zo
nen, behalve grondige kennis, ook een
moreel gezond en voornaam opvoe
dingsmilieu wensten te vinden", te vol
doen.
Ook thans nog berust de leiding van
de bieracademie bij een van de naaste
medewerkers van de bisschop, kanunnik
dr. W. T. Blancquaert.
Hoewel van origine geen brouwer,
maar medicus, is dr. Blancquaert in
de praktijk een all-round bierbrouwer
geworden. Gedurende zijn bijna vijf
entwintigjarig directeurschap van „St.
'Lieven" heeft hij zich een schat aan
brouwerswijsheid vergaard, waarop
menig beroepsbrouwer jaloers is.
Bierbrouwen is zijn grote hobby ge
worden. Dagelijks brengt kanunnik
Blancquaert uren in de proefbrouwe-
rij van zijn school door. Zelf bezig met
interessante experimenten of vol be
langstelling kijkend naar de verrich
tingen van de brouwers-in-spe, die el
ke veertien dagen vrij zelfstandig tien
hectoliter bier voor eigen gebruik moe
ten brouwen. De derdejaarsstudenten
fungeren om de beurt als brouwmees
ter, de tweede- en eerstejaars als as
sistenten. Prof. ir. L. lsebaert een
joviaal bierbrouwer uit Zwevezele en
net als kanunnik Blancquaert sinds
1936 als bierdocent aan „St.-Lieven"
verbonden geeft zijn studenten
daarbij waardevolle, wetenschappelij
ke adviezen. Kanunnik Blancquaert
onthaalt de jeugdige brouwers meer
dan eens op kostelijke bierwetenswaar
digheden.
Een tweetal hiervan willen we onze
lezers niet onthouden, al zagen we de
man van de bierwetenschap, prof. lse
baert bedenkelijk kijken, toen kanun
nik Blancquaert ze ons in smakelijk
Vlaams vertelde;
„Wilt ge weten of een brouwer u
bier-met-karakter levert, ga dan na
't eten, zonder vooraf koffie te drinken,
met een man of tien een stevige
pint van dat bier tot u nemen. Moe-
ten meer dan drie personen zich
vóór het vijfde potteke naar een ze
kere plaats begeven, zeg dan in
mijn naam aan uwen brouwer, dat
zijn bier niet al te best is. Open
baart het gesignaleerde verschijnsel
zich daarentegen pas na het acht
ste biertje, weet dan dat ge goed
bier drinkt!".
Om te verhinderen, dat w;1 net als
prof. lsebaert de geloofwaardigheid
van zijn verhaal in twijfel zouden trek
ken, vermeldde kanunnik Blancquaert
er nadrukkelijk bij, dat hü meer dan
eens deze kwaliteitsproef met succes
heeft genomen. Een keer nog wel bij
gelegenheid van een brouwerscongres
te Zürich.
Proefondervindelijk meent de direc
teur van ,,St.-Lieven" ook de juistheid
van zijn stelling te hebben aangetoond,
„dat een borreldrinker rapper dron
ken, maar ook weer rapper nuchter is
dan een bierdrinker."
Met deze stelling heeft kanunnik
Blancquaert de Gentse rechtbank er
van proberen te overtuigen dat het re
sultaat van de bloedproef bij een „bier
chauffeur" nadeliger moet uitvallen
dan bjj een „borrelchauffeur". Of dit
gelukt is, vertelde hij er niet bi). Prof.
lsebaert waagt het te betwijfelen...
Overigens willen wij hiermee be
slist niet suggereren, dat beide bier
deskundigen het meestal niet eens met
elkaar zijn. Het tegendeel is eerder
waar, zeker wanneer het de opleiding
van de ruim honderd bierstudenten,
onder wie mej. Monique Frigne uit
Gent als enige vrouwelijke brouwer,
betreft. Dan immers zijn kanunnik
Blancquaert en prof. lsebaert eensge
zinde voorstanders van het bekende
oud-en-nieuw-principe.
Eeuwenoude geheimen
Samen met de overige professoren
en assistenten brengen zij de studen
ten de geheimen van het eeuwenoude
brouwersvak 1 'j. Een boeiend, maar
bijzonder gecompliceerd vak, omdat
de brouwer nooit helemaal zeker is van
het brouwproces. Buiten de belang
rijke bestanddelen: water, mout, hop
en gist, speelt immers nog een andere
factor, „hel milieu", een rol van be
tekenis bij de bierfabricage. Pogingen
om een bepaald soort bier precies na
te maken, strandden steeds weer op de
ze niet nader te analyseren factor.
De overige bestanddelen zijn wel
nauwkeurig te ontleden en dat gebeurt
dan ook.
De samenstelling van de grondstof
fen: hard of zacht water; mout zonder
of met aroma, bittere of niet-bittere
hop; is immers bepalend voor het type
bier, dat de brouwer wil produceren.
Van enorm belang is de gist, die de
vakman niet voor niets „de ziel" van
het bier noemt. Het karakter van
het bier wordt bepaald door de Juiste
vermenging van de grondstoffen,
maar vooral door de zuiverheid van de
bierbestanddelen. Het gebruik van
,,ersatz"-producten, waartoe al te we
tenschappelijk ingestelde brouwers
zich wel eens laten verleiden, komt
soms de houdbaarheid van het bier,
maar meestal niri de kwaliteit ten
goede.
Beducht voor kwaliteitsverminde
ring heeft Duitsland het z.g.n. „Rein-
heitsgebot" afgekondigd. Een gebod
dat in België en Nederland niet be
staat, maar dat de Gentse bieracade
mie desondanks toch aan haar
studenten als een groot goed voor
houdt.
Buiten de leer van de grondstoffen
moet de toekomstige brouwer natuur
lijk ook alles weten van de eigenlijke
brouwkunde: het koken en afkoelen
van de wort (moutextract opgelost in
water), het toevoegen van hop aan de
kokende wort, het afscheiden van niet
oplosbare stoffen uit het afgekoelde
brouwsel, het gistingsproces en de la-
gering.
Andere vakken, die hiermee ten
Een land, waar het veef lorou1
aanzien staat, teït uiter|ar brQ
werijen. Het getal Bel^drukwekkend
ruim U
dan het twaalfvoud van t
ons wil voorkomen. °°k met vrcUKde'
Geen toekornstzor9en
Geen brouwerijen geen toekomst
mogelijkheden voor i brouwinge-
nieurs en derhalve geen plaats voor een
bieracademie.
Voor Gent's bisschoppelijke brouwe
rijschool „St. Lieven is er wel nog
Bierbrouwen, grotendeels een kwestie van chemisch onderzoek. Met behulp van
een zgn. „maische-bad" bepalen de toekomstige brouwers de samenstelling van
een van de hoofdbestanddelen van bier: mout.
nauwste samenhangen zijn: de koel
techniek, de chemische analyse, het
filtreren, bottelen en pasteuriseren, ja
zelfs het inschenken van bier. Vakkun
dig inschenken is beslist geen te ver
waarlozen onderdeel van de brouwers
opleiding. Zeker niet voor een Belgisch
brouwer, van wie verwacht mag wor
den, dat hij de specifieke in de fles
gegiste biersoorten als het Brusselse
Gueuze Lambik het type Rodenbach of
de bovengistende abdijbieren, op de
juiste wijze weet in té schenken.
De Nederlandse brouwer heeft hier
veel minder last van. omdat ons land
vrijwel uitsluitend ondergistende bie
ren produceert, evenals Duitsland.
Engeland daarentegen is verzot op
bovengistend bier en de Belgen zijn
liefhebber van beide soorten.
Geen wonder, aangezien de Belg de
grootste bierdrinker van de wereld is.
Met een jaaromzet van 13.682.000 hecto
liter bier (meer dan Azië en Afrika
samen!), hetgeen overeenkomt met een
bierverbruik van 130 liter per hoofd per
jaar, is België het eerste bierland ter
wereld. Een verbruik, dat zes keer gro
ter is dan in Nederland, twee keer gro
ter dan in Duitsland en zelfs groter dan
het bierverbruik inBeieren.
dergelijke prestatie van
moten is kanunnik Blanc-
Op een
zijn landgenoten
quaert zelf een fameus bierproe
ver niet weinig trots. Het pleit voor
het verstand van de Belgen, zo zegt
hij, want bier is voedzaam en gezond.
Het bewijs voor deze stelling is weer
echt a la Blancquaert. „Ware bier
niet gezond, dan zou het Vlaamse
volk Vlamingen zijn grotere bier
liefhebbers dan Walen ai lang ge
degenereerd moeten zijn". Ook net
hoge aantal nierzieken onder de vrou-
plaats en royaal ook. Deze uitsluitend
vlaamstalige bieracademie van België
verkeert immers in een zeer bevoor
rechte positie, omdat drie-kwart van
alle Belgische brouwerijen in het
Vlaamssprekende deel van dit land ge
concentreerd is. Zorgen over het ver
dwijnen van sen brouwerij kent „St.
Lieven" dan ook niet, te meer niet, nu
tal van tropische landen een opmerke
lijke brouwactiviteit aan de dag leggen
Het ontstaan van brouwerijen met na
me in de Belgische Congo wijt kanunnik
Blancquaert aan de ontdekking van de
koelkast. Een goed gekoeld glas bier is
in de tropen een welkome verfrissing.
Wat de Vlaming al eeuwenlang ge
weten heeft, ervaart thans ook de
tropische mens: „bier-met-karakter
is een edele drank!"
COR BERTRAND
Want in weerwil van zijn wegennet,
dat zich bliksemsnel uitbreidt, van zijn
talrijke vliegvelden en van zijn grote
en comfortabele hotels er zijn zelfs
taxi's in Touggourt! blijft de woes
tijn de woestijn. Grote stukken zijn nog
niet verkend. En nog steeds doemen als
spiegelbeelden de mysteries op uit het
zand. Er zit echt nog wel toekomst in
het vak van woestijnonderzoeker. Dat
bewijst de expeditie „Ténéré-Berliet",
die onlangs in vrachtauto's uit Algiers
is vertrokken op weg naar het zuiden
van de diepe en geheimzinnig Hoggar
om de ongeschonden Ténéré te ontdek
ken. Geologen, ethnologen, zoölogen en
nog vele andere deskundigen zullen
bijna twee maanden lang trachten de
raadselen te ontcijferen van dit gebied,
dat, naar men meent, vroeger de bodem
is geweest van een kolossale binnenzee,
die thans is verdwenen.
Ondertussen heeft de gedaantever
andering, die zich sinds de ontdekking
van het zwgrte goud in de Sahara heeft
afgespeeld, op het menselijk vlak ge
leid tot omwentelingen, zoals die zich
nergens anders hebben voorgedaan.
Want in de Sahara treft men niet alleen
zand en olie; er zijn ook mensen, in
betrekkelijk grote aantallen en sterk
geconcentreerd in enkele zones. Na
over honderden kilometers duinen en
rotsgebieden te hebben gevlogen, ont
dekt de reiziger tot zijn verbazing plot
seling oases, waar het krioelt van de
mensen Touggourt, Chardaïa, Ouargla
en El Golea zijn ware steden, waar,
merkwaardig genoeg, zelfs gebrek aan
woonruimte heerst, volgens de officiële
schattingen telt de grote woestijn met
minder dan een half miljoen inwoners,
ongeveer evenveel nomaden als men
sen met een vaste woonplaats.
De rijk geworden slaven
De Islamietische bevolking Ara
bieren én Berbers van oorsprong
leeft van veeteelt en landbouw. Het
blijft erg moeilijk hun bestaansvorm te
vergelijken met die van Europese vol
keren. De maatstaven, die ln het wes
ten gelden voor de levensstandaard,
zijn ontoereikend om de welvaart van
de nomade in de woestijn naar waarde
te schatten. Zijn voedsel wordt voor
namelijk gevormd door de dadels van
de oasen; deze mooie, goudkleurige,
bijna doorschijnende dadels, die het
voornaamste landbouwprodukt vormen
van de streek, zijn de beste ter wereld.
Wat tarwe, wat gerst en enkele groen
ten; dat zijn wel zowat de voornaamste
voedingsmiddelen. Vooral aan de noor
delijke rand van de Sahara komen daar
nog bij de voortbrengselen van de vee
teelt, de schapen, waaraan kenners de
voorkeur geven boven die van de
Schotse weiden.
De komst van de „oliemensen" en
de behoefte aan arbeidskrachten, die
ontstond toen men de rijkdom van de
bodemschatten had ontdekt, hebben
dit evenwicht, dat zich eeuwen ge
leden gevestigd had, verstoord. Som
mige bewoners van de Sahara heb
ben hun traditionele levensstijl weten
te bewaren, maar tallozen hebben
zich als loontrekkers op de nieuwe
ondernemingen gestort. In een wereld,
die zo lang van alles afgesloten is
geweest en volkomen op zichzelf was
aangewezen, heeft dit een plotselinge
verandering met zich meegebracht,
die de vorm heeft aangenomen van
een wezenlijke sociale revolutie.
Terwijl de Toearegs en de andeie
Deze brochure onderstreept heel bij
zonder de christelijke betekenis van het
werk om God met Zijn scheppend en
verlossend werk behulpzaam te zijn.
UTRECHT, 22 dec. (K.N.P.) Van
19 tot 24 april houdt de Wereldfederatie
van katholieke jonge vrouwen en meis
jes in Rome haar vierjaarlijkse congres
Afgevaardigden van do vrouwenbewe
gingen en hun nevenorganisaties uit de
gehele wereld zullen eraan deelnemen.
Onderwerp van het congres is; „Dè jon
ge vrouw en haar werk".
Een brochure van 28 pagina's is sa
mengesteld als werkbasis voor het con
gres, dat enerzijds gericht is op het
werk en anderzijds op de psychologie
van het werkende meisje.
In verscheidene landen worden geld
inzamelingen gehouden om de reis ook
van afgevaardigden uit verafgelegen en
van minder kapitaalkrachtigen naar
Rome mogelijk te maken. Enige jeugd
bewegingen hebben het geld voor de
reis van een "onge leidster uit Bangel-
ore reeds bijeengebracht, maar er zijn
nog andere leidsterr in Afrika en Azië,
voor wie de reis naar Rome door ande
ren mogelijk gemaakt dient te worden.
„grands seigneürs" van de woestijn
een grote afkeer koesteren van hand
werk, dat zij als iets onterends be
schouwen, iets onwaardigs voor verte
genwoordigers van het ras waar zij
deel van uitmaken, zijn hun vroegere
slaven zonder tegenzin naar de nieuwe
werkplaatsen getrokken. De Toearegs
„heersen" over enorme gebieden, waar
ze hun kamelen laten grazen. Hun jaar
lijks inkomen bedvaast niet meer dan
enkele tienduizenden francs; De slaven,
die de Toearegs in vroeger jaren zelfs
van de boorden van de Niger hebben
weggehaald en die door de Fransen uit
hun slavernij zijn verlost, laten de een
na de ander hun vroegere meesters in
de steek om hun tenten op te slaan in
Hassi Messaoud. Binnen één maand
verdienen zij dan evenveel geld als hun
vroegere meesters in een jaar. Lang
zamerhand komt er een geheel nieuwe
hiërarchie tot stand en deze ontwikke
ling gaat niet. zonder de nodige moei-
Ujkneden op sociaal terrein gepaard.
De ontmoeting van vrachtwagens
en kamelen in de asfaltstraten
van de oase Touggourt, de met
neon-buizen hel verlichte winkels tussen
de palmen, de schetterende radiomu-
ziek, die de stilte van de woestijn ver
scheurt, het zijn allemaal voorbeelden
van de schrille contrasten, die een
duidelijk beeld geven van de enorme
problemen waarvoor de Franse rege
ring verantwoordelijk zowel voor de
verdere technische ontwikkeling van
het gebied als voor de sociale ontwik
keling zich geplaatst ziet.
De man, die al deze problemen het
hoofd moet bieden, is Jacques Soustel-
le de minister die verantwoordelijk is
voor de gang van zaken bij de „Organi
satie voor de gebieden van de Sahara
die tot taak heeft de woestijn tot bloei
te brengen. Wat de werkzaamheden
van deze organisatie zijn, heeft de
Soustelle als volgt omschreven:
-ajl OP
„Indien Frankrijk prat kan fbracht,
hetgeen reeds tot stand is s[t moet
als het zonder aarzelen vo dje
gaan met de inspanningal |iet
zich nu al getroost, dan t de mens
niet moeten vergeten sabara is njet
boven alles gaat. D® trekt, verlaten
alleen maar een ®"§emschatten Het
gebied met rijke £eWoont Wordt d
is een gebied dat .®n dle onze o r
mannen en vro" hebben de nlirht al
burgers eznn wu Qm ^plicht
gdlt zÜ ,eSuhun kinderen ook
de vruchten van de snelle
ontwikkeling van dlt herboren land.
wil hebben m de Sahara een aantal
ndministratieve en politieke hervor
mingen doorgevoerd die. door de be-
wonSrs --ongeacht afkomst of ge
loofsovertuiging 0p democratische
wijze e enrol te laten spelen in de taak
die wij °P ons hebben genomen, het
land openstellen voor de vooruitgang.
Zonder de ogen te sluiten voor de plaat
selijke omstandigheden, die bepaalde
voorzieningen of bepaalde aanpas-
singen noodzakelijk maakten, hebben
WU er aan vast gehouden dat de be
woners van de Sahara in het gebied
zelf hun plaatselijke besturen kregen en
»n Parijs door hun parlementariërs ver
tegenwoordigd werden. De nieuwe Sa
hara bouwt in vertrouwen en in gelijk
heid aan zijn toekomst.
De enorme inspanningen voor de in
voering van onderwijs, de verhoging
van het loonpeil, het tot standkomen
van sociale zekerheid en de invoering
van arbeidswetten hebben inmiddels al
vruchten afgeworpen. Er zijn belang
rijke vorderingen gemaakt op het ge
bied van de volksgezondheid. In afge
legen dorpjes in het zuiden van de
Sahara zijn ziekenhuizen, verpleegin
richtingen en poliklinieken verre
zen. En er worden ook daar scholen
gesticht, waarvan het aantal leerlingen
met de dag groeit.
Maar de taak, die wij ons hebben ge
steld, is zeer uitgebreid. Er moeten nog
allerlei problemen worden opgelost. Er
moeten nog meer wegen worden aan-
Olieopslagplaats in Hassi Messaoud,
moderne, stalen gevaartes midden
in een onafzienbare woestijn.
Er is weer een nieuw boekje over J»P
en Jan-ne-ke verschenen van An-nie p'
G. Schmidt: P-s op, Jip en Jan-ne-ke.
weer met een reek? verhaaltjes 8»
kleine avontuurtjes van het tweetal.
vallen bij de kleintjes weer evenzeer v
de smaak als de vorige. Ook is er e®
nieuw bundeltje kinderversjes van Aj
nie Schmidt: „Iedereen heeft ee
staart" waaruit het lied van JankeP1
erg inslaat:
Dit is het lied van Jankepiet,
die altijd zat te schreeuwen.
Jankepiet had zo'n verdriet
Waarom precies dat wist ht) m®
Hij jammerde sinds eeuwen.
„Ik zal nem we) troosten," zegt daj»
onze dochter van twee jaar bemoeu
gend. „En nu van Hoempedoemp.
van de radijsjes Dit laatste is
nieuw vers over de altijd nog tavori rj
Pippeloentje. Vandaal belanden
dan bij het bedje dat rijden kon en ftI,
de twee vleugelt es, dat onze zoem ).ar
vier jaar hevig intrigeert. Dit wil mhe\e
zeggen, dat de twee boekjes de j,
kleintjes al bezighouden. Maar ook
doende voor bo,-n#t»n
gelegd, om de mensen in staat te stek
len zich te verplaatsen en het vervoer
van goederen mogelijk te maken. L»
moeten putten worden geslagen voor 'L
rigatie-doeleinden en voor de drinkW®,
ter voorziening. E>e olektriciteitSVQ0'*?'
nmg moet worden uitgebreid en de
strijding van alle mogelijke ziekten mo®*
worden geïntensifeerd. Kortom, ff'
mqeten een moderne, bewoonbare Sa*
hara maken.
„De bewoners van de Sahara," z®
besloot de heer Soustelle, „hebben
uiteraard het onbetwistbare recht even*
eens de vruchten te plukken van
ingrijpende sociale en economische WU"
zigingen die zich in hun land voltrek:
ken. Wanneer men in een gebied me*
een traditioneel cultuur-patroon een
dustriële revolutie ontketent, hoge sa"
larissen, een volkomen andere levens
stijl en geheel nieuwe gewoontes in
voert, dan biedt men daarmee de be
trokkenen tal van uitstekende moge
lijkheden, maar men laat hen teven»
de nodige risico's lopen. Op iedereen
rust de taak die risico's uit te schake
len en er voor te zorgen, dat de be
volking zoveel mogelijk van de nieuw®
mogelijkheden profiteert."
Over Touggourt is de nacht geval'
len, een rustige nacht, die ®'"f?t»
verstoord wordt door het onder
de rijzige palmen voortkabbelt"® wa
ter. Van tijd tot tijd weerkim^JJ" het
duister het scherpe gek®» djp «en
„fennec" een woestü;y°francs
Arabiertjes voor enke p(Ien
toeristen te koop a* meer d h(l
woestijn vloeit, e^joos door de buiS-
zand. de o'ie k en Voortgestuwd tot
1 M?dVP"»n< se Zee. Het grot®
avontuur v®",rrankr«'« ln dit nog onge-
aehöndën <*ef van d( wereld gaat
weinig oP*>et. gepaard. Het is er nie4
weinig cr00ts on]
MAURICE HER*
Advertentie