Veertig jaar
„Enschedé
geleden werd
f 500.000
er
bij
gestolen
Een inval met geleende
mokers bij de „gouden
bijlen en
kanarie
Na langdurig speuren brengt
een list de oplossing
BLOEMBOLLENCULTUUR
HONDERD JAAR
Wachten protestant en katholiek op
een ontmoeting?
DOOR EEN ZATERDAGSE ERIE
W
ELLEN ORT uit Heemstede
kandidate voor Rome
Opvallende atletiekcarrière
Lachend gezicht
KNAP POLITIEWERK VAN DE
HEER TENCKINCK C.S.
ll
Gemeenschappelijke bijeenkomst
aan vooravond van bidweek
Concertcyclus in
Minerva-theater
5 EN 6 MEI FEEST IN HAARLEM
Initiatief Haarlemse
Couturier-Kring
Oncler auspiciën van
Kunstkring
NEDERLANDS SNELSTE OP 200 METER
ZATERDAG 9 JANUARI 1960
PAGINA 3
De „gouden kanarie''
De list lukt
De inval
Royaal verliezer
WASSERIJ DUYN
N. PH. ORKEST
Couturier en Culmann
HAARLEM, 9 januari Vrijdag 9 januari 1920, 's ochtends 7 uur. De
eerste employe's komen het bedrijf van Joh. Enschedé Zonen aan het
Klokhuisplein in Haarlem binnen. Plotseling algemeen alarm: het raam
van de bindkamer was geforceerd. Een ouderwets houten kabinet was
opengebroken: een bedrag van niet minder dan 450.000 aan vrijwel
afgewerkte bankbiljetten was verdwenen (een bedrag, dat in die dagen
een aanmerkelijk hogere waarde betekende dan op het ogenblik)On
middellijk werd de recherche gewaarschuwd. Hoofdinspecteur E. H.
Tenckinck de latere hoofdcommissaris verscheen met enkele recher
cheurs. Het onderzoek begon. Dat was het begin van een van de grootste
diefstalzaken, die de Haarlemse recherche ooit op te knappen kreeg. Het
zou duren tot de avond van de 26ste november van 1920 eer deze zaak
tot volledige klaarheid zou zijn gebracht. Het is een knap staaltje van
politiewerk geworden van de heer Tenckinck en zijn mannen. Voor hem
betekende het algemene erkenning van zijn kwaliteiten als politieman en
toen het jaar daarop de functie van commissaris van politie van Haarlem
vacant kwam, werd hij benoemd. Op 4 maart 1921 had hij reeds een
bijzondere eervolle vermelding ontvangen van minister Heemskerk,
spoedig gevolgd door een van burgemeester Maarschalk.
Twee stopflessen werden onder de
S vloer van een pakhuisje aan de
1 Beeksteeg te Haarlem uit de grond
5 gehaald, na de geruchtmakende in-
5 val van de Haarlemse recherche
bij „de gouden kanarie" op 26
S november 1920. Ze bleken het
1 grootste gedeelte van de buit te
bevatten van de inbraak in het
5 bedrijf van Enschedé in de nacht
van 8 op 9 januari van dat jaar.
Voor de firma Enschedé betekende
de gebeurtenis van 9 januari het einde
van een betrekkelijk zorgeloos tijdperk.
Tijdens de behandeling van de zaa* je"
gen de daders van de grote diefstal
moest de officier van justitie vaststel
len, dat de bewaking in het bedrijf te
wensen overliet en dat er onbetrouwba
re elementen onder het personeel wa
ren. Kort na de diefstal is de veilig
heidsdienst van het bedrijf geheel ge
reorganiseerd en werd het pand aan het
Klokhuisplein zodanig verbouwd dat
men zich tegen alle risico's gedekt kon
achten.
Een toen 34-jarige Haarlemse druk
ker, die erom bekend stond meestal
zonder officieel werk zijn kost te ver
dienen bleek achteraf de dader te zijn
geweest. Samen met een 31-jarige em
ployé van Enschedé en een 26-jarige
los werkman was hij in de nacht van
8 op 9 januari 192>0 door een poortje
in de Damstraat gelopen, over een
muurtje geklommen en had via enige
platte daken bij het raam van de bind-
afdeling weten te komen. Het schuif-
slotje van het raam was spoedig gefor
ceerd en de beide houten kabinetjes in
de kamer gaven evenmin moeilijkheden.
De heren moeten in tijdnood geraakt
zhn want in één der kasten lieten ze
één' miljoen aan bankbiljetten liggen,
terwijl men elders in het vertrek een
kistje met biljetten van 1000,- liet
staan.
De consternatie was enorm. Onmid
dellijk waren functionarissen van de Ne
derlandse Bank, waarvoor de gestolen
biljetten bestemd waren, aanwezig.
Het ging om 190 biljetten van 1000,-,
en vele briefjes van honderd en van
tien gulden, waaronder zich een aantal
met blauwe streep overdrukte misdruk
ken bevond. De biljetten waren nog
niet helemaal gereed om in circSfcatie
gebracht te worden. Aan de biljetten
van 1000,- ontbraken de handtekenin
gen van de secretaris en de president
van de Nederlandse Bank, alsmede de
serieletters en nummers. Aan de biljet
ten van f 100,- ontbraken de handteke
ningen van secretaris en president en
aan die van tien gulden alleen de hand
tekening van de secretaris. De handte
keningen van de secretaris worden al
tijd pas bij het hoofdkantoor van de
bank in Amsterdam aangebracht.
De recherche kreeg van de Nederland
se Bank de mededeling, dat .men de
bankbiljetten zo spoedig mogelijk terug
wilde hebben. De daders konden des-
hoods op vrije voeten blijven. Men
vreesde, dat de bankbiljetten in het
buitenland terecht zouden komen,
Waardoor de bank zijn goede naam ver
hezen zou en de credietwaardigheid
^'ellicht een knak zou krijgen. Tegelij-
fertjjd werd bekend gemaakt, dat de
°ank niotc* nzrtn nithpfalpn nn de biÜ6t-
nk niets zou uitbetalen op de biljet-
"n. die dezelfde nummers zouden heb-
■5 als die gestolen waren.
..^ofdinspecteur Tenckinck en de re-
trT,rcheurs Spoor, Van Meel en Van der
bof nnHor7npk hplast W3"
st- die met het onderzoek belast wa-
Lwl- stonden voor een zware taak. Men
°eschikte niet over de geperfectioneer-
k hulpmiddelen van tegenwoordig. Er
oestond nog geen Interpol. Voorlopig
°htbrak ieder spoor.
Van alle kanten kwamen er tips bin-
jjen aan de Smedestraat. De tips wer-
öen nagegaan en gecontroleerd. Men
{■aisde ervoor naar Antwerpen, maar
bet resultaat was nihil. Tot op een dag
'ernand kwam vertellen, dat misschien
»,de gouden kanarie" er meer van zou
Weten. Onder deze merkwaardige be-
haming stond in de onderwereld een
43-jarige koopman bekend die in een
huisje aan de Anthoniestraat woonde.
De man stond bekend als heler en was
feeds betrokken geweest by een grote
gouddiefstal in Heemstede.
Voorzichtig ging men informaties in
winnen en daarbij bleek, dat de reeds
•erder genoemde drukker in maart of
april van dat jaar een pakje bij de gou
den kanarie „in bewaring" had gege
ven. De drukker zat in geldmoeilijkhe-
den en bleek daarna plotseling over
geld te beschikken. In een dronken bui
liet de kanarie los 5000,- aan de druk
ker te hebben „geleend". Na langdurig
speurwerk werd het duidelijk, dat het
hier wel eens om de vermiste bankbil
jetten kon gaan.
Op dat ogenblik deed hoofdinspecteur
Tenckinck een belangrijke zet. Hij wist,
dat iedere dag dat de biljetten langer
weg bleven, de mogelijkheid groter
werd dat ze in circulatie gebracht zou
den worden. Hij moest zekerheid heb
ben en zette toen samen met een be
vriende relatie een andere drukker
uit Haarlem een gevaarlijk plannetje
in elkaar. De drukker zou via de hoofd
inspecteur in het bezit worden gesteld
van het stempel van de Nederlandse
Bank met de handtekening van de se-
cretaris. Bovendien zou hij vloeistof
krijgen waarmee de reeds gedrukte se-
rieletters en cijfers onzichtbaar ge
maakt konden worden. Daarmee zou
de drukker proberen door te dringen tot
de „gouden kanarie".
Ademloos wachtte men in de Sme
meegebrachte gereedschappen werden
de ramen met sponningen en al inge
slagen om de inval zo overrompelend
mogelijk te doen zijn. Hij moest niet de
kans hebben om te ontkomen. Maar an
derzijds moest men oppassen, dat in
het strijdgewoel niet de drukker ge
raakt zou worden, die immers met „de
kanarie" samen de biljetten zat „af te
maken". Hoofdinspecteur Tenckinck
had de man aangeraden om tussen de
twee ramen in te gaan zitten en bij de
eerste bijlslag snel onder tafel te dui
ken. Aldus geschiedde. Met veel kabaal
stormde men de woonkamer binnen,
maar ondanks alle voorzorgen bleek de
vogel via de achterzijde gevlogen. Als
een haas maakte hij zich uit de voeten
en de rechercheurs die daar op wacht
stonden raakten met een kogel enkel
zijn hand. Dat gaf echter een bloed-
destraat af hoe dit alles zou aflopen.
Men wist, dat de drukker een gevaar
lijk spelletje speelde, want „de kana
rie" was geen gemakkelijk heer. Hij
zag er altijd gesoigneerd uit en had
een keurig verzorgde, korte snor.
Hij leek een rustig bezitter van tatl
van goedkope woninkjes in de bin
nenstad, maar als het erop aan
kwam. kon hij flinke meppen uitde
len. De eerste berichten waren niet
erg hoopgevend. ,.De kanarie" was
bijzonder wantrouwig en had de druk
ker domweg gevraagd, waarvoor hjj
nou die onzichtbaar makende vloei
stof nodig zou hebben. De drukker
had een heel verhaal opgehangen,
maar „de kanarie" gaf niet thuis.
Later werd het aanbod nog eens her
haald en eindelijk na ijige weken,
begon h{j toe te happen.
Toen de drukker liet doorschemeren,
dat hij de ontbrekende stempel zou kun
nen namaken, was het ijs helemaal ge
broken. Het duurde niet lang of de
drukker kwam met de (echte) stempel
voor de dag en oogstte daarmee de be
wondering van de „gouden kanarie".
Men besloot samen in zee te gaan en
men sprak af, dat men eind november
1920 in de woning van „de kanarie" zou
beginnen de gestolen biljetten „af te
maken". Intussen waren de daders van
de diefstal bij de recherche bekend ge
worden, maar men besloot alle betrok
kenen in één klap te vangen. Eindelijk
kon de drukker de precieze datum mel
den aan hoofdinspecteur Tenckinck:
vrijdag 26 november. Op die avond be
sloot de heer Tenckinck toe te slaan.
Om half tien die avond verzamelden
de mannen van de recherche zich op de
binnenplaats van het stadhuis, waar
destijds het politiebureau was onderge
bracht in verband met een verbouwing
van het gebouw aan de Smedestraat.
Verschillende mannen droegen bijlen
en mokers bij zich, die geleend waren
van de dienst voor Hout en Plantsoe
nen. Om tien uur arriveerde men aan
de adressen van de te grijpen misdadi
gers. De huisjes werden omsingeld.
Kort daarop begon de inval. Het be-
{®JJSri)kste punt was uiteraard de wo-
g van ..de gouden kanarie". Met de
87
eti
In mei van dit jaar zal op grootse
U'ijze het honderdjarig bestaan worden
gevierd van de Koninklijke Algemene
Vereniging voor Bloembollencultuur.
Het eeuwfeest zal een bijzonder accent
krijgen tijdens de Floriade, welke te
«otterdam wordt gehouden. De officië
le viering zal echter te Haarlem ge
schieden. de stad, waar de zetel van
Bloembollencultuur is gevestigd.
Op de middag van de Bevrijdings
dag donderdag 5 mei, zal een histo
rische optocht door het centrum van
Haarlem trekken. Daarin rijden vier
praalwagens mee, waarvan er één op
rekening van de stad Haarlem komt.
ermoedelyk zal de Haarlemse wagen
de dwaze tulpenhandel" uit de zeven
tiende eeuw in beeld brengen. De vier
wagens zullen ook present zijn op de
Floriade in Rotterdam
De historische optocht vindt haar
eindpunt op de Grote Markt, waar het
Haarlemse gemeentebestuur het ge
schenk aan de honderdjarige zal aan
bieden. Een speciale herdenkingsbijeen
komst staat vervolgens op het pro
gramma voor 6 mei. Deze wordt ge
houden in het Krelagehuis, waar hon
derden gasten worden verwacht.
In verband met die feestelijkheden,
die Haarlem niet onberoerd zullen la
ten, is een uitnodiging gestuurd naar
het comité „Centrumbelangen", met
het verzoek te willen propageren, dat
met name de winkelstand ertoe mee
werkt, de stad een feestelijk aanzien
te geven in de week van 30 april
tot 7 mei.
Van gemeentewege zullen in verge
lijking met 1959 de bloemversieringen
worden uitgebreid. De Dienst voor Hout
en Plantsoen zal platte bloemschalen
plaatsen op de Grote Markt, Stations
plein, Houtplein, bij het viaduct aan
het Kenaupark en Korte Verspronck-
weg. Aan alle bruggen zullen weer
bloembakken aangebracht worden
evenals op verschillende andere plaat
sen. Men hoopt nu, dat particulieren
zich op eigen initiatief hierbij aanslui
ten.
spoor. Over de daken volgde een wilde
achtervolging. Ergens in een straatje
daarachter, sprong de man dwars door
een raam een huis binnen om het aan de
zijkant weer snel te verlaten. In de rich
ting van de Ossenhoofdsteeg.
Maar daar woonde 's mans knecht,
wist hoofdinspecteur Tenckinck. On
middellijk ging men naar dit huis en
inderdaad trof men daar op zolder de
gezochte aan. „Kom er maar af. Wil
lem", riep de heer Tenckinck, die de
man al van vroeger kende. „Bent u het,
meneer?" was zijn wederwoord. Ja, het
was meneer en Willem kwam naar be
neden. Hij kreeg de toezegging dat hij
zo ongemerkt mogelijk zou worden
weggebracht en voor hij de cel indraai
de vroeg hfj de heer Tenckinck, of die
misschien in de komende maanden zijn
administratie als huisjesmelker wilde
bijhouden.
Willem bleek een royaal verliezer te
zijn. Tijdens het verhoor noemde hij de
plaatsen, waar hij het geld had ver<
stopt: deels in zijn woning, deels op de
zolder van zijn knecht en tenslotte voor
een deel in twee grote stopflessen on
der de vloer van een stal aan de Beek-
steeg. Op 100,. na kwam alles terecht.
De drukker, die de politie zulke belang
rijke diensten had bewezen, kreeg de
tienduizend gulden beloning een ze
ker voor die tijd zeer respectabel be
drag die de Nederlandse Bank en En
schedé samen hadden uitgeloofd. De
zaak waar hij werkte is er wel bjj ge
varen.
Het laatste bedrijf speelde op 21 en 22
maart en 4 april 1921. Toen verschenen
de vijf verdachten voor de rechtbank.
De hoofddader, de drukker die de in
braak bij Enschedé had gepleegd,
kreeg twee jaar gevangenisstraf. Tij
dens de terechtzitting had hij alles ont
kend. De employé van Enschedé werd
vrijgesproken van medeplichtigheid
aan de diefstal, wegens gebrek aan be
wijs. De „gouden kanarie" werd veroor
deeld tot een jaar en vier maanden ge
vangenisstraf. De los werkman, die de
hoofdinbreker behulpzaam was ge
weest, kreeg vijf maanden en de knecht
van de „gouden kanarie" tenslotte kreeg
voor zijn minimale aandeel in de zaak
een week gevangenisstraf.
Advertentie
HAARLEM, 9 jan. Zoals in het kort reeds bericht, wordt maandag 18
januari ter opening van de gebedsweek voor de eenheid der christenen»in
het Concertgebouw te Haarlem een gemeenschappelijke bijeenkomst gehou
den van en voor gelovigen van alle gezindten over het thema: „Wachten
protestant en katholiek op een ontmoeting?" Het initiatief daartoe is uit
gegaan van de Couturier-Kring te Haarlem, waarvan zowel predikanten als
rooms-katholieke priesters deel uitmaken. Primair is het de bedoeling de
mensen te informeren over de stand van zaken omtrent zoals ds. W. H.
van Asperen tijdens een deze week gehouden persconferentie het uitdrukte
„de worsteling van de christenen, om tot eenheid te komen". Vervolgens
wil men voor die eenheid bidden.
De commissaris der Koningin in Noord-Holland, dr. M. J. Prinsen, is bereid
gevonden de bijeenkomst in het Concertgebouw te openen. Zowel ds. dr.
W. F. Golterman, secretaris van de Oecumenische Raad in Nederland, als
dr. J. C. Groot, professor aan het Theologicum te Warmond, zullen een in
leiding houden over bovengenoemd thema. De bijeenkomst wordt muzikaal
omlijst door de organisten Klaas Bolt en Albert de Klerk. De organisatoren
verwachten een zeer grote schare, ook jongere, belangstellenden, van wie de
niet-christenen evenzeer welkom zijn. De toegang is vrij; wel zal een collecte
worden gehouden ten bate van de Internationale Vluchtelingenhulp.
ABBÉ PAUL COUTURIER
Zonder twijfel zullen vele gelovigen
uit Haarlem en omgeving dit initiatief
toejuichen. Voor hen is het wel duide
lijk geworden, dat en hier citeren
wjj weer ds. Van Asperen de ver
deeldheid der christenen tevens de on
macht is om naar buiten te getuigen.
De laatste jaren zijn overal en in aller
lei vormen gespreksgroepen ontstaan
van protestanten en katholieken, kleine
kringen, waarbinnen men niet de vele
theologische kwesties poogt op te los
sen, maar waarin men wel het klimaat
wil scheppen, dat de groei naar een
heid der christenen kan bevorderen.
Een van die groepen in Haarlem is
de Couturier-Kring, welke gevormd
wordt door de predikanten W. H. van
Advertentie
A.MSTKRD AMSEV AART 20 TBI,. 11053
Binnen 4 dagen retour.
HEEMSTEDE, 9 jan. Het Noord
hollands Philharmonisch Orkest con
certeert op 9 februari, 22 maart en 26
april onder auspiciën van de Heem-
steedse Kunstkring in het Minerva-thea
ter. De programma's voor deze concer
ten zijn gewijd aan werken van Bach,
Mozart en Beethoven. Op elk concert
wordt een pianoconcert van een van
deze componisten uitgevoerd. Het Noord-
hollands Philharmonisch Orkest staat
onder leiding van Henri Arends.
Solist op het eerste concert is de Ne
derlander Jean Franssen in het piano
concert in c. kl. t. KV 491 van Mozart.
Verder zullen worden uitgevoerd de h-
moll suite van Bach en de achtste sym-
phonie van Beethoven. Op het concert
in maart speelt de Israëlische pianiste
Varda Nishry het eerste pianoconcert
van Beethoven. Zjj is al eens meer op
getreden met het Noordhollands Phil
harmonisch Orkest. Op dit concert zul
len voorts ten gehore worden gebracht
de ouverture Prometheus van Beetho
ven en de Praagse symphonic van Mo
zart. Helena Costa is soliste tijdens het
laatste concert. Zjj zal het pianocon
cert in d kl. t. spelen van Bach. Het
is de eerste keer, dat deze Portugese
musicienne met het Noordhollands Phil
harmonisch Orkest optreedt. Het con
cert wordt geopend met het derde
Brandenburgse concert van Bach en be
sloten met de tweede symphonie van
Beethoven.
Asperen. J. F. Baudraz, J. Heidinga
en J. W. Werijen, de rooms-katholieke
priesters mgr. mr. A. Diepenbrock,
pater V. Hutjens, Augustijn en kape
laan W. de Lange. Het enige (katholie
ke) leken-lid, tevens secretaris, is de
heer H. Divendal. De Kring werd on
geveer twee jaar geleden gesticht op
instigatie van de Waalse predikant te
Haarlem, pasteur Baudraz, en van mgr.
Diepenbrock. De gespreksgroep is een
zuiver particuliere aangelegenheid en
de leden representeren geen enkel
kerkgenootschap. Wel zijn er bepaalde
bindingen, waardoor bijvoorbeeld drie
van de vier genoemd predikanten als
leden van de Haarlemse Oecumenische
Raad profijt hebben van hun persoon
lijke contacten met hun rooms-katho
lieke mede-christenen.
De Kring ontleent haar naam aan
de Franse priester Paul Couturier, die
door bepaalde omstandigheden in nau
we relatie kwam met niet-rooms-ka-
tholieke christenen. Die relatie bracht
Couturier, wis- en natuurkundeleraar
aan een middelbaar college te Lyon,
tot het werk der Hereniging. Nadat de
eerste door hem georganiseerde Bid
week voor de Hereniging te Lyon in
1935 was mislukt, ondernam hij twee
jaar later een nieuwe poging met een
gelijkluidend gebed van alle christenen
onder de intentie „Moge de zichtbare
eenheid van het Rijk Gods tot stand
komen op een wijze, die Christus wil,
en door middelen, die Hij zal kiezen".
Sindsdien organiseerde hij ieder jaar
bidweek-conferenties en ontmoetingen
van katholieke en gereformeerde Zwit
serse en Franse theologen. Hij stierf
72 jaar oud, in 1953.
Een ander figuur, waarrond in de
Couturier-Kring het gesprek wordt ge
houden, is die van de protestantse
hoogleraar prof. dr. Oscar Culmann
uit Bazel, geboren in 1902 te Straats
burg. Hij organiseerde in 1957 met een
interconfessioneel comité in Bazel de
eerste oecumenische collecte „als een
zichtbaar teken van christelijke broe
derschap".
In een toelichting op het werk van
de Kring wordt gezegd: „Als we spre
ken over de eenheid der kerken, doet
de problematiek van die eenheid zich
op drieërlei vlak aan ons voor: de
eenheid in kerkorde en bestuur, de
eenheid in belijdenis en leer, en de
eenheid in liefde. Zowel Culmann als
Couturier beginnen bij het laatste, bij
die liefde. Culmann ziet vanuit de éne
doop de verantwoordelijkheid van alle
christenen voor elkaar en wil dat tot
uitdrukking brengen in een wederzijdse
collecte voor elkanders noden. Coutu
rier wil vooral werken naar een ont
moeting van christenen uit de verschil
lende kerken, opdat in die ontmoeting
het klimaat wordt geschapen om wer
kelijk samen te bidden voor de eenheid
der Kerk."
Dat klimaat van vertrouwen en broe
derlijke liefde zoekt de Haarlemse Cou
turier-Kring in haar eigen gesprekken.
Zij wil daarvan naar buiten getuigen
tijdens de bijeenkomst van 18 januari.
Aan de hand van het gestelde thema
zal de protestantse dr. Golterman spre
ken over de katholieke Couturier en de
katholieke prof. Groot over de protes
tantse Culmann.
HEEMSTEDE, 9 jan. Toen Ellen
Ort uit Heemstede zich in het voorjaar
van 1958 aanmeldde als lid van de Haar
lemse dames-atletiekvereniging „Atmo-
des", zal de gedachte niet in haar zijn
opgekomen, dat zij ruim een jaar later
uitgekozen zou worden als kandidate
voor de Olympische Spelen in Rome.
Pas twee jaar heeft Ellen Ort zich op
de atletiek toegelegd, maar haar car
rière is tot nog toe onopvallend snel ver-
"ij konden van 't kribje niet
scheiden, en ook wij hebben
dus gewacht tot het nieuwe
jaar. Maar van de week moest het
er toch weer van komen. Een paar
dagen lang had het reeds dennen
naalden geregend in de kamer en
dat is het sein, dat de kerstdagen
aan de rui zijn. Het wachten is
nog even op de drie koningen, die
meestal buiten adem bij het stalle
tje plegen aan te komen, en hoog
stens een dag krijgen om met hun
gaven van wierook, goud en myr-
rhe te pronken. Dan vallen ook zij
ons hun wijsheid niettemin ach
terlatend ten offer aan de rui
mingswoede van de huisvrouw.
Dat gaat meestal gepaard met een
merkwaardige hartstocht, die pre-
ludieert op de schoonmaak. Ge
woonlijk grijp ik tijdens zo'n huis
houdelijke actie naar een boek en
laat ik het tondeuze-gezoem van
de stofzuiger en de ontmoedigende
ritseling van stofdoeken langs en
over mij heengaan. Alleen bij zo'n
kerstopruimingsactie kan ik moei-
toezien. Dan lever ik gaarne
mijn aandeel en neem ik, na de
onttakeling en ontluistering van de
kerstboom, met weemoed afscheid
van de houten, fijn besneden ac
teurs in en rond de stal, die het
kerstfeest zo ingetogen in beeld
hebben gezet.
De kleine fragiele figuurtjes
mopperen niet. Die ene herder, die
veertien dagen lang zich met de
grootste moeite op de been kon
houden, keek zelfs opgeruimd. Bij
na een jaar lang kan hij nu uit
rusten, gewikkeld in vloei-papier en
veilig opgesloten in een doos. Het
zingende gloria-engeltje wilde ken
nelijk ook weer op stem komen en
de os en de ezel lieten er geen
twijfel aan bestaan, dat zij de-lie-
ve-dag-lang-mos-eten ook zat ge
worden waren. Zo, was iedereen
toch wel een beetje blij. En voor
zichtig heb ik al die figuren, die
intussen onze huisgenoten waren,
opgeborgen. Er was overigens
haast bij. Want het dreigende ge
zoem van de stofzuiger kwam
steeds naderbij.
En de kleintjes? Zij keken er
eerst onbegrijpend tegen aan. Zij
waren vertrouwd geraakt met het
licht, de stal en de beeldjes. Van
het kerstplaatje, dat dag aan dag
afgedraaid was, hadden ze wel ge
noeg gekregen. Maar toen ik de
grote doos de kamer uitdroeg, een
prudent ritueel, werden zij eerst
even stil. Toch nog commentaar.
De oudste: Stop maar goed weg,
dan kan Herodes er niet bij. De
jongste: Dag Sinterklaasje, daaag.
Het nieuwe jaar begint intussen
oud te worden. Maar wij heb
ben tijd genoeg gehad ons op
al dat nieuw-komende (e bezinnen
en plannen te beramen. Een van de
bezigheden op oude jaar pleegt te
zijn: de lijst doorkijken van pries
terjubilea, die gevierd zullen en
moeten worden. Ik kan dan pre
cies nagaan, hoeveel feeststukjes
ik moet gaan schrijven, wie de ge
lukkige slachtoffers zijn en wie er
mijns Inziens een redelijke kans
maakt op een onderscheiding.
Schrijven is vooruitzien. Het jaar
1960 is echter van alle gemakken
voorzien. Zo gemakkelijk zelfs, dat
er in Haarlem en omgeving geen
jubilaris te bekennen valt.
Natuurlijk hebt ook u zitten zoe
ken naar het lijstje van de zilve
ren jubilarissen in het bisdom
Haarlem. Misschien hebt u ons
een brief geschreven of opgebeld,
waarom de Haarlemse zilverlingen
uit die jubbellijst verbannen wa
ren. Weest gerust. In het jaar 1935
hebben de heren theologanten een
jaar verstek moeten laten gaan, in
verband met de verlenging van de
„hogere studies" van vijf tot zes
jaar. Zo, dat weet u tenminste. En
'edereen kan rustig slapen.
Troost u niettemin. Er zal nog
genoeg te jubelen zijn. Alle hoop
is gevestigd op Bloembollencul
tuur. Dan gaan we de bloemetjes
buiten zetten. Als de middenstand
tenminste een handje mee-helpt
Maar dat is hem wel toever
trouwd. Per slot van zaken wordt
er voldoende ver
diend. Zo pas nog
heb ik een nieuwe
bril gekocht. Waar
van bijgaande nota.
n zaken wordt
lopen. Haar eerste succes boekte zij
niet op de sprint - nu haar specialiteit -,
maar by het hoogspringen, toen ny
tot verbazing van iedereen als dertien
jarige dit nummer met een sprong van
1.45 meter won tijdens de Nederlandse
Schoolkampioensehappen. Het duurde
daarna vijf jaar voor zij de sport se
rieus ging beoefenen. Ze werd lid van
de vereniging „Atletiek Moeder der
sport", kortweg „Atinodes" genoemd,
en debuteerde op de Amsterdamse sin-
telhnan in de D-klasse. Dat was op 4
mei 1958. Door haar goede prestaties
promoveerde Ellen onmiddellijk bij de
sprintnunimers en het verspringen naar
do A-klasse. Twee maanden later werd
zy gekozen in de Nederlandse B-ploeg
voor een ontmoeting tegen België,
waarbij zy zowel de 100 als de 200 me
ter wist te winnen.
Aan de nationale kampioenschappen
kon zij dat jaar helaas niet deelnemen,
omdat deze wedstrijden juist werden
gehouden <p de dag, die voorafging aan
haar eindexamen van de Middelbare
Meisjesschool. Na een gedegen winter-
training volgden de successen elkaar
het jaar daarna snel op. Ellen werd ge
kozen in het Nederlandse team, dat met
groot verschil de landenwedstrijd van
Italië won. Met een tijd van 24.9 sec.
bleef zij toen voor het eerst beneden
de 25 seconden. De Nederlandse kam
pioenschappen brachten gedeeltelijk
door pech een teleurstelling: een
vierde plaats op de 100 en 200 meter
Aan het einde van het atletiekseizoeii
was Ellen evenwel onbetwitstbaar de
beste 200 meter loopster van Nederland
Zij had kans gezien bij de international
le wedstrijden in Dortmund de 200 me
ter te winnen, waarna zij in de landen
wedstrijd tegen Duitsland het hoogte
punt in haar nog korte atietiekloopbaan
bereikte door op de 200 meter met een
tijd van 24.7 sec. als tweede te eindi
gen achter de Duitse miljonairsdochter
Jutta Heine.
Wanneer men de vraag stelt, hoe het
staat mot de kansen van Ellen Ort om
naar Rome afgevaardigd te worden,
moet allereerst vastgesteld worden dat
elk land drie atieten(s) op een bepaald
nummer mag opstellen. Twee van
hen moeten binnen een bepaalde tijds
limiet hebben gelopen. Er zijn der
halve twee kansen voor de Heemsteed-
se atlete: of zij moet de 200 meter bin
nen de voorgeschreven limiet van 24.2
sec. lopen, hetgeen gezien haar snelle
vooruitgang heel goed mogelijk is, of
zij moet zich kwalificeren als de bes
te loopster van Nederland. En omdat
teletype gb.
dit laatste reeds het geval is staan haar
kansen inderdaadd zeer gunstig.
Ellen Ort studeert voor onderwijze
res aan de Da Costa-kweekschool te
Bloemendaal. De directeur van haar
school heeft haar in verband met de
Olympische selectie alle medewerkine
toegezegd. Hoewel de volgorde bij het
examen voor de L.O.-akte gewoonliik
door loting wordt bepaald, mag zii dit
jaar als eerste opgaan om zich zo la™
mogelijk op de Spelen te kunnen voorhe
relden. Doordat zij voor haar eindeva"
men zo hard moet studeren, schiet riö
training er wel een beetje bij in. Zii kan
maar twee maai in de week trainen en
Ellen is dan ook wel een beetje jaloers
als zu het uitgebreide trainingsschema
De sport zit de familie Ort overigens
wel in het bloed. Ellen's vader was des
tUds houder van N.O.C.-veelzydigheids"
diploma, haar broer Rob was op lS-ial
rige leeftyd al speler van het eerste elf"
tal van HFC, terwijl haar moeder nil
haar vurigste supportster op de twee
de plaats eindigde bij het kampioen
schap vyfkamp van Indië.
Ongetwijfeld zullen velen in het ko
mende seizoen de verrichtingen van El
len Ort met grote belangstelling volgen.
Zoals haar kansen thans staan is het
stellig niet denkbeeldig, dat zy deze zo
mer tot het gezelschap van Nederlandse
atleten zal behoren, dat de „grote reis"
naar Rome mag ondernemen.
f Dit voorjaar gaat Haarlem
feesten ter gelegenheid van
het honderdjarig bestaan van
„Bloembollencultuur". Daa-r is voor
Haarlem de zetel van de vereni
ging alle redën toe, want Haarlem
en „Bloembollencultuur" zijn door
hechte banden gebonden. Haarlem
hoopt op het voortbestaan van die
banden en voelt zich mede-feestelijk,
nu „Bloembollencultuur" haar eeuw
feest viert. De stad zal zich te zijner
tijd opmaken om gedurende de feest-
week een extra vriendelijk gezicht te
zetten tegenover de velen uit streek
en land, die dan de stad komen be
zoeken. Bloemen en vlaggen zullen
fleur en kleur geven aan de stad.
Het zou bijzonder aardig zijn, wan
neer de Haarlemse winkelstand in die
feestweek eens op een bijzondere wij.
ze voor de dag kwam. Het gezicht
van Haarlem wordt immers voor een
belangrijk deel bepaald door zijn tal
rijke winkels en etalages. Wanneer
die op een bloemrijke wijze verzorgd
zijn, zal dat gezicht van Haarlem
lachen tot stadgenoot en vreemde
ling. Het zou een prachtig voorbeeld
zijn van particulier initiatief, wan
neer de etalages van de Haarlemse
winkelstand gedurende het eeuwfeest
van Bloembollencultuur op een bij
zondere wijze zouden zijn opgemaakt,
herinnerend aan de hech-
te band tussen stad en [NHCj
vereniging. I—J