Veertig jaar „Enschedé geleden werd f 500.000 er bij gestolen Een inval met geleende mokers bij de „gouden bijlen en kanarie Na langdurig speuren brengt een list de oplossing BLOEMBOLLENCULTUUR HONDERD JAAR Wachten protestant en katholiek op een ontmoeting? DOOR EEN ZATERDAGSE ERIE W ELLEN ORT uit Heemstede kandidate voor Rome Opvallende atletiekcarrière Lachend gezicht KNAP POLITIEWERK VAN DE HEER TENCKINCK C.S. ll Gemeenschappelijke bijeenkomst aan vooravond van bidweek Concertcyclus in Minerva-theater 5 EN 6 MEI FEEST IN HAARLEM Initiatief Haarlemse Couturier-Kring Oncler auspiciën van Kunstkring NEDERLANDS SNELSTE OP 200 METER ZATERDAG 9 JANUARI 1960 PAGINA 3 De „gouden kanarie'' De list lukt De inval Royaal verliezer WASSERIJ DUYN N. PH. ORKEST Couturier en Culmann HAARLEM, 9 januari Vrijdag 9 januari 1920, 's ochtends 7 uur. De eerste employe's komen het bedrijf van Joh. Enschedé Zonen aan het Klokhuisplein in Haarlem binnen. Plotseling algemeen alarm: het raam van de bindkamer was geforceerd. Een ouderwets houten kabinet was opengebroken: een bedrag van niet minder dan 450.000 aan vrijwel afgewerkte bankbiljetten was verdwenen (een bedrag, dat in die dagen een aanmerkelijk hogere waarde betekende dan op het ogenblik)On middellijk werd de recherche gewaarschuwd. Hoofdinspecteur E. H. Tenckinck de latere hoofdcommissaris verscheen met enkele recher cheurs. Het onderzoek begon. Dat was het begin van een van de grootste diefstalzaken, die de Haarlemse recherche ooit op te knappen kreeg. Het zou duren tot de avond van de 26ste november van 1920 eer deze zaak tot volledige klaarheid zou zijn gebracht. Het is een knap staaltje van politiewerk geworden van de heer Tenckinck en zijn mannen. Voor hem betekende het algemene erkenning van zijn kwaliteiten als politieman en toen het jaar daarop de functie van commissaris van politie van Haarlem vacant kwam, werd hij benoemd. Op 4 maart 1921 had hij reeds een bijzondere eervolle vermelding ontvangen van minister Heemskerk, spoedig gevolgd door een van burgemeester Maarschalk. Twee stopflessen werden onder de S vloer van een pakhuisje aan de 1 Beeksteeg te Haarlem uit de grond 5 gehaald, na de geruchtmakende in- 5 val van de Haarlemse recherche bij „de gouden kanarie" op 26 S november 1920. Ze bleken het 1 grootste gedeelte van de buit te bevatten van de inbraak in het 5 bedrijf van Enschedé in de nacht van 8 op 9 januari van dat jaar. Voor de firma Enschedé betekende de gebeurtenis van 9 januari het einde van een betrekkelijk zorgeloos tijdperk. Tijdens de behandeling van de zaa* je" gen de daders van de grote diefstal moest de officier van justitie vaststel len, dat de bewaking in het bedrijf te wensen overliet en dat er onbetrouwba re elementen onder het personeel wa ren. Kort na de diefstal is de veilig heidsdienst van het bedrijf geheel ge reorganiseerd en werd het pand aan het Klokhuisplein zodanig verbouwd dat men zich tegen alle risico's gedekt kon achten. Een toen 34-jarige Haarlemse druk ker, die erom bekend stond meestal zonder officieel werk zijn kost te ver dienen bleek achteraf de dader te zijn geweest. Samen met een 31-jarige em ployé van Enschedé en een 26-jarige los werkman was hij in de nacht van 8 op 9 januari 192>0 door een poortje in de Damstraat gelopen, over een muurtje geklommen en had via enige platte daken bij het raam van de bind- afdeling weten te komen. Het schuif- slotje van het raam was spoedig gefor ceerd en de beide houten kabinetjes in de kamer gaven evenmin moeilijkheden. De heren moeten in tijdnood geraakt zhn want in één der kasten lieten ze één' miljoen aan bankbiljetten liggen, terwijl men elders in het vertrek een kistje met biljetten van 1000,- liet staan. De consternatie was enorm. Onmid dellijk waren functionarissen van de Ne derlandse Bank, waarvoor de gestolen biljetten bestemd waren, aanwezig. Het ging om 190 biljetten van 1000,-, en vele briefjes van honderd en van tien gulden, waaronder zich een aantal met blauwe streep overdrukte misdruk ken bevond. De biljetten waren nog niet helemaal gereed om in circSfcatie gebracht te worden. Aan de biljetten van 1000,- ontbraken de handtekenin gen van de secretaris en de president van de Nederlandse Bank, alsmede de serieletters en nummers. Aan de biljet ten van f 100,- ontbraken de handteke ningen van secretaris en president en aan die van tien gulden alleen de hand tekening van de secretaris. De handte keningen van de secretaris worden al tijd pas bij het hoofdkantoor van de bank in Amsterdam aangebracht. De recherche kreeg van de Nederland se Bank de mededeling, dat .men de bankbiljetten zo spoedig mogelijk terug wilde hebben. De daders konden des- hoods op vrije voeten blijven. Men vreesde, dat de bankbiljetten in het buitenland terecht zouden komen, Waardoor de bank zijn goede naam ver hezen zou en de credietwaardigheid ^'ellicht een knak zou krijgen. Tegelij- fertjjd werd bekend gemaakt, dat de °ank niotc* nzrtn nithpfalpn nn de biÜ6t- nk niets zou uitbetalen op de biljet- "n. die dezelfde nummers zouden heb- ■5 als die gestolen waren. ..^ofdinspecteur Tenckinck en de re- trT,rcheurs Spoor, Van Meel en Van der bof nnHor7npk hplast W3" st- die met het onderzoek belast wa- Lwl- stonden voor een zware taak. Men °eschikte niet over de geperfectioneer- k hulpmiddelen van tegenwoordig. Er oestond nog geen Interpol. Voorlopig °htbrak ieder spoor. Van alle kanten kwamen er tips bin- jjen aan de Smedestraat. De tips wer- öen nagegaan en gecontroleerd. Men {■aisde ervoor naar Antwerpen, maar bet resultaat was nihil. Tot op een dag 'ernand kwam vertellen, dat misschien »,de gouden kanarie" er meer van zou Weten. Onder deze merkwaardige be- haming stond in de onderwereld een 43-jarige koopman bekend die in een huisje aan de Anthoniestraat woonde. De man stond bekend als heler en was feeds betrokken geweest by een grote gouddiefstal in Heemstede. Voorzichtig ging men informaties in winnen en daarbij bleek, dat de reeds •erder genoemde drukker in maart of april van dat jaar een pakje bij de gou den kanarie „in bewaring" had gege ven. De drukker zat in geldmoeilijkhe- den en bleek daarna plotseling over geld te beschikken. In een dronken bui liet de kanarie los 5000,- aan de druk ker te hebben „geleend". Na langdurig speurwerk werd het duidelijk, dat het hier wel eens om de vermiste bankbil jetten kon gaan. Op dat ogenblik deed hoofdinspecteur Tenckinck een belangrijke zet. Hij wist, dat iedere dag dat de biljetten langer weg bleven, de mogelijkheid groter werd dat ze in circulatie gebracht zou den worden. Hij moest zekerheid heb ben en zette toen samen met een be vriende relatie een andere drukker uit Haarlem een gevaarlijk plannetje in elkaar. De drukker zou via de hoofd inspecteur in het bezit worden gesteld van het stempel van de Nederlandse Bank met de handtekening van de se- cretaris. Bovendien zou hij vloeistof krijgen waarmee de reeds gedrukte se- rieletters en cijfers onzichtbaar ge maakt konden worden. Daarmee zou de drukker proberen door te dringen tot de „gouden kanarie". Ademloos wachtte men in de Sme meegebrachte gereedschappen werden de ramen met sponningen en al inge slagen om de inval zo overrompelend mogelijk te doen zijn. Hij moest niet de kans hebben om te ontkomen. Maar an derzijds moest men oppassen, dat in het strijdgewoel niet de drukker ge raakt zou worden, die immers met „de kanarie" samen de biljetten zat „af te maken". Hoofdinspecteur Tenckinck had de man aangeraden om tussen de twee ramen in te gaan zitten en bij de eerste bijlslag snel onder tafel te dui ken. Aldus geschiedde. Met veel kabaal stormde men de woonkamer binnen, maar ondanks alle voorzorgen bleek de vogel via de achterzijde gevlogen. Als een haas maakte hij zich uit de voeten en de rechercheurs die daar op wacht stonden raakten met een kogel enkel zijn hand. Dat gaf echter een bloed- destraat af hoe dit alles zou aflopen. Men wist, dat de drukker een gevaar lijk spelletje speelde, want „de kana rie" was geen gemakkelijk heer. Hij zag er altijd gesoigneerd uit en had een keurig verzorgde, korte snor. Hij leek een rustig bezitter van tatl van goedkope woninkjes in de bin nenstad, maar als het erop aan kwam. kon hij flinke meppen uitde len. De eerste berichten waren niet erg hoopgevend. ,.De kanarie" was bijzonder wantrouwig en had de druk ker domweg gevraagd, waarvoor hjj nou die onzichtbaar makende vloei stof nodig zou hebben. De drukker had een heel verhaal opgehangen, maar „de kanarie" gaf niet thuis. Later werd het aanbod nog eens her haald en eindelijk na ijige weken, begon h{j toe te happen. Toen de drukker liet doorschemeren, dat hij de ontbrekende stempel zou kun nen namaken, was het ijs helemaal ge broken. Het duurde niet lang of de drukker kwam met de (echte) stempel voor de dag en oogstte daarmee de be wondering van de „gouden kanarie". Men besloot samen in zee te gaan en men sprak af, dat men eind november 1920 in de woning van „de kanarie" zou beginnen de gestolen biljetten „af te maken". Intussen waren de daders van de diefstal bij de recherche bekend ge worden, maar men besloot alle betrok kenen in één klap te vangen. Eindelijk kon de drukker de precieze datum mel den aan hoofdinspecteur Tenckinck: vrijdag 26 november. Op die avond be sloot de heer Tenckinck toe te slaan. Om half tien die avond verzamelden de mannen van de recherche zich op de binnenplaats van het stadhuis, waar destijds het politiebureau was onderge bracht in verband met een verbouwing van het gebouw aan de Smedestraat. Verschillende mannen droegen bijlen en mokers bij zich, die geleend waren van de dienst voor Hout en Plantsoe nen. Om tien uur arriveerde men aan de adressen van de te grijpen misdadi gers. De huisjes werden omsingeld. Kort daarop begon de inval. Het be- {®JJSri)kste punt was uiteraard de wo- g van ..de gouden kanarie". Met de 87 eti In mei van dit jaar zal op grootse U'ijze het honderdjarig bestaan worden gevierd van de Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur. Het eeuwfeest zal een bijzonder accent krijgen tijdens de Floriade, welke te «otterdam wordt gehouden. De officië le viering zal echter te Haarlem ge schieden. de stad, waar de zetel van Bloembollencultuur is gevestigd. Op de middag van de Bevrijdings dag donderdag 5 mei, zal een histo rische optocht door het centrum van Haarlem trekken. Daarin rijden vier praalwagens mee, waarvan er één op rekening van de stad Haarlem komt. ermoedelyk zal de Haarlemse wagen de dwaze tulpenhandel" uit de zeven tiende eeuw in beeld brengen. De vier wagens zullen ook present zijn op de Floriade in Rotterdam De historische optocht vindt haar eindpunt op de Grote Markt, waar het Haarlemse gemeentebestuur het ge schenk aan de honderdjarige zal aan bieden. Een speciale herdenkingsbijeen komst staat vervolgens op het pro gramma voor 6 mei. Deze wordt ge houden in het Krelagehuis, waar hon derden gasten worden verwacht. In verband met die feestelijkheden, die Haarlem niet onberoerd zullen la ten, is een uitnodiging gestuurd naar het comité „Centrumbelangen", met het verzoek te willen propageren, dat met name de winkelstand ertoe mee werkt, de stad een feestelijk aanzien te geven in de week van 30 april tot 7 mei. Van gemeentewege zullen in verge lijking met 1959 de bloemversieringen worden uitgebreid. De Dienst voor Hout en Plantsoen zal platte bloemschalen plaatsen op de Grote Markt, Stations plein, Houtplein, bij het viaduct aan het Kenaupark en Korte Verspronck- weg. Aan alle bruggen zullen weer bloembakken aangebracht worden evenals op verschillende andere plaat sen. Men hoopt nu, dat particulieren zich op eigen initiatief hierbij aanslui ten. spoor. Over de daken volgde een wilde achtervolging. Ergens in een straatje daarachter, sprong de man dwars door een raam een huis binnen om het aan de zijkant weer snel te verlaten. In de rich ting van de Ossenhoofdsteeg. Maar daar woonde 's mans knecht, wist hoofdinspecteur Tenckinck. On middellijk ging men naar dit huis en inderdaad trof men daar op zolder de gezochte aan. „Kom er maar af. Wil lem", riep de heer Tenckinck, die de man al van vroeger kende. „Bent u het, meneer?" was zijn wederwoord. Ja, het was meneer en Willem kwam naar be neden. Hij kreeg de toezegging dat hij zo ongemerkt mogelijk zou worden weggebracht en voor hij de cel indraai de vroeg hfj de heer Tenckinck, of die misschien in de komende maanden zijn administratie als huisjesmelker wilde bijhouden. Willem bleek een royaal verliezer te zijn. Tijdens het verhoor noemde hij de plaatsen, waar hij het geld had ver< stopt: deels in zijn woning, deels op de zolder van zijn knecht en tenslotte voor een deel in twee grote stopflessen on der de vloer van een stal aan de Beek- steeg. Op 100,. na kwam alles terecht. De drukker, die de politie zulke belang rijke diensten had bewezen, kreeg de tienduizend gulden beloning een ze ker voor die tijd zeer respectabel be drag die de Nederlandse Bank en En schedé samen hadden uitgeloofd. De zaak waar hij werkte is er wel bjj ge varen. Het laatste bedrijf speelde op 21 en 22 maart en 4 april 1921. Toen verschenen de vijf verdachten voor de rechtbank. De hoofddader, de drukker die de in braak bij Enschedé had gepleegd, kreeg twee jaar gevangenisstraf. Tij dens de terechtzitting had hij alles ont kend. De employé van Enschedé werd vrijgesproken van medeplichtigheid aan de diefstal, wegens gebrek aan be wijs. De „gouden kanarie" werd veroor deeld tot een jaar en vier maanden ge vangenisstraf. De los werkman, die de hoofdinbreker behulpzaam was ge weest, kreeg vijf maanden en de knecht van de „gouden kanarie" tenslotte kreeg voor zijn minimale aandeel in de zaak een week gevangenisstraf. Advertentie HAARLEM, 9 jan. Zoals in het kort reeds bericht, wordt maandag 18 januari ter opening van de gebedsweek voor de eenheid der christenen»in het Concertgebouw te Haarlem een gemeenschappelijke bijeenkomst gehou den van en voor gelovigen van alle gezindten over het thema: „Wachten protestant en katholiek op een ontmoeting?" Het initiatief daartoe is uit gegaan van de Couturier-Kring te Haarlem, waarvan zowel predikanten als rooms-katholieke priesters deel uitmaken. Primair is het de bedoeling de mensen te informeren over de stand van zaken omtrent zoals ds. W. H. van Asperen tijdens een deze week gehouden persconferentie het uitdrukte „de worsteling van de christenen, om tot eenheid te komen". Vervolgens wil men voor die eenheid bidden. De commissaris der Koningin in Noord-Holland, dr. M. J. Prinsen, is bereid gevonden de bijeenkomst in het Concertgebouw te openen. Zowel ds. dr. W. F. Golterman, secretaris van de Oecumenische Raad in Nederland, als dr. J. C. Groot, professor aan het Theologicum te Warmond, zullen een in leiding houden over bovengenoemd thema. De bijeenkomst wordt muzikaal omlijst door de organisten Klaas Bolt en Albert de Klerk. De organisatoren verwachten een zeer grote schare, ook jongere, belangstellenden, van wie de niet-christenen evenzeer welkom zijn. De toegang is vrij; wel zal een collecte worden gehouden ten bate van de Internationale Vluchtelingenhulp. ABBÉ PAUL COUTURIER Zonder twijfel zullen vele gelovigen uit Haarlem en omgeving dit initiatief toejuichen. Voor hen is het wel duide lijk geworden, dat en hier citeren wjj weer ds. Van Asperen de ver deeldheid der christenen tevens de on macht is om naar buiten te getuigen. De laatste jaren zijn overal en in aller lei vormen gespreksgroepen ontstaan van protestanten en katholieken, kleine kringen, waarbinnen men niet de vele theologische kwesties poogt op te los sen, maar waarin men wel het klimaat wil scheppen, dat de groei naar een heid der christenen kan bevorderen. Een van die groepen in Haarlem is de Couturier-Kring, welke gevormd wordt door de predikanten W. H. van Advertentie A.MSTKRD AMSEV AART 20 TBI,. 11053 Binnen 4 dagen retour. HEEMSTEDE, 9 jan. Het Noord hollands Philharmonisch Orkest con certeert op 9 februari, 22 maart en 26 april onder auspiciën van de Heem- steedse Kunstkring in het Minerva-thea ter. De programma's voor deze concer ten zijn gewijd aan werken van Bach, Mozart en Beethoven. Op elk concert wordt een pianoconcert van een van deze componisten uitgevoerd. Het Noord- hollands Philharmonisch Orkest staat onder leiding van Henri Arends. Solist op het eerste concert is de Ne derlander Jean Franssen in het piano concert in c. kl. t. KV 491 van Mozart. Verder zullen worden uitgevoerd de h- moll suite van Bach en de achtste sym- phonie van Beethoven. Op het concert in maart speelt de Israëlische pianiste Varda Nishry het eerste pianoconcert van Beethoven. Zjj is al eens meer op getreden met het Noordhollands Phil harmonisch Orkest. Op dit concert zul len voorts ten gehore worden gebracht de ouverture Prometheus van Beetho ven en de Praagse symphonic van Mo zart. Helena Costa is soliste tijdens het laatste concert. Zjj zal het pianocon cert in d kl. t. spelen van Bach. Het is de eerste keer, dat deze Portugese musicienne met het Noordhollands Phil harmonisch Orkest optreedt. Het con cert wordt geopend met het derde Brandenburgse concert van Bach en be sloten met de tweede symphonie van Beethoven. Asperen. J. F. Baudraz, J. Heidinga en J. W. Werijen, de rooms-katholieke priesters mgr. mr. A. Diepenbrock, pater V. Hutjens, Augustijn en kape laan W. de Lange. Het enige (katholie ke) leken-lid, tevens secretaris, is de heer H. Divendal. De Kring werd on geveer twee jaar geleden gesticht op instigatie van de Waalse predikant te Haarlem, pasteur Baudraz, en van mgr. Diepenbrock. De gespreksgroep is een zuiver particuliere aangelegenheid en de leden representeren geen enkel kerkgenootschap. Wel zijn er bepaalde bindingen, waardoor bijvoorbeeld drie van de vier genoemd predikanten als leden van de Haarlemse Oecumenische Raad profijt hebben van hun persoon lijke contacten met hun rooms-katho lieke mede-christenen. De Kring ontleent haar naam aan de Franse priester Paul Couturier, die door bepaalde omstandigheden in nau we relatie kwam met niet-rooms-ka- tholieke christenen. Die relatie bracht Couturier, wis- en natuurkundeleraar aan een middelbaar college te Lyon, tot het werk der Hereniging. Nadat de eerste door hem georganiseerde Bid week voor de Hereniging te Lyon in 1935 was mislukt, ondernam hij twee jaar later een nieuwe poging met een gelijkluidend gebed van alle christenen onder de intentie „Moge de zichtbare eenheid van het Rijk Gods tot stand komen op een wijze, die Christus wil, en door middelen, die Hij zal kiezen". Sindsdien organiseerde hij ieder jaar bidweek-conferenties en ontmoetingen van katholieke en gereformeerde Zwit serse en Franse theologen. Hij stierf 72 jaar oud, in 1953. Een ander figuur, waarrond in de Couturier-Kring het gesprek wordt ge houden, is die van de protestantse hoogleraar prof. dr. Oscar Culmann uit Bazel, geboren in 1902 te Straats burg. Hij organiseerde in 1957 met een interconfessioneel comité in Bazel de eerste oecumenische collecte „als een zichtbaar teken van christelijke broe derschap". In een toelichting op het werk van de Kring wordt gezegd: „Als we spre ken over de eenheid der kerken, doet de problematiek van die eenheid zich op drieërlei vlak aan ons voor: de eenheid in kerkorde en bestuur, de eenheid in belijdenis en leer, en de eenheid in liefde. Zowel Culmann als Couturier beginnen bij het laatste, bij die liefde. Culmann ziet vanuit de éne doop de verantwoordelijkheid van alle christenen voor elkaar en wil dat tot uitdrukking brengen in een wederzijdse collecte voor elkanders noden. Coutu rier wil vooral werken naar een ont moeting van christenen uit de verschil lende kerken, opdat in die ontmoeting het klimaat wordt geschapen om wer kelijk samen te bidden voor de eenheid der Kerk." Dat klimaat van vertrouwen en broe derlijke liefde zoekt de Haarlemse Cou turier-Kring in haar eigen gesprekken. Zij wil daarvan naar buiten getuigen tijdens de bijeenkomst van 18 januari. Aan de hand van het gestelde thema zal de protestantse dr. Golterman spre ken over de katholieke Couturier en de katholieke prof. Groot over de protes tantse Culmann. HEEMSTEDE, 9 jan. Toen Ellen Ort uit Heemstede zich in het voorjaar van 1958 aanmeldde als lid van de Haar lemse dames-atletiekvereniging „Atmo- des", zal de gedachte niet in haar zijn opgekomen, dat zij ruim een jaar later uitgekozen zou worden als kandidate voor de Olympische Spelen in Rome. Pas twee jaar heeft Ellen Ort zich op de atletiek toegelegd, maar haar car rière is tot nog toe onopvallend snel ver- "ij konden van 't kribje niet scheiden, en ook wij hebben dus gewacht tot het nieuwe jaar. Maar van de week moest het er toch weer van komen. Een paar dagen lang had het reeds dennen naalden geregend in de kamer en dat is het sein, dat de kerstdagen aan de rui zijn. Het wachten is nog even op de drie koningen, die meestal buiten adem bij het stalle tje plegen aan te komen, en hoog stens een dag krijgen om met hun gaven van wierook, goud en myr- rhe te pronken. Dan vallen ook zij ons hun wijsheid niettemin ach terlatend ten offer aan de rui mingswoede van de huisvrouw. Dat gaat meestal gepaard met een merkwaardige hartstocht, die pre- ludieert op de schoonmaak. Ge woonlijk grijp ik tijdens zo'n huis houdelijke actie naar een boek en laat ik het tondeuze-gezoem van de stofzuiger en de ontmoedigende ritseling van stofdoeken langs en over mij heengaan. Alleen bij zo'n kerstopruimingsactie kan ik moei- toezien. Dan lever ik gaarne mijn aandeel en neem ik, na de onttakeling en ontluistering van de kerstboom, met weemoed afscheid van de houten, fijn besneden ac teurs in en rond de stal, die het kerstfeest zo ingetogen in beeld hebben gezet. De kleine fragiele figuurtjes mopperen niet. Die ene herder, die veertien dagen lang zich met de grootste moeite op de been kon houden, keek zelfs opgeruimd. Bij na een jaar lang kan hij nu uit rusten, gewikkeld in vloei-papier en veilig opgesloten in een doos. Het zingende gloria-engeltje wilde ken nelijk ook weer op stem komen en de os en de ezel lieten er geen twijfel aan bestaan, dat zij de-lie- ve-dag-lang-mos-eten ook zat ge worden waren. Zo, was iedereen toch wel een beetje blij. En voor zichtig heb ik al die figuren, die intussen onze huisgenoten waren, opgeborgen. Er was overigens haast bij. Want het dreigende ge zoem van de stofzuiger kwam steeds naderbij. En de kleintjes? Zij keken er eerst onbegrijpend tegen aan. Zij waren vertrouwd geraakt met het licht, de stal en de beeldjes. Van het kerstplaatje, dat dag aan dag afgedraaid was, hadden ze wel ge noeg gekregen. Maar toen ik de grote doos de kamer uitdroeg, een prudent ritueel, werden zij eerst even stil. Toch nog commentaar. De oudste: Stop maar goed weg, dan kan Herodes er niet bij. De jongste: Dag Sinterklaasje, daaag. Het nieuwe jaar begint intussen oud te worden. Maar wij heb ben tijd genoeg gehad ons op al dat nieuw-komende (e bezinnen en plannen te beramen. Een van de bezigheden op oude jaar pleegt te zijn: de lijst doorkijken van pries terjubilea, die gevierd zullen en moeten worden. Ik kan dan pre cies nagaan, hoeveel feeststukjes ik moet gaan schrijven, wie de ge lukkige slachtoffers zijn en wie er mijns Inziens een redelijke kans maakt op een onderscheiding. Schrijven is vooruitzien. Het jaar 1960 is echter van alle gemakken voorzien. Zo gemakkelijk zelfs, dat er in Haarlem en omgeving geen jubilaris te bekennen valt. Natuurlijk hebt ook u zitten zoe ken naar het lijstje van de zilve ren jubilarissen in het bisdom Haarlem. Misschien hebt u ons een brief geschreven of opgebeld, waarom de Haarlemse zilverlingen uit die jubbellijst verbannen wa ren. Weest gerust. In het jaar 1935 hebben de heren theologanten een jaar verstek moeten laten gaan, in verband met de verlenging van de „hogere studies" van vijf tot zes jaar. Zo, dat weet u tenminste. En 'edereen kan rustig slapen. Troost u niettemin. Er zal nog genoeg te jubelen zijn. Alle hoop is gevestigd op Bloembollencul tuur. Dan gaan we de bloemetjes buiten zetten. Als de middenstand tenminste een handje mee-helpt Maar dat is hem wel toever trouwd. Per slot van zaken wordt er voldoende ver diend. Zo pas nog heb ik een nieuwe bril gekocht. Waar van bijgaande nota. n zaken wordt lopen. Haar eerste succes boekte zij niet op de sprint - nu haar specialiteit -, maar by het hoogspringen, toen ny tot verbazing van iedereen als dertien jarige dit nummer met een sprong van 1.45 meter won tijdens de Nederlandse Schoolkampioensehappen. Het duurde daarna vijf jaar voor zij de sport se rieus ging beoefenen. Ze werd lid van de vereniging „Atletiek Moeder der sport", kortweg „Atinodes" genoemd, en debuteerde op de Amsterdamse sin- telhnan in de D-klasse. Dat was op 4 mei 1958. Door haar goede prestaties promoveerde Ellen onmiddellijk bij de sprintnunimers en het verspringen naar do A-klasse. Twee maanden later werd zy gekozen in de Nederlandse B-ploeg voor een ontmoeting tegen België, waarbij zy zowel de 100 als de 200 me ter wist te winnen. Aan de nationale kampioenschappen kon zij dat jaar helaas niet deelnemen, omdat deze wedstrijden juist werden gehouden <p de dag, die voorafging aan haar eindexamen van de Middelbare Meisjesschool. Na een gedegen winter- training volgden de successen elkaar het jaar daarna snel op. Ellen werd ge kozen in het Nederlandse team, dat met groot verschil de landenwedstrijd van Italië won. Met een tijd van 24.9 sec. bleef zij toen voor het eerst beneden de 25 seconden. De Nederlandse kam pioenschappen brachten gedeeltelijk door pech een teleurstelling: een vierde plaats op de 100 en 200 meter Aan het einde van het atletiekseizoeii was Ellen evenwel onbetwitstbaar de beste 200 meter loopster van Nederland Zij had kans gezien bij de international le wedstrijden in Dortmund de 200 me ter te winnen, waarna zij in de landen wedstrijd tegen Duitsland het hoogte punt in haar nog korte atietiekloopbaan bereikte door op de 200 meter met een tijd van 24.7 sec. als tweede te eindi gen achter de Duitse miljonairsdochter Jutta Heine. Wanneer men de vraag stelt, hoe het staat mot de kansen van Ellen Ort om naar Rome afgevaardigd te worden, moet allereerst vastgesteld worden dat elk land drie atieten(s) op een bepaald nummer mag opstellen. Twee van hen moeten binnen een bepaalde tijds limiet hebben gelopen. Er zijn der halve twee kansen voor de Heemsteed- se atlete: of zij moet de 200 meter bin nen de voorgeschreven limiet van 24.2 sec. lopen, hetgeen gezien haar snelle vooruitgang heel goed mogelijk is, of zij moet zich kwalificeren als de bes te loopster van Nederland. En omdat teletype gb. dit laatste reeds het geval is staan haar kansen inderdaadd zeer gunstig. Ellen Ort studeert voor onderwijze res aan de Da Costa-kweekschool te Bloemendaal. De directeur van haar school heeft haar in verband met de Olympische selectie alle medewerkine toegezegd. Hoewel de volgorde bij het examen voor de L.O.-akte gewoonliik door loting wordt bepaald, mag zii dit jaar als eerste opgaan om zich zo la™ mogelijk op de Spelen te kunnen voorhe relden. Doordat zij voor haar eindeva" men zo hard moet studeren, schiet riö training er wel een beetje bij in. Zii kan maar twee maai in de week trainen en Ellen is dan ook wel een beetje jaloers als zu het uitgebreide trainingsschema De sport zit de familie Ort overigens wel in het bloed. Ellen's vader was des tUds houder van N.O.C.-veelzydigheids" diploma, haar broer Rob was op lS-ial rige leeftyd al speler van het eerste elf" tal van HFC, terwijl haar moeder nil haar vurigste supportster op de twee de plaats eindigde bij het kampioen schap vyfkamp van Indië. Ongetwijfeld zullen velen in het ko mende seizoen de verrichtingen van El len Ort met grote belangstelling volgen. Zoals haar kansen thans staan is het stellig niet denkbeeldig, dat zy deze zo mer tot het gezelschap van Nederlandse atleten zal behoren, dat de „grote reis" naar Rome mag ondernemen. f Dit voorjaar gaat Haarlem feesten ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van „Bloembollencultuur". Daa-r is voor Haarlem de zetel van de vereni ging alle redën toe, want Haarlem en „Bloembollencultuur" zijn door hechte banden gebonden. Haarlem hoopt op het voortbestaan van die banden en voelt zich mede-feestelijk, nu „Bloembollencultuur" haar eeuw feest viert. De stad zal zich te zijner tijd opmaken om gedurende de feest- week een extra vriendelijk gezicht te zetten tegenover de velen uit streek en land, die dan de stad komen be zoeken. Bloemen en vlaggen zullen fleur en kleur geven aan de stad. Het zou bijzonder aardig zijn, wan neer de Haarlemse winkelstand in die feestweek eens op een bijzondere wij. ze voor de dag kwam. Het gezicht van Haarlem wordt immers voor een belangrijk deel bepaald door zijn tal rijke winkels en etalages. Wanneer die op een bloemrijke wijze verzorgd zijn, zal dat gezicht van Haarlem lachen tot stadgenoot en vreemde ling. Het zou een prachtig voorbeeld zijn van particulier initiatief, wan neer de etalages van de Haarlemse winkelstand gedurende het eeuwfeest van Bloembollencultuur op een bij zondere wijze zouden zijn opgemaakt, herinnerend aan de hech- te band tussen stad en [NHCj vereniging. I—J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 3