Vandaag weer begonnen
Het grote feest van de uitverkoop
Er zijn VROUWEN,van zichzelf
telkens een totaal ander wezen maken
V
Toenemende middelmatigheid
D
PARIJZENAARS ademen
schadelijke dampen in
Ni
Alweer een experiment
met melk*'verpakking
E
Faam van Nieuwzeelandse
schrijfster snel gegroeid
D
Tien detective-romans in
oplage van een miljoen
ïïeithen
KNEEPJES
bij het koken
Verpleegster houdt - volgens
enquête - van haar beroep
I San
f balm
Ook in Nederland
De baby in hef commerciële
NGAIO MARSH: spelen en schrijven
Invloed van licht geweerd
Maar niemand
wil buiten de
stad wonen
Veilig verpakt
Anton
In één nacht
Uw handen
gaaf en zacht
•ir-.A
Persoonlijke relatie
met de patiënt
VRIJDAG 15 JANUARI 1960
PAGINA
andaag is de uitverkoop
begonnen en de stroom van
nieuwsgierigen naar de
kinkels, de stille Loop in Let Iiart
0tn precies te vinden wat ze zicL
Concreet of vagelijk wensen, en
dan voor minder geld. De uitver
koop is bovendien opwindend en
gezellig vanwege Let cbaotiscbe,
de stapels en de dooreengewoelde
Lakken vol, Let ongeregelde. Er
milten allerl ei kansen in door Let
cnarktacLtige. Je kunt in de op
ruiming uit een Lak „ongeregeld"
'ret die losse deksel vinden, die
e®n dierbare pot of pan weer
oompleet maakt en die sneeuw-
'aarsjes, die je altijd te duur vond
jnaar sinds de Lerfst je vurig ver
langen zijn en die nu sterk afge
prijsd zijn omdat er een vlekje
Lest te camoufleren op geko
men is.
handcrème
BABY ZEPHYR
Anton Hunink's rookworst
is échte Gelderse worst
•zonder weerga. U krijgt
ze met het loodje of...
NIEUWin vacuum
verpakking. Luchtdicht,
dus kersversKlaar voor
de boterham. Voor soep
of stamppot even laten
wellen in water dat nèt
niet aan de kook is. Om
van te watertanden!
H.
oOs'
.De opruiming heeft, als gebruikelijk
sjnds de datum van de eerste naar de
vijftiende januari is verschoven, haar
voorspel gehad. Dat slapt overigens
de opwinding wel enigszins af. Vroe
ger stortte men zich op 1 januari, als
de kaarsvet-vlekken van kerstmis nog
maar nauwelijks hersteld waren, al
°P het koop-feest, om de nuchterheid
van het nieuwe jaar, dat na alle ge
zelligheid voorlopig niets prettigs
meer biedt, even te vergeten. Maar
sinds enkele jaren is de datum van
negm naar half januari verschoven en
daarom vult de verkopende wereld die
twee weken zo aanlokkelijk mogelijk
°P. Met „nieuwjaarsacties" en met
•voordeelacties", met allerlei tot ko-
P®n nodende stunts, die in die com
mercieel saaie weken wat leven in de
nrouwerij brengen.
Kn alsof vorst en sneeuw er op
wachten, prompt als de echte officiële
""Pruiming", met sterk verlaagde
Pelzen, zoals dat heet, klaar staat, be
gint de vrieskou, die je naar dikke kle-
?n doet grijpen. Wie dan ook op de
^verkoop heeft gewacht om een lek-
heeft Warrne mantel aan te schaffen,
jaar riV?er geboft- ..Wc hebben ook dit
een, 0uidelijk gemerkt, dat men noga1
Wint Wacht met de aankoop van een
in mantel", heeft men ons gezegd
hl eenWaar
u„.een, groot Kie
net publiek zich
heeft men ons
kledingmagazijn.
-.oh overigens de week na
nieuwjaar verdrong om weer eens, als
Verzetje, een nieuwe pullover of een
nieuwe rok te kopen. Dit soort combi-
hatiekleren, dat zich voorgoed in de
mode genesteld heeft, wordt ook hoe
langer hoe meer eendagsvlieg. Men
heeft tegenwoordig veel gauwer ge-
hoeg van zichzelf in een bepaald trui
tje of een bepaalde rok. Het moet alle
maal telkens weer anders. Het uiter
lijk „rouleert" veel sneller dan vroe
ger. Ook de kapsels veranderen elk
ogenblik, van volume en van kleur.
Er zjjn van die vrouwen, die van zich
Jelf in de kortst mogelijke tijd een to
taal ander weren kunnen maken.
Met het ene ogenblik een rattekop
en een maand later een hoofdje a
la Farah Diba. En daarbij telkens
de aangepaste stijl van kleren, zoals
ze zich in ongekende verscheiden
heid aanbieden. Alle mogelijkheden
liggen er voor iedereen, die er het
geld voor uitgeeft. En als je nu in
de populaire kledingmagazijnen het
gedragen ziet, hef gretig grijpen naar
en passen van een nieuw vest, een
nieuwe lange broek of jurk of een
pluizige lila en groen geruite rok
(zoiets waar ineens iedereen zijn
zinnen op zet) dan twijfel je of de
statistiek niet veel te tam is, die
zegt, dat de Nederlandse vrouw per
jaar maar twee nieuwe jurken, twee
rokken en vier truitjes of blouses
koopt.
Wat een verschil met de stijl van
leven van onze verre voor-moeders,
die één daagse japon van onverslijtba-
re zelfgeweven stof hadden en die dan
nog aan de volgende generatie door
gaven ook. Hoe veel meer waren die
vrouwen, ook uiterlijk, zichzelf. Want
van die wisselwerking tussen haar in
nerlijk en haar uiterlijk kan geen en
kele vrouw zich losmaken.
Die zucht tot onophoudelijk kopen,
zo hoog mogelijk opgeschroefd door
de produktie, eist een enorm verkoop
apparaat, dat zich in Amerika voor
al richt, zo kan men in de Amerikaan
se handleiding lezen die de psycholo
gen hebben opgesteld, tot de vijfen
zestig procent, die de doorsnee-huis
vrouw geacht wordt te vormen.
In Amerika heeft men overigens
uitgemaakt, dat veertig procent van
de produkten, die verkocht worden,
niet nodig zijn. Maar waar is nodig
nu precies begrensd voor u en voor
mij?!
Een van de grote moeilijkheden
bij het kopen als groeiende levens
behoefte van deze tijd is de goede
bediening, de service aan de koop
ster van de verkoopster of verkoper.
En ook hier stuit men nogal eens
op zijn zachtst gezegd op onver
schilligheid en vooral in de mieren
hopen van de grote warenhuizen
is dat wel eens irritant. Wie tot de
veeleisenden behoort en in elk op
zicht houdt van „goed werk", ook
bij de aanschaf van wat dan ook,
botst voortdurend tegen de toene
mende middelmatigheid, die zich
overal manifesteert. En die zich on
der meer uit in het verwaarlozen
van de kleine zorg, die nu net de
punt op de i zet. Om voor de vuist
weg wat recente ervaringen te noe
men: als je bijvoorbeeld een wollen
deken koopt en je krijgt die thuis
bezorgd, dan mag je die toch ver
wachten, omhuld door de bijbehoren
de hoes en niet met die plastic zak
als een prop bovenop het pak! En
de nieuwe compact-vulling voor een
merk-poederdoos zou er toch door
de verkoopster passend in gezet kun
nen worden en niet zo rammelend,
dat na je opmerking erover, de
cheffin ontdekt, dat het ding er ver
keerd om inzit. En waarom krijg je
een schampere opmerking als je
handschoenen die te klein zjjn, wilt
ruilen of word je voor abnormaal
gehouden wanneer je aanmerking
maakt op het slordige stiksel van
een leren of plastic tas. „Daar zegt
niemand wat van", is het antwoord.
Maar dat is juist zo erg, dat nie
mand er wat van zegt, dat iedereen
de middelmatigheid slikt! En op een
iets ander terrein, als er voor de
oliekachel een koperen olieleiding
moet worden aangelegd, in de ka
mer, dan gebeurt dat op de gemak
kelijkste maar dan ook de grofste
manier, waarbij niet de minste
moeite wordt gedaan om het ontsie
rend element enigszins weg te wer
ken. Ook als het zeer wel moge
lijk is.
Aan de ene kant groeit de smaak,
mede door de wisselwerking met het
buitenland, voortdurend. Aan de ande
re kant is er door de overstelpende
veelheid een afname te constateren
van zorg en zorgvuldigheid en een
schrikbarende toename van de middel
matigheid op elk vlak.
Wat de vriendelijke service bij de
winkelverkoop betreft, doen de afde
lingschefs moeite genoeg om hun
jeugdig personeel erop te wijzen. Het
lijkt soms of ze tegen de bierkaai
vechten. Een groot kledingmagazijn
heeft onlangs binnenswinkels een ac
tie gevoerd om de verkoopsters te le
ren, dat ze „gastvrouw in het groot"
zijn. Aardig bedacht. De koopzuchtige
„gasten", die hen vandaag bestormen,
stellen ze daarbij wel voor een vuur
proef.
A.Bgl.
Advertentie
e Nieuw-Zeelandse schrijfster
Ngaio Marsh begint lang
zamerhand ook onder de Ne
derlandse liefhebbers van detec
tive-verhalen bekend en gewaar
deerd te worden. Onlangs is een
zesde detectiveroman van haar
hand verschenen: „Moord aan
boord". Daaraan waren vooraf
gegaan: „Moord in de lift".
„De dansende huisknecht", „Het
lijk in de wolbaai", „De dood
van de dwaas, „De laatste scène",
alle in de Prismareeks van het
Spectrum.
De foto's tonen twee artikelendie te zien waren op de internationale beurs
deze maand gehouden te Keulengeheel gewijd aan „de Baby". Een kinderwagen
uit Denemarken, met een extra zitje voorop gemonteerd, en een splijtbare
teddybeer die de zuigfles warm houdt. Het was de eerste maal in de geschiedenis
van het kind, dat er een vakbeurs werd gewijd aan de artikelen, die xn toenemende
mate zijn entrée in deze wereld omringen.
(Van onze medewerkster in Parijs)
iet alleen zijn we sinds het begin
van het nieuwe jaar geen mil
jonair meer, maar we vernamen
tegelijkertijd, dat we in Parijs ernstig
bedreigd worden, binnen afzienbare
tijd om het leven te komen door de
vergiftige gassen, die kwistig over de
stad worden uitgestrooid.
Geen wonder dat de Parijzenaars zon
der veel enthousiasme 1960 zijn begon
nen want bij deze twee jobstijdingen
komt dan ook nog het geschil de Gaulle-
Pinay, het opslaan der prijzen enz.,
enz.,
Voor het eenvoudige publiek is de
kwestie van de lichte en de nieuwe
frank op het ogenblik het belangrijkste.
Al duiden de meeste winkels de prijzen
van hun waren in oude en nieuwe
franken aan, het publiek rekent nog
steeds in oude franken. Het weet drom
mels goed, dat de honderden en dui
zenden van de „lichte" francs eigenlijk
humbug zijn; het hoort toch liever niet,
da. ze maar een armzalig beetje waard
zijn. Om nu met centimes te gaan reke
nen valt de mensen moeilijk en ze vin
den, dat dit eigenlijk beneden hun waar
digheid is en zijn bang, dat hun levens-
en melkfabriek in het zuiden levert
sinds kort de melk in bruine fles
sen af. Verschillende melkfabrie
ken in het westen des lands zijn nog
biet de proef bezig. Het is een nieuwe
Vorm voor ons land althans, in De
nemarken reeds langer bestaand om
het tere produkt te beschermen tegen
he inwerking van het licht. Want licht
Werkt ongunstig op de smaak en op de
vitaminen. Men moet aan de bruine
les wel even wennen. Het staat niet zo
»>lekker". Om die reden leveren som-
sted*
Znker Va\de ^komst even
er als.hter gebruikt voor de
chocolademelk?
mige fabrieken de chocolademelk of
pap ook niet meer in donkere flessen,
maar in gewone lichte. Het oog wil nu
eenmaal ook wat als de smakelijkheid
in het geding is. Maar als de melk uit
het ondoorzichtige glas blijkt veel lek
kerder te zijn, zal de huisvrouw mis
schien wel wennen aan dat bruine jas
je. Lokaal kan zoiets trouwens zeer
verschillend zijn.
Wjj vroegen het oordeel van een ei
genaar van een melkzaak in het westen
van het land, waar de nieuwigheid
nog niet is geïntroduceerd. „Als het
gaat om het licht te weren, geef mij
dan maar melk in karton", zei hij.
„Maar die is nog te duur". De melk
in kartonverpakking is trouwens nog
lang niet overal te krijgen, dus ook
nog sterk lokaal gebonden. In Arnhem
wordt sinds t -ige maanden, als wij
wel zjjn ingelicht, het kartonnen tetra-
pak van een halve liter inhoud ver
kocht tegen dezelfde prijs als melk
in glas. De beste manier om een zui
ver beeld te k ogen van de voorkeur
van de huisvrouw, louter en alleen
wat de verpakking betreft.
Als de slijter duizend kilogram melk
in flessen vervoert, weet u hoeveel glas
daar dan bij is? 750 kg. En als hij die
zelfde hoeveelheid melk in karton
verkoopt, hoe staat bet dan met het
gewicht, dat hij als emballage ver
sjouwt? Niet meer dan 20 kg. En als
hij dan thuiskomt met de lege flessen,
heeft h\j nóg een vrachtje van 7o0 kg.
Had hij melk in papier gesleten, dan
was er geen onsje gewicht bij de re
tourgang overgebleven. De 20 kg lege
kartons zijn later voor de vuilnisman.
Om terug te komen op de slechte in
vloed van het licht op de melk, tot en
met de laatste dag van dit jaar mogen
de slijters nog rondrijden met hun
melkflessen in een open kar. Na 1 ja
nuari 1961 kunne, ze daarvoor bekeurd
worden. Intussen doet de huisvrouw
verstandig, als ze voor haar melkfles
sen een koel èn donker plaatsje opzoekt
Er is allicht met karton of lappen wel
iets te improviseren.
(Van een medewerker)
lange, slanke vrouw komt
naar mijn tafeltje toe. Al is ze
niet jong meer, de vrouwen
jiken naar haar om haar modieuze
kleding en de mannen om het in
nemende van haar verschijning. Zij
zet zich in de stoel, die ik voor haar
bijschuif, en onmiddellijk, bijna auto
matisch, neemt zij haar rookgerei uit
de kostbare krokodil-leren tas.
•Kijk eens naar mijn sigaretten-
aanstekei zijn haar eerste woorden.
Het is inderdaad een ongewoon hand-
gesmeed sier werk je van goud, ge
maakt in de vorm van een pocket
boek, met op de band gegraveerd het
nummer 1.000.000.... zoveel nullen
dat je ze even moet tellen.
Is dit het begin van een kort detec
tive-verhaal? zult u misschien den
ken. Nee, integendeel, het is een ont
knoping. Deze aansteker werd de be
roemde Nieuwzeelandse schrijfster van
detective-romans, Ngaio Marsh, enkele
jaren geleden aangeboden, als huldeblijk
van de directie van de bekende Pen
guin-series. Dit naar aanleiding van het
tegelijkertijd publiceren van niet min
der dan tien detective-romans van de
zelfde schrijfster, iedere titel in een
monster-oplaag van honderdduizend
exemplaren.
Ngaio Marsh is een begaafde vrouw,
belangwekkend, niet alleen omdat zij
bewezen heeft een commercieel succes
te kunnen maken van haar schrijftalent,
doch vooral omdat dit talent minder
bekende maar zeker even opmerkelijke
kanten heeft. Van het dozijn of meer
uitmuntende boeken die zij schreef (zij
werkt langzaam en een nieuwe titel per
twee jaren is al heel wat voor haar) is
ongeveer de helft in het Nederlands ver
taald. Kenners van dit genre literatuur
waarderen ze hogelijk. In „Het lijk in
de Wolbaai" gebruikt zij als achtergrond
het eigen Nieuw-Zeeland van haar
jeugd, met de sage van de schapenfarms
en de schapenscheerders. In „De dan
sende huisknecht" toont zij een grote
kennis te hebben van het leven in En
geland, vooral ook bij de Zogenaamd
„betere standen", met hun buitenhuizen
en butlers. Ook haar „Inspector Alleyn"
is een voorname man met een Oxford-
accent, een club in Pall Mall en een
tiara-dragende moeder. Hij is een crea
tie, even afgerond als een Hercule Poi-
rot of een Inspecteur Maigret. Maar zij
heeft nog andere boeken geschreven,
waarin het milieu juist het fascineren
de theaterland is, waarin zij een zo grote
technische kennis van regie en toneel
spel en toernees verraadt, dat men zich
afvraagt of zij ook zelf op de planken
heeft gestaan.
Het antwoord luidt bevestigend. Als
jonge vrouw verliet zij Christchurch,
haar geboorteplaats op het Zuider
eiland, om in Londen fortuin te gaan
zoeken, met als voornaamste bagage
een diploma van de tekenacademie in
n?r za^ en haar vreemde voornaam,
afkomstig van de Polynesische be
woners van Nieuw-Zeeland, de Mao-
n s (het betekent ongeveer „dauw op de
ocntendbloesem"). Daar werd zij, dank
zij naar tekentalent en smaak, help
ster in een zaak van binnenhuiskunst,
waar men ook de buitenhuizen van
de aristocratie hielp moderniseren;
vandaar haar invitaties in de „haute
monde en haar kennis van die week
end parties in kastelen, waar zij later
op zo geestige wijze moorden placht
te doen plaats hebben. Doch daarna
riep het toneel de jonge vrouw met
de prachtige, lage stem en een passie
voor Shakespeare. Het was tijdens de
toernees in Engeland, met lange en
vervelende zondagen in de trein, dat
zij haast voor de grap in een stuivers
schrift haar eerste detective-roman
opzette, die tot haar verbazing on
middellijk werd gepubliceerd.
Daarna verdeelde zij haar tijd tussen
schrijven en toneelspelen. Doch van het
laatste trok de regie haar meer dan het
zelf spelen en na de oorlog kreeg zij de
kans in een cultuur-hongerig Nieuw-
Zeeland, toen men haar opdroeg, eerst
nog op bescheiden half-amateur basis,
een eigen groep te stichten, met staats
subsidie.
Tijdens haar eerste „buitenlandse"
toernee in 1950 in Sydney kwam de bo
venomschreven ontmoeting in een
cocktailbair tot stand. Ik had juist een
geestdriftige recensie geschreven over
haar regie van „Othello" en Pirandel
lo's „Zes nersonen op zoek naar een
schrijver"een interessante en am
bitieuze keus voor een nog jonge troep,
met slechts enkele bekende beroeps
acteurs voor de hoofdrollen. Het was
vooral dank zij een ingenieuze regie,
een uiterst persoonlijke belichting en
zuiver afgewogen samenspel en groe
pering, dat deze experimenten wel
iswaar in het wat minder verwende
Zuidelijk Halfrond tot grote, ook
commerciële successen leidden.
Nadat Ngaio Marsh met haar bezie
lend voorbeeld en inspirerende geest
drift verscheidene jaren deze groep
later Nationaal Theater geworden
heeft geleid, heeft zij het werk aan
anderen overgelaten, om opnieuw haar
ietwat zwervend bestaan te hervatten,
forenserend (als men dat zo mag noe
men) in haar geliefde langzame vracht
boten, van Nieuw-Zeeland naar Enge
land en vice versa.
Daar op het water ontstaan haar
nieuwe boeken. Want zo vertelde ze
mij tijdens een recent gesprek in Lon
den die gouden aansteker wordt wat
oudhet is tijd dat de uitgevers haar
tezamen met een uitgave van een Ver
der miljoen van tien nieuwe titels ook
voor de helft uit studenten bestaande, een modernere aansteker cadeau doen!
standaard zal zakken. Die angst is alge
meen. Een oud vrouwtje stond dezer
dagen druk in een winkel te betogen,
dat we weer de tijd zoals het in haar
jeugd was zou en leren kennen. „Toen
kon men een franc niet zo makkelijk
uitgeven als nu en men telde stuivers en
centimes. Het leven was heel wat harder
dan nu". En hoofdschuddend trok ze
af, de klanten en de winkelier het aan
gename vooruitzicht latend, dat er al
gauw een tijd zou komen, waarin ieder
een zich wel eens twee keer bedenken
zal voor hij een centiem uitgeeft.
En voor wat de vergiftige gassen be
treft, waarin we gedoemd zijn te leven,
kunnen we de laatste weken geen krant
openslaan of er staan hele relazen in
over al wat onze longen in Parijs te
verduren hebben.
In het afgelopen jaar hebben dertig
duizend vüfhonderd kubieke meters
schadelijk gas boven de stad gehangen.
Daar werken de driehonderd duizend
auto's, die Parijs telt, natuurlijk aan
mee, maar de hoofdzaak komt van de
fabrieken.
Van Parijs weer een gezonde stad
maken kost miljarden en miljarden,
want men heeft de laatste vijftig jaar
te zeer over het hoofd gezien dat daar
voor bomen en open vlakten nodig zijn.
Parijs had vroeger een groot aantal tui
nen, waarvan men echter geen vermoe
den had omdat ze achter de huizen lig
gen. Maar die tuinen werden öf kleiner
öf verdwenen geheel. Daarom staan hier
huizen, waar nog twee of drie andere
huizen achter liggen. Ze zijn van elkaar
gescheiden door een min of meer grote
binnenplaats, maar die kunnen de tui
nen niet vervangen.
Het enige wat men er op gevonden
heeft om die toestand te verbeteren,
zou het overbrengen van fabrieken en
administraties naar de provincie zijn.
Daarmee worden natuurlijk niet de
plaatsen bedoeld vlak om Parijs heen.
De minister van Publieke Werken dringt
er steeds meer op aan, maar vindt tot
nog toe weinig gehoor. Men zou er ook
de uittocht uit de provincie naar Parijs
mee stoppen. Ieder jaar toch vestigen
zich honderdvijftig duizend provincialen
in en om Parijs, ze zijn daar grotendeels
toe gedwongen omdat ze in de provincie
geen werk vinden of daar minder be
taald worden dan in de grote stad.
De deconcentratie van Parijs zou niet
alleen Parijs ten goede komen maar ook
weer leven scheppen in de provincie
waar men al te veel ingeslapen stadjes
vindt. Gauw zal dit echter niet gebeu
ren omdat, al is iedereen het er over
eens dat het hoog nodig is Parijs van
alle kolen- en andere dampen te be
vrijden, niemand persoonlijk zin heeft
om naar de provincie terug te keren.
Net zo min de geboren Parijzenaars als
de provincialen die zich er pas sinds
kort gevestigd hebben.
Diny K.-W.
Advertentie
de allerbeste voor baby
„Hij, Zij eri de Keukenpan" heet het
nieuwe kookboek van Henriëtte Holt-
hausen, verschenen bij Het Wereldven
ster te Baarn. Het bevat vijfhonderd
recepten voor „werkende vrouwen, vrij
gezellen en vaardige huisvrouwen."
Waaronder zowel eenvoudige als in
ternationale schotels, expresso en vege
tarische gerechten. Voor „hardwerken
de Hij's en Zij's", zegt Henriëtte Holt-
hausen dat ze dit boek geschreven
heeft. Voor werkende vrouwen die als
ze thuis komen, nog met hun hoed op,
linea recta naar de keuken gaan en
vast water opzetten Voor bachelors die
hun eigen potje koken en voor huis
vrouwen zonder hulp die het „een beet
je gezellig" willen doen.
Het is dan ook weer een allergezel
ligst boek om te lezen, want ze weet
er niet alleen heel veel van, maar ze
gaat zo plezierig creatief om met de
lekkere zaken, waarvan ze haar gerech
ten brouwt. Of je dat nu ook allemaal
direct nadoet is een tweede. Inderdaad
is het spetteren van de boter in de
pan als je een biefstukje gaat bakken,
vervelend. Maar om, zoals ze voorstelt,
de lap vlees met olie in te smeren
met je vingers, is ook vervelend. Die
vette vingers zijn zo lastig, want meest
al gaat juist dan de telefoon! Maat
het vlees later zouten, is bijvoorbeeld
iets om onmiddellijk te proberen, en
ook het verwarmen van citroensap of
azijn voor het maken van een aardap
pelslaatje. Koude aardappels zijn in
derdaad hoogst koppig om een smaak
je &an te nemen. En juist om die de
tails, die overal in dit onderhoudende
boek zijn rondgestrooid, is het zo in
structief en zit er die behaaglijke sfeer
in die maakt, dat je het voorlopig op
je tafel laat liggen om er telkens even
opnieuw in te neuzen en er een goed
idee uit mee te nemen.
Advertentie
échte Gelderse rookworst
HOFLEVERANCIER
Van de verpleegsters is 75 procent
tevreden met haar beroep. Dat is
plezierig om te horen. Het is de
conclusie van een uitvoerig rapport,
(lat onder auspiciën van de Katholieke
Verplegingsraad is uitgebracht door het
Economisch Sociologisch Instituut te
Tilburg en het Instituut voor Arbeiders
vraagstukken te Tilburg. De bedoeling
was inzicht te krijgen in de factoren,
weike de keuze van het verpleegsters-
beroep beïnvloeden om zowel het ver
pleegsterstekort te kunnen bestrijden als
om richtlijnen te verkrijgen voor een
juist personeelsbeleid in de ziekenhui
zen. Bij het opinie-onderzoek werden
1169 verpleegsters en leerling-verpleeg
sters betrokken. Met ruim 20 verpleeg
sters en hoofdverpleegsters werd een
vraaggesprek gevoerd. Weike getallen
reliëf krijgen als men weet, dat er in
Nederland zowat 1962 verpleegsters
werkzaam zijn, van alle gezindten, van
wie meer dan een derde katholiek is.
Waarom kiest een meisje het beroep
van verpleegster? Omdat het zinvol
werk is, dat is duidelijk naar voren ge
komen uit de enquête. Omdat het haar
in actieve persoonlijke relatie brengt tot
de patiënten. Omdat zü nuttig is en on
misbaar Daarbij is het werk, dat haar
afwisseling en beweging geeft. Of ze
tevreden is met het beroep, hangt
nauw samen met het leefmilieu, dat het
ziekenhuis haar biedt. Vindt ze er, in
de omgang met de collega's, de more
le steun bij de spanningen, die het be
roep meebrengt, dan ervaart ze de psy
chische zwaarte als minder drukkend.
De helft van de verpleegsters heeft,
voordat ze naar een ziekenhuis gingen,
een ander beroep gehad. Niet all*
ouders zijn het echter met de keuze van
hun dochter eens. De helft van de
ouders is er op tegen, zowel omdat het
meisje van huis gaat als om de psychi
sche en fysieke zwaarte van het werk.
De studie wordt door het merendeel
der leerling-verpleegsters nogal zwaar
gevonden, te meer naarmate de voorop
leiding geringer is.
De tevredenheid met het beroep
hangt nauw samen met de mogelijk
heid om tot persoonlijke relatie met
de patiënten te komen. Die relatie
blijkt een van de belangrijkste be
hoeften van de verpleegster te zijn.
De lichamelijke inspanning wordt dan
gevoeld ais „zorg", die nu eenmaal
inhaerent is aan het beroep. Wie te
vreden is over het beroep is het over
het algemeen ook over het maat
schappelijk aanzien van de verpleeg
ster Maar over het salaris zijn veel
verpleegsters, vooral leerling-ver
pleegsters, niet tevreden. Die ontevre
denheid blijkt echter veelal weer een
begeleidingsverschijnsel van onvol
daanheid over verschillende andere
aspecten.
Wat het wonen betreft, geeft 51 pro
cent de voorkeur aan extern wonen en
49 procent aan intern wonen. De me
ningen zijn dus, wat dat betreft, gelij
kelijk verdeeld. Ten aanzien van de
werkverhoudingen prefereert de meer
derheid der verpleegsters een leek
als hoofdzuster boven een religieus.
Over de vrjje tijd zjjn de meningen ver
deeld, maar de meerderheid is van
oordeel, dat het mogelijk moet zijn
om de diensten beter in te delen en
men zou prjjs stellen op een betere re
geling in de diverse ziekenhuizen.