Bijna 70 jaar vóór de Lijnbaan illustere cosmopolitische afkomst Grancl-seigneur van het fin-de-siècle sterft als een verslonsde Pierrot Waar de schutters oefenden Ook in Nederland urgent vraagstuk Industrie, huisbrand en verkeer verontreinigen de atmosfeer T Intensieve research is in volle gang LOF DER ZOTHEID" T PAGINA 9 ZATERDAG JANUARI 1960 -.- De Galerij sterft als een ver- |,A 'v '"ffe slonste Pierrot, met zijn - \i j f v *M v, armen uitgestrekt naar het achtende weemoedige leven. Als e betraande wimpers boven bijna R oofde ogen zijn vanaf het FiV ^nksplein de vuilwitte bogen ssen de eendere pilaartjes zicht bar. Het Adieu valt de Amster- amrner zwaar. Hij was vertrouwd Maakt met de aftands geworden alerij. in zijn snit was hij nog ang een grand-seigneur en in zijn eiancholie kon men een reeks aa mislukte goede bedoelingen aden. De Galerij was van een T.bftere cosmopolitische afkomst. T het fin de siècle was hier het pVen bont en bezig als op de f^tersburgse Njefski Prospekt. e boutiques vertoonden de chic de Rue du Faubourg St. Ho- °ré. Af en aan reden de rijtuigen Maruit de lieftallige dames met "aar queue de Paris en de zwie- RSe heren met hun glanzende n°ge zijje stapten. Ze kwamen er ba te flaneren langs de winkels f °m elkaar te ontmoeten bij een Pfomenadeconcert. Maar de leuwe eeuw verborg een boze °eleg. Over het marmer onder ,e Galerij-overkapping drentel- eh later de ongeduldig wachtende .'cuntrekkers van Sociale Zaken. ^Ifs de plannen voor een kloek "adhuis of voor een schone opera °P deze plek mochten in het ster- Vensuur geen troost brengen. Nu «t er tegenover ons in het Gale- Njcafé een fletse koffiedrinker, ^ie zegt: „Ik zie die kast van de Nederlandse Bank al helemaal bitgetekend; van boven recht, op- recht en verder niks". 50e krlM'dden erwijl de tuinbouwers in Kennemerland verlicht ademhalen in een betrekkelijk zuivere atmosfeer, die hun gewassen weer voorspoedig doet gedijen, zucht het Westland nog altijd onder de rook van Rotterdam. En niet te vergeten onder zijn eigen rook, die meer zwaveldioxyde en roet bevat dan de gezamenlijke huis brand in Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. Voor dit tussen Den Haag, Delft en Rotterdam beknelde gebied zijn al heel lang tal van vuiltjes aan de lucht en de industriële ontwik keling op Rozenburg heeft bij de tuinders nieuwe bezorgdheid ge wekt. Zij vrezen het lot te moeten gaan delen van hun collega's in het Roergebied, waar de schade aan gewassen per jaar al tot 100 miljoen mark is gestegen. Zo n vaart zal het bij ons wel niet lopen Amsterdamse galef tl'rmAünd d'e menslievende en plan- v°0r n dokter Sarphati iets groots detis. Sen toen hij in 1851 van de Lon- de, t...Gereld-ten toon stelling terugkeer- Schuir wandelde mijmerend naar het eh p ®rsveld. dat daar tussen Amstel la? Uitensingel bij de Utrechtsepoort van' Under de bewonderende blikken ti?rs An familieleden hielden de schut ter c Un wapenoefeningen. Maar dok- ^edaJPhati merkte het niet op. In zijn tripten zag hij op het veld een In zijn snit was hij nog lang een grand-seigneur. Na s 'eek op het Londensë Crystal dacht aan tentoonstellingen Sdo de n'euwe wonderen van de v.,erne industrie, al die indrukwek- V,das...Uitgestald zouden worden. "V. Jerwïjl de schutters, de martiaal- «cL^arden voorop, zich in colonne Moven voor een daverende slot- °°S doemden voor het geestes- 2°ekp an Samuel Sarphati stromen be- °P- u't binnen- en buitenland, bobbelende koetsen over brede '1 y„n aangevoerd. De dokter raakte vbp oering en sloeg aan het werk. paiei architect Oudshoorn bouwde het "ak voor Volksvlijt. Zijn ontwerp y.erre uit boven de constructies "Ud. die in gemeentedienst gekomen Jogjfjh'e-officieren. Zijn glazen paleis Ja v'e. t°t over de grenzen lof toen het ':'>a ®eI verwikkelingen in '64 geopend gorden. De nieuwe dageraad !eh M Maar op de dag dat de poor- >ton°0r de eerste grote nijverheids- ®r. r, nstelling open zwaaiden, stierf bVep?rphati. J aigjindustrieels is er daarna in het r°hd X00r Volksvlijt niet meer ge- 6fdp 9e,3n nood echter, Amsterdam niet van brood alleen. >infi van de uiterst statige 0ht«t"^en aan Oost- en Westeinde ■Cult nd er iets dat wij nu grif een J jdnreel centrum" zouden noemen, dé j'. Coenen sloeg in de concertzaal VeJnfigeerstok; Eduard de Vries thp'?°nde er rijkelijk opgedofte kap' rstukken. Het was mooi, het was tarëi' vooral toen de welvaart in de gest„ Tachtig met schepels werd uit- het- Het ene luxueuze project na de andere groeide in de breinen van letirt 'i'-Werpers die intussen snuffe len de grote Europese steden afreis- bfué PVer de Amstel kwam een 16 riV, liggen die niet hoefde onder voor een Pont de Zus of Zo mee hij van de Paleis-toegangen af gescheiden was geweest. Heesters en linden sponnen een waas om de mis troostige verweesdheid en aftakeling van de Galerij te verhullen. Hij ging niet ten onder, maar veranderde van de grand-seigneur in een slecht ge schminkte Pierrot. Het wit van de plafonds kreeg Iets morsigs als oude, beregende sneeuw. De pilaartjes werden fossiele lijkcy- pressen. Het gezeefde licht week voor een grijze schemering. De win kels boden een onbestemde negotie. Hier stofzuigers, daar koperen hang lampen, halverwege een linnensto- merij, op het hoekje een postzegel- handel. Sociale Zaken nam een reeks winkels tot kantoor. De Drankbestrij- lilllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllll over de Seine. Mijnheer Zocher ging op het Frederiksplein eventjes een tuin aanleggen, waarin de rhododen drons weelderiger dan waar ook zouden pronken. Hij ontwierp het nieuwste van het nieuwste! er ver hoogde voetpaden bij, waarop hjj vastberaden de gaslantaarns situeer de. Voor het eerst in Nederland ein digde de rekening niet met een halve cent. En dan had de V.V.V. nog een plannetje waar iedereen steil van achterover sloeg nl. een fontein in het park. De pers rumoerde net zo lang tot de gemeenteraad ook die duizend gulden (f 1000.-) had gevo teerd. Bij het Paleis voor Volks vlijt liep het storm, ook al tochtte het binnen zo erg, dat Eduard de Vries slechts een duffelse jas op het portret wilde dat na zijn dood in het gebouw werd gehangen. Inmiddels was de Galerij al enige jaren de trots van heel dit glorieuze centrum. De galerij had de peristyle moeten vervangen die langs het Pa leis liep. De architect A. van Gendt had in de wereldsteden zijn ogen duch tig de kost gegeven voordat hij zijn te keningen onthulde. Tussen twee fanfa reconcerten in opende de burgemees ter op 26 september 1883 de Galerij, bijna zeventig jaar voordat de Rotter damse Lijnbaan met minder betove ring, maar meer succes met de re prise kwam. Heel Nederland kwam zich aan de Galerij vergapen, het ele gantste snufje van mondain Amster dam. Onder een leisteengrijze overkap ping, in een carré om het Paleis, blon ken zij aan zij de grote spiegelrui ten van de winkels. Gaslampen be lichtten de met exquise smaak uitge stalde waren. Het was alles even kost baar en distinct, vond men. Onder de plafonds, die met romig kant opge smukt leken, kon men zich wanen in de balzaal van een Borghia-paleis. Op enkele meters van elkaar hingen bo ven in de passage kunstig gesmede, ook weer romig wit gespoten friezen. Men kon in die eindeloos krullende motieven twee zeepaardjes met drakenkoppen onderscheiden, die opzwommen naar een magonniek-lijkend embleem. Mar mer, versierde tegels en zwaar glan zend hout vormden de lage winkel puien. In het verheerlijkende gezel schap van de charmante Italiaan Vin- cenzo Carlo, die edelstenen en siera den verkocht in zijn bijouterie, en van de dure apotheker uit de Pharmacie Francais noemde de haarsnijder Van Velzen zich coiffeur des dames. Wie misschien niet zo gelukkig was in de Galerij te kunnen kopen, kon er allicht flaneren om zo te kunnen ge nieten van de flonkering der weelde en het gezwatel der menigte. Maar och, wat is het de winkeliers slecht vergaan. De klandizie daalde een stand. Het Paleis bleef zijn bezig heid nog trouw, maar ook niet zonder eregeld volkse voorstellingen op het repertoire te nemen. De kristallen droom van Sarphati, of liever: de gla zen schepping van Oudshoorn verging in '29 onder een verzengende vuurgloed tot as. De Galerij bleef onaangetast, maar kaal aan een open terrein liggen. Men zag nu pas goed de sierlijke ijze ren hekken en slanke pilaartjes, waar- ding hing in een vitrine affiches waar men dorst van kreeg. De Gale rij leidde een ongrijpbaar leven. In de oorlog was hij een argeloos arse naal van wapens en ondergronds werk. Niemand zocht iets achter zijn melancholieke verschijning. Hfj had zich waardig teruggetrokken van de razende drukte op het Frede- doel, soms beklemmend door de suggestief opgeroepen herinnering, maar vooral door de entourage die sterker dan iets anders de verganke lijkheid der dingen beklemtoonde. „Onze huur loopt 1 september af." zegt de heer Kweksilber, „de meeste van onze buren zijn al vertrokken." Nog een paar maanden is de Galerij het domein van vrijende paartjes, die met hun glinsterende ogen niet anders dan elkaar zien, van sloffende oude mannetjes met hun illusieloze dromen, van rolschaatsende jongens die met hels geratel voorbijschieten. En in de stoffige friezen nestelen nog de dui ven. Het geratel schrikt ze op; er gens heel ver doet hun vleugelgeflad- der aa^i het vertragende ritme van uit uitwervelende can-can denken. „Adieu Colombine, mijn duifje", fluistert Pierrot. HENK SUÈR Om wille van onze nationale economie moeten de schoorstenen blijven roken. (Van een verslaggever) tot een plicht dagelijks de lucht in het Nieuwe Waterweg gebied en elders te controleren. Hun uitkomsten zijn verbazing wekkend en op het eerste gezicht zelfs verontrustend. Maar zolang de schadelijke werking van verontreinigde lucht op mens, dier en plant nog onvoldoende is vastgesteld de research is in volle gang maar neemt veel tijd in beslag kan feitelijk nog niet van veront rustend gesproken worden. Intussen groeit wel de behoefte om doeltreffender dan tot nu toe mogelijk is tegen vervuiling van de atmosfeer op te treden. Want ook al is het verband tussen ver ontreinigde lucht en ziekteverschijnselen slechts in enkele gevallen overtuigend aangetoond, ook hier geldt het principe, met enkele afschrikwekkende voorbeelden in het buitenland voor ogen, dat er maar tal van instanties zijn toch gealarmeerd en rekenen het zich voorkomen beter is dan genezen. Het besef, dat behoud van een zui vere atmosfeer nog ooit eer vraagstuk zou worden, is in ons land pas na de oorlog doorgedrongen. Andere landen zoals Duitsland, Engeland, Rusland en Amerika hadden al veel eerder kennis gemaakt met de kwalijke gevolgen van vervuilde lucht op bloemen en planten en, i enkele catastrofen, ook De Galerij sterft als een verslonste Pierrot. op mensen. Mistvorming droeg in deze laatste gevallen bij tot de fatale afloop. In de Maasvallei bij Luik stierven 1930 ongeveer 60 personen door een niet direct te achterhalen oorzaak. Na een uitgebreid onderzoek moest men tot de ontstellende conclusie komen dat deze mensen het slachtoffer waren geworden van een vergiftiging van de buitenlucht, 'eweeggebracht door de talrijke rook en gas spuwende schoor stenen in dit gebied. De mist had de verontreinigde lucht vastgehouden „Smog", een pregnxnte samentrekking van fog en smoke, leidde in 1948 in de Amerikaanse industriestad Dolora tot rampzalige gevolgen. Bjj niet minder dan 5.000 personen traden vergiftigings verschijnselen op, voor een twintigtal zelfs in dodelijke mate. Het jongste voorbeeld is de ramp van 1952 in Lon den, toen een ongekend dikke mist zich over de stad uitspreidde en alle onzui vere bestanddelen van de lucht gevan gen hield. Toen de smog optrok, bleek het statistisch sterftecijfer het gemid delde met 4.000 te overschrijden. Onze klimatologische omstandighe den zijn een vrij betrouwbare garan tie, dat dergelijke catastrofale lucht verontreinigingen Nederland bespaard zullen blijven. Slechts in enkele ge vallen vermoedt men een causaal verband tussen vergiftiging van de buitenlucht en bepaalde ziektever schijnselen, maar wel is in de streek rond Beverwijk overtuigend bewezen dat de gassen der hoogovens voor de te velde staande gewassen een scha delijk effect hebben. Gladiolen, tul pen en andere bolgewassen werden riksplein, was tevreden met zijn vrienden. Vrienden had hij genoeg, zoals Ida Lasts levendige jongens van het circus Elleboog die er altijd oefenden, zoals de kunstenaars Huub van Lith, Herbert Fiedler, Gerard Sluijter en Jef Last die er werkten, en zoals de heer Kweksilber die van de culturele dienst van sociale zaken iets aparts wist te maken en vijf jaar lang onder de overkapping ten toonstellingen organiseerde. Die ten toonstellingen waren altijd heel bp- zonder. soms vertederend onbeholpen bij het nastreven van een gesteld Waar eens het Paleis voor Volksvlijt stond, spelen nu de kinderen. oen Erasmus in het begin van de zestiende eeuw, op reis zijnde van Italië naar Engeland, over de bergpassen van de Alpen reed, bedacht hij zijn lofrede op de zotheid, die kort daarna, in boekvorm verschenen, we reldberoemd werd. De titel van het boek, namelijk „Lof der Zotheid", heeft tot veel misverstand aanleiding gegeven. Wellicht zou Lof van de Humor een belangrijk deel van Erasmus' bedoelingen beter dekken Het is zeker waar, dat Erasmus de dwaasheid ziet als een macht die heel de samenleving beheerst, die tot lach wekkende situaties aanleiding geeft, en de mens vaak in een belachelijk daglicht stelt. Maar niet minder erkent hij haar als een verzoenende kracht, als een ele ment waardoor leven en samenleven mogelijk wordt. Onze samenleving, meent hij, zou niet mogelijk zijn als 'e mensen niet wederkerig ondei elkaar nu eens dwalen, dan elkaar vleien, nu eens verstandig iets (of veel) door de vingers zien, dan weer „met wat io- ning van dwaasheid zich smeren. Ook Erasmus ziet het leven als een schouw toneel de mensen als toneelspeleto, men kan niet altijd de nuchtere waar heid ten tonele voeren, maar heeft zqn rol te spelen in telkens wisselende om standigheden, waaraan men zich neeft aan te passen. Men heeft zich te voe- cër naar de situatie. Wie altijd het spel des levens zou willen ontmaskeren tot zijn „waarheid", zou met zjjn averecht se wijsheid slechts ellende verwekken Zo gezien is de dwaasheid, waaraan Frasmus zijn lofrede wijdt, de humor, die zich boven de feitelijke werkelijk heid verheft in een begrip voor de re lativiteit van dingen, verschijnselen, stemmingen, situaties. Daarnaast beschouwt Erasmus de dwaasheid - maar dan in een andere zin dus dan de humor als instinc tieve levensdrift tegenover de rede, als spontane scheppende energie tegenover men in het befaamde de onaandoenlijkheid van de volmaakt I plaar van 1515. ernstige, alleen maar verstandige mens Deze alleen-maar-verstandige mens mist de soepelheid en onbevangenheid die werkelijk leven mogelijk maakt. Ge makkelijkheid van leven wordt ons ver schaft door de dwaasheid. Zij doet dit onder andere, doordat zij blind maakt voor wat het leven ondraaglijk zou doen zijn. Deze dwaasheid maakt de mens toegeeflijk, welwillend, bereid tot goed keuren en bewonderen, bereid ook de dingen te aanvaarden zoals ze zich voor doen. Verderfelijk daarentegen zijn de wetenschappen, die immers de mens af leiden van natuur en instinct. En deze stelling laat Stultitia óók gelden voor de theologische wetenschap van zijn dogma Zijn onderwerp bood Erasmus dank bare stof voor tal van satiren, waaraan hij het dan ook niet heeft laten ontbre ken. Maar belangrijker dan deze satire op wat slechts wijsheid lijkt maar in werkelijkheid dwaasheid is, is de psy chologisch goed gefundeerde lof van de heilzame dwaasheid die wijsheid is. In zjjn „Lof der Zotheid" kreeg een van de typische trekken van de renais sance gestalte, namelijk haar humor, al blijft het waar, dat Erasmus zeer uiteenlopende verschijnselen misschien al te gemakkelijk onder een en dezelfde naam vangt. Huizinga heeft dit boek van Erasmus onvergankelijk genoemd. Het heeft, wel licht meer nog dan andere geschriften van deze auteur, een enorme invloed uitgeoefend op zijn tijdgenoten, en blijft, zii het met telkens grote tussenpozen, de aandacht vragen van,het boekenlezend publiek. Zo verscheen thans weer bij de uitgever H. J. Paris te Amsterdam een nieuwe Nederlandse vertaling, be zorgd door mr. A. Dirkzwager en A. C. Nielson. Naast de Nederlandse tekst is de Latijnse afgedrukt, terwijl illustra ties in de marge werden aangebracht naar de originele tekeningen van Hans Holbein de jongere, zoals die voorko- Bazelse exem- G. K. ernstig aangetast, terwijl hoeveelhe den vliegas en ijzeroxyde de kassen bedekten en aldus de lichttoetreding verhinderden. Na lange studie is ten slotte een bevredigende oplossing be reikt, zodat het euvel thans geheel is bezworen. De directies van de hoogovens en van de PEN-centrale hebben aan het onderzoek grote steun verleend, omdat het duidelijk was, dat vooral deze be drijven voor de luchtverontreiniging aansprakelijk gesteld moesten worden. Hogere schoorstenen, het gebruik van zwavelarme olie en speciale stofvan- gers, samen zeer kostbare voorzienin gen, beperken de schade nu tot een minimum. Daarnaast zjjn aanzienlijke vergoedingen uit- keerd, in 1954 nog ruim 283.000, het jaar daarop 90.000 en in 1958 nog slechts 125. Voor de moeilijkheden in de IJmond is destijds een commissie gevormd, waarin alle belanghebbenden zitting hadden, te ver gelijken met de groep personen, die momenteel de situatie in het gebied van de Nieuwe Waterweg bestudeert. Hier dateert het probleem eigenlijk al van voor de oorlog. In 1938 bereik ten de provinciaal inspecteur van de volksgezondheid, de heer M. J. N. Schuursma, klachten over de melkgift van een aantal koeien in de buurt van Capelle a. d. IJssel. Een onderzoek bracht aan het licht, dat het gras en het slootwater ter plaatse fluorverbin dingen bevatten, een giftig afvalpro- dukt van de in de nabijheid gevestigde superfosfaatfabriek. Fluor tast het beendergestel van dieren aan en is ook voor de mens gevaarlijk. Na de oorlog zijn in de omgeving van Pernis ook ziekteverschijnselen waargenomen bij grazend vee, eveneens een gevolg van vergiftigd gras. Tal van personen en instanties in Nederland blijken zich bezig te hou den met het vraagstuk van de lucht verontreiniging, een vraagstuk dat de laatste jaren van hoge actualiteit is geworden. Naarmate het industriali satieproces zich voortzet, wordt onze atmosfeer meer belaagd door stoffen, die daarin van nature niet thuisho ren. Over de mate, waarin die ver ontreiniging optreedt, welke gassen en stoffen schadelijk zijn voor mens, dier en plant, en methode waarop dit euvel kan worden bestreden, zijn vragen te stellen, die nog slechts in een enkel geval van een pasklaar ant woord hier kunnen worden voorzien. Door het onstuimig toenemen van de industriële bedrijvigheid rond Rotter dam werden ook de klachten over luchtverontreiniging talrijker en in 1957 sloot een grote groep belanghebbenden zich aaneen om gezamenlijk het kwaad te beteugelen. Intussen waren de moeilijkheden in Kennemerland zo goed als opge lost en men kon dus een dankbaar gebruik maken van de daar opgeda ne ervaringen. Maar door de veel soortigheid van de Rotterdamse in dustriekern bleek niet direct een sleutel voorhanden om giftige stoffen de toegang tot de buitenlucht te ont nemen. Analyses moesten eerst dui delijk maken, welke stoffen bil de verschillende processen vrijkomen, welke daarvan schadelijk zijn voor de gewassen, voor het vee en meer rechtstreeks voor de volksgezond heid, en tenslotte waar deze stofdeel tjes en gassen terechtkomen. Al in 1951 is het T.N.O. met een onderzoek in deze streek begonnen, dus lang voordat de belanghebbenden el kaar in een commissie vonden. Wel had totterdarn intussen een gemeentelijke ommissie in het leven geroepen, die met het toezicht op de hygiëne van water, bodem en lucht was belast. Er heerst dus in brede kring belangstel ling voor dit in actualiteit groeiende vraagstuk, en de i lustrieën van hun kant tonen voldoende bereidheid om aan de bezwaren tegemoet te komen. Absoluut zuivere lucht zal vermoede lijk altijd wel een fictie geweest zijn. Natuurlijke verontreinigingen treden van oudsher op, maar zodra de mens heid het vuur had ontdekt, drongen de eerste hoeveelheden roet de atmosfeer binnen. In de veertiende eeuw is in Engeland tijdelijk een verbod van kracht geweest om kolen te stoken, daar enkele verstikkingsverschijnselen waren geconstateerd. In de zeventien de eeuw schreef een Engelsman, dat men in Londen door rook en roet de overkant van de straat niet meer zien kon. Koningin Victoria heeft eens ge weigerd de stad binnen te gaan omdat ze het daar te benauwd vond. Het is er later niet veel beter op geworden, en men heeft berekend, dat de thans aanwezige verontreini ging van de Londense atmosfeer voor de helft te wijten is aan de huis brand en voor de andere helft aan de industrie. Hieruit blijkt al weer, dat het stoken van olie en kolen in de woningen voor een zeer belang rijk deel debet is aan de onzuivex- heid van de buitenlucht. Naast de industrie en de huisbrand is een derde verontreinigingsbron het verkeer, voorzover dat van verbran dingsmotoren gebruik maakt. Tal van stoffen in onverbrande benzine verlaten dagelijks miljoenen uitlaatpijpen, ver spreiden zich door de lucht en worden door iedereen ingeademd. Men heeft berekend, dat in New-York ieder uur 40.000 liter onverbrande benzine aan de lucht wordt afgegeven, terwijl in een stad als Los Angeles, waar zich onge veer 25 miljoen motorvoertuigen voort bewegen, dagelijks 1.000 ton koolwater stof vrijkomt. Daar het vermoeden be staat., dat sommige benzineresten carcinogene elementen bevatten, zoals benzpyreen, is het van het hoogste be lang om tegen dit euvel op te treden, maar helaas schieten hiertoe de mid delen nog te kort. Slechts een vervol making van de motor, waardoor de brandstof volledig wordt verbruikt, kan hier uitkomst brengen. De bladeren van deze gladiool zijn ern stig verminkt door inwerking van fluor- waterstof en zwaveldioxyde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 9