Tussen kruin en knie zijn alle mogelijke nuances vertegenwoordigd VOORJAARSMODE 1960 ts Modebeeld is grilliger dan het ooit geweest is Claude Riviêre Dior/La u ren t Dior/Laurent DINSDAG 1 MAART 1960 PAGINA 5 irgeB sjsuws fep i" i-jjiM I fcteuf waal" F (indaag, de dag na schrikkeldag, komt de voorjaarsmode voor het voetlicht. De publikatie van de foto's der Parijse houte- couture modellen geschiedt nooit eerder dan een maand nadat e 7nodepers haar bevindingen over de shows heeft mogen beschrij- ,en- ^aatjes vertellende mode echter veel beter dan woorden, en is te hopen, dat de organisatoren van de Franse mode er ooit Jto op vinden om dat lange hiaat tussen het tijdstip, waarop verteld Worden en waarop men iets mag laten zienop te vullen. Maar Y zal niet zo eenvoudig zijn want het gaat niet alleen om het voor dien dat de gepubliceerde modellen onmiddellijk gecopieerd zullen j^den door de confectie, maar ook om de lange aanloop, die de T-ernationale modebladen als Vogue en dergelijke nodig hebben om et hun steeds fraaiere en knappe nieuwe-collectie-nummers te ver fijnen. V/at de nieuwe mode voor dit voorjaar betreft, die is grillig. Gril leer en minder grijpbaar dan ooit. Letterlijk alle nuancen tussen de Juin en de knie zijn vertegenwoordigd. Want de rok is niet noe menswaard langer geworden dan even onder de knieschijf. e taille is er wel en niet. De heupen zijn er niet of nauwelijks, en cds ze er zijn wordt hun vorm soms gesuggereerd door een schootje. De mantels zijn bizar en opgeblazen. De tuniek- tochtige jakken soms ook. Want Yves Saint Laurent wil de vrouw Modelleren als een Griekse vaas. Daarnaast heeft hij echter de zeer Natuurlijke en rustige prinsesselijn teruggebracht, die nooit verveelt. zijn mantels, waaraan de mouwen volledig ontbreken zo ze niet *°rt zijn aangeknipt. Cape-mantels met mouwgaten van voren maken Van de draagster een vreemd onwezenlijk iets. De jasjes van de Mantelpakken zijn lang of halflang of kort. Nina Ricci komt zelfs Meer met heel korte bolero's en met de jarenlang genegeerde klokrok! hals is ovaal, kaal en sméékt vooral bij de mageren om Sevuld te worden met royaal veel collier. Maar daarnaast verschijnt j0°k weer de kraag van grove witte guipure kant, wat toch een duide- llke romantische trek is. ÏA e schouders van de tailleurs waren vorig seizoen wat breder /y en de confectie heeft dat nagedaan, maar er is nu weer een terugkeer naar de ronde vorm van de kimono. De kimono heeft invloed. Dat speurt men overal. Misschien heeft de sympa thieke jonge gemalin van de kroonprins van Japan, die dezer dagen een zoon ter wereld heeft gebracht, er iets mee te maken. De mode staat tegenwoordig aan alle mondiale invloeden bloot. Zou het vreemd zijn als de onmisken bare lijn van modellen voor de vrouw in verwachting, die de mode sterk doordrongen heeft, te maken heeft met de geboorten, die begin 1960 verwacht werden? Aan het Engelse hof, aan het Ja panse hof en bij de sterren van het witte doek, Brigitte Bardot wier invloed op de mode men een voudig niet kan uitvlakken en Audrey Hepburn. Het is niet zo vreemd, dat de mode geen rechte weg volgt op het ogenblik en aarzelend en on gedecideerd is. Dat ze het zich voorbehoudt om alle kanten uit te kunnen gaan. Dat ongedeci deerde en zoekende van de mode past helemaal bij het zoekende van de vrouw in deze tijd. In haar essay over de veranderende rol van de vrouw en het vrou welijke, „Een kom water, een test vuur", zegt Hella Haase daarover treffende dingen. V>°ne »n T~~\ e mode", zo zegt zij, „geeft personality aan de vrouw die y niet weet wie zij is en welke rol zij in het leven spélen moet. Het wisselvallige en onrustige karakter van de mode zal ook wél een gevolg zijn van liet feit dat er op het ogenblik geen even wichtig en constant beeld van de vrouw en van de functie van de vrouw bestaat. In de mode uiten zich het zoeken, de twijfel, de aan loopjes tot allerlei mogelijkheden, en ook de behoefte om „vrij" te blijven, om vrij te kiezen, om nu eens deze, dan weer die kant van liet eigen wezen te onderstrepen. De mode van onze tijd weerspie gelt de grenzenloze verscheidenheid van facetten in het vrouwelijk wezen. Uit de mode blijkt dat de vrouw tastend op weg is, dat zij nog niet weet welk beeld van haarzelf het juiste is, dat zij experi menteert met duizend en eenmogelijkheden om zichzélf als individu uit te drukken". et deze uitspraak schiet zij ongetwijfeld in de roos. Het kan ons helpen om de ongrijpbare modewisselingen te begrijpen. De vreemde verhogende hoeden, die de langgerektheid van het figuur accentueren, zijn zo volumineus bol om er de ,Jiaartaar- ten", zoals iemand ze geestig noemt, onder te kunnen wegstoppen. De schoenen blijven langgerekt en puntig. De bijous zijn steeds voyan- tere blikvangers. En met de vervolmaking van de materialen, waar bij heel veel shantungvarianten, weinig katoen en veel wol omdat er zoveel pakjes zijn, worden de kleuren nog weer mooier en ver fijnder. Nu zijn er veel zachte tinten van zuidvruchten, rozijnen, vijgen en ook van versneden wijn. Maar ook héle felle tinten van fuchsiabloemen tot biljartlaken. Een aardige nouveauté zijn knopen en oorknoppen van hetzelfde. Waaruit al blijktdat de knoop op zichzélf als bijou wordt gezien. A. Bgl. v ••y» iPMpaBPO^^t; •••>:•'-•: Een soort kostschooljurkje, zo maar gezellig jong, met brede leren ceintuur op de natuurlijke plaats van donkergrijze wol met zij. Er zijn weer meer rokken met plooien m de nieuwe mode, de hyperstrakke koker-rok lijkt zijn langste tijd gehad te hebben. drie» 1* bu va" da* roeP h de irec* 9 9 9 De rechtermantel laat iets zien van de Griekse vaaslijn. die ook d« jonge ontwerper Guy Laroche toepast in zijn fraaie en gedurfde collectie. De tweezijdige mantel, grijs van buiten en beige van binnen, is afgebiesd met donker band. De linkermantel, lichtgeel, is opzij gespleten tot de taille en toont een japon van dezelfde stof. ontwerper Öe vrouwelijke Nina Ricci brengt veel schootjes in haar collectie, Qewone draagbare kleren E>it model is van zwarte De ceintuur op de ge- Plaats is echt geen taboe Kijy 'n0|2e voor voorjaar 1960. oori, eens naar de hoepels van Tnangers! die ievat° *rSey j-^v e prinsesselijn is in de col- I lectie van Saint Laurent J-S een verademende tegen hanger tegen de opgeblazen Griekse-vaaslijn. Een rustige mooie lijn, die het natuurlijke silhouet volgt. Mouwen zitten er deze zomer „niet aan". Het voyante bijou aan de hals is eens iets anders dan de veel- rijïge rommelige colliers van grote kralen. Zoals men aan deze amfoor-mantel ziet, zijn de kragen, als ze er zijn, afstaand van de hals. De mouw is hele maal naar voren ingezet, wat het volume aan de rugzijde doet uitzetten. Het geeft echter iets gedrongens, en is een soort overgang naar het capemodel met de naar voren geplaatste mouwtjes, dat men hiernaast aantreft. De cape is in ons land nooit een groot succes geweest. Dit en semble van grijs en witte Prince de Galles is van Lanvin Castillo, die zeer voorname kleren maakt. De zak zit hier hoog op de linker schouder maar men vraagt zich af of de hand er wel bij kan.' De hoed is een kleine bijenkorf, waar het hoge kapsel geheel onder verdwijnt. De vrouw moet op /Y een vaas kunnen lijken, ILJtOTJLClUTCnt meent Yves Saint Lau- rent. Door een knappe modellering weet hij het effect te bereiken, zowel met bolblousende tunieken, bijeen getrokken onder de heup, als met deze mantels. De halflange in fel rood is kraagloos, de satijnen cocktailmantel is van frambozenrode serge en heeft kunstig gewerkte knopen. Het jak dat alles verdoezelt is er nog veelvuldig in de voorjaarsmode, Yves Saint Laurent zet er een brede rand van fladderende franje aan bij dit gewaad van rose satijn. De armbanden van koraal worden bij mouwloze avondtoiletten boven de elleboog gedragen. Het „vult" een beetje. Hij durft veel, Pierre Cardin, en de manne quin ook, die met dit afschuwelijke haar wil lopen. Deze japon is het prototype van de voorjaarsstijl Cardin. Tenminste voor de ja pon. Het wijde jak is hier op de heup blou- send opgenomen, zo ongeveer als een boetekleed. Mooi? Nee, maar daar gaat het niet om bij een ontwerper als Cardin. die op het ogenblik tot de voor trekkers hoort. We zitten midden in het tijdperk der experimenten. Het is ook niet „leuk" om naar de maan te gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 5