TANDBEDERF in NEDERLAND
is nog steeds schrikbarend
Hevige caries profiteert van
onze snoeplust
ISRAEL als reactie op de
mislukte assimilatie
Wegbereiders voor de
moderne Joodse staat
SCHOOL-T.V. IN ENGFXANP
Na vijftig jaar ..Ivoren Kruis
Van lagere schooljeugd heeft
procent gaaf gebit
vier
NA DE VERWOESTING VAN DE TEMPEL IV (SLOT)
•fci
Gunstige resultaten leiden tot
verdubbeling van de uitzendingen
In kerkje te Oene
Muurschilderin gen
aangetroffen
-A: :0%
Consumentenbonden
houden congres
AT
'nAeJdes^r
WOENSDAG 2 MAART 1960 fAGlNA
-r-" V*
cfn
(Van een onzer verslaggevers)
Analfabeet. Met deze krasse kwa
lificatie pleegt de Amsterdamse
tandarts H. Brouwer het Nederland
se volk te tekenen, wanneer hij
spreekt of schrjjft over onze mond-
hygiënische gewoonten. En inder
daad, hij schijnt het gelijk aan zjjn
kant te hebben, de cijfers wijzen het
immers uit. In 1916 leed zeventig
procent van de kinderen op een
Haagse lagere school aan tandbe
derf, in 1939 werd in Den Bosch een
percentage van 80 geconstateerd,
en nu, anno 1960, moeten we vast
stellen, dat minder dan 4 procent
van de lagere schooljeugd nog kan
bogen op een gaaf gebit. Deze laat
ste droevige verhouding treffen we
ook aan bij de ouderen, en niet alleen
in Nederland, maar in heel dat deel
van de wereld, dat in nauw contact
leeft met de zegeningen van de wes
terse cultuur.
Maar, hoewel wfl ons, mondhygië-
nisch gezien, meestal als onwetenden
gedragen en ons in dit opzicht weinig
van analfabeten onderscheiden ove
rigens, miljoenen analfabeten lopen
rond met benijdenswaardig mooie gebit
ten is onze gebrekkige mondverzor-
ging niet een gevolg van onkunde. We
weten bijvoorbeeld heus wel, dat snoep
lust een voortdurende bedreiging in
houdt van onze tanden en kiezen. Dat
we deze waarheden veronachtzamen,
is betreurenswaardig en vormt mede
de reden van bestaan van ,,Het Ivoren
Kruis", de vereniging voor mond- en
tandhygiëne, die 1 maart vijftig jaar
werkzaam is -n in die halve eeuw onaf
gebroken propaganda heeft gevoerd
om de kwaliteit van het Nederlandse
gebit te verbeteren.
Tot dusver met weinig resultaat, is
men geneigd te zeggen bij het over
zien van de situatie, want ondanks het
TANDARTS EN BEUL
.synoniem?.
sterk toegenomen verbruik van tand
pasta, de beschikking over steeds be
tere borstels en een algemenere kennis
van de middelen om tandbederf tegen
te gaan, woedt de veronachtzaamde,
onvermijdelijk geachte epidemie, die
caries of tandwolf genoemd wordt, lus
tig voort, en er is vrijwel geen gebit,
dat aan deze ziekte ontkomt. Met een
zeker fatalisme ondergaan de wester
se volkeren deze plaag als inherent
(Van onze correspondent)
APELDOORN, 2 maart In het oude
kerkje te Oene op de Veluwe - een ker
spel in de gemeente Epe - waar momen
teel onder supervisie van Monumenten
zorg restauratiewerkzaamheden wor
den uitgevoerd zjjn fraaie muurschilde
ringen aangetroffen.
Zo heeft men even terzijde van de
preekstoel in het middeleeuwse Gods
huis een schildering aan een pilaar ge
vonden, die de H. Maagd Maria en het
kindje Jezus en waarschijnlijk de oude
moeder Anna voorstelt. De schildering
is niet compleet. Zo ziet men van het
Jezuskind, dat op de schoot van Maria
moet zitten, alleen maar het hoofdje.
Er zijn nog meer afbeeldingen te voor
schijn gekomen. Sommige bleken, na
dat de witte kalklaag voorzichtig was
weggebikt, nog vrij gaaf te zijn. Dat is
met name het geval met de bloemmo
tieven aan de gewelven. Van engeltjes
vond men fragmenten.
De schilderingen zijn alle in dezelfde
kleuren aangebracht: rood-bruin, geel
en zwart.
DEN HAAG, 2 maart Vertegen
woordigers van consumentenorganisa
ties uit dertien verschillende landen
zullen naar Nederland komen om van
30 maart t.m. 1 april het eerste inter
nationale congres over vergelijkend
warenonderzoek bij te wonen.
Dit congres dat in Scheveningen
wordt gehouden, is georganiseerd door
de Nederlandse Consumentenbond en
zijn zusterverenigingen uit Engeland en
Amerika. De deelnemers zijn afkom
stig uit de Verenigde Staten, Engeland,
IJsland, Denemarken, Noorwegen,
Zweden, Duitsland, Frankrijk, België,
Israël, Australië, Nieuw-Zeeland en
Nederland.
Op voorstel van de initiatiefneem
sters zal een internationaal bureau wor
den opgericht dat als informatiecen
trum zal dier.en voor de deelnemende
organisaties en coördinerend zal optre
den bij het vergelijkende warenonder
zoek.
De afgevaardigden zullen een lijst
opstellen van goederen welke gezamen
lijk zullen worden onderzocht. Prof.
Colston Warner, Verenigde Staten, zal
als president van het congres optreden.
aan de beschaving waarin zij leven,
als een degeneratieverschjjnsel, waar
tegen geen preventiemaatregelen zijn
opgewassen. En dus maken zij onbe
kommerd gebruik van de producten
die de huidige cultuur hen biedt poet
sen misschien min of meer regelmatig
hun gebit, constateren desondanks keer
op keer pijnlijke gaatjes en begeven
zich dan lijdzaam naar de tandarts.
Bij de meeste mensen is het verval in
hun natuurlijke tanden en kiezen al
zover voortgeschreden, dat zij omtrent
hun veertigste jaar moeten overgaan
tot het aanschaffen van een vals ge
bit, waarmee zij zich de weelde van
het snoepen weer onbeperkt kunnen
veroorloven. De grote massa wenst zich
nu eenmaal weinig te ontzeggen om
het gebit gaaf te houden, en dit is,
hetgeen de bovengenoemde tandarts
bedoelt met analfabetisme.
Want tegen de giftige stoffen, die in
menigten op onze mondholte worden
toegelaten, en waarvan suiker en kool
hydraten de gevaarlijkste zijn, kan op
geen andere wijze effectief worden op
getreden dan door ons in het verbruik
hiervan te matigen. Tandpastasoorten
kunnen weinig uitrichten, met hoe be
langrijke bestanddelen ze ook heten te
zijn uitgerust. In het ongunstigste ge
val zijn ze niet schadelijk en in het
gunstigste kunnen ze een reinigende
werking uitoefenen, die evenwel ook met
zout of zeep Is te bereiken. Ze dienen
voornamelijk om een frisse mond te
verkrijgen en kunnen niet in staat ge
acht worden om eenmaal begonnen
tandbederf definitief te stuiten. Daar
bij komt nog, dat aan het nuttig ef
fect van tandpasta belangrijk afbreuk
wordt gedaan door de deplorabele staat
waarin het overgrote deel der borstels
blijkt te verkeren. Een vooraanstaand
bedrijf op dit gebied heeft daarnaar
eens een onderzoek laten instellen en
kwam toen tot de bevinding, dat 67
procent van de in Nederland gebruikte
borstels om diverse redenen niet meer
aan het doel beantwoordde. De meeste
daarvan waren eenvoudig versleten en
de rest was te vuil om ook maar enig
rendement te kunnen opleveren. Ver
der kwam bij de enquête nog aan het
licht, dat ongeveer 10 procent der on
dervraagden in het geheel geen borstel
bezat, en dat in circa veertig gevallen
de borstel door meer dan één persoon
wordt gebruikt. Zolang zelfs het nor
male onderhoud der gebitten nog zo
veel te wensen overlaat, valt aan een
wending ten goede natuurlijk in het ge
heel niet te denken. Voeg daarbij de
nog altijd toenemende snoeplust, waar-
if--'
Kies kies.
kunnen leveren. Gebrek aan man
kracht is er wel eens oorzaak van,
dat de zorg niet zo volledig kan zijn
als wel gewenst is, en soms moet men
volstaan met een inventarisatie der
mankementen om de kinderen daar
na aan een „vaste" tandarts over
te laten. Een bijkomstig voordeel
van de schooldiensten is, dat de kin
deren meer „dental minded" wor
den, later minder angst hebben om
zich onder behandeling te laten stel
len en spelenderwijs vertrouwd ra
ken met de manier om het gebit re
gelmatig te onderhouden.
Het nut van deze diensten is in elk
geval overtuigend aangetoond, en men
kan gegronde hoop koesteren, dat althans
de generatie, die aan de zorg van de
schooltandarts is toevertrouwd, de toe
komstige statistieken over de gebits
toestand van de gemiddelde Nederlan
der gunstig zal beïnvloeden.
Kleuterzorg
Maar al is met de Inschakeling
van de sehooltandverzorging het ide
aal van goede mondhygiëmsche toe
standen weer wat dichter benaderd,
het wordt toch als een gemis ge
voeld, dat de kleuter aan regelma
tige controle ontsnapt. De opvatting
als zou het melkgebit niet zo belang-
aan volgens een ruwe schatting Neder
land jaarlijks een bedrag van 500 mil
joen gulden uitgeeft, tienmaal meer
dan aan mondverzorging, en het is dui
delijk, dat het ideaal van „kieskeurig
heid" nog lang niet is bereikt.
Ingrijpen te laai
Staan we hier nog even ver van
af als vijftig jaar geleden? Het ant
woord moet, in weerwil van de hui
dige toestand op tandhygiënisch ge
bied, ontkennend luiden, mede dank
zij de activiteiten van „Het Ivoren
Kruis". Op het vijfde internationale
tandheelkundige congres, dat in 1909
in Berlijn werd gehouden, kwamen
de aanwezigen tot de conclusie, dat
de tandartsen de ziekten eigenlijk
pas aangrepen, als het kwaad reeds
te ver was gevorderd. Het publiek
zelf trad niet preventief op; wist ook
niet, hoe dit te doen, en de inciden
tele ingrepen der tandheelkundigen
konden het bederf niet weren. Enke
le Rotterdamse tandartsen, onder
wie dr. Karl Witthaus en dr. Backer
Dirks besloten toen een propagan-
da-apparaat in het leven te roepen
teneinde de bevolking te wijzen op
de middelen om het gebit zo lang
mogelijk gaaf te houden. Het kreeg
de vorm van een vereniging, waar
van iedereen lid kon worden, de ver
eniging „Het Ivoren Kruis". Naast
tandartsen traden in de loop der ja
ren ook bedrijven, instellingen en par
ticulieren toe.
Van stonde af aan
Maar de algemene voorlichting was
toch nog niet voldoende. Ingewortelde
gewoonten bleken moeilijk uit te roeien
en een doeltreffende mondhygiëne vond
slechts moeizaam ingang. Men begreep
dan ook spoedig, dat nog een stap nood
zakelijk was teneinde het kwaad dich
ter bij de wortel aan te kunnen pakken:
de sehooltandverzorging. Bij de meeste
kinderen breekt op zesjarige leeftijd
de eerste blijvende kies door, juist dus
wanneer ze in de eerste klas van de
lagere school zjjn aanbeland. Aange
zien de tandheelkundige zorg zich voor
al uitstrekt tot het blijvende gebit,
dient, zo is het principe van de school
diensten, hierop van stonde af aan toe
gezien te worden. Het streven om reeds
zesjarige kindereen in de zorg te be
trekken. werd krachtig door „Het Ivo
ren Kruis" gesteund met als resultaat,
dat in 1922 Dordrecht en Bloemendaal
met een schooltanddienst startten. In
en na de tweede wereldoorlog groeide
het aantal snel, en thans telt Neder
land ongeveer '50 diensten voor school-
tandverzoiging, waaraan 600 tandart
sen meewerken. Daarmee kan onge
veer 65 procent van de lagere school
jeugd worden bestreken. In de meeste
gevallen dragen de ziekenfondsen de
kosten der behandeling of verwijzing.
Dental minder
De Nederlandse Vereniging vöor
Sociale tandheelkunde heeft momen
teel de beschikking over vijftig „den
tal cars".
Dental minded modern ingerient en
geheel beantwoordend aan het doel
om a jeugd van 6 tot 12 a 14 jaar met
een hersteld, maar gaaf gebit aan
het einde van de lagere school af te
rijk zijn, is nameljik door de feiten
wel achterhaald. Weliswaar zal dit
gebit na verloop van tijd door het
blijvende vervangen worden, maar
het valt te begrijpen, dat dit proces
beïnvloed wordt door de omstandig
heden waarin de melktanden en -kie
zen verkeren.
En dus tracht „Het Ivoren Kruis"
ook de klenter in de tandheelkun
dige zorg te betrekken, een taak, die
uiteraard veel moeilijker te vervullen
is. Mevrouw M. Muntendam-Isebree
Moens heeft aan het kleuter-consulta
tiebureau van het Groene Kruis in
Wassenaar in dit opzicht belangrijk
werk verricht, niet slechts door de tand
heelkundige hulp die zij verstrekt, maar
ook door het verzamelen van statis
tisch materiaal. Op diverse kleuter
scholen werd een onderzoek ingesteld
naar de melkgebitten van kinderen in
de leeftijd van 2 tot 7 jaar. In 1948
bleek 28 procent der kleuters een ge
heel gaaf stel tanden en kiezen te heb
ben, in 1957 nog slechts 17 procent.
Dus in nog geen tien jaar een achter
uitgang van 40 procent in het aantal
gave gebitten. Bij 6 procent der onder
zochte kinderen werd reeds tandbederf
geconstateerd op anderhalf en twee
jarige leeftijd. De methode in Wasse
naar wees uit, dat systematische be
handeling van kleuters het optreden
van caries wel niet geheel kan voor
komen, maar toch aanmerkelijk gun
stiger voorwaarden schept voor het be
houd van het blijvende gebit. Natuur
lijk blijft Ook de verzorging op de lage
re school noodzakelijk. De tandheel
kunde is nog altijd bezig de weg terug
af te leggen. Onder het te laat erkende
motto: voorkomen is beter dan gene
zen, dient ook de aanstaande moeder
te worden begrepen, omdat bij haar
de bron kan liggen van later optredend
tandbederf. Wanneer ook zij doordron
gen is van de noodzaak om haar kind
reeds anderhalf jaar na de geboorte
aan de hoede van een tandarts toe
te vertrouwen, is wellicht over enkele
generaties het weinig fraaie epitheton
„analfabeet" niet langer op ons volk
van toepassing.
In de kleine ruimte van de dental car (men ziet door de ramen de boerenhoeve op de achtergrond) is toch alles t'°0
handen wat voor een doeltreffende cariesbestrijding noodzakelijk is. Wat wandversiering, een vliegtuigje en een w™
pion geven de rijdende behandelkamer nog wat gezelligheid bovendien.
AMSTERDAM, februari.
Terwijl in de tweede helft van de
achttiende eeuw in Oost-Europa
het mystisch-piëtistische Chas-
sidisme bloeide, kwam in het westen
de joodse verlichting op. Toen Les
sing in 1749 zijn drama „Die Juden"
publiceerde, bedoelde hij daarin te
betogen, dat ook een jood een edel
karakter 'kan hebben. De figuur, die
hem voor ogen stond, was Moses
Mendelssohn (1729-1781), grootvader
van Felix, de componist. Deze Moses
Mendelssohn was een van de voor
naamste figuren uit de joodse ver
lichting, een geestesstroming die in
Nederland en Engeland was begon
nen. Onder invloed van Leibnitz leg
de Mendelssohn verband tussen de
rede en de religie. „Ik erken geen
eeuwige waarheden", schreef hij in
zijn „Jerusalem", „behalve die, welke
niet alleen kunnen worden verstaan,
maar ook geverifieerd en vastgesteld
door de menselijke rede." Zijn stre
ven om het joodse geloof doorzichtig,
voor het verstand van iedere niet-
christen doorgrondelijk te maken,
kwam voort uit de praktische over
weging, dat hij zijn volk wilde vrij-
In het Israëlische deel van Jerusalem ligt
van het politieke Zionisme begraven, Theodor Herzl.
waren voor verdere vervolging en
discriminatie. Maar tevens plaveide
het de weg voor de assimilatie-bewe
ging, die haar eerste hoogtepunt in
1799 vond, toen David Friedlander
de Lutherse autoriteiten in Berlijn
vroeg hem en zijn geestverwanten in
hun kerk op te nemen mits zij niet
behoefden te geloven in de godde
lijke natuur van Christus en niet be
hoefden deel te nemen aan typisch-
christelijke riten, een voorwaarde
lijke bekering dus, die uiteraard niet
werd aanvaard. In het geboortejaar
van Heine, 1799, sloeg men in Bonn
de houten poort van het ghetto in.
„Om te moorden, te roven en te ver
krachten?", vraagt prof. Presser in zijn
inleiding tot een bloemlezing uit
Heine's poëzie. „Integendeel: welis
waar grijpt men de vrouwelijke be
woners beet, maar men omarmt en
kust ze (voor zover ze jong en mooi
waren) en voert ze met anderen mee
in een feestoptocht: een anti-pogrom,
signaal tot de emancipatie, het einde
van de middeleeuwse verdwazing, de
opheffing van de Joodse apartheid!"
De Franse Revolutie probeert zelfs
de naam jood in vergetelheid te does
raken; voortaan wil men nog slechts
Fransen, Duitsers en Engelsen kennen
.„van het Mozaïsche geloof".
Nog safer dan assimilatie was het
natuurlijk het jodendom bewust op te
geven, aan het religieuze en ethnische
groepsgevoel te verzaken en niet al
leen de burgerrechten, maar ook een
nieuw nationaal bewustzijn machtig te
worden. Het was de tijd, waarvan Hei
ne zei: „Der Taufzettel ist das Entree-
billet zur europaischen Kultur".
De assimilatie moest wel mislukken,
kan men nu achteraf zeggen, niet uit
gemis aan loyauteit, maar wegens ge
brek aan substantiële legitimiteit. Een
erfenis van duizenden jaren joodse
existentie kon niet door één enkele so
ciaal-culturele wilsdaad: naamsveran
dering, doop, titel, rang en verdienste
ongedaan worden gemaakt. Maar het
bewijs van deze onontkoombare mis
lukking moest nog geleverd worden.
In Oost-Europa koesterde men op dit
punt veel minder illusies. Na de uiterst
bloedige progroms van 1881 zoals zo
vaak een ventiel voor administratieve
onbekwaamheid schreef Leo Pins-
ker, een arts uit Odessa, zjjn „Auto
emancipatie".
Hjj beschreef het anti-semitismè als
een ongeneeslijke sociaal-pathologische
kwaal, die hij de naam „Judeophobie"
gaf en die naar zijn mening voort
kwam uit de dakloosheid van de jood,
die „voor de levenden een dode is,
voor de inheemse een vreemdeling,
voor de gevestigden een vagebond,
voor de welgestelden een bedelaar,
voor de armen een miljonair en uit
buiter, voor burgers een man zonder
land en voor alle klassen een gehate
concurrent."
De oplossing, die Pinsker aangaf,
was, dat de joden wederom een natie
moesten worden, een volk met een
eigen land. Het merkwaardige was,
dat dit land volgens hem niet per se
Palestina, het „Beloofde Land", be
hoefde te zijn. Een groot deel van de
Oosteuropese joodse vluchtelingen trok
ook naar Noord-Amerika, het Duitse
rijk en de Donaumonarchie. Maar de
ironie van de geschiedenis wilde, dat
Pinsker later zeLf in Odessa het comi
té „Choveve-Zion" (Minnaar van Sion)
leidde, dat vooral bi) de intellectuele
joodse jeugd grote geestdrift wekte
voor de vestiging van landbouwdorpen
in Palestina. Rishon Letsion (1882),
Nes-Tsiyona (1884) en Rehovot (1890)
getuigen thans nog in Israël van het
primaat der Oosteuropese Zionisten.
Langzamerhand was echter ook in
West-Europa de grote ommekeer
gekomen. De Weense cosmopo-
liet en (tot op dat ogenblik) onbezwe
ken assimilant Theodor Herzl werd vol-
tinds 1949 op „Mount Herzl" de stichter komen van zijn stuk gebracht door het
proces-Dreyfus, dat hij als correspon
dent van het Weense liberale blad
„Neue Freie Presse" bijwoonde. In
Frankrijk, het vermeende centrum van
de humanitaire vooruitgang, zag hij,
hoe het anti-semitisme amok maakte.
Hij schreef in 1896 zijn „Judenstaat
Versuch einer modernen Lösung der
Judenfrage". Net als Pinsker richtte
hij voor „het nationaal joods tehuis"
niet zonder meer de blik op Palestina,
al sprak hij wel over het „Beloofde
Land" en over de opstand van de
Makkabeeën. Door de leiders van de
assimilatie-gedachte is Herzl onbarm
hartig aangevallen en belachelijk ge
maakt, maar vooral in de ghetto's van
Oost-Europa vonden hij en zijn boek
grote instemming. „Wenn Ihr wollt, ist
es kein Marchen", zo hield hij zijn vol
gelingen voor en op de Zionistische
congressen te Bazel (het eerste werd
in 1897 gehouden) was hij veelal het
centrum van ware uitbarstingen van
geestdrift.
Herzl heeft In heel Europa geanti
chambreerd. In ontelbare kanselarijen
heeft hij getracht belangstelling te wek
ken voor een „publiek-rechtelijk bevei
ligd tehuis". Via de Duitse keizer, Wil
helm II, trachtte hij de Turkse sul
tan te bereiken. Maar bij de eerste
avances van Wilhelm week de sultan
terug en Bülow achtte, gezien de broos
heid van het Osmaanse rijk, het uit
oefenen van verdere druk niet raad
zaam. Twee korte audiënties van Herzl
bij de Duitse keizer haalden weinig uit
en ook zijn latere contacten met de Ho
ge Porte leidden niet tot concrete re
sultaten. De Britse minister van kolo
niale zaken, Joseph Chamberlain, vond
hij tenslotte bereid tot onderhandelin
gen. Maar die bood Cyprus aan en het
Sinaï-Schiereiland, een voorstel dat uit
eindelijk ook tot niets leidde.
Een ander denkbeeld, Oeganda, heeft
op het zesde Zionistische congres geleid
tot een tragische breuk in de Zionis
tische beweging. Het denkbeeld om het
nationale joodse tehuis te vestigen in
Oeganda, door Max Nordau sussend
„Nachtasyl" genoemd, werd met een
meerderheid van twintig stemmen aan
vaard. Maar de „territorialisten" en de
Russische „Zionisten" gingen uiteen.
Herzl heeft alles gedaan om de breuk
nog te herstellen, maar zijn energie
raakte ten einde. In Wilna werd hij
nog omjubeld als „koning Herzl". En-
Twee joodse wezen uit Polen, die tn
kibbutz Negba een liefderijk tehuis h
ben gevonden.
kele maanden later stierf hij te Ed
lach (3 juli 1904).
Niet de iiterair-criticus Herzl,
de chemicus Chaim Weizrn,a
heeft uiteindelijk het handt
voor de toekomstige staat Israel k i
nen bemachtigen. Lord Balfour h
het hem in november 1917 gegev s
toen de Zieke Man aan de Bospo
alle consideratie had verbeurd.
Nog steeds kwam iedere nieuwe p
flux van Zionisten (Alya gena^ &e
voornamelijk uit Oost-Europa. w>'
vijfde Alya na h t aan de macht
men van Hitler in 1933, kwam uit fV'
traal-Europa en deze „Nood-Zionisw p
telden dan nog maar 215.000 man,
wijl Hitier zes miljoen joden heeft
ten ombrengen.
Het opkomende en weer wuKel\10
perspectief van een Joods-ArabiS'O
symbiose in Palestina, het toenern®.,
embarras van de Britten als mand®/),
rissen en tenslotte de Tweede Wer®
oorlog hebben allemaal op hun 3'».^
wijze het klimaat geschapen, wa»*.,
het huzarenstuk ran David Ben-G®
rion de uitroeping van de staat L,
raël op 14 mei 1948 (5 Ijar 5708) K
gelukken.
De hereniging van Asjkenazim A
Sefaradim, die daarop is gevolgd, hf j
haar ontroerende aspecten. Maar helJ
vooral een indrukwekkend voorbe m
van ihistorische symmetrie: wat j
gescheiden is geweest, komt nu W A
samen. „Na tweeduizend jaar w'ji
vO":
hen meteen een stimulans om w i
rechtstreeks aan te knopen bij die .jj
van twee millennia geleden. A. gt
Chaim Weizmann, de eerste prestn
van het moderne Israël het eens
uitgedrukt: „We mogen dan de k1"
ren zijn van antiquairs, we zijn
kleinkinderen van profeten?'
LONDEN, maart In Engeland,
waar 29 miljoenen gezinnen een te
levisietoestel bezitten, neemt de be
langstelling voor de mogelijkheden
om het nieuwe medium ook in dienst
van het onderwijs te stellen, snel toe.
In september 1957 werd een begin
gemaakt met tv-uitzendingen voor de
scholen. De resultaten waren zo gun
stig, dat men besloot het produktie-
programma voor 1961 te verdubbelen
en zo mogelijk al in september van
dit jaar een begin te maken met de
programma-uitbreiding.
De „School Broadcasting Council for
the United Kingdom", die belast is
met het toezicht op de programma's,
is samengesteld uit vertegenwoordi
gers van onderwijsinstellingen, plaatse
lijke en landelijke autoriteiten op het
gebied van het onderwijs, leraren, uni
versitaire verenigingen, het ministerie
van onderwijs en de BÉC. Deze „Coun
cil" bepaalt de te volgen politiek en de
BBC stelt haar ervaring, apparatuur
en personeel beschikbaar voor de ver
wezenlijking der programma's.
In de loop van 1957 zond de BBC ex
perimentele programma's uit ten be
hoeve van zes scholen in het graaf
schap Middlesex. Later werden deze
programma's op verzoek van de „Coun
cil" uitgebreid en in september van het
zelfde jaar werd in samenwerking met
de plaatselijke onderwijsautoriteiten en
met steun van het ministerie van on
derwijs een begin gemaakt met gere
gelde uitzendingen voor de scholen.
Aanvankelijk werden vier program
ma's per week en één herhaling uitge
zonden. Later werd dit aantal uitge
breid tot vijf programma's en twee her
halingen.
De meeste programma's duren twin-
tig tot vijf-en-twintig minuten. M®^
zijn het series over bepaalde ond® „o*.
pen, zodat de leraren ze in hun
ter kunnen opnemen en tijdig 11
verzamelen, dat betrekking heeft
te behandelen stof. ,pie\.
Toen de school tele visie-uitzeD'^!®'
begonnen, hadden ongeveer 300
een tv-ontvanger. In februari van b0ven
den jaar was dit aantal al tot
de 850 gestegen.
Noch de ontwerpers van de
ma's, noch de leraren weten ®J| vo®,
precies, hoe de televisie het bes ge
onderwijsdoeleinden kan word® noëX
bruikt. Daartoe ontbreekt nog Of het
ervaring. Maar wel is iedere sch°°
over eens, dat het nut van d
televisie boven alle twijfel is„rogtntf
Tot dusver heeft men serie-I^ wi£
ma's gewijd aan de natuurkun^ sCbr
kunde en aardrijkskunde, Eng beroeK
ne kunsten, actualiteiten en B0ay
keuze. De serie „How J® bten»^
Works" werd door een hoofd 8
van het ministerie van °"?enSchaPPe(}
beste tv-programma op we ooit h
lijk gebied genoemd, dat v
gVoonr het samenstellen van dag
programma's wordt een D, beste .«t<r
op de medewerking van cornmeP?Lii'
ducentea, tekstschrijvers, co >actu^{
ren en cameralieden. i» n«8 xf
teitenprogramma's wAirterwei'P®JJ1
voornaamste nieuws, onder
handeld als de verI?° enz. ThriftT
rassen, jeugdcnminali ajg C
rassen, jeugdcrimin»"^*- ais
radio- en tv-commenta ore^ Vlr£
pher Chataway e' B—ra®U
werken vaak aan deze
mee evenals gekend
schilders, componisten
op allerlei gebied.
Richarf gra