Experimenten met mislukkingen
Industriële vormgeving een
teken van beschaving
Recht op stilte
kenmerk van
en ruimte
rijkdi
om
expositie
gordijnstoffen
I. c. HAAN
DOE HET THUIS ZELF
E
NIEUW IN DE WOONCULTUUR
Ook gebruiksvoorwerpen
kunnen mooi zijn
VAN
GELDBESPARING EN/OF VOLDOENING
Toch vele
dankbaren
BINNENHUIS-ARCHITECTUUR
WONINGINRICHTING
GROTE HOUTSTRAAT 155 - TEL. 11159
WOENSDAG 9 MAART 1960
PAGINA 3
De flatbouw hoe hoog en breed ook, hoe stralend van technisch
kunnen, staat nog altijd in de kinderschoenen. Keer op keer moet
men de flatbouwers op feilen betrappen. Het wijs worden van som
migen gaat vaak met erg veel schade en schande gepaard, maar
de echte slachtoffers zijn de bewoners van hun flats, zijn wij trou
wens allemaal als de miljarden van het nationaal woningbezit niet
goed besteed worden.
Flatbouw is nog een proeftuintje, waarin akelig kostbare expe
rimenten worden uitgehaald; en daar mislukken er veel van. Mis
schien het ergste verwijt dat men de bouwers moet aanwrijven is,
dat zij het gerucht, het lawaai van buren als onbeschaamd bezoek
door muren en vloeren vooral de vloeren laten dringen. Het
is niet overal even erg, en niet een kwaal van de flatbouw alleen.
Maar juist in de flatgebouwen, die opeenstapelingen van gezinnen
en instrumenten, zou geluiddemping de grootste aandacht moeten
hebben. „De waarde van het rijk zijn is recht hebben op stilte
zegt Georges Duhamel, en dit betekent ook dat het verstoken zijn
van stilte schrijnende armoede is.
T'
VANAF HEDEN
uit alle Europese landen op onze 3e etage.
BARTELJORISSTRAAT 39-41 - HAARLEM - TELEFOON 10250
FLATWONINGEN LIJKEN NOG
OP PROEFTUINTJES
uur is er plotseling geen licht meer.
Wie later thuis komt, wat toch niet
ongewoon is, zal in het donker zijn
fiets moeten wegwerken. Men zal vlak
voor het slapen gaan niet nog even
het vergeten kit je kolen kunnen schep
pen. Op donkere wintermorgens heeft
men met hetzelfde ongemak te ma
ken. De constructie van een buiten
verlichting op een tijdklok is boven
dien even vernuftig als teer, zodat zij
het op gezette tijden begeeft. Men
heeft ook flats met centrale verwar
ming die vanuit één punt door een
concierge wordt geregeld. Deze con
cierge draait om half één 's nachts
de kachels uit. Men heeft beroepen
waarin men 's nachts thuis komt, en,
trouwens, iedereen heeft wel eens een
latertje. Maar de concierge laat we
ten: „Naar bed! of anders kou lij
den". Voor dergelijke, op een gemid
delde berekende voorzieningen zal de
bouwer iets anders moeten vinden.
Hij heeft er al heel wat flatbewoners
narigheid mee bezorgd.
Berghokken, d.w.z. een in rechthoe
ken afgerasterde grote zaal, kunnen
ook moeilijkheden opleveren. De een
wil zijn hoekje als droogruimte gebrui
ken, de andere bewaart er zijn aardap
pelen en kolen. Vuilstortkokers waarin
men zijn afval in plastic-zakjes moet
deponeren, munten ook niet uit in
handigheid. Men kan overigens wel be
grip hebben voor de moeilijkheden van
de* bouwers, want zij voorkomen toch
maar dat zeventig of honderd of meer
gezinnen op alle verdiepingen met
vuilnisbakken in liften wringen en bene
den op het trottoir een afzichtelijk en
ondoordringbaar woud van vuilnisem
mers uit de grond laten schieten.
Op de duur zullen de bouwers zeker
de ene beste oplossing vinden. Ze zullen
een oplossing vinden voor het brieven
bussen-probleem, dat nu wel eens op
enige vierkante meters wordt uitge-
Alvorens een bloemlezing van klach
ten van flatbewoners te geven, moet
hien eerst vaststellen dat tallozen hun
nieuwe flat dankbaar bewonen. Hen
hoeft men niet te sturen naar de voor
oorlogse etagewoning, waar het door
gaans veel donkerder is, waar mefi tal
Van comfortabele voorzieningen mist,
Waar er veel meer te poetsen en te
schrobben valt en waar veel meer dan
jh een moderne flat dode hoeken en on
handige indelingen zijn. Dat hebben de
bouwers van nu dan toch gepresteerd:
*en rationeler huis.
Zij zjjn daarbij wel eens doorgeslagen
haar het andere uiterste en hebben ner
gens meer een zogeheten overbodig
hoekje overgelaten waar een ander een
kinderfietsje, een dierbaar ornament
oï wat dan ook laat. En diezelfde ra
tionele indeling dwingt de bewoner in
vele gevallen een bepaalde inrichting,
«en opgelegde schikking van meubels
d. op. Die kan in de ogen van de bou
wer wel als de meest ideale gelden,
hoaar in feite heeft de bewoner daar
over zelf te kunnen beslissen.
j.1? de moderne flat mangelt het bijna
to i? aan ruimte> die evenzeer als stil-
p® het behaaglijke gevoel van rijkdom
bnf,„- welke gang van welk flatge-
f_,j; ls er bijvoorbeeld ruimte voor een
wan^ staartklok, voor een plastiek,
ten m,en zonder dringen drie gas-
gebouT w,f„aten uittrekken? Welk flat-
JKmer watw nog een slaap- of werk-
vrjj, enkefè staDn ka" lopGn' 20 "TT
stappen terug? heen en enkele
welaergonLk'in'enste ruimte is nog
in de grote Tea fiat te koop, maar
huur lager j.. ,an niet voor een
Of men%m, F gulden in de maand.
zijn heil moeten zoeken in
Het nieuwe gewas in onze steenwoestijn is een distel met vele stekels.
Schommelende kinderen, aan die mogelijkheid had de bouwer nog niet gedacht.
vochten, waarop de gleuven, de bellen, Nog altijd echter bepaalt de bewoner grotendeels zelf de bewoonbaarheid van
nummers en naamplaatjes een tableau
zijn flat.
e metalen fruitschaal, rustend op sierlijke poten, het
witte radiotoestel, zo helemaal anders van vorm, met
de uitgebouwde voorgevel van fijne latjes, waarlangs
en omheen de muziek de ruimte indwarrelt, de handkoffie
molen, die meer op een buitenmaats smalfilm-toestel lijkt en
het doorzichtige glazen poppenhuis van de aardappelschil-
machine met aansluiting op de waterleiding en de mogelijk
heid de aardappels panklaar te schillen, dit alles en nog veel
meer hedendaagse gebruiksvoorwerpen zijn vormgeworden
gedachten van de moderne mens, materie herschapen ideeën,
waarin het „thing of beauty" niet ontbreekt.
De liturgie van de vorm, mits goed bedreven, kan geen
leeg ding zijn. Die witte radio, in de fabriek ontworpen, is
De Chinezen kenden het ijle theekop
je, zo passend bij hun handen en bij de
mysterieuze gedachte aan het Hemelse
rijk; de Grieken kenden de amfora en
het edelmetalen vaatwerk, geheel en al
voortkomend uit de culturele opgang
van wat wij nu de klassieke oudheid
plegen te noemen. Deze volken, nu wij
er toch twee noemen, kenden de mate
rie als iets elementairs, als iets dat zij
dagelijks met de vingers konden aan
raken, dat zij konden ruiken, strelen,
voelen. De vormende kracht, die hier
van uit is gegaan mag niet worden on
derschat.
Wij leven in een tijd, waarin dit con
tact niet meer zo innig is, waarin wij
hout, steen en ijzer vervangen zien
door synthetische stoffen, waarin de
mens niet meer toe komt een deel van
de oorspronkelijke materie in handen
te krijgen.
In het boek: „Wonen" zegt B. Ma-
een synthese tussen de radio als meubel en als technisch
apparaat. Bewust gekozen, naar wij aannemen, door de
mensen die het toestel in hun kamer hebben staan. Het uiter
lijk teken van een beschaving manifesteert zich in een veel
voud van vormen. Vormgeving is een uiting van cultuur, het
waarneembare teken van een innerlijke gesteltenis, het
vermogen van de mens aan al het geschapene vorm te ge
ven. De kom waaruit wij drinken zal de vorm bezitten, die
ontstaan is uit het gebaar van de handen, die iets omvatten.
Een vanzelfsprekendheid, die echter in de loop der tijden
aan hevige schommelingen onderhevig is geweest. De va
rianten van dit gebaar worden en werden bepaald door de
eigen cultuur en de eigentijdse beschaving.
jorick daarover: „De ambachtsman
kende zijn materialen door een om
gang ermee van duizenden jaren. In
welke relatie anders, dan die der ver
bijstering of die der afstomping staat
mijn gevoel nog voor een stuk metaal,
dat ik in één seconde met één klap van
een matrijs kan omvormen tot de car
rosserie van een auto? Dit is een pro
bleem, waarmee onze directe voorvade
ren erger hebben gezeten, dan wij. De
andere weg naar de nieuwe vorm. ken
merkend voor de eigentijdse bescha
ving, is gevonden toen de industrials
«en grote vooroorlogse etagewoning.
Dat moet men ook al als het kindertal
drie of vier te boven gaat. Een nieuwe
vijf- of zeskamerflat is maar voor zeer
weinigen te betalen.
Het nieuwe gewas in onze steenwoes
tijn is een distel met vele stekels. Zoals
„pi irrationele van vele oudere wonin-
hepftZIin charme en voordelen heeft, zo
rieie uitSehiende, en eigenlijk ste-
nadeien nn,van d® nieuwe woningen zijn
t?ren oórip aar valt weinig aan te dok-
Bij Wij2e r de huidige omstandigheden,
men de bouw welkome vergoeding ko-
de dag, binnen*? met hun snufjes voor
deur, voor alEems of buiten de voor
laatste kunnen heTn Sebruik. Juist die
ven. Dat is de bron T=eeste ongerief ge-
van de klachten.
Reëel denkende socim„
van de woningbouw, ln dienst
dat voorzieningen afgestemd ,eis
zijn op de hardhandige, extreT en
slechte gebruikers. Maar steenzweer
gaan bouwers uit van een gemiddelde
De verlichting in trapportalen, gale
rijen en berghokken wordt in vele ge
vallen via een tijdklok automatifch
bediend, s Avonds half twaalf, twaalf
voor een computor lijken te vormen.
De volautomatische centrale wasinrich
tingen met centrifuge en droogtrommel,
zoals men die in enkele flatgebouwen
vindt, zullen wellicht ooit nog meer
geperfectioneerd worden, zodat de
meest precieze mevrouw haar fijne lin
gerie er ook aan durft te wagen. In ie
der geval voelen de bouwers wel aan
dat de uitstalling van de was op alle
balkonnetjes van de flatgebouwen ook
niet ideaal is. Er zullen ook ooit liften
vervaardigd worden die wel bestand zijn
tegen de speelse vernielzucht van de
jeugd.
De flatbouwers hebben al erg veel
geleerd: eenvoudige dingen als op al
le woningen en alle brievenbussen van
een flatgebouw een ander slot; inge
wikkelde dingen als de waterafvoer
van balkons en galerijen, die ook nog
„waterproof' moeten zijn. Ze hebben
dat nog lang met allen altijd onder
de knie. Een flatgebouw is een moei
lijke constructie; scheuren en lekka
ges zijn nog aan de orde van de dag.
Flatgebouwen zjjn ook irritant ni
vellerend. Wie een hond of, moeilijker,
duiven wil houden, kan er beter niet
(Advertentie)
in wonen. Zendamateurs mogen hun
antennes niet opstellen. De knutselaar
heeft er geen schuurtje voor zijn draai
bank.
Flatgebouwen zijn trekpleisters voor
ieder die wat te verkopen heeft en dus
zijn clientèle op een kluitje vindt. En
op kinderen hebben ze een grote aan
trekkingskracht. Dat is niet altijd even
plezierig. De trapportalen van vele flat
gebouwen zijn weinig appetijtelijk. Niet
alleen doordat geen propere huisvrouw
zich verantwoordelijk voelt voor de rom
mel die vooral spelende kinderen er
maken, maar vooral doordat de geduri
ge schemering de bakstenen en het
ruwe, grauwe beton zo'n miserabel
aanzien geeft. Daar zouden veel ramen
(die nog altijd veel te kwetsbaar zijn),
lichte kleuren en beter materiaal kun
nen helpen.
Sociaal gezien hebben flatgebou
wen enkele positieve aspecten. Men
vormt er spoedig een gemeenschap.
In het zuiden heeft het godsdienstig
apostolaat er veel kansen. Men zou
daar meer flatgebouwen met een ka
pelletje moeten bouwen waar op en
kele ochtenden of avonden de H. Mis
wordt gelezen.
Flatgebouwen blijven echter een
brute aanslag op de „privacy". De
gaanderijen zijn beslotener dan het
intiemste dorpsstraatje. Elk door de
muren dreunend woord, al is het van
een hoorspel afkomstig, wordt als
„Ze hebben weer ruzie" geïnterpre
teerd. Men weet (te) veel van elkaar
Men kan elkaar niet ontlopen. Meii
zit met andermans kinderen opge
scheept. MenEnfin, velen zouden
het ook best zonder dat glanzende
flatgebouw willen doen, maar je wordt
er gewoon maar in gestopt.
(Advertentie)
DASTEN
vormgeving van een alledaags gebruiksvoorwerp als de fluitketel staat steeds
meer in de aandacht.
ZeR doen. Tja. Waarom eigenlijk?
Er zijn twee redenen voor. Eer-
sJ;ens omdat laten doen te duur
H)kt. Tweedens omdat zelf doen een
prettige bezigheid kan wezen.
.e duur. Een jaar of wat geleden
ttvTrN26 keuk®nkraan op een onbe-
ïnTTT mT?.1?ler- Wij ontboden de
L °rï^eter. H\j verscheen en was in
FioNfLen minuten gereed. Kwes-
tnhiLn teTNnieuw hertje. Kosten een
gulden tachtig cent. Voor een leertie
benaalvdervnien t06n v«f «ent Web
ben vervolgens een tang gekocht
Ta™6 TT kranen dit Elkaar kan
draaien. Kosten ongeveer twpp
tig Nadien hebben we nog eenmaal"
zeK een, J.?kkfnde kraan verholpen.
Duur blijkt dus betrekkelijk. We heb
ben er wel een aardig stuk gereed
schap aan overgehouden. Er is van
alles mee te doen, tot speelgoed re
pareren aan toe. Bovendien zon er al
lang weer lekkende kranen. Helaas
hebben wij altijd weer bezigheden die
dringender of althans boeiender zijn
dan het repareren daarvan. Totdat
het te erg wordt. Wellicht bellen we
dan de loodgieter.
Er zijn in een huis meer dingen,
waaraan soms iets gedaan moet wor
den. Laten we het niet over dolle
lichtschakelaars of kapotte stopcon
tacten hebben. Daar zijn evenmin als
met kranen, kapitalen mee gemoeid.
Met behangen eigenlijk ook niet. Ten
zij er te veel papier op de muur zit.
Bij het verwijderen daarvan blijkt het
soms zeer verkleefd met het pleister
werk. Dan worden reparaties nodig.
Gips en kalk zijn weliswaar niet duur;
de tod, die het vakkundige verwerken
ervan vergt, wel.
Toch is in het laatste geval de
kwestie eenvoudig. Recht toe- recht
aan behangen is een aardige, zij het
ietwat vermoeiende bezigheid. Althans
voor iemand, die in de letterlijke zin
een beetje handig is. Het bijpleisteren
van muren en plafonds blijkt voor de
niet-vakman een verbijsterende on
derneming. Zeker als hij het met het
orthodoxe gips en krijt probeert. Er
lijkt niets aan. Maar eer het papje het
gat dicht heeft, is het al volstrekt on-
handelbaar geworden. Met enkele mo
derne preparaten gaat het aanmer
kelijk gemakkelijker. Gewone spijker
gaten laten er zich netjes mee weg
werken. Maar als er mankementen
van groter omvang aan de dag tre
den kan men echt beter proberen de
huisbaas voor het geval te interesse
ren.
n schilderen. Het laten doen is
tamelijk duur. Het vraagt im
mers tamelijk veel tijd. Zelf
doen dus maar? Het is een heel per
soonlijke kwestie. Voor sommigen
heeft schilderen iets fascinerends.
Een oude kamer krijgt met een nieu
we kleur een andere sfeer, het ver
trouwde een frisse glans. Dit kan pret
tiger wezen naarmate men er zelf
meer aan gedaan heeft. Voor sommi
gen. Anderen doet het helemaal niets.
Het vervelende is voor de eersten,
dat, naarmate zulk een vernieuwing
meer nodig blijkt, het uitvoeren ervan
tijdrovender en, eerlijk gezegd, verve
lender wordt. Mankeert er aan de
oude verf nog helemaal niets, dan is
het nog tamelijk eenvoudig. Volgens
de handleidingen, die men in iedere
verfwinkel kan krijgen zoals in de
desbetreffende zaken de regels voor
het goed behangen hoeft men in
zo'n geval het oude schilderwerk al
leen maar met water en ammonia af
te nemen, het met watervast schuur
papier te bewerken en tenslotte met
schoon water na te wassen. Het klinkt
simpel, maar een aangenaam karwei
is het niet. Sommigen lichten er dan
ook de hand mee. Zij slaan het schuur
papier over en gebruiken meer am
monia. In vele gevallen houdt de nieu
we verf dan toch. Maar pas wel op.
Als iets van donkerbruin wit moet
worden hoort er eerst wel grondverf
aan te pas te komen. En zelfs van
vuil geworden beige naar gebroken
wit blijkt doorgaans een te grote stap.
Omslachtiger wordt het, wanneer
de oude verflaag behoorlijk is bescha
digd. Een leerling van de ambachts
school, die het vak aan het leren was,
zei eens: dat noemen ze nu schilde
ren. Het is meer krabben, schuren,
slijpen, plamuren, gronden, weer pla
muren en weer slijpen. Het schilderen
is leuk, maar eer je daar aan toe
bent. Hoe dan ook, het vraagt meer
tijd en geduld dan men zou denken.
Het is nuttig dit te weten, alhoewel
het niemand hoeft af te schrikken.
Men kan zich immers voornemen om
niet de vakman te willen evenaren.
Als het maar oogt. Dat doet het in
derdaad al gauw. Behalve verf en
kwasten mag men overigens ook dan
wel een paar gummi handschoenen
aanschaffen. Sommige zaken hebben
die al heel goedkoop. Niet alleen om
dat dit de handen gemakkelijk schoon
houdt al zijn er verven die bijna
niet druipen maar vooral omdat
de ammonia nogal bijterig is, zeker
wanneer men die sterk gebruikt. On
nodig te zeggen dat het verstandig is
de vloerbedekking te beschermen.
Sommigen gaan, wanneer zij toch
gaan schilderen, nog een stap verder.
Gladde deuren zijn bijvoorbeeld in
trek. Heeft men er met panelen, dan
biedt hardboard uitkomst. Het is in
elke timmerwinkel op maat te krijgen.
Aanbeveling verdient het, de toestand
van de aanwezige scharnieren te vo
ren na te kijken. Zij krijgen een gro
ter gewicht te torsen.
Het zelf naaien van gordijnen zal
voor de huisvrouw, als zij geen
te moeilijke stof neemt, geen hei
dens karwei blijken. Evenmin als het
ophangen ervan voor haar man, ten
zij hij met twee linkse handen behept
is. Wel is er goed gereedschap bij no
dig. Een klein boortje en een goede
schroevedraaier. In het leggen van
vloerbedekkingen moesten we ons hier
maar niet begeven. Wie het beslist
zelf wil doen kan er handleidingen
voor vinden. Met zeil gaat het wel
tamelijk eenvoudig, maar er zit zo
weinig aardigheid aan. En spaart het
wel veel geld uit?
Want het sparen van geld was tot
dusverre onze voornaamste leidraad.
Men kan natuurlijk ook op andere
gronden tot zelf doen komen. Des
noods onder de invloed van een soort
massa-suggestie. Is dit beschamend?
Laten wij vaststellen dat zelfs de
meest onafhankelijke geest nooit hele
maal ontkomt aan wat de samenle
ving beweegt. Laten we vervolgens
aannemen dat de doe-het-zelf-rage
ons ook gewezen heeft op mogelijkhe
den, die wij ons niet bewust waren.
Wie altijd alleen maar met de hersens
werkt heeft wellicht nooit geweten,
dat hij er naar hunkerde om zijn han
den ook eens iets anders te laten doen
dan lettertjes en cijfertjes op papier
zetten. Welk een oude aandrift wordt
er in mij bevredigd, wanneer ik zelf
mijn huis prettiger maak om er in te
wonen? Wanneer ik zelf een wiegje
timmer of er alleen maar een nieuwe
bekleding in vastspijker?
En dat nu aangenomen kan het
best wezen, dat ik, zelf schilderende,
het even perfect wil doen als de vak
man, en dat ik bijzonder trots ben
wanneer mijn kennissen zeggen: heb
je dat zelf behangen? Ongelooflijk.
Zou dit genoegen een minder nobel
motief wezen dan het sparen
van geld? Laten we beiden lie
ver op gelijk niveau stellen en boven
dien opmerken, dat ze gemakkelijk
samen kunnen gaan. Maar, als het
om het genoegen gaat, dan worden de
mogelijkheden wel anders. Blijkt de
technische vaardigheid beperkt, dan
zijn hierboven de voornaamste moge
lijkheden wel aangeduid. Gaat de aan
leg een bepaalde richting uit, dan ko
men nog vele andere zaken in het
verschiet. Dan is het nuttig een boek
winkel te bezoeken. Want ook de uit
gevers kennen hun tijd: er is op dit
gebied.niet alleen een keur van boe
ken, er verschijnen ook enkele tijd
schriften, die op dit gebied nader on
derricht bieden. Wel is het raadzaam
van onder af aan te beginnen. Meteen
zelf een huis bouwen leidt tot teleur
stellingen.
Uit deze waarschuwingen moge dan
ten overvloede blijken, dat het boven
staande alleen geschreven is voor wie
in dit genre nog nauwelijks iets ge
daan heeft.
satie haar eigen obstakels begonnen is
te overwinnen. De herontdekking, dat
de kunstenaar in de allereerste plaats
een maker is, Malraux drukt het
uit met: „J'appelle artiste celui qui in-
vente des formes", heeft nu lang
zamerhand het woord industriële vorm
geving tot een voor weinigen strak
omschreven en voor nog al te velen
vaag begrip gemaakt."
Men hoeft alleen maar eens om
zich heen te kijken in bepaalde win
kels om er achter te komen, dat zelfs
het beste wat de industriële vormge
vers tot stand hebben gebracht dui
delijk nog niet sterk genoeg is om de
horde van wanstaltige gebruiksvoor
werpen voorgoed de deur naar de vro
lijke keuken te wijzen. Wat zou het een
genot zijn om al die lelijke spullen, al
die dwaze modieuze vazen en potjes,
kommen en kannen aan scherven te
gooien! Maar deze vrolijke kruistocht
voor de goede smaak is ons niet be
schoren. Het zou echter al heel wat
zijn als alle uitingen van wonen, eten,
slapen en drinken, kortom van onze be
weging in de ruimte, die gestalte zouden
bezitten, welke ook de minder bedacht-
zamen op het gebied van de cultuur op
het goede spoor zou zetten. Het waar-
deniveau waarop het leven wordt ge
taxeerd, zal duidelijker worden uit de
omringende voorwerpen, die men zich
heeft gekozen.
Er zal echter een grotere mogelijk
heid tot keuze van fraaie en inhouds
volle gebruiksvoorwerpen moeten zijn.
De aantrekkingskracht van alleen
maar het functionele was voor kort
nogal sterk. Misschien omdat het eer
lijk was en tegelijk de leegte uitdrukte,
die onze tijd, naar velen geloven, ken
merkt. Tot op zekere hoogte is het
functionele natuurlijk te verkiezen bo
ven een mentaliteit, die alleen maar
protserig wil doen en voorgeeft een
levenshouding te bezitten en door mid
del van dure spulletjes en zeldzame
voorwerpen de eigen leegte wil camou
fleren. Maar wanneer wij een klein ge
bruiksvoorwerp als een theekopje aan
schaffen, zelfs dan moet het toch mo
gelijk zijn een bewuste keuze te maken
uit een veelvoud van vormen. Goede en
„verantwoorde" vormen, die herken
baar zijn en beantwoorden aan ons ge
voel. De tijd, dat wij zelf vazen en
kommen maakten is voorgoed voorbij.
De kunstenaar maakt waar wat de bur
ger droomt. Het monster van de ma
chine heeft voor goed zijn plaats in de
samenleving ingenomen, maar het zal
nooit gebeuren dat de vormende han
den van een kunstenaar bij het hele
productieproces niet meer in het ge
ding zijn.
Pogingen tot industriële vormgeving
werden reeds in de eerste decennia van
de vorige eeuw aangewend. Het bleef
meestal bij een poging de voorwerpen,
die uit de machine kwamen gerold, t«
verfraaien. Van een schoon organisch
geheel was geen sprake. Het begrip
daarvoor is pas veel later ontstaan.
Men ging vroeger nog te veel in de
leer bij de schilderkunst; het afstand-
nemen daarvan en het abstrikeren van
elementen uit de schilderkunst voor dit
doel waren nog onbekende mogelijkhe
den. Het wezenlijk veredelen van
serieprodukten in de enige zin
van het woord is van deze tijd.
De vormende kracht van het ambacht
moest worden herontdekt en het is be
grijpelijk dat dit geschiedde nadat de
mens zijn uitvinding, de machine, meer
en meer ging beheersen. Daarbij be
hoorde ook de z.g. onpersoonlijke
schoonheid van het zuiver machinaal
vervaardigde gebruiksvoorwerp. De
macht van het getal, de rechte ïijn, de
cirkel etc. De schilders van het kubis
me hebben tussen de jaren 1900 en
1930 grote belangstelling aan de dag
gelegd voor gewone dagelijkse ge
bruiksvoorwerpen.
In onze tijd rest ons nIaLSv a-
dan onze eigen werkelgkheid te
creëren. En waar wij het hebben
over gebruiksvoorwerpen bedoelen wij
daarmee deze voorwerpen een vorm te
geven die bij ons past. Maarhfa?f.Jia
de kunstenaar niet langer de herschep-
per zijn, die voor een klein publiek zyn
kunsten vertoont. De oude scheiding
tussen schilderij en gebru^sv^rwerp
valt weg. Walter Gropius, Duits archi
tect en oprichter van het beroemde
Bauhaus, is de goede weg opgegaan
en heeft duidelijk gemaakt - hu en
een groep van andere begaafden,
dat interessante gebouwen en gcbruiks-
voorwerpen de saaiheid va^ het alle-
daagse industriële leven zouden kunneD
doorbreken. F. Dh-