Experimenten met mislukkingen Industriële vormgeving een teken van beschaving Recht op stilte kenmerk van en ruimte rijkdi om expositie gordijnstoffen I. c. HAAN DOE HET THUIS ZELF E NIEUW IN DE WOONCULTUUR Ook gebruiksvoorwerpen kunnen mooi zijn VAN GELDBESPARING EN/OF VOLDOENING Toch vele dankbaren BINNENHUIS-ARCHITECTUUR WONINGINRICHTING GROTE HOUTSTRAAT 155 - TEL. 11159 WOENSDAG 9 MAART 1960 PAGINA 3 De flatbouw hoe hoog en breed ook, hoe stralend van technisch kunnen, staat nog altijd in de kinderschoenen. Keer op keer moet men de flatbouwers op feilen betrappen. Het wijs worden van som migen gaat vaak met erg veel schade en schande gepaard, maar de echte slachtoffers zijn de bewoners van hun flats, zijn wij trou wens allemaal als de miljarden van het nationaal woningbezit niet goed besteed worden. Flatbouw is nog een proeftuintje, waarin akelig kostbare expe rimenten worden uitgehaald; en daar mislukken er veel van. Mis schien het ergste verwijt dat men de bouwers moet aanwrijven is, dat zij het gerucht, het lawaai van buren als onbeschaamd bezoek door muren en vloeren vooral de vloeren laten dringen. Het is niet overal even erg, en niet een kwaal van de flatbouw alleen. Maar juist in de flatgebouwen, die opeenstapelingen van gezinnen en instrumenten, zou geluiddemping de grootste aandacht moeten hebben. „De waarde van het rijk zijn is recht hebben op stilte zegt Georges Duhamel, en dit betekent ook dat het verstoken zijn van stilte schrijnende armoede is. T' VANAF HEDEN uit alle Europese landen op onze 3e etage. BARTELJORISSTRAAT 39-41 - HAARLEM - TELEFOON 10250 FLATWONINGEN LIJKEN NOG OP PROEFTUINTJES uur is er plotseling geen licht meer. Wie later thuis komt, wat toch niet ongewoon is, zal in het donker zijn fiets moeten wegwerken. Men zal vlak voor het slapen gaan niet nog even het vergeten kit je kolen kunnen schep pen. Op donkere wintermorgens heeft men met hetzelfde ongemak te ma ken. De constructie van een buiten verlichting op een tijdklok is boven dien even vernuftig als teer, zodat zij het op gezette tijden begeeft. Men heeft ook flats met centrale verwar ming die vanuit één punt door een concierge wordt geregeld. Deze con cierge draait om half één 's nachts de kachels uit. Men heeft beroepen waarin men 's nachts thuis komt, en, trouwens, iedereen heeft wel eens een latertje. Maar de concierge laat we ten: „Naar bed! of anders kou lij den". Voor dergelijke, op een gemid delde berekende voorzieningen zal de bouwer iets anders moeten vinden. Hij heeft er al heel wat flatbewoners narigheid mee bezorgd. Berghokken, d.w.z. een in rechthoe ken afgerasterde grote zaal, kunnen ook moeilijkheden opleveren. De een wil zijn hoekje als droogruimte gebrui ken, de andere bewaart er zijn aardap pelen en kolen. Vuilstortkokers waarin men zijn afval in plastic-zakjes moet deponeren, munten ook niet uit in handigheid. Men kan overigens wel be grip hebben voor de moeilijkheden van de* bouwers, want zij voorkomen toch maar dat zeventig of honderd of meer gezinnen op alle verdiepingen met vuilnisbakken in liften wringen en bene den op het trottoir een afzichtelijk en ondoordringbaar woud van vuilnisem mers uit de grond laten schieten. Op de duur zullen de bouwers zeker de ene beste oplossing vinden. Ze zullen een oplossing vinden voor het brieven bussen-probleem, dat nu wel eens op enige vierkante meters wordt uitge- Alvorens een bloemlezing van klach ten van flatbewoners te geven, moet hien eerst vaststellen dat tallozen hun nieuwe flat dankbaar bewonen. Hen hoeft men niet te sturen naar de voor oorlogse etagewoning, waar het door gaans veel donkerder is, waar mefi tal Van comfortabele voorzieningen mist, Waar er veel meer te poetsen en te schrobben valt en waar veel meer dan jh een moderne flat dode hoeken en on handige indelingen zijn. Dat hebben de bouwers van nu dan toch gepresteerd: *en rationeler huis. Zij zjjn daarbij wel eens doorgeslagen haar het andere uiterste en hebben ner gens meer een zogeheten overbodig hoekje overgelaten waar een ander een kinderfietsje, een dierbaar ornament oï wat dan ook laat. En diezelfde ra tionele indeling dwingt de bewoner in vele gevallen een bepaalde inrichting, «en opgelegde schikking van meubels d. op. Die kan in de ogen van de bou wer wel als de meest ideale gelden, hoaar in feite heeft de bewoner daar over zelf te kunnen beslissen. j.1? de moderne flat mangelt het bijna to i? aan ruimte> die evenzeer als stil- p® het behaaglijke gevoel van rijkdom bnf,„- welke gang van welk flatge- f_,j; ls er bijvoorbeeld ruimte voor een wan^ staartklok, voor een plastiek, ten m,en zonder dringen drie gas- gebouT w,f„aten uittrekken? Welk flat- JKmer watw nog een slaap- of werk- vrjj, enkefè staDn ka" lopGn' 20 "TT stappen terug? heen en enkele welaergonLk'in'enste ruimte is nog in de grote Tea fiat te koop, maar huur lager j.. ,an niet voor een Of men%m, F gulden in de maand. zijn heil moeten zoeken in Het nieuwe gewas in onze steenwoestijn is een distel met vele stekels. Schommelende kinderen, aan die mogelijkheid had de bouwer nog niet gedacht. vochten, waarop de gleuven, de bellen, Nog altijd echter bepaalt de bewoner grotendeels zelf de bewoonbaarheid van nummers en naamplaatjes een tableau zijn flat. e metalen fruitschaal, rustend op sierlijke poten, het witte radiotoestel, zo helemaal anders van vorm, met de uitgebouwde voorgevel van fijne latjes, waarlangs en omheen de muziek de ruimte indwarrelt, de handkoffie molen, die meer op een buitenmaats smalfilm-toestel lijkt en het doorzichtige glazen poppenhuis van de aardappelschil- machine met aansluiting op de waterleiding en de mogelijk heid de aardappels panklaar te schillen, dit alles en nog veel meer hedendaagse gebruiksvoorwerpen zijn vormgeworden gedachten van de moderne mens, materie herschapen ideeën, waarin het „thing of beauty" niet ontbreekt. De liturgie van de vorm, mits goed bedreven, kan geen leeg ding zijn. Die witte radio, in de fabriek ontworpen, is De Chinezen kenden het ijle theekop je, zo passend bij hun handen en bij de mysterieuze gedachte aan het Hemelse rijk; de Grieken kenden de amfora en het edelmetalen vaatwerk, geheel en al voortkomend uit de culturele opgang van wat wij nu de klassieke oudheid plegen te noemen. Deze volken, nu wij er toch twee noemen, kenden de mate rie als iets elementairs, als iets dat zij dagelijks met de vingers konden aan raken, dat zij konden ruiken, strelen, voelen. De vormende kracht, die hier van uit is gegaan mag niet worden on derschat. Wij leven in een tijd, waarin dit con tact niet meer zo innig is, waarin wij hout, steen en ijzer vervangen zien door synthetische stoffen, waarin de mens niet meer toe komt een deel van de oorspronkelijke materie in handen te krijgen. In het boek: „Wonen" zegt B. Ma- een synthese tussen de radio als meubel en als technisch apparaat. Bewust gekozen, naar wij aannemen, door de mensen die het toestel in hun kamer hebben staan. Het uiter lijk teken van een beschaving manifesteert zich in een veel voud van vormen. Vormgeving is een uiting van cultuur, het waarneembare teken van een innerlijke gesteltenis, het vermogen van de mens aan al het geschapene vorm te ge ven. De kom waaruit wij drinken zal de vorm bezitten, die ontstaan is uit het gebaar van de handen, die iets omvatten. Een vanzelfsprekendheid, die echter in de loop der tijden aan hevige schommelingen onderhevig is geweest. De va rianten van dit gebaar worden en werden bepaald door de eigen cultuur en de eigentijdse beschaving. jorick daarover: „De ambachtsman kende zijn materialen door een om gang ermee van duizenden jaren. In welke relatie anders, dan die der ver bijstering of die der afstomping staat mijn gevoel nog voor een stuk metaal, dat ik in één seconde met één klap van een matrijs kan omvormen tot de car rosserie van een auto? Dit is een pro bleem, waarmee onze directe voorvade ren erger hebben gezeten, dan wij. De andere weg naar de nieuwe vorm. ken merkend voor de eigentijdse bescha ving, is gevonden toen de industrials «en grote vooroorlogse etagewoning. Dat moet men ook al als het kindertal drie of vier te boven gaat. Een nieuwe vijf- of zeskamerflat is maar voor zeer weinigen te betalen. Het nieuwe gewas in onze steenwoes tijn is een distel met vele stekels. Zoals „pi irrationele van vele oudere wonin- hepftZIin charme en voordelen heeft, zo rieie uitSehiende, en eigenlijk ste- nadeien nn,van d® nieuwe woningen zijn t?ren oórip aar valt weinig aan te dok- Bij Wij2e r de huidige omstandigheden, men de bouw welkome vergoeding ko- de dag, binnen*? met hun snufjes voor deur, voor alEems of buiten de voor laatste kunnen heTn Sebruik. Juist die ven. Dat is de bron T=eeste ongerief ge- van de klachten. Reëel denkende socim„ van de woningbouw, ln dienst dat voorzieningen afgestemd ,eis zijn op de hardhandige, extreT en slechte gebruikers. Maar steenzweer gaan bouwers uit van een gemiddelde De verlichting in trapportalen, gale rijen en berghokken wordt in vele ge vallen via een tijdklok automatifch bediend, s Avonds half twaalf, twaalf voor een computor lijken te vormen. De volautomatische centrale wasinrich tingen met centrifuge en droogtrommel, zoals men die in enkele flatgebouwen vindt, zullen wellicht ooit nog meer geperfectioneerd worden, zodat de meest precieze mevrouw haar fijne lin gerie er ook aan durft te wagen. In ie der geval voelen de bouwers wel aan dat de uitstalling van de was op alle balkonnetjes van de flatgebouwen ook niet ideaal is. Er zullen ook ooit liften vervaardigd worden die wel bestand zijn tegen de speelse vernielzucht van de jeugd. De flatbouwers hebben al erg veel geleerd: eenvoudige dingen als op al le woningen en alle brievenbussen van een flatgebouw een ander slot; inge wikkelde dingen als de waterafvoer van balkons en galerijen, die ook nog „waterproof' moeten zijn. Ze hebben dat nog lang met allen altijd onder de knie. Een flatgebouw is een moei lijke constructie; scheuren en lekka ges zijn nog aan de orde van de dag. Flatgebouwen zjjn ook irritant ni vellerend. Wie een hond of, moeilijker, duiven wil houden, kan er beter niet (Advertentie) in wonen. Zendamateurs mogen hun antennes niet opstellen. De knutselaar heeft er geen schuurtje voor zijn draai bank. Flatgebouwen zijn trekpleisters voor ieder die wat te verkopen heeft en dus zijn clientèle op een kluitje vindt. En op kinderen hebben ze een grote aan trekkingskracht. Dat is niet altijd even plezierig. De trapportalen van vele flat gebouwen zijn weinig appetijtelijk. Niet alleen doordat geen propere huisvrouw zich verantwoordelijk voelt voor de rom mel die vooral spelende kinderen er maken, maar vooral doordat de geduri ge schemering de bakstenen en het ruwe, grauwe beton zo'n miserabel aanzien geeft. Daar zouden veel ramen (die nog altijd veel te kwetsbaar zijn), lichte kleuren en beter materiaal kun nen helpen. Sociaal gezien hebben flatgebou wen enkele positieve aspecten. Men vormt er spoedig een gemeenschap. In het zuiden heeft het godsdienstig apostolaat er veel kansen. Men zou daar meer flatgebouwen met een ka pelletje moeten bouwen waar op en kele ochtenden of avonden de H. Mis wordt gelezen. Flatgebouwen blijven echter een brute aanslag op de „privacy". De gaanderijen zijn beslotener dan het intiemste dorpsstraatje. Elk door de muren dreunend woord, al is het van een hoorspel afkomstig, wordt als „Ze hebben weer ruzie" geïnterpre teerd. Men weet (te) veel van elkaar Men kan elkaar niet ontlopen. Meii zit met andermans kinderen opge scheept. MenEnfin, velen zouden het ook best zonder dat glanzende flatgebouw willen doen, maar je wordt er gewoon maar in gestopt. (Advertentie) DASTEN vormgeving van een alledaags gebruiksvoorwerp als de fluitketel staat steeds meer in de aandacht. ZeR doen. Tja. Waarom eigenlijk? Er zijn twee redenen voor. Eer- sJ;ens omdat laten doen te duur H)kt. Tweedens omdat zelf doen een prettige bezigheid kan wezen. .e duur. Een jaar of wat geleden ttvTrN26 keuk®nkraan op een onbe- ïnTTT mT?.1?ler- Wij ontboden de L °rï^eter. H\j verscheen en was in FioNfLen minuten gereed. Kwes- tnhiLn teTNnieuw hertje. Kosten een gulden tachtig cent. Voor een leertie benaalvdervnien t06n v«f «ent Web ben vervolgens een tang gekocht Ta™6 TT kranen dit Elkaar kan draaien. Kosten ongeveer twpp tig Nadien hebben we nog eenmaal" zeK een, J.?kkfnde kraan verholpen. Duur blijkt dus betrekkelijk. We heb ben er wel een aardig stuk gereed schap aan overgehouden. Er is van alles mee te doen, tot speelgoed re pareren aan toe. Bovendien zon er al lang weer lekkende kranen. Helaas hebben wij altijd weer bezigheden die dringender of althans boeiender zijn dan het repareren daarvan. Totdat het te erg wordt. Wellicht bellen we dan de loodgieter. Er zijn in een huis meer dingen, waaraan soms iets gedaan moet wor den. Laten we het niet over dolle lichtschakelaars of kapotte stopcon tacten hebben. Daar zijn evenmin als met kranen, kapitalen mee gemoeid. Met behangen eigenlijk ook niet. Ten zij er te veel papier op de muur zit. Bij het verwijderen daarvan blijkt het soms zeer verkleefd met het pleister werk. Dan worden reparaties nodig. Gips en kalk zijn weliswaar niet duur; de tod, die het vakkundige verwerken ervan vergt, wel. Toch is in het laatste geval de kwestie eenvoudig. Recht toe- recht aan behangen is een aardige, zij het ietwat vermoeiende bezigheid. Althans voor iemand, die in de letterlijke zin een beetje handig is. Het bijpleisteren van muren en plafonds blijkt voor de niet-vakman een verbijsterende on derneming. Zeker als hij het met het orthodoxe gips en krijt probeert. Er lijkt niets aan. Maar eer het papje het gat dicht heeft, is het al volstrekt on- handelbaar geworden. Met enkele mo derne preparaten gaat het aanmer kelijk gemakkelijker. Gewone spijker gaten laten er zich netjes mee weg werken. Maar als er mankementen van groter omvang aan de dag tre den kan men echt beter proberen de huisbaas voor het geval te interesse ren. n schilderen. Het laten doen is tamelijk duur. Het vraagt im mers tamelijk veel tijd. Zelf doen dus maar? Het is een heel per soonlijke kwestie. Voor sommigen heeft schilderen iets fascinerends. Een oude kamer krijgt met een nieu we kleur een andere sfeer, het ver trouwde een frisse glans. Dit kan pret tiger wezen naarmate men er zelf meer aan gedaan heeft. Voor sommi gen. Anderen doet het helemaal niets. Het vervelende is voor de eersten, dat, naarmate zulk een vernieuwing meer nodig blijkt, het uitvoeren ervan tijdrovender en, eerlijk gezegd, verve lender wordt. Mankeert er aan de oude verf nog helemaal niets, dan is het nog tamelijk eenvoudig. Volgens de handleidingen, die men in iedere verfwinkel kan krijgen zoals in de desbetreffende zaken de regels voor het goed behangen hoeft men in zo'n geval het oude schilderwerk al leen maar met water en ammonia af te nemen, het met watervast schuur papier te bewerken en tenslotte met schoon water na te wassen. Het klinkt simpel, maar een aangenaam karwei is het niet. Sommigen lichten er dan ook de hand mee. Zij slaan het schuur papier over en gebruiken meer am monia. In vele gevallen houdt de nieu we verf dan toch. Maar pas wel op. Als iets van donkerbruin wit moet worden hoort er eerst wel grondverf aan te pas te komen. En zelfs van vuil geworden beige naar gebroken wit blijkt doorgaans een te grote stap. Omslachtiger wordt het, wanneer de oude verflaag behoorlijk is bescha digd. Een leerling van de ambachts school, die het vak aan het leren was, zei eens: dat noemen ze nu schilde ren. Het is meer krabben, schuren, slijpen, plamuren, gronden, weer pla muren en weer slijpen. Het schilderen is leuk, maar eer je daar aan toe bent. Hoe dan ook, het vraagt meer tijd en geduld dan men zou denken. Het is nuttig dit te weten, alhoewel het niemand hoeft af te schrikken. Men kan zich immers voornemen om niet de vakman te willen evenaren. Als het maar oogt. Dat doet het in derdaad al gauw. Behalve verf en kwasten mag men overigens ook dan wel een paar gummi handschoenen aanschaffen. Sommige zaken hebben die al heel goedkoop. Niet alleen om dat dit de handen gemakkelijk schoon houdt al zijn er verven die bijna niet druipen maar vooral omdat de ammonia nogal bijterig is, zeker wanneer men die sterk gebruikt. On nodig te zeggen dat het verstandig is de vloerbedekking te beschermen. Sommigen gaan, wanneer zij toch gaan schilderen, nog een stap verder. Gladde deuren zijn bijvoorbeeld in trek. Heeft men er met panelen, dan biedt hardboard uitkomst. Het is in elke timmerwinkel op maat te krijgen. Aanbeveling verdient het, de toestand van de aanwezige scharnieren te vo ren na te kijken. Zij krijgen een gro ter gewicht te torsen. Het zelf naaien van gordijnen zal voor de huisvrouw, als zij geen te moeilijke stof neemt, geen hei dens karwei blijken. Evenmin als het ophangen ervan voor haar man, ten zij hij met twee linkse handen behept is. Wel is er goed gereedschap bij no dig. Een klein boortje en een goede schroevedraaier. In het leggen van vloerbedekkingen moesten we ons hier maar niet begeven. Wie het beslist zelf wil doen kan er handleidingen voor vinden. Met zeil gaat het wel tamelijk eenvoudig, maar er zit zo weinig aardigheid aan. En spaart het wel veel geld uit? Want het sparen van geld was tot dusverre onze voornaamste leidraad. Men kan natuurlijk ook op andere gronden tot zelf doen komen. Des noods onder de invloed van een soort massa-suggestie. Is dit beschamend? Laten wij vaststellen dat zelfs de meest onafhankelijke geest nooit hele maal ontkomt aan wat de samenle ving beweegt. Laten we vervolgens aannemen dat de doe-het-zelf-rage ons ook gewezen heeft op mogelijkhe den, die wij ons niet bewust waren. Wie altijd alleen maar met de hersens werkt heeft wellicht nooit geweten, dat hij er naar hunkerde om zijn han den ook eens iets anders te laten doen dan lettertjes en cijfertjes op papier zetten. Welk een oude aandrift wordt er in mij bevredigd, wanneer ik zelf mijn huis prettiger maak om er in te wonen? Wanneer ik zelf een wiegje timmer of er alleen maar een nieuwe bekleding in vastspijker? En dat nu aangenomen kan het best wezen, dat ik, zelf schilderende, het even perfect wil doen als de vak man, en dat ik bijzonder trots ben wanneer mijn kennissen zeggen: heb je dat zelf behangen? Ongelooflijk. Zou dit genoegen een minder nobel motief wezen dan het sparen van geld? Laten we beiden lie ver op gelijk niveau stellen en boven dien opmerken, dat ze gemakkelijk samen kunnen gaan. Maar, als het om het genoegen gaat, dan worden de mogelijkheden wel anders. Blijkt de technische vaardigheid beperkt, dan zijn hierboven de voornaamste moge lijkheden wel aangeduid. Gaat de aan leg een bepaalde richting uit, dan ko men nog vele andere zaken in het verschiet. Dan is het nuttig een boek winkel te bezoeken. Want ook de uit gevers kennen hun tijd: er is op dit gebied.niet alleen een keur van boe ken, er verschijnen ook enkele tijd schriften, die op dit gebied nader on derricht bieden. Wel is het raadzaam van onder af aan te beginnen. Meteen zelf een huis bouwen leidt tot teleur stellingen. Uit deze waarschuwingen moge dan ten overvloede blijken, dat het boven staande alleen geschreven is voor wie in dit genre nog nauwelijks iets ge daan heeft. satie haar eigen obstakels begonnen is te overwinnen. De herontdekking, dat de kunstenaar in de allereerste plaats een maker is, Malraux drukt het uit met: „J'appelle artiste celui qui in- vente des formes", heeft nu lang zamerhand het woord industriële vorm geving tot een voor weinigen strak omschreven en voor nog al te velen vaag begrip gemaakt." Men hoeft alleen maar eens om zich heen te kijken in bepaalde win kels om er achter te komen, dat zelfs het beste wat de industriële vormge vers tot stand hebben gebracht dui delijk nog niet sterk genoeg is om de horde van wanstaltige gebruiksvoor werpen voorgoed de deur naar de vro lijke keuken te wijzen. Wat zou het een genot zijn om al die lelijke spullen, al die dwaze modieuze vazen en potjes, kommen en kannen aan scherven te gooien! Maar deze vrolijke kruistocht voor de goede smaak is ons niet be schoren. Het zou echter al heel wat zijn als alle uitingen van wonen, eten, slapen en drinken, kortom van onze be weging in de ruimte, die gestalte zouden bezitten, welke ook de minder bedacht- zamen op het gebied van de cultuur op het goede spoor zou zetten. Het waar- deniveau waarop het leven wordt ge taxeerd, zal duidelijker worden uit de omringende voorwerpen, die men zich heeft gekozen. Er zal echter een grotere mogelijk heid tot keuze van fraaie en inhouds volle gebruiksvoorwerpen moeten zijn. De aantrekkingskracht van alleen maar het functionele was voor kort nogal sterk. Misschien omdat het eer lijk was en tegelijk de leegte uitdrukte, die onze tijd, naar velen geloven, ken merkt. Tot op zekere hoogte is het functionele natuurlijk te verkiezen bo ven een mentaliteit, die alleen maar protserig wil doen en voorgeeft een levenshouding te bezitten en door mid del van dure spulletjes en zeldzame voorwerpen de eigen leegte wil camou fleren. Maar wanneer wij een klein ge bruiksvoorwerp als een theekopje aan schaffen, zelfs dan moet het toch mo gelijk zijn een bewuste keuze te maken uit een veelvoud van vormen. Goede en „verantwoorde" vormen, die herken baar zijn en beantwoorden aan ons ge voel. De tijd, dat wij zelf vazen en kommen maakten is voorgoed voorbij. De kunstenaar maakt waar wat de bur ger droomt. Het monster van de ma chine heeft voor goed zijn plaats in de samenleving ingenomen, maar het zal nooit gebeuren dat de vormende han den van een kunstenaar bij het hele productieproces niet meer in het ge ding zijn. Pogingen tot industriële vormgeving werden reeds in de eerste decennia van de vorige eeuw aangewend. Het bleef meestal bij een poging de voorwerpen, die uit de machine kwamen gerold, t« verfraaien. Van een schoon organisch geheel was geen sprake. Het begrip daarvoor is pas veel later ontstaan. Men ging vroeger nog te veel in de leer bij de schilderkunst; het afstand- nemen daarvan en het abstrikeren van elementen uit de schilderkunst voor dit doel waren nog onbekende mogelijkhe den. Het wezenlijk veredelen van serieprodukten in de enige zin van het woord is van deze tijd. De vormende kracht van het ambacht moest worden herontdekt en het is be grijpelijk dat dit geschiedde nadat de mens zijn uitvinding, de machine, meer en meer ging beheersen. Daarbij be hoorde ook de z.g. onpersoonlijke schoonheid van het zuiver machinaal vervaardigde gebruiksvoorwerp. De macht van het getal, de rechte ïijn, de cirkel etc. De schilders van het kubis me hebben tussen de jaren 1900 en 1930 grote belangstelling aan de dag gelegd voor gewone dagelijkse ge bruiksvoorwerpen. In onze tijd rest ons nIaLSv a- dan onze eigen werkelgkheid te creëren. En waar wij het hebben over gebruiksvoorwerpen bedoelen wij daarmee deze voorwerpen een vorm te geven die bij ons past. Maarhfa?f.Jia de kunstenaar niet langer de herschep- per zijn, die voor een klein publiek zyn kunsten vertoont. De oude scheiding tussen schilderij en gebru^sv^rwerp valt weg. Walter Gropius, Duits archi tect en oprichter van het beroemde Bauhaus, is de goede weg opgegaan en heeft duidelijk gemaakt - hu en een groep van andere begaafden, dat interessante gebouwen en gcbruiks- voorwerpen de saaiheid va^ het alle- daagse industriële leven zouden kunneD doorbreken. F. Dh-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 11