Godsdienst moet economische II d wijken waar hij een rem wordt geacht Klassieke muziek op de plaat OPERA, stereofonisch monauraal en 1 Ui E Elitevorming op Nieuw-Guinea stelt bijzondere Open brief tegen vertoont enkele eisen het missiestandpunt belangrijke hiaten N D Bij opbouw socialistische maatschappij Mozart, Beethoven, Offenbach, Wagner 3sssjïïnJt POLITIEKE STORMLOOP ZET IN i Vijfde P.M.S. voor zending (rt Europese adviesraad voor hoger onderwijs Katholieke Illustratie DINSDAG 5 APRIL 1960 PAGINA 11 VA-\».K5K (Van onze missiologische medewerker) Het bericht van het persbureau Nieuw-China te Peking op 17 maart, dat op die dag de bisschop van Shanghai, Mgr. Ignatius Kiung en met hem dertien Chinese priesters door een „volks uitspraak" tot zeer lange gevangenisstraffen werden veroordeeld, is de gehele wereldpers doorgegaan. Een dag later berichtte hetzelfde persbureau, dat Mgr. James Walsh tot twintig jaar gevangenschap was veroordeeld. Mgr. Walsh is Amerikaan. De koppen in de kran ten waren groter dan een dag tevoren en het officiële protest van de Amerikaanse regering via de Amerikaanse ambassadeur te War schau vier dagen later vormde weer groot nieuws. Met dat al raakte de veroordeling van Mgr. Kiung in de vergetelheid. Tegen dit vonnis werd niet bij de Chinese regering geprotesteerd. Dat is ook geen gemakkelijke taak. De martelgang van de Kerk in China heeft weer voor een moment de aandacht getrokken. De Zwijgende Kerk, waar- voor morgen bijzondere belangstelling wordt gevraagd, is immers onder deze plaat uit het dagblad „Ping Yüan voor ons een langzamerhand vertrouwd gegeven. n een open brief aan de minister van Binnenlandse Zaken hebben 2, leden van de jonge Evangelisch Christelijke Kerk op Nieuw-Guinea ge vraagd de vijfde primaire middelbare school op Nieuw-Guinea toe te wij zen aan de Zending. En hiermede wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de geschiedenis van de beschamende schoolstrijd, die op Nieuw-Guinea maar voort blijft duren. De kwestie wordt namelijk zo gesteld, dat dezt school niet aan de Missie toe mag vallen, maar de Zending toekomt. Tocl is de brief een waardig stuk; de ondertekenaren, onder wie zich behalve een aantal Nederlandse en Papoea-dominees ook enige vooraanstaande protestantse leken bevinden, vervallen niet in de polemische toon var verontwaardiging, die de betogen kenmerkte, toen men de Missie het recht ontzegde op een dergelijke school te Hollandia, Nieuw-Guinea's hoofdstad, die men nog al te gemakkelijk zag als het typische bolwerk van het overwegend protestantse noorden. Het is integendeel een rustig, met cijfers gestaafd betoog geworden, waaruit duidelijk blijkt dat er een niet te stuiten drang van Papoea's is naar verder onderwijs, waaraan de Zending door de huidige subsidiepolitiek niet tegemoet kan komen. Hel enige ontsierende in het betoog is dat men een tekort aan loyaliteit in de houding van de Missie suggereert, omdat deze tegen het verlangen van de toenmalige minister van Overzeese Rijksdelen, mr. Helders, in, vast hield aan de wens die eerste katholieke primaire school in Hollandia te bouwen. De vicaris van Hollandia, mgr. Manfred Staverman O.F.M. meende echter dat een dergelijke school, die de voormannen van de jonge Papoea-garde oplevert, thuishoort in de stad, waar die bewustwording van de Papoea het felst beleefd wordt. Nog onlangs schreef men op grond van die vasthoudendheid in Hervormd Nederland, dat bisschoppen Nieuw-Guinea regeren, een komische opmerking voor een land waar de katholieken zich in een emancipatie-strijd bevinden die op tal van punten vergelijkbaar is met hetgee.i katholiek Nederland in Schaepmans tijd doorstond. Ucht het toekomstig gelaat van Nieuw- Guinea gaat bepalen. Er zijn reeds vier van dergelijke scholen: de Zending heeft er twee; een is er voor openbaar onderwijs en de vierde is de katholieke school te Hol landia, waar men zo verbolgen over was. Nu vreest de Zending, dat de plan nen om ook het katholieke zuid-Nieuw- Guinea een dergelijke school te geven, PEKING BEDIENT ZICH VAN DE KATHOLIEKE KERK ft glme? Wanneer gaat men te ver? Ve len, dat is zeker en onder hen met na me mgr. Kiung van Shanghai en de op 5 februari 1958 gearresteerde mgr. D. Tang van Kanton, hebben steeds de ge hele Beweging als zodanig afgewezen om elk verwarrend en compromitte rend toegeven te voorkomen. In de van tijd tot tijd oplaaiende perscampagnes vormde het verzet tegen de Patriotti sche Beweging de hoofdbeschuldiging tegen hen beiden. Maar mogen wij hen veroordelen, die in de Patriottische Be weging met de feitelijke machthebbers zo ver mogelijk meegaan op het poli- tiek-maatschappelijk vlak om een mo- dus-vivendi te vinden en die een ge- wetensvrije godsdienstbeleving zo lang mogelijk willen verzekeren? Waar de berichtgeving uit China zeer onvolledig is, kunnen wij hier niet zomaar oorde len, laat staan veroordelen. Overigens zijn er aanduidingen, dat de communistische partijgangers binnen de Patriottische Beweging de teugels strak in handen houden en erin de la kens uitdelen. De katholiek-patriotti sche krant van Shanghai „Singko" nam op 27 februari 1958 als volgt stelling te gen mgr. Kiung en mgr. Tang: „Se dert de bevrijding van China heeft het land zich bevrijd van de kleine groep, die de macht in de Kerk in handen had, maar deze imperialisten gaan door in het buitenland met hun titels te pronken en zich bisschop of aarts bisschop van dit of dat bisdom in China te noemen... In het verleden heeft men wel enige zg. Chinese isschoppen be noemd, maar dezen waren naar voren geschoven door het imperialisme en bleven daaraan volgzaam. Deze bis schoppen volgden de reactionaire op drachten van het Vaticaan, pleegden verraad aan het vaderland en deden het volk onrecht. Zjj hadden werkelijk zeer weinig echt Chinees, zoals mgr. Kiung en mgr. Tang. Het Is juist dit soort mensen, die het Vaticaan zeer waardi ge bisschoppen noemt." Wanneer dit de normale toon is van de publikaties der Katholieke Patriotti sche Beweging, wanneer bij de bis schopsbenoemingen en -wijdingen bui ten Rome om sinds het voorjaar van 1958 deze Beweging de stimulator is, dan mag men aannemen, dat binnen de Mgr. Kiung, Bisschop van Sjanghai ruimte overblijft voor hen, die de uit eindelijke botsing met het rode regime op de kerngegevens van het katholieke geloof willen laten aankomen. We dienen echter altijd te waken voor een onware zwart-wit vertekening! Bij de brokkelige berichten over de werke lijke situatie, niet alleen naar buiten, maar ook binnen hart en geweten van de katholieken in China, kan een beoor deling moeilijk, zelfs onmogelijk worden. Een ding is zeker. De aanhoudende druk op de Chinese katholieken, nu reeds meer dan tien jaren en met al le middelen van een modern totalitair machtsapparaat, waarbij ook methoden als elders op deze pagina afgedrukte belastende spotprenten in de hele Chi nese pers worden gehanteerd, is blijk baar nog nodig. In de Kerk van China moeten dus nog innerlijke krachten le- ven én zijn opgeroepen, waarvan wij nauwelijks weten, omdat de publiciteit steeds cirkelt rond de Katholieke Pa „Wij beschuldigen de leiders van het Maria Legioen van contra-revolutionaire misdaden," zo luidt het onderschrift van een tekening in het Chinese communis tische dagblad „Ping Yuan Je-ban", dat te Sinsiang verschijnt. Patriottische Beweging nauwelijks nog steeds cirkelt rond triottische Beweging, maar welke krach ten geput worden uit de kern van het Christendom. En hoeveel miljoenen Chinezen zijn niet in deze jaren, wel licht met alle vals geleid onbegrip maar ook met huiverend respect, ge confronteerd met de Kerk van Chris tus, uiterlijk stervend doch tot zoveel leven komend? In 1949 gaf de generaal van de Je zuïeten aan de in China verblijvende leden van de orde als richtlijnen de volgende twee woorden van Christus: ..Als men u vervolgt in de ene stad, vlucht dan naar een andere" (Math. 10, 23) en ,,De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen" (Jo. 10, 11). Hij voegde hier aan toe: laat ieder in alle vrijheid en in de grootste gewetens rust doen, wat hij voor zich de wil van God acht. De nu tot twintig jaar gevangenis straf veroordeelde mgr. Walsh schreef in 1956 vanuit Shanghai te zullen blij ven. Dat was zijn keuze, die hij kón doen. Bedenken we, dat in het zwijgen van de Zwijgende Kerk in China voor de Chinese katholieken ligt opgesloten de onmogelijkheid om die keuze te ma- kén. En dat kan wel eens in het belang zijn van ons, die in onze vrije wereld waarmee de Kerk ook telkens op span nen staat, wél kunnen kiezen, zonder het leven op het spel te hoeven zet- Je-ban" staat: „De patriottische ten. gelovigen houden optochten voor de opheffing van het reactioZirëMarTa Legioen" A.J.KRAMER De officiële tekst van de veroorde ling van Mgr. Kiung en de anderen kan veel verduidelijking brengen om trent de situatie van de katholieken in China. „Het Hof verklaart, dat de anti-revo lutionaire kliek, met aan het hoofd Kiung Pin-mei, in de handen van de imperialisten een belangrijk instrument was tot omverwerping van het regime der volksdemocratie. Hun heimelijke verstandhouding met de imperialisten en hun verraad tegenover het vaderland onder het mom van de godsdienst zijn misdaden van hoogverraad". Hierop volgt dan de bewijsvoering: ,,De imperialistische agent Kiung Pin- mei, altijd al tegen het communisme en het volk, heeft in augustus 1950 de Post van bisschop van Shanghai aange nomen, volgens het slinks voorbereide Plan van de Amerikaanse spion James Edward Walsh en Antonius Riberi (de ln 1953 uitgewezen nuntius in China), een in de Kerk van China verborgen imperialistisch element, eerder gezant bij de bandieten van Tsjang Kai Sjek, en dat allemaal met de goedkeuring van het Vaticaan. Volgens Je instruc ties van de Amerikaanse spion Walsh, de imperialistische elementen Antonius Riberi en anderen heeft Kiung Pin-mei zijn kliek gevormd tezamen met Louis King en dertien anderen. Louis King had pas een lange periode van reactio naire scholing ondergaan in Rome en was teruggezonden door het Vaticaan om Kiung in zijn anti-revolutionaire activiteiten te helpen. Dank zij de actieve steun van het Amerikaanse imperialisme, heeft de kliek verraders en contra-revolutionai ren van Kiung Pin-mei onder de dek mantel van de godsdienst, volhard ln zijn pogingen om de verschillende po litieke bewegingen en de wetten en de creten van de regering te saboteren. De anti-imperialistische en patriotti sche beweging van de Chinese katho lieken hebben zij ondermijnd". Dan volgt nog een lijst van landver- raderlijke daden als het aanhitsen tot een oorlog van Amerika tegen China, acties tegen de beweging van wereld vrede, het verbergen van spionnen en wapens, clandestiene radiocontacten, bemiddeling tussen Amerika en de pre sident van nationalistisch China Tsjang Kai Sjek om het vasteland van China te heroveren, het doorgeven van inlich tingen over de industrieën tot nationale verdediging, enz. Wij zouden geneigd kunnen zijn nu alles als propagandistische bombast op zij te schuiven. Dit doen de communis ten zeker niet. Het rode dagblad „Ta- Kung-pao", ill Hong Kong verschijnend, schreef op 18 maart: „Er zullen nog wel mensen zijn die waarschijnlijk zeg gen, dat er geen godsdienstvrijheid Ts in China, maar raakt het verbergen van wapens en het plegen van spionage ook maar enigszins het terrein van de gods- De permanente vertegenwoordigers van de vijftien landen /an de Raad van Euro- Êa hebben in Straatsburg besloten een urope.se adviesraad voor het hoger onderwijs en onderzoek in te stellen. In deze raad zullen twee vertegenwoordi gers per land zitting hebben, een als re geringsvertegenwoordiger en een als vertegenwoordiger van de nationale uni versiteiten. De permanente vertegenwoordigers hebben voorts besloten een internatio naal centrum voor inlichting en onder lijk °P bet^ gebied van de beroepsop leiding te stichten. Het voorstel hiertoe was afkomstig van de Fransman Schnei- •?r> de speciale vertegenwoordiger van oe Raad van Europa voor vluchtelingen zaken en het probleem van de bevol kingsoverschotten. dienstvrijheid?" Men kan er van ver zekerd zijn, dat in deze weken door heel China propagandistisch munt geslagen wordt uit dit proces. Intussen vinden we bij nader toezien in deze procésacte toch de punten, waarmee de Kerk in een moeilijke po sitie wordt gebracht. De beschuldigin gen liggen zakelijk beschouwd op politiek terrein, al blijkt uit de communistische pers nergens, dat formele bewijsstuk ken zijn overgelegd. Maar met de vermelding van de Patriottische Bewe ging van de Chinese katholieken noemt men precies het punt, dat naar buiten toe de plaats van de Kerk in steeds sterker mate gaat bepalen. ln 1951 lanceerden de communistische autoriteiten ln China de z.g. Kerk van de Pri® Autonomieën. De Kerk zou onaf hankelijk moeten worden in zijn finan cien, zijn verspreiding en zijn bestuur, en ln deze opzichten los van Rome. .TiiLÜi le actie Is op een mislukking T".f'°pen. 'n bet voorjaar van 1956 ee e ''et regime langs andere weg Men8wiiL°P de katholieken te krijgen. een organisatie in het le- v?n katholieken die politiek Hiiseerd«S1,S met het reSime sympa- Vla hen> d,,s van binnen- ïLl SïJS zo sterke anti-revolu tionaire macht m handen krijgen. Vüüt'bereidende, regio- nale.TObgressen van de Katholilke oprichtingsbijeenkomst plaats te Pe- king. Er waren hier 24lP deelnemers, onder wie 11 bisschoppen en 72 pries- ters. Het is naderhand bekend gewor den, dat velen van hen onder de scherpste pressie zijn gedwongen naar Peking te gaan. VerschillemJe bis schoppen kregen bij aankomst op het station Peking pasklare rede in de hand gedrukt. En de communisti sche pers heeft in commentaren over dit congres moeten schrijven, dat „het anticommunistische, antivaderlandse, en antisocialistische verzet in Peking zeer sterk is geweest Dit bleek ach teraf ook hieruit, dat verscheidene deelnemers aan het congres „wegens hun positie en reactionair antivader- lands optreden aldaar' m het najaar van 1957 werden gearresteerd. Leest men artikel 2 van de statuten van deze Katholieke Patriottische Be weging, zoals dit (naar later bekend werd, onder protest van de meerder heid der deelnemers) werd „aangeno men", dan lijkt een en ander nogal mee te vallen: „De Patriottische Be weging is een vereniging van priesters en gelovigen van het gehele land, tot verbreiding van de patriottische geest, tot medewerking aan de socialistische opbouw van het land en aan andere pa triottische bewegingen, tot verdediging van de wereldvrede en tot ondersteu ning van de regering bij de toepassing van de godsdienstvrijheid". De moeilijkheid schuilt echter on verbiddelijk hierin, dat in die „Socia listische ophouw" in communistische zin de godsdienst een van de vele sociaal-maatschappelijke elementen is waarover alleen de Partij uiteindelijk gezag uitoefent. Godsdienst moet dientengevolge wijken, waar hij een economische rem wordt geacht. Zo gezegd is dit een brok theorie, dat voorlopig binnenskamers wordt gehou den. Maar daar wordt dit dan ook dui. delijk gesteld. In een geheime in- s„ructie van de Chinese Communisti sche Partij, welke „Bureau 106" op 12 februari 1957 uitgaf, luidt artikel 2: „Elke kameraad moet naar mid delen zoeken om door het doopsel lid te worden van de Kerk, zich... laten inschrijven bij het Marialegioen of, als het protestanten betreft, bij de Kruisvaders. Eenmaal zover, moeten zij een grote activiteit aan de dag leggen ende katholieken inscha kelen in de socialistische opbouw van het land". Intussen mogen we de vraag niet ontwijken, wat de katholieken in deze Patriottische Beweging voorstaan. Hoe vee! werkelijke co nmunisten zitten hier onder? Hoevelen zoeken via deze hun onvermijdelijk voorkomende weg eerlijk nkele jaren geleden heeft Decca een complete uitvoering gepubli ceerd van Mozarts „Cosi fan tutte" onder leiding van Karl Böhm en met een dermate uitgelezen bezetting van artisten van de Weense Staatsope- ra, dat men van de vervulling van een droom kon spreken. Thans heeft Decca een stereofonisch uittrek sel uit deze opvoering op één plaat in het Ucht gegeven (SXL 2058), die de sterkste eigenschap van stereofonie nog eens in een verrassend licht zet. Die sterkste eigenschappen schuilen niet in de bijzondere effecten, die men kan te weeg brengen, doch ze bestaan essen tieel in de grotere ruimtewerking van de klank. Aangezien de oorspronkelijke monaurale uitgave ook acoustisch bij zonder goed geslaagd was, had men hier de ideale voorwaarde om een stereofo- nische reproductie te maken, die aan klank in het geheel niets tekort zou ko men. Dit is hier dan ook volmaakt ge slaagd. Men hoort het orkest onder Böhms ragfijne leiding, en deze zes weergaloze zangers: Lisa Delia Casa, Christa Ludwig, Emmy Loose, Anton Dermota, Erich Kunz en Paul Schoeff- ler. Men hoort dat alles nu in de puur ste timbreringen vrü ln de ruimte staan. „Highlights" noemt Decca dit uittreksel. Dat gaat nauwelijks op voor „Cosi fan tutte". Het werk is een on afgebroken aaneenschakeling van hoog tepunten. Men heeft hier een keuze ge daan, doch men zou ook met evenveel recht een andere hebben kunnen doen. Degenen, die Mozart beminnen en voor stereofonie in de markt zijn, mogen de ze plaat noteren. Do Muzikale Meesterwerkense.ie (Paulus Potterstraat 12 te Amsterdam) heeft op twee platen een volledige weer gave gepubliceerd van Beethovens „Fi delio" (een monaurale weergave wel te verstaan), waarvoor Carl Bamberger als dirigent de artistieke verantwoorde lijkheid draagt met koor en orkest van de Nord-Deutsche Rundfunk, terwijl in de voornaamste rollen staan Gladys Kuchta (Leonore), Julius Patzak (Flo- restan), Heinz Rehfuss (Pizarro), Erich Wenk (Don Fernando), Karl Kümmel (Rocco), Melita Muzely (Marzelline) en Helmut Kretschmar (Jaquino). Het is een niet volmaakte uitvoering, maar zij heeft een aantal niet te miskennen sympathieke en zelfs inzicht verschaf- ■i (Van een bijzondere correspondent in Hollandia) ferealiseerd zullen worden en dat daar- oor de reeds scheve verhouding nog verder vertrokken zal worden. De open brief is dus een pleidooi om die vijfde PMS toe te staan aan de Zending. SHiH— - -r*" Gaat men echter aan de begrijpelijke gevoelens van onlust, die worden opge wekt door het feit, dat de Missie een achterstand in de beschavingsarbeid met sprongen wegwerkt, voorbij, dan rest er een waardevol betoog, dat slechts ontkracht wordt wanneer men ziet welk getal in het cijfermateriaal ontbreekt en welke handtekening bij de onderteke. lars. Het kernpunt van het betoog Is, dat er een slordige 4000 protestantse kin deren in hun verdere schoolopleiding niet die uitloop hebben, welke moge lijk is voor de 2J00 katholieke kinderen, die vervolgonderwijs hebben genoten Die uitloop bieden namelijk de Nieuw- Guinese kweekschool, de technische school en de primaire middelbare school. De Zending heeft zeven van die scholen en de Missie vier; in de prak tijk van dit ogenblik betekent dat voor de protestantse kinderen dat slechts de helft kan doorstuderen, terwij] bijna 70 pet van de katholieke kinderen die kans heeft. Deze onbillijke verhouding neeft zich nu toegespitst rond de moge lijke toewijzing voor subsidie van een nieuwe primairg middelbare school. Dit schooltype if n.l var bijzonder be naar een modus vivendi met het re-1 lang voor de z.g. élite-vorming, die wel- u liggen de kaarten in feite zo, dat de openbare school bevolkt is met protestantse leerlingen. De oriefschrijvers stellen wel dat er een goede duizend abituriënten van openbare voedingsschoien zijn voor die openbare PMS, maar die wonen zo ver spreid over Nieuw-Guinea, dat zij be paald niet naar die school te Sorong op de uiterste westpunt van Nieuw-Gui- nea gaan, om onderwijs op een open bare schooi te volgen. Voor confessio nele leerlingen li't dat anders. De leer lingen van opent are scholen zoeken hun veg in 'e plaats waar ze wonen. Het gouvernement wil echter ook wel meedoen in die élite-vorming van de Papoea, zodat men op een plaats waar twee corporaties concurreren aan een PMS het predicaat Mgr. dr. M. STAVERMAN O.F.M. Apostolisch-Viearis van Holland ia. „openbaar" gegeven heeft. Hoeveel eleganter zou het zijn de feitelijke toe stand te legaliseren en de openbare school over te dragen aan de Zending, zodat 'uidelijk blijken zou dat er min der protestantse kinderen in hun op leiding geblokkeerd zijn dan men op het eerste gezicht zou menen. Wat echter door het gemanipuleer met cijfers verdoezeld dreigt te wor den, is he* feit -lat het werkterrein van de Missie nagenoeg even groot is als dat van de 50 jaar oudere Zen ding, zodat de verhouding tussen katho liek en protestant, lie al jarenlang op Fifty-fifty basis behandeld wordt, op een onloochenbaar feit steunt. Ook al 'egt de Missie, die veelal in primitiever gebied werkt, het accent soms meer p directe missioneringsar- beid dan op de meer genuanceerde be schavingsarbeid, toch hebben haar dorpsscholen nog een 180C3 leerlingen tegen de Zending 24000. En deze ver houding van 3:4 wordt natuurlijk niet naa rwaarde gehonoreerd door een aantal primaire middelbare scholen van 1:3 of praktisch 1:4. Het is dus jammer dat men in zijn behoefte aan onderwijs wil orzien door de Missie haar gerechtvaardigde vraag om een tweede PMS te bestrijden. Het zou jammei -Ün -Is de achtergrond hier van vrees voor dit onstuimig-opbloei- end katholieke apostolaat was. Het if. immerj wel mogelijk het aan tal van tllerlei scholen en leerlingen aantallen bijeen te zetten en dan te be wijzen, da. de behoefte aan Missiekant niet half zo groot is, maar men dient dan .och ook te vermelden dat alleen al zuid-Nieuw-Guinea, d.l. het vicariaat Merauke een kleine 170 ongesubsidieer de, maar waardevolle dorpsschooltjes heeft, die geen financiële steun kunnen verkrijgen omdat de gediplomeerde on derwijzers o >tb. aken. En deze onder wijzers blijven ontbreken, omdat er zo wel voor het vervolgonderwijs als voor de onderwijsopleiding een groot te kort aan gesubsidieerde scholen is. De Missie moge dan in staat zijn ten koste van financiële offers en in te genstelling tot de Zending een groot aantal van dergelijke dorpsscholen op te richten en in stand te houden, het mag toch geen /erwondering wekken, dat het zoveel duurdere voortgezette en kweekschoolonderwijs tot de onmoge lijkheden behoort. Zo draait men in een cirkel, de vica t. betalen het gelat en niettemin voelt de Zending ziel achtergesteld. Het is duidelijk dat juist 'en gunste van het vicariaat Merauke de subsidiepolitiek een volle slag om moet. at het icariaat Merauke meedoet in de race om primaire middel bare scholen is een wijze daad. In de politieke stormloop, die op het ogen blik op N'euw-Guinea inzet, is het vi cariaat van Merauke verantwoordelijk voor de ontwikkeling en bewustwording van een enorm stuk Nieuw-Guinea. Er is geen tijd eerst het onderwijs in de onder- en middellaag volledig evenwich tig uit te bouwen, want het is alles élite-vorming wat de klok slaat; men mag zich daar dus niet blind staren op een onderwijzerstekort, dat schuld is aan een groot aantal ongesubsidieerde scholen. Het één moet zo goed als het ander. De leidraad is: geen onderont wikkeld gebied binnen een onderontwik keld gebied In deze sfeer Is het van belang te constateren dat bij de handtekeningen onder de open brief die van twee vooraanstaande Papoea's ontbreken. De beide autochtonen, die door het fouvernement gekozen werden om e Nederlands-Australische conferen tie te Hollandia bij te wonen, weiger den ondanks herhaalde aandrang een stuk te tekenen, dat de Missie op verlies van een subsidie zou kunnen komen te staan. Ofschoon zij protes tant en goed-protestanl zfln hebben noch Kaisiepo noch Inury het goed geoordeeld een Instantie, die de Pa poea's vooruithelpt uit confessione le overwegingen te hinderen. Het is niet zeker, dat zij oog hebben voor een goede spreiding van de élite vorming over Nieuw-Guinea, maar het lijkt duidelijk dat zij geen bemoeienis wensen te lebben met ae uit Nederland stammende rivaliteit tussen geloofsge nootschappen. Zij trekken een duidelij ke lijn tussen hun eigen christelijke Kerk en de verlangens van het school- beheer, dat in handen is van de Ne derlands Hervormde Kerk. Zij zijn geïr riteerd door bel feit dat de Zending de Papoea wel het Evangelie, maar niet het schoolbeheer toevertrouwde. Het is verder wat ironisch voor de open-briefschrijvers, dat het argument waarvan z(j -ich fel bedienden om de katholieke primaire school te Hollandia te weren, zich nu tegen henzelf keert. Voor een goede spreiding van het on derwijs wilde en immers een school te Merauke, nu Merauke die school vraagt en er (men betwist dat niet) ook recht op .can doen gelden, nu iaat men die spreiding plotseling los ten runste van nog eens -en school in pro testant gebied, waar er reeds vier zijn. In de »roud van de zaak weigert men te erkennen dat i'.e aangevochten school te Hollandia katholieke leerlingen telt, die niet uit het zuiden komen. fende kwaliteiten. Sympathiek is de al gemene muzikale sfeer, waarin Bam berger het werk plaatst en in verband daarmee treden dan ook kwaliteiten naar voren, die bijdragen tot het in zicht in de vraag, hoe men dit proble matische stuk dat „Fidelio" is, dient te benaderen. Bamberger beoefent slechts met mate de heroïek, waarmee de beste Fidelio-dirigenten de partituur attaqueren. Hij doet daartegenover, eer lijk gezegd, waar heroïek en dramatiek onafwijsbaar hun volle deel moeten heb ben, wel wat te weinig, maar dat is hier nu niet het allervoornaamste. Be langrijker is, dat hij de lyriek en de eenvoudige innige toon van menige scè ne veel meer nabij komt dan vele an deren. Ik noem hiervoor zowel de ge vangenentoren in I, die in hun gedemp te toon en gedrukte expressiviteit zeer aangrijpend zijn, als het duet van de graafscène en het daarop volgende trio tijdens het kerkertafereel in II. Daar ligt iets in de ingehouden toon der heel eenvoudig en zonder groot pathos zin gende stemmen, dat u aan het hart gaat, en men bedenkt, dat het Beetho ven zo voor de geest gestaan moet heb ben. De gezonde pathetiek van derge lijke momenten leeft in de muziek zelf. Men moet haar slechts eenvoudig mu siceren, en dat doet Bamberger dan ook met zijn artisten. Een voordeel van deze opvatting is ook, dat de tamelijk onbelangrijke en conventionele openings scènes het duet van Jaquino en Mar zelline, gevolgd door haar aria veel logischer in het geheel liggen, zij ste ken minder af bij de rest, omdat deze is afgedempt ten gunste van een indrin gender menselijkheid. De solisten volgen de dirigent in het algemeen zeer wel in deze zienswijze. Het is jammer, dat men er Patzak nog eens in heeft gezet. Zijn stem is al te ver heen, maar Florestan beheerst het stuk, op weinige uitzonderingen na, vol strekt niet. Dat doet wel Leonore, die in Gladys Kuchta een hogelijk waar deerbare vertolkster vond, uitnemend zingend en zeer muzikaal. Zo is ook Kümiuels Rocco en de kleine rollen van Marzelline en Jaquino. Erich Wenks stem is te licht om een voldoende sono re Fernando te geven en dit geldt eigen lijk ook voor Heinz Rehfuss als Pizarro. De partij ligt feitelijk buiten zijn vak, maar hij zingt haar zo mooi. Het is dus wel een opname van uiteenlopen de hoedanigheid, maar nochtans een met een doorslaande gunstige balans. Dit komt vermoedelijk ook daar van daan, dat MMS ditmaal van haar ver keerde gewoonte is afgeweken om te veel op één plaat te willen zetten. Het had bijna voor de hand gelegen er nog eens de ouverture Leonore III aan toe te voegen, doch zij heeft het niet ge daan. De vier plaatzijden zijn uitslui tend voor „Fidelio" bestemd gebleven, zodat er ruimte bleef voor de parlandi, die voor het dramatische verband on ontbeerlijk zijn, en er ook tijd genoeg was om rustige tempi te nemen en daarin details uit te spelen. Dat is voor het klinkende resultaat van beslissend belang. (MMS 2120). Dit laatste kan men nu juist weet niet zeggen van de opname, die MMS onder No. 2108 ook op twee platen heeft uitgebracht van Offenbachs „Les contes d'Hoffmann" onder direc tie van Pierre-Michel Le Conté met koor en orkest van de Concerts de Pa ris. De solisten zijn over het alge meen heel goed gekozen. Men hoort Mattiwilda Dobbs (Antonia en Olympia), Uta Graf (Giulietta), Leo pold Simoneau (Hoffmann), Heinz Rehfuss in de vier incarnaties van de kwade genius, om maar de voor- naamsten te noemen. En alles loopt heel wel van stapel, maar er is te veel van de herhalingen gecoupeerd en de tempi zijn te egaal en te haas tig, omdat men kennelijk in tijdnood zat. Wat men hoort is in menig op zicht goed, doch het dringt niet hele maal door. Muziek heeft haar tijd no dig om in de geest binnen te dringen. De wonderen van Offenbachs parti tuur worden de luisteraar op die ma nier al te onvolledig geopenbaard. Tot besluit een andere opname van Decca (monauraal ook deze) met „high lights": uit Wagners „Meistersinger" in een uitvoering onder leiding van Hans Knappertsbusch en eveneens in een bezetting van de Weense Staatsope- ra, het koor van dit instituut, de Wie ner Philharmoniker, en de beste van haar solisten, zoals Schoeffler als Sachs, Otto Edelmann als Pogner, Gun- ther Treptow als Walther, Anton Der mota als David, Hilde Gueden als Eva, de enige, deze laatste die niet uitslui tend plezierig is, omdat zij zelden zui ver zingt. De plaat bevat het Voorspel, Walthers „Am stillen Herd" en zijn proeflied „Fanget an!", de Flieder- en de Wahnmonologen van Hans Sacks, de „selige Morgentraum-Deutweise"' het kwintet nl., en de slotscène vanaf het Preislied. De Wagnerianen zullen er ruimschoots hun vreugde aan beleven, L. H. De Katholieke Illustratie geeft deze week op de voorpagina een kleuren- prent naar het eerste geschilderde por tret van BenardusKardinaal Alfrink Het portret is gemrfakt door Frans Hammers in de vlotte penseelstreken die zo typisch zijn voor diens illustra tief werk. Het spijt ons te moeten zeg- sen dat dit schilderij niet goed is. Het is te mooi, niet sterk genoeg en bo vendien zijn de kleuren niet fraai. De kardinaal, het valt toch wel direct op, heeft duidelijk 'n krachtig ge zicht, dat meer karakter vertoont dan t voorplaat afgebeelde. J. W. Hofwijk is voorts op zoek ge weest naar ouderwetse winters. Onder °f. «tel Sneeuw in Helsinki" vertelt hij zijn belevenissen, die hij opdeed tij dens zijn vijfentwintighonderd Scandi- foto's Iometers !ange reis. Goede Waarom en hoe de hoofdredacteur van de Pravda in 1957 zijn mond moest houden over het lanceren van de eer ste Spoetnik, wordt verteld in een inte ressant verhaal met niet al te beste foto's. Nog nooit had een journalist zo'n primeur in handen gekregen. Maar ln de Sovjet-Unie maken ze op een andere wijze een krant dan in de vrije wereld. Hoe ook hier de commu nistische propaganda een woordje mee spreekt wordt in d-t artikel duidelijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 15