Laatste reuzen uit de oertijd
WALVIS JACHTzwaar karwei
voor achthonderd bonkige kerels
Vier maanden lang regeert een vreselijke
stank op Smeerenburg
Geen brokken
in ijskast mee
naar huis
KATALAANS regionalisme
steekt de kop weer op
Vraai
Antwoord
Gooise weg nadert voltooiing
„Willem Barendsz" is niet uit op
vlees maar op kostbaar traan
Verzet tegen aan
Franco verknochte
hoofdredacteur
55SMS Xn£ „S. M"°m
to #1
DONDERDAG 14 APRIL 1960
PAGINA 19
Ergens in de Zuidelijke Poolzee, waar een blink winters zonnetje
schittert op het blauw en groen en rose en grijs en wit van
drijvende eilanden van ijs, vaart een Nederlands dorp: „Smeeren
burg". Het dorp van de walvisvaarders van de Willem Barendsz, het
fabrieksschip met vijfhonderd man aan boord. Dat zijn de zeventig
zeelui van Terschelling en Schiermonnikoog, de eilanden waarop de
kerkhoven, de graven van roemruchte commandeurs zijn afgeperkt
met potvistanden. En het zijn de ruim vierhonderd boerenknechts,'
c e meesten van Friesland en Noord-Holland; de potelingen, die niet
zeven stille wintermaanden bij de boer achter de kachel wilden zitten
6n dus hebben aangemonsterd als flenser en beenzager, potman of
traankoker, vleessnijder of lemmer. Dan zijn er ook nog de bijna
driehonderd man van de dertien stoomjagers, die achter de blauwe
walvissen aan zittten en achter de kudden potvis. Ze pikken er een
paar vette tussen uit en jagen die de harpoen in het spek, met voorop
de granaat, die in de longen zal ontploffen, zodat de laatste reuzen
Uit de oertijd een snelle, zoal niet zachte dood sterven.
MODIEUZE KOSTUUMS
TWEN KOSTUUMS
SPORTCOLBERTS
DRI-SIL REGENJASSEN
Opgepompte kadavert non een blauwe walvis, drijvend op de rug achter de boot aan.
ventig ton gewicht van een blauwe wal
vis, maar het water helpt dragen en
het kadaver kan worden opgepompt tot
de expansie-richels van de borstkas
wijd uit staan en het dode lichaam
drijft. Het eigen spek sluit als een prop
de ventiel van de borstkas en de vangst
wordt in vlag gezet en opgehaald door
de boeiboot. Achter de „Willem ba
rendsz" drijven dan de buitruggen.
Door de „slipway" worden ze naar
binnen geklauwd en op het flensdek
en het vleesdek In twintig minuten
gesloopt, vernield tot een bloedige rnas-
sa blubber. Lillend spek en in stukken
gezaagde botten worden dan naar ae
grote kookpotten gebracht: enorme
„koffiefilters" waarin onder hoge druK
de traan wordt uitgekookt. Vijf en tach
tig procent van het spek wordt traan,
lichtbruine, zachrose traan: 24.000 ton
in totaal, die door de „Bloemendaal
en de „Van Rossum", de twee tan
kers, worden opgehaald en afgeleverd
bij de Unilever die er smeuiige mar
garine van maakt.
Nog een rukkie dan is het Quo
tum vol. De „chantyman" zal m de
manschapsverblijven bij zijn trekhar-
monica de liedjes gaan zingen die naar
huis doen veriangen. Dan vaart de
vloot snelle catchers vooruit naar
Kaapstad, waar de jagers worden op
gelegd tot volgend seizoen. De Noorse
harpoeniers reizen op een Zuidafri
kaans paspoort per vliegtuig naar moe
der in Noorwegen; op een Zuidafri
kaans paspoort om de wet te ontdui
ken die elke Noor verbiedt voor een
vreemde mogendheid te varen „op de
waal".
Aan boord van de „Willem Ba
rendsz" krijgen eindelijk de echte zee
lieden de kans eens met wat putsen
zeewater de boel te beredderen. Het
dek was bespijkerd met planken die
intussen doordrenkt zijn van bloea
en smurrie, en die planken Saan
overboord op de thuisreis. En brand
schoon komt het schip voor IJmui-
den. Op de tocht door het Noordzee-
kanaai komt de geldkist op tafel en
elk lid van de bemannning krijgt
zijn deel, gage en premie vermin
derd met de maandbrief van moeder
de vrouw.
De zeelui monsteren bij Vinke op
de Oostzee-vaart of een tanker; oe
boerenknechts gaan naar hun dorpen
en gehuchten voor het lentelijk kar
wei in de gierputten. En de walvis
en potvis trekken op naar de zomer
over de veertigste graad zuiderbreed
te, waarboven niet gejaagd mag wet-
den. Ze zullen er zich weer vet gia-
zen en dan tegen het einde van
de zomer zwemmen ze opnieuw naar
de IJszee, voor de bruiloft en om te
pogen de soort in stand te houden
tegen de jachtlust van de mens m.
Zijn het de laatste? Daarover wordt
zwaar geboomd in de manschapsver
blijven van de „Willem Barendz", zo
als er ook heftig over is en wordt ge
praat aan de ronde tafels, waar de he
ren van de Walvisconventie confereren.
Altijd door confereren, omdat ze het
nooit eens zijn. Zo min als men het
In de manschapsverblijven eens is; de
één zegt somber, dat deze of de vol
gende keer weieens de laatste expedi
tie van de „Willem Barendsz" zou
kunnen zijn. De ander beweert dat er
nog walvis zat is, al zie je ze minder
dan dertien jaar geleden, toen ze voor
het eerst de machtige rust van het
Zuidpoolgebied kwamen verstoren.
Walvis en grote vinvis zijn er nog zat;
ze zwerven in onze zomer, die hun
winter is, in alle oceanen tot voorbij
de evenaar. Is er niet eens een in
het Zuidpoolgebied aangeschoten potvis
voor de tweede maal geharpoeneerd in
de Noordelijke IJszee? Walvis en pot
vis zijn er nog genoeg, maar de stieren
en koeien van de zee zijn na zoveel na
oorlogse jaren van jacht ook hier
slimmer geworden en spelen schuile
vinkje tussen de ijsbergen.
We zullen er niet over redetwisten;
er is al genoeg over gesproken in de
Conventie en Nederland heeft trouwens
die Conventie vaarwel gezegd, al hou
den we ons nog wel aan het quotum:
zoveel eenheden waal en dan stoppen
en thuisvaren met volle tanks traan
voor de margarine en spermolie van
de potvis voor schoensmeer en lippen
stift en het druppeltje olie in elk hor
loge. En behalve de traan de tonnen
en tonnen uitgekookt vleesmeel, dat als
veevoer dient en dit jaar voor het
eerst 1500 ton best walvisvlees, dat
h v°orvei'kocht aan een Engelse fa- p -
voot; honden- en kattenvoer. Mis-
^i°0Pie viezigheid mee, dat
heet en dat vroeger zo kost-
haaj" _Was, vo°r de parfum-industrie,
doch dat tegenwoordig z'n stank niet
meer waard is.
Stank vult vier maanden lang de
neusgaten van heed de bemanning van
de „Willem Barendsz"; 20'n stank, dat
ze het traanluchtje niet ruiken, dat op
stijgt uit de walvis-biefstuk, die de kok
afsnijdt van een mals koetje. Aan
boord smaakt zo'n walvisbiefstuk
voortreffelijk, maar kapitein Imke
Klijn en stuurman h. Jansma hebben
afgeleerd in de ijskast een paar mooie
brokken mee te nemen voor moeder
de vrouw: Nederlanders thuis lusten
geen walvisvlees - behalve dan als het
in een heel klein en peperduur blikje
komt uit een delicatessenwlnkei
Japanse goulach heet
(Van een correspondent in Spanje)
Toen generaal Franco in 1939 defi
nitief zijn bewind over de Spaan
se gewesten had gevestigd, haal
de hij onmiddellijk een streep door alle
regionale aspiraties van de landstreken
Baskië en Katalonië. Alle vroeger be
staande voorrechten, die aan deze stre
ken een zekere mate van zelfbestuur
hadden gegeven, werden ingetrokken en
de streektalen werden verboden in offi
ciële documenten, op de scholen, in de
kerken en in de dagbladen. Zelfs de
Katalaanse dans bij uitnemendheid, de
Sardanas, mocht jarenlang niet gespeeld
en gedanst worden. Indien de Katala-
nen en Basken nog droomden van soe
vereiniteit van een deelstaat binnen een
Spaanse federatie, dan hadden zij daar
volgens Franco tijdens de tweede re
publiek tijd genoeg voor gehad en kon
tien zij niet beter doen dan accepteren
dat de nationalistische legers voor goed
die droomrepublieken hadden versla
gen en ingelijfd bij het Ene, Grote en
Vrije Spanje. Het openbaar gezag zou
deze provinciën de eer bewijzen hen
op gelijke voet te besturen als de zus-
terprovineies van het overige Spanje.
Een grote politiemacht, strenge grens
bewaking en een onverbiddelijke cen
suur zorgden ervoor dat elke poging om
de oude regionale hartstochten opnieuw
wakker te roepen, feilloos de kop werd
ingedrukt.
De historische ontwikkeling heeft
daarbij aan de kant van Franco ge
staan. Binnen het raam van de groeien
de Europese gedachte zijn de Basken
en Katalanen de eersten om te besef
fen dat de tijd voor overdreven re-
We iagen de walvis niet om het vlees,
doch om de smeer, de traan. Elk van
de dertien jagers vaart op het instinct
van ecn Noorse harpoenier die wéét
welke koers hij moet v*ïelL0"]' ®hs
ochtendnevel optrekt net m de buurt
te zijn van de walvissen. Ze „grazen
met een zevenmijls vaartje ze spe
len met hun babies, en in
het kraaiennest roept ■•blost1 h;.
schreeuwt in het Noors - als_mj de
condenspluimen van hun!n.®nti(F„g
ziet. Dan gaat de jager in
mijls vollekracht achter walvis aan
die met een twintig niijls vaart de
kuier neemt, maar dat metv
houden. De ijzeren staa* uit het
van de jager treft het dier; de g -
naat ontploft; het kadaver zlj inrl.
wordt omhoog gehieuwd aan de nyiu
draad die een breekkracht heeft van
twaalf ton. Niets vergeleken bij de z?"
grote bek van de walvis. De pluimen van baleinen zeven het voedsel uit de zee.
I gericht aan 00
ftnütetim «'mi blad (met te de Unieer-bovenhoek der
JZoenrubrUJC). De beantwoording ge-
schiedtoratie! De Redactie behoudt eich echter het recht
voor beoaalde vragen «tot «oor beantwoording to aan-
merüngudoen komen. Over de beslissing dienaangaande
km niet «Borden gecorrespondeerd Gaarne vermelding
van naam en adres bë de ingezonden vragen.
Men S^ufti er nog rekening mee, dat men minstens H
dagen op antwoord tul moeten wachten en dat ket one
niet mogeUjk toto op tot pereoonlüke
Belastingberekening
C. J P. vraagt inlichtingen over te
betalen belasting in 1959 en aftrek
posten, onder opgave van enkele ge
gevens.
We beginnen met een viertal opmerkin
gen:
1. De bijdrage in het onderhoud van de
schoonmoeder is niet aftrekbaar.
Voor aftrek in verband met een bui
tengewone last is deze te gering.
2. Het is ons niet duidelijk, waarom
er loonbelasting is afgehouden van
het pensioen en van de A.O.W., apart
nog wel, doch wij nemen nu maar aan
dat uw opgave juist is.
3. Eveneens nemen wij aan dat het be
drag ad. 105.30 (onder „hypotheek")
rente betreft, die betaald is en dat
daarmede dus geen aflossing wordt
bedoeld.
4. Tenslotte nemen we aan, dat de in
gehouden loonbelastingbedragen niet
op het loon in mindering zü'n ge
bracht. Dat moet n.l. niet, daar ze
op de te betalen inkomsten-belasting
in mindering komen.
VB DRIE
Wat de belastingberekening betreft het
volgende: de aftrekposten worden dus
lager 72.— en bedragen
ƒ643.11 - ƒ72— ƒ571.11
Het zuiver inkomen bedraagt ƒ5540.76
hier gaat af 57111
blijft zuiver inkomen:
Gaat af ouderdomsaftrek
ƒ4969.65
624.—
ƒ4345.00
Inkomstenbelast, tariefgroep II 350.00
reeds ingehouden 294.00
Nog te betalen
56.00
AOW-premie
Wanneer een man 67 jaar is en
AO.W. geniet, behoeft er voor zijn
vrouw die b.v. 03 jaar is, geen
A.O.W.-premle te worden betaald.
Hoe staat het nu als het andersom
is? Mijn vrouw is 67 jaar en geniet
A.O.W. uitkering en ik ben pas 68
jaar en invalide. Door een bijzonde
re bepaling in de A.O.W. is dan een
uitkering aan de vrouw mogelijk.
Moet ik in dit geval nu premie be
talen? aldus de vraag van A. J. W.
Neen, u bent in dit geval geen premie
voor A.O.W. verschuldigd. Een evt.
werkgever moet desniettemin premie
inhouden van u; deze krijgt u bij het
opleggen van de aanslag terug.
Woningwetwoningen
3. H. v. d. E. vraagt: heeft de loon
grens 6-900 of 7.450) invloed
bij het huren van een woningwet
woning?
De onderscheidene gemeentebesturen
wijzen de huurders aan en zij zijn het
die natuurlijk wel rekening zuilen hou
den met het inkomen van de a.s. huur
der. Deze woningen zijn immers ge
bouwd voor de minder draagkrachtigen,
doch het is ons niet bekend waar de
loongrens ligt; dat is een zaak van ge-
meentebleid. Het door u genoemde per
centage van 15 pet is wel heel laag en
past in het geheel niet meer in de te
genwoordige tijd, waarin de huurprijs
van nu ten opzichte van het peil van
1 januari 1940 ligt op 220, als uitgegaan
wordt van 100 op evengenoemde datum.
Stelt u zich derhalve iq verbinding met
het huisvestingbureau.
Legitieme portie
Mijn schoonmoeder heeft enig ka
pitaal dat na haar overlijden aan
mijn vrouw (enige dochter) toe
komt. Nu kunnen beiden niet goed
met elkaar overweg en ik heb ver
nomen, dat zij dit kapitaal niet aan
haar dochter, doch aan onze kinde
ren vermaakt. Gaat dit zomaar?
Heb ik als schoonzoon ook nog een
vinger in de pap? zo vraagt
A. B. te N.
Zeer waarschijnlijk doelt u hier op de
z.g. making over de hand met de ver
plichting om te bewaren en om uit te
keren (artikel 1020, lid 1 van het Bur
gerlijk Wetboek), waarbij alle kinderen
van de bezwaarde aangewezen worden
als verwachters. Deze making mag
echter niet in strijd zijn met het andere
wettelijke voorschrift, nl. dat kinderen
Advertentie
Prijzen van 98.00 tot 168.00.
vanaf 79.00.
in licht gewicht en leuke tweed-
stoffen vanaf 29.75.
BIJPASSENDE PANTALONS
in Perion, Terlenka, Trevira en
Draion vanaf 24.50.
vanaf 39.00.
GEN. CRONJÊSTRAAT la-lb
Telefoon 53334
recht hebben op hun wettelijk erfdeel.
In uw geval betreft het één kind (doch
ter). Haar legitieme portie bedraagt
de helft van hetgeen zij gehad zou heb
ben indien er geen testament gemaakt
zou zijn. Over het andere deel mag op
bovenomschreven wijze of anderszins
worden beschikt.
Belasting en studiebeurs
Ondergetekende heeft een zoon, die
voor onderwijzer studeert. Daar ech
ter de inkomsten te gering zjjn, is
een studiebeurs aangevraagd en
verkregen. Elk jaar doet zich het
vreemde geval voor dat ik voor de
ze beurs wordt aangeslagen, aldus
A. W.
Er zijn verschillende soorten studie
beurzen, n.l. periodiek uitgekeerde en
niet periodieke; uitkeringen aan student
of aan de vader; al dan niet renteloze
voorschotten, welke al dan niet kunnen
worden kwijtgescholden. Er is dus zon
der meer gegevens op de vraag geen
exact antwoord te geven, daar de ver
schillende vormen voor de inkomsten
belasting verschillende gevolgen kun
nen hebben.
Ook kunnen zich vreemde gevallen voor
doen wanneer het een rijksstudietoela
ge in de vorm van een beurs betreft.
Het ter beschikking gestelde bedrag
wordt n.l. bij het inkomen van de va
der geteld wiens belastingaanslag daar
door zo aanzienlijk kan stijgen, dat er
van de toelage weinig overblijft. Daar
in schuilt een zekere inconsequentie,
omdat de overheid met de ene hand iets
geeft doch het met de andere hand (de
fiscale hand) weer gedeeltelijk terug
neemt. Over dit probleem is enige maan
den geleden een ook in ons blad aange
haald artikel verschenen van de hand
van de heer J. Schellens in het Week
blad van het genootschap van leraren
aan Nederlandse gymnasia en lycea.
gionalisme, voor separatisme voorbij is.
In feite is dit separatisme zelden een
echt duurzaam verlangen geweest om
zich definitief onafhankelijk te maken
van Madrid. De economische en natio
nale eenheid van Spanje is al meer
dan een eeuw een feit, dat ieder wel
denkend mens zal willen aanvaarden.
De historie bewijst dat de separatisti
sche bewegingen de grootste aanhang
kregen en de felste eisen poneerden,
naarmate de centrale regeringen in
Madrid corrupter, slechter en onmach
tiger werden. De enkele malen dat Ma
drid de zetel is geweest van een werke
lijk sterk en constructief gezag, be
stond er de minste neiging in het Bas
kenland en in Katalonië om zich los
te maken.
Al heeft Franco de politieke aspira
ties van Basken en Katalanen bevro
ren, de behoefte aan een ruime erken
ning van de geheel eigen plaats die
deze volkeren in de Spaanse maatschap
pij innemen, is blijven bestaan. Beide
landstreken schragen het Spaanse leven
en tegenover de Madrileense argumen
ten, dat noch het Baskenland, noch Ka
talonië in de moderne Europese ontwik
keling op eigen benen zoud kunnen
staan, kan met hetzelfde gemak de re
denering worden geplaatst, dat Spanje
helemaal verloren zou zijn zonder de
geestelijke en materiële rijkdom van de
ze gewesten. Het zou daarom in de lijn
liggen wanneer Madrid meer respect
zou tonen voor het eigen verleden, de
eigen taal, eigen instellingen, eigen cul
tuur en eigen economisch leven in deze
gebieden.
De Katalaan noch de Bask is te
identificeren met het beeld dat de
wereld van de Spanjaard heeft, met
de luie romantische, zwetsende, licht
ontvlambare, hautaine en ondoordring
bare zuiderling. In beide landstreken
leeft een nijvere bevolking die meer
dan eens Spanje van de volslagen
ondergang, van het bankroet heeft
gered en ook thans weer de drager
moet zijn van de economische opbloei
van het land.
Dit hebben Basken en Katalanen ech
ter met de Spanjaard gemeen dat zij
trots zijn op hun verworvenheden en
bijna onbegrijpelijk trouw aan hun „pa-
tria chica", dat is hun landstreek. Elke
poging van Madrid om hen het landsei-
gene te ontnemen, om hen te beperken
in hun tradities en het gebruik van
hun eigen taal, stuit op een grimmig
verzet. Madrid is op dat punt meer
malen ronduit beledigend. Niet alleen
dat alle regeringsautoriteiten in beide
landstreken afkomstig zijn uit Castilië,
Andalusië of andere streken, niet alleen
dat hier de censuur nog het strengst
is en de politiemacht het grootst, kwetst
de bevolking, maar vooral de stelsel
matige onderdrukking van de eigen taal
Die onderdrukking wordt des te ster
ker gevoeld, omdat Madrid op dit punt
slechts dirigeert en nooit overlegt en
omdat enkele gezagsdragers bij de con
trole een fanatisme aan de dag leg
gen dat ronduit belachelijk is.
Dit heeft een averechtse uitwerking
en draagt slechts bfl tot de hernieuwde
groei van het regionalisme. Die groei
uit zich in een aantal vlugschriftjes in
de Katalaanse taal, die illegaal worden
verspreid.
In een van deze pamfletten werd ge
ruime tijd geleden de hoofdredacteur
van het grootste dagblad in Katalonië,
„La Vanguardia" aangeklaagd, om
dat hij een kerk was binnengekomen,
waar door de pastoor in het Katalaans
werd gepreekt en hij daar in het open
baar ernstig bezwaar tegen had ge
maakt. Genoemde hoofdredacteur, die
reeds eerder bewezen heeft over weinig
diplomatiek talent te beschikken, is er
in de twintig jaar van zijn bewind be
paald niet in geslaagd een populaire fi
guur in Katalonië te worden. Hij is een
zo overtuigd aanhanger van Franco dat
hij keer op keer in zijn dagblad geen
woorden genoeg kan vinden om de Cau-
dillo te prijzen. De rijke schat aan su
perlatieven in de Spaanse taal is hem
beslist te klein. Dit plaatst deze Kata
laanse krant in een vreemdsoortige po
sitie en maakt hem schier onleesbaar,
afgezien dan nog van de ergerlijk slech
te druk.
Deze houding van de hoofdredacteur
is het gesprek van de dag geworden
in Barcelona en heeft aanleiding gege
ven tot vele bedekte toespelingen. Dat
alles voltrok zich nog in een betrekke
lijk gemoedelijke sfeer, tot op de dag
waarop de hoofdredacteur zich geroepen
voelde tot een verdediging in een hoofd
artikel, dat onder de kop „genegenheid
en dienst aan Katalonië" verscheen.
Met enkele halfslachtige argumenten
proclameert de hoofdredacteur zich tot
de paladijn van het Katalaans regiona
lisme. Onder meer beroept hij zich erop
dat hij Katalonië een van de beste
kranten ter wereld heeft geschonken.
Hoe dat zij, de Barcelonezen zijn
hierdoor uit hun humeur geraakt en
hebben dat ondubbelzinnig laten blij
ken. Een groot plein werd met dag
bladen gestoffeerd en een ruit van
La Vanguardia moest eraan geloven.
En uit de opgewonden gesprekken
merkt men dat dit artikel van de
kritiekloze hoofdredacteur olie op het
vuur van het immer smeulende re
gionalisme is geweest.
Madrid heeft zich kennelijk gedistan-
cieerd, want plotseling nam het aantal
Katalaanse liederen en sardanas, uitge
zonden door Radio Nacional de Barce
lona, aanmerkelijk toe. Dat heeft da
kwestie weer wat gesust en een extra
contingent politiemannen heeft er zorg
voor gedragen dat het opflakkerende
vuur binnen de perken bleef.
De Katalaanse dans „Sardanas", die to 1939 enige tijd verboden i» geweest.